<Desc/Clms Page number 1>
EMI1.1
ELEMENT VOOR FOTOCOPIEUR OF LASERMACHINE ----------------------------------------
Huidige uitvinding betreft een element voor fotocopieur of lasermachine, welk element een kracht uitoefent op de drumwals. De inkt die'op de drumwals gelegen is wordt door een transfer corona effect op een drager, zoals een blad papier getransfereerd. Dit element verwijdert, door het uitoefenen van die kracht, niet getransfereerde inkt die nog op een cilindrisch deel van de drumwals gelegen is na de inkttransfert. Bij voorkeur, werken twee elementen op cilindrische delen van de drumwals die in de nabijheid van de uiteinden van de drumwals gelegen zijn. Dit element bestaat uit een soepel materiaal of schuim dat eventueel voorzien is van een feuter-of viltlaag.
Men kent zo elementen die een dichtheid van ongeveer 50 g/l hebben.
Na de reproduktie van 2000 à 3000 copies, zijn de gekende elementen onvoldoende om ieder niet getransfereerde inkt van de naast de uiteinden gelegen delen van de drumwals te verwijderen, waardoor copies van goede kwaliteit niet meer bekomen kunnen worden. De slechte kwaliteit is een te lichte print kwaliteit aan de zijde waar de vervuiling optreedt. Bovendien om de primaire corona effekt te veroorzaken gebruikt men een draad waarvan de uiteinden op een drager vastgehecht zijn. De drager is van rolletjes voorzien die op bovengenoemde delen van de drumwals
<Desc/Clms Page number 2>
zieh steunen en die dienen om de afstand draaddrumwals te bepalen in verband met de dikte van de inkt op de drumwals die getransfereerd moet worden.
Door het niet volledige verwijderen van de inkt op bovengenoemde delen van de drumwals, kan de afstand draad-drumwals niet meer nauwkeurig bepaald worden.
Na de reproduktie van 2000 ä 3000 copies met machine die voorzien is van elementen van het gekende type, heeft men opgemerkt dat goede copies niet meer bekomen konden worden. De kopijen worden' te licht aan de kant waar de ophoping ontstaat. Het te licht worden is vooral te wijten aan het vergroten van de afstand tussen de drumwals en de tonerwals (magneetwals) aan de kant van de vervuiling (tonerophoping). Het effekt wordt meestal geaccentueerd doordat tegelijkertijd de afstand van de primary corona draad t. o. v. de drumwals langs dezelfde zijde vergroot. Op de plaats van de tonerwals is het resultaat van de grotere afstand een moeilijker overspringen van de toner naar de drumwals door de grote afstand.
Op de plaats van de primary corona is het resultaat van de grotere afstand een lagere voltspanning op deze kant van de drumwals, hetgeen dus ook een lichtere afdruk veroorzaakt.
De gekende elementen hebben ook het nadeel dat zij door het uitoefenen van een kracht op een draaiende rol aan een hoge vervorming onderworpen zijn, vervorming waardoor het bovenste oppervlak van het element bewogen wordt ten opzichte van het onderste oppervlak van het element.
Huidige uitvinding betreft een element dat toelaat het reproduceren van meer dan 5000,
<Desc/Clms Page number 3>
zelfs van 8000, copies van uitstekende kwaliteit zonder donkere randen voor lichte copies of zonder lichte randen voor donkere copies.
Het element volgens de uitvinding dat van het type beschreven in de eerste paragraaf is heeft een dichtheid hoger dan 100 g/l, bij voorkeur dan 200 g/l.
Volgens een uitvoeringsvorm, bezit het element een veerkracht van tenminste 100 g/cm, bij voorkeur van 130 t/m 200 g/cm.
Volgens een andere uitvoeringsvorm,' bevat het element twee lagen, waarvan een eerste een eerste veerkracht heeft terwijl de tweede een veerkracht heeft die hoger is dan de veerkracht van de eerste laag.
Volgens een kenmerk van die uitvoeringsvorm, heeft de eerste laag een veerkracht van minder dan 150 g/cm, terwijl de tweede laag een veerkracht hoger dan 150 g/cm bezit.
Volgens een detail van die uitvoeringsvorm, is het vrije oppervlak van de laag met een lage veerkracht bestemd om de drumwals aan te raken.
