NL9200874A - Kneedapparaat. - Google Patents

Description

Titel: Kneedapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting omvattende een doordrukvlak met openingen en persmiddelen voor het door de openingen in het doordrukvlak persen van waren. Deze bekende inrichting wordt bij voorbeeld gebruikt voor het kneden of wrijven van poedervormige produkten om hieruit een samenhangen eindprodukt te vervaardigen. Te denken valt aan bij voorbeeld de vervaardiging van diervoeder uit meel, of de produktie van chocolade. Tijdens de bewerking met de bekende inrichting wordt het poerdervormige produkt plastisch gemaakt en ontlucht, terwijl de temperatuur ervan stijgt, waardoor ontsluiting ontstaat van bijvoorbeeld eiwitten en/of zetmelen voor het geven van de gewenste vorm en hardheid aan het eindprodukt, en voor het veranderen van de samenstelling van het eindprodukt, zodat bij bijvoorbeeld de verwerking van melen de voedingswaarde stijgt. Vaak vindt stoomtoevoeging plaats voor het verbeteren van het eindresultaat.

Door het toenemende gebruik van grondstoffen van bij voorbeeld een geringere kwaliteit of van een ander soort worden steeds hogere eisen aan de kneed- of wrijfbewerking gesteld, vooral voor wat betreft de druk waarmee de grondstof door de openingen in het doordrukvlak wordt geperst. Momenteel wordt dit opgelost door de grondstof achtereenvolgens verschillende kneedbewerkingen te laten ondergaan, bij voorbeeld door de grondstof achtereenvolgens door verschillende inrichtingen van het bekende type te leiden.

De uitvinding beoogt, een verbeterde inrichting van het bovenvermelde soort te verschaffen, waarmee het hiervoor vermelde probleem wordt opgelost.

Hiertoe wordt de inrichting van het in de aanhef vermelde type gekenmerkt, doordat de grootte van de openingen veranderlijk is.

Hierdoor is het mogelijk geworden, de noodzakelijke persdruk afhankelijk van de grondstof in te stellen door het variëren van de grootte van de openingen. Hiermee is het tevens mogelijk geworden, bij de aanvang, wanneer nog geen plastisch gemaakte grondstof in de inrichting aanwezig is, het bewerkingsproces beter in de hand te houden. Momenteel is er het probleem dat bij de aanvang van het bewerkingsproces poedervormige grondstof onbehandeld de inrichting verlaat door de afwezigheid van enige samenhang die voorkomt dat de grondstof reeds onder de invloed van de zwaartekracht door de openingen naar buiten treedt.

Volgens een voorkeursuitvoering zijn tegenover elkaar gelegen randen van de openingen tegen de werking van terugstelmiddelen in van elkaar beweegbaar. Hiermee wordt een betrouwbare en bestuurbare verandering van de grootte van de openingen verkregen. Daarbij kan voor een eenvoudige werking van de inrichting deze zo zijn uitgevoerd, dat de grootte van de openingen bepaald is onder de werking van de door de persmiddelen voortgebrachte persdruk. De instelling van de grootte van de openingen vindt dan automatisch plaats vanaf het moment van opstarten.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van een niet beperkend uitvoeringsvoorbeeld onder verwijzing naar de tekeneningen. Hierbij toont:

Fig. 1: Schematisch een aanzicht in doorsnede van een inrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2: Een detail van de inrichting van fig. 1 in doorsnede;

Fig. 3: Een aanzich volgens de lijn III-III in fig. 2; en

Fig. b: Een aanzicht overeenkomstig fig. 2 van een variant van de inrichting volgens de uitvinding.

Onder verwijzing naar fig. 1-3 bestaat de inrichting 1 uit een trommel vormige toevoerhuls 2, met aansluitpunten 3* b voor de toevoer van stoom en andere toevoegmiddelen zoals soja-olie, melasse of water. De huls 2 heeft een toevoeropening 7 voor de toevoer van poedervormige grondstof. Binnenin de trommel 2 is een draaibare transportas 5 aangebracht. Deze transportas 5 is voorzien van transportschroefbladen 6. Eventueel kunnen deze bladen 6 worden vervangen door transportpaddles (niet getoond). De transportas 5 wordt aangedreven door motor 8. Hierdoor wordt de grondstof van de trommelvormige toevoerhuls 2 naar de wrijfkamer 9 getransporteerd, door de openingen tussen de spaken 11 voor de ophanging van de transportas 5·

