BE1018177A3 - Bedrukt substraat, werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van bedrukte substraten. - Google Patents

Abstract

Bedrukt substraat voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij deze vloerpanelen (9) van het type zijn dat minstens een basipaneel (25) en een erop aangebrachte toplaag met een gedrukt decor (3) omvat en waarbij de bedrukking (2) van het voornoemde bedrukte substraat (1) de gedrukte decoren (3) van meerdere vloerpanelen (9) bevat, daardoor gekenmerkt dat voornoemde gedrukte decoren (3) in de bedrukking (2) van het voornoemde bedrukte substraat (1) zijn gegroepeerd in banen (4A-4B-4C) van gelijkaardige tint.

Description

Bedrukt substraat, werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen en werkwijze voor het vervaardigen van bedrukte substraten.

Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van bedrukte substraten, een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen op basis van dergelijke bedrukte substraten, alsmede op een werkwijze voor het vervaardigen van dergelijke bedrukte substraten.

Meer speciaal heeft de uitvinding betrekking op een bedrukt substraat voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij deze vloerpanelen van het type zijn dat minstens een basispaneel en een erop aangebrachte toplaag met een gedrukt decor omvat en waarbij de bedrukking van het voornoemde bedrukte substraat de gedrukte decoren van meerdere vloerpanelen bevat.

Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om bedrukte substraten die worden aangewend voor de vervaardiging van vloerpanelen die hoofdzakelijk bestaan uit een MDF of HDF (Medium of High Density Fiberboard) basispaneel en een hierop aangebrachte toplaag, zoals een laminaattoplaag.

Bedrukte substraten en vloerpanelen van bovenvermeld type zijn op zich bekend. De voornoemde bedrukking van het bedrukte substraat kan hierbij, al dan niet mits tussenkomst van grondlagen, rechtstreeks op het basispaneei zijn gedrukt, waarbij dit basispaneel dan het voornoemde substraat vormt. De bedrukking kan evenwel ook oorspronkelijk zijn voorzien op een flexibel materiaalvel, zoals een papiervel, waarbij dit bedrukte materiaalvel dan het voornoemde bedrukte substraat vormt en op zich, als een zogenaamde decorlaag, in de voornoemde toplaag van het vloerpaneel is opgenomen. Verder is het bekend dat het vloerpaneel voorzien kan zijn van een doorzichtige of doorschijnende kunststoflaag, die een beschermlaag boven het gedrukte decor vormt en bijvoorbeeld sleetbestendige partikels zoals aluminiumoxide kan bevatten. Het is niet uitgesloten dat deze beschermlaag eveneens een materiaalvel, zoals een papiervel, bevat.

In het geval van een laminaatvloerpaneel kan de vervaardiging bijvoorbeeld geschieden volgens een DPL (Direct Pressure Laminate) of HPL (High Pressure

Laminate) techniek. In het geval van een DPL techniek worden één of meerdere van hars voorziene materiaalvellen, waaronder een bedrukt materiaalvel dat een decorlaag vormt, samen met het basispaneel of met een grotere basisplaat in een persinrichting gebracht waar zij aan de hand van een perselement en onder inwerking van verhoogde druk en temperatuur zowel onderling als met de basisplaat worden verbonden. In het geval van een HPL techniek wordt de toplaag afzonderlijk gevormd op basis van twee of meer van hars voorziene materiaalvellen, waaronder een bedrukt materiaalvel dat een decorlaag vormt, alvorens de aldus verkregen toplaag op de basisplaat wordt aangebracht, bijvoorbeeld door deze op de basisplaat te lijmen.

Het is bekend in de bedrukking van bedrukte substraten, meer speciaal bij de bedrukking van decorpapieren voor laminaatvloerpanelen, met zogenaamde “plankeffecten” te werken, waarbij de bedrukking gébiëden vertoont van verschillende tint, waarbij deze gebieden telkens overeenstemmen met het gedrukte decor van een vloerpaneel. Het toepassen van dergelijke gebieden van verschillende tint in de bedrukking leidt tot een grote kleurenrijkheid in eert vloerbekleding die wordt samengesteld op basis van vloerpànelen met dergelijke gedrukte decoren van verschillende tint. De bekende toepassing van plankeffecten vereist echter een relatief nauwkeurige opdeling van het bedrukte substraat in de voornoemde gebieden, en vereist voor elk formaat van vloerpaneel een ander bedrukt substraat, vermits de grootte van voornoemde gebieden overeen dient té stemmen met het formaat van de vloerpanelen.