Bij voorkeur, draagt de laag met een lage veerkracht de feuter of viltlaag, terwijl de eerste en tweede lagen uit een schuim bestaan. De cellen van het schuim van de eerste laag zijn groter dan de cellen van het schuim van de tweede laag.
Andere kenmerken en details van de uitvinding zullen uit de volgende beschrijving voorvloeien waarin verwezen is naar de bijgevoegde tekeningen.
In die tekeningen, tonen :
<Desc/Clms Page number 4>
figuur l een aanzicht in doorsnede van een deel van een fotocopieur machine, figuur 2 een aanzicht in doorsnede langs lijn
II-II van het in figuur 1 afgebeelde deel, figuur 3 een aanzicht in doorsnede en op grote schaal van een element volgens de uitvinding (doorsnede langs lijn III-III van het in figuur 1 afgebeelde deel), en figuur 4 een aanzicht in doorsnede langs de lijn IV-IV van het in figuur 1 afgebeelde deel.
Figuur 1 toont een gedeelte van een fotocopieurmachine, namelijk de drumwals 1, de inktrol 15 en een primary corona 2. De drumwals 1 is op een drager 3 gemonteerd terwijl de primary corona 2 een draad 4 bezit waarvan de uiteinden op een stuk 5 vastgehecht zijn. Elk stuk 5 werkt samen met een geleidingsorgaan 8, een veer 7 en een rolletje 6. De veer 7 duwt het rolletje 6 tegen een cilindrisch deel 9 van de drumwals 1.
Het stuk 5 beweegt ten opzichte van de drager 3 langs het geleidingsorgaan 8. Door het bewegen van elk stuk 5 is het mogelijk de afstand drumwals-draad evenwijdig te houden.
In de nabijheid van beide uiteinden van de drumwals 1, zijn er twee elementen 10 volgens de uitvinding gelegen. Een oppervlakte van die elementen is op de drumwals 1 geduwt zodat een kracht op die drumwals uitgeoefend wordt om inkt die niet getransfereerd zou worden van de drumwals te verwijderen, in het bijzonder van de delen waarop de rolletjes 6 zich steunen, alsook van het linker en rechter gedeelte van de wals 1 waartegen eindebeschermwielen van de magneetwals of inktrol 15 draaien.
<Desc/Clms Page number 5>
De elementen 10 zijn op drager 3 vastgehechte armen 11 vastgekleefd.
Het element dat gebruikt werd bevat drie lagen, namelijk : een bovenste laag 12 die een feuter of viltlaag is en die bestemd is de drumwals 1 aan te raken ; een onderste laag 13 die op de arm 11 vastge- kleefd is en een middenlaag 14.
De onderste en midden lagen van het0
EMI5.1
element hadden een dichtheid van ongeveer 200 ä 250 g/l zodat het laterale bewegen L van een laag ten opzichte van de andere klein is.
De middenlaag had een veerkracht van ongeveer 140 g/cm terwijl de onderste laag een veerkracht van 300 g/cm had. De gemiddelde veerkracht van het element was van ongeveer 200 g/cm.
De midden en onderste lagen bestonden uit een polyether schuim waarvan de cellen van de middenlaag groter zijn dan de cellen van de onderste laag.
Als voorbeeld, is de dikte van de feuter 0, 2 à 0, 4 mm terwijl de dikte van de onderste en midden laag is respectivelijk 1, 3 ä 1, 5 mm en 1, 5 ä 1, 7 mm.
Door het gebruik van een onderste laag en midden laag met verschillende veerkracht, is het mogelijk slechts een geringe kracht op de rol uit te oefenen als een geringe inktdikte verwijderd moet worden terwijl een belangrijke kracht op de rol uitgeoefend kan worden als een belangrijke inktdikte van de drumwals verwijderd moet worden.
<Desc/Clms Page number 6>
Bij deze elementen, die een langere gebruikstijd van de cartridge toelaten zonder nadelige gevolgen voor de inktrol 15 kan een standaard inktbak gebruikt worden alsook een nieuwe inktbak-developer unit.
