[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

BE1015074A3 - Scheidingswand. - Google Patents

Scheidingswand. Download PDF

Info

Publication number
BE1015074A3
BE1015074A3 BE2002/0487A BE200200487A BE1015074A3 BE 1015074 A3 BE1015074 A3 BE 1015074A3 BE 2002/0487 A BE2002/0487 A BE 2002/0487A BE 200200487 A BE200200487 A BE 200200487A BE 1015074 A3 BE1015074 A3 BE 1015074A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
panels
beads
partition wall
wall
wall according
Prior art date
Application number
BE2002/0487A
Other languages
English (en)
Inventor
Ost Paul
Original Assignee
Oosthoek Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oosthoek Nv filed Critical Oosthoek Nv
Priority to BE2002/0487A priority Critical patent/BE1015074A3/nl
Priority to AT03077409T priority patent/ATE365859T1/de
Priority to EP03077409A priority patent/EP1389664B1/en
Priority to DE60314569T priority patent/DE60314569T2/de
Application granted granted Critical
Publication of BE1015074A3 publication Critical patent/BE1015074A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/32Arrangements of wings characterised by the manner of movement; Arrangements of movable wings in openings; Features of wings or frames relating solely to the manner of movement of the wing
    • E06B3/48Wings connected at their edges, e.g. foldable wings
    • E06B3/485Sectional doors
    • E06B3/486Sectional doors with hinges being at least partially integral part of the section panels
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/32Arrangements of wings characterised by the manner of movement; Arrangements of movable wings in openings; Features of wings or frames relating solely to the manner of movement of the wing
    • E06B3/48Wings connected at their edges, e.g. foldable wings
    • E06B3/485Sectional doors
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/02Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary
    • E06B9/08Roll-type closures
    • E06B9/11Roller shutters
    • E06B9/15Roller shutters with closing members formed of slats or the like
    • E06B9/165Roller shutters with closing members formed of slats or the like with slats disappearing in each other; with slats the distance between which can be altered
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B9/00Screening or protective devices for wall or similar openings, with or without operating or securing mechanisms; Closures of similar construction
    • E06B9/02Shutters, movable grilles, or other safety closing devices, e.g. against burglary
    • E06B9/08Roll-type closures
    • E06B9/11Roller shutters
    • E06B9/17Parts or details of roller shutters, e.g. suspension devices, shutter boxes, wicket doors, ventilation openings
    • E06B2009/17069Insulation
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B5/00Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor
    • E06B5/10Doors, windows, or like closures for special purposes; Border constructions therefor for protection against air-raid or other war-like action; for other protective purposes
    • E06B5/16Fireproof doors or similar closures; Adaptations of fixed constructions therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Building Environments (AREA)
  • Acyclic And Carbocyclic Compounds In Medicinal Compositions (AREA)
  • Paper (AREA)
  • Thermally Insulated Containers For Foods (AREA)
  • Finishing Walls (AREA)

Abstract

Scheidingswand van het type dat is opgebouwd als een gelede wand (1) bestaande uit aan elkaar gekoppelde horizontaal gerichte panelen (2), daardoor gekenmerkt dat deze panelen (2) minstens twee metalen wanddelen, respectievelijk eerste wanddelen (9) en tweede wanddelen (10), bevatten die zich op een afstand van elkaar bevinden, welke wanddelen (9-10) zodanig zijn bevestigd dat zij bij temperatuursverschillen onafhankelijk, of althans hoofdzakelijk onafhankeljk, van elkaar kunnen uitzetten.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Scheidingswand. 



  De huidige uitvinding heeft betrekking op een scheidingswand van het type dat is opgebouwd als een gelede wand bestaande uit aan elkaar gekoppelde horizontaal gerichte panelen. 



  De uitvinding heeft meer speciaal betrekking op scheidingswanden die bedoeld zijn om bij brand een veilige branddichte of brandremmende afsluiting te vormen tussen de brandhaard aan één zijde van de wand en de ruimte aan de andere zijde van de wand. 