Verder is het bekend in de bedrukking van bedrukte substraten over de volledige breedte van dergelijk substraat een continue geleidelijke tintverandering toe te passen, welke op zich leidt tot een eerder beperkte toename van de kleurenrijkheid in een vloerbekleding die wordt samengesteld op basis van vloerpanelen met dergelijke gedrukte decoren, doch waarbij een nauwkeurige opdeling van het bedrukte substraat niet is vereist. Een nadeel van dergelijke bedrukte substraten is dat ook in het gedrukte decor van elk vloerpaneel een continue geleidelijke tintverandering aanwezig is, hetgeen onnatuurlijk kan overkomen.

De huidige uitvinding beoogt een alternatief bedrukt substraat voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij volgens verschillende voorkeurdragende uitvoeringsvormen een oplossing kan worden geboden aan één of meer van de hierboven aan de hand van de stand van de techniek beschreven nadelen of problemen. Hiertoe betreft de uitvinding een bedrukt substraat voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij deze vloerpanelen van het type zijn dat minstens een basispaneel en een erop aangebrachte toplaag met een gedrukt decor omvat en waarbij de bedrukking van het voornoemde bedrukte substraat de gedrukte decoren van meerdere vloerpanelen bevat, met als kenmerk dat voornoemde gedrukte decoren in de bedrukking van het voornoemde bedrukte substraat zijn gegroepeerd in banen van gelijke of gelijkaardige tint.

Door het feit dat de gedrukte decoren gegroepeerd zijn volgens tint wordt een vlottere opdeling van het bedrukte substraat in de afzonderlijke gedrukte decoren mogelijk, terwijl toch een volwaardig plankeffect wordt behouden. Bij voorkeur worden immers de gedrukte decoren van twee of meer vloerpanelen uit een enkele baan verkregen, waarbij de opdeling van de bedrukking in deze twee of meer gedrukte decoren dan minder nauwkeurig kan worden uitgevoerd. Bovendien kan dergelijke baan naar keuze opgedeeld worden in meerdere formaten van gedrukte decoren, zodat op logistiek gebied voor wat betreft het aantal in voorraad te houden bedrukte substraten ook winst kan worden geboekt. De betreffende gedrukte decoren kunnen zowel bekomen zijn van naast als van achter elkaar liggende gedeelten van de betreffende baan. Dergelijke groepering voor het verwezenlijken van de bedrukking laat ook een eenvoudiger drukproces toe. De voornoemde tint kan bijvoorbeeld worden verkregen aan de hand van een fondbedrukking die in banen op het betreffende substraat wordt uitgevoerd, waarover dan een motievenbedrukking wordt aangebracht.

Met het aanbrengen van een “fondbedrukking” of een “fond” wordt het aanbrengen bedoeld van een hoofdzakelijk uniforme kleur die het uiteindelijk uitzicht van het gedrukte decor bepaalt. Het kan gaan om een kleurlaag die zich onder de motievenbedrukking bevindt en de kleur van de motievenbedrukking beïnvloedt, of om een kleurlaag die de basiskleur van het betreffende decor weergeeft. Dergelijke fond kan zoals voornoemde aan de hand van een bedrukking worden gerealiseerd. Andere technieken, zoals het aanbrengen van een motievenbedrukking op een ingekleurd materiaalvel dat dan de fond vormt, zijn niet uitgesloten.

Er wordt opgemerkt dat het volgens de uitvinding groeperen van gedrukte decoren in banen van gelijke of gelijkaardige tint niet uitsluit dat meerdere banen van dezelfde tint worden gevormd. Bij voorkeur echter bevinden eile gedrukte decoren van gelijke of gelijkaardige tint zich in dezelfde baan op het bedrukte substraat van de uitvinding.

Bij voorkeur strekken voornoemde banen zich met hun lengterichting in de lengterichting van het voornoemde substraat uit. Op deze manier wordt bekomen dat gedrukte decoren voor vloerpanelen van verschillende lengte uit hetzelfde bedrukte substraat kunnen worden verkregen.

