BE1010648A3

BE1010648A3 - Scharnierconstructie en daarbij gebruikte onderdelen.

Info

Publication number: BE1010648A3
Application number: BE9600806A
Authority: BE
Original assignee: Parys Remi E Van
Priority date: 1996-09-25
Filing date: 1996-09-25
Publication date: 1998-11-03
Also published as: GB2317642B; NL1007057C2; DE19739930B4; FR2754557A1; GB9719493D0; NL1007057A1; DE19739930A1; ITMI972057A1; GB2317642A; IT1295007B1; FR2754557B1

Abstract

Scharnierconstructie die een vleugel (2) scharnierend met een vast gedeelte (4) verbindt en die twee scharniergedeelten bevat die respectivelijk aan de vleugel (2) en aan het vaste gedeelte (4) vastgemaakt zijn en die elk een scharnierblad (8 resp. 6) en minstens één daarmee verbonden oog (9 resp. 7) bezitten, waarbij de ogen (7 en 9) een gemeenschappelijke scharnierpen (5) omringen, daardoor gekenmerkt dat het scharnierblad (8) van één van de scharniergedeelten samengesteld is uit twee op elkaar gelegen onderdelen (8A en 8B) die evenwijdig aan de scharnierpen (5) langwerpig zijn en die, wanneer het scharnierblad (8) door bevestigingsbouten of -schroeven (22) op een profiellijst (1 of 3) van de vleugel (2) of het vast gedeelte (4) is bevestigd, door deze bevestigingsbouten of -schroeven (22) tegen elkaar worden geklemd, waarbij de naar het andere onderdeel (8B) gerichte zijde van minstens één van de onderdelen (8A et 8B) minstens één niveauverschil (27-28) in de dwarsrichting van het onderdeel (8A) vertoont en het onderste onderdeel (8A) na het lossen van voornoemde bevestigingsbouten of -schroeven (22), zijwaarts, in voornoemde dwarsrichting ten opzichte van...

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Scharnierconstructie en daarbij gebruikte onderdelen. 



  De uitvinding heeft betrekking op een scharnierconstructie die een vleugel scharnierend met een vast gedeelte verbindt en die twee scharniergedeelten bevat die respectievelijk aan de vleugel en aan het vaste gedeelte vastgemaakt zijn en die elk een scharnierblad en minstens   één   daarmee verbonden oog bezitten, waarbij de ogen een gemeenschappelijke scharnierpen omringen. 



  Bij bekende scharnierconstructies van deze soort zijn de bladen vast gepositioneerd op respectievelijk het vaste gedeelte en de vleugel zodat een zeer nauwkeurige montage van deze bladen vereist is en na deze montage geen speling van de vleugel in het vaste gedeelte meer mogelijk is, waardoor het sluitmechanisme van de vleugel niet altijd goed werkt. 



  Enkel een hoogte-instelling van de vleugel is bij deze scharnierconstructies in beperkte mate mogelijk door ringen tussen de ogen van de scharniergedeelten aan te brengen. 



  Deze instelling is niet eenvoudig en niet nauwkeurig. 



  De uitvinding heeft een scharnierconstructie als doel die deze en andere nadelen niet vertoont en zowel bij als na montage op een relatief eenvoudige manier een zekere en nauwkeurige instelling van de vleugel ten opzichte van het vaste gedeelte toelaat. 



  Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat het scharnierblad van   één   van de scharniergedeelten samengesteld is uit twee op elkaar gelegen onderdelen die evenwijdig aan de scharnierpen langwerpig zijn en die, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 wanneer het scharnierblad door bevestigingsbouten of - schroeven op een profiellijst van de vleugel of het vast gedeelte is bevestigd, door deze bevestigingsmiddelen tegen elkaar worden geklemd, waarbij de naar het andere onderdeel gerichte zijde van minstens één van de onderdelen minstens één niveauverschil in de dwarsrichting van het onderdeel vertoont en het onderste onderdeel na het lossen van voornoemde bevestigingsbouten of-schroeven, zijwaarts, in voornoemde dwarsrichting ten opzichte van het bovenste onderdeel verschuifbaar is. 



  De   afstand   van het oog en dus van de scharnierpen tot de profiellijst waarop het scharnierblad is bevestigd, hangt af van de relatieve positie van het onderste onderdeel ten opzichte van het bovenste en is door het verschuiven van dit onderste onderdeel instelbaar. 



  In het bijzonder vertoont minstens   één   van de onderdelen, bijvoorbeeld minstens het onderste onderdeel, aan de naar het andere onderdeel gerichte zijde minstens twee gedeelten met niveauverschillen en bezit dit onderdeel hiertoe langs beide langse randen stroken in reliëf die in de richting van het oog van het scharniergedeelte over minstens een gedeelte van hun breedte in dezelfde zin en in dezelfde graad in dikte variëren, bijvoorbeeld verminderen. 



  Bij voorkeur vertonen zowel het onderste onderdeel als het bovenste onderdeel op hun naar elkaar gerichte zijden minstens één niveauverschil, waarbij de niveauverschillen in beide onderdelen complementair en dus in tegengestele zin zijn. 



  Beide onderdelen kunnen aldus nabij hun langse randen stroken in reliëf bezitten die in de dwarsrichting over 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 minstens een gedeelte van hun breedte in dikte variëren waarbij de dikte van stroken van het onderste onderdeel in tegengestelde zin variëren als de dikte van de stroken van het bovenste onderdeel. 



  In een nog meer voorkeurdragende uitvoering is het voornoemde niveauverschil trapsgewijze en variëren bijvoorbeeld de stroken trapsgewijze in dikte. 



  Terwijl in de hiervoor beschreven uitvoeringen de scharnierconstructie regelbaar is in de dwarsrichting kan de scharnierconstructie ook regelbaar zijn in de richting evenwijdig aan de scharnierpen. 



  Hiertoe is volgens de uitvinding een van de scharnierbladen aan een profiellijst van de vleugel of het vaste gedeelte bevestigd door bevestigingsschroeven of -bouten die door openingen steken die evenwijdig aan de scharnierpen langwerpig zijn. 



  Bij voorkeur is de scharnierpen verticaal en bevat de scharnierconstructie een hulponderdeel met een lichaam dat onder het onderste uiteinde van het scharnierblad op voornoemde profiellijst is vastgemaakt en een daarin geschroefde instelschroef om het scharnierblad in hoogte te verplaatsen wanneer voornoemde bevestigingsbouten of - schroeven losgemaakt zijn. 



  De uitvinding heeft ook betrekking op de speciale onderdelen van de scharnierconstructie volgens de uitvinding en meer in het bijzonder het eigenlijke scharnier met de scharnierbladen en voornoemd hulponderdeel. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een scharnierconstructie en van daarbij gebruikte onderdelen volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 een vooraanzicht weergeeft van een tussen een vleugel en een vast gedeelte gemonteerde scharnierconstructie volgens de uitvinding met de vleugel over   180    opengewenteld ten opzichte van het vaste gedeelte ; figuur 2 een doorsnede weergeeft volgens de lijn II-II in figuur   1,   op grotere schaal getekend ; figuur 3 een vooraanzicht weergeeft van   een   scharnierblad en de ermee verbonden ogen uit de scharnierconstructie volgens de vorige figuren ;

   figuur 4 een vooraanzicht weergeeft van een onderdeel van het andere scharnierblad van de schanierconstructie van de figuren 1 tot 3 met zijn ermee verbonden oog ; figuur 5 een achteraanzicht weergeeft van hetgeen weergegeven is in figuur   4 ;   figuur 6 een vooraanzicht weergeeft van een ander onderdeel van het scharnierblad van de figuren 4 en   5 ;   figuur 7 een zieht in perspectief weergeeft van nog een ander onderdeel gebruikt bij het scharnierblad van de figuren 4 tot   6 ;   figuur 8 een doorsnede weergeeft volgens lijn
VIII-VIII in figuur 1. 



  In de figuren 1 en 2 is een scharnierconstructie volgens de uitvinding weergegeven die een opstaande profiellijst 1 van 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 een vleugel 2 van een raam of deur scharnierend verbindt met een opstaande profiellijst 3 van het vaste gedeelte 4. 



  Deze profiellijsten 1 en 3 kunnen eender welk profiel bezitten en zijn bijvoorbeeld aluminium profielen met thermische onderbreking. 



  De scharnierconstructie bevat een eigenlijk scharnier met een scharnierpen 5, een eerste scharniergedeelte bestaande uit een scharnierblad 6 en twee daarop aansluitende ogen 7 die op een afstand van elkaar de scharnierpen 5 omringen en een tweede scharniergedeelte dat bestaat uit een scharnierblad 8 en een daarop aansluitend oog 9 dat tussen de ogen 7 de scharnierpen 5 omringt. 



