BE1019072A5 - Kolomsysteem en schermconstructie voorzien van een of meerdere dergelijke kolomsystemen. - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een kolomsysteem, omvattende een kolom (10) en één of meerdere aanbouwelementen (11,12) die voorzien zijn om tegen de genoemde kolom (10) gemonteerd te worden, waarbij de genoemde kolom (10) op de buitenoppervlakken ervan (buitenomtrek daarvan) voorzien is van minstens één aanslag (13) en éé of meerdere van de genoemde aanbouwelementen (11,13) op de buitenoppervlakken ervan voorzien zijn van minstens één deel (14) dat in gemonteerde toestand over minstens een gedeelte daarvan tegen de aanslag (13) aansluit, waarbij de genoemde kolom (10) voorzien is van één of meerdere zich naar de binnenzijde van de kolom (10) toe uitstrekkende prismavormige holtes (18) waarvan de genoemde aanslagen (13) deel uitmaken.

Description

KOLOMSYSTEEM EN SCHERMCONSTRUCTIE VOORZIEN VAN ÉÉN OF MEERDERE DERGELIJKE KOLOMSYSTEMEN

De uitvinding betreft een kolomsysteem, omvattende een kolom en één of meerdere aanbouwelementen die voorzien zijn om tegen de genoemde kolom gemonteerd te worden.

Verder betreft de uitvinding een schermconstructie die voorzien is van één of meerdere dergelijke kolomsystemen.

Dergelijke schermconstructies worden doorgaans opgesteld om een buiten gelegen plaats af te schermen van hinderlijke weersomstandigheden. Zo worden dergelijke schermconstructies dikwijls opgesteld bij woningen, restaurants, winkels en dergelijke om een buitenterras of een plaats waar te koop aangeboden waren zijn opgesteld af te schermen van zonnestralen, neerslag en wind. Deze schermconstructies kunnen dus uitgevoerd zijn onder de vorm van luifels, pergola’s, terrasoverkappingen, en dergelijke met de hierboven aangeduide kenmerken.

Een dergelijke schermconstructie omvat een dakconstructie. Deze dakconstructie is meestal voorzien van één of meerdere dakconstructie-elementen, en aan de voor- en de achterkant van voorzien van een één- of meerdelig uitgevoerde en nagenoeg horizontaal opgestelde ligger, waarbij elk van de liggers verbonden is met de genoemde dakconstructie-elementen. De dakconstructie, en dus ook de dakconstructie-elementen die daar deel van uitmaken, zijn bij voorkeur hellend opgesteld. Dit is echter niet noodzakelijk zo. De dakconstructie / dakconstructie-elementen kunnen evengoed nagenoeg horizontaal zijn opgesteld.

Wanneer de schermconstructie voorzien is om tegen een bestaande wand gemonteerd te worden, dan wordt de achterste ligger door middel van een bevestigingssysteem aan de bestaande wand vastgemaakt. De voorste ligger wordt op dat moment ondersteund door één of meerdere kolommen. Bij voorkeur bevindt er zich op elk van de uiteindes van de voorste ligger een dergelijke kolom ter ondersteuning van deze uiteindes. Het is daarbij mogelijk dat de voorste ligger ter hoogte van deze uiteindes in de lengterichting daarvan uitsteekt over een bepaalde afstand ten opzichte van deze kolommen. Wanneer de schermconstructie vrijstaand is, dan wordt ook de achterste ligger ondersteund door één of meerdere kolommen, en bij voorkeur twee kolommen die elk aan een uiteinde van de achterste ligger zijn opgesteld ter ondersteuning van de genoemde uiteindes.

Wanneer tussen deze dakconstructie-elementen één of meerdere op- en affolbare schermen zijn aangebracht die heen en weer tussen deze dakconstructie-elementen bewogen worden, dan is de hiervoor genoemde bovenste ligger uitgevoerd als een schermkast die voorzien is van een ruimte voor het herbergen van één of meerdere schermrollen waarop de op- en affolbare schermen zijn aangebracht.

Ook wanneer er zich tussen de voorste hiervoor genoemde kolommen één of meerdere schermen zijn aangebracht, dan is de voorste ligger uitgevoerd als een voorbalk die voorzien is van een ruimte voor het onderbrengen van één of meerdere schermrollen waarop de genoemde op- en affolbare schermen zijn aangebracht.

Wanneer het gewenst is om, wanneer de schermconstructie in vooraanzicht wordt bekijken, op de zijkanten van de schermconstructie één of meerdere op- en affolbare schermen aan te brengen, dan omvat de schermconstructie aan deze zijkanten bij voorkeur een zijschermkast die voorzien is van een ruimte voor het herbergen van één of meerdere schermrollen waarop de op- en affolbare schermen zijn aangebracht.

Er dient echter opgemerkt te worden dat het niet steeds noodzakelijk is om op alle hierboven vermelde plaatsen op- en affolbare schermen aan te brengen. Het is ook mogelijk om er voor te kiezen om op één of meerdere plaatsen platen uit bijvoorbeeld glas, kunststof, hout, metaal of een combinatie daarvan tussen of tegen de dakconstructie-elementen, respectievelijk kolommen, aan te brengen.

Op de plaatsen van de scherm constructie waar op- en afrolbare schennen zijn aangebracht, is aan de onderste zijde van deze schermen bij voorkeur een onderlat aangebracht die op de beide uiteindes daarvan geleid wordt in een latgeleider. Deze latgeleiders kunnen apart zijn vervaardigd en op de dakconstructie-elementen, respectievelijk de kolommen, gemonteerd zijn. Het is ook mogelijk om deze latgeleiders integraal met de dakconstructie-elementen, respectievelijk de kolommen te vervaardigen. Bij voorkeur worden ook de laterale zijden van de schermen geleid in schermgeleiders. Daartoe kunnen alle genoemde schermen aan de laterale zijden daarvan voorzien zijn van een verdikking, bijvoorbeeld uitgevoerd als een halve ritssluiting.Dit is echter niet vereist, maar door het geleiden van de laterale zijden van de schermen in schermgeleiders wordt het scherm steeds goed strak gehouden.

