BE1012366A3 - Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel. - Google Patents
Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1012366A3 BE1012366A3 BE9800929A BE9800929A BE1012366A3 BE 1012366 A3 BE1012366 A3 BE 1012366A3 BE 9800929 A BE9800929 A BE 9800929A BE 9800929 A BE9800929 A BE 9800929A BE 1012366 A3 BE1012366 A3 BE 1012366A3
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- fabric
- weft
- threads
- thread
- warp
- Prior art date
Links
Classifications
-
- D—TEXTILES; PAPER
- D03—WEAVING
- D03D—WOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
- D03D27/00—Woven pile fabrics
- D03D27/02—Woven pile fabrics wherein the pile is formed by warp or weft
- D03D27/10—Fabrics woven face-to-face, e.g. double velvet
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Textile Engineering (AREA)
- Woven Fabrics (AREA)
- Looms (AREA)
- Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)
- Treatment Of Fiber Materials (AREA)
Abstract
Werkwijze voor het weven van weefsels met een ribstructuur, in het bijzonder van onechte bouclé-weefsels, waarbij op een weefmachine in opeenvolgende inslaginbrengcycli telkens een bovenste (1), (2), (3) en een onderste inslagdraad (4), (5), (6) ingebracht worden tussen bindkettingdraden (9-12) en figurrkettingdraden (13-16) van een reeks kettingdraadstelsels zodat een weefsel geweven wordt waarin bovenste (1-3) en onderste inslagdraden (4-6) door een respectievelijk stel bindkettingdraden (9,10), (11,12) worden ingebonden, waarbij twee grondweefsels geweven worden, en waarin respectievelijke figuurkettingdraden (13), (14); (15), (16) afwisselend in een respectievelijk grondweefsel worden afgebonden en ribvormend worden omgebogen om een tussen de grondweefsels lopende bovenste (2), (3) of onderste inslagdraden (5), (6) die niet door bindkettingdraden (9-12) ingebonden is, zodat twee weefsels (17), (18) met een ribstructuur boven elkaar worden geweven. Deze werkwijze maakt het mogelijk om weefsels met een ribstructuur op een dubbelgrijperweefmachine te weven met een merkelijk hogere proudctiviteit dan voorheen.
Description
<Desc/Clms Page number 1> Werkwijze voor het weven van een onecht bouclé-weefsel Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van weefsels met een ribstructuur, waarbij op een weefmachine in opeenvolgende inslaginbrengcycli telkens een bovenste en een onderste inslagdraad ingebracht worden tussen kettingdraden van een reeks kettingdraadstelsels zodat, een weefsel geweven wordt waarin kettingdraden afwisselend in het weefsel afgebonden zijn en ribvormend om een inslagdraad omgebogen zijn. Deze uitvinding betreft tevens een volgens deze werkwijze vervaardigd weefsel met een ribstructuur. Een weefsel met een ribstructuur die het uitzicht van een lussenpoolweefsel of bouclé-weefsel benadert, wordt een onecht bouclé-weefsel genoemd. Deze uitvinding betreft in het bijzonder een werkwijze voor het weven van een onecht bouclé-weefsel, en een onecht bouclé-weefsel dat volgens deze weefmethode geweven werd. Volgens een gekend weefprocédé voor de vervaardiging van een onecht bouclé-weefsel, hetwelk de hierboven aangeduide kenmerken heeft, worden spankettingdraden gestrekt in het weefsel ingebonden en worden in elke inslaginbrengcyclus op de weefmachine twee inslagdraden <Desc/Clms Page number 2> gelijktijdig boven elkaar ingebracht. In opeenvolgende inbrengcycli worden de twee inslagdraden ten opzichte van de spankettingdraden afwisselend langs de bovenzijde van het weefsel en langs de rugzijde van het weefsel ingebracht. Er worden twee figuurkettingdraden met een verschillende kleur voorzien om langs de bovenzijde van het weefsel met de twee kleuren een tekening of een patroon te kunnen zichtbaar maken. Een eerste figuurkettingdraad wordt afwisselend boven de twee inslagdraden langs de bovenzijde van het