<Desc/Clms Page number 1>
INSTALLATIE-INRICHTING VOOR EEN FOTO-VOLTAISCH LAMINAAT
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het in een dak installeren van ten minste een foto-voltaisch laminaat.
Foto-voltaische laminaten, ook wel aangeduid als zonnepanelen of zonnecellen, worden in toenemende mate geinstalleerd op daken van gebouwen, zowel kantoren en fabrieken als woonhuizen. Het gebruik van dergelijke zonnepanelen om te voorzien in een deel van de energiebehoefte wordt van overheidswege gestimuleerd door middel van subsidies.
Een foto-voltaisch laminaat wordt gevormd door een matrix van foto-voltaische cellen, die op een folie zijn aangebracht en aan de naar de zon gekeerde zijde zijn afgedekt door een glasplaat. De verschillende onderdelen zijn daarbij met elkaar verlijmd of gelamineerd met een kunsthars zoals bijvoorbeeld EVA.
Het installeren van dergelijke laminaten op of in daken is echter gecompliceerd en tijdrovend werk.
Daarnaast doen zich vaak problemen voor met betrekking tot de afdichting. Bij montage op vlakke daken blijven deze problemen beperkt, omdat een vlak dak immers een relatief veilige werkomgeving vormt, en ook de afdichting in een vlak dak wel gewaarborgd kan worden. Met name echter in landen waar het merendeel van de woonhuizen voorzien is van schuine, met pannen of leien gedekte daken, zijn de installatie-en afdichtingsproblemen aanzienlijk.
Er zijn reeds installatie-systemen bekend waarbij gebruik gemaakt wordt van tussen de pannen of leien door stekende, op het daaronder gelegen dakbeschot bevestigde beugels, waarop de zonnepanelen worden gemonteerd. Het opbouwen van de panelen uit laminaten, lijsten en verbindingsdelen wordt dan ter plaatse, dus op het dak uitgevoerd. Met name op schuine daken kan dit leiden tot gevaarlijke arbeidsomstandigheden. Daarnaast
<Desc/Clms Page number 2>
vormt de afdichting op de punten waar de beugels door de pannen of leien steken een probleem.
Ook is reeds voorgesteld een deel van de pannen of leien te vervangen door een op het dakbeschot aangebrachte kunststof plaat, die is voorzien van opstaande bevestigingspunten voor de laminaten. Ook daarbij wordt weer uitgegaan van het samenstellen van de zonnepanelen op het dak. Het bevestigen van de zo gevormde panelen op de opstaande punten is echter evenmin eenvoudig, en dus tijdrovend, terwijl de kunststof plaat ook verder niet goed hanteerbaar is.
De uitvinding heeft nu tot doel een inrichting te verschaffen voor het installeren van foto-voltaische laminaten, waarbij deze nadelen zieh niet voordoen.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door een installatie-inrichting omvattende een langs zijn omtrek in hoofdzaak gesloten frame, dat aan zijn van het dak afgekeerde zijde het ten minste ene foto-voltaische laminaat draagt, alsmede middelen voor het op of in het dak bevestigen van het frame. Door gebruik te maken van een langs de omtrek gesloten frame, dat aan de bovenzijde wordt afgesloten door het laminaat, doen zich ter plaatse van de foto-voltaische collector op of in het dak geen afdichtingsproblemen voor.
Bij voorkeur zijn het frame en het ten minste ene laminaat op een van het dak verwijderde locatie tot een module samengebouwd. Hierdoor blijven de eigenlijke installatiewerkzaamheden beperkt tot het op of in het dak bevestigen van het frame en het tot stand brengen van de benodigde aansluitingen. Daarbij vertoont het voorgemonteerde paneel een grote stijfheid, en is dit dus goed hanteerbaar.
In een voorkeursuitvoering vertoont de installatie-inrichting verder langs de omtrek van het frame aangebrachte middelen voor het afvoeren van hemelwater. Zo wordt een goede afwatering van en langs de laminaten gewaarborgd. Een eenvoudige constructie wordt verkregen, wanneer de hemelwater-afvoermiddelen ten
<Desc/Clms Page number 3>
minste een met het frame verbonden gootprofiel omvatten.
