[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL8600126A - Lifting anchor with shank on anchor cable and flukes either side - which are swivelable w.r.t. shank by retracting stop, pref. in response to sonic signal, to allow 90 deg. swivel for drag-hauling - Google Patents

Lifting anchor with shank on anchor cable and flukes either side - which are swivelable w.r.t. shank by retracting stop, pref. in response to sonic signal, to allow 90 deg. swivel for drag-hauling Download PDF

Info

Publication number
NL8600126A
NL8600126A NL8600126A NL8600126A NL8600126A NL 8600126 A NL8600126 A NL 8600126A NL 8600126 A NL8600126 A NL 8600126A NL 8600126 A NL8600126 A NL 8600126A NL 8600126 A NL8600126 A NL 8600126A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
shaft
anchor
stop member
stop
angle
Prior art date
Application number
NL8600126A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL192337C (en
NL192337B (en
Original Assignee
Neddrill Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Neddrill Nederland B V filed Critical Neddrill Nederland B V
Priority to NL8600126A priority Critical patent/NL192337C/en
Publication of NL8600126A publication Critical patent/NL8600126A/en
Publication of NL192337B publication Critical patent/NL192337B/en
Application granted granted Critical
Publication of NL192337C publication Critical patent/NL192337C/en

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/22Handling or lashing of anchors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/24Anchors
    • B63B21/38Anchors pivoting when in use
    • B63B21/44Anchors pivoting when in use with two or more flukes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B21/00Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
    • B63B21/24Anchors
    • B63B21/26Anchors securing to bed
    • B63B2021/262Anchors securing to bed by drag embedment

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Piles And Underground Anchors (AREA)

Abstract

The method is intended for lifting an anchor lodged in the seabed and having a shank at the end of an anchor cable and two flat pointed flukes at either side of the shank which are connected and together swivelable relative to the shank. The shank end is provided with a stop element in contact with a stop connected with the flukes to limit the swivel angle so the tensional force of the cable causes the flukes to dig into the seabed and hold the anchored body, e.g. a drilling platform. To lift the anchor, the element is retracted and the anchor cable hauled so the angle is increased and the anchor dragged and hauled-in. Retracting of the element is pref. effected by a sonic signal treatment through the water.

Description

-Ί .-Ί.

Ν.0. 32291 ^ 'Ν.0. 32291 ^ '

Werkwijze voor het terughalen, van een in een bodem onder water stekend anker en een daarvoor geschikt anker.Method for retrieving an anchor sticking in a bottom underwater and a suitable anchor.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het terughalen van 5 een in een bodem onder water stekend anker dat een schacht omvat waaraan bij het boveneind een naar het verankerde lichaam lopende ankerkabel of soortgelijk orgaan is bevestigd, en twee, aan weerskanten van de schacht gelegen platte vloeien met spits toelopende uiteinden die in één vlak liggend, met elkaar en gezamelijk draaibaar met de 10 schacht zijn verbonden, waarbij de schacht is voorzien van een stoporgaan dat tegen een, met de vloeien in verbinding staand aanslagorgaan aanligt, waardoor de hoek waaronder de schacht schuin staat ten opzichte van de vloeien tot een zodanige bepaalde hoek is begrensd, dat door een trekkracht in de ankerkabel de vloeien zich in 15 de bodem hebben ingegraven, waardoor het anker een houdkracht tegen een verplaatsing van het verankerde lichaam kan uitoefenen.The invention relates to a method for retrieving an anchor projecting in an under water bottom, comprising a shaft to which is attached at the top end an anchor cable or similar member running towards the anchored body, and two flat flowing on either side of the shaft tapered ends which are flush, connected together and rotatably to the shaft, the shaft being provided with a stop member which abuts against a stop member communicating with the fluids, causing the angle at which the shaft is inclined relative to the fluxes is limited to such a certain angle that the fluxes have buried in the ground by a tensile force in the anchor cable, whereby the anchor can exert a holding force against displacement of the anchored body.

Een anker van dit type is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 7414485.An anchor of this type is known from Dutch patent application 7414485.

Zo’n anker dient in het bijzonder voor het verankeren van 20 installaties op zee die gedurende enige tijd op een bepaalde plaats moeten blijven, zoals bijvoorbeeld een booreiland. Voor het verankeren van de instal-latie worden een aantal van deze ankers tot een zodanige afstand van de installatie uitgebracht en door middel van een werkdraad neergelaten, dat de ankerkabels zich onder een zodanige hoek schuin 25 naar het anker uitstrekken, dat bij het uitoefenen van een trekkracht op een kabel, de vloeien van het betreffende anker zich in de grond ingraven totdat het anker een voldoend grote houdkracht heeft verkregen, als gevolg van de vergrendeling tussen de vloeien en de schacht, waardoor de hoek waaronder de schacht schuin kan staan ten 30 opzichte van de vloeien tot een bepaalde maximale hoek wordt beperkt, waarbij de grootte van-deze hoek afhangt van de soort bodemmateriaal.Such an anchor is used in particular for anchoring 20 installations at sea that have to remain in a certain place for some time, such as an oil rig. In order to anchor the installation, a number of these anchors are released at such a distance from the installation and are lowered by means of a working wire that the anchor cables extend at an angle to the anchor at such an angle that when applying a tensile force on a cable, the fluids of the respective anchor burrow into the ground until the anchor has obtained a sufficiently great holding force, as a result of the interlock between the fluxes and the shaft, whereby the angle at which the shaft can be inclined at 30 relative to the flow is limited to a certain maximum angle, the magnitude of this angle depending on the type of soil material.

Als nu, na enige tijd de installatie moet worden verplaatst, dan moeten eerst de ankers worden gelicht en teruggehaald wat tot nu toe door middel van een hulpvaartuig wordt gedaan. Daarbij 35 vaart het hulpvaartuig naar de boei waaraan het boveneind van de 3 5ΰΰ12δ -2.- 9 * i % werkdraad is bevestigd en deze werkdraad wordt aan boord genomen, waarna een trekkracht op de werkdraad wordt uitgeoefend en het anker uit de bodem wordt losgetrokken, aangezien de werkdraad bij het andere 5 eind aan het ondereind van het anker is bevestigd. Daarna wordt de ankerkabel ingehaald en het anker, hangend aan de werkdraad, samen met het vaartuig naar de installatie getrokken.If, after some time, the installation has to be moved, the anchors must first be lifted and retrieved, which has hitherto been done by means of an auxiliary vessel. The auxiliary vessel then sails to the buoy to which the upper end of the 3 5ΰΰ12δ -2.- 9 * i% working thread is attached and this working thread is taken on board, after which a pulling force is exerted on the working thread and the anchor is pulled out of the bottom. since the working wire is attached to the bottom end of the anchor at the other 5 end. Then the anchor cable is overtaken and the anchor, hanging on the working wire, is pulled together with the vessel to the installation.

Deze werkwijze voor het terughalen van een anker is tijdrovend en kostbaar doordat daarbij tenminste één hulpvaartuