NL8700799A - Sluitdop met klemring. - Google Patents

Description

* K' DIR 0391

Si u ltd op met klemr ing

De uitvinding heeft betrekking op een voor een houder bestemde sluitdop, voorzien van een klemring om de sluitdop op de houder te vergrendelen, welke klemring bij op de houderrnond geplaatste sluitdop met de onderzijde rust op 5 een onderste omtreksrand van de sluitdop en om deze sluit- dop ligt ter hoogte van een naar binnen uitstekende richel op de binnenwand van de sluitdop en deze richel doet ingrijpen achter een uitwendig verdikte rand rond de houder-mond. Een dergelijke sluitdop, in het bijzonder bedoeld 10 voor het afsluiten van flessen, is bekend uit het Neder landse octrooischrift 127573.

Veel voor geneeskundige toepassing bestemde vloeistoffen worden steriel bewaard in houders, zoals flessen e.d., met een groot volume. Bij gebruik worden daaruit dan 20 kleine doses vloeistof genomen, dus aan de grote hoeveelheid in de houder onttrokken. Daarna moet de houder rnet de overgebleven vloeistof weer steriel worden afgesloten tot opnieuw een hoeveelheid vloeistof nodig is. Zo'n heraf-sluiting is ook gewenst wanneer met vloeistof gevulde houders aan bv. een laboratorium worden geleverd, waar de inhoud gebruiksklaar wordt gemaakt door toevoegen van een geneesmiddel, dat na mengen met of oplossen in de vloeistof voor toedienen geschikt is; daarna dienen de houders door het laboratorium weer steriel te worden afgesloten.

30 Dergelijke met vloeistof gevulde houders, in het bijzonder flessen, worden doorgaans afgeleverd met een afsluiting in de vorm van een rubber stop met felscapsule of van een steriel afsluitend, omgefelst of van een schroefdraad voorzien kapje. Na verwijderen van de felscapsule leent de 3^ rubber stop zich niet voor een afdoende herafsluiting van de houder; bij gebruik van een omgefelst kapje is een goed afdichtende herafsluiting in het geheel niet meer aanwezig.

Een sluitdop met daaromheen liggende klemring, zoals

8 7 ö 0 / S

ft % è -f DIR 0391 2 beschreven in het bovengenoemde Nederlanse octrooischrift 127573, kan gebruikt worden als herafsluiting voor flessen.

In het bijzonder in de veterinaire geneeskunde moeten doses vloeistof, bij voorbeeld een serum, vaccin of vita-^ ininepreparaat in de vorm van een injectievloeistof, geleidelijk aan de houder kunnen worden onttrokken zonder dat de steriliteit van de inhoud van de houder verloren gaat. Men gebruikt daarvoor dan bij voorkeur een naald of doorn die door een steriel afsluitende rubber doorsteekstop in 10 de vloeistof wordt gestoken, waardoor de gewenste hoeveelheid vloeistof kan worden opgezogen en aan de te behandelen dieren bij voorbeeld door inspuiten kan worden toegediend. De uit bovengenoemd Nederlands octrooi 127573 bekende sluitdop leent zich niet voor een dergelijke toepas-15 sing. Een vloeistofhouder met een rubber doorsteekstop is uiteraard al lang bekend, bv. uit het Nederlandse octrooischrift 132028. De in dit octrooischrift beschreven hou-derafsluiting is echter niet geschikt voor een gemakkelijke en doeltreffende herafsluiting.

20

Met is het doel van de onderhavige uitvinding een voor een houder bestemde sluitdop te verschaffen, die door een naald of doorn doorboord kan worden zodat daardoor vloeistof aan de houder kan worden onttrokken en die tevens geschikt is voor een gemakkelijke en doeltreffende heraf-sluiting van de houder.

Dit doel kan nu worden bereikt met een houder van de in de aanhef aangegeven soort, die volgens de uitvinding hierdoor is gekenmerkt, dat deze een doorboorbare rubber afsluitstop voor de houdermond bevat en een uit enigzins veerkrachtig materiaal vervaardigde kap, die aan de bovenzijde is voorzien van een centrale opening, waardoorheen de rubber afsluitstop bereikt kan worden om te worden doorboord, en die vanaf de open onderzijde is voorzien van overlangs in de wand uitgespaarde gleuven, waardoor verende wanddelen worden gevormd, die gezamelijk op hun binnen- 8 / ü & / 9 4 fr DIR 0391 3 wand een door de gleuven onderbroken rondgaande, naar binnen uitstekende richel vormen, die bij op de houderrnond geplaatste sluitdop ingrijpt achter de houdermondrand.