Daarbij kan het ten minste ene gootprofiel voor een eenvoudige installatie aan het frame geklemd of geklikt zijn.
Het frame kan met voordeel zijn ingericht en gedimensioneerd voor het opnemen van een thermische absorber. Zo kan gebruikt gemaakt worden van een standaard frame voor het vormen van naar keuze een fotovoltaische of thermische collector, waardoor de productie-, voorraad-en installatiekosten worden beperkt. Bovendien kunnen dergelijke collectoren zo goed gecombineerd worden op een dak.
Wanneer daarentegen de installatie-inrichting ten minste een de door het frame begrensde ruimte in deelruimten verdelend schot vertoont, waarbij ten minste een van de deelruimten aan de van het dak afgekeerde zijde een doorschijnende plaat draagt en in deze deelruimte een thermische absorber is opgenomen, kunnen de foto-voltaische en de thermische collector zelfs in een enkel frame op het dak gemonteerd worden. Hierdoor wordt een grote besparing op de installatie-werkzaamheden bereikt.
De uitvinding betreft ook een werkwijze voor het op of in een dak installeren van een door een frame gedragen foto-voltaisch laminaat. Bekende installatiewijzen, zoals in de aanhef beschreven, hebben als nadeel dat met het installeren veel, letterlijk kostbare, tijd gemoeid is, terwijl het uitvoeren van de omvangrijke installatiewerkzaamheden op het dak een verhoogd risico op ongevallen met zich meebrengt.
Met de werkwijze volgens de uitvinding wordt beoogd dit nadeel weg te nemen. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt, doordat het ten minste ene laminaat voor installatie met het frame tot een module samengebouwd wordt en de module daarna op of in het dak bevestigd wordt. Door het laminaat en het frame vooraf te monteren, kunnen de op het dak uit te voeren werkzaamheden worden geminimaliseerd.
<Desc/Clms Page number 4>
Bij voorkeur worden daarbij het frame en het ten minste ene laminaat tot een waterdichte module samengebouwd. Zo kunnen afdichtingsproblemen worden voorkomen.
Met het oog op de afwatering kunnen, voor, tijdens of na het op of in het dak aanbrengen van de module, langs de omtrek van het frame middelen aangebracht worden voor het afvoeren van hemelwater. Deze hemelwater-afvoermiddelen kunnen eenvoudig gevormd worden door het met het frame verbinden van ten minste een gootprofiel. Daarbij wordt de verbinding bij voorkeur gevormd zonder tussenkomst van bevestigingsmiddelen, bijvoorbeeld door klemmen, klikken, of opsluiten.
De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een aantal voorbeelden, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin :
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen is van een foto-voltaisch laminaat en een thermische absorber die gezamenlijk in een schuin, met pannen gedekt dak geinstalleerd worden door middel van een installatie-inrichting volgens de uitvinding,
Fig. 2 een perspectivisch aanzicht is van de foto-voltaische en thermische collector van fig. 1 in geinstalleerde toestand, waarbij slechts een deel van de dakbedekking is getoond,
Fig. 3 een dwarsdoorsnede is door een onderrand van het frame volgens de pijl III in fig. 2,
Fig. 4 een dwarsdoorsnede is door een zijrand van het frame volgens de pijl IV in fig. 2,
Fig. 5 een bovenaanzicht is op een verbinding van een zijrand en een bovenrand van het frame volgens de pijl V in fig. 2,
Fig.
6 dwarsdoorsnede is door een deelschot van het frame volgens de pijl VI in fig. 2, en
Fig. 7 en 8 perspectivische aanzichten met uiteengenomen delen zijn van het gebruik van de installatie-inrichting volgens de uitvinding voor het
<Desc/Clms Page number 5>
aanbrengen van foto-voltaische en thermische collectoren op een plat dak.
