NL9201517A - Reinigingsinrichting voor vervuilde vloeistoffen voorzien van een meettoestel. - Google Patents

Description

Reinigingsinrichting voor vervuilde vloeistoffen voorzienvan een meettoestel

De uitvinding heeft betrekking op een inrichtingvoor het reinigen van vervuilde vloeistoffen, zoals afvalwa¬ter, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een vatgevuld met een filterbed van een korrelvormig filtermateri-aal, zoals zand, een in het bed gedompelde staande dubbel¬wandige buis, waarvan de ene ruimte is aangesloten op eendrukbron voor een gasvormig medium, zoals lucht, ter vormingvan een transportpomp, een tweede, in het filterbed stekendebuis voor de toevoer van de te reinigen vloeistof, een opafstand boven het filterbed aangebrachte aflaat voor degereinigde vloeistof, en een met de bovenzijde van de dub¬belwandige buis in verbinding staande tweede aflaat voor devervuilende stof.

Een dergelijke inrichting wordt gebruikt voor hetreinigen van industrieel en huishoudelijk afvalwater, welkeinrichting zoals bekend een filterbed van bijvoorbeeld zandheeft, dat voortdurend van boven naar beneden in het vat inbeweging is en door de transportpomp wordt gereinigd en op¬nieuw wordt gedeponeerd op het filterbed. Bij een dergelijkfilter is het van belang dat de reinigende werking constantblijft en dat daarom de beweging van het filterbed constantdient te blijven over de gehele omtrek van het vat. Inpraktijk is gebleken dat er zich momenten kunnen voordoendat de bewegingssnelheid van het filtermateriaal in het vatplotseling na lange tijd afwijkt, hetgeen niet door hetbedienend personeel direct wordt waargenomen.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen,waarmee de afwijking van de bewegingssnelheid van het fil-termateriaal in het vat direct wordt geconstateerd.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidtzich door een meettoestel bij het vat, welk meettoestel isvoorzien van een met het filterbed verbonden meetorgaan zodanig dat dit met het filterbed omlaag beweegt, alsmedeeen terugstelmiddel voor het meetorgaan, voor het na enigetijd terugvoeren naar de uitgangspositie daarvan.

Dankzij het toepassen van het omlaagzakkende meetor¬gaan kan de snelheid daarvan worden waargenomen, welkewaarneming kan worden gebruikt voor het nemen van correctie-maatregelen.

In een uitvoeringsvorm is het meetorgaan uitgevoerdals een langwerpig lichaam, dat samenwerkt met ten minstetwee s'ensormiddelen voor het meten van de omlaaggezakteafstand van het langwerpige lichaam.

Het langwerpiglichaam kan zijn uitgevoerd als staaf,welke samenwerkt met twee als naderingsschakelaars uitge¬voerde sensormiddelen, die bij passeren worden aangesproken,waarna de tijdmeting voldoende is om de zaksnelheid van hetfilterbed te berekenen.

De hierboven genoemde en andere kenmerken zullennader worden toegelicht in de hieronderstaande figuurbe-schrijving van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden van deuitvinding. In de tekening toont: fig. 1 een staande dwarsdoorsnede van een reini-gingsinrichting volgens de uitvinding met schematisch weer¬gegeven een daarbij behorende meettoestel, fig. 2 een alternatieve uitvoeringsvorm van hetmeettoestel uit fig. 1 in perspectivisch aanzicht.

In fig. 1 is met het cijfer 1 het vat aangegeven,waarin een filterbed 2 is aangebracht. Het vat bestaat uiteen cilindrisch gedeelte en een daaronder aansluitend kegel¬vormig gedeelte, waarbij het boveneinde van het vat open is.In het midden van het vat 1 is een dubbelwandige buis 3aangebracht, waarvan de binnenbuis tot in de punt van hetkegelvormige gedeelte van het vat 1 steekt, terwijl debuitenbuis op enige afstand daarboven eindigt. Aan de boven¬zijde zijn de buizen met elkaar verbonden ter vorming vaneen gesloten ruimte tussen de binnen- en buitenbuis. Rond dedubbelwandige buis 3 is. halverwege de hoogte van het vat 1een buisvormige mantel 4 co-axiaal daaromheen aangebracht,waarvan het boveneinde is aangesloten op een toevoerbuis 5 voor de te reinigen vloeistof, die bij 6 wordt aangevoerd.