  In de eerste plaats beoogt de uitvinding een scheidingswand die als sectionale poort, rolluik, rolpoort of dergelijke, is uitgevoerd en als dusdanig kan worden aangewend, doch, meer algemeen, heeft zij ook betrekking op vaste scheidingswanden. 



  Bij de bekende scheidingswanden van het voornoemde type, zijn de panelen gevormd door holle metalen, al dan niet samengestelde, profielen waarin een brandwerend isolerend materiaal is in aangebracht. 



  Een nadeel van deze bekende scheidingswanden is dat in geval van brand de panelen van de scheidingswand behoorlijk kunnen krom trekken als gevolg van de verschillende uitzettingen van de metalen wanddelen van de panelen aan ene en andere zijde van de scheidingswand, dit ten gevolge 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 van de grote temperatuursverschillen tussen deze beide zijden van de scheidingswand. 



  Bovendien worden in geval van brand de panelen aan de bovenzijde van deze bekende scheidingswanden meer krom getrokken dan de panelen aan de onderzijde, dit door het feit dat de temperaturen aan de brandzijde van de scheidingswand bovenaan hoger zijn dan onderaan. 



  Door het kromtrekken van de panelen ontstaan er kieren tussen deze panelen, evenals aan de randen van de scheidingswand, waardoor vlammen kunnen overslaan van één zijde van de scheidingswand naar de andere en waardoor ook verse zuurstof langsheen deze kieren door de brandhaard kan worden aangezogen, waardoor het vuur in stand wordt gehouden. 



  Ook komt het voor dat gassen zich ophopen en bij verdere temperatuursverhoging ontploffen. 



  Het is ook bekend dat bij de bestaande scheidingswanden de panelen aan elkaar gekoppeld zijn door middel van klassieke scharnieren die geen laterale beweging toelaten tussen de aan elkaar gekoppelde panelen onderling, waardoor, in geval van brand, de differentiële laterale uitzetting tussen deze panelen wordt tegengewerkt en de panelen daardoor nog sterker gaan krom trekken en bijgevolg de voornoemde nadelen nog sterker worden geaccentueerd. 



  Nog een nadeel van de bekende scheidingswanden is dat de mogelijk giftige dampen en gassen die ontstaan door de 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 verhitting van het isolerend materiaal ter plaatse blijven, zodat zij een mogelijk gevaar opleveren voor hulpdiensten en omstaanders. 



  De huidige uitvinding heeft tot doel aan de voornoemde en andere nadelen een oplossing te bieden. 



  Hiertoe betreft de uitvinding een scheidingswand van het voornoemde type dat is opgebouwd als een gelede wand bestaande uit aan elkaar gekoppelde, horizontaal gerichte panelen, daardoor gekenmerkt dat deze panelen minstens twee metalen wanddelen, respectievelijk eerste en tweede wanddelen, bevatten die zich op een afstand van elkaar bevinden, welke wanddelen zodanig zijn bevestigd dat zij bij temperatuursverschillen onafhankelijk, of althans hoofdzakelijk onafhankelijk, van elkaar kunnen uitzetten. 



  Een voordeel van zulke scheidingswand volgens de uitvinding is dat, door het feit dat de metalen wanddelen bij verhitting onafhankelijk van elkaar kunnen uitzetten, de panelen niet krom trekken, waardoor de panelen onderling   @   steeds goed op mekaar aansluiten en zodoende een dichte wand vormen, die in geval van brand belet dat de vlammen overslaan van de ene zijde van de scheidingswand naar de andere en bovendien de ruimte waarin de brand heerst, relatief luchtdicht, rookdicht en gasdicht afsluit, waardoor voorkomen wordt dat de brandhaard zou kunnen worden aangewakkerd door een aanvoer van verse lucht. 



  Bij voorkeur zijn de voornoemde panelen aan mekaar gekoppeld door middel van kralen, waardoor aan elkaar 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 gekoppelde panelen onafhankelijk van elkaar in laterale richting kunnen uitzetten, zodat de panelen in geval van brand absoluut recht blijven. 



  Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm, zijn de kralen uitgevoerd als horizontale afvoerkanalen voor dampen en gassen afkomstig uit de panelen, waarbij deze afvoerkanalen bij voorkeur, althans minstens bij een bepaalde verwarming, naar de buitenkant van de wand, gevormd door de eerste wanddelen, afgesloten zijn. 



  Dit biedt het voordeel dat mogelijk giftige dampen en gassen, veroorzaakt door het verhitten van isolerend materiaal dat eventueel in de panelen aanwezig is, zijdelings kunnen worden afgevoerd, zodat deze dampen en gassen minder gevaar opleveren voor hulpdiensten en omstaanders, en bovendien een gasophoping in de panelen, waardoor deze uiteen zouden kunnen worden gedrukt, wordt vermeden. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een scheidingswand volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: 
Figuur 1 schematisch en in perspectief een scheidingswand volgens de uitvinding weergeeft, welke is uitgevoerd in de vorm van een sectionale poort; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens lijn   II-II   in figuur l; 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 figuren 3 en 4 op grotere schaal de gedeelten weergeven die in figuur 2 door F3 en F4 zijn aangeduid ; figuren 5 tot 8 op nog grotere schaal het gedeelte weergeven dat in figuur 3 is aangeduid door F5 en dit voor verschillende standen; figuur 9 een doorsnede weergeeft volgens lijn IX-IX in figuur 1;

   figuren 10 en 11 doorsneden weergeven, respectievelijk volgens lijnen X-X en XI-XI in figuur 9; figuur 12 een doorsnede weergeeft zoals in figuur 9, doch voor een variante; figuur 13 schematisch een aantal mogelijkheden weergeeft om een sectionale poort volgens de uitvinding op te halen. 



  In de figuren 1 tot 11 is een scheidingswand weergegeven volgens de uitvinding die is opgebouwd als een gelede wand 1 bestaande uit aan elkaar gekoppelde horizontaal gerichte panelen 2 die met hun uiteinden verschuifbaar zijn aangebracht in twee verticale geleidingen 3. 



  Bovenaan is de scheidingswand voorzien van een kast 4 waarin een op zich bekende aandrijving 5 is aangebracht die verder niet in detail zal worden besproken, maar die in dit specifieke geval in hoofdzaak is uitgevoerd als een oprolmechanisme 6 dat, door middel van een lamellenketting 7 of op enige andere wijze, is verbonden met het bovenste paneel 2 van de gelede wand 1, waarbij in de ketting 7, ofwel in de aandrijving, een smeltschakel 8 of enig ander ontkoppelmechanisme is voorzien. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 



  De panelen 2 zijn opgebouwd uit twee metalen wanddelen, respectievelijk een eerste wanddeel 9 en een tweede wanddeel 10, die op een afstand van elkaar zijn aangebracht en waartussen een isolatiemateriaal, meer speciaal een isolerende, bij voorkeur stijve, vulling 11 uit onbrandbaar materiaal is aangebracht. 



  Deze vulling 11 en de omringende wanddelen 9 en 10 zijn bij voorkeur door verlijming met elkaar verbonden, of op een andere wijze. Het isolatiemateriaal en de verbinding met de wanddelen 9-10 is hierbij wel zodanig uitgevoerd dat de wanddelen bij temperatuursverschillen toch nog hoofdzakelijk onafhankelijk van elkaar kunnen uitzetten, hetzij doordat het isolatiemateriaal soepel is of wordt bij verwarming, hetzij doordat de verbinding een beweging toelaat, hetzij doordat deze verbinding uit zich vlot verbreekbaar is bij de minste uitzettingsverschillen. 



  De wanddelen 9 aan één zijde van de scheidingswand zijn elk gevormd uit een plaatvormig lichaam waarvan de onderrand naar de binnenzijde van het betreffende paneel 2 is omgeplooid om, een, in doorsnede gezien, hoofdzakelijk cirkelvormige kraal 12 te vormen, terwijl de bovenrand naar de binnenzijde van het betreffende paneel 2 is omgeplooid om, een in doorsnede gezien, hoofdzakelijk C-vormige kraal 13 te vormen waarvan de opening naar de buitenzijde van het paneel 2 is gericht. 