Een inrichting 1 (fig. 1) voor het op een dak 2 installeren van een foto-voltaisch laminaat 3 omvat een frame 4 voor het opnemen van het laminaat 3 en (hier niet getoonde) middelen voor het op het dakbeschot 5, tussen dakpannen 6 monteren daarvan. De installatie-inrichting 1 omvat verder met het frame 4 verbonden middelen 7 voor het afvoeren van hemelwater langs het laminaat 3.
Het frame 3 wordt gevormd door een gesloten omtreksdeel 8 en een lijst 10 die is aangebracht langs de van het dakbeschot 5 afgekeerde zijde van het omtreksdeel 8, en die dient voor het inklemmen van het laminaat 3.
Het laminaat 3 wordt in het getoonde voorbeeld overigens gevormd door een folie 11, een daarop aangebrachte matrix van foto-voltaische cellen 12 en een bovengelegen, doorschijnende (glas) plaat 13. Het frame 4 en het laminaat 3 vormen in de voorgemonteerde toestand een relatief stijve constructie of module, die goed hanteerbaar is.
De hemelwater-afvoermiddelen 7 worden gevormd door gootprofielen 14,15, 16, die verbonden zijn met de randen 17,18, 19 van het frame 4. Daarbij zijn de goten 14 die langs de zijranden 17 van het frame 4 lopen en de goot 16 langs de bovenrand 19 zo gevormd, dat deze door de aangrenzende dakpannen 6 gedeeltelijk overlapt worden.
De goot of slab 15 langs de onderrand 18 is daarentegen overlappend op de aangrenzende dakpannen 6 gelegd. De gootprofielen 14, 15, 16 zijn zonder tussenkomst van bevestigingsmiddelen met de randen 17,18, 19 van het frame 4 verbonden, bijvoorbeeld door klemmen of klikken, en vormen met de module van frame 4 en laminaat 3 een waterdicht geheel.
In het getoonde voorbeeld is boven het frame 4 met daarin het foto-voltaisch laminaat 3 een overeenkomstig of zelfs identiek frame 34 aangebracht, dat aan zijn bovenzijde een doorzichtige (glas) plaat 23 draagt, in plaats van een laminaat. In dit frame 34 kan
<Desc/Clms Page number 6>
een thermische absorber zijn opgenomen, waardoor dus boven de foto-voltaische collector een gelijkvormige thermische collector wordt gevormd. Voor deze thermische collector zijn in het frame 34 nog wel enige voorzieningen nodig, met name op het gebied van de warmte-isolatie, zoals hierna wordt toegelicht. Tussen de beide frames 4,34 is overigens een gootprofiel 21 aangebracht, waardoor ook daar een goede afwatering wordt gewaarborgd.
In plaats van twee afzonderlijke frames 4,34 voor het opnemen van een foto-voltaische en een thermische collector, is het ook denkbaar dat een enkel frame 104 wordt gebruikt, waarin dan een tussenschot 135 is aangebracht, dat de door het frame 104 begrensde ruimte verdeelt in twee deelruimten (fig. 7,8). Daarbij kan in de ene deelruimte een foto-voltaisch laminaat zijn ingeklemd, terwijl in de andere deelruimte een thermische absorber is opgenomen. In deze laatste deelruimte moeten dan wederom voorzieningen worden getroffen voor de benodigde thermische isolatie.
Het frame 4 (en ook het frame 34) omvat zoals gezegd een omtreksdeel 8, dat hier wordt gevormd door een viertal in doorsnede identieke profieldelen 24, die in de hoeken telkens verbonden zijn door een hoekstuk 25 (fig.
5). De klemlijst 10 wordt gevormd door een rondlopend Lprofiel, dat door middel van bevestigingselementen 26, bijvoorbeeld schroeven bevestigd is aan een bovenflens 27 van het I-profiel 24 van de omtreksrand 8 (fig. 3,4).