Een probleem dat ontstaat bij het monteren van deze lat- en/of schermgeleiders tegen de kolommen is dat bij het vervaardigen van de geleiders en de kolommen waartegen deze gemonteerd worden er toleranties optreden. Ondanks deze toleranties dient de uitlijning van de lat- en/of schermgeleiders met de kolommen zo goed mogelijk te gebeuren. Dit probleem stelt zich ook algemeen bij een kolomsysteem dat voorzien is van een kolom en één of meerdere aanbouwelementen die voorzien zijn om tegen de genoemde kolom gemonteerd te worden.

Deze uitvinding heeft nu tot doel het verschaffen van een kolomsysteem, omvattende een kolom en één of meerdere aanbouwelementen, die voorzien zijn om tegen de genoemde kolom gemonteerd te worden, waarbij de uitlijning van één of meerdere buitenoppervlakken van de genoemde aanbouwelementen met één of meerdere buitenoppervlakken van de kolom zo perfect mogelijk gebeurt, en daarbij de toleranties die ontstaan bij het vervaardigen van de kolom en de aanbouwelementen kunnen worden opgevangen.

Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een kolomsysteem, omvattende een kolom en één of meerdere aanbouwelementen die voorzien zijn om tegen de genoemde kolom gemonteerd te worden, waarbij de genoemde kolom op de buitenoppervlakken ervan voorzien is van minstens één aanslag en één of meerdere van de genoemde aanbouwelementen op de buitenoppervlakken ervan voorzien zijn van minstens één deel dat in gemonteerde toestand over minstens een gedeelte daarvan tegen de aanslag aansluit, waarbij de genoemde kolom voorzien is van één of meerdere zich naar de binnenzijde van de kolom toe uitstrekkende prismavormige holtes waarvan de genoemde aanslagen deel uitmaken, en waarbij de genoemde aanbouwelementen latgeleiders (38), schermgeleiders (11) of afwerkingsprofielen (12) omvatten voor het geleiden en afwerken van een schermconstructie.

JP2003119880 beschrijft een kolom voor het wegbergen van kabels komende van het plafond of de vloer. De kolom bestaat uit een centrale kern en een veelvoud van aanslagen (uitstekende armen) waartussen de kabels worden weggeborgen. Het geheel wordt afgedekt met de nodige covers. De aanslagen of kolom dienen niet om verder op aan te bouwen.

Door de kolom te voorzien van een dergelijke aanslag en de genoemde aanbouwelementen te voorzien van één of meerdere delen die in gemonteerde toestand tegen de aanslag aansluiten, kunnen de toleranties die ontstaan tijdens het vervaardigen van deze onderdelen opgevangen worden en zijn de aanbouwelementen steeds nagenoeg perfect uitgelijnd met de kolom waartegen ze worden gemonteerd.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een kolomsysteem volgens de uitvinding, zijn de genoemde holtes balkvormig uitgevoerd.

Het voorzien van balkvormige holtes heeft een productietechnisch voordeel aangezien dergelijke holtes op een eenvoudige manier te vervaardigen zijn.

Ten einde de aanbouwelementen op een eenvoudige manier tegen de genoemde kolommen te kunnen monteren, vormen de genoemde aanslagen bij voorkeur één van de benen van een rechte hoek, en vormen ook de genoemde delen bij voorkeur één van de benen van een rechte hoek, zodanig dat de beide rechte hoeken heel gemakkelijk tegen elkaar kunnen aangebracht zijn.

De uitvinding betreft verder een scherm constructie, omvattende een dakconstructie; één of meerdere kolomsystemen die voorzien zijn van een kolom die in gemonteerde toestand de dakconstructie minstens gedeeltelijk dragen, één of meerdere op- en afrolbare schermen die zich tussen de genoemde kolommen uitstrekken, en die aan de zijde tegenovergesteld aan de zijde waar de schermen worden op- en afgerold voorzien zijn van een lat; twee of meerdere latgeleiders die in gemonteerde toestand de genoemde latten geleiden, waarbij elk van deze latgeleiders in gemonteerde toestand tegen een respectievelijke kolom is gemonteerd, waarbij de schermconstructie één of meerdere kolomsystemen volgens de uitvinding zoals hierboven omschreven omvat, waarbij de genoemde kolomsystemen één of meerdere latgeleiders omvatten die voorzien zijn om tegen de kolom gemonteerd te worden, en waarbij de genoemde kolom op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien is van minstens één aanslag en één of meerdere van de genoemde latgeleiders op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien zijn van minstens één deel dat in gemonteerde toestand minstens over een gedeelte daarvan tegen de genoemde aanslag aansluit.

De latgeleiders worden op deze manier op een nagenoeg perfecte manier uitgelijnd met de kolom waartegen deze worden gemonteerd en kunnen zo toleranties die ontstaan bij het productieproces van de latgeleiders en de kolommen efficiënt worden opgevangen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, omvatten de genoemde kolomsystemen één of meerdere schermgeleiders voor het geleiden van de laterale zijden van de schermen die zich tussen de kolommen uitstrekken, waarbij de genoemde kolom op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien is van minstens één aanslag en één of meerdere van de genoemde schermgeleiders op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien zijn van minstens één deel dat in gemonteerde toestand minstens over een gedeelte daarvan tegen de genoemde aanslag aansluit.