Het bedrukte substraat van de uitvinding wordt bij voorkeur aangewend voor het vervaardigen van langwerpige rechthoekige vloerpanelen met een dito gedrukt decor, waarbij deze gedrukte decoren zich bij voorkeur met hun lengterichting uitstrekken in de lengterichting van voornoemde banen. Bij voorkeur is de breedte Van de banen dusdanig dat meerdere van dergelijke gedrukte decoren zich naast elkaar in voornoemde baan uitstrekken. Het is uiteraard niet uitgesloten dat het bedrukte substraat van de uitvinding wordt aangewend voor het vervaardigen van vierkante vloerpanelen met een dito gedrukt decor, waarbij deze gedrukte decoren zich in lengterichting van voornoemde banen bij voorkeur minstens achter elkaar bevinden.

Bij voorkeur is de breedte van de banen allen gelijk, of nagenoeg gelijk. Volgens deze uitvoeringsvorm kunnen even veel gedrukte decoren van elke baan worden verkregen. Het is duidelijk dat de breedte van de banen bij voorkeur ongeveer overeenstemt met een geheel aantal keer de uiteindelijke breedte van een vloerpaneel. Een afwijking van de exacte overeenstemming is wenselijk daar materiaal uit het bedrukt substraat kan worden weggenomen bij het opdelen ervan en/of bij het afwerken van de betreffende vloerpanelen. Zo bijvoorbeeld is het mogelijk extra materiaal te voorzien voor het aan de randen voorzien van koppelmiddelen.

In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm is het bedrukte substraat van de uitvinding bedoeld voor de vervaardiging van vloerpanelen met een gedrukt decor dat een houtmotief weergeeft. Bij voorkeur vertoont de bedrukking van het bedrukte substraat in breedterichting van de voornoemde banen telkens het motief van slechts één houten paneel. Hiermede wordt bedoeld dat de afgebeelde houtnerven, houtporen en/of andere houtkarakteristieken zich in de breedterichting ononderbroken over deze baan uitstrekken. Een baan met een dergelijk houtmotief kan in die breedterichting naar believen worden opgedeeld. Op die manier kan het betreffende bedrukte substraat voor het realiseren van vloerpanelen met meerdere breedten worden aangewend.

Bij voorkeur is de bedrukking van voornoemde banen opgebouwd uit een uniforme of quasi uniforme achtergrondkleur of fondbedrukking, en een, bij voorkeur zich in lengterichting herhalend, motief of motievenbedrukking. Dergelijke bedrukking laat een eenvoudige vervaardiging van het bedrukte substraat van de uitvinding toe.

Het substraat zelf kan volgens de uitvinding van verschillende mogelijke aard zijn.

Volgens een eerste mogelijkheid hiervoor betreft het substraat een flexibel materiaalvel zoals een papiervel dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een opgerolde bedrukte materiaalbaan. Dergelijk materiaalvel of materiaalbaan of een gedeelte daarvan kan dan als decorlaag in een laminaatvloerpaneel worden toegepast. Hiertoe kan bijvoorbeeld de hiervoor nog genoemde DPL techniek worden toegepast. Het WO 91/06728 en het WO 2006/074831 geven voorbeelden van uit de stand van de techniek bekende decorpapiervellen.

Volgens een tweede mogelijkheid hiervoor betreft het substraat een plaatmateriaal waarop voornoemde bedrukking al dan niet met tussenliggende lagen rechtstreeks is aangebracht. Het kan bijvoorbeeld gaan om de bedrukking van een houtgebaseerd plaatmateriaal, zoals MDF of HDF (Medium Density Fiberboard of High Density Fiberboard). Het direct bedrukken van houtgebaseerde plaatmaterialen is op zich bekend bijvoorbeeld uit het EP 1 862 304.

Voor het uitvoeren van de bedrukking kan eender welke druktechniek worden toegepast, zoals bijvoorbeeld rotatie-offsetdruk, zeefdruk, of een digitale drukttechniek zoals inktjetprinten.

De uitvinding heeft ook nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij een bedrukt substraat met de kenmerken van de uitvinding wordt aangewend en met als verder kenmerk dat de werkwijze minstens de stap bevat van het opdelen van het voornoemde bedrukt substraat, waarbij minstens één van de voornoemde banen in breedterichting wordt opgedeeld.