weefsel gebracht en tussen de twee inslagdraden langs de rugzijde van het weefsel afgebonden, om op de bovenzijde van het weefsel een ribstructuur te verwezenlijken en de tekening of het patroon te vormen. Een tweede figuurkettingdraad wordt afwisselend tussen de twee inslagdraden langs de bovenzijde van het weefsel afgebonden en onder de twee inslagdraden langs de rugzijde van het weefsel gebracht. De kleur van de tweede figuurkettingdraad is dan zichtbaar aan de rugzijde van het weefsel. De tweede figuurkettingdraad vormt een ribstructuur aan de rugzijde van het weefsel. Bij deze weefsels worden de inslagdraden ingebonden door de figuurkettingdraden. Bij elke inbrengcyclus wordt een riblijn (afwisselend langs de bovenzijde en langs de rugzijde van het weefsel) geproduceerd. Op de rugzijde van het weefsel wordt een <Desc/Clms Page number 3> soort negatief (met omgewisselde kleuren) bekomen van de tweekleurige tekening die op de bovenzijde van het weefsel zichtbaar is. Het op een weefmachine vervaardigen van weefsels met een ribstructuur kan volgens deze gekende werkwijze maar met een middelmatige productiviteit gebeuren. Het doel van deze uitvinding is een werkwijze te verschaffen voor het weven van een weefsel met een ribstructuur, dewelke kan toegepast worden op een weefmachine die voorzien is om twee inslagdraden per inslaginbrengcyclus in te brengen, en waarmee een merkelijk hogere productiviteit kan bereikt worden dan met de gekende werkwijze. Deze doelstelling wordt volgens deze uitvinding bereikt door bij een werkwijze met de in de eerste paragraaf van deze beschrijving aangeduide kenmerken, in elk kettingdraadstelsel bindkettingdraden en figuurkettingdraden te voorzien, zodat bovenste en onderste inslagdraden door een respectievelijk stel bindkettingdraden worden ingebonden waarbij twee grondweefsels geweven worden, en zodat respectievelijke figuurkettingdraden afwisselend in een respectievelijk grondweefsel worden afgebonden en ribvormend worden omgebogen om een tussen de grondweefsels lopende bovenste of onderste inslagdraad die niet door bindkettingdraden ingebonden is, zodat twee weefsels met een ribstructuur boven elkaar worden geweven. <Desc/Clms Page number 4> Volgens de werkwijze volgens deze uitvinding kunnen op een weefmachine terzelfdertijd twee weefsels geweven worden. Het toepassen van deze werkwijze in plaats van de gekende werkwijze levert dus een verdubbeling op van de productiviteit. Deze werkwijze kan toegepast worden op een weefmachine die voorzien is om twee inslagdraden per inslaginbrengcyclus in te brengen, zoals bijvoorbeeld een dubbelgrijperweefmachine. Volgens een sterk voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding worden de inslagdraden in opeenvolgende reeksen van drie inslaginbrengcycli ingebracht, waarbij van de in elke reeks ingebrachte inslagdraden telkens twee bovenste inslagdraden ingebonden worden in het bovenste grondweefsel en twee onderste inslagdraden ingebonden worden in het onderste grondweefsel, terwijl om de twee andere inslagdraden een respectievelijke rib gevormd wordt door een in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad en door een in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad. Deze werkwijze wordt kan zo toegepast worden dat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraden ribvormend omgebogen worden om een onderste inslagdraad terwijl de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraden ribvormend omgebogen worden om een bovenste inslagdraad. Bij een volgens deze werkwijze vervaardigd weefsel worden de ribben gevormd boven twee boven elkaar lopende inslagdraden. In een dergelijk weefsel is de ribhoogte <Desc/Clms Page number 5> vrij groot, waardoor een zeer duidelijke ribstructuur bekomen wordt. De ribvormende figuurkettingdraden moeten bij deze werkwijze in