BE1007837A3

BE1007837A3 - Uitstalkast of rek.

Info

Publication number: BE1007837A3
Application number: BE9301404A
Authority: BE
Inventors: K Coster; B Wolswinkel
Original assignee: Rothmans Tobacco Company B V
Priority date: 1993-12-17
Filing date: 1993-12-17
Publication date: 1995-10-31
Also published as: DE69410960T2; DE69410960D1; EP0658326B1; EP0658326A1

Abstract

Ieder geleidingsmiddel tussen iedere zijwand van de kast en iedere zijwand van de lade bestaat uit een hellend naar boven lopende geleidingsgroef (5) die aan één einde open en aan het andere einde gesloten is en over minstens een gedeelte van haar lengte is voorzien van uitsteeksels (6) waarachter geleidingspennen (9-10) worden gehaakt om de ermee samenwerkende lade (12) in een verkozen uitgetrokken hellende of horizontale stand te blokkeren, waarbij de geleidingsgroef en de erin grijpende geleidingspennen in het binnenoppervlak van de zijwand (3) van de kast (1) en de zijwand van de lade (12) zijn aangebracht.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  UITSTALKAST OF REK 
De uitvinding betreft een uitstalkast met open voorzijde of open rek, waarin meerdere naar beneden hellend opgestelde laden zijn voorzien voor het uitstallen van kleine artikelen, meer in het bijzonder van sigarettendoosjes, waarbij tussen iedere zijwand van de kast of rek en de aanliggende zijwand van iedere lade, geleidingsmiddelen zijn voorzien die toelaten iedere lade over een gewenste afstand uit de kast te schuiven en te blokkeren, evenals ze in een gewenste hellende of horizontale stand te kantelen. 



   Hiertoe is een inrichting verwezenlijkt zoals in hoofdzaak beschreven in de hiernavolgende conclusie 1. 



   Hierdoor kunnen de laden zonder moeite worden gevuld met de gewenste artikelen en in een hellende stand worden opgesteld, zodat de artikelen in de laden goed zichtbaar zijn. 



   Als voorbeeld,   zonder   enig begrenzend karakter, volgt hierna de beschrijving van een verkozen uitvoeringsvorm van een uitstalkast volgens de uitvinding. Deze beschrijving verwijst naar bijgevoegde tekening, waarin : fig. 1 een gedeeltelijk perspectief zieht van de uitstalkast weergeeft ; fig. 2 een perspectief zieht weergeeft van een geleidingslat met geleidingsgroef volgens de uitvinding, om op of in het binnenoppervlak van de zijwanden van de uitstalkast te worden bevestigd. 



   In deze figuren bemerkt men een uitstalkast 1 met open voorzijde 2. In het binnenoppervlak van ieder van de twee zijwanden 3 van de uitstalkast 1 zijn boven en op een afstand van elkaar meerdere naar boven hellende geleidingslatten 4 ingewerkt. Iedere geleidingslat 4 heeft een langslopende geleidingsgroef 5 waarvan de onderste langsboord van meerdere tanden 6 is voorzien die dienst doen als aanslag. Onderaan heeft de geleidingsgroef een V-vormig gedeelte 7 dat uitloopt in een horizontaal open ingangsgedeelte 8 dat zieh aan de voorzijde van de uitstalkast bevindt. In ieder van 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 de twee tegenoverliggende geleidingsgroeven 5 van de geleidingslatten 4, grijpen twee geleidingspennen 9-10 die op ieder van de twee zijwanden 11 van iedere lade 12 zijn aangebracht.

   Iedere lade is aan de voor-en de achterzijde van een wand voorzien en kan van metaal, een doorzichtig of ander materiaal zijn vervaardigd. In iedere lade kunnen meerdere vakken 13 van gelijk welke breedte zijn voorzien, naargelang de afmetingen van de uit te stallen en te verkopen artikelen. Ook kunnen meerdere kokervormige dozen met een vul- en uithaalopening uitneembaar in de laden worden geschikt. Voor de tegenaan de onderste kastplank 14 van de kast of voor de tegenaan het vloeroppervlak gelegen onderste lade, zijn de geleidingslatten 4'derwijze aangebracht dat de hellingshoek ervan minder groot is dan deze van de hoger aangebrachte geleidingslatten 4 en loopt het achterste einde van de in de geleidingslat 4 voorziene geleidingsgroef 5 uit in een naar boven lopend boogvormig gedeelte 5'.

