NL9500064A - Grijper ten behoeve van ten minste één voorwerpdrager. - Google Patents
Grijper ten behoeve van ten minste één voorwerpdrager. Download PDFInfo
- Publication number
- NL9500064A NL9500064A NL9500064A NL9500064A NL9500064A NL 9500064 A NL9500064 A NL 9500064A NL 9500064 A NL9500064 A NL 9500064A NL 9500064 A NL9500064 A NL 9500064A NL 9500064 A NL9500064 A NL 9500064A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- gripper
- group
- article
- carriers
- carrier
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65G—TRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
- B65G47/00—Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
- B65G47/74—Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
- B65G47/90—Devices for picking-up and depositing articles or materials
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B23/00—Packaging fragile or shock-sensitive articles other than bottles; Unpacking eggs
- B65B23/02—Packaging or unpacking eggs
- B65B23/06—Arranging, feeding, or orientating the eggs to be packed; Removing eggs from trays or cartons
- B65B23/08—Arranging, feeding, or orientating the eggs to be packed; Removing eggs from trays or cartons using grippers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B43/00—Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
- B65B43/42—Feeding or positioning bags, boxes, or cartons in the distended, opened, or set-up state; Feeding preformed rigid containers, e.g. tins, capsules, glass tubes, glasses, to the packaging position; Locating containers or receptacles at the filling position; Supporting containers or receptacles during the filling operation
- B65B43/46—Feeding or positioning bags, boxes, or cartons in the distended, opened, or set-up state; Feeding preformed rigid containers, e.g. tins, capsules, glass tubes, glasses, to the packaging position; Locating containers or receptacles at the filling position; Supporting containers or receptacles during the filling operation using grippers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Wrapping Of Specific Fragile Articles (AREA)
- Packaging Frangible Articles (AREA)
- Manipulator (AREA)
Description
Titel: Grijper ten behoeve van ten minste één voorwerpdrager
De uitvinding heeft betrekking op een grijper volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijke grijper is bijvoorbeeld beschreven in NL-9201530.
Een bezwaar van de bekende grijper is dat deze de voorwerpdrager, zoals bijvoorbeeld een eiertray, of een groep tegelijkertijd op te nemen voorwerpdragers, zoals bijvoorbeeld een drietal naast elkaar opgestelde eier-dozen, slechts aan een deel van de vrije omtreksranden daarvan ondersteunt. Hierdoor bestaat bij een tray de kans dat deze samenknikt of ongeoorloofd ver doorbuigt, zodat de zich in het centrale deel van de tray bevindende voorwerpen tegen elkaar aan komen, hetgeen tot beschadiging van de voorwerpen kan leiden. Wanneer de voorwerpen bijvoorbeeld grote eieren zijn kan het doorbuigen van de tray leiden tot breuk van de eieren.
Bij het opnemen van bijvoorbeeld een drietal naast elkaar opgestelde voorwerpdragers, zoals bijvoorbeeld eierdozen, bestaat bij de bekende grijpers de kans dat, met name wanneer de dozen met de langere omtreksranden daarvan tegen elkaar staan en de grijperorganen op de lange omtreksranden van de twee buitenste dozen aangrijpen, door de klemkracht van de grijper tegen elkaar gedrukte dozen ten opzichte van elkaar kantelen waardoor de middelste doos tussen de twee buitenste dozen kan wegvallen en tevens de buitenste dozen vallen.
Ook hierbij bestaat derhalve een grote kans op beschadiging van de zich in de dozen bevindende voorwerpen, met name wanneer de voorwerpen eieren zijn.
De uitvinding beoogt dit probleem op te lossen. De in de aanhef van conclusie 1 beschreven grijper wordt hiertoe gekenmerkt door de in het kenmerkende deel van conclusie 1 genoemde maatregelen.
Doordat de grijper volgens de uitvinding is voorzien van middelen die aangrijpen op een ander deel van de voorwerpdrager of de groep voorwerpdragers dan de vrije omtreksranden daarvan, bij voorkeur op een zich binnen de vrije omtreksranden bevindend voorwerpdragerdeel, wordt de kans op doorbuigen van de tray of de kans op het kantelen van één van de tot de groep behorende voorwerpdragers tot een minimum beperkt.