  De scharnierpen 5 is in haar midden van een omtreksgroef 10 voorzien waarin het uiteinde steekt van een door de wand van het oog 9 geschroefd schroefje 11 met verzonken kop, zodanig dat de scharnierpen 5 in het oog 9 draaibaar is maar niet axiaal verschuifbaar. De scharnierpen 5 kan niet uit de ogen 7 en 9 worden gehaald zonder het schroefje 11 uit de omtreksgroef 10 te verwijderen en dit schroefje 11 is zo gelegen dat het bij een dichtgewentelde vleugel 2 niet bereikbaar is. 



  Het scharnierblad 6 is geprofileerd overeenkomstig de zijde van profiellijst 3 die naar het midden van de vleugel 2 is gericht en wordt tegen deze zijde bevestigd door twee bevestigingsbouten of-schroeven 12 die onder tussenkomst van een ring 13 met hun kop het scharnierblad 6 tegen voornoemde zijde aandrukken. 



  Hierbij steken de bevestigingsschroeven 12 doorheen gleuven 14 in het scharnierblad 6 die in de langsrichting van dit 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 scharnierblad 6 en dus ook van de scharnierpen 5 langwerpig zijn. 



  Om een zeer stevige bevestiging te verkrijgen, zijn ze niet rechtstreeks in een zijde van de profiellijst 1 geschroefd maar in holle klinknagels 15 die in deze zijde zijn geklonken. 



  Onder het onderste uiteinde van het scharnierblad 6 is op voornoemde zijde een hulponderdeel bevestigd dat bestaat uit een lichaam 16 en een instelschroef 17 die geschoefd is in een verticale opening 18 die zich doorheen het lichaam 16 uitstrekt. 



  Het lichaam 16 is aan de rugzijde van een ronde tap 19 voorzien die in een overeenstemmende opening 20 in de profiellijst 3 steekt en is bovenaan van een lip 21 voorzien die onder het scharnierblad 6 past, zoals in detail in figuur 8 is weergegeven. 



  Het scharnierblad 8 is samengesteld uit twee langwerpige samenwerkende onderdelen 8A en 8B die met hun langsrichting in de langsrichting van de scharnierpen 5 zijn gericht en op elkaar, samen op de profiellijst 1 bevestigd zijn door bevestigingsbouten of-schroeven 22. 



  Het onderste onderdeel   8A,   dat in figuur 6 in detail is weergegeven, is op zijn naar het bovenste onderdeel 8B gerichte zijde langs beide randen van een strook in   reliëf   23 en 24 voorzien die, bij voorkeur over haar volledige breedte zoals weergeveven, naar de buitenkant toe, dit is van de richting van de scharnierpen 5 weg, trapsgewijze in dikte toeneemt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 De trappen van beide stroken in reliëf 23 en 24 zijn even groot maar de buitenste strook 24 bevat meer trappen en is dus hoger. 



  Halverwege zijn lengte is het onderdeel 8A van een ovale opening 25 voorzien terwijl nabij beide uiteinden een opening 26 voor een bevestigingsschroef 22 aangebracht is die veel groter is, vooral in de dwarsrichting van het onderdeel, dan de doorsnede van deze bevestigingsschroef 22 om een relatieve verplaatsing van dit onderdeel 8A ten opzichte van de bevestigingsschroef 22 toe te laten. 



  Het bovenste onderdeel 8B sluit aan op het oog 9 en is, op zijn onderzijde nabij zijn langse randen eveneens van twee stroken 27 en 28 met trapvormig reliëf voorzien die complementair zijn aan de stroken in   reliëf   23 en 24 zodanig dat bij relatieve verschuiving in de dwarsrichting van de onderdelen 8A en 8B ten opzichte van elkaar de aan de voorkant van het scharnierblad 8 gelegen zijde evenwijdig aan de zijde van de profiellijst 1 blijft maar dichter bij of verder van deze zijde komt te liggen. 



  Voornoemde onderzijde van het onderdeel 8A is in figuur 5 in detail weergegeven. 



  Dit betekent dat de strook in   reliëf   27 over haar gehele breedte en de strook in reliëf 28 over een gedeelte van haar breedte trapsgeswijze in dikte toenemen in de richting van de scharnierpen 5. 



  De binnenste strook in reliëf 27 vertoont veel meer tanden dan de buitenste strook 28. 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 Het onderdeel 8A bevat in het midden eveneens een opening   29,   maar deze is rond en kleiner dan de ovale opening 25 in het onderdeel 8B. 