Op deze manier worden de schermgeleiders op een nagenoeg perfecte manier uitgelijnd met de kolom waartegen deze worden gemonteerd en kunnen zo toleranties die ontstaan bij het productieproces van de schermgeleiders en de kolommen efficiënt worden opgevangen.

Het geheel van een kolom met de scherm- / latgeleiders en de afwerkingsprofielen die in gemonteerde toestand tegen deze kolommen zijn gemonteerd, alsook de verbindings- en vastmaakmiddelen, wordt in deze octrooiaanvraag een kolomsysteem genoemd. De scherm- en latgeleiders en de afwerkingsprofielen worden als aanbouwelementen beschouwd.

Er dient opgemerkt dat te worden dat de scherm- en latgeleiders die tegen de genoemde kolommen worden gemonteerd veelal dezelfde zijn. Dit is echter niet noodzakelijk. Deze geleiders kunnen ook apart voorzien worden en elk apart tegen de kolommen worden gemonteerd.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, omvatten de kolomsystemen één of meerdere afwerkingsprofielen die voorzien zijn om tegen een respectievelijke kolom te worden gemonteerd, waarbij de genoemde kolom op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien is van minstens één aanslag en één of meerdere van de genoemde afwerkingsprofielen op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien zijn van minstens één deel dat in gemonteerde toestand minstens over een gedeelte daarvan tegen de genoemde aanslag aansluit.

De afwerkingsprofielen worden op deze manier ook perfect uitgelijnd met de kolom waartegen deze afwerkingsprofielen worden gemonteerd.

In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, omvatten de genoemde kolomsystemen verbindingsmiddelen om de genoemde afwerkingsprofielen te verbinden met de genoemde scherm- en/of latgeleiders.

In een bijzondere uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, omvatten de genoemde kolomsystemen vastmaakmiddelen om de genoemde scherm-en/of latgeleiders en de genoemde afwerkingsprofielen te verbinden met de genoemde kolommen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, zijn de genoemde kolommen op hun buitenoppervlakken daarvan voorzien van één of meerdere zich naar de binnenruimte van de kolommen toe uitstrekkende holtes, waarbij de genoemde aanslagen deel uitmaken van deze holtes, en omvat de genoemde voorbalk aan één of beide uiteindes daarvan een eindstuk dat in gemonteerde toestand in een respectievelijke holte is aangebracht, en waarbij de genoemde eindstukken een dikte hebben die kleiner is dan of gelijk is aan de diepte van de respectievelijke holtes waarin deze eindstukken zijn ingebracht.

Deze eindstukken zijn enerzijds voorzien om, wanneer een schermrol aanwezig is waarop een op- en afrolbaar scherm is aangebracht, deze schermrol te verbinden met dit eindstuk, en zijn anderzijds voorzien om, wanneer de voorbalk een achterkap omvat, deze achterkap te verbinden met een respectievelijk eindstuk. Verder worden deze eindstukken ook met de kolommen verbonden. Zo wordt het geheel op een stevige manier samengehouden.

Het belangrijkste voordeel van het aanbrengen van de eindstukken in de genoemde holtes heeft is dat de eindstukken zowel in voor- / achter- als in bovenaanzicht van de schermconstructie niet zichtbaar zijn. Wanneer een scherm geleider tegen de kolom is aangebracht, dan zijn de eindstukken ook bij een onderaanzicht van de schermconstructie niet zichtbaar. Wanneer echter geen dergelijke schermgeleiders aanwezig zijn, dan is dit eindstuk wel zichtbaar bij een onderaanzichte van de schermconstructie, maar echter niet bij een boven- en een voor-/achteraanzicht daarvan. Een bijkomend voordeel is dat de genoemde voorbalk zonder tussenruimte tegen de kolom aansluit, waardoor een waterdicht geheel wordt verkregen. Een verder bijkomend voordeel is dat het eindstuk stevig verbonden is met de kolom. Wanneer de voorbalk meerdelig is uitgevoerd, en dus een voor- en een achterkap omvat, dan sluiten deze aan tegen de kolom ten einde een waterdicht geheel te verkrijgen.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, omvat de schermconstructie één of meerdere nagenoeg horizontaal opgestelde zijschermkasten die in gemonteerde toestand één of meerdere op- en affolbare schermen omvatten die zich tussen een respectievelijke voorste en een respectievelijke achterste kolom uitstrekken, of die zich tussen een respectievelijke voorste en een respectievelijke muursteun uitstrekken en die elk op een schermrol zijn aangebracht, waarbij de genoemde zijschermkasten aan één of beide uiteindes daarvan een eindstuk omvat waarmee de genoemde schermrollen in gemonteerde toestand verbonden zijn, waarbij de genoemde eindstukken in gemonteerde toestand in een respectievelijke holte zijn aangebracht en waarbij de genoemde eindstukken een dikte hebben die kleiner is dan of gelijk is aan de diepte van de respectievelijke holte waarin deze zijn ingebracht.

Ook hier is het belangrijkste voordeel van het aanbrengen van de eindstukken in de genoemde holtes dat de eindstukken zowel in voor- / achter-, boven- als onderaanzicht van de schermconstructie niet zichtbaar zijn. Een bijkomend voordeel is dat de genoemde zijschermkasten zonder tussenruimte tegen de kolom aansluiten, waardoor een waterdicht geheel wordt verkregen. Een verder bijkomend voordeel is dat de zijschermkasten stevig verbonden zijn met de respectievelijke kolom. Wanneer deze nagenoeg horizontaal opgestelde zijschermkasten meerdelig zijn uitgevoerd, en dus een voor- en een achterkap omvatten, dan sluiten deze aan tegen de kolom ten einde een waterdicht geheel te verkrijgen.