Zoals al vernoemd kunnen aan de hand van de bedrukte substraten van de huidige uitvinding vloerpanelen van verschillend formaat uit eenzelfde baan worden bekomen door het opdelen van het bedrukte substraat. In het geval van de boven nog vernoemde eerste mogelijkheid voor dergelijk substraat, wordt het bedrukte flexibele materiaalvel, of een gedeelte daarvan, bij voorkeur eerst op de voornoemde basisplaat aangebracht, alvorens dit materiaalvel samen met de basisplaat wordt opgedeeld. Als basisplaat kan een houtgebaseerd plaatmateriaal, zoals MDF of HDF worden aangewend. Het op deze basisplaat aanbrengen van het materiaalvel of het betreffende gedeelte daarvan geschiedt bij voorkeur aan de hand van een DPL techniek.

De uitvinding heeft ook nog betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een bedrukt substraat met de kenmerken van de uitvinding, met als verder kenmerk dat de werkwijze minstens de stap bevat van het volgens de voornoemde banen op het substraat aanbrengen van een fondbedrukking. Dergelijke fondbedrukking is bij voorkeur een bedrukking van uniforme of nagenoeg uniforme kleur en kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd aan de hand van de techniek van de rotatie-offsetdruk.

Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op beklede panelen die een bedrukt substraat of een gedeelte van een bedrukt substraat met de kenmerken van de uitvinding omvatten, en op bedrukte substraten, respectievelijk vloerpanelen die met de werkwijzen van de uitvinding zijn bekomen.

Hoewel de bedrukte substraten en werkwijzen van de uitvinding in eerste instantie bedoeld zijn voor vloerpanelen, ligt het in het bereik van de vakman deze uitvinding ook toe te passen voor andere panelen, zoals wandpanelen, plafondpanelen en dergelijke meer. In het geval de uitvinding wordt toegepast met betrekking tot vloerpanelen, betreft het bij voorkeur vloerpanelen waaruit een zwevende vloerbekleding kan worden samengesteld. Hiertoe vertonen de vloerpanelen aan minstens twee tegenovereenliggende randen, en bij voorkeur aan alle randen, mechanische koppelmiddelen die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen met elkaar kunnen samenwerken, waarbij een vergrendeling ontstaat zowel in een verticale richting loodrecht op het vlak van de vloerbekleding als in een horizontale richting in het vlak van de vloerbekleding en loodrecht op de gekoppelde rand.

Dergelijke mechanische koppelmiddelen zijn op zich bekend bijvoorbeeld uit het WO 97/47834.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een bedrukt substraat met de kenmerken van de uitvinding weergeeft; figuur 2 een vloerpaneel weergeeft dat een gedeelte van dergelijk bedrukte substraat bevat; figuur 3 een dwarsdoorsnede weergeeft volgens de lijn die op figuur 2 met lll-lll is aangeduid; figuur 4 schematisch een stap weergeeft in een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen volgens de uitvinding; en figuur 5 op grotere schaal een zicht weergeeft op het gebied dat op figuur 3 met F5 is aangeduid.

Figuur 1 geeft een bedrukt substraat 1 weer dat kan worden aangewend bij de vervaardiging van vloerpanelen. Het betreffende bedrukte substraat 1 vertoont een bedrukking 2 waarin de gedrukte decoren 3 van meerdere vloerpanelen zijn gegroepeerd in banen 4A-4B-4C van gelijkaardige of nagenoeg gelijke tint. In dit geval vertoont het bedrukte substraat 1 drie banen 4A-4B-4C van verschillende tint, die allen ongeveer dezelfde breedte B bezitten. De banen 4A-4B-4C strekken zich met hun lengterichting in de lengterichting L van het betreffende substraat 1 uit.

In het algemeen wordt opgemerkt dat het aantal banen niet beperkt is. Bij voorkeur stemt de breedte B van elk van de banen 4A-4B-4C nagenoeg overeen met de breedte van één of meerdere vloerpanelen, en nog beter met de breedte van minstens twee vloerpanelen. Uiteraard kan hierbij rekening gehouden worden met weg te nemen materiaal bij de opdeling van het bedrukt substraat 1 en de verdere afwerking van de vloerpanelen. Bij voorkeur vertoont het bedrukt substraat 1 minstens drie banen 4A-4B-4C, en beter nog hoogstens vijf banen, waarbij alle banen bij voorkeur hoofdzakelijk dezelfde breedte B vertonen of waarbij zij, met andere woorden, allen kunnen worden aangewend voor het vormen van een gelijk aantal vloerpanelen.