Tussen de bovenflens 27 van het I-profiel 24 van de omtreksrand 8 en het L-profiel 26 van de klemlijst 10 is een naar binnen gekeerde ruimte 28 bepaald, waarin bovenste en een onderste veerkrachtig steunelementen 29 zijn opgenomen, alsmede een eveneens veerkrachtig zijdelings steunelement 30. In deze ruimte 28 wordt het foto-voltaische laminaat 3 ingeklemd door het aandraaien van de bevestigingselementen 27. Door gebruik te maken van veerkrachtige elementen 29,30 wordt het laminaat 3 enigszins flexibel ondersteund, zodat kleine onderlinge
<Desc/Clms Page number 7>
bewegingen tussen het laminaat 3 en het frame 4, bijvoorbeeld als gevolg van verschillen in thermische uitzetting, niet leiden tot beschadiging en uiteindelijk zelfs lekkage.
Voor de afdichting wordt een soepel uithardend materiaal, bijvoorbeeld silicone-kit 22 in een door het bovenste steunelement 29 begrensde naad 20 tussen de klemlijst 10 en het laminaat gespoten.
Teneinde doorbuiging van het paneel 3 te voorkomen is dit overigens nog gesteund door een aantal zich in hoogterichting over het frame 4 uitstrekkende verstijvers 31, die zijn opgehangen aan elementen 32 welke ingeklemd zijn tussen het I-profiel 24 van de omtreksrand 8 en de klemlijst 10.
De opbouw van het frame 34 is in het geval dat in plaats van een foto-voltaisch paneel 3 een glasplaat 23 wordt ingeklemd, in beginsel identiek. Wel zijn in dat geval maatregelen nodig om warmteverlies door het frame 34 te voorkomen. Daartoe is over het gehele oppervlak een isolerende bodem 9 aangebracht, gevormd door een relatief dikke laag van een stijf isolatiemateriaal 33 (fig. 6).
Ook langs de omtrekswanden 8 van het frame 4 zijn relatief dikke lagen isolatiemateriaal 33 aangebracht. In de bodem 9 van het frame 4 zijn natuurlijk openingen aangebracht voor het aansluiten van leidingen voor een warmtewisselend medium.
Bij installatie van een foto-voltaische collector 103 en een thermische collector 123 op een plat dak 102 worden bevestigingsmiddelen 109 gebruikt in de vorm van twee op afstand van elkaar op het dak 102 aangebrachte, liggende montageframes 136. Op elk van deze montageframes 136 zijn twee hoeklijnen 137 bevestigd, die een staander 138, respectievelijk een schuine ligger 139 dragen. De verhouding tussen de onderlinge afstand van de hoeklijnen 137 en de lengte van de staanders 138 bepaalt de hellingshoek van de schuine liggers 139 en daarmee de stand van de collectoren 103,123 ten opzichte van de zon. Afhankelijk van de gewenste opstelling van de collectoren 103,123, staand (fig. 7) of liggend (fig.
<Desc/Clms Page number 8>
8), worden de montageframes 136 evenwijdig aan de onderen bovenrand 118,119 of evenwijdig aan de zijranden 117 geplaatst. Er kan dus met een standaard montageframe 136 volstaan worden.
De laminaten 103 worden ook bij een dergelijke plaatsing vooraf met het frame 104 tot een module samengebouwd, waarna deze module snel en eenvoudig op de schuine liggers 139 bevestigd kan worden.
De werkwijze en inrichting volgens de uitvinding maken het, zoals hiervoor is toegelicht, mogelijk om met relatief eenvoudige middelen een fotovoltaische collector op of in een dak te monteren, zonder problemen met betrekking tot de afdichting, waarbij de installatiewerkzaamheden op het dak geminimaliseerd kunnen worden omdat het frame en het laminaat of de laminaten voor installatie reeds kunnen worden samengebouwd tot een waterdichte, goed hanteerbare eenheid.