  In deze ovale opening 25 is een ronde excentriekschijf 30 opgesteld die vast is op een as 31 die met haar ene uiteinde draaibaar in voornoemde opening 29 steekt en met haar andere uiteinde in een opening 32 in de profiellijst 1. De as 31 met de excentriekschijf 30 is in detail in figuur 7 weergegeven. Het uiteinde van de as 31 dat in de opening 29 is gelegen, is van een zeskantige holte 33 voorzien zodat met een zeskantstift de as 31 kan worden verdraaid. 



  Ook de twee openingen 34 in het onderdeel 8B voor de bevestigingsschroeven 22 zijn veel kleiner dan de overeenstemmende openingen 26 in het onderdeel 8A zodat deze bevestigingsschroeven 22 er juist in passen. 



  Deze bevestigingsschroeven 22 zijn zoals de bevestigingsschroeven 12 in holle klinknagels 15 geschroefd die in openingen in de profiellijst 1 zijn geklonken. 



  Alle bevestigingsschroeven zijn inbusschroeven en bezitten een zeskantige holte, maar het is evident dat het ook kruisschroeven of gewone schroeven kunnen zijn. 



  Het instellen van de scharnierconstructie is eenvoudig en als volgt. 



  Een instelling in de hoogte wordt verkregen door de bevestigingsbouten of-schroeven 12 een weinig los te schroeven zodanig dat het scharnierblad 6 ten opzichte van de profiellijst 3 in zijn langsrichting verschuifbaar is. 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 Door het verdraaien van de instelschroef 17 in het lichaam 16 in de ene of andere zin wordt het erop rustend scharnierblad 6 opwaarts geduwd of neerwaarts gelaten tot in de gewenste stand, waarna de bevestigingsbouten of   - schroeven 12   opnieuw worden aangespannen. 



  Op deze wijze kunnen al de scharnierconstructies waarmee een vleugel 2 met het vaste gedeelte 4 is verbonden in hoogte worden ingesteld zodat de volledige vleugel 2 ook in hoogte in de opening van het vaste gedeelte kan worden geregeld. 



  Om de scharnierconstructie in de horizontale richting in te stellen worden de bevestigingsbouten of-schroeven 22 eerst losgemaakt. 



  Daarna wordt met behulp van een stift die in de holte 33 van de as 31 wordt aangebracht, de excentriekschijf 30 in de ovale opening 25 verdraaid, waardoor het onderste onderdeel 8A zieh zijwaarts verplaatst naar de scharnierpen 5 toe of ervan weg, naargelang de draaiingszin van de as 31. 



  Door de verplaatsing van dit onderdeel 8A komt het bovenste onderdeel 8B, dat door de bevestigingsbouten of-schroeven 22 niet zijdelings verplaatsbaar is, verder van of dichter bij de zijde van de profiellijst 1 te liggen. 



  Tot slot worden de bevestigingsbouten of-schroeven 22 opnieuw aangeschroefd. 



  Door al de scharnierconstructies op deze wijze in te stellen kan de vleugel 2 ook in de horizontale richting passend in de opening van het vaste gedeelte 4 worden gemaakt. 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 



  Dit instellen is vrij eenvoudig en snel uit te voeren. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hiervoor beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch dergelijke scharnierconstructie en onderdelen daarvoor kunnen in verschillende varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het raam van de bijgaande conclusies te vallen. 



  In het bijzonder kunnen de scharnierbladen 6 en 8 omgewisseld worden zodat dus het scharnierblad 6 aan de profiellijst 1 van de vleugel 2 is vastgemaakt. 



  Het aantal ogen waarop de scharnierbladen aansluiten moet ook niet noodzakelijk juist   een,   respectievelijk twee zijn.