Het bedrukte substraat 1 van figuur 1 is bedoeld voor de vervaardiging van vloerpanelen met een gedrukt decor 3 dat een houtmotief weergeeft. In breedterichting B van de banen 4A-4B-4C geeft het motief slechts één houten paneel weer. In de banen 4A-4B-4C zelf is er dus, in dit voorbeeld, helemaal geen zogenaamd plankeffect. Dit kan worden bekomen, zoals hier, door in de fond 5A-5B-5C of basiskleur van een baan 4A-4B-4C geen of nagenoeg geen verschillen aan te brengen in functie van de uiteindelijke vloerpanelen en door het houtmotief 6A-6B-6C ononderbroken of nagenoeg ononderbroken over de volledige baan 4A-4B-4C te laten doorlopen, al dan niet met herhalingen, bijvoorbeeld in de lengterichting L van de baan 4A-4B-4C.

Zoals reeds vermeld toont figuur 1 tevens duidelijk aan dat de bedrukking 2 van de banen 4A-4B-4C is opgebouwd uit een uniforme of quasi uniforme achtergrondkleur of een fondbedrukking 5A-5B-5C en een erover aangebracht motief 6A-6B-6C of motievenbedrukking.

Met de streeplijnen 7 wordt aangegeven dat het mogelijk is dit bedrukt substraat 1 in meerdere gedrukte decoren 3 op te delen. Naargelang het gewenste formaat van de uiteindelijke vloerpanelen kunnen op basis van de breedte B van de banen 4A-4B-4C telkens één of meerdere vloerpanelen worden vervaardigd. Aan de hand van de links op de figuur weergegeven baan 4A wordt duidelijk gemaakt dat het bedrukte substraat 1 bijvoorbeeld opgedeeld kan worden in 4 naast elkaar gelegen smalle panelen per baan; aan de hand van de centraal op de figuur weergegeven baan 4B wordt duidelijk gemaakt dat het bedrukte substraat 1 even goed opgedeeld kan worden in 3 naast elkaar gelegen panelen van middelmatige breedte; aan de hand van het rechts op de figuur weergegeven baan 4C wordt tot slot duidelijk gemaakt dat het bedrukte substraat 1 eveneens opgedeeld kan worden in twee naast elkaar gelegen relatief brede panelen.

Een interessante mogelijkheid ontstaat bijvoorbeeld wanneer een baan nagenoeg zonder verlies, doch rekening houdend met eventueel weg te nemen materiaal, naar keuze kan worden opgedeeld in minstens 2 vloerpanelen met een breedte van 14 tot 16 cm of minstens 3 vloerpanelen met een breedte van 9 tot 11 cm of minstens 5 vloerpanelen met een breedte van 6 tot 7 cm. Dit is bijvoorbeeld mogelijk wanneer de breedte van een dergelijke baan gelegen is tussen 30 en 40 cm of wanneer de breedte van een dergelijke baan nagenoeg overeenstemt met een veelvoud van 35 centimeter.

In het algemeen wordt opgemerkt dat de lengte van de gedrukte decoren of van de vloerpanelen kan variëren tussen 40 en 240 centimeter, waarbij een lengte van 100 tot 140 centimeter de voorkeur draagt. Een lengte van 100 tot 140 centimeter komt ongeveer overeen met de omtrek van standaard drukcilinders die bij rotatie-ofsetdruk kunnen worden toegepast, zodat een herhaling van het motief op deze lengte eenvoudig kan worden vermeden.

Hoewel de overgangen 8 tussen de verschillende banen 4A-4B-4C in het voorbeeld duidelijk zijn weergegeven, kunnen er in de praktijk technieken worden toegepast om deze te vervagen, bijvoorbeeld door de bedrukking 2 van aangrenzende banen ter plaatse van een dergelijke overgang 8 geleidelijk in elkaar te laten overlopen.

Het is duidelijk dat het hier weergegeven substraat 1 zowel van de voornoemde eerste of tweede mogelijkheid kan zijn. In het geval het een substraat 1 van de eerste mogelijkheid betreft, namelijk een flexibel materiaalvel, wordt dit materiaalvel bij voorkeur, hetzij volledig of gedeeltelijk, aangewend als decorpapier voor de vervaardiging van vloerpanelen aan de hand van een DPL techniek.

Het bedrukte substraat 1, of een gedeelte ervan kan bijvoorbeeld worden aangewend voor het vervaardigen van het vloerpaneel 9 van figuur 2.

