<Desc/Clms Page number 1>
Spuitinrichting en werkwijze voor het spuiten van twee component producten.
Spuitinrichtingen voor twee component producten, zoals twee component lijmen, zijn wel bekend.
In zulke bekende inrichtingen worden de twee componenten al dan niet via een centrale toevoerinrichting uit twee afzonderlijke reservoirs naar een twee componenten spuitpistool met twee spuitkoppen toegevoerd, waarna uit het spuitpistool de twee componenten door middel van perslucht worden verneveld op het te spuiten voorwerp.
Zulke bekende spuitinrichting is echter zeer duur en er dienen speciale maatregelen genomen te worden om een correcte menging van de twee componenten te handhaven buiten de spuitkop.
Bovendien zijn er veel gebruiksproblemen met deze bekende spuitinrichtingen waaronder veelvuldige verstoppingen in het pistool en/of in toevoerleidingen, geen correcte controle van de mengverhouding van de twee componenten, een laag gebruikscomfort, slechte verlijming, enz.
De idee achter de uitvinding is dat, om aan één of meerdere van de bovengenoemde nadelen te verhelpen, tenminste één van de twee componenten verneveld wordt in een toevoerleiding van de perslucht, zodat de vernevelde eerste component B die zich in de spuitlucht bevindt en de tweede vloeibare component A gemengd worden buiten de spuitkop.
De uitvinding heeft dus betrekking op een spuitinrichting voor twee component producten, waardoor een eerste
<Desc/Clms Page number 2>
vloeibare component B en een tweede vloeibare component A samen gespoten worden door middel van een perslucht of een ander gas onder druk, waarbij zulke inrichting tenminste de volgende elementen bevat: - een spuitpistool met minstens één spuitkop; - een toevoerleiding om perslucht naar de spuitkop of spuitkoppen te voeren; - een toevoerleiding om de tweede component A naar de spuitkop of spuitkoppen te voeren; - ten minste één vernevelaar voor de eerste component
B, waarbij deze vernevelaar is aangebracht in de voornoemde toevoerleiding voor perslucht, zodanig dat de eerste component B in vernevelde vorm samen met de perslucht naar de spuitkop of spuitkoppen wordt toegevoerd.
Een voordeel van een spuitinrichting volgens de uitvinding is dat het spuitpistool niet noodzakelijk meerdere spuitkoppen dient te bevatten en dat gebruik gemaakt kan worden van een eenvoudig en goedkoop spuitpistool met één enkele spuitkop, zoals bijvoorbeeld gebruikt wordt voor het spuiten van één component producten.
Een ander voordeel is dat perslucht en de eerste component B samen, door middel van eenzelfde toevoerleiding, naar het pistool worden toegevoerd zodat, ten opzichte van de bekende inrichtingen, minder leidingen op het pistool zijn aangesloten en het spuitpistool bijgevolg veel gemakkelijker hanteerbaar is.
Nog een belangrijk voordeel is dat dergelijke inrichtingen relatief goedkoop zijn en bijgevolg ook in het bereik liggen van kleinere ondernemingen.
<Desc/Clms Page number 3>
Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm is de spuitinrichting van een bijkomende vernevelaar voorzien om ook de tweede component A te vernevelen.
Volgens een praktische uitvoeringsvorm is de voornoemde vernevelaar buiten het spuitpistool aangebracht, meer speciaal in de persluchttoevoerleiding naar het pistool.
De vernevelaar bezit een reservoir voor de te vernevelen vloeibare component, waarbij dit reservoir van een stijgbuis voorzien is om druppels van de te vernevelen vloeibare component te doen bewegen naar een vernevelingsopening. De druppels van de component worden hierbij verneveld in een kamer die verbonden is met de toevoerleiding voor perslucht via een venturisysteem, waardoor de vernevelde component met de perslucht gemengd wordt.
De vernevelaar is bij voorkeur voorzien van een regelmiddel of regelaar om het debiet van de te vernevelen vloeibare component te regelen.
De spuitinrichting bevat bijvoorbeeld een middel om een vrijwel constante vernevelde component/perslucht verhouding te handhaven, voor tenminste een debietbereik van perslucht in de toevoerleiding, bij voorkeur voor vrijwel het volledige debietbereik van perslucht in de toevoerleiding.
