NL8900847A - Wormschroefinrichting voor het masseren van vleesstukken. - Google Patents

Description

Wormschroefinrichting voor het masseren van vleesstukken.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het masseren van vleesstukken, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een vat voor het opnemen van een hoeveelheid vlees, een afsluitlichaam voor het vat, welk afsluitlichaam is voorzien van tenminste één naar het vat gericht agitatie- . orgaan, alsmede middelen voor het met het vlees in contact brengen van het agitatie-orgaan.

Inrichtingen van het in de aanhef beschreven type zijn in een aantal uitvoeringsvormen bekend.

Het doel van de uitvinding is om een dergelijke inrichting te verbeteren, waarbij het masseren van het vlees onder druk kan plaatsvinden echter zonder het vlees te beschadigen.

De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat het agitatielichaam als wormschroef is uitgevoerd, waarvan de hoogte tenminste de helft van de vathoogte is.

De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieronder-staande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld .

In de tekening toont:

Figuur 1 een perspectivisch bovenaanzicht van een bewerkingsstraat voor het masseren van vlees,

Figuur 2 een staand aanzicht van een deel van de inrichting uit figuur 1 volgens de pijl II.

Figuur 3 een bovenaanzicht van de inrichting uit figuur 2 volgens de pijl III-III,

Figuur 4 een met figuur 2 overeenkomend aanzicht van de inrichting, in een andere gebruiksstand,

Figuur 5 een perspectivisch aanzicht van een detail van de inrichting uit figuur 2 volgens de pijl V.

Figuur 1 toont een bewerkingsstraat, welke is voorzien van een gesloten baan 1, waarlangs transportmiddelen werkzaam zijn, bijvoorbeeld een ketting welke is aangegeven met de onderbroken lijn 2. De ketting wordt aangedreven door eenaan-drijfstation 3 welke binnen de gesloten baan is opgesteld. De aandrijving en de soort ketting kan willekeurig zijn en valt verder buiten het kader van de uitvinding.

Langs de rechterzijde van de gesloten baan 1 zijn een drietal portalen 4 opgesteld, waarin de behandeling van de inhoud van telkens een vat 5 kan plaatsvinden. De vaten 5 worden door middel van de ketting 2 in de richting van de pijl PI langs de gesloten baan geleid en derhalve langs de drie in figuur 1 getoonde portalen. Elk vat 5 is voorzien van loopwielen 6 teneinde transport over de vloer mogelijk te maken.

De massage-inrichting volgens de uitvinding is opgenomen in een portaal 4, waarvan de toelichting aan de hand van de figuren 2 tot en met 4 plaatsvindt.

Hierin is te zien dat elk portaal bestaat uit een tweetal op afstand van elkaar aangebrachte stijlen 10 maar welke aan de bovenzijde zijn verbonden door een holle kokerbalk 11. Aan de onderzijde van de kokerbalk 11 hangt een schacht 12 welke dient als lager voor een spil 13 aan de onderzijde waarvan een agitatie-orgaan 14 is opgenomen. Tussen de portalen is een afsluitlichaam 15 aangebracht, waarvan de onderzijde is voorzien van een flens 16 welke samenwerkt met een flens 17 van het vat 5. Een en ander is zodanig uitgevoerd dat een luchtdichte verbinding tussen de flenzen 16 en 17 tot stand kan worden gebracht. Het afsluitlichaam 15 is klok-vormig en is aan de bovenzijde dichtend afgesloten door een sluitplaat 18, die is voorzien van een centrale opening 19 welke nauw sluiten door middel van een dichting 20 langs de schacht 12 en op en neer gaande beweging toelaat.

Het klokvormige afsluitorgaan 15 is aan weerszijden uitgevoerd met een slede 21 welke in een niet getoonde geleiding in het portaal 10 op en neer kunnen schuiven. In elk portaal 4 is een hydraulische cilinder 23 aangebracht, waarbij de zuigerstang 24 daarvan aan de bovenzijde is voorzien van een brugstuk 25 welke is verbonden met een parallel aan de zuigerstang verlopende hefstang 26, welke aan de onderzijde is voorzien van een aanslag 27.

De dichtingsplaat 18 is voorzien van een vacuümaan-sluiting 28 welke op een niet getoonde vacuümbron is aange- sloten .