Volgens een eerste nadere uitwerking van een grijper volgens de uitvinding, die met name is bestemd voor de eiertray-vormige voorwerpdrager, wordt de grijper gekenmerkt door de maatregelen van conclusies 2 en 3.
De haakvormige organen, die zich bij voorkeur centraal tussen de grijperorganen bevinden, grijpen daadwerkelijk aan op een centraal deel van de tray en verhinderen aldus dat de tray in het centrale deel kan doorhangen. De aangrijping van de haakvormige organen wordt tot stand gebracht tijdens het naar elkaar toe bewegen van de vrije uiteinden van de grijperorganen, zodat het centrale deel in verticale richting ten opzichte van de grijper is gefixeerd voordat de tray door de grijper wordt opgetild. Voor het moment van aangrijping van de haakvormige organen kan van doorbuiging van de tray nog geen sprake zijn aangezien de tray wordt ondersteund door een grondvlak, terwijl nadat de aangrijping van de haakvormige organen tot stand is gebracht de tray, althans in het centrale deel daarvan niet meer kan doorbuigen, zodat de tray rustig kan worden opgenomen door de grijper. De haakvormige organen kunnen vanuit de eerste stand bijvoorbeeld van elkaar af worden bewogen naar de tweede stand, of juist naar elkaar toe. Overigens kan in voorkomende gevallen ook worden volstaan met slechts één haakvormig orgaan.
Volgens een tweede nadere uitwerking van de grijper volgens de uitvinding, die met name is bestemd voor het opnemen van een groep naast elkaar opgestelde eierdoos-vormige voorwerpdragers, wordt de grijper gekenmerkt door de maatregelen van conclusie 4.
De neerhangende flappen, die zijn bedoeld om tijdens de grijphandeling te zijn geklemd tussen naar elkaar toegekeerde omtreksranden van de naast elkaar opgestelde voorwerpdragers, zorgen ervoor dat de door de zwaartekracht op de middelste voorwerpdrager uitgeoefende kracht door middel van bijvoorbeeld wrijving via de flappen wordt overgedragen op de grijper. Bij het ontbreken van de flappen dienen de buitenste voorwerpdragers zodanig krachtig naar elkaar toe te worden gedrukt dat de middelste doos stevig wordt ingeklemd. Doordat de voorwerpdragers althans in doorsnede meestal niet rechthoekig zijn, en derhalve slechts met een smalle omtreks-rand tegen elkaar aan worden geklemd, bestaat er een gerede kans dat de voorwerpdragers ten opzichte van elkaar wegkantelen. Door aanwezigheid van de flappen wordt deze wegkantelmogelijkheid uitgesloten doordat de onderling naar elkaar toegekeerde omtreksranden van de voorwerpdragers aanliggen tegen een grijperonderdeel met bijvoorbeeld een hoge wrijvingscoëfficiënt of een geschikte profilering. De flappen kunnen bijvoorbeeld uit rubber zijn vervaardigd of uit een ander, enigszins geschuimd materiaal.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het opnemen van één voorwerpdrager of een groep naast elkaar opgestelde voorwerpdragers.
Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden, onder verwijzing naar de tekening, verder worden verduidelijkt.
Fig. 1 toont een zij-aanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; fig. 2 toont een zij-aanzicht van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; en fig. 3 toont een zij-aanzicht van een derde uitvoeringsvoorbeeld volgens de uitvinding.
Fig. 1 toont in zij-aanzicht een grijper 10 voor het opnemen van één voorwerpdrager T, dat in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld een eiertray is. Met een grijper volgens de uitvinding kunnen echter ook andere voorwerpen worden opgenomen, zoals schalen en dergelijke.