Aan de onderzijde van de mantel 4 is stervormig een aantalkanalen 7 aangesloten, die in dwarsdoorsnede een omgekeerdeu vormen, zodat de onderzijde ervan open is. Voorts is eenkegelvormige mantel 8 rond de dubbelwandige buis 3 geplaatstaan de onderzijde van de mantel 4.

Boven de mantel 4 is een tveede mantel 9 rond dedubbelwandige buis 3 gemonteerd, waarvan het ondereinde openis en het boveneinde uitmondt in een bak 10, waarvan debovenrand op gelijke hoogte als die van het vat 1 ligt. Inde bodem van de bak steekt een buis 11 in de bak 10 omhoog,en loopt naar onderen door de wand van het vat 1 naar bui¬ten.

Voorts is een aflaat 12 in de bovenzijde van het vat1 aangebracht voor het gereinigde water.

De reinigingsinrichting zoals hierboven beschrevenwerkt als volgt:

Het korrelvormige filterbed van bijvoorbeeld zandrijkt tot boven de mantel 4 en onder de mantel 9.

De te reinigen vloeistof, bijvoorbeeld afvalwaterwordt bij 6 in de buis 5 toegevoerd, waarna het omlaagzakttot bij de Stervormige kanalen 7, waar het zich verspreidtover de horizontale dwarsdoorsnede van het vat 1 en hetfilterbed 2. Het water wordt vervolgens in opwaartse stro¬ming gefilterd door de korrelvormige vulling en wordt aan debovenzijde via aflaat 12 uit het vat 1 afgevoerd. Door hettoevoeren van een hoeveelheid lucht in de ruimte tussen debeide buizen van de dubbelwandige buis 3, zal deze lucht bijde onderzijde via spleten 13 in de binnenbuis omhoogstromenonder medeneming van het korrelvormig materiaal uit hetfilterbed 2. Dit materiaal wordt daar in de omhooggaandebeweging gewassen en zal boven de dubbelwandige buis 3 in deonderzijde van de bak 10 uitstromen en omlaagzakken voor eentweede wassing tussen de buis 9 en dubbelwandige buis 3.

Voor die tweede wassing is gereinigd water dat omhoogstroomtnaar de bak 10 gebruikt, waarbij het vuil met het gebruiktewater wordt afgevoerd via aflaat 11. Het zand stroomt terugop de bovenzijde van het zandbed 2.

Uit bovengenoemde beschrijving van de werking zalduidelijk zijn dat het zandbed een voortdurende bewegingomlaag maakt, omdat het aan de onderzijde wordt afgevoerddoor de luchttransportpomp gevormd door dubbelwandige buis3, en aan de bovenzijde wordt toegevoerd uit de mantel 9.Zodoende kan het filterbed voortdurend worden gebruikt,omdat het ook voortdurend wordt gereinigd. De mate vansnelheid, waarmee het filterbed zakt, bepaalt de reinigings-waarde van de inrichting.

Het is derhalve belangrijk om de zaksnelheid van hetfilterbed 2 te kunnen meten, waartoe de uitvinding eenmeetinrichting voorstelt, die in het algemeen is aangegevenmet het cijfer 20.

Het meettoestel is voorzien van een omlaaggerichtlangwerpig lichaam in de vorm van een staaf 21, dat al ofniet in een geleiding 21' is opgehangen bij 22 aan de zui-gerstang 23 van een cilinder 24. De cilinder 24 kan wordengevoed door een drukbron 25 en wordt gestuurd via een klep 26. Twee waarnemingssensoren 27 respectievelijk 28 zijn ' aangebracht bij de cilinder 24, welke signalen worden ver¬werkt in een rekeneenheid 29.