Dit is vooral het geval voor de SX cartridge van Canon. Op deze SX cartridge wordt een grote inktbak gemonteerd die zowel in de breedte (b) als in de diepte (d) groter is. Reeds bij standaard uitvoeringen die totnogtoe geleverd worden, blijft een gedeelte toner in de tonerreservoir of inktbak 16 hangen. Door de vergroting van de inktbak wordt dit probleem nog ernstiger. Om dit te vermijden wordt een mengelaar 17 geinstaleerd in de inktbak 16.
De mengelaar 17 is aangesloten op een middel 18 om die mengelaar te laten draaien bij voorkeur rond een as A-A die evenwijdig is aan de as B-B van de inktrol of magneetwals 15.
In de uitvoeringsvorm die afgebeeld is bestaat de mengelaar 17 uit een draagas waarop een arm 19 vastgehecht is. Die arm 19 draagt een element 20 in de nabijheid van zijn vrije uiteinde 21. Dit element 20 heeft een longitudinale vorm en is bij voorbeeld een plaatje waarvan de breedte kleiner is dan 0, 2 x de lengte van de arm 19 (afstand vrije uiteinde 21 - draagas) of een stang of lat waarvan de grootste meeting in doorsnede (bij voorbeeld diameter van een stang of een draad) lager is dan 0, 2 x de lengte van de arm 19, in het bijzonder dan 0, 1 x de lengte van de arm 19.
De vormen van de arm 19 en van het element 20 zijn aan de binnenvorm van de inktbak 16 aangepast zodat gedurende de draaiende beweging van de mengelaar, het element zieh kan
<Desc/Clms Page number 7>
verplaatsen in de nabijheid van de onderkant 161 van de inktbak 16 terwijl de arm zieh langs een zijkant 162 van de inktbak 16 kan verplaatsen.
In de voordelige uitvoeringsvorm bestaat de mengelaar 17 uit stangstukken 22a, 22b die langs een zelfde as gelegen zijn en waarvan een gedeelte zieh uitstrekt in een opening van een zijwand 24 van de inktbak 16. Die stangstukken dragen elk een arm 19. De armen van de stangstukken zijn aan hun vrije uiteinden 21 samengebonden door een stang of draad 20 die zieh uitstrekt in een richting C-C die evenwijdig is aan de as A-A van de stangstukken 22a, 22b.
Middel 18 is bij voorkeur een middel dat zieh uitstreekt tussen de as B-B van de magneetwals of inktrol 15 en de as A-A van de mengelaar. Zo een middel is bij voorbeeld een reduktiekast 23 die zieh uitstrekt tussen een tandwiel 25a dat vastgehecht is op het stangstuk 22a en een tandwiel 25b dat op de as van de magneetwals 15 gemonteerd is. Door die reduktiekast 23 wordt de draaiende beweging Z van de mengelaar 17 trager dan de draaiende beweging X van de magneetwals. Bij voorbeeld wordt de beweging Z 10 keer trager dan de beweging X van de magneetwals 15. Bij voorkeur wordt de beweging Z 30 à 50 keer trager dan de beweging X.
De tangentieel snelheid Zl van het verbindingselement 20 is bijvoorkeur tenminste 10 keer trager dan de tangentiel snelheid XI van de cilindrische oppervlakte van de magneetwals 15.
Door het gebruik van zo een mengelaar kan de inhoud van de inktbak vergroot worden ten opzichte van de inhoud van gekende inktbak. Die inhoud van de inktbak die van een mengelaar 17
<Desc/Clms Page number 8>
voorzien is kan tot 500g belopen wat een vergroting van ongeveer 100% is ten opzichte van de inhoud van een inktbak zonder mengelaar (250- 280g).
Bovendien alhoewel de inhoud van de inktbak vergroot wordt, kan men door middel van de mengelaar meer dan 95% van de inhoud gebruiken om fotocopies van goede kwaliteit te maken. Dus, als er nog ongeveer 20g toner in de inktbak'16 is, is het nog mogelijk fotocopies van goede kwaliteit te bekomen, wat niet het geval was voor de gekende inktbak.