De grijper 10 omvat twee grijperorganen 1 die althans met de vrije einden la van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar zijn zoals aangegeven met pijl P, met behulp van een geschikte aandrijfinrichting 2, bijvoorbeeld een motor en schroefspindel of een zuiger- of een stangensamenstel. Elk grijperorgaan 1 is ingericht voor het aangrijpen rond althans een deel van een vrije omtreksrand O van de tray T. Daartoe omvat elke grijper 1 een cirkelsegment-vormig plaatdeel 3 dat tussen een aantal rollen 4 wordt geleid, zodanig dat het plaatdeel 3 een cirkelvormige baan kan afleggen. De vrije langsrand 5 van het plaatdeel 3 kan daardoor op korte afstand langs de omtreksrand O worden bewogen tussen een eerste stand, waarbij de vrije langsrand 5 zich tegen de onderzijde van de eiertray T uitstrekt, en een tweede stand waarbij de vrije langsrand zich vrij boven de bovenzijde van de eiertray T uitstrekt. Tijdens de beweging van de plaatdelen 3 van de eerste naar de tweede stand vice versa verandert de afstand tussen de plaatdelen 3 niet. Bij de plaatdelen 3 in de eerste stand kunnen de grijperorganen 1 zover uit elkaar worden bewogen dat de vrije langsranden 5 van de plaatdelen 3 de eiertray T vrij kunnen doorlaten, en zover naar elkaar toe worden bewogen dat de eiertray T tussen de plaatdelen 3 wordt ingesloten, zonder dat daarbij de plaatdelen uit de ingenomen stand geroteerd hoeven te worden. De grijper 10 is bij voorkeur via hefmiddelen 6 in verticale en horizontale richting beweegbaar.
Bij het opnemen van een gevulde eiertray T met behulp van de in de inleiding beschreven grijper bestaat het gevaar dat de eiertray in het middengebied M zal doorbuigen, zodat de eieren tegen elkaar kunnen breken en de eiertray T bovendien kan worden beschadigd. Ten einde dit te verhinderen is de grijper 10 volgens fig. 1 nabij het middengebied M voorzien van ten minste één paar haak-organen 11, welke haakorganen 11 elk zijn bevestigd op een zwenkarm 12. De zwenkarmen 12 zijn elk gelegerd op een zwenkas 13 die vast is opgesteld in het middengebied M van de grijper 10. De haakorganen zijn in de eerste stand voorgespannen door een veer 14. De haakorganen 11 omvatten een in hoofdzaak recht lijf 15 dat aan de bovenzijde is bevestigd tegen de zwenkarm 12 en aan de andere zijde overgaat in een gebogen punt 16. De beide punten 16 zijn in de in fig. 1 getoonde uitvoering naar elkaar gericht.
De zwenkarmen 12 zijn aan de onderzijde voorzien van een oploopvlak 30 dat kan samenwerken met een geleidepen 19 die vast is verbonden met steeds één van de einden la. De beide plaatdelen 3 zijn aan de van de vrije langsrand 5 afgekeerde zijde 17 voorzien van aanloopmiddelen 18 die op nog nader te beschrijven wijze kunnen samenwerken met de zwenkarmen 12.
De grijper 10 volgens fig. 1 kan als volgt worden gebruikt.
De plaatdelen 3 worden in de eerste stand gebracht en de haakorganen 11 worden door de veren 14 in de ongeveer verticale stand voorgespannen. Bij het vervolgens of voorafgaand uit elkaar bewegen van de grijperorganen 1 worden de haakorganen 11 uit elkaar geroteerd, zodat daardoor de tweede stand wordt ingenomen. De rotatie van de haakorganen 11 wordt bij het uit elkaar bewegen van de einden la verkregen doordat de geleidepen 19 aanloopt tegen het oploopvlak 30 van de zwenkarm 12. Het nabij gelegen einde van de zwenkarm 12 wordt daardoor omhoog weggedrukt, en het aan de zwenkarm 12 bevestigde haak-orgaan 11 wordt daarbij meegenomen. Vervolgens wordt de grijper 10 boven een eiertray T bewogen en omlaag gebracht, zover dat de vrije langsranden 5 van de plaatdelen 3 zich onder de omtreksrand, en bij voorkeur onder de onderzijde van de eiertray T bevinden. Daarna worden de einden la naar elkaar toe bewogen, zodanig dat de eier- tray T tussen de plaatdelen 3 wordt ingesloten. Bij het naar elkaar toebewegen van de einden la worden de haak-organen 11 terug in de verticale stand gedrukt door de veren 14, aangezien de geleidepennen 19 onder de oploop-vlakken 30 worden wegbewogen. De punten 16 worden daarbij in een middengebied M in of althans tegen de eiertray T gedrukt. Daarbij kan het materiaal van de eiertray T worden doorboord of kunnen vooraf gaten zijn aangebracht of kunnen de haakorganen op andere wijze aangrijpen.
