NL9200276A

NL9200276A - SWEEPER.

Info

Publication number: NL9200276A
Application number: NL9200276A
Authority: NL
Original assignee: Konfoma Ind Bv
Priority date: 1991-02-18
Filing date: 1992-02-14
Publication date: 1992-09-16
Also published as: BE1004656A3

Description

VEGERSWEEPER

De uitvinding betreft een veger, die aan een voertuig, bijvoorbeeld een hefvorktruc of voorlader, is aan te bouwen.The invention relates to a sweeper which can be mounted on a vehicle, for instance a fork lift or front loader.

Het voertuig dat voor andere doeleinden reeds voorhanden is, kan enige tijd per dag voor het vegen worden benut. Aan voertuigen aanbouwbare vegers zijn bekend. Deze zijn echter niet goed geschikt om in een afgesloten werkruimte te vegen vanwege te sterke stofverspreiding.The vehicle that is already available for other purposes can be used for sweeping for some time a day. Sweepers that can be mounted on vehicles are known. However, these are not well suited to sweep in an enclosed workspace due to excessive dust dispersion.

De uitvinding heeft ten doel een veger van de in de aanhef bedoelde soort te verschaffen, die ook goed in gesloten ruimten inzetbaar is. Daartoe is de veger gekenmerkt door ten minste één in het freem horizontaal gelegerde borstel, aandrij fmiddelen voor het doen roteren van elke horizontaal gelegerde borstel, een elke horizontaal gelegerde borstel omhullende kast en luchtaanzuigmiddelen die via filtermiddelen op de kast aangesloten zijn.The object of the invention is to provide a sweeper of the type referred to in the preamble, which can also be used well in closed spaces. To this end, the sweeper is characterized by at least one brush horizontally mounted in the frame, drive means for rotating each horizontally mounted brush, a box enclosing each horizontally mounted brush and air suction means connected to the box via filter means.

De genoemde en ander kenmerken van de uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving van een voorkeursuitvoeringsvariant volgens de uitvinding aan de hand van een tekening. In de tekening stellen voor:The mentioned and other features of the invention will become apparent from the description below of a preferred embodiment according to the invention with reference to a drawing. In the drawing represent:

Figuur 1 een gedeeltelijk weggebroken, perspectivisch aanzicht van een veger volgens de uitvinding;Figure 1 shows a partly broken away perspective view of a sweeper according to the invention;

Figuur 2 een gedeeltelijk weggebroken, perspectivisch aanzicht volgens pijl II van figuur 1;Figure 2 shows a partly broken away perspective view according to arrow II of figure 1;

Figuur 3 op grotere schaal een doorsnede over lijn III-III van figuur 2;Figure 3 is a larger-scale section along line III-III of figure 2;

Figuur 4 op grotere schaal een perspectivisch aanzicht van een stel borstels van de veger van figuur 1; enFigure 4 is an enlarged perspective view of a set of brushes of the sweeper of Figure 1; and

Figuren 5 en 6 op grotere schaal een doorsnede over lijn V-V van figuur 1 in ongesleten respectievelijk gesleten borstelconditie.Figures 5 and 6 show a larger section along line V-V of figure 1 in unworn or worn brush condition.