Hoewel de uitvinding hiervoor is toegelicht aan de hand van een voorbeeld, zal het duidelijk zijn dat deze daartoe niet is beperkt. Zo zouden meer of minder laminaten aangebracht kunnen worden in het frame, terwijl de vorm van het frame op velerlei wijze zou kunnen worden gevarieerd. Ook zou de constructie van de omtrekswanden anders gekozen zou kunnen worden. Daarnaast zou ook in het geval van een schuin dak het frame met lamina (a) t (en) door middel van beugels boven de dakpannen, in plaats van daartussen gemonteerd kunnen worden. Tenslotte kunnen de wijze van bevestiging van het laminaat in het frame en van de gootprofielen aan het frame worden aangepast aan de situatie.
De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de bijgevoegde conclusies.
<Desc / Clms Page number 1>
INSTALLATION DEVICE FOR A PHOTO-VOLTAIC LAMINATE
The invention relates to a device for installing at least one photovoltaic laminate in a roof.
Photovoltaic laminates, also referred to as solar panels or solar cells, are increasingly being installed on the roofs of buildings, both offices and factories and residential houses. The use of such solar panels to provide part of the energy requirement is stimulated by the government through subsidies.
A photovoltaic laminate is formed by a matrix of photovoltaic cells which are applied to a foil and are covered on the side facing the sun by a glass plate. The various parts are glued together or laminated with a synthetic resin such as EVA.
However, installing such laminates on or in roofs is complicated and time-consuming.
In addition, problems often arise with regard to sealing. When mounting on flat roofs, these problems remain limited, because a flat roof forms a relatively safe working environment, and the seal in a flat roof can also be guaranteed. However, in particular in countries where the majority of the houses have sloping roofs covered with tiles or slate, the installation and sealing problems are considerable.
Installation systems are already known in which use is made between brackets or slates by stabbing brackets mounted on the roof board below, on which the solar panels are mounted. The construction of the panels from laminates, moldings and connecting parts is then carried out on site, so on the roof. Especially on sloping roofs, this can lead to dangerous working conditions. beside
<Desc / Clms Page number 2>
forms a seal at the points where the brackets protrude through the pans or slates.
It has also already been proposed to replace part of the tiles or slates with a plastic plate mounted on the roof boarding, which is provided with upright fixing points for the laminates. Here too the assumption is again to assemble the solar panels on the roof. However, fixing the panels thus formed at the raised points is also not simple, and therefore time-consuming, while the plastic plate is also difficult to handle.
The invention now has for its object to provide a device for installing photovoltaic laminates, wherein these drawbacks do not occur.
According to the invention this is achieved by an installation device comprising a frame which is substantially closed along its circumference and which, on its side remote from the roof, carries the at least one photovoltaic laminate, as well as means for fixing onto or in the roof. the frame. By using a frame closed along the circumference, which is closed off at the top by the laminate, no sealing problems occur at the location of the photovoltaic collector on or in the roof.
The frame and the at least one laminate are preferably assembled into a module at a location remote from the roof. This keeps the actual installation work limited to fixing the frame on or in the roof and making the necessary connections. In addition, the pre-assembled panel has a high rigidity, and is therefore easy to handle.
In a preferred embodiment the installation device further comprises means arranged for draining rain water along the periphery of the frame. This way, good drainage from and along the laminates is guaranteed. A simple construction is obtained when the rainwater drain means
<Desc / Clms Page number 3>
at least one gutter profile connected to the frame.
The at least one gutter profile can herein be clamped or clicked to the frame for a simple installation.
The frame can advantageously be arranged and dimensioned for receiving a thermal absorber. For example, use can be made of a standard frame for forming a photovoltaic or thermal collector, as a result of which the production, stock and installation costs are limited. Moreover, such collectors can be combined so well on a roof.
On the other hand, if the installation device has at least one partition dividing the space bounded by the frame, wherein at least one of the partial spaces on the side remote from the roof carries a translucent plate and a thermal absorber is accommodated in this subspace the photovoltaic and the thermal collector can even be mounted on the roof in a single frame. This results in a large saving on installation work.