Claims

Conclusies. l.-Scharnierconstructie die een vleugel (2) scharnierend met een vast gedeelte (4) verbindt en die twee scharniergedeelten bevat die respectievelijk aan de vleugel (2) en aan het vaste gedeelte (4) vastgemaakt zijn en die elk een scharnierblad (8 resp. 6) en minstens één daarmee verbonden oog (9 resp.
2.-Scharnierconstructie volgens conclusie l, daardoor gekenmerkt dat minstens een van de onderdelen (8A-8B) aan de naar het andere onderdeel (8B-8A) gerichte zijde minstens twee gedeelten met niveauverschillen bezit en dit onderdeel hiertoe langs beide langse randen stroken in reliëf (23-24 of 27-28) bezit die in de richting van het oog (9 of 7) van het scharniergedeelte over minstens een <Desc/Clms Page number 12> gedeelte van hun breedte in dezelfde zin en in dezelfde graad in dikte variëren.
3.-Scharnierconstructie volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens het onderste onderdeel (8A) aan zijn bovenzijde minstens één niveauverschil vertoont.
4.-Scharnierconstructie volgens conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat het onderste onderdeel (8A) minstens één gedeelte bezit dat naar de scharnierpen (5) toe in dikte vermindert.
5.-Scharnierconstructie volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat zowel het onderste onderdeel (8A) als het bovenste onderdeel (8B) op hun naar elkaar gekeerde zijden minstens één niveauverschil bezitten, waarbij de niveauverschillen in beide onderdelen complementair en dus in tegengestelde zin variëren.
6.-Scharnierconstructie volgens de conclusies 2 en 5, daardoor gekenmerkt dat beide onderdelen (8A-8B), nabij hun langse randen stroken in reliëf (23-24 ; 27-28) bezitten die in de dwarsrichting over minstens een gedeelte van hun breedte in dikte variëren, waarbij de dikte van stroken (23-24) van het onderste onderdeel (8A) in tegengestelde zin variëert als de dikte van de stroken (27-28) van het bovenste onderdeel (8B).
7.-Scharnierconstructie volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemd niveauverschil trapsgewijze is. <Desc/Clms Page number 13>

7) bezitten, waarbij de ogen (7 en 9) een gemeenschappelijke scharnierpen (5) omringen, daardoor gekenmerkt dat het scharnierblad (8) van een van de scharniergedeelten samengesteld is uit twee op elkaar gelegen onderdelen (8A en 8B) die evenwijdig aan de scharnierpen (5) langwerpig zijn en die, wanneer het scharnierblad (8) door bevestigingsbouten of-schroeven (22) op een profiellijst (1 of 3) van de vleugel (2) of het vast gedeelte (4) is bevestigd, door deze bevestigingsbouten of-schroeven (22) tegen elkaar worden geklemd, waarbij de naar het andere onderdeel (8B) gerichte zijde van minstens één van de onderdelen (8A et 8B) minstens één niveauverschil (27-28) in de dwarsrichting van het onderdeel (8A) vertoont en het onderste onderdeel (8A)

na het lossen van voornoemde bevestigingsbouten of - schroeven (22), zijwaarts, in voornoemde dwarsrichting ten opzichte van het bovenste onderdeel (8B) verschuifbaar is.
8.-Scharnierconstructie volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat in het onderste onderdeel (8A) een opening (25) aangebracht is die langwerpig is in de richting evenwijdig aan de scharnierpen (5) en in deze opening (25) een excentriekschijf (30) gelegen is die vast is op een as (31) die met haar uiteinden draaibaar steekt in een opening (29) in het bovenste onderdeel (8B) en in een opening (32) in de profiellijst (1) waartegen het onderste onderdeel (8A) is gelegen. EMI13.1
9.-Scharnierconstructie volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat één van de scharnierbladen (6 of 8) aan een profiellijst (1 of 3) van de vleugel (2) of het vaste gedeelte (4) bevestigd is door bevestigingsbouten of-schroeven (12) die door gleuven (14) steken die evenwijdig aan de scharnierpen (5) gericht zijn.
10.-Scharnierconstructie volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat de scharnierpen (5) verticaal is en de scharnierconstructie een hulponderdeel (16-17) bevat met een lichaam (16) dat onder het onderste uiteinde van het scharnierblad (6) op voornoemde profiellijst (3) is vastgemaakt en een daarin geschroefde instelschroef (17) om het scharnierblad (6) in hoogte te verplaatsen wanneer voornoemde bevestigingsbouten of-schroeven (12) losgemaakt zijn.
11.-Combinatie van scharnierpen (5) en scharniergedeelten voor een scharnierconstructie volgens een van de vorige conclusies, daardoor gekenmerkt dat minstens een van de scharnierbladen (8) van de scharniergedeelten uit twee met elkaar samenwerkende onderdelen (8A en 8B) is gevormd waarbij minstens een van deze onderdelen (8A en 8B) op zijn <Desc/Clms Page number 14> naar het ander onderdeel gerichte zijde van minstens één niveauverschil is voorzien zodat de dikte van het scharnierblad (8) en dus de ligging van het ermee verbonden oog (9) afhangen van de relatieve positie van de twee onderdelen (8A en 8B) op elkaar.
12.-Hulponderdeel voor een scharnierconstructie volgens een van de conclusies 1 tot 9, daardoor gekenmerkt dat het een lichaam (16) bevat en een daardoor geschroefde instelschroef (17).