Het waarnemen van de zaksnelheid vindt als volgtplaats. Bij een drukloze cilinder 24 staat de staaf 21 inhet filterbed 2 en zakt met dit filterbed mee naar beneden,ί Bij deze neerwaartse beweging volgens de pijl Pl wordt dezuiger van de cilinder 24 eveneens meegenomen, totdat hethet waarnemingsorgaan 28 is gepasseerd. Na het passeren vandit waarnemingsorgaan 28, zal de rekeneenheid respectieve¬lijk stuureenheid 29 de klep 26 aansturen en druklucht uit> de drukbron 25 naar de onderzijde van de zuiger van decilinder 24 voeren, waardoor de staaf 21 omhoog wordt ge¬bracht, totdat de zuiger waarnemingsorgaan 27 is gepasseerd.Het systeem 24 wordt weer drukloos gemaakt door het omscha¬kelen van klep 26, waardoor de staaf opnieuw kan zakken. Bijj het begin van de neerwaartse beweging bij waarnemingsorgaan 27, en het eind van deze beweging bij waarnemingsorgaan 28,wordt de afstand tussen de twee waarnemingsorganen 27, 28gedeeld door de tijd, waardoor de zaksnelheid kan worden bepaald door de rekeneenheid 29. Met deze gegevens kunnenverdere besturingen en alarmeringen van het systeem plaats¬vinden, bijvoorbeeld door het verhogen of verlagen van detoevoersnelheid, waarmee druklucht in de transportpomp 3wordt toegevoerd. Daarmee kan het zandbed sneller respectie¬velijk langzamer worden gereinigd en kan de zaksnelheidworden gecorrigeerd.

Fig. 2 toont een alternatieve uitvoeringsvorm,waarbij de staaf 21 als langwerpig lichaam is vervangen dooreen kabel 30 aan de onderzijde waarvan een gewicht 31 isgehangen, welke in het filterbed 2 steekt. De kabel isgewikkeld om een trommel 32, welke is aangedreven door eenloskoppelbare motor 33. De trommel is bijvoorbeeld voorzienvan een tweetal waarnemingsorganen 34, 35 welke wordenbewaakt door een sensor 36. Na het maken een of meer omwen¬telingen kan de sensor 36 de motor 33 bekrachtigen en dekabel 30 terugvoeren uit het zandbed. Tevens kan de tijdworden gemeten, waarmee de waarnemingsorganen 34, 35 wordenwaargenomen door de sensor 36. De sensor 36 is in dit gevalgekoppeld aan een rekeneenheid 29 (niet getoond), waarvan demeetgegevens verder worden gebruikt voor de bewaking van dereinigingsinrichting.

Claims (5)

1. Inrichting voor het reinigen van vervuildevloeistoffen, zoals afvalwater, welke inrichting in hoofd¬zaak bestaat uit een vat gevuld met een filterbed van eenkorrelvormig filtermateriaal, zoals zand, een in het bedgedompelde staande dubbelwandige buis, waarvan de ene ruimteis aangesloten op een drukbron voor een gasvormig medium,zoals lucht, ter vorming van een transportpomp, een tweede,in het filterbed stekende buis voor de toevoer van de tereinigen vloeistof, een op afstand boven het filterbedaangebrachte aflaat voor de gereinigde vloeistof, en een metde bovenzijde van de dubbelwandige buis in verbinding staan¬de tweede aflaat voor de vervuilende stof, gekenmerkt dooreen meettoestel bij het vat, welk meettoestel is voorzienvan een met het filterbed verbonden meetorgaan zodanig datdit met het filterbed omlaag beweegt, alsmede een terugstel-middel voor het meetorgaan, voor het na enige tijd terugvoe¬ren naar de uitgangspositie daarvan.

2. Inrichting volgens conclusie l, met het kenmerk,dat het meetorgaan een langwerpig lichaam is dat samenwerktmet twee op afstand van elkaar gelegen sensormiddelen voorhet meten van de gezakte afstand.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat het langwerpig lichaam een staaf is.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk,dat het langwerpig lichaam een kabel is.

5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de meetinrichting is voorzien van eenrekeneenheid.