In een voordelige uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, omvatten de genoemde kolomsystemen één of meerdere opvulprofielen die in gemonteerde toestand in één of meerdere van de holtes zijn ingebracht ter opvulling van de genoemde holtes.

In een meer voordelige uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding, hebben de genoemde opvulprofielen een dikte die nagenoeg even groot is als de diepte van de genoemde holtes waarin deze zijn ingebracht.

De uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een schermconstructie volgens de uitvinding die voorzien is van verschillende kolomsystemen volgens deze uitvinding, en een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een kolomsysteem volgens deze uitvinding. Door het nauwkeurig beschrijven van deze verduidelijkende voorbeelden willen we niets meer dan enerzijds een illustratie geven van de basiskenmerken van de uitvinding en anderzijds ook verdere voordelen en bijzonderheden van deze schermconstructie aanduiden. Deze beschrijving kan dus geenszins aanzien worden als een beperking van de draagwijdte van de bescherming, noch van het toepassingsgebied van de uitvinding.

In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarvan: figuur 1 een perspectiefvoorstelling is van een uitvoeringsvorm van een schermconstructie volgens de uitvinding die tegen een (bestaande) wand is gemonteerd en die aan de voorzijde daarvan voorzien is van twee kolomsystemen volgens de uitvinding, figuur 2 een dwarsdoorsnede is doorheen een kolomsysteem volgens de uitvinding van een schermconstructie zoals is voorgesteld op figuur 1, waarbij de dwarsdoorsnede is uitgevoerd onder de plaats waar de voorbalk met de kolom is verbonden; figuur 3 een perspectief vooraanzicht is van een deel van een kolom, een doorsnede van een schermkast, een doorsnede van een gootprofiel en een deel van een scherm- en latgeleider van een schermconstructie zoals is voorgesteld op de figuur 1 in gemonteerde toestand; figuur 4 een perspectief vooraanzicht is van een deel van een gootprofiel en een deel van een voorbalk van een schermconstructie zoals is voorgesteld op figuur 1 die voorzien is van een eindstuk in gemonteerde toestand; figuur 5 een zijaanzicht is van een zijschermkast van een schermconstructie zoals is voorgesteld op figuur 1 die voorzien is van een eindstuk; figuur 6 een perspectief vooraanzicht is van wat op figuur 5 is voorgesteld.

De schermconstructie (1) volgens de uitvinding zoals voorgesteld op de figuur 1, omvat een dakconstructie (100) die voorzien is van drie hellende dakconstructie-elementen (2), met name twee hellende dakconstructie-elementen (2) die zich, wanneer de schermconstructie (1) in vooraanzicht wordt bekeken, aan de linker- en de rechterzijkant van de dakconstructie (100) zijn opgesteld, en één dakconstructie-element (2) dat daartussen is voorzien, waarbij zich per twee dakconstructie-elementen (2) tussen deze dakconstructie-elementen (2) een op- en afrolbaar scherm (3) uitstrekt dat aan de laterale zijden daarvan geleid wordt in schermgeleiders (11) die ofwel integraal gevormd zijn met de dakconstructie-elementen (2) ofwel apart zijn uitgevoerd en gemonteerd zijn tegen deze dakconstructie-elementen (2) en daarmee verbonden zijn. Dit kan gebeuren door de laterale zijden van deze schermen (3) te voorzien van een flexibele verdikking, bijvoorbeeld een halve ritssluiting, die in een langwerpige holte (11a) (zie figuur 2) die in de schermgeleiders (11) is voorzien heen- en weer beweegbaar is. Verder kan aan de zijde tegenovergesteld aan de zijde waar de schermen (3) worden op- en afgerold aan deze schermen (3) een onderlat (8) zijn aangebracht die geleidbaar is in latgeleiders (38) die ofwel integraal gevormd zijn met de dakconstructie-elementen (2), ofwel apart zijn uitgevoerd en gemonteerd zijn tegen deze dakconstructie-elementen (2) en daarmee verbonden zijn. De schermen (3) dienen echter wel niet noodzakelijk aan de laterale zijden daarvan in schermgeleiders (11) te worden geleid. Het is ook mogelijk om enkel de onderlat (8) te laten geleiden in de genoemde latgeleiders (38). De scherm- en latgeleiders (11, 38) die de schennen (3) die tussen de hellende dakconstructie-elementen (2) heen- en weer beweegbaar zijn, respectievelijk de onderlatten (8) geleiden, kunnen ofwel dezelfde ofwel verschillende geleiders zijn.

Deze schermen (3) worden geherbergd in een schermkast (4) die aan de bovenzijde van de dakconstructie (100) is voorzien, die zich uitstrekt in een richting dwars op de richting waarin de hellende dakconstructie-elementen (2) zich uitstrekken, in het verlengde van de dakconstructie-elementen (2) is opgesteld en met één of meerdere van de genoemde hellende dakconstructie-elementen (2) is verbonden. Wanneer de schermkast (4) deel uitmaakt van een vrijstaande schermconstructie (1) (dit is een schermconstructie die niet tegen een wand wordt aangebracht), dan wordt deze schermkast (4) minstens aan de beide uiteindes daarvan ondersteund door middel van een kolom (10). Wanneer deze schermkast (4) echter deel uitmaakt van een schermconstructie (1) die tegen een bestaande wand (101) wordt gemonteerd, zoals te zien is op de figuur 1, dan wordt dit bij voorkeur door middel van een bevestigingssysteem aan de wand (101) gemonteerd.

Er dient opgemerkt te worden dat niet noodzakelijk schermen (3) dienen aangebracht te worden tussen de hellende dakconstructie-elementen (2). Het is ook mogelijk om vaste platen (niet voorgesteld op de figuren) tussen de dakconstructie-elementen (2) aan te brengen.