  De panelen 2 zijn onderling aan mekaar gekoppeld door middel van de voornoemde kralen 12-13, waarbij de kralen 12 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 met een verticale speling A gevat zijn in de kralen 13. 



  Aan de zijde van de wanddelen 10 is elk paneel 2 voorzien van een naar onder gerichte lip 14 en van een uitsparing 15, waarvan de vorm en de afmetingen zodanig zijn dat de lip 14 van een paneel 2 kan samenwerken met de uitsparing 15 van een daaraan gekoppeld onderliggend paneel 2. 



  De wanddelen 10 zijn in het weergegeven voorbeeld elk gevormd uit een plaatvormig lichaam, waarbij de voornoemde lip 14 en groef 15 van het betreffende paneel 2 zijn gevormd door profileringen van respectievelijk de onderste en de bovenste rand van het wanddeel 10. 



  De vulling 11 is voorzien van twee horizontale vlakken, respectievelijk 16 en 17, waarbij in het onderste vlak 16 ter plaatse van de kraal 12 een uitsparing 18 is voorzien, zodat, tussen deze kraal 12 en vulling 11, een ruimte 19 aanwezig is, waarin de bovenste kraal 13 van een onderliggend paneel 2 past, bij voorkeur met een verticale speling B tussen deze kraal 13 en de wand van de uitsparing 18, althans in een opgehangen toestand. 



  De panelen 2 zijn, althans in het weergegeven voorbeeld, aan elk uiteinde voorzien van een eindstuk 20, waarbij ieder eindstuk 20, in dit geval hoofdzakelijk is opgebouwd uit twee plaatjes 21-22, bij voorkeur uit MDF en tussen deze plaatjes 21-22 een metalen plaatje 23. Verder is dit eindstuk 20 door tussenkomst van een laag "superwool" 24 op eender welke wijze met het eigenlijke paneel 2 verbonden. 



  Overigens kan ieder eindstuk 20, zoals weergegeven, een 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 stukje L-profiel 25 bevatten, dat bijvoorbeeld met de geleiding 3 kan samenwerken. 



  De samenstellende delen van de eindstukken 20 zijn zodanig van uitsparingen en/of doorgangen voorzien dat voorkomen wordt dat de horizontale kanalen 26 en 27, die respectievelijk inwendig in de kralen 12 en 13 zijn gevormd, niet worden afgedekt door deze delen en aldus deze kanalen 26-27 steeds in verbinding staan met verticale kanalen 28 gevormd tussen de uiteinden van de panelen 2 en de omringende structuur, die in dit geval onder meer gevormd wordt door de verticale geleidingen 3, zodat, in geval van brand, dampen en gassen die mogelijk in de panelen 2 kunnen ontstaan als gevolg van verhitting van de vulling 11, zijdelings kunnen ontsnappen via de kanalen 26- 27 en verder via de kanalen 28. 



  De plaatjes 21-22 zijn ietwat geschrankt ten opzichte van elkaar met elkaar verbonden zijn, zoals afgebeeld in de figuren 10 en 11, waardoor een overlappend effect tussen de opeenvolgende panelen 2 wordt verkregen en deze in gemonteerde toestand verhinderd worden om zich zijdelings ten opzichte van elkaar te verplaatsen, bij voorkeur althans zolang de panelen zich in de gebruikelijke werkpositie bevinden. Door verdraaiing tot in een bepaalde onderlinge positie, bijvoorbeeld 90 , zijn zij wel demonteerbaar. 



  Iedere verticale geleiding 3 is hoofdzakelijk uitgevoerd als een U-vormig profiel dat is samengesteld, zoals weergegeven in figuur 9, uit een aantal metalen profielen, 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 respectievelijk 29 tot 35, twee dichtingsprofielen 36 en 37 en een hittegevoelige zwelstrip 38 die met een bepaalde speling is aangebracht ten opzichte van de panelen 2 en die toelaat door zwelling, de voornoemde speling weg te nemen en zodoende bij verhitting een afdichting te realiseren. 