De veger 1 omvat een als freem geconstrueerde kast 2 die met twee achterzwenkwielen 3 en een voorwiel op de grond steunt. De veger 1 is ingericht om gebruikt te worden in combinatie met een voertuig. Voor het geval van een vorkheftruc 5 bevindt zich aan weerszijden boven de kast 2 een koker 6 voor het opnemen van een tand 7 van de vorkheftruc 5. Middels een ketting 72 of ander bevestigingsmiddel wordt de veger 1 aan de tanden 7 vergrendeld. Tussen de kokers 6 bevindt zich een filterkast 8, die zich tot op hoger niveau dan de kokers 6 uitstrekt. De veger wordt door de vorkheftruc 5 aldus op vrij laag niveau aangegrepen, hetgeen de stabiliteit van het geheel ten goede komt. Borstelruimten 14 en 15 van de kast 2 zijn bestemd voor het opnemen van twee horizontaal in legersteunen 10 en 11 gelegerde borstels 12 en 13. Daarachter in de rijrichting 9 gezien is een vuilopneemruimte 16 aanwezig, die aan de onderzijde is afgesloten door een om een achterscharnieras 18 scharnierbare klep 17, die middels hydraulische cilinders 19, of eventueel mechanische middelen, vanaf de bestuurdersplaats van de vorkheftruc 5 te openen en te sluiten is, voor het op gemakkelijke wijze boven een stortplaats ledigen van de opneemruimte 16.The sweeper 1 comprises a box 2 constructed as a frame, which supports on the ground with two rear swivel wheels 3 and a front wheel. The sweeper 1 is designed to be used in combination with a vehicle. In the case of a fork lift 5, a sleeve 6 for receiving a tooth 7 of the fork lift 5 is located on either side above the box 2. The sweeper 1 is locked to the teeth 7 by means of a chain 72 or other fastening means. Between the tubes 6 there is a filter box 8, which extends to a higher level than the tubes 6. The sweeper is thus engaged at a fairly low level by the fork lift 5, which improves the stability of the whole. Brush spaces 14 and 15 of the box 2 are intended for receiving two brushes 12 and 13 mounted horizontally in bearing brackets 10 and 11. A dirt holding space 16 is present behind this in the direction of travel 9 and is closed at the bottom by a rear pivot shaft 18 hinged valve 17, which can be opened and closed by hydraulic cylinders 19, or possibly mechanical means, from the driver's position of the forklift trick 5, for emptying the receiving space 16 in an easy manner.

De kast 2 is alzijdig afgesloten, behalve aan de onderzijde van de borstelruimten 14 en 15. Wel zijn de onderranden van de borstelruimten 14 en 15 voorzien van flexibele schorten 20 die op bijvoorbeeld 5 mm boven de grond hangen, teneinde de luchtaanzuigspleet ten opzichte van de grond te reduceren. Tussen de borstelruimten 14 en 15 bevindt zich een met de borstel 13 samenwerkende achterwaarts gebogen leidplaat 21 die op een afstand a boven de grond eindigt, zodat de borstelruimten 14 en 15 onder de leidplaat 21 met elkaar communiceren, waardoor in de bor-stelruimte 14 een onderdruk van 5 a 10 mm waterkolom heerst en het door borstel 12 losgemaakte en achterwaarts geveegde vuil door de borstel 13 gegrepen wordt en dan omhoog langs de leidplaat 21 wordt getransporteerd tot in de vuilopneemruimte 16. De draairichtingen van de borstels 12 en 13 is met pijlen 22 aangeduid.The box 2 is closed on all sides, except on the underside of the brush spaces 14 and 15. However, the bottom edges of the brush spaces 14 and 15 are provided with flexible aprons 20 which hang at, for example, 5 mm above the ground, in order to ensure that the air suction gap is relative to the reduce soil. Between the brush spaces 14 and 15 there is a backwardly curved guide plate 21 cooperating with the brush 13, which ends at a distance a above the ground, so that the brush spaces 14 and 15 below the guide plate 21 communicate with each other, so that in the brush space 14 a there is a negative pressure of 5 to 10 mm of water column and the dirt loosened and brushed backwards by brush 12 is gripped by brush 13 and then transported upwards along the guide plate 21 into the dirt holding space 16. The directions of rotation of brushes 12 and 13 are indicated by arrows 22.