elke inslaginbrengcyclus"boven" en"onder" de twee inbrengniveaus van de weefmachine kunnen gebracht worden. Om niet-ribvormende (delen van) figuurkettingdraden in een grondweefsel in te binden moet men deze figuurkettingdraden bovendien ook in een stand "tussen" de inbrengniveaus kunnen brengen. Het toepassen van deze werkwijze vereist dus een driestanden-opengaapjacquardmachine. Deze werkwijze wordt bijvoorbeeld zo toegepast dat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad een rib vormt om de onderste inslagdraad die gedurende de tweede inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht en de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad een rib vormt om de bovenste inslagdraad die gedurende de derde inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht. Om te verhelpen aan het nadeel dat de hierboven omschreven werkwijze een driestanden-opengaap-jacquardmachine vereist, wordt de werkwijze volgens deze uitvinding zo uitgevoerd dat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraden ribvormend omgebogen worden om een bovenste inslagdraad, terwijl de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraden ribvormend omgebogen worden om een onderste inslagdraad. <Desc/Clms Page number 6> Enerzijds kan zowel het vormen van ribben met de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraden als het inbinden van niet-ribvormende (dode) figuurketingdraden in het bovenste grondweefsel met de standen "boven" en "tussen" de inbrengniveaus gerealiseerd worden. Anderzijds kan zowel het vormen van ribben met de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraden als het inbinden van niet-ribvormende (dode) figuurketingdraden in het onderste grondweefsel met de standen "tussen" en "onder" de inbrengniveaus gerealiseerd worden. Deze werkwijze kan dus uitgevoerd worden gebruik makend van een tweestanden-opengaap-jacquardmachine. Deze jacquardmachine moet bovendien slechts de helft van de totale heffing uitvoeren. Volgens deze werkwijze worden de inslagdraden bij voorkeur ook, zoals hoger aangeduid, in opeenvolgende reeksen van drie inslaginbrengcycli ingebracht, zodat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad een rib vormt om de bovenste inslagdraad die gedurende de derde inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht, en zodat de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad een rib vormt om de onderste inslagdraad die gedurende de derde inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht. <Desc/Clms Page number 7> Bij de werkwijze volgens deze uitvinding kan de hoogte van de ribben in het weefsel vergroot worden door voor de inslagdraden die ribben ondersteunen dikkere draden te nemen dan voor de andere inslagdraden. Hierdoor wordt het luseffect van de ribstructuur versterkt en bekomt men een zeer goede benadering van het uitzicht van een lussenpoolweefsel of een bouclé-weefsel. de niet-ribvormende figuurkettingdraden of delen van figuurkettingdraden (in hetgeen volgt de dode figuurkettingdraden genoemd) worden bij voorkeur ingebonden in een grondweefsel. Volgens deze werkwijze wordt bij voorkeur ook, per kettingdraadstelsel, in elk grondweefsel een respectievelijke spankettingdraad ingebonden. De ingebonden dode figuurkettingdraden en de spankettingdraden strekken zieh daarbij samen uit in de grondweefsels. Deze uitvinding zal nu verder verduidelijkt worden in de hierna volgende beschrijving van een aantal werkwijzen voor het vervaardigen van onechte boucle-weefsels volgens deze uitvinding. Deze werkwijzen worden enkel bij wijze van voorbeeld beschreven en geen enkel deel van de hierna volgende beschrijving kan derhalve beschouwd worden als beperkend voor de met deze octrooiaanvraag opgeeiste bescherming. In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde en van referentiecijfers voorziene <Desc/Clms Page number 8> figuren l, 2, en 3, dewelke schematische dwarsdoorneden volgens de richting van de kettingdraden voorstellen van onechte bouclé-weefsels, respectievelijk vervaardigd volgens een eerste, een tweede en een derde variante werkwijze volgens deze uitvinding. Volgens een eerste variante werkwijze volgens deze uitvinding (zie figuur 1) worden op een dubbelgrijperweefmachine een aantal kettingdraadstelsels voorzien die respectivelijk twee spankettingdraden (7), (8), vier bindkettingsdraden (9), (10), (11), (12), en vier figuurkettingdraden (13), (14), (15), (16) omvatten. Gedurende opeenvolgende inslaginbrengcycli worden telkens gelijktijdig een bovenste inslagdraad (1), (2), (3) en een onderste inslagdraad (4), (5), (6) ingebracht tussen de kettingdraden (7-16). De verschillende kettingdraden (7-16) worden vóór elke inslaginbreng in de juiste positie ten opzichte van de twee inbrengniveaus gebracht om het op figuur 1 schematisch voorgestelde verloop van de kettingdraden (7- 16) ten opzichte van inslagdraden (1-3), (4-6) te bekomen, waarbij twee weefsels met een ribstructuur boven elkaar geweven worden. Daarbij worden twee grondweefsels gevormd, waarbij elk grondweefsel in elk kettingdraadstelsel twee bindkettingdraden (9), (10) ; (11), (12) omvat die elkaar herhaaldelijk kruisen en in elke tussen twee kruisingen gevormde opening twee inslagdraden (1), (2) ; (4), (6) <Desc/Clms Page number 9> insluiten, en een spankettingdraad (7), (8) omvat die zieh uitstrekt tussen de twee inslagdraden die zieh in de respectievelijke openingen tussen bindkettingdraden bevinden. Elk weefsel (17), (18) omvat in elk kettingdraadstelsel ook twee figuurkettingdraden (13), (14) ; (15), (16) die beurtelings ribben vormen, doordat ze afwisselend in het weefsel afgebonden worden door een inslagdraad (1), (4) en ribvormend ongebogen worden om een dikkere inslagdraad (5), (3) die zieh tussen beide grondweefsels uitstrekt. De posities van de verschillende kettingdraden (7-16) ten opzichte van de inslagdraden (1-6) worden telkens na een reeks van drie opeenvolgende inslaginbrengcycli herhaald. De bovenste inslagdraad (1) en de onderste inslagdraad (4) die gedurende de eerste inslaginbrengcyclus van een aantal opeenvolgende reeksen van drie inbrengcycli ingebracht worden, worden respectievelijk in het bovenste en het onderste grondweefsel ingebonden. De bovenste (2) en de onderste inslagdraad (5) die gedurende de tweede inslaginbrengcyclus van de opeenvolgende reeksen ingebracht worden, worden respectievelijk in het bovenste grondweefsel ingebonden en tussen beide grondweefsels voorzien. Gedurende deze tweede inslaginbrengcyclus wordt geen inslagdraad in het onderste grondweefsel ingebonden. De bovenste en de onderste inslagdraad (6) die gedurende de derde inslaginbrengcyclus van de opeenvolgende reeksen ingebracht worden, worden respectievelijk tussen beide grondweefsels voorzien en in het onderste grondweefsel <Desc/Clms Page number 10> ingebonden. Gedurende deze derde inslaginbrengcyclus wordt geen inslagdraad in het bovenste grondweefsel ingebonden. Een figuurkettingdraad (13), (14) wordt afwisselend in het bovenste grondweefsel afgebonden door een inslagdraad (1) en ribvormend ongebogen om de inslagdraad (5) die gedurende de tweede inslaginbrengcyclus tussen beide grondweefsels voorzien wordt. Een andere figuurkettingdraad (15), (16) wordt afwisselend in het onderste grondweefsel afgebonden door een inslagdraad (4) en ribvormend ongebogen om de inslagdraad (3) die gedurende de derde inslaginbrengcyclus tussen beide grondweefsels voorzien wordt. De niet-ribvormende delen van de figuurkettingdradden (13-16) worden samenlopend met de spankettingdraden (7), (8) in het grondweefsel ingebonden. Volgens een tweede variante werkwijze volgens deze uitvinding (zie fig. 2) worden de