Nadat de grijperorganen 1 naar elkaar toe tegen de eiertray T zijn bewogen en daarbij de punten 16 van de haakorganen 11 in de eiertray T zijn gedrukt, kan de eiertray door de grijper 10 worden opgenomen en worden verplaatst, zonder dat de eiertray T kan doorzakken. Immers, het middengebied M wordt met behulp van de haakorganen 11 direct door de grijper 10 gedragen. Met behulp van de grijper 10 kan de eiertray T vervolgens bijvoorbeeld in een nauw om de omtreksrand O passende doos worden gebracht, waarbij de plaatdelen 3 met de buitenzijde ongeveer langs de binnenzijde van de doos worden geleid. Nadat de eiertray T in de doos is afgesteund op bijvoorbeeld de bodem of een andere tray, kunnen de plaatdelen 3 naar de tweede stand worden geroteerd, waarbij de vrije langsrand 5 tussen de omtreksrand O en de binnenzijde van de doos wordt bewogen. Even voor het bereiken van de tweede stand van de plaatdelen 3 lopen de aanloop-middelen 18 aan tegen de uiteinden van de zwenkarmen 12, waarbij bij verder roteren van de plaatdelen 3 de zwenkarmen 12 zodanig door de aanloopmiddelen 18 worden weggezwenkt dat de haakorganen 11 worden gekanteld en de punten 16 uit de eiertray T worden getrokken. Met andere woorden, door zwenken van zwenkarmen 12 en de haakorganen 11 worden de haakorganen 11 in de tweede stand gebracht en kan de grijper 10 verticaal omhoog worden bewogen zonder dat daarbij de eiertray T wordt opgenomen. De grijper is daardoor vrij voor het opnemen van een verdere eiertray.
In een alternatieve uitvoeringsvorm kunnen de haakorganen in tegenovergestelde richting worden bewogen vanuit de eerste naar de tweede stand of kunnen de zwenk-armen zijn vervangen door bijvoorbeeld glijdende armen, zuigers of andere vergelijkbare middelen voor het bewegen van de haakorganen. Indien de grijperorganen 1 vrij uit elkaar kunnen worden bewogen bij het vrijgeven van de eiertray T of een dergelijk op te nemen voorwerp, bijvoorbeeld omdat de eiertray T alzijdig vrij wordt weggezet, dan kunnen de haakorganen 11 eenvoudig bij het uit elkaar bewegen van de einden la mee uit elkaar worden bewogen. Bovendien kan, in het bijzonder bij voldoende stevige of voorgeperforeerde dragers, met slechts één haakorgaan worden volstaan. Voorts kan een aantal haakorganen 11 of paren haakorganen 11 in de tekening gezien achter elkaar worden opgesteld en/of eventueel naast elkaar, waarbij ook meer dan één eiertray of dergelijk voorwerp tegelijkertijd kan worden opgenomen en gemanipuleerd.
In fig. 2 is een grijper 20 getoond in zijaanzicht die in grote lijnen overeenkomt met de grijper 10 volgens fig. 1, doch in het bijzonder is ingericht voor het opnemen van een aantal los naast elkaar opgestelde dragers zoals eierdozen B. In het getoonde uitvoerings-voorbeeld een drietal dozen B. In plaats van de op zwenk-armen 12 geplaatste haakorganen 11 is de grijper 20 volgens deze uitvoeringsvorm voorzien van een tweetal zich evenwijdig, ongeveer verticaal uitstrekkende flappen 21. Elke flap 21 is aan de bovenzijde bevestigd aan een beweegbaar einde la van de grijper 20 en heeft voldoende lengte om zich tot bijvoorbeeld voorbij naar elkaar toegekeerde uitstekende langsranden I van de op te nemen dozen B uit te strekken. De flappen 21 hebben bijvoorbeeld een hoge wrijvingscoëfficiënt, hebben een zich in horizontale richting uitstrekkende profilering 19 en/of zijn althans in dwarsrichting enigszins samendrukbaar, het doel en de werking waarvan nog nader zal worden toegelicht .