Verder is de schermconstructie (1) volgens de uitvinding voorzien van een zich nagenoeg in horizontale richting uitstrekkende voorbalk (5). Deze voorbalk (5) kan één- of meerdelig uitgevoerd zijn. De voorbalk (5) zoals te zien is op de figuren 3 en 4 is tweedelig uitgevoerd en omvat aldus een voor- en een achterkap (5a, 5b). Zoals te zien is op de figuur 1, wordt de voorbalk (5), en dit bij voorkeur de beide uiteindes daarvan, gedragen (of ondersteund) door kolommen ( 10).

De genoemde voorbalk (5) omvat verder een gootprofiel (20) dat geschikt is voor het verzamelen en geleiden van neerslagwater in de richting van de kolommen (10) waarmee de voorbalk (5) verbonden is. Dit gootprofiel (20) kan integraal met de voorbalk (5) gevormd zijn, of kan ook uitgevoerd zijn als een apart profiel dat in gemonteerde toestand met de voorbalk (5) verbonden is. Zoals te zien is op de figuur 1, steunen de hellende dakconstructie-elementen (2) op dit gootprofiel (20).

Het is verder mogelijk om, wanneer de schermconstructie (1) in vooraanzicht wordt bekeken, tussen de twee kolommen (10) die zich aan de voorzijde van de schermconstructie (1 ) bevinden en die de voorbalk (5) dragen één of meerdere op- en afrolbare schermen (7) aan te brengen die aan de laterale zijden daarvan geleid worden in schermgeleiders (11) die in gemonteerde toestand tegen de genoemde kolommen (10) zijn gemonteerd. Deze één of meerdere op- en afrolbare schermen (7) worden in de genoemde voorbalk (5) geherbergd. De schermen (7) zijn dan open afrolbaar tussen een gleuf (26) die tussen de genoemde voor- en achterkap (19a, 19b) is aangebracht. Wanneer echter geen schermen (7) aan de voorzijde van de schermconstructie (1) tussen de voorste kolommen (10) worden voorzien, dan wordt de gleuf tussen de voor- en achterkap (19a, 19b) afgedekt met een afdekprofiel (niet voorgesteld op de figuren). Ook aan deze schermen (7) kan aan de onderzijde daarvan (zijnde de zijde tegenovergesteld aan de zijde waar de schermen (7) worden op- en afgerold) voorzien zijn van een onderlat (8) (zie figuur 1). Ook deze onderlat (8) wordt, zoals te zien is op de figuur 1, aan de beide uiteindes daarvan geleid in een respectievelijke latgeleider (38) die ofwel integraal gevormd is met de voorste kolommen (10) van de schermconstructie (1) ofwel apart is uitgevoerd, tegen deze kolommen (10) zijn gemonteerd en daarmee zijn verbonden. Zoals te zien is op de figuur 2, zijn bij dergelijke kolommen (10) de latgeleiders (38) en de schermgeleiders (11) meestal dezelfde. Dit is echter niet noodzakelijk zo. Er kunnen ook aparte scherm- en latgeleiders (11, 38) voorzien zijn (niet voorgesteld op de figuren).

Het is verder mogelijk om de schermconstructie (1), wanneer deze in vooraanzicht wordt beschouwd, aan de linker- en de rechterzijkant daarvan te voorzien van één of meerdere schermen (9). Deze op- en affolbare schermen (9) worden geherbergd in zijschermkasten (4). Bij een vrijstaande schermconstructie (1) strekken elk van deze zijschermkasten (4) zich uit tussen een voorste kolom (10) en een achterste kolom (de achterste kolom is niet voorgesteld op de figuren). Deze achterste kolommen zijn dan identiek uitgevoerd als de hierboven omschreven voorste kolommen (10), zoals in dwarsdoorsnede voorgesteld op de figuur 2. Bij een schermconstructie (1) die tegen een wand (101) is gemonteerd en die aan de zijkanten daarvan voorzien is van één of meerdere schermen (9), zoals is voorgesteld op de figuur 1, wordt bij voorkeur tegen de wand (101) een muursteun (33) gemonteerd, waarbij een dergelijke zijschermkast (4) zich dan uitstrekt tussen een kolom (10) die gesitueerd is aan de voorzijde van de schermconstructie (1) en de respectievelijke muursteun (33) die tegen de wand (101) is gemonteerd. Ook aan deze schermen (9) kan aan de onderzijde daarvan (zijnde de zijde tegenovergesteld aan de zijde waar de schermen (9) worden op- en afgerold) voorzien zijn van een onderlat (8) (zie figuur 1). Ook deze onderlat (8) wordt, zoals te zien is op de figuur 1, aan de beide uiteindes daarvan geleid in een respectievelijke latgeleider (38). Deze latgeleiders (38) kunnen daarbij ofwel integraal gevormd zijn met de respectievelijke voorste en achterste kolom (10) van de schermconstructie (1) bij een vrijstaande schermconstructie (1) of met de respectievelijke voorste kolom (10) van de schermconstructie (1) en de respectievelijke muursteun (33) bij een schermconstructie (1) die tegen een bestaande wand (101) is gemonteerd. Het is echter ook mogelijk om deze latgeleiders (38) apart uit te voeren en deze bij een vrijstaande schermconstructie (1) tegen de respectievelijke voorste en achterste kolom (10) van de schermconstructie (1) te monteren en daarmee te verbinden, of bij een schermconstructie (1) die tegen een bestaande wand (101) is gemonteerd tegen de respectievelijke voorste kolom (10) van de schermconstructie (1) en de respectievelijke muursteun (33) te monteren. Zoals te zien is op de figuur 2, zijn bij dergelijke kolommen (10) de latgeleiders (38) en de scherm geleiders (11) meestal dezelfde. Dit is echter niet noodzakelijk zo. Er kunnen ook aparte scherm- en latgeleiders (11, 38) voorzien zijn.

Zoals te zien is op de figuur 2, kunnen verder één of meerdere afwerkingsprofielen (12a, 12b) worden voorzien die tegen de kolom (10) worden gemonteerd. Deze afwerkingsprofielen (12a, 12b) worden aangebracht ten einde een nagenoeg vlakke buitenzijde te verkrijgen, dit natuurlijk met uitzondering van de gleuf (1 la) die in de scherm- / latgeleiders (11, 38) is aangebracht (zie figuren 2 en 3) ter geleiding van de laterale zijden van het scherm (7, 9) dat er in is aangebracht en ter geleiding van de onderlat (8) die aangebracht is aan het scherm (7, 9) aan de zijde tegenovergesteld aan de zijde waar het scherm (7, 9) wordt opgerold (of dus de onderzijde van het scherm (7, 9). De genoemde afwerkingsprofielen (12) kunnen één- of meerdelig zijn uitgevoerd. In de uitvoeringsvorm van een kolomsysteem (50) volgens de uitvinding zoals is voorgesteld op de figuur 2, zijn de afwerkingsprofielen (12) meerdelig uitgevoerd, waarbij een eerste deel (12a) door middel van vastmaakmiddelen (16) verbonden is met de kolom (10), terwijl een tweede deel (12b) door middel van verbindingsmiddelen (15) verbonden is met een respectievelijke scherm- / latgeleider (11,38).

De scherm- / latgeleiders (11, 38) en de afwerkingsprofielen (12) worden, zoals te zien is op de figuur 2, verbonden met de respectievelijke kolom (10) door middel van vastmaakmiddelen (16). De afwerkingsprofielen (12) worden door middel van verbindingsmiddelen (15) verbonden met de respectievelijke scherm- / latgeleiders (11, 38). Deze verbindings- en vastmaakmiddelen (15, 16) kunnen zowel uit bouten, schroeven als klikverbindingen bestaan.

Zoals te zien is op de figuur 2, wordt, wanneer de kolom (10) in vooraanzicht wordt bekeken, aan de rechterzijkant van de kolom (10) een scherm- / latgeleider (11, 38) tegen de kolom (10) gemonteerd voor het geleiden van de laterale zijden van een open affolbaar scherm dat in de voorbalk (5) is aangebracht, en is aan de achterkant van de kolom (10) een scherm- / latgeleider (11, 38) tegen de kolom (10) gemonteerd voor het geleiden van de laterale zijden van een op- en afrolbaar scherm (9) dat in een zijschermkast (24) (zie figuur 1) is ingebracht die zich, wanneer de schermconstructie (1) in vooraanzicht is bekeken, zich aan de linkerzijde van de schermconstructie (1) bevindt.

Het geheel van een kolom (10) met de scherm- / latgeleiders (11, 38) en de afwerkingsprofielen (12) die in gemonteerde toestand tegen deze kolommen (10) zijn gemonteerd, alsook de verbindings- en vastmaakmiddelen (15, 16), wordt in deze octrooiaanvraag een kolomsysteem (50) genoemd. De scherm- en latgeleiders (11, 38) en de afwerkingsprofielen (12) worden als aanbouwelementen beschouwd.

Zoals te zien is op de figuur 2, is een kolom (10) van een kolomsysteem (50) volgens de uitvinding aan elke zijde op zijn buitenoppervlakken van deze kolom (10) voorzien van een balkvormig uitgevoerde, naar binnen toe gerichte holte (18). Door het voorzien van deze balkvormige, naar binnen toe gerichte holtes (18) wordt aan de beide tegenovergestelde zijden van deze holte (18) een aanslag (13) gevormd waartegen aanbouwelementen zoals de genoemde scherm- / latgeleiders (11, 38) en afwerkingsprofielen (12) uitgelijnd kunnen worden. Daartoe omvatten deze scherm- / latgeleiders (11, 38) en afwerkingsprofielen (12) elk een deel (14) dat is uitgevoerd om minstens gedeeltelijk tegen een respectievelijke aanslag (13) aan te sluiten. De genoemde aanslagen (13) en de genoemde delen (14) zijn bij voorkeur uitgevoerd als een rechte lijn.

Ten einde de scherm- / latgeleiders (11, 38) en de afwerkingsprofielen (12) op een eenvoudige manier tegen elkaar te kunnen monteren, vormen de aanslagen (13) bij voorkeur één van de benen van een rechte hoek, en vormen ook de genoemde delen (14) van de scherm- / latgeleiders (11, 38) en de afwerkingsprofielen (12) bij voorkeur één van de benen van een rechte hoek, zodanig dat de beide rechte hoeken heel gemakkelijk tegen elkaar kunnen aangebracht worden.

Zoals te zien is op de figuur 2, waarbij de schermconstructie (1) in vooraanzicht wordt bekeken, is de buitenzijkant (110) van de scherm- / latgeleiders (11, 38) die het op- en afrolbare scherm (9) van de hierboven genoemde zijschermkast (24) geleidt, uitgelijnd met de linkerzijkant (100) van de kolom (10). De rechterzijkant (112) van het gedeelte (12a) van het respectievelijke afwerkingsprofiel (12) wordt uitgelijnd met de rechterzijkant (101) van de kolom (10). Verder is de voorkant (111) van de scherm- / latgeleiders (11, 38) die het op- en affolbare scherm van de hierboven genoemde voorbalk (5) geleidt uitgelijnd met de voorkant (103) van de kolom (10), en is de achterkant (113) van het gedeelte (12a) van het respectievelijke afwerkingsprofiel (12) uitgelijnd met de achterkant (102) van de olom (10).