De wrijfkamer 9 bezit een trommelwand 12 met afsluitbare openingen 13 volgens de uitvinding. Met behulp van wrijfschoenen 14 (in fig. 1 en 2 slechts één weergegeven) wordt het in de inrichting 1 gebrachte produkt door de trommelwand 12 naar buiten geperst. Fig. 3 toont twee wrijfschoenen 14 en een alternatief in de vorm van een wrijf rol 15 op de plaats waar gewoonlijk de derde wrijfschoen zich bevindt. Wanneer wrijfschoenen 14 worden gebruikt zijn deze star, zodat zij telkens dezelfde stand tov de trommelwand innemen. Wrijfrollen kunnen rond hun as roterend worden gebruikt. Deze wrijfschoenen lb of wrijfrollen 15 worden eveneens door de transportas 5 aangedreven in de richting van de pijl A . (fig. 3) en bewegen zo langs het trommeloppervlak, waarbij zij met het trommeloppervlak een zich in bewegingsrichting verruimende wrijfspleet 16 vormen. De wrijfschoenen 14 of -rollen 15 zijn op de bekende wijze met een instelbaar excenter (niet getoond) bevestigd, zodat hun afstand tot de trommelwand instelbaar is.

De trommelwand 12 bestaat uit vier ringen 17, waarvan de naar elkaar gekeerde randen zijn afgeschuind. De ringen 17 worden door drie samenstellen (waarvan één getoond in fig. 2) van een doorgaande bout 18 met een veer 19 veerkrachtig naar elkaar toe gedreven, waardoor de spieetvormige openingen 13 tussen de ringen 17 dichtgedrukt worden gehouden wanneer de inrichting 1 buiten bedrijf is.

Door de samenwerking van wrijfschoenen 14 en trommelwand 12 wordt het poeder gemengd met de toevoegingen zoals stoom, gekneed en samengeperst waardoor de temperatuur ervan toeneemt . tot bij voorbeeld meer dan 100'C, zodat stoffen ontsloten worden. Door de druk van het mengsel zullen de ringen vanaf een bepaald drukniveau tegen de werking van de veren 19 in uit elkaar worden gedreven, waardoor de spleten 13 zich openen. Hiertoe kan de zijwand 21 van de wrijfkamer 8 opzij bewegen. Het mengsel kan dan door de trommelwand 12 naar buiten worden geperst. Door juiste keuze van de voorspanning van de veren 19 kan het moment waarop de spleten 13 zich openen worden ingesteld. Aldus openen de spleten 13 zich pas bij een verhoogde druk, welke aan de omstandigheden kan worden aangepast, en waardoor bij het opstarten wordt voorkomen dat poedervormig materiaal de wrijfkamer 8 onbehandeld verlaat. Voorts past de spleetgrootte zich automatisch aan, zodat een vrijwel konstante persdruk wordt gehandhaafd. Doordat de veerweg van de veren 19 begrensd is, is eveneens de spleetgrootte begrensd, zodat vanaf een bepaalde bedrijfssnelheid bij volledig geopende spleten de druk onbegrensd kan worden opgevoerd door bij voorbeeld verder opvoeren van de bedrijfssnelheid.

Over de trommelwand 12 is een vormplaat 22 aangebracht met een patroon van gaten 23. Deze gaten 23 overlappen de spleten 13 in de trommelwand 12, zodat uit de wrijfkamer 8 geperst materiaal onmiddellijk door de gaten 23 wordt geperst. Daartoe liggen de gaten in omterksbanen over de spleten 13. Hierdoor kan een gewenste vorm aan het geknede produkt worden gegeven, zoals de bekende bix-vorm bij diervoeder. Daarbij is de grootte en het patroon van de gaten 23 zo gekozen dat deze geen afbreuk doen aan de drukregelende werking van de spleten 13.

Fig. 4 toont een alternatief voor de ringen 17 van de wrijfkamer 8. Hierbij worden drie ringen 17 toegepast, welke naar elkaar toe worden gedreven door een stang 24 die is verbonden met een hydraulische cilinder 25. Hierdoor is het mogelijk tijdens het bedrijf de druk waarmee het mengsel naar buiten wordt geperst af te lezen, terwijl tussentijdse instelling zonder stilzetten van de inrichting 1 mogelijk is.