Het is gebleken, dat de sluitdop met klernring volgens 5 de uitvinding niet alleen aan alle bovenstaande eisen voldoet, waarbij de gleuven in de wand van de kap het plaatsen van de sluitdop op de houderrnond vergemakkelijken, inaar ook eenvoudig in grote hoeveelheden kan worden geproduceerd, zodat de productiekosten laag gehouden kunnen 10 worden. De kap en de klernring worden bij voorkeur uit een geschikte kunststof, bv. polypropyleen, vervaardigd,

In een voorkeursuitvoering is de sluitdop voorzien van een middel om de rubber afsluitstop die aan de bovenkant van een flens is voorzien, vastgeklemd te houden, waardoor 15 kap en afsluitstop tezamen in één handbeweging op de hou-dermond geplaatst kunnen worden. Deze voorkeursuitvoering is hierdoor gekenmerkt, dat de binnenwand van de kap van de sluitdop voorts een naar binnen uitstekende rondgaande 20 rand of een aantal radiaal geplaatste naar binnen uitstekende nokken bevat op een zodanige afstand van de bovenzijde van de kap, dat de aan de bovenzijde van een flens voorziene afsluitstop met deze flens afdichtend kan worden vastgeklemd tegen de bovenzijde van de kap. Het is verder 25 van voordeel ook de klernring niet los bij te leveren maar verbonden met de sluitdop. Dit kan bereikt worden door de buitenwand van de kap in de nabijheid van de bovenzijde to voorzien van een rondgaande, naar buiten uitstekend ribbel of een aantal rondom geplaatste, naar buiten uitstekende 30 nokken, die de klernring verhindert of verhinderen via de bovenzijde van de kap af te schuiven.

Bij gebruik van de sluitdop met klernring volgens de uitvinding wordt de sluitdop eerst op de houderrnond, bv. een flesopening, geplaatst en vergrendeld door de klernring naar beneden te schuiven tot de onderzijde rust op de onderste omtreksrand van de sluitdop. De rubber afsluitstop kan nu met een naald of doorn worden doorboord tot de / i: -) 7 0 £ * * DIR 0391 4- naald of doorn in de vloei stof in de houder is gestoken, waarbij ervoor gezorgd moet worden, dat met behulp van een eveneens door de afsluitstop in de houder aangebrachte ontluchtingsbuis, die bij voorkeur van een geschikt bac-5 teriefi'Jter is voorzien, de bij het onttrekken van vloeistof uit de houder ontstane onderdruk wordt gecompenseerd. Daarna kan de gewenste hoeveelheid vloeistof aan de houder worden onttrokken. Bij voorkeur is de naald of doorn via een rubber slang verbonden met een ontvanger of met een 10 inrichting om de opgezogen vloeistof direct aan bv. de te behandelen dieren toe te dienen. Daarom is het van voordeel de. van een klemring voorziene sluitdop volgens de uitvinding zo uit te voeren, dat de onderste omtreksrand van de sluitdop is voorzien van een geleideorgaan voor een 15 slang. Dit dient om te voorkomen dat de slang tijdens het gebruik omknikt en zo wordt afgesloten.

Het kan voor de gebruiker nuttig zijn een indicatie te hebben of de sluitdop van de houderrnond afgenomen is geweest, waardoor de steriliteit van de inhoud van de houder 20 in gevaar is gebracht. Daarom bevat bij voorkeur de van een klemring voorziene sluitdop volgens de uitvinding verder een aan de bovenzijde gesloten verzegelingskap met zodanige afmetingen, dat deze kap past om de op de houder-mond door de klemring vergrendelde sluitdop, waarbij een rondgaande, van een aftreklip voorziene afscheurstrook aan de onderzijde van de verzegelingskap aanligt tegen de onderzijde van de onderrand van de sluitdop. In een andere uitvoeringsvorm, die uit praktische overwegingen de voorkeur verdient, heeft de aan de bovenzijde gesloten verze- on gelingskap zodanige afmetingen, dat de open onderrand aanligt tegen de bovenzijde van de klemring van de vergrendelde sluitdop, waarbij een rondgaande sleuf in de binnenwand van de verzegelingskap in samenwerking met de naar buiten uitstekende ribbel of nokken op de buitenwand van 35 de kap van de sluitdop de verzegelingskap op de sluitdop vergrendeld houdt, en waarbij tevens een rondgaande af- 87 0 0/SS) DIR 0391 5 scheurstrook is aangebracht om de uergrendeling te kunnen opheffen. De afscheurstrook kan bijvoorbeeld met een verdunde of op een andere wijze verzwakte rondgaande zone met de rest van de verzegelingskap verbonden zijn. Met één 5 oogopslag kan worden geconstateerd dat de afscheurstrook van de verzegelingskap ontbreekt en de steriliteit van de inhoud van de houder in gevaar is gebracht. Na afscheuren van de afscheurstrook kan de verzegelingskap gemakkelijk van de sluitdop met klemring worden afgenomen, waarna op 10 de eerder beschreven manier vloeistof aan de houder kan worden onttrokken. De verzegelingskap dient tevens als een stofdichte afsluiting van de op de houdermond met de klemring vergrendelde sluitdop.