<Desc / Clms Page number 1>
EMI1.1
ELEMENT FOR PHOTOCOPIOR OR LASER MACHINE ----------------------------------------
The present invention concerns an element for photocopier or laser machine, which element exerts a force on the drum roller. The ink on the drum roll is transferred by a transfer corona effect onto a support, such as a sheet of paper. This element removes, by applying that force, untransferred ink that is still on a cylindrical part of the drum roller after the ink transfer. Preferably, two elements act on cylindrical parts of the drum roll which are in proximity to the ends of the drum roll. This element consists of a flexible material or foam, which may be provided with a feuter or felt layer.
Elements are thus known which have a density of about 50 g / l.
After the reproduction of 2000 to 3000 copies, the known elements are insufficient to remove any untransferred ink from the parts of the drum roller adjacent to the ends, so that good quality copies can no longer be obtained. The poor quality is too light a print quality on the side where the contamination occurs. In addition, to cause the primary corona effect, a wire is used, the ends of which are attached to a support. The carrier is provided with rollers on the above parts of the drum roller
<Desc / Clms Page number 2>
supports and which serve to determine the distance of the wire drum roller in relation to the thickness of the ink on the drum roller to be transferred.
Due to the incomplete removal of the ink on the above parts of the drum roller, the distance between the wire drum roller and the drum roller can no longer be accurately determined.
After the reproduction of 2000 to 3000 copies with a machine equipped with elements of the known type, it was noted that good copies could no longer be obtained. The copies become too light on the side where the accumulation occurs. Getting too light is mainly due to increasing the distance between the drum roller and the toner roller (magnetic roller) on the side of the contamination (toner build-up). The effect is usually accentuated by simultaneously spacing the primary corona wire t. o. v. the drum roller enlarged along the same side. At the location of the toner roller, the result of the greater distance is a more difficult transfer of the toner to the drum roller due to the long distance.
In the place of the primary corona, the result of the greater distance is a lower volt voltage on this side of the drum roller, which also causes a lighter print.
The known elements also have the disadvantage that they are subjected to high deformation by applying a force to a rotating roller, deformation whereby the top surface of the element is moved relative to the bottom surface of the element.
The present invention relates to an element that allows the reproduction of more than 5000,
<Desc / Clms Page number 3>
even from 8000, excellent quality copies without dark edges for light copies or without light edges for dark copies.
The element according to the invention which is of the type described in the first paragraph has a density higher than 100 g / l, preferably more than 200 g / l.
According to an embodiment, the element has a resilience of at least 100 g / cm, preferably from 130 to 200 g / cm.
According to another embodiment, the element comprises two layers, the first of which has a first resilience while the second has a resilience higher than the resilience of the first layer.
According to a feature of that embodiment, the first layer has a resilience of less than 150 g / cm, while the second layer has a resilience of more than 150 g / cm.
According to a detail of that embodiment, the free surface of the low resilience layer is designed to touch the drum roller.
Preferably, the low resilience layer bears the feather or felt layer, while the first and second layers consist of a foam. The cells of the foam of the first layer are larger than the cells of the foam of the second layer.
Other features and details of the invention will follow from the following description which refers to the accompanying drawings.
In those drawings, show:
<Desc / Clms Page number 4>
figure 1 shows a cross-sectional view of a part of a photocopier machine, figure 2 shows a cross-sectional view along line
II-II of the part shown in figure 1, figure 3 a sectional and large-scale view of an element according to the invention (section along line III-III of the part shown in figure 1), and figure 4 a sectional view along the line IV-IV of the part shown in Figure 1.
Figure 1 shows a part of a photocopier machine, namely the drum roller 1, the ink roller 15 and a primary corona 2. The drum roller 1 is mounted on a carrier 3, while the primary corona 2 has a wire 4, the ends of which are attached to a piece 5 . Each piece 5 cooperates with a guide member 8, a spring 7 and a roller 6. The spring 7 pushes the roller 6 against a cylindrical part 9 of the drum roller 1.
The piece 5 moves relative to the carrier 3 along the guide member 8. By moving each piece 5 it is possible to keep the distance of the drum roller wire parallel.
In the vicinity of both ends of the drum roll 1, two elements 10 according to the invention are located. A surface of those elements is pushed onto the drum roller 1 so that a force is exerted on that drum roller to remove ink that would not be transferred from the drum roller, in particular from the parts on which the rollers 6 rest, as well as from the left and right-hand part of the roller 1 against which end protection wheels of the magnetic roller or ink roller 15 turn.