The invention also relates to a method for installing a photovoltaic laminate supported by a frame on or in a roof. Known installation methods, as described in the preamble, have the disadvantage that the installation requires a great deal of, literally expensive, time, while the extensive installation work on the roof entails an increased risk of accidents.
The aim of the method according to the invention is to eliminate this drawback. According to the invention, this is achieved in that the at least one laminate is assembled into a module for installation with the frame and the module is subsequently mounted on or in the roof. By pre-assembling the laminate and the frame, the work to be carried out on the roof can be minimized.
<Desc / Clms Page number 4>
The frame and the at least one laminate are preferably assembled to form a watertight module. This way, sealing problems can be prevented.
With a view to the drainage, before, during or after mounting the module on or in the roof, means can be provided along the periphery of the frame for draining rainwater. These rainwater discharge means can be simply formed by connecting at least one gutter profile with the frame. The connection is herein preferably formed without the intervention of fastening means, for example by clamping, clicking, or confining.
The invention is now elucidated on the basis of a number of examples, wherein reference is made to the appended drawing, in which:
FIG. 1 is a perspective view with exploded parts of a photovoltaic laminate and a thermal absorber that are jointly installed in a sloping, tile-covered roof by means of an installation device according to the invention,
FIG. 2 is a perspective view of the photovoltaic and thermal collector of FIG. 1 in the installed state, only a part of the roof covering being shown,
FIG. 3 is a cross-section through a lower edge of the frame according to the arrow III in FIG. 2,
FIG. 4 is a cross-section through a side edge of the frame according to the arrow IV in FIG. 2,
FIG. 5 is a plan view of a connection of a side edge and an upper edge of the frame according to the arrow V in FIG. 2,
FIG.
6 is a cross-sectional view through a partition of the frame according to arrow VI in FIG. 2, and
FIG. 7 and 8 are perspective views with exploded parts of the use of the installation device according to the invention for the
<Desc / Clms Page number 5>
installing photovoltaic and thermal collectors on a flat roof.
A device 1 (fig. 1) for installing a photovoltaic laminate 3 on a roof 2 comprises a frame 4 for receiving the laminate 3 and (not shown here) means for placing on the roof boarding 5, between roof tiles 6 assemble thereof. The installation device 1 further comprises means 7 connected to the frame 4 for draining rain water along the laminate 3.
The frame 3 is formed by a closed peripheral part 8 and a frame 10 which is arranged along the side of the peripheral part 8 remote from the roof sheeting 5 and which serves to clamp the laminate 3.
In the example shown, the laminate 3 is otherwise formed by a foil 11, a matrix of photovoltaic cells 12 arranged thereon and an upper, translucent (glass) plate 13. The frame 4 and the laminate 3 form a relatively rigid construction or module that is easy to handle.
The rainwater discharge means 7 are formed by gutter profiles 14, 15, 16, which are connected to the edges 17, 18, 19 of the frame 4. The gutters 14 are then running along the side edges 17 of the frame 4 and the gutter 16. formed along the upper edge 19 so that they are partially overlapped by the adjacent roof tiles 6.
Conversely, the gutter or slab 15 along the lower edge 18 is overlapped on the adjacent roof tiles 6. The channel profiles 14, 15, 16 are connected to the edges 17, 18, 19 of the frame 4 without the intervention of fastening means, for example by clamping or clicking, and form a watertight whole with the module of frame 4 and laminate 3.
In the example shown, above the frame 4 with the photovoltaic laminate 3 there is arranged a corresponding or even identical frame 34, which carries a transparent (glass) plate 23 on its upper side, instead of a laminate. In this frame 34 can
<Desc / Clms Page number 6>
a thermal absorber, so that a uniform thermal collector is formed above the photovoltaic collector. For this thermal collector, some provisions are still required in the frame 34, in particular in the field of heat insulation, as explained below. A trough profile 21 is incidentally arranged between the two frames 4.34, so that good drainage is guaranteed there too.