De uitvinding heeft ook betrekking op de uit enigzins Ί5 veerkrachtig materiaal vervaardigde kap voor de bovengenoemde sluitdop, welke kap hierdoor is gekenmerkt dat de kap aan de bovenzijde is voorzien van een centrale opening en vanaf de open onderzijde is voorzien van overlangs in de wand uitgespaarde gleuven, waardoor verende wanddelen 20 worden gevormd, die gezamelijk op hun binnenwand een door de gleuven onderbroken rondgaande, naar binnen uitstekende richel vormen.

De uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van een voorkeursuitvoering die is weergegeven in pc 3 de tekening, waarin figuur 1 een langsdoorsnede toont van een sluitdop met klemring in op een houdermond vergrendelde toestand, figuur 2 dezelfde sluitdop met klemring voorstelt, nu in zijaanzicht en nadat de sluitdop van de houder is afgenomen, dus ook in de toestand waarin sluitdop 30 met klemring wordt aangeleverd en kan worden bewaard, en in figuur 3 de sluitdop van figuur 2 in bovenaanzicht, nu echter zonder de klemring, is afgebeeld.

De op de verdikte bovenrand 11 van de hals 12 van een fles bevestigde sluitdop 13 bestaat uit een rubber af-35 sluitstop 14 en een kunststof kap 15. De afsluitstop heeft

e 7 0 C 7 3 D

* 6 DIR 0391 een afgeschuinde onderzijde 16 en een flens 17 aan de bovenzijde waarmee hij in vastgekleind tussen de bovenzijde 18 van kap 15 en een rondgaande rand 19 op de binnenwand van de kap. In de bovenzijde 18 van de kap is een centrale 5 opening 20 uitgespaard, waardoorheen de rubber afsluit-stop 14 bereikbaar wordt voor bv. een naald of doorn om doorboord te kunnen worden. De kap is vergrendeld op de hals van de fles met behulp van de klemring 21, die zover naar beneden is geschoven om de kap, dat de onderzijde 10 rust op de onderste omtreksrand 22 van de kap en de naar binnen uitstekende richel 23 op de binnenwand van de kap ingrijpt achter de verdikte bovenrand 11 van de hals van de fles. In van de flessehals afgenomen toestand, zoals in 15 figuur 2 is te. zien, is de klemring 21 naar boven verschoven tot tegen een aantal naar buiten uitstekende nokken 24 op de buitenwand van de kap. Zoals in figuur 2 en 3 duidelijk is te zien, is de zijwand van de kap voorzien van overlangse gleuven 25 waardoor verende wanddelen 26 worden 20 gevormd. De onderste omtreksrand 22 van de kap 13 is voorzien van een geleideorgaan 27 voor een rubber slang die aangesloten kan worden op een naald of doorn die bij gebruik van de sluitdop met klemring door de rubber afsluit-stop 14 in de vloeistof in de fles kan worden gestoken. De 25 sluitdop met klemring kan nog voorzien zijn van een (niet in de tekening weergegeven) aan de bovenzijde gesloten verzegelings- en stofkap, die bij op de houder vergrendelde sluitdop, zoals weergegeven in figuur 1, kap 15 van de sluitdop nauwpassend omgeeft en met de open onderrand aan-30 ligt tegen de bovenzijde van klemring 21, waarbij een rondgaande gleuf in de binnenwand van de verzegelings- en stofkap samenwerkt met de nokken 24 op de buitenwand van kap 15 en 20 de verzegelings- en stofkap op de sluitdop vergrendeld houdt. Een dergelijke verzegelings- en stofkap is aan de onderzijde voorzien van een rondgaande van een aftreklip voorziene afscheurstrook om de vergrendeling te kunnen opheffen.