Het vloerpaneel 9 van figuur 2 is een langwerpig, rechthoekig vloerpaneel 9 dat bestemd is voor het vormen van een zogenaamde zwevende vloerbekleding, waarbij dit vloerpaneel 9 aan minstens twee tegenovereenliggende randen 10-11, en hier aan alle tegenovereenliggende randen 12-13 mechanische koppelmiddelen 14 vertoont die toelaten dat twee van dergelijke vloerpanelen 9 aan hun randen 10-11-12-13 met elkaar kunnen worden gekoppeld. Het is duidelijk dat de uitvinding zich niet beperkt tot vloerpanelen 1 met een gedrukt decor 3 dat een houtmotief 6C weergeeft, doch dat zij even goed kan worden toegepast bij gedrukte decoren 3 die een ander motief, zoals een steenmotief, een tegelmotief, een kurkmotief, een bamboomotief of een fantasiemotief weergeven.

Figuur 3 geeft weer dat bij koppeling van dergelijke vloerpanelen 9 een vergrendeling ontstaat zowel in een verticale richting V1 loodrecht op het vlak van de gekoppelde vloerpanelen 9 als in een horizontale richting H1 loodrecht op de betreffende rand 10-11 en in het vlak van de gekoppelde vloerpanelen 9. De vergrendeling in verticale richting V1 wordt hierbij voornamelijk bekomen doordat de voornoemde mechanische koppelmiddelen 14 hoofdzakelijk zijn uitgevoerd als een tand-in-groefverbinding 15-16. Ten behoeve van de vergrendeling in de horizontale richting H1 vertonen de voornoemde tand 15 en groef 16 tevens vergrendelingselementen 17 in de vorm van een opstaand gedeelte 18 aan de onderzijde van de groef 16 en een ermee samenwerkend gedeelte 19 aan de onderzijde van de tand 15.

Figuur 4 illustreert een werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen 9, zoals het vloerpaneel 9 van figuur 2, aan de hand van een DPL techniek. Hierbij wordt een van hars 20 voorziene decorlaag 21, in dit geval een gedeelte van het bedrukt substraat 1 van de uitvinding, en een overlay 22, die eveneens een van hars 20 voorzien papiervel 23 bevat, in een persinrichting 24 met een basisplaat 25 geconsolideerd. Aan de onderzijde van de basisplaat 25 wordt door middel van dezelfde persbewerking een tegenlaag 26 of balanceerlaag aangebracht, die eveneens een van hars 20 voorzien papiervel 23 bevat. Het is duidelijk dat de betreffende decorlaag 21 kan worden bekomen uit een grotere decorpapierbaan, waarbij het voornoemde hars 20 op het bedrukte papiervel 23 van de decorlaag 21 is voorzien terwijl dit papiervel 23 al dan niet nog deel uitmaakte van voornoemde decorpapierbaan. Het is dan ook duidelijk dat de betreffende decorlaag 21 de gedrukte decoren 3 bestemd voor meerdere vloerpanelen 9 kan omvatten. Derhalve worden aan de hand van de persbewerking bij voorkeur grotere beklede platen bekomen, die in een verdere bewerking worden opgedeeld in panelen die nagenoeg de afmetingen van de uiteindelijke vloerpanelen 9 vertonen. Het is duidelijk dat de voornoemde basisplaat 25 in dergelijk geval geschikt is voor het vormen van de basisplaten van meerdere vloerpanelen 9.

Figuur 4 toont dat de persinrichting 24 een gestructureerd perselement 27, bijvoorbeeld een persplaat omvat. Aan de hand van dit perselement 27 kunnen indrukkingen 28 worden gevormd in de sierzijde van de grotere beklede panelen. Bij voorkeur stemmen de op deze manier gerealiseerde indrukkingen 28 minstens overeen met een gedeelte van de bedrukking 2 van de decorlaag 21, of volgen zij minstens een gedeelte van deze bedrukking 2. Hierbij wordt nog opgemerkt dat de structuur van het perselement, en dus het perselement zelf, onafhankelijk is van het uiteindelijk formaat van de vloerpanelen, of met andere woorden onafhankelijk van het aantal gedrukte decoren waarin eenzelfde baan wordt opgedeeld, terwijl toch nog passende indrukkingen worden bekomen.