Het voornoemde reservoir van de vernevelaar voor de te vernevelen vloeibare component B kan van een systeem voorzien zijn om perslucht van de toevoerleiding .in het reservoir te leiden, waardoor deze op druk wordt gebracht, bij voorkeur via een terugslagklep.
<Desc/Clms Page number 4>
Het reservoir van de vernevelaar kan ook van een vulsysteem voorzien zijn, waardoor het reservoir gevuld kan worden gedurende het gebruik van de spuitinrichting. Het spreekt voor zich dat het reservoir ook manueel gevuld kan worden als de vernevelaar drukloos is.
De toevoerleiding voor de vernevelde component B is bij voorkeur van een drukregelaar voorzien.
De tweede component A is bijvoorbeeld naar de spuitkop gevoerd door middel van een toeloopbeker, een toeloopvat, een zuigbeker, een drukketel of een pomp.
In een voordelige uitvoeringsvorm is de vernevelaar van een kijkglas voorzien om het debiet van druppels van de eerste component B naar een vernevelingsopening te controleren.
De uitvinding heeft ook betrekking op een werkwijze voor het spuiten van twee component producten, waarbij de twee componenten samen gemengd worden buiten de spuitkop of spuitkoppen om samen te reageren, waarbij tenminste één component verneveld wordt in de perslucht die voor het spuiten naar de spuitkop wordt toegevoerd.
Bij voorkeur gebruikt men hierbij een spuitinrichting volgens de uitvinding.
De twee component producten die gespoten kunnen worden volgens de werkwijze van de uitvinding, bij voorkeur door een spuitinrichting volgens de uitvinding, zijn bijvoorbeeld: verven, vernissen, lakken, kleefstoffen, lijmen, cementen (gummicementen, enz. ), polymeren (polyurethaan, siliconen, enz. ), enz.
<Desc/Clms Page number 5>
Teneinde de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een spuitinrichting beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin:
Figuur 1 een inrichting volgens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 op grotere schaal een doorsnede weergeeft van de vernevelaar van de spuitinrichting van figuur 1, meer speciaal het gedeelte dat in figuur 1 door F2 is aangeduid ; figuur 3 op grotere schaal de spuitkop van de spuitinrichting van figuur 1 weergeeft, meer speciaal het gedeelte dat in figuur 1 door F3 is aangeduid; figuren 4 en 5 varianten weergeven van de inrichting van figuur 1.
De spuitinrichting volgens figuur 1 voor het samenspuiten van componenten A en B bevat: - een spuitpistool 1 met een spuitkop F3; - een bovenbeker 2 die op het pistool 1 gemonteerd is, waarbij die bovenbeker 2 de A-component bevat; - een toevoerleiding 3 om perslucht naar het pistool te voeren, waarbij deze toevoerleiding 3 aangesloten is op een persluchtcompressor 4; - een vernevelaar F2 met een reservoir 5 voor de
B-component, waarbij deze vernevelaar F2 gemonteerd is in de toevoerleiding 3 voor perslucht, en waarbij deze B-component meer speciaal een activator, een versneller, een katalysator of dergelijke is die met de A-component kan reageren.
<Desc/Clms Page number 6>
De spuitkop F3 bevat een centrale leiding 6 om de A-component van de beker 2 naar de centrale opening 7 te voeren. Een naald 8 kan bewegen tussen een toestand waarbij de opening 7 afgesloten is en een toestand waarbij de A-component doorheen de opening 7 kan vloeien. De positie van de naald 8 zal het debiet van de A-component bepalen.
De vernevelde B-component wordt met perslucht gemengd en wordt via de toevoerleiding 3 naar de kanalen 10 en 11 van de spuitkop F3 gevoerd.
De openingen 11A van het kanaal 11 zijn geschikt om een rondstraal lucht RS met B-component (de straal van de A-component SA is door de rondstraal RS omringd) te vormen, terwijl de openingen 10A van het kanaal 10 geschikt zijn om een breedstraal lucht BS met B-component te vormen, waarbij die straal BS gericht is naar de rondstraal RS en naar de gespoten vloeibare A-component SA.
Alhoewel in het weergegeven voorbeeld een rondstraal met een breedstraal gecombineerd is, is het niet uitgesloten dat een spuitpistool gebruikt kan worden met enkel een rondstraal of enkel een breedstraal. Ook is het niet uitgesloten dat, naargelang de toepassing, spuitpistolen worden toegepast met meer openingen dan weergegeven in figuur 3, of dat spuitpistolen met meer dan één spuitkop worden voorzien.