<Desc / Clms Page number 5>
The elements 10 are glued to the arms 11 on carrier 3.
The element used contained three layers, namely: an upper layer 12 which is a toddler or felt layer and which is intended to touch the drum roller 1; a bottom layer 13 adhered to the arm 11 and a middle layer 14.
The bottom and middle layers of the 0
EMI5.1
element had a density of about 200 to 250 g / l so that the lateral movement L of one layer relative to the other is small.
The middle layer had a resilience of about 140 g / cm while the bottom layer had a resilience of 300 g / cm. The average resilience of the element was about 200 g / cm.
The middle and bottom layers consisted of a polyether foam whose cells of the middle layer are larger than the cells of the bottom layer.
As an example, the thickness of the feuter is 0.2 to 0.4 mm while the thickness of the bottom and middle layer is 1.3 to 1.5 mm and 1.5 to 1.7 mm, respectively.
By using a bottom layer and middle layer with different resilience, it is possible to exert only a small force on the roller if a small ink thickness is to be removed while a significant force can be applied to the roller as a major ink thickness of the roller. drum roller must be removed.
<Desc / Clms Page number 6>
With these elements, which allow a longer usage time of the cartridge without harming the ink roller 15, a standard ink fountain can be used as well as a new ink fountain developer unit.
This is especially the case for Canon's SX cartridge. A large ink tray is mounted on this SX cartridge, which is larger in both width (b) and depth (d). Even with standard versions that have hitherto been delivered, a part of the toner remains in the toner reservoir or ink tray 16. The enlargement of the ink tray makes this problem even more serious. To avoid this, a mixer 17 is installed in the ink tank 16.
The mixer 17 is connected to a means 18 for rotating said mixer around an axis A-A which is parallel to the axis B-B of the ink roller or magnetic roller 15.
In the embodiment shown, the mixer 17 consists of a carrier shaft on which an arm 19 is attached. This arm 19 carries an element 20 in the vicinity of its free end 21. This element 20 has a longitudinal shape and is, for example, a small plate whose width is less than 0.2 x the length of the arm 19 (distance free end 21 - carrier shaft) or a rod or slat whose largest meeting in diameter (for example, diameter of a rod or a wire) is less than 0.2 x the length of the arm 19, in particular 0.1 x the length of the arm 19.
The shapes of the arm 19 and of the element 20 are adapted to the inner shape of the ink fountain 16, so that during the rotary movement of the mixer, the element can
<Desc / Clms Page number 7>
in the vicinity of the bottom 161 of the ink well 16 while the arm can move along a side 162 of the ink well 16.
In the advantageous embodiment, the mixer 17 consists of rod pieces 22a, 22b which are located along the same axis and a part of which extends into an opening of a side wall 24 of the ink fountain 16. These rod pieces each carry an arm 19. The arms of the rod pieces are bonded together at their free ends 21 by a rod or wire 20 extending in a direction CC parallel to the axis AA of the rod pieces 22a, 22b.
Agent 18 is preferably one that extends between the axis B-B of the magnetic roller or ink roller 15 and the axis A-A of the mixer. One such means is, for example, a reduction box 23 extending between a gear 25a attached to the rod 22a and a gear 25b mounted on the shaft of the magnetic roller 15. Owing to said reduction box 23, the rotary movement Z of the mixer 17 becomes slower than the rotary movement X of the magnetic roller. For example, the movement Z becomes 10 times slower than the movement X of the magnetic roller 15. Preferably, the movement Z becomes 30 to 50 times slower than the movement X.
The tangential speed Z1 of the connecting element 20 is preferably at least 10 times slower than the tangential speed X1 of the cylindrical surface of the magnetic roller 15.
By using such a mixer, the content of the ink tray can be increased relative to the content of known ink tray. The content of the ink tank is that of a mixer 17
<Desc / Clms Page number 8>
is provided can run up to 500g which is an increase of about 100% compared to the contents of an ink fountain without a mixer (250-280g).
Moreover, although the content of the ink tray is enlarged, more than 95% of the content can be used by the mixer to make good quality photocopies. So, if there is still about 20g of toner in the ink well '16, it is still possible to obtain good quality photocopies, which was not the case for the known ink well.