  Onderaan en bovenaan de scheidingswand zijn in horizontale richting hittegevoelige zwelstrips, respectievelijk 39 en 40, voorzien die bij verhitting een afdichting van de scheidingswand moeten vormen. 



  De zwelstrip 39 is aangebracht op het onderste paneel 2 van de gelede wand 1 door tussenkomt van een metalen hoekprofiel 41, terwijl de zwelstrip 40 in dit geval is aangebracht op een steun 42 die in het weergegeven voorbeeld is samengesteld uit twee metalen profielen 43 en 44 en een afdichtingsprofiel 45. 



  Tegen één van de panelen 2, in dit geval het bovenste paneel 2, is een uit twee hoekprofielen 47-48 samengesteld profiel aangebracht dat door zijn vormgeving, samen met de voornoemde steun 42 een labyrintvormig kanaal 49 vormt. 



  Tegenover de voornoemde steun 42 is, aan de andere zijde van de scheidingswand, een geleiding voorzien, bijvoorbeeld in de vorm van een geleidingsrol 50. 



  Het onderste paneel 2 is in het voorbeeld voorzien van een stootrubber 51 dat aan het paneel is bevestigd door middel van een profiel 52. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 Betreffende de vormgeving van de panelen en van de kralen 12-13 geniet het de voorkeur dat de scheidingswand verder één of meer van volgende kenmerken vertoont: - dat er, zoals weergegeven in figuur 5, een speling C is tussen de isolatie 11 van aan elkaar opgehangen panelen 2 en dat deze speling C verdwijnt wanneer, zoals weergegeven in figuur 6, de panelen 2 vrij op elkaar rusten;

   - dat de kralen 12-13 van aangrenzende panelen 2 met een bepaalde speling A aan mekaar gekoppeld zijn, zodat, bij vrij op elkaar rustende panelen 2 een afdichting tussen de panelen 2 gecreëerd wordt, zoals weergegeven in figuur 6 bij normale temperaturen, en in het bijzonder ook een afdichting tussen de panelen 2 gecreëerd wordt in geval van verhitting door brand, zoals meer speciaal is weergegeven in de figuren 7 en 8 tijdens twee opeenvolgende fasen van de brand; - dat de speling A in de kralen 12-13 zodanig is dat, zoals weergegeven in de figuren 7 en 8 , bij het krimpen van het isolatiemateriaal 11 door verhitting, de panelen 2 die vrij op elkaar rusten, naar elkaar toe kunnen bewegen om de krimp van het isolatiemateriaal 11 te kunnen opvangen;

   - dat de speling A in de kralen 12-13 zodanig is dat bij verdere krimp van het isolatiemateriaal 11 door verhitting, de kralen 12-13 van aangrenzende panelen 2 uiteindelijk op elkaar rusten, zoals weergegeven in figuur 8; 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 - dat de in de kralen 12-13 intern gevormde kanalen 26-27 bij een bepaalde verwarming, naar de buitenkant van de wand gevormd door de eerste wanddelen 9, afgesloten zijn. 



  Het is duidelijk dat de gelede wand 1 op zeer eenvoudige wijze kan worden samengebouwd door de panelen 2 met hun kralen 12-13 onderling in de lengterichting in elkaar te schuiven. De kralen 12-13 kunnen ook zodanig zijn gevormd dat, wanneer twee aan elkaar te koppelen panelen 2 onder een voldoende scherpe hoek bij elkaar worden gebracht, de kralen 12-13 zijdelings in elkaar kunnen worden gehaakt. 



  In figuur 12 is een uitvoeringsvariante weergegeven, waarbij in dit geval de eindstukken 20 voorzien zijn van vrij draaiende geleidingswielen 53 die in een verticale geleiding 54 gevat zijn. 