In de kast 2 wordt een vacuüm gecreëerd, bijvoorbeeld van 5 a 10 mm waterkolom, doordat de kast 2 aansluit op een filterruimte 23 van de filterkast 8, waarin ten minste één doch bij voorkeur een veelvoud van, bijvoorbeeld zes, filters 24 zijn opgenomen. Het van de filters 24 afgetrilde of afgeklopte vuil valt tot in de vuilopneem-ruimte 16. De filters 24 bestaan uit zogenaamde sterfliters, waarvan de binnenzijden aangesloten zijn op een blower 27, die veel lucht met gering drukverschil verwerkt. Het totale filteroppervlak is bijvoorbeeld 10 m2 . De filters 24 zijn opgehangen aan een plaatvormige filtersteun 25 die via rubberelementen 26 bevestigd is aan de filterkast 8 en die van tijd tot tijd in trilling gebracht kan worden door een excentriekmotor 69.A vacuum is created in the cabinet 2, for instance of a 5 to 10 mm water column, because the cabinet 2 connects to a filter space 23 of the filter cabinet 8, in which at least one, but preferably a plurality of, for instance six, filters 24 are accommodated. The dirt that has been vibrated or knocked off the filters 24 falls into the dirt receiving space 16. The filters 24 consist of so-called star flashes, the inner sides of which are connected to a blower 27, which processes a lot of air with a small pressure difference. The total filter surface is, for example, 10 m2. The filters 24 are suspended from a plate-shaped filter support 25 which is attached to the filter box 8 via rubber elements 26 and which can be vibrated from time to time by an eccentric motor 69.

De borstels 12 en 13 bestaan elk uit een cilinder 30, waarop borstelstroken 31 van in de cilinder 30 ingeplante haren 35 zijn aangebracht. De stroken zijn V-vormig, zodat zij elk bij de gekozen draairichtingen 22 aan hun onderzijden een binnenwaarts gerichte veegcomponent 33 hebben. Voor een goede veegwerking is het van belang dat de borstelharen 35 in een enigszins doorgebogen vorm de grond 36 raken. Zij zijn aldus over een niveauverschil b van tussen 2-15, bijvoorbeeld 10 mm, gedeformeerd. Teneinde deze deformatie van de borstelharen 35 te handhaven zijn de borstels 12 en 13 bij voorkeur niveauverstelbaar aan de kast 2 gelegerd in legersteunen 10 en 11, die elk bestaan uit een zijplaat die voorzien is van schuin neerwaarts naar de leidplaat 21 toe gerichte boutsleuven 37. Aan de kast 2 vastgelaste bouten 38 steken door de boutsleuven 37, zodat de legersteunen 10, 11 middels een opsluitring 39 en moer 40 zijn vast te zetten. De legersteunen 10, 11 zijn elk eveneens voorzien van een loodrecht op de boutsleuven 37 gericht excentrieksleufgat 41, waarin een excentriek 42 grijpt. De beide excentrieken 42 zijn bevestigd aan een gemeenschappelijk instelorgaan 43 gevormd door een zich evenwijdig aan de borstels 12, 13 uitstrekkende as, die in de kast 2 zwenkbaar is gelegerd en die nabij de legersteun 10 voorzien is van een handvat 44 voor het verstellen van het niveau van de legersteunen 10, 11 en daarmee van de borstels 12, 13 tussen de in figuur 5 getekende nieuwe borstelstand en de in figuur 6 getekende versleten borstel-stand. De legersteun 11 is gemakkelijk verwijderbaar voor het vervangen van de borstels 12, 13 bij afgeschroefde moeren 40. De legersteun 11 heeft twee handvaten 50.The brushes 12 and 13 each consist of a cylinder 30, on which brush strips 31 of hairs 35 implanted in the cylinder 30 are arranged. The strips are V-shaped, so that they each have an inwardly directed wiping component 33 on their undersides in the selected directions of rotation 22. It is important for good sweeping action that the bristles 35 touch the ground 36 in a slightly bent shape. They are thus deformed over a level difference b of between 2-15, for example 10 mm. In order to maintain this deformation of the bristles 35, the brushes 12 and 13 are preferably level adjustable on the case 2 mounted in bearing brackets 10 and 11, each consisting of a side plate provided with bolt slots 37 angled downwardly towards the guide plate 21. Bolts 38 welded to the box 2 pass through the bolt slots 37, so that the bearing supports 10, 11 can be fixed by means of a locking ring 39 and nut 40. The bearing supports 10, 11 are each also provided with an eccentric slotted hole 41 directed perpendicular to the bolt slots 37, into which an eccentric 42 engages. The two eccentrics 42 are attached to a common adjusting member 43 formed by a shaft extending parallel to the brushes 12, 13, which is pivotally mounted in the housing 2 and which is provided with a handle 44 for adjusting the adjustment close to the bearing support 10. level of the bearing supports 10, 11 and thus of the brushes 12, 13 between the new brush position shown in Figure 5 and the worn brush position shown in Figure 6. The bearing support 11 is easily removable for replacing the brushes 12, 13 with unscrewed nuts 40. The bearing support 11 has two handles 50.