Figuur 5 toont een detail van het verkregen vloerpaneel 9 of de grotere beklede plaat, waaruit duidelijk blijkt dat de aanwending van een gestructureerd perselement resulteert in indrukkingen 28 in de sierzijde van het vloerpaneel 9. Dergelijke indrukkingen 28 vertonen bij voorkeur een diepste punt dat boven de bedrukking 2 van de decorlaag 21 gelegen is.

In het geval van het vloerpaneel 9 van figuur 2 kunnen voornoemde indrukkingen 28 imitaties vormen van de structuur van houtkarakteristieken zoals houtporen, houtnerven, houtspiegels of houtknopen die dan eventueel overeenstemmen met gelijkaardige houtkarakteristieken die afgebeeld zijn in het gedrukte decor 3 van de vloerpanelen 9.

Het is duidelijk dat, wanneer in het voorgaande sprake is van ëen verschillende tint, dit tinten betreft van eenzelfde algemeen decor. Zo bijvoorbeeld kan het gaan om vloerpanelen die als algemeen decor allen een natuurgeverniste eikenhouten plank voorstellen, doch waarbij het individuele decor van deze vloerpanelen verschillende tinten of graden van donkerte bezitten. Het voorzien van dergelijke tintverschillen, ook wel “plankeffecten”, voorziet in een grotere natuurlijke kleurenrijkheid in een vloerbekleding die op basis van dergelijke vloerpanelen is samengesteld.

Ter verduidelijking wordt nog opgemerkt dat een typische breedte voor een bedrukt substraat met de kenmerken van de uitvinding gelegen kan zijn tussen 1,5 en 3 meter.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, doch dergelijke bedrukte substraten en werkwijzen kunnen volgens verschillende varianten worden gerealiseerd zonder buiten het kader van de huidige uitvinding te treden.

Claims (9)

1. Bedrukt substraat voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij deze vloerpanelen van het type zijn dat minstens een basispaneel (25) en een erop aangebrachte toplaag met een gedrukt decor (3) omvat en waarbij de bedrukking (2) van het voornoemde bedrukte substraat (1) de gedrukte decoren (3) van meerdere vloerpanelen (9) bevat, daardoor gekenmerkt dat voornoemde gedrukte decoren (3) in de bedrukking (2) van het voornoemde bedrukte substraat (1) zijn gegroepeerd in banen (4A-4B-4C) van gelijkaardige tint.

2. Bedrukt substraat volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat voornoemde banen (4A-4B-4C) zich met hun lengterichting in de lengterichting (L) van het voornoemde substraat (1) uitstrekken.

3. Bedrukt substraat volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat dit substraat (1) bedoeld is voor de vervaardiging van vloerpanelen (9) met een gedrukt decor (3) dat een houtmotief weergeeft en dat de bedrukking (2) van voornoemde banen (4A-4B-4C)) in breedterichting (B) van de baan (4A-4B-4C) het motief (6A-6B-6C) van slechts één houten paneel weergeeft.

4. Bedrukt substraat volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bedrukking (2) van voornoemde banen (4A-4B-4C) is opgebouwd uit een uniforme of quasi uniforme achtergrondkleur of fondbedrukking (5A-5B-5C), en een, bij voorkeur zich in lengterichting herhalend, motief (6A-6B-6C) of motievenbedrukking.

5. Bedrukt substraat volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat dit substraat (1) een flexibel materiaalvel zoals een papiervel betreft dat bijvoorbeeld deel uitmaakt van een opgerolde bedrukte materiaalbaan.

6. Bedrukt substraat volgens één van de conclusies 1 tot 4, daardoor gekenmerkt dat dit substraat (1) een plaatmateriaal betreft waarop voornoemde bedrukking (2) al dan niet met tussenliggende lagen rechtstreeks is aangebracht.

7, - Werkwijze voor het vervaardigen van vloerpanelen, waarbij een bedrukt substraat (1) volgens één van de voorgaande conclusies wordt aangewend, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze minstens de stap bevat van het opdelen van het voornoemde bedrukt substraat (1), waarbij minstens één van de voornoemde banen (4A-4B-4C) in breedterichting (B) wordt opgedeeld.

8, - Werkwijze volgens conclusie 7, waarbij de voornoemde vloerpanelen (9) worden verkregen aan de hand van de DPL techniek.

9, - Werkwijze voor het vervaardigen van een bedrukt substraat volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de werkwijze minstens de stap bevat van het volgens de voornoemde banen (4A-4B-4C) op het substraat (1) aanbrengen van een fondbedrukking.