Thans volgt een beschrijving van het agitatie-orgaan 14, welke volgens de uitvinding is uitgevoerd.

Het agitatie-orgaan 14 bestaat uit een centraal deel 30, dat hol is uitgevoerd en dat in verbinding staat met de toe-voerleiding welke zich door de schacht 12 uitstrekt tot boven de dwarsbalk 11. De toevoerleiding is aangesloten op een toevoerbuis 31 voor een koelvloeistof. Centraal in het centrale deel 30 is een afvoerbuis 32 aangebracht, welke zich eveneens uitstrekt door het schachtdeel 12 heen en door de holle drijfstang 13 tot nabij het boveneinde van de dwarsbalk 11. Deze afvoerbuis 32 is aangesloten op een afvoerleiding 33 voor het afvoeren van de koelvloeistof.

Om het centrale deel 30 van het agitatie-orgaan is een schroeflijnvormig wanddeel 34 aangebracht, welke is voorzien van een doorloopkanaal 35 voor het doorleiden van de koelvloeistof. Deze koelvloeistof treedt vanaf de toevoerleiding 31 via schachtdeel 12 binnen bij de pijl P2, loopt via het kanaal 35 langs de buitenzijde van het schroeflijnvormig wanddeel 34 naar het afvoerkanaal 32. Zodoende kan het schroeflijnvormige wanddeel 34 door de koelvloeistof worden gekoeld.

Opgemerkt wordt dat de hoogte van de wormschroef 14, bestaande uit het centrale deel 30 en het schroeflijnvormige wanddeel 34 tenminste gelijk is aan de halve hoogte van het vat 5. De diameter van de wormschroef is ongeveer de helft van de diameter van het vat 5, zoals dat is getoond in figuur 2. Binnen het kader van de uitvinding zijn echter andere uitvoeringsvormen mógelijk. Zo kunnen ook twee schroeflijnvormige agitatie-organen naast elkaar zijn aangebracht zonder afbreuk te doen aan de goede werking van de inrichting.

De wormschroef 14 kan in draaiing worden gebracht door een motor 40, welke via een haakse overbrenging 41 de rota-tie-as 13 in draaiing kan brengen. De hierbovenbeschreven inrichting werkt als volgt.

Nadat een vat 5 bij het vulstation V, links in figuur 1 wordt gevuld met een bepaalde hoeveelheid vleesmassa bestaande uit vleesstukken, kan het vat met inhoud via de gesloten baan 1 in de richting van de pijl P1 naar het eerste portaal 4 worden gevoerd. Bij het stoppen van de aandrijfketting 2 op de juiste positie van het vat 5 onder de klok 15, kan het vat 5 dichtend tegen de klok 15 worden gebracht, door het heffen van de brugstukken 25 door middel van de cilinders 23. Het aanslagorgaan 27 haakt onder de flens 17 en brengt de flens 17 in contact met de flens 16 van de klok. Door het aanbrengen van een vacuüm in de klok respectievelijk het vat 5 via de aansluitleiding 28, zal het vat 5 tegen de klok 15 worden gehouden, hetgeen mogelijk is dankzij de dichtende werking tussen de flenzen 16 en 17. Het vat 5 wordt daarbij van de aan-drijfketting 2 gelicht door een systeem dat hieronder nader wordt toegelicht aan de hand van figuur 5. Bij het verder omhoogbewegen van het stelsel vat 5 en klok 15 zal het agitatie-orgaan 14 steeds verder in de ruimte van het vat 5 gebracht worden, dankzij de geleidende werking tussen de schacht 12 en de opening in plaat 18. Het vacuüm blijft gehandhaafd dankzij de afdichting 20. Door het verdraaien van het agitatie-orgaan 14 in een bepaalde draairichting door middel van het aanzetten van de motor 40 ondervindt de hoeveelheid vlees in het vat 5 een masserende werking van het agitatie-orgaan 14, dat vanwege de grootte een voortdurende druk op het vlees uitoefent en dit langs de wand van het vat 5 en de klok 15 omhoogperst, waarna het omlaagvalt. Vervolgens wordt het vleesstuk tussen de schroefwand 34 opnieuw omlaag gebracht naar de bodem van het vat 5 en wordt vervolgens weer omhooggedrukt door de opstuwende werking van het daaropvolgende stuk vlees. Gelijktijdig kan een koeling plaatsvinden door de koelende werking van de koelvloeistof in het doorstroomkanaal 35 in de schroeflijnvormige wand 34. Het geheel vindt onder vacuüm plaats, zodat geen luchtinsluitsels in het vlees zullen ontstaan.