Voor elke borstel 12, 13 is een borstelas 51 gelegerd in legerbussen 52 van de legersteun 10, 11. Elke as 51 heeft aan een einde een eraan bevestigde naaf 54 en aan het andere einde een opschuifbare, op de as 51, bijvoorbeeld gespied, geschoven naaf 59. De naven 54, 59 hebben elk een zoekrand 55 en koppelnokken 56. De koppel-nokken 56 grijpen in koppelsleuven 57 van de borstels 12, 13.For each brush 12, 13, a brush shaft 51 is mounted in bearing bushes 52 of the bearing support 10, 11. Each shaft 51 has a hub 54 attached to it at one end and a slide-on slotted on the shaft 51, for example keyed at the other end. hub 59. The hubs 54, 59 each have a search edge 55 and coupling cams 56. The coupling cams 56 engage in coupling slots 57 of the brushes 12, 13.

De nieuwe borstels 12, 13 worden op de as 51 geschoven en op de naaf 54. Vervolgens worden de naven 59 op de as 51 en in de borstels 12, 13 geschoven en gelijktijdig worden de assen 51 in de legers 52 gestoken door het opschuiven van de legersteun 11, waarna de moeren 40 worden aangebracht. Daarbij komt een excentriek 42 van het in de in figuur 5 getoonde stand gestelde instelorgaan 43 terecht in de excentrieksleuf 41. Naderhand kan het verwijderbare schort 20a met zijn ophanghaken 58 van onderaf en van binnen uit op zijn plaats worden opgehangen aan koppennen 60 die aan de binnenzijde van de kast 2 zijn vastgelast. De assen 51 zijn buiten de legersteun 10 voorzien van ketting-wielen 62. Een electrische of hydraulische aandrijfmotor 63 drijft middels een ketting 66 via de vast aan de kast 2 opgestelde kettingwielen 64, 65 en de vertikaal verstelbare kettingwielen 62 de borstels 12, 13 aan. Bij borstelver- stelling wordt slechts één part van de ketting 66 in lengte gevarieerd. Dit wordt opgevangen met behulp van een ket-tingspanwiel 67. De motor 63 drijft tevens via een snaar-drijfwerk 68 de blower 27 aan.The new brushes 12, 13 are slid onto the shaft 51 and onto the hub 54. Then the hubs 59 are slid onto the shaft 51 and into the brushes 12, 13 and at the same time the shafts 51 are inserted into the bearings 52 by sliding the bearing support 11, after which the nuts 40 are fitted. Thereby, an eccentric 42 of the adjusting member 43, as shown in Figure 5, enters the eccentric slot 41. Afterwards, the removable apron 20a can be hung in place from below and from the inside by means of suspension hooks 58 on heads 60 which are attached to the inside of cabinet 2 are welded. The shafts 51 are provided with sprocket wheels 62 outside the bearing bracket 10. An electric or hydraulic drive motor 63 drives the brushes 12, 13 by means of a chain 66 via the sprockets 64, 65 and the vertically adjustable sprockets 62 arranged fixed to the housing 2. . With brush adjustment, only one part of the chain 66 is varied in length. This is compensated with the aid of a chain tensioning wheel 67. The motor 63 also drives the blower 27 via a belt drive 68.