De grijper 20 volgens fig. 2 kan als volgt worden gebruikt.
De plaatdelen 3 worden uit elkaar bewogen door beweging van ten minste de einden la, waarna de grijper boven een drietal vrij naast elkaar opgestelde eierdozen B wordt gebracht, zodanig dat de flappen 21 zich ongeveer in de lengterichting boven de tussen twee naast elkaar opgestelde dozen B gevormde spleet 22 uitstrekken.
Vervolgens wordt de grijper 20 omlaag bewogen totdat de vrije langsranden 5 van de plaatdelen zich onder het niveau van de omtreksrand, en bij voorkeur onder dat van de bodem van de buitenste dozen B uitstrekken, waarbij de flappen 21 met de vrije einden tussen de naar elkaar toegekeerde langsranden I van de dozen worden bewogen.
Wanneer deze stand is bereikt worden de einden la, en derhalve de plaatdelen 3 naar elkaar toebewogen, waarbij de dozen B naar elkaar toe worden gedrukt. Als gevolg daarvan worden de flappen 21 strak tussen de dozen B ingeklemd, waardoor de dozen B mede door de flappen 21 kunnen worden gedragen wanneer de grijper 20 omhoog wordt bewogen.
Door de flappen 21 een reiatief hoge wrijvings-coëfficiënt te geven hoeven de dozen B met een relatief kleine kracht tegen de flappen 21 te worden gedrukt ten einde te verhinderen dat de dozen B bij het opnemen van de grijper ten opzichte van elkaar en/of ten opzichte van de flappen 21 kunnen verschuiven. Wanneer de flappen 21 niet worden toegepast dan bestaat het gevaar dat de dozen B tussen de grijperorganen 1 kunnen wegvallen, ook indien deze met grote kracht naar elkaar en tegen de dozen B worden gedrukt. Indien de flappen 21 worden voozien van een profilering 19, bijvoorbeeld in de vorm van zich in horizontale richting uitstrekkende ribbels, of indien de flappen 21 enigszins samendrukbaar zijn, dan kunnen de dozen nog eenvoudiger door de flappen 21 worden gedragen doordat de vorm van de flappen 21 dan eveneens, dat wil zeggen naast de wrijvingskracht voor een dragende functie zorgt. De dozen B zullen daarbij echter in de uitgangssituatie enigszins verder uit elkaar dienen te worden geplaatst.
Door de grijper 20 te voorzien van een ander aantal flappen 21 kunnen twee of meer dan drie dozen naast elkaar worden opgenomen, en door de flappen 21 en plaatdelen 3 voldoende lang uit te voeren kunnen meerdere dozen achter elkaar worden geplaatst en opgenomen.
In fig. 3 is een uitvoeringsvorm getoond van een grijper 120 die vergelijkbaar is met de grijper 20 volgens fig. 2. Hierbij is slechts één flap 121 voorzien die versprongen ten opzichte van het midden van de grijper 120 is aangebracht, zodanig dat aan één zijde van de flap 121 tussen het plaatdeel 3 en de flap 121 een doos B in de breedte-richting kan worden opgesteld, en aan de andere zijde tussen het plaatdeel 3 en de flap 121 een doos B in de lengterichting. De grijper 120 volgens fig. 3 kan op met de grijper 20 volgens fig. 2 overeenkomstige wijze worden gebruikt.