De vernevelaar F2 is bestemd om een nevel met fijne deeltjes van de B-component te produceren. Deze' fijne deeltjes blijven in de spuitlucht zweven.
Volgens een eenvoudige, niet weergegeven uitvoeringsvorm worden vernevelde deeltjes van de B-component bekomen die
<Desc/Clms Page number 7>
vrij groot zijn. In dit geval heeft men dan een vernevelaar per spuitkop nodig.
Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zoals weergegeven in figuur 2, worden de deeltjes B-component zeer fijn verneveld, waardoor de nevel naar omhoog geleid kan worden, over langere afstanden en door complexere toevoerleidingen stromen, zonder in de leiding of in de spuitpistolen neer te slaan.
Er is tevens een evenredige verdeling bij vertakkingen naar verschillende spuitpistolen.
De vernevelaar van figuur 2 bevat: - een reservoir 12 om vloeibare B-component te bevatten ; - vernevelingssysteem 13 met een vernevelingsopening
14 en met een regelaar 15 (zoals een regelknop om het doorgangsoppervlak van de opening 14 te regelen) om het aantal B-component druppels af te stellen; - een stijgbuis 16 om druppels vloeibare B-component naar het vernevelingssysteem te leiden; - een flow sensor 17; - een doorgang 18 om perslucht via een terugslagklep
19 in het reservoir te leiden en het op druk brengen van het reservoir 12; - een kamer 20 om de vernevelde B-component op te vangen en naar een venturi 21 te leiden.
De perslucht die onder een bepaalde druk in de centrale pijp 22 van de nevelopwekker binnenstroomt, wordt verdeeld in een luchtstroom P1 naar het reservoir 12 en een luchtstroom P2 naar de uitlaat 23 van de pijp 22 (in
<Desc/Clms Page number 8>
verbinding met de leiding 3). Een element 24 midden in de doorgang van de pijp 22 is bedoeld om het doorgangsoppervlak te verkleinen. Het element 24 maakt één geheel met de doorgang 18, de flow sensor 17 en de venturi 21 .
De perslucht die in de pijp binnenstroomt, buigt de flow sensor 17 af, zodat de venturiwerking vrijwel een constante B-component/perslucht verhouding vezekert in het volledige debietbereik van de vernevelaar F2.
Een kleine hoeveelheid lucht P1 zorgt, via een terugslagklep 19, voor het op druk brengen van het reservoir.
Door de druk in het reservoir 12 en de onderdruk in de kamer 20 en in de venturi 21, stijgt de vloeibare B-component in de stijgbuis 16 naar het vernevelingssysteem 13. De druppels van de B-component lopen langs een kijkglas 26 naar de opening 14 waar zij tot een fijne mist in de kamer 20 verneveld worden.
Het aantal B-component druppels wordt afgesteld door de regelknop 15 en kan visueel worden gecontroleerd doorheen het kijkglas 26. De B-component dosering kan worden vergrendeld door het neerdrukken van een borgring 25.
Het reservoir 12 kan manueel worden bijgevuld als de vernevelaar drukloos is. Hiertoe is het reservoir bij voorkeur voorzien van een systeem, bijvoorbeeld een terugslagklep, om het bijvullen van het reservoir toe te laten gedurende de werking van de vernevelaar. Het reservoir kan bijvoorbeeld worden uitgerust met . een snelvulnippel.
<Desc/Clms Page number 9>
Het reservoir kan ook automatisch worden bijgevuld, bijvoorbeeld met een vulsysteem dat deze taak vanop afstand kan verrichten. Met behulp hiervan kan het bijvullen van verschillende B-component resevoirs vanuit één centraal punt worden geregeld. Op zulke wijze kan een container op één centraal punt worden gestockeerd en worden de verschillende spuitposten automatisch voorzien van B-component.
Volgens een eenvoudigere uitvoeringsvorm kan de B-component door middel van een centrale toevoer-unit naar de B-component reservoirs worden toegevoerd, waarbij men op de werkpost manueel met een afsluitkraan de vernevelaar kan bijvullen, ook indien de vernevelaar nog onder druk staat.
De druk van de B-component moet in dit geval wel hoger zijn dan de druk in de vernevelaar.
De spuitinrichting van figuur 1 kan naargelang de behoeften worden voorzien van filters, drukregelaars, leidingen, enz.
Voordelen van de spuitinrichting volgens figuur 1 zijn: - lage investeringskost per spuitpost; - eenvoudig in te stellen en te bedienen; - hoog gebruikscomfort op alle gebied; - rond- en breedstraal mogelijk ; - geen verstoppingen meer; - weinig onderhoudskosten; - fijnere en betere menging tussen de A-component en de B-component; - mogelijkheid van constante mengverhouding A:B (na instelling); - visuele controle van het niveau B-component in het resevoir;
<Desc/Clms Page number 10>
- visuele controle van de neveltoevoer met behulp van kijkglas.
Wanneer de spuitinrichting wordt toegepast voor het spuiten van twee componenten lijmen, zijn bijkomende voordelen: - zeer fijne lijmnaad mogelijk; - hogere verlijmingskwaliteit.
In de uitvoeringsvorm van figuur 4, bevat de spuitinrichting een zuigbeker of onderbeker 2 voor de A-component.
In de uitvoeringsvorm van figuur 5, is de spuitinrichting gekoppeld aan een resevoir 30 voor een centrale toevoer via een leiding 31. Dit reservoir 30 bevat vloeibare A-component en is op druk gebracht om de A-component te laten stromen naar het spuitpistool 1. Ook kan de A-component door middel van een lagedrukpomp vanuit het reservoir worden toegevoerd naar het spuitpistool 1.
Het is duidelijk dat voor het gebruik van de inrichting volgens de uitvinding in plaats van perslucht als drijfgas ook andere gassen onder druk gebruikt kunnen worden.
Het is ook duidelijk dat een vernevelaar voor de B-component ook geïntegreerd kan zijn in het spuitpistool, bijvoorbeeld in de vorm van een injectiesysteem of dergelijke.
Het begrip spuitpistool dient ruim geïnterpreteerd te worden en kan bijvoorbeeld ook voorkomen in de vorm van een spuitkop van een spuitrobot of in de vorm van een vaste spuitkop in een productielijn of dergelijke.
<Desc/Clms Page number 11>
Het is duidelijk dat de huidige uitvinding geenszins beperkt is tot de hiervoor beschreven spuitinrichtingen en werkwijzen voor het spuiten van twee componentproducten, doch dat deze in alle mogelijke vormen en afmetingen verwezenlijkt kunnen worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
<Desc / Clms Page number 1>
Spraying device and method for spraying two component products.
Spraying devices for two component products, such as two component adhesives, are well known.
In such known devices, the two components are supplied, via a central feed device or otherwise, from two separate reservoirs to a two-component spray gun with two nozzles, whereafter the two components are sprayed from the spray gun onto the object to be sprayed.
However, such a known spraying device is very expensive and special measures must be taken to maintain correct mixing of the two components outside the spraying head.
In addition, there are many usage problems with these known spray devices, including frequent blockages in the gun and / or supply lines, no correct control of the mixing ratio of the two components, low user comfort, poor gluing, etc.
The idea behind the invention is that, in order to remedy one or more of the aforementioned disadvantages, at least one of the two components is atomized in a supply line of the compressed air, so that the atomized first component B which is in the spray air and the second liquid component A can be mixed outside the nozzle.
The invention therefore relates to a spraying device for two component products, whereby a first one
<Desc / Clms Page number 2>
liquid component B and a second liquid component A are sprayed together by means of a compressed air or other pressurized gas, such a device comprising at least the following elements: - a spray gun with at least one spray head; - a supply line for supplying compressed air to the spray nozzle or nozzles; - a supply line for feeding the second component A to the spray nozzle or nozzles; - at least one nebulizer for the first component
B, wherein this nebuliser is arranged in the aforementioned compressed air supply line, such that the first component B is supplied in atomized form together with the compressed air to the spray head or nozzles.
An advantage of a spraying device according to the invention is that the spray gun does not necessarily have to contain several spray heads and that use can be made of a simple and inexpensive spray gun with a single spray head, such as is used for spraying one-component products, for example.
Another advantage is that compressed air and the first component B are supplied together, by means of the same supply line, to the gun, so that, compared to the known devices, fewer lines are connected to the gun and the spray gun is therefore much easier to handle.
Another important advantage is that such devices are relatively inexpensive and therefore also within the reach of smaller companies.