De veger is bij voorkeur voorzien van een of twee zijborstels 70 die bij voorbeeld aangedreven worden door electromotoren of hydromotoren 71 en die tegen elastische druk in binnenwaarts verplaatsbaar zijn bij het ontmoeten van een obstakel. Bij voorkeur is elke gebezigde zijborstel 70 op niet getekende wijze opgenomen in een zijborstelkast die bijvoorbeeld middels een dikke slang aangesloten is op het binnenste van de kast 2 of direkt op de filterkast 8, opdat ook deze zijborstel (s) 70 zo weinig mogelijk stof verspreiden. Deze zijborstelkast heeft bij voorkeur ook aan zijn onderrand een schort.The sweeper is preferably provided with one or two side brushes 70 which are, for example, driven by electric motors or hydromotors 71 and which are movable inwardly against elastic pressure when encountering an obstacle. Preferably, each side brush 70 used is included in a not drawn manner in a side brush box which is connected, for example, by means of a thick hose to the interior of the box 2 or directly on the filter box 8, so that these side brush (es) 70 also spread as little dust as possible. . This side brush box preferably also has an apron on its bottom edge.

De borstels 12, 13, 70 kunnen bij een door een LPG-motor aangedreven voertuig 5 aangedreven worden door hydromotoren. Bij voorkeur geschiedt de aandrijving van alle motoren van de veger 1 door energie die aan het voertuig 5 ontleend wordt. Ingeval van een door één of meer accu's aangedreven voertuig is bij voorkeur elke motor van de veger een electrische motor die via een electrisch leidingstelsel op de accu('s) is aangesloten.The brushes 12, 13, 70 in a vehicle powered by an LPG engine can be driven by hydraulic motors. Preferably, all motors of the sweeper 1 are driven by energy derived from the vehicle 5. In the case of a vehicle powered by one or more batteries, each motor of the sweeper is preferably an electric motor which is connected to the battery (s) via an electrical cable system.

Opgemerkt zij, dat het denkbaar is dat bij een alternatieve uitvoeringsvorm de borstel 12 niet aanwezig is, zodat deze veger dan korter wordt en minder aandrijf-energie vergt.It is to be noted that it is conceivable that in an alternative embodiment the brush 12 is not present, so that it becomes shorter than this and requires less drive energy.

Claims

Sweeper (1), comprising a frame to be attached to a vehicle (5), characterized by at least one brush (12, 13) horizontally mounted in the frame, drive means (63, 66) for rotating each horizontally alloyed brush (12, 13), an enclosure (2) enclosing each horizontal brush (12, 13) and air suction means (27) which are connected to the cabinet (2) via filter means (24).

Sweeper (1) according to claim 1, characterized in that at least one brush (13) rotates at the bottom in a forward direction of movement (22) and rotates upwards at its front along a guide plate (21) and in compensation brush wear at an angle downward to the guide plate (21) includes adjustable brush adjusters (37, 41, 43).

Sweeper (1) according to claim 2, characterized in that the brush adjusting means (37, 41, 43) have an adjustment member (43) common to both ends of the brush (13) for uniformly adjusting the brush (at both ends) 13).

Sweeper (1) according to claim 3, characterized in that an adjusting member (43) comprises a pair of mutually coupled eccentrics (42).

Sweeper (1) according to one of the preceding claims, characterized in that on each of the two sides of the sweeper there is a level-adjustable bearing support (10, 11), in which the two ends of at least two parallel brush shafts (51 ) are stationed.

Sweeper (1) according to one of the preceding claims, characterized in that a dirt pick-up space (16) is provided behind a dirt over a rearwardly transporting brush (13), which is provided at its underside with an operating location of the vehicle to open and close valve (17).

Sweeper (1) according to any one of the preceding claims, characterized in that at the level above the brushes (12, 13) there are tooth receiving members (6) for receiving the teeth (7) of a fork lift (5) and that a filter box (8) extends above the level of the tooth receiving members (6).

Sweeper (1) according to any of the preceding claims, characterized in that the filters (24) are mounted on a filter support (25) provided with beating and / or vibrating means (69).

Sweeper (1) according to any one of the preceding claims, characterized by at least one side brush (70) rotating about a downward axis, which is received in a side brush box provided with air suction means, and that preferably common air suction means (27) create a negative pressure both in the box (2) receiving the at least two horizontal brushes (12, 13) as in the side brush box.

Sweeper (1) according to any one of the preceding claims, characterized by connecting means (6) for attachment to a vehicle (5), for example fork lift or front loader, which is provided with an electric motor fed by at least one battery, the brushes ( 12, 13, 70) are driven by electric motors (69, 71).