Ook voor deze grijper 120 geldt dat door een geschikt gekozen lengte van de flappen 121 en plaatdelen 3 meerdere rijen dozen B kunnen worden opgenomen. Bovendien kan in één deel van de grijper 120 de flap 121 dichter bij de rechterzijde en in een ander deel dichter bij de linkerzijde van de grijper worden aangebracht, waardoor de dozen min of meer in verband kunnen worden opgesteld, dat wil zeggen (bij dozen van twee maal vijf eieren) in het eerste deel één doos in de breedte rechts en vijf dozen in de lengte links, en in het tweede deel andersom.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de uitvoeringsvormen zoals beschreven en getoond in de beschrijving. Vele aanpassingen daarvan zijn mogelijk. Zo kunnen de grijper-organen op andere wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld als vaste opgestelde of kantelbare haken en kunnen de beschreven plaatdelen 3 ook door rotatie in de eerste stand worden gebracht. Voorts kan de opstelling van de haakorganen of flappen anders worden gekozen, afhankelijk van de op te nemen voorwerpen, en kunnen zelfs combinaties van haakorganen en flappen worden toegepast. Bovendien kunnen bij de uitvoeringsvorm met de flappen meerdere lagen voorwerpen of voorwerpen van verschillende vorm en afmeting worden opgenomen. De flappen zijn bij voorkeur flexibel maar kunnen eveneens star zijn uitgevoerd. Deze en vele andere aanpassingen worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
Claims (7)
1. Grijper voor het opnemen van één voorwerpdrager (T), zoals bijvoorbeeld een eiertray (T), of een groep naast elkaar opgestelde voorwerpdragers (B), zoals bijvoorbeeld een groep naast elkaar opgestelde eierdozen (B), waarbij de grijper is voorzien van ten minste twee, althans met de vrije einden (la) van elkaar af en naar elkaar toe beweegbare grijperorganen (1), die zijn ingericht voor aangrijping op of rond althans een deel van de vrije omtreksranden (0) van de voorwerpdrager (T) of de groep voorwerpdragers (B), met het kenmerk, dat de grijper is voorzien van middelen (11; 21, 121) die zijn ingericht voor aangrijping op een ander deel van de voorwerpdrager (T) of de groep voorwerpdragers (B) dan de vrije omtreksranden (O) daarvan, bij voorkeur op een zich binnen de vrije omtreksranden (O) bevindend voorwerpdragerdeel.
2. Grijper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten behoeve van de enkele voorwerpdrager (T), zoals bijvoorbeeld de eiertray (T), de genoemde middelen zijn uitgevoerd als ten minste één haakvormig orgaan (11) dat in een eerste stand aangrijpt op een centraal deel (M) van de voorwerpdrager (T) en in een tweede stand het centrale deel (M) van de tray (T) vrijgeeft.
3. Grijper volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat ten minste twee haakorganen (2) zijn aangebracht die ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn tussen de eerste en de tweede stand.
4. Grijper volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat ten behoeve van een groep naast elkaar opgestelde voorwerpdragers (B), zoals bijvoorbeeld een groep naast elkaar opgestelde eierdozen (B), de genoemde middelen zijn uitgevoerd als een aantal neerhangende flappen (21, 121), bedoeld om tijdens de grijphandeling te zijn geklemd tussen naar elkaar toegekeerde omtreksranden (I) van de naast ekaar opgestelde voorwerpdragers.
5. Grijper volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat elke flap (21, 121) een relatief hoge wrijvingscoëfficiënt heeft, één en ander zodanig dat tijdens de grijphandeling de dozen (B) in hoofdzaak door wrijving mede door de of elke flap (21, 121) worden gedragen.
6. Grijper volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de of elke flap (21, 121) een aantal zich in hoofdzaak evenwijdig aan de grijperorganen (1) uitstrekkende uitstulpingen of een profilering (19) heeft, één en ander zodanig dat tijdens de grijphandeling de dozen met althans een deel van de langsranden op of in de uitstulpingen of profileringen (19) door de of elke flap (21, 121) worden gedragen.