Instead of two separate frames 4.34 for receiving a photovoltaic and a thermal collector, it is also conceivable that a single frame 104 is used, in which a partition 135 is then provided, the space bounded by the frame 104 divides into two subspaces (Fig. 7,8). A photovoltaic laminate may be clamped in one subspace, while a thermal absorber is included in the other subspace. Provisions must then again be made in the latter subspace for the required thermal insulation.
As stated, the frame 4 (and also the frame 34) comprises a circumferential part 8, which here is formed by four profile parts 24 which are identical in cross section and which are in each case connected in the corners by a corner piece 25 (fig.
5). The clamping strip 10 is formed by a revolving L-profile, which is fixed by means of fastening elements 26, for example screws, to an upper flange 27 of the I-profile 24 of the peripheral edge 8 (Fig. 3,4).
Between the upper flange 27 of the I-profile 24 of the peripheral edge 8 and the L-profile 26 of the clamping strip 10, an inwardly facing space 28 is defined, in which upper and lower resilient support elements 29 are accommodated, as well as a resilient lateral support element 30. The photovoltaic laminate 3 is clamped in this space 28 by tightening the fastening elements 27. By making use of resilient elements 29.30, the laminate 3 is supported somewhat flexibly, so that small mutual
<Desc / Clms Page number 7>
movements between the laminate 3 and the frame 4, for example due to differences in thermal expansion, do not lead to damage and ultimately even leakage.
For the sealing, a flexible curing material, for example silicone-kit 22, is injected into a seam 20 bounded by the upper support element 29 between the clamping strip 10 and the laminate.
In order to prevent the panel 3 from bending, this is furthermore supported by a number of stiffeners 31 extending in height direction over the frame 4, which are suspended from elements 32 which are clamped between the I-profile 24 of the peripheral edge 8 and the clamping strip 10 .
The structure of the frame 34 is identical in principle to a glass plate 23 instead of a photovoltaic panel 3. In that case, measures are necessary to prevent heat loss through the frame 34. To this end, an insulating bottom 9 is provided over the entire surface, formed by a relatively thick layer of a rigid insulating material 33 (Fig. 6).
Relatively thick layers of insulating material 33 are also arranged along the peripheral walls 8 of the frame 4. Naturally, openings are provided in the bottom 9 of the frame 4 for connecting pipes for a heat-exchanging medium.
When a photovoltaic collector 103 and a thermal collector 123 are installed on a flat roof 102, fastening means 109 are used in the form of two mounting frames 136 spaced apart from each other on the roof 102. There are two mounting frames 136 on each of these mounting frames. corner lines 137, which support a post 138 or a sloping beam 139, respectively. The ratio between the mutual distance of the corner lines 137 and the length of the uprights 138 determines the angle of inclination of the sloping beams 139 and thus the position of the collectors 103, 123 with respect to the sun. Depending on the desired arrangement of the collectors 103, 123, upright (fig. 7) or horizontal (fig.
<Desc / Clms Page number 8>
8), the mounting frames 136 are placed parallel to the lower upper edge 118,119 or parallel to the side edges 117. A standard mounting frame 136 can therefore suffice.
The laminates 103 are also assembled together with the frame 104 into a module in such a placement, after which this module can be fastened to the sloping beams 139 quickly and easily.
The method and device according to the invention make it possible, as explained above, to mount a photovoltaic collector on or in a roof with relatively simple means, without problems with regard to sealing, whereby the installation work on the roof can be minimized because the frame and the laminate or laminates for installation can already be assembled into a watertight, easy-to-handle unit.
Although the invention has been explained above with reference to an example, it will be clear that it is not limited thereto. For example, more or fewer laminates could be provided in the frame, while the shape of the frame could be varied in many ways. The construction of the peripheral walls could also be chosen differently. In addition, even in the case of a sloping roof, the frame with lamina (s) could be mounted by means of brackets above the roof tiles, instead of between them. Finally, the method of fixing the laminate in the frame and of the gutter profiles to the frame can be adapted to the situation.
The scope of the invention is therefore solely determined by the appended claims.