8700799

- X

ΐ DIR 0391 7

Indien steriel aangeleverd wordt bij gebruik de verpakking, bu. een blisterverpakking, van de in figuur 2 weergegeven sluitdop met klemring verwijderd waarna de sluitdop op de halsopening van de weer af te sluiten fles wordt geplaatst, waarbij de rubber afsluitstop 14 de fles-5 opening steriel afsluit. De sluitdop wordt op de flessenhals vergrendeld door de klemring naar beneden te schuiven tot de onderzijde rust op de omtreksrand 22 van de kap, zoals getoond in figuur 1. De door de gleuven 25 onderbroken rondgaande richel 23 grijpt nu in achter de verdikte 10 rand 11 van de flessehals. Desgewenst kan de sluitdop met klemring worden verzegeld en stofdicht afgesloten door de hiervoor besproken verzegelings- en stofkap er overheen te plaatsen. Wanneer men vloeistof uit de fles wil nemen dient uiteraard eerst deze verzegelings- en stofkap te worden verwijderd na afscheuren van de afscheurstrook, waarna de rubber afsluitstop door een naald of doorn kan worden doorboord en via deze naald of doorn vloeistof aan de fles kan worden onttrokken.

20 6 7 0 0 7 7 £

Claims (6)

1. Uoor een houder bestemde sluitdop, voorzien van een klemring om de sluitdop op de houder te vergrendelen, welke klemring bij op de houdermond geplaatste sluitdop met de onderzijde rust op een onderste omtreksrand van de 5 sluitdop en om deze sluitdop ligt ter hoogte van een naar binnen uitstekende richel op de binnenwand van de sluitdop en deze richel doet ingrijpen achter een uitwendig verdikte rand rond de houdermond, welke sluitdop hierdoor is gekenmerkt, dat deze een doorboorbare rubber afsluitstop 10 voor de houdermond bevat en een uit enigzins veerkrachtig materiaal vervaardigde kap, die aan de bovenzijde is voorzien van een centrale opening, waardoorheen de rubber afsluitstop bereikt kan worden om te worden doorboord, en die vanaf de open onderzijde is voorzien van overlangs in 15 de wand uitgespaarde gleuven, waardoor verende wanddelen worden gevormd, die gezarnelijk op hun binnenwand een door de gleuven onderbroken rondgaande, naar binnen uitstekende richel vormen, die bij op de houdermond geplaatste sluitdop ingrijpt achter de houderrnondrand ,

2. Uan een klemring voorziene sluitdop volgens conclu sie 1, met het kenmerk, dat de binnenwand van de kap van de sluitdop voorts een naar binnen uitstekende rondgaande rand of een aantal radiaal geplaatste naar binnen uitstekende nokken bevat op een zodanige afstand van de boven-25 zijde van de kap, dat de aan de bovenzijde van een flens voorziene afsluitstop met deze flens afdichtend kan worden vastgeklemd tegen de bovenzijde van de kap.

3. Uan een klemring voorziene sluitdop volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de onderste 30 omtreksrand van de sluitdop is voorzien van een geleideorgaan voor een slang.

4. Uan een klemring voorziene sluitdop volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenwand van de kap van de sluitdop in de nabijheid van de 35 bovenzijde is voorzien van een rondgaande, naar buiten 87 0 0 ; i: :? DIR 0391 uitstekende ribbe] of een aantal rondom geplaatste, naar buiten uitstekende nokken, om de klcrnring te verhinderen via de bovenzijde van de kap af te schuiven.

5. Uan een kleinring voorziene sluitdop volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat deze bovendien een aan de bo- 5 venzijde gesloten verzegelings- en stofkap bevat met zoda nige afmetingen, dat de open onderrand aanligt tegen de bovenzijde van de klcrnring van de vergrendelde sluitdop, waarbij een rondgaande sleuf in de binnenwand van de verzegelings - en stofkap in samenwerking met de naar buiten 10 uitstekende ribbel of nokken op de buitenwand van de kap van de sluitdop de verzegelings- en stofkap op de sluitdop vergrendeld houdt, en waarbij een rondgaande, van een af-treklip voorziene afscheurstrook is aangebracht in het aan de onderrand grenzende deel van de verzegelings- en stof- 15 kap om de vergrendeling te kunnen opheffen.

6. Kap voor een sluitdop volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kap aan de bovenzijde is voorzien van een centrale opening en vanaf de open onderzijde is voorzien van overlangs in de wand uitgespaarde 20 gleuven, waardoor verende wanddelen worden gevormd, die gezamolijk op hun binnenwand oen door de gleuven onderbroken rondgaande, naar binnen uitstekende richel vormen. 25 e?;· . . -