<Desc / Clms Page number 3>
According to a particular embodiment, the spraying device is provided with an additional nebulizer to also atomize the second component A.
According to a practical embodiment, the aforementioned nebulizer is arranged outside the spray gun, more particularly in the compressed air supply line to the gun.
The atomizer has a reservoir for the liquid component to be atomized, wherein this reservoir is provided with a riser to cause drops of the liquid component to be atomized to move to an atomizing opening. The drops of the component are hereby atomized in a chamber which is connected to the supply line for compressed air via a venturi system, whereby the atomized component is mixed with the compressed air.
The nebulizer is preferably provided with a control means or regulator to control the flow rate of the liquid component to be atomized.
The spraying device comprises, for example, a means for maintaining a substantially constant atomized component / compressed air ratio, for at least a flow range of compressed air in the supply line, preferably for virtually the full flow range of compressed air in the supply line.
The aforementioned reservoir of the atomizer for the liquid component B to be atomized can be provided with a system for directing compressed air from the supply line into the reservoir, whereby it is pressurized, preferably via a non-return valve.
<Desc / Clms Page number 4>
The reservoir of the nebulizer can also be provided with a filling system, whereby the reservoir can be filled during the use of the spraying device. It goes without saying that the reservoir can also be filled manually if the nebuliser is pressureless.
The supply line for the atomized component B is preferably provided with a pressure regulator.
The second component A is, for example, fed to the spray head by means of a supply cup, a supply vessel, a suction cup, a pressure vessel or a pump.
In an advantageous embodiment, the nebulizer is provided with a sight glass to control the flow of drops from the first component B to a nebulizing opening.
The invention also relates to a method for spraying two component products, wherein the two components are mixed together outside the spray head or spray heads to react together, wherein at least one component is atomized in the compressed air which is sprayed to the spray head before spraying. added.
A spraying device according to the invention is preferably used herein.
The two component products that can be sprayed according to the method of the invention, preferably by a spraying device according to the invention, are, for example: paints, varnishes, lacquers, adhesives, glues, cements (rubber cement, etc.), polymers (polyurethane, silicones) , etc.), etc.
<Desc / Clms Page number 5>
In order to better demonstrate the features of the invention, a preferred embodiment of a spraying device is described below without any limiting character with reference to the accompanying drawings in which:
Figure 1 shows a device according to the invention; figure 2 represents on a larger scale a section of the nebulizer of the spraying device of figure 1, more particularly the part indicated by F2 in figure 1; figure 3 represents the spray head of the spraying device of figure 1 on a larger scale, more particularly the part indicated by F3 in figure 1; figures 4 and 5 show variants of the device of figure 1.
The spraying device according to figure 1 for spraying components A and B together comprises: - a spray gun 1 with a spray head F3; - a top cup 2 mounted on the gun 1, wherein the top cup 2 contains the A-component; - a supply line 3 for supplying compressed air to the gun, said supply line 3 being connected to a compressed air compressor 4; a nebulizer F2 with a reservoir 5 for the
B component, wherein this atomizer F2 is mounted in the supply line 3 for compressed air, and wherein this B component is more specifically an activator, an accelerator, a catalyst or the like that can react with the A component.
<Desc / Clms Page number 6>
The nozzle F3 contains a central conduit 6 for feeding the A component from the cup 2 to the central opening 7. A needle 8 can move between a state where the opening 7 is closed and a state where the A component can flow through the opening 7. The position of the needle 8 will determine the flow rate of the A component.
The atomized B component is mixed with compressed air and is fed via the supply line 3 to the channels 10 and 11 of the nozzle F3.
The apertures 11A of the channel 11 are adapted to form a radius of air RS with B component (the radius of the A component SA is surrounded by the radius of RS), while the apertures 10A of the channel 10 are adapted to form a width radius to form air BS with B component, wherein said radius BS is directed to the radius RS and to the sprayed liquid A component SA.
Although in the example shown a round jet is combined with a wide jet, it is not excluded that a spray gun can be used with only a round jet or only a wide jet. It is also not excluded that, depending on the application, spray guns are used with more openings than shown in Figure 3, or that spray guns are provided with more than one spray head.
The atomizer F2 is intended to produce a mist with fine particles of the B component. These fine particles remain suspended in the spray air.
According to a simple, non-shown embodiment, atomized particles of the B component are obtained
<Desc / Clms Page number 7>
quite large. In this case, one nebuliser per nozzle is then required.