Zoals te zien is op de figuren 3 en 4, omvat deze voorbalk (5) verder aan één of beide uiteindes daarvan een eindstuk (21). Wanneer deze voorbalk (5) een achterkap (19b) omvat, wordt deze achterkap (19b) aan elk uiteinde daarvan (niet voorgesteld op de figuren) verbonden met een respectievelijk eindstuk (21). Dit gebeurt bij voorkeur door middel van bouten en/of schroeven (32) (zie figuur 4). Zoals te zien is op figuur 3, wordt de achterkap (19b) tevens met het gootprofiel (20) verbonden. De voorkap (19a) van de voorbalk (5) wordt daarentegen enkel met het gootprofiel (20) verbonden, zoals te zien is op de figuur 3.

Verder kan, wanneer een op- en affolbaar scherm voorzien is in de voorbalk (5), de schermrol (niet voorgesteld op de figuren) waarop dit op- en affolbare scherm is aangebracht enerzijds door middel van een motorsteun (niet voorgesteld op de figuren) met een respectievelijk eindstuk (21) verbonden zijn. Zoals te zien is op de figuur 3, kan dit gebeuren door een motorsteun voor het ondersteunen van een aandrijfinotor (niet voorgesteld op de figuren) voor het aandrijven van de op- en affolbeweging van een scherm over geleidingsstrippen (28) te schuiven die, bij voorkeur door middel van schroeven en/of bouten (31) (zie figuren 3 en 4), met het eindstuk (21) verbonden zijn (zie figuren 3 en 4). Anderzijds is het ook mogelijk om de schermrol door middel van een lagerstuk (niet voorgesteld op de figuren) dat over de geleidingsstrippen (28) wordt geschoven met het respectievelijke eindstuk (21) te verbinden. Het is ook mogelijk om deze geleidingsstrippen (28) integraal met de eindstukken (21) te vormen.

Anderzijds worden elk van de genoemde eindstukken (21) aan een respectievelijke kolom (10) bevestigd door middel van bouten of schroeven (30) (zie de figuren 3 en 4). Deze eindstukken (21) worden in de genoemde holtes (18) aangebracht (niet voorgesteld op de figuren 3 en 4), en hebben daartoe een dikte die kleiner is dan of gelijk is aan de diepte van de genoemde holtes (18). Op deze manier sluit de voorbalk (5), of wanneer deze meerdelig is uitgevoerd de voor- en achterkap (19a, 19b) van deze voorbalk aan tegen de genoemde kolommen (10) waarmee deze voorbalk (5) verbonden is.

Ook de nagenoeg horizontaal opgestelde zijschermkasten (24) die zich, wanneer de schermconstructie (1) in vooraanzicht wordt beschouwd, aan de linker- en de rechterzijde van deze schermconstructie (1) bevinden, kunnen aan één of beide uiteindes daarvan voorzien zijn van een eindstuk (25). Deze eindstukken (25) zijn, zoals te zien is op de figuren 5 en 6, voorzien van een zich naar de onderzijde toe uitstekend deel (25a) waarmee deze eindstukken (25) aan de genoemde kolommen (10) kunnen worden vastgemaakt. Deze gedeeltes (25a) worden in gemonteerde toestand verborgen door de scherm- / latgeleider (11, 38) en het afwerkingsprofiel (12) (niet voorgesteld op de figuren 5 en 6) die tegen de kolom (10) worden gemonteerd. De beide uiteindes van de schermrol (niet voorgesteld op de figuren) worden elk met een respectievelijk eindstuk (25) verbonden.

Ook deze eindstukken (25) worden in de genoemde balkvormig, naar binnen toe gerichte holtes (18) ingebracht zodanig dat de zijschermkasten (24), of wanneer deze meerdelig zijn uitgevoerd de voor- en achterkap (24a, 24b) van deze zijschermkasten (24) (zie figuur 5) tegen de kolom (10) waartegen deze zijschermkasten (24) worden gemonteerd aansluiten, ten einde de eindstukken onzichtbaar te maken en bovendien een waterdicht geheel te verkrijgen.

De holtes (18) van de kolommen (10) waartegen geen aanbouwelementen (11, 12) worden gemonteerd, worden bij voorkeur opgevuld met opvulprofielen (22) die een dikte hebben die nagenoeg even groot is als de diepte van de balkvormig uitgevoerde, naar binnen toe gerichte holtes (18). Deze opvulprofielen (22) zijn daarbij bij voorkeur zo voorzien dat ze de lege ruimtes van de holtes (18), of met andere woorden de ruimtes van de holtes (18) waarin zich geen eindstukken, scherm geleiders (11) of afwerkingsprofielen (12) uitstrekken, nagenoeg volledig opvullen.

Zoals te zien is op de figuur 2, kan de kolom (10), wanneer deze in gemonteerde toestand in vooraanzicht wordt bekeken, aan de linker- en de rechterzijde daarvan voorzien van zijn van ronde sleuven (23) waarin schroeven en/of bouten kunnen worden aangebracht ten einde de kolom (10) aan de onderzijde daarvan te verbinden met een grondplaat (36) (zie figuur 1) die op zijn beurt met het grondoppervlak wordt verbonden.