figuurkettingdraden (13-16) door middel van een tweestanden-opengaapjacquardmachine gepositioneerd. Deze werkwijze onderscheidt zich verder ook van de eerste variante werkwijze doordat de twee inslagdraden die ter ondersteuning van de ribben tussen de grondweefsels voorzien worden nu respectievelijk de bovenste (3) en de onderste inslagdraad (6) zijn die gedurende elke derde inslaginbrengcyclus van de opeenvolgende reeksen ingebracht worden. Deze inslagdraden (3), (6) bevinden zieh boven elkaar zodat de ribvormende <Desc/Clms Page number 11> EMI11.1 figuurkettingdraden (13), (15) tussen beide inslagdraden (3), (6) lopen. Van de inslagdraden (1), (2) (4), (5) die gedurende de eerste en de tweede inslaginbrengcyclus ingebracht worden worden de respectievelijke bovenste inslagdraden (1), (2) in het bovenste grondweefsel ingebonden en de respectievelijke onderste inslagdraden (4), (5) in het onderste grondweefsel ingebonden. Een derde variante werkwijze (zie figuur 3) onderscheidt zieh van de tweede, enkel doordat de inslagdraden (2), (3) die de ribben ondersteunen nu gedurende de tweede inslaginbreng-cyclus ingebracht worden. Deze uitvinding maakt het mogelijk om, bij het weven van weefsels met een ribstructuur op een weefmachine die slechts twee inslagdraden per inslagbrengcyclus kan inbrengen, de productiviteit in grote mate te verhogen.
Claims (1)
- CONCLUSIES 1. Werkwijze voor het weven van weefsels met een rib- structuur, waarbij op een weefmachine in opeen- EMI12.1 volgende inslaginbrengcycli telkens een bovenste (1), (2), en een inslagdraad (4), ingebracht worden tussen kettingdraden (7-16) van een reeks kettingdraadstelsels zodat een weefsel geweven wordt waarin kettingdraden (13-16) afwisselend in het weefsel afgebonden zijn en ribvormend om een inslagdraad (2), (3), (5), (6) omgebogen zijn, met het kenmerk dat in elk kettingdraadstelsel bindketting- draden (9-12) en figuurkettingdraden (13-16) voorzien worden zodat bovenste (1-3) en onderste inslagdraden (4-6) door een respectievelijk stel bindkettingdraden (9, 10), (11, 12) worden ingebonden waarbij twee grond- weefsels geweven worden, en zodat respectievelijke figuurkettingdraden (13),(14) ; (15), (16) afwisselend in een respectievelijk grondweefsel worden afgebonden en ribvormend worden omgebogen om een tussen de grondweefsels lopende bovenste (2), (3) of onderste inslagdraad (5), (6) die niet door bindkettingdraden (9-12) ingebonden is, zodat twee weefsels (17), (18) met een ribstructuur boven elkaar worden geweven.2. Werkwijze voor het weven van een weefsel met een ribstructuur volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de inslagdraden in opeenvolgende reeksen van drie inslaginbrengcycli ingebracht worden, waarbij van de in elke reeks ingebrachte inslagdraden telkens twee <Desc/Clms Page number 13> bovenste inslagdraden (1), (2) ingebonden worden in het bovenste grondweefsel en twee onderste inslagdraden (4), (6) ; (4), (5) ingebonden worden in het onderste grondweefsel, terwijl om de twee andere inslagdraden (5), (3) ; (3), (6) een respectievelijke rib gevormd wordt door een in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad (13), (14) en door een in het onderste grondweefsel afgebonden figuur- kettingdraad (15), (16).3. Werkwijze voor het weven van weefsels met een rib- structuur, volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraden (13), (14) ribvormend omgebogen worden om een onderste inslagdraad (5), terwijl de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurketting- draden (15), (16) ribvormend omgebogen worden om een bovenste inslagdraad (3).4. Werkwijze voor het weven van een weefsel met een ribstructuur volgens conclusies 2 en 3 met het kenmerk dat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad (13), (14) een rib vormt om de onderste inslagdraad (5) die gedurende