According to a preferred embodiment, as shown in Figure 2, the particles B-component are very finely atomized, so that the mist can be directed upwards, flow over longer distances and through more complex supply lines, without depositing in the line or in the spray guns .
There is also a proportional distribution for branches to different spray guns.
The nebulizer of figure 2 contains: - a reservoir 12 for containing liquid B component; - misting system 13 with a misting opening
14 and with a controller 15 (such as a control knob to control the passage surface of the opening 14) to adjust the number of B-component drops; - a riser tube 16 for directing drops of liquid B component to the spraying system; - a flow sensor 17; - a passage 18 for compressed air via a non-return valve
19 into the reservoir and pressurizing the reservoir 12; - a chamber 20 for collecting the atomized B component and leading it to a venturi 21.
The compressed air that flows into the central pipe 22 of the alarm clock under a certain pressure is divided into an air stream P1 to the reservoir 12 and an air stream P2 to the outlet 23 of the pipe 22 (in
<Desc / Clms Page number 8>
connection to the pipe 3). An element 24 in the center of the passage of the pipe 22 is intended to reduce the passage surface. The element 24 is integral with the passage 18, the flow sensor 17 and the venturi 21.
The compressed air that flows into the pipe deflects the flow sensor 17, so that the venturi effect virtually ensures a constant B-component / compressed air ratio in the full flow range of the atomizer F2.
A small amount of air P1, via a non-return valve 19, pressurizes the reservoir.
Due to the pressure in the reservoir 12 and the underpressure in the chamber 20 and in the venturi 21, the liquid B-component rises in the riser 16 to the spraying system 13. The drops of the B-component run along a sight glass 26 to the opening 14 where they are sprayed into the chamber 20 until a fine mist.
The number of B-component drops is adjusted by the control knob 15 and can be visually controlled through the sight glass 26. The B-component dosage can be locked by pressing down a locking ring 25.
The reservoir 12 can be topped up manually if the nebulizer is pressureless. For this purpose, the reservoir is preferably provided with a system, for example a non-return valve, to allow refilling of the reservoir during the operation of the nebulizer. The reservoir can be equipped with, for example. a quick-fill nipple.
<Desc / Clms Page number 9>
The reservoir can also be topped up automatically, for example with a filling system that can perform this task remotely. With the help of this, the refilling of different B-component reservoirs can be controlled from one central point. In this way a container can be stored at one central point and the various spray stations are automatically provided with a B component.
According to a simpler embodiment, the B-component can be supplied to the B-component reservoirs by means of a central supply unit, whereby the atomizer can be topped up manually at the work station with a shut-off valve, even if the atomizer is still under pressure.
In this case, the pressure of the B component must be higher than the pressure in the nebulizer.
The spraying device of figure 1 can be provided with filters, pressure regulators, pipes, etc., as required.
Advantages of the spraying device according to figure 1 are: - low investment cost per spraying station; - easy to set up and operate; - high user comfort in all areas; - round and wide beam possible; - no more blockages; - low maintenance costs; - finer and better mixing between the A component and the B component; - possibility of constant mixing ratio A: B (after adjustment); - visual inspection of the level B component in the reservoir;
<Desc / Clms Page number 10>
- visual inspection of the mist supply with the aid of sight glass.
When the spraying device is used for spraying two component adhesives, additional advantages are: - very fine glue seam possible; - higher bonding quality.
In the embodiment of Figure 4, the spraying device comprises a suction cup or lower cup 2 for the A component.
In the embodiment of Figure 5, the spraying device is coupled to a central supply reservoir 30 via a line 31. This reservoir 30 contains liquid A-component and is pressurized to cause the A-component to flow to the spray gun 1. The A component can also be supplied from the reservoir to the spray gun 1 by means of a low-pressure pump.
It is clear that for the use of the device according to the invention, other gases under pressure can be used instead of compressed air as propellant gas.
It is also clear that a nebulizer for the B component can also be integrated in the spray gun, for example in the form of an injection system or the like.
The term spray gun must be interpreted broadly and may also occur, for example, in the form of a spray head of a spray robot or in the form of a fixed spray head in a production line or the like.
<Desc / Clms Page number 11>
It is clear that the present invention is by no means limited to the above-described spraying devices and methods for spraying two component products, but that these can be realized in all possible shapes and dimensions without departing from the scope of the invention.