7. Werkwijze voor het opnemen van één voorwerpdrager (T) , zoals bijvoorbeeld een eiertray (T), of een groep naast elkaar opgestelde voorwerpdragers (B), zoals bijvoorbeeld een groep naast elkaar opgestelde eierdozen (B) met behulp van een grijper die is voorzien van ten minste twee, althans met de vrije einden (la) van elkaar af en naar elkaar toe beweegbare grijperorganen (1), die zijn ingericht voor aangrijping op of rond althans een deel van de vrije omtreksranden (0) van de voorwerpdrager (T) of de groep voorwerpdragers (B), met het kenmerk, dat bij aangrijping van het deel van de vrije omtreksranden (0) door de grijper (10, 20) eveneens een ander deel van de voorwerpdrager (T) of de groep voorwerpdragers (B) dan de vrije omtreksranden (O) daarvan, bij voorkeur een zich binnen de vrije omtreksranden (0) bevindend voorwerpdrager-deel door de grijper (10, 20) wordt aangegrepen.
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9500064A NL9500064A (nl) | 1995-01-12 | 1995-01-12 | Grijper ten behoeve van ten minste één voorwerpdrager. |
EP19960200068 EP0721889B1 (en) | 1995-01-12 | 1996-01-12 | Gripper for at least one object carrier |
EP96200069A EP0721890A1 (en) | 1995-01-12 | 1996-01-12 | Gripper for at least one object carrier |
DE1996601000 DE69601000T2 (de) | 1995-01-12 | 1996-01-12 | Greifer für mindestens einen Objektträger |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL9500064 | 1995-01-12 | ||
NL9500064A NL9500064A (nl) | 1995-01-12 | 1995-01-12 | Grijper ten behoeve van ten minste één voorwerpdrager. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9500064A true NL9500064A (nl) | 1996-08-01 |
Family
ID=19865451
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9500064A NL9500064A (nl) | 1995-01-12 | 1995-01-12 | Grijper ten behoeve van ten minste één voorwerpdrager. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (2) | EP0721890A1 (nl) |
DE (1) | DE69601000T2 (nl) |
NL (1) | NL9500064A (nl) |
Families Citing this family (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1014069C2 (nl) * | 2000-01-12 | 2001-07-16 | Food Processing Systems | Grijper. |
ITRE20010041A1 (it) * | 2001-04-23 | 2002-10-23 | Silvano Costi | Dispositivo di presa in unita' di manipolazione di oggetti piatti, quali vassoi e simili |
EP1285870B1 (en) * | 2001-07-23 | 2004-09-29 | FPS Food Processing Systems B.V. | Gripper device |
JP4551609B2 (ja) * | 2001-07-23 | 2010-09-29 | エフ ピー エス フーヅ プロセッシング システムス ベスロテン フェンノートシャップ | グリップ装置 |
ES2308101T3 (es) * | 2003-07-31 | 2008-12-01 | Fps Food Processing Systems B.V. | Aparato de agarradera con placas intermedias para coger bultos. |
NL1025964C2 (nl) | 2004-04-16 | 2005-10-18 | Ball & Ball | Inrichting voor het in een omverpakking plaatsen van dozen. |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1710096A (en) * | 1927-12-27 | 1929-04-23 | Grafton E Luce | Brick lifter |
US3478924A (en) * | 1967-11-06 | 1969-11-18 | Alfred E Comstock | Egg carton and tray dispensing machine |
US3825293A (en) * | 1973-07-27 | 1974-07-23 | Lingl Corp | Brick gripping apparatus |
FR2270148A1 (en) * | 1974-05-06 | 1975-12-05 | Fmc Corp | Removing thin plastics liners from stack - using transport mechanism for moving stack front below removal fingers |
FR2320882A1 (fr) * | 1975-08-14 | 1977-03-11 | Monjo Jacques | Dispositif d'extraction de plateaux alveoles |
EP0041304A1 (en) * | 1980-06-02 | 1981-12-09 | Administratie- en Automatiseringscentrum Vulcaan B.V. | Device for delivering an object from a stack |