de tweede inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht en dat de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad (15), (16) een rib vormt om de bovenste inslagdraad (3) die gedurende de derde inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht. <Desc/Clms Page number 14> 5.Werkwijze voor het weven van weefsels met een ribstructuur, volgens conclusie 1 met het kenmerk dat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuur- kettingdraden (13), (14) ribvormend omgebogen worden om een bovenste inslagdraad (2), (3), terwijl de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurketting- draden (15), (16) ribvormend omgebogen worden om een onderste inslagdraad (5), (6).6. Werkwijze voor het weven van een weefsel met een ribstructuur volgens conclusie 2 en 5 met het kenmerk dat de in het bovenste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad (13), (14) een rib vormt om de bovenste inslagdraad (3) die gedurende de derde inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht en dat de in het onderste grondweefsel afgebonden figuurkettingdraad (15), (16) een rib vormt om de onderste inslagdraad (6) die gedurende de derde inslaginbrengcyclus van elke reeks wordt ingebracht.7. Werkwijze voor het weven van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de inslagdraden (3), (5) ; (3), (6) ; (2), (5) die voorzien zijn voor het ondersteunen van de ribben dikker zijn dan de andere inslagdraden.8. Werkwijze voor het weven van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat een niet-ribvormend deel van een figuurkettingdraad (13-16) ingebonden wordt in een grondweefsel. <Desc/Clms Page number 15>9. Werkwijze voor het weven van een weefsel met een ribstructuur volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat, per kettingdraadstelsel, in elk grondweefsel een respectievelijke spankettingdraad (7), (8) wordt ingebonden.
Priority Applications (7)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9800929A BE1012366A3 (nl) | 1998-12-23 | 1998-12-23 | Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel. |
BE9900493A BE1012590A5 (nl) | 1998-07-22 | 1999-07-19 | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van onechte boucle-weefseles met gesneden pool, en volgens deze werkwijze geweven weefsels. |
AT99204229T ATE288966T1 (de) | 1998-12-23 | 1999-12-09 | Verfahren zum weben von falschen plüschgewebe |
DE69923648T DE69923648T2 (de) | 1998-12-23 | 1999-12-09 | Verfahren zum Weben von falschem Plüschgewebe |
EP99204229A EP1013805B1 (en) | 1998-12-23 | 1999-12-09 | Method for weaving a false bouclé fabric |
US09/468,301 US6289941B1 (en) | 1998-12-23 | 1999-12-21 | Method for weaving a false boucle fabric |
TR1999/03188A TR199903188A2 (xx) | 1998-12-23 | 1999-12-21 | Sahte bukjleli kuma� dokuma y�ntemi. |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE9800929A BE1012366A3 (nl) | 1998-12-23 | 1998-12-23 | Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1012366A3 true BE1012366A3 (nl) | 2000-10-03 |
Family
ID=3891589
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE9800929A BE1012366A3 (nl) | 1998-07-22 | 1998-12-23 | Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US6289941B1 (nl) |
EP (1) | EP1013805B1 (nl) |
AT (1) | ATE288966T1 (nl) |
BE (1) | BE1012366A3 (nl) |
DE (1) | DE69923648T2 (nl) |
TR (1) | TR199903188A2 (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5112686A (en) * | 1987-10-27 | 1992-05-12 | The Dow Chemical Company | Linear ethylene polymer staple fibers |
EP1072705B2 (en) * | 1999-07-19 | 2010-06-02 | NV Michel van de Wiele | Method for face-to-face weaving false bouclé fabrics with cut pile, and fabrics woven according to this method |
US7520303B2 (en) * | 2005-06-24 | 2009-04-21 | N.V. Michel Van De Wiele | Method for weaving a fabric, fabric woven by means of such a method and weaving machine for weaving such a fabric |