   Hierdoor kan de onderste lade   zonder   moeilijkheden in en uit de kast worden geschoven. 



   Voor het in de uitstalkast 1 aanbrengen van een lade 12, schuift men de geleidingspennen 9-10 van de lade in het open ingangsgedeelte 8 van de geleidingsgroeven 5 van de geleidingslatten 4, tot de lade de gewenste stand in de kast heeft ingenomen en haakt men de voorste geleidingspennen 9 achter de geschikte tanden 6 van genoemde geleidingsgroeven, zodat de hellende lade in de kast is vastgehaakt. Op deze wijze kan iedere afhellende lade minder of meer uit de kast steken.

   Voor het met bijvoorbeeld platliggende sigarettendoosjes vullen van een in de kast opgestelde lade, licht men de lade een weinig op tot de voorste geleidingspennen 9 van de lade vrijkomen uit de tanden 6, trekt men de lade over de gewenste afstand uit de kast en haakt men de achterste geleidingspennen 10 achter de geschikte tanden 6 of in het V-vormig gedeelte 7 van de geleidingsgroeven 5, zodat de lade door kantelen in de gewenste hellende stand kan worden gehouden om te worden gevuld en daarna opnieuw in de kast te worden geschoven zoals hiervoor vermeld. 



   Het spreekt vanzelf dat de tanden 6 in de geleidingsgroeven 5 door andere uitstekende elementen of uitsteeksels zouden kunnen 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 worden vervangen, dat de geleidingsgroeven met tanden eveneens rechtstreeks in het binnenoppervlak van de zijwanden van de kast of rek zouden kunnen worden aangebracht in plaats van in een geleidingslat 4, en dat de vorm, de afmetingen en het aantal geleidingsgroeven en de erin aangebrachte tanden, evenals de geleidingspennen op de laden, eveneens zouden kunnen verschillen.

Claims

CONCLUSIES 1.-Uitstalkast (1) met open voorzijde (2) of open rek en voorzien vÅan meerdere boven elkaar opgestelde laden (12) waarin uit te stallen en te verkopen artikelen, zoals sigarettendoosjes, zijn geschikt, waarbij tussen iedere zijwand (3) van de kast of rek en de aanliggende zijwand van ieder lade (12), geleidingsmiddelen zijn voorzien die toelaten de laden hellend in de kast op te stellen en in en uit de kast te schuiven, met het kenmerk dat ieder geleidingsmiddel bestaat uit een hellend naar boven lopende geleidingsgroef (5) die aan een einde open en aan het andere einde gesloten is en over minstens een gedeelte van haar lengte is voorzien van uitsteeksels (6) waarachter geleidingspennen (9-10) worden gehaakt om de ermee samenwerkende lade (12)

in een verkozen uitgetrokken hellende of horizontale stand te blokkeren, waarbij de geleidingsgroef en de erin grijpende geleidingspennen in het binnenoppervlak van de zijwand (3) van de kast (1) en de zijwand van de lade (12) zijn aangebracht.
2.-Uitstalkast volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de uitsteeksels bestaan uit tanden (6) die in de onderste langsboord van de geleidingsgroef (5) zijn aangebracht.
3.-Uitstalkast volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de geleidingsgroef (5) onderaan uitloopt in een V-vormig gedeelte (7) dat uitloopt in een horizontaal open voorste gedeelte (8).
4.-Uitstalkast volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de geleidingsgroef (5) met uitsteeksels (6) in een geleidingslat (4) zijn voorzien die op het binnenoppervlak van de zijwanden (3) van de kast (1) wdrdt bevestigd en waarin op de aanliggende zijwand van de lade twee geleidingspennen (9-10) voorkomen.
5.-Uitstalkast volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het bovenste einde van de geleidingsgroef (5) uitloopt in een naar boven en naar de voorzijde van de kast lopend boogvormig gedeelte (5').
6.-Uitstalkast volgens de conclusies 1 en 5, met het kenmerk dat de onderste tegenover elkaar gelegen geleidingsgroeven (5) een <Desc/Clms Page number 5> hellingshoek innemen die kleiner is dan deze van de bovenliggende geleidingsgroeven, om het in- en uitschuiven van de lade (12) niet te hinderen.