Aldus is het met de inrichting volgens de uitvinding mogelijk om poedervormige produkten van een ander soort of een mindere kwaliteit doelmatig te verwerken. Natuurlijk zijn ook varianten op de hierboven beschreven inrichting denkbaar. Zo kan nog een ander aantal ringen 17 worden gebruikt. Voorts kan de vormplaat 22 achterwege worden gelaten. Dan zal het verkregen produkt schilfer- of korrelvormig zijn. Ook is het mogelijk de wrijfschoenen 14 stationair uit te voeren de de trommelwand 12 te roteren. Daarnaast kan ook ter weerszijden van de wrijfkamer 8 een toevoerhuls 2 zijn aangebracht. Voorts kan de cilinder 25 uit fig. 4 pneumatisch zijn aangedreven. Voorts kan ipv een wrijfkamer een wrijfvlak worden gebruikt, zodat het doordrukvlak bij voorbeeld een vlakke schijf is. Daarnaast is het niet beslist noodzakelijk dat in rust te spleten 13 gesloten zijn. Als alternatief kan een andere constructie worden gebruikt voor het instelbaar maken van de openingen, bij voorbeeld met schuiven, terwijl die instelling bij voorbeeld niet rechtstreeks is gekoppeld met de persdruk. Ook kunnen de wrijfschoenen of -rollen door andere persmiddelen, zoals een schroefextruder, worden vervangen.

Claims (13)

1. Inrichting omvattende een doordrukvlak met openingen en persmiddelen voor het door de openingen in het doordrukvlak persen van waren, met het kenmerk, dat de grootte van de openingen (13) veranderlijk is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tegenover elkaar gelegen randen van de openingen (13) tegen de werking van terugstelmiddelen (19) in van elkaar beweegbaar zijn.

3· Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de grootte van de openingen (13) bepaald is onder de werking van de door de persmiddelen (14, 15) voortgebrachte persdruk.

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doordrukvlak (12) uit segmenten (17) is opgebouwd, welke genoemde openingen (13) begrenzen.

5. Inrichting volgens conclusie 4, waarbij het doordrukvlak ring-of hulsvormig is, met het kenmerk, dat het doordrukvlak (12) in langsrichting van de huls uit segmenten (17) is opgebouwd.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de openingen (13) zich in de richting waarin de waar door het doordrukvlak (12) persbaar is vernauwen.

7. Inrichting volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het doordrukvlak (12) wordt gevormd door een aantal concentrische ringen (17) van in hoofdzaak gelijke diameter, waarvan de naar elkaar toegekeerde randen eventueel zijn afgeschuind, welke ringen tegen de werking van de terugstelmiddelen (19, 25) in in axiale richting van de ringen uit elkaar beweegbaar zijn.

8. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de zijde van het doordrukvlak (12) tegenover de zijde alwaar de persmiddelen (14, 15) werkzaam zijn het doordrukvlak is bedekt met een vlak (22) met openingen (23), waarbij de openingen in het doordrukvlak en het vormvlak tijdens het doorpersen van de waar zodanig tov elkaar zijn gesitueerd, dat de waar rechtstreeks door de openingen in het doordrukvlak en het vormvlak gaat.

9- Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de persmiddelen (14, 15) in hoofdzaak evenwijdig aan het doordrukvlak (12) beweegbare persvlakken omvatten welke met het doordrukvlak een zich in bewegingsrichting van de persmiddelen verruimende spleet (16) vormen.

10. Inrichting volgens conclusie 9. met het kenmerk, dat de afstand tussen het doordrukvlak (12) en een persvlak van een persmiddel (14, 15) instelbaar is.

11. Inrichting volgens conclusie 9 of 10, met het kenmerk, dat de persvlakken van de persmiddelen in hoofdzaak een onbeweeglijk stand innemen tov. het doordrukvlak.

12. Inrichting volgens conclusie 2 en eventueel êên der voorgaande conclusies 3 t/m 11, met het kenmerk, dat de terugstelmiddelen veerkrachtige middelen zijn.

13· Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de veerkrachtige middelen instelbaar zijn.