BE1016849A3 (nl) * | 2005-11-10 | 2007-08-07 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het weven van weefsels met zones met een ribstructuur met een grote variatie in kleureffecten. |
BE1016883A3 (nl) * | 2005-12-06 | 2007-09-04 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van poolweefsels met hoge dichtheid. |
CN101933692B (zh) * | 2009-07-03 | 2012-01-11 | 崔逸泉 | 一种布带 |
WO2013041938A2 (en) * | 2011-09-22 | 2013-03-28 | Nv Michel Van De Wiele | Method for weaving a pile fabric |
JP2019060453A (ja) * | 2017-09-28 | 2019-04-18 | Kyb株式会社 | 異常検知装置 |
CN108660587B (zh) * | 2018-05-11 | 2020-11-03 | 滨州亚光家纺有限公司 | 一种嵌入式纬浮线持久蓬松柔软毛圈织物的生产方法 |
EP3722470A1 (de) * | 2019-04-10 | 2020-10-14 | Textilma AG | Verfahren zum mustergesteuerten ausbilden des anbindungspunktes eines effektfadens im gewebe |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4243237A1 (de) * | 1992-12-19 | 1994-08-18 | Saechsisches Textilforsch Inst | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Schlingenpol-Doppelgewebe ohne Schlingenschußfäden |
DE4312235A1 (de) * | 1993-04-15 | 1994-10-20 | Chemnitzer Webmasch Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Weben von Schlingenpolgeweben auf einer Webmaschine |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US403372A (en) * | 1889-05-14 | Horse-power | ||
US939230A (en) * | 1908-06-03 | 1909-11-09 | Thomas Benton Dornan | Woven fabric. |
US1932981A (en) * | 1931-10-13 | 1933-10-31 | Nat Tapestry Company | Tapestry fabric |
US2247308A (en) * | 1938-08-12 | 1941-06-24 | Frank R Redman | Pile fabric |
US3013325A (en) * | 1958-05-22 | 1961-12-19 | Arthur F Mcnally | Fur-effect fabric and method of making same |
US3006383A (en) * | 1959-09-11 | 1961-10-31 | Mahmarian Levon | Pile carpet |
FR1401236A (fr) * | 1964-03-04 | 1965-06-04 | Librex Anstalt | Nouveau tapis tissé en double pièce et mode de tissage de ce tapis |
US3394739A (en) * | 1966-03-31 | 1968-07-30 | Riegel Textile Corp | Apparatus for making plush fabrics |
US4456035A (en) * | 1982-03-08 | 1984-06-26 | Girmes-Werke Ag | Method of making double-sided textile material and textile material produced thereby |
BE1004348A3 (nl) * | 1990-06-05 | 1992-11-03 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van een dubbelstuktapijtweefsel, in een 2-schotbinding alsmede aldus verkregen weefsels. |
BE1005208A4 (nl) * | 1991-08-28 | 1993-05-25 | Vererfve Nv | Werkwijze voor het weven van dubbelstuk jacquardpoolweefsels, en volgens een dergelijke werkwijze vervaardigde poolweefsels. |
BE1005761A5 (nl) * | 1992-04-10 | 1994-01-18 | Wiele Michel Van De Nv | Tweeschotsbinding voor het vervaardigen van dubbelstukweefsels, en dubbelstukweefmachine met vertikaal beweegbare inslaginbrenginrichtingen, voor de vervaardiging ervan. |
BE1008209A4 (nl) * | 1993-04-23 | 1996-02-13 | Wiele Michel Van De Nv | Jacquardmachine. |
EP0628649B1 (en) * | 1993-06-11 | 1998-01-07 | N.V. Michel Van de Wiele | Method for manufacturing a face-to-face pile fabric |
BE1011362A3 (nl) * | 1998-07-22 | 1999-07-06 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor het vervaardigen van weefsels met aan beide zijden een ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels. |
BE1012269A3 (nl) * | 1998-11-06 | 2000-08-01 | Wiele Michel Van De Nv | Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels. |
-
1998
- 1998-12-23 BE BE9800929A patent/BE1012366A3/nl not_active IP Right Cessation
-
1999
- 1999-12-09 DE DE69923648T patent/DE69923648T2/de not_active Expired - Lifetime
- 1999-12-09 EP EP99204229A patent/EP1013805B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1999-12-09 AT AT99204229T patent/ATE288966T1/de not_active IP Right Cessation
- 1999-12-21 US US09/468,301 patent/US6289941B1/en not_active Expired - Lifetime
- 1999-12-21 TR TR1999/03188A patent/TR199903188A2/xx unknown