  In figuur 13 zijn schematisch een aantal mogelijkheden weergegeven om een sectionale poort volgens de uitvinding op te halen door middel van een aandrijving om de poort, al dan niet onder een helling, op te trekken of op te rollen. 



  Opgemerkt wordt dat de verticale kanalen 28 bij voorkeur zowel bovenaan als onderaan in verbinding staan met de binnenruimte. Het is immers bekend dat bij brand bovenin in deze binnenruimte een overdruk ontstaat, terwijl onderaan, relatief gezien, een onderdruk heerst. Dit heeft tot gevolg dat een neerwaartse gasstroom doorheen de kanalen 28 wordt gecreëerd, hetgeen op zijn beurt erin resulteert dat de gassen uit de afvoerkanalen 26-27 mee worden afgezogen, 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 waardoor een ophoping van explosieve gassen in de panelen zelf wordt uitgesloten. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch een scheidingswand volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (15)

Conclusies.
1.- Scheidingswand van het type dat is opgebouwd als een gelede wand (1) bestaande uit aan elkaar gekoppelde horizontaal gerichte panelen (2), daardoor gekenmerkt dat deze panelen (2) minstens twee metalen wanddelen, respectievelijk eerste wanddelen (9) en tweede wanddelen (10), bevatten die zich op een afstand van elkaar bevinden, welke wanddelen (9-10) zodanig zijn bevestigd dat zij bij temperatuursverschillen onafhankelijk, of althans hoofdzakelijk onafhankelijk, van elkaar kunnen uitzetten.
2. - Scheidingswand volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat in de panelen (2) isolatiemateriaal (11) tussen de voornoemde wanddelen is aangebracht, meer speciaal een isolatiemateriaal (11) dat met de voornoemde wanddelen (9- 10) is verbonden, doch waarvan het materiaal en de verbinding met de wanddelen (9-10) zodanig is uitgevoerd dat de wanddelen (9-10) bij temperatuursverschillen hoofdzakelijk onafhankelijk van elkaar kunnen uitzetten.
3. - Scheidingswand volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde panelen (2) aan mekaar gekoppeld zijn door middel van kralen (12-13).
4. - Scheidingswand volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde kralen (12-13) zijn voorzien respectievelijk aan de bovenste rand en aan de onderste rand van elk van de eerste wanddelen (9), waarbij de onderste kralen (12) hoofdzakelijk gevormd zijn als een <Desc/Clms Page number 14> cirkelvormig, naar de binnenzijde van het betreffende paneel omgeplooide rand, terwijl de bovenste kralen (13) hoofdzakelijk gevormd zijn als een C-vormig omgeplooide rand waarvan de opening is gericht naar de buitenzijde van het paneel (2) en waarbij de onderste kralen (12) gevat zijn in de bovenste kralen (13) van een aangrenzend paneel (2) .
5.- Scheidingswand volgens conclusie 3 of 4, daardoor gekenmerkt dat elk paneel (2), aan de zijde van de tweede wanddelen (10), bovenaan van een uitsparing (15) en onderaan van een lip (14) is voorzien, waarbij deze lip (14) zodanig gevormd is dat zij kan samenwerken met de betreffende uitsparing (15) van een zich eronder bevindend paneel (2) .
6. - Scheidingswand volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde uitsparing (15) en de voornoemde lip (14) van ieder paneel hoofdzakelijk zijn gevormd door profileringen die gevormd zijn uit het tweede wanddeel (10) van het betreffende paneel (2).
7. - Scheidingswand volgens één van de conclusies 3 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de kralen (12-13) van aangrenzende panelen (2) met een bepaalde speling (A) aan mekaar gekoppeld zijn, zodat, bij vrij op elkaar rustende panelen (2), ook bij verhitting van de panelen door brand, een afdichting tussen de panelen (2) gecreëerd wordt.
8. - Scheidingswand volgens conclusies 2 en 7, daardoor gekenmerkt dat er een speling (C) is tussen de isolatie <Desc/Clms Page number 15> (11) van aan elkaar opgehangen panelen (2) en dat deze speling (C) verdwijnt wanneer de panelen (2) vrij op elkaar rusten.
9.- Scheidingswand volgens één van de conclusies 7 of 8, daardoor gekenmerkt dat de speling (A) in de kralen (12-13) zodanig is dat bij krimp van het isolatiemateriaal (11) door verhitting, de panelen (2) die vrij op elkaar rusten, naar elkaar toe kunnen bewegen om de krimp van het isolatiemateriaal (11) te kunnen opvangen.
10.- Scheidingswand volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de speling (A) in de kralen (12-13) zodanig is dat bij verdere krimp van het isolatiemateriaal (11) door verhitting, de kralen (12-13) van aangrenzende panelen (2) uiteindelijk op elkaar rusten.
11.- Scheidingswand volgens één van de conclusies 3 tot 10, daardoor gekenmerkt dat de kralen (12-13) zijn uitgevoerd als horizontale afvoerkanalen (26-27) voor dampen en gassen afkomstig uit de panelen (2), waarbij deze afvoerkanalen (26-27) bij voorkeur, althans minstens bij een bepaalde verwarming, naar de buitenkant van de wand, gevormd door de eerste wanddelen (9), afgesloten zijn.
12. - Scheidingswand volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat de afvoerkanalen (26-27) gevormd door de kralen (12-13), uitmonden in verticale afvoerkanalen (28), welke bij voorkeur bovenaan en onderaan in verbinding staan met de tegen de scheidingswand gelegen binnenruimte. <Desc/Clms Page number 16>
13.- Scheidingswand volgens één van de conclusies 3 tot 12, daardoor gekenmerkt dat de panelen (2) ieder een dwarsdoorsnede vertonen waardoor zij, hetzij, uitsluitend door een onderlinge verschuiving in lengterichting met hun kralen (12-13) in elkaar kunnen worden geschoven, hetzij, zijdelings in elkaar kunnen worden gehaakt, doch dit uitsluitend nadat de panelen (2) over een welbepaalde hoek ten opzichte van elkaar gekanteld zijn.
14.- Scheidingswand volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de panelen (2) met een welbepaalde speling gevat zitten in een omringende structuur, waarin zij, hetzij als een blijvend element opgenomen zijn, meer speciaal als vast wandgedeelte, hetzij als een verplaatsbaar element zijn opgenomen, meer speciaal als poort en dat aan de omringende structuur hittegevoelige zwelstrips (38-39-40) zijn aangebracht die toelaten om door zwelling de voornoemde speling weg te nemen en zodoende een afdichting te realiseren.
15.- Scheidingswand volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat hij is uitgevoerd als een poort, meer speciaal een sectionale poort of rolpoort, of als een rolluik, die, respectievelijk dat, is voorzien van een aandrijving (5) in de vorm van een optrek- of oprolmechanisme.
BE2002/0487A 2002-08-14 2002-08-14 Scheidingswand. BE1015074A3 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0487A BE1015074A3 (nl) 2002-08-14 2002-08-14 Scheidingswand.
AT03077409T ATE365859T1 (de) 2002-08-14 2003-08-01 Trennwand
EP03077409A EP1389664B1 (en) 2002-08-14 2003-08-01 Partition wall
DE60314569T DE60314569T2 (de) 2002-08-14 2003-08-01 Trennwand

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2002/0487A BE1015074A3 (nl) 2002-08-14 2002-08-14 Scheidingswand.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1015074A3 true BE1015074A3 (nl) 2004-09-07

Family

ID=30449871

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2002/0487A BE1015074A3 (nl) 2002-08-14 2002-08-14 Scheidingswand.