Claims (1)

1. GEWIJZIGDE CONCLUSIES Kolomsysteem (50), omvattende een kolom (10) en één of meerdere aanbouwelementen (11, 12, 38) die voorzien zijn om tegen de genoemde kolom (10) gemonteerd te worden, met het kenmerk dat de genoemde kolom (10) op de buitenoppervlakken ervan voorzien is van minstens één aanslag (13) en één of meerdere van de genoemde aanbouwelementen (11, 12, 38) op de buitenoppervlakken ervan voorzien zijn van minstens één deel (14) dat in gemonteerde toestand over minstens een gedeelte daarvan tegen de aanslag (13) aansluit, waarbij de genoemde kolom (10) voorzien is van één of meerdere zich naar de binnenzijde van de kolom (10) toe uitstrekkende prismavormige holtes (18) waarvan de genoemde aanslagen (13) deel uitmaken, en waarbij de genoemde aanbouwelementen latgeleiders (38), schermgeleiders (11) of afwerkingsprofielen (12) omvatten voor het geleiden en afwerken van een scherm constructie. Kolomsysteem (50) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de genoemde holtes (18) balkvormig zijn uitgevoerd. Schermconstructie, omvattende een dakconstructie (100); één of meerdere kolomsystemen (50) die voorzien zijn van een kolom (10) die in gemonteerde toestand de dakconstructie (100) minstens gedeeltelijk dragen, één of meerdere op- en afrolbare schermen (7, 9) die zich tussen de genoemde kolommen (10) uitstrekken, en die aan de zijde tegenovergesteld aan de zijde waar de schermen (7, 9) worden op- en afgerold voorzien zijn van een onderlat (8); twee of meerdere latgeleiders (38) die in gemonteerde toestand de genoemde onderlatten (8) geleiden, waarbij elk van deze latgeleiders (38) in gemonteerde toestand tegen een respectievelijke kolom (10) is gemonteerd, met het kenmerk dat de schermconstructie (1) één of meerdere kolomsystemen (50) volgens conclusie 1 of 2 omvat, waarbij de genoemde kolomsystemen (50) één of meerdere latgeleiders (38) omvatten die voorzien zijn om tegen de kolom (10) gemonteerd te worden, en waarbij de genoemde kolom (10) op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien is van minstens één aanslag (13) en één of meerdere van de genoemde latgeleiders (38) op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien zijn van minstens één deel (14) dat in gemonteerde toestand minstens over een gedeelte daarvan tegen de genoemde aanslag (13) aansluit. Schermconstructie volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de genoemde kolomsystemen (50) één of meerdere schermgeleiders (11) omvatten voor het geleiden van de laterale zijden van de schermen (7, 9) die zich tussen de kolommen (10) uitstrekken, waarbij de genoemde kolom (10) op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien is van minstens één aanslag (13) en één of meerdere van de genoemde schermgeleiders (11) op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien zijn van minstens één deel (14) dat in gemonteerde toestand minstens over een gedeelte daarvan tegen de genoemde aanslag (13) aansluit. Schermconstructie volgens conclusie 3 of 4, met het kenmerk dat de kolomsystemen (50) één of meerdere afwerkingsprofielen (12) omvatten die voorzien zijn om tegen een respectievelijke kolom (10) te worden gemonteerd, waarbij de genoemde kolom (10) op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien is van minstens één aanslag (13) en één of meerdere van de genoemde afwerkingsprofielen (12) op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien zijn van minstens één deel (14) dat in gemonteerde toestand minstens over een gedeelte daarvan tegen de genoemde aanslag (13) aansluit. Schermconstructie volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de genoemde kolomsystemen (50) verbindingsmiddelen (15) .omvatten om de genoemde afwerkingsprofielen (12) te verbinden met de genoemde scherm- en/of latgeleiders (11, 38). Schermconstructie volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de genoemde kolomsystemen (50) vastmaakmiddelen (16) omvatten om de genoemde scherm- en/of latgeleiders (11, 38) en de genoemde afwerkingsprofielen (12) te verbinden met de genoemde kolommen (10). Schermconstructie volgens één van de conclusies 3 tot en met 7, met het kenmerk dat de genoemde kolommen (10) op zijn buitenoppervlakken daarvan voorzien zijn van één of meerdere zich naar de binnenzijde van de kolommen (10) toe uitstrekkende holtes (18), waarbij de genoemde aanslagen (13) deel uitmaken van deze holtes (18), en dat de genoemde voorbalk (5) aan één of beide uiteindes daarvan een eindstuk (21) omvat dat in gemonteerde toestand in een respectievelijke holte ( 18) is aangebracht, en waarbij de genoemde eindstukken (21) een dikte hebben die kleiner is dan of gelijk is aan de diepte van de respectievelijke holte (18) waarin deze eindstukken (21) zijn ingebracht. Schermconstructie volgens conclusie 8, met het kenmerk dat de schermconstructie één of meerdere nagenoeg horizontaal opgestelde zijschermkasten (24) omvat die in gemonteerde toestand één of meerdere schermen (9) omvatten die zich tussen een respectievelijke voorste kolom (10) en respectievelijke achterste kolom uitstrekken, of die zich tussen een respectievelijke voorste kolom (10) en een respectievelijke muursteun (33) uitstrekken en die elk op een schermrol zijn aangebracht, waarbij de genoemde zijschermkasten (24) aan één of beide uiteindes daarvan een eindstuk (25) omvat waarmee de genoemde schermrollen in gemonteerde toestand zijn verbonden, waarbij de genoemde eindstukken (25) in gemonteerde toestand in een respectievelijke holte (18) zijn aangebracht en waarbij de genoemde eindstukken (25) een dikte hebben die kleiner is dan of gelijk is aan de diepte van de respectievelijke holte (18) waarin deze zijn ingebracht. Schermconstructie volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat de genoemde kolomsystemen (50) één of meerdere opvulprofielen (22) omvatten die in gemonteerde toestand in één of meerdere van de holtes (18) zijn ingebracht ter opvulling van de genoemde holtes (18). Scherm constructie volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de genoemde 3pvulprofielen (22) een dikte hebben die nagenoeg even groot is als de diepte van de •espectievelijk holte (18) waarin deze zijn ingebracht.