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4243237A1 (de) * | 1992-12-19 | 1994-08-18 | Saechsisches Textilforsch Inst | Verfahren und Vorrichtung zur Herstellung von Schlingenpol-Doppelgewebe ohne Schlingenschußfäden |
DE4312235A1 (de) * | 1993-04-15 | 1994-10-20 | Chemnitzer Webmasch Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Weben von Schlingenpolgeweben auf einer Webmaschine |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1013805B1 (en) | 2005-02-09 |
US6289941B1 (en) | 2001-09-18 |
DE69923648D1 (de) | 2005-03-17 |
DE69923648T2 (de) | 2005-06-30 |
TR199903188A3 (tr) | 2000-07-21 |
TR199903188A2 (xx) | 2000-07-21 |
ATE288966T1 (de) | 2005-02-15 |
EP1013805A1 (en) | 2000-06-28 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
BE1016008A4 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het weven van dubbelzijdig bruikbare weefsels. | |
BE1012366A3 (nl) | Werkwijze voor het weven van een onecht boucle-weefsel. | |
BE1012077A3 (nl) | Onechte en echte boucle-weefsels, en een werkwijze voor de productie van dergelijke weefsels. | |
BE1013266A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een hoogkorig poolweefsel. | |
BE1021026B1 (nl) | Tapijt met een schaduweffect en werkwijze voor het weven van een tapijtweefsel met een schaduweffect. | |
EP1072705B1 (en) | Method for face-to-face weaving false bouclé fabrics with cut pile, and fabrics woven according to this method | |
BE1011362A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van weefsels met aan beide zijden een ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels. | |
BE1012357A3 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstukweven van poolweefsels. | |
BE1012005A3 (nl) | Werkwijze voor het weven van een poolweefsel met hoge pooldichtheid. | |
BE1012004A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een poolweefsel met grove poolkettingdraden. | |
BE1012858A3 (nl) | Onechte boucle-weefsels met gesneden pool en/of poollussen, en werkwijze voor het weven ervan. | |
BE1004509A4 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van schaduwfluweel en volgens deze werkwijze vervaardigd schaduwfluweel. | |
BE1012269A3 (nl) | Werkwijze voor de vervaardiging van een weefsel met ribstructuur, en volgens deze werkwijze vervaardigde weefsels. | |
BE1014573A5 (nl) | Uitrusting van een weefmachine, werkwijze voor het wijzigen van een weefmachine-uitrusting, en weefprocede gebruik makend van een weefmachine met zo'n uitrusting. | |
BE1012590A5 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van onechte boucle-weefseles met gesneden pool, en volgens deze werkwijze geweven weefsels. | |
BE1010423A3 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. | |
BE1007294A3 (nl) | Dubbele tweeschotbinding voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens een dergelijke binding vervaardigde weefsels. | |
BE1007423A3 (nl) | Werkwijze voor de vervaardiging van een dubbelstuk-poolweefsel, en volgens deze werkwijze vervaardigde poolweefsels. | |
BE1010839A3 (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een lussenpoolweefsel. | |
BE1013582A7 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van poolweefsels en volgens deze werkwijze geweven poolweefsels. | |
BE1015032A6 (nl) | Badstofweefsel en werkwijze voor de vervaardiging ervan. | |
BE1013547A3 (nl) | Werkwijze voor het dubbelstuk-weven van poolweefsels en volgens deze werkwijze geweven poolweefsels. | |
BE866687A (nl) | Werkwijze voor het vervaardigen van een meerkleurig poolweefsel en poolweefsel volgens deze werkwijze vervaardigd | |
BE1013427A6 (nl) | Werkwijze voor het weven van poolweefsels en volgens deze werkwijze vervaardigde poolweefsels. | |
BE1011262A3 (nl) | Werkwijze voor het weven van een pooltapijt. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20171231 |