Country Status (4)

Country Link
EP (1) EP1389664B1 (nl)
AT (1) ATE365859T1 (nl)
BE (1) BE1015074A3 (nl)
DE (1) DE60314569T2 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102006050596A1 (de) 2006-10-17 2008-04-24 Hörmann Kg Dissen Rolltorpanzerprofilstab mit thermischer Trennung, Herstellverfahren hierfür sowie damit versehenes Rolltor
DE102008039144A1 (de) * 2008-08-21 2010-02-25 Efaflex Inzeniring D.O.O. Hubtor
TW201116700A (en) 2009-11-12 2011-05-16 shi-xian Wang Door slat component, fireproof and heat insulation door slat and rolling door
BE1021818B1 (nl) * 2014-02-03 2016-01-20 AARDEMA HOLDING, besloten vennootschap Afsluiting voor een doorgang in een gebouw en gebruik van een brandwerend schuim of een product dat bij verhitting een brandwerend schuim vormt in een dergelijke afsluiting
GB2525443A (en) * 2014-04-25 2015-10-28 Kingspan Holdings Irl Ltd An insulator element
JP6570847B2 (ja) * 2015-03-10 2019-09-04 三和シヤッター工業株式会社 シャッターの防火構造
JP6563217B2 (ja) * 2015-03-10 2019-08-21 三和シヤッター工業株式会社 シャッターの防火構造

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3508849A1 (de) * 1985-03-13 1986-09-25 Günter 2800 Bremen Kindervater Rolladenprofil sowie verfahren und vorrichtung zur herstellung desselben
EP0394691A2 (de) * 1989-04-26 1990-10-31 Niemetz Torsysteme Torblatt, insbesondere für ein Sektionaltor sowie dafür vorgesehenes Paneel
EP1096098A2 (de) * 1999-10-25 2001-05-02 Franz Kraler Rolladenpanzer

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2729235A1 (de) * 1977-06-29 1979-01-11 Wiral Rolladenfertigungs Und V Profilschienen, insbesondere fuer rollaeden von tueren, fenstern o.dgl.
DE8901078U1 (de) * 1989-02-01 1989-04-06 Ernst Friedrich Heuer Gmbh, 7311 Schlierbach Rolladenstab

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3508849A1 (de) * 1985-03-13 1986-09-25 Günter 2800 Bremen Kindervater Rolladenprofil sowie verfahren und vorrichtung zur herstellung desselben
EP0394691A2 (de) * 1989-04-26 1990-10-31 Niemetz Torsysteme Torblatt, insbesondere für ein Sektionaltor sowie dafür vorgesehenes Paneel
EP1096098A2 (de) * 1999-10-25 2001-05-02 Franz Kraler Rolladenpanzer

Also Published As

Publication number Publication date
ATE365859T1 (de) 2007-07-15
DE60314569D1 (de) 2007-08-09
EP1389664A1 (en) 2004-02-18
DE60314569T2 (de) 2008-02-28
EP1389664B1 (en) 2007-06-27

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI64437B (fi) Vikdoerr
US5899303A (en) Hoistway door seal structure
BE1015074A3 (nl) Scheidingswand.
RU2001110106A (ru) Противопожарная дверь с охватывающей ее дверной коробкой
TW201602446A (zh) 隔熱防火板簾改良
GB2072248A (en) Roller shutters
US4183348A (en) Fireplace front
US3276166A (en) Sliding door assembly
GB2576435A (en) Panel seal systems
US7654259B1 (en) Keystone-shaped fireplace door apparatus
KR20200143118A (ko) 방화문 셔터
KR101608793B1 (ko) 승강도어
EP0854265B1 (en) Fire-resistant sliding door
CN100537322C (zh) 用于防火壁的防火滑动门组件
KR20100104101A (ko) 이탈방지기능을 구비한 엘리베이터용 방화 도어
JP3349152B2 (ja) 隔壁戸装置
BE1014653A5 (nl) Verbeterde schuifdeur.
KR100820989B1 (ko) 방화도어 무빙프레임 시스템
JP4430079B2 (ja) 防火装置を有するエレベータの乗り場ドア装置
GB2192019A (en) Constructional assembly
US4270514A (en) Fireplace with sliding doors
KR20220159042A (ko) 스크린형 차열 및 차연 셔터
JP2005344948A (ja) スライド扉装置
JPH0583266B2 (nl)
US709514A (en) Sheet-metal window frame and sash.

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20110831