Na een bepaalde bewerkingstijd, kan het stelsel van vat 5 en klok 15 omlaag worden gebracht door het ontlaten van de cilinders 23. Bij het ontlaten van het vacuüm via leiding 28 in het stelstel, vat 5 en klok 15 kan het vat 5 weer worden losgemaakt van de klok en in verbinding worden gebracht met de ketting 2. Vervolgens kan het vat 5 met het gemasseerde vlees worden verdergetransporteerd naar bijvoorbeeld het volgende portaal 4 voor een nader massagebewerking, en eventueel een nogmaals herhaalde massagebewerking in het volgende portaal 4. Vanzelfsprekend is binnen het kader van de uitvinding ook mogelijk gelijktijdig drie vaten 5 te behandelen waarna slechts één massagecyclus per vat 5 noodzakelijk is.

Voor een automatische koppeling en ontkoppeling van het vat 5 met de ketting 2, is deze ketting uitgevoerd met een slede 50, die via een koppelarm 51 met de ketting 2 is verbonden, zie figuur 5, welke slede 50 kan verschuiven in de geleidebaan 1 welke een open kanaalvorm vertoont. De slede 50 is verder voorzien van een tweetal opstaande pennen 52 welke op afstand van elkaar liggen en welke kunnen worden opgenomen in een tweetal ogen 53 van een blok 54 dat aan de wand van het vat 5 is bevestigd.

Het zal uit de voorgaande beschrijving duidelijk zijn dat dankzij de opstaande pennen 52, door de opwaartse beweging van het vat 5 het blok 54 van de pennen 52 kan worden gelicht, en vervolgens weer kunnen worden teruggebracht indien het vat wordt omlaaggebracht.

De uitvinding is niet beperkt tot de hierbovenbeschreven uitvoeringsvorm. Zo kan het agitatie-orgaan 14 op willekeurig andere wijze zijn uitgevoerd, zijn voorzien zonder koelkanaal 35 een andere spoedhoek vertonen, meergangig worden uitgevoerd, en zoals eerder gezegd met twee of meer wormschroeven per klok 15 zijn voorzien.

Voorts kan de worm niet centraal worden aangebracht, maar bijvoorbeeld excentrisch ten opzichte van de klok 15 respectievelijk van de klok 5.

Claims (8)

1. Inrichting voor het masseren van vleesstukken, welke inrichting in hoofdzaak bestaat uit een vat voor het opnemen van een hoeveelheid vlees, een afsluitlichaam voor het vat, welk afsluitlichaam is voorzien van tenminste één naar het vat gericht agitatie-orgaan, alsmede middelen voor het met het vlees in contact brengen van het agitatie-orgaan, met het kenmerk, dat het agitatie-orgaan als wormschroef is uitgevoerd, waarvan de hoogte tenminste de helft van de vat-hoogte is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het afsluitlichaam klokvormig is, welke klok is voorzien van een met de vatrand samenwerkende onderrand, waarbij het agitatie-orgaan zich ten hoogste in de klok uitstrekt.

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het k e n -me r k, dat het agitatie-orgaan coaxiaal in het klokvormig afsluitlichaam is aangebracht, en is voorzien van een op dichtende wijze schuifbaar in de klok aangebrachte spil.

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat het agitatie-orgaan bestaat uit een centraal hol deel en een schroeflijnvormig daaromheen aangebracht wanddeel met doorvoerkanaal, waarbij het doorvoerkanaal in verbinding staat met het holle centrale deel.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de diameter van de omtrekscirkel van het schroeflijnvormige wanddeel ongeveer de helft van de diameter van het vat is.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het klokvormig afsluitlichaam is voorzien van een vaccümaansluiting.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het agitatie-orgaan met schachtdeel draaibaar in een portaalvormig gestel is gelagerd, waarbij het klokvormige afsluitlichaam in verticale zin langs het schachtdeel op en neer beweegbaar in het gestel is opgenomen.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het doorvoerkanaal in het schroeflijnvormige wanddeel en de holle ruimte in het centrale deel in verbinding staan met toe- en afvoerleidingen voor een koelmedium in het schachtdeel.