FR2680153A1 (fr) * | 1991-08-06 | 1993-02-12 | Tecma Pack | Dispositif pour la prehension, le deplacement et la depose automatiques d'au moins un recipient en matiere relativement souple. |
-
1995
- 1995-01-12 NL NL9500064A patent/NL9500064A/nl not_active Application Discontinuation
-
1996
- 1996-01-12 DE DE1996601000 patent/DE69601000T2/de not_active Expired - Fee Related
- 1996-01-12 EP EP96200069A patent/EP0721890A1/en not_active Withdrawn
- 1996-01-12 EP EP19960200068 patent/EP0721889B1/en not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1710096A (en) * | 1927-12-27 | 1929-04-23 | Grafton E Luce | Brick lifter |
US3478924A (en) * | 1967-11-06 | 1969-11-18 | Alfred E Comstock | Egg carton and tray dispensing machine |
US3825293A (en) * | 1973-07-27 | 1974-07-23 | Lingl Corp | Brick gripping apparatus |
FR2270148A1 (en) * | 1974-05-06 | 1975-12-05 | Fmc Corp | Removing thin plastics liners from stack - using transport mechanism for moving stack front below removal fingers |
FR2320882A1 (fr) * | 1975-08-14 | 1977-03-11 | Monjo Jacques | Dispositif d'extraction de plateaux alveoles |
EP0041304A1 (en) * | 1980-06-02 | 1981-12-09 | Administratie- en Automatiseringscentrum Vulcaan B.V. | Device for delivering an object from a stack |
FR2680153A1 (fr) * | 1991-08-06 | 1993-02-12 | Tecma Pack | Dispositif pour la prehension, le deplacement et la depose automatiques d'au moins un recipient en matiere relativement souple. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP0721889B1 (en) | 1998-11-25 |
DE69601000T2 (de) | 1999-06-02 |
DE69601000D1 (de) | 1999-01-07 |
EP0721890A1 (en) | 1996-07-17 |
EP0721889A1 (en) | 1996-07-17 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5238116A (en) | Overhead conveyor belt for sorting clothing items loaded randomly on the same | |
JP5178718B2 (ja) | 物品の入出庫方法 | |
DK173043B1 (da) | Opsamlingsindretning | |
KR101751628B1 (ko) | 타이어 트레드 캐리어를 하역하기 위한 하역 시스템 및 방법 | |
NL2022537B1 (en) | A device comprising a conveyor | |
EP1689536B1 (en) | Sorting apparatus | |
NL9500064A (nl) | Grijper ten behoeve van ten minste één voorwerpdrager. | |
NL8800402A (nl) | Deegstukbuiginrichting. | |
EP3464075A1 (fr) | Dispositif vibrateur pour le rearrangement ordonne de boites pliantes dans un recipient, convoyeur d'evacuation et procede d'evacuation de recipients | |
US4645058A (en) | Apparatus for orienting eggs in a egg handling systems | |
US8245835B2 (en) | Sorting apparatus | |
EP0468589A1 (en) | Gripper for articles such as eggs and conveying apparatus comprising such a gripper | |
NL1014170C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het transporteren van voorwerpen. | |
NL8902207A (nl) | Verschuivingsinrichting voor voorwerpen, bijvoorbeeld eieren. | |
NL1028929C2 (nl) | Sorteerinrichting. | |
JP6386972B2 (ja) | ハンド装置、物品移送装置および物品移送方法 | |
US5358090A (en) | Automatic sorting apparatus | |
JP4447490B2 (ja) | 容器の段ばらし装置 | |
NL7900502A (nl) | Inrichting voor het ontnesten en afgeven van telkens het onderste exemplaar van een stapel eierdraagramen. | |
NL1018061C2 (nl) | Stelling voor het opslaan van productdragers en werkwijze voor het vervaardigen en gebruiken daarvan. | |
NL1033156C2 (nl) | Inrichting voor het snijden van langwerpige producten zoals groenten of fruit. | |
NL8102912A (nl) | Instelbare ontnester. | |
NL7811537A (nl) | Inrichting voor het gelijkrichten van langwerpige voor- werpen met onregelmatige dwarsdoorsnede. | |
NL2008480C2 (nl) | Productovername-inrichting. | |
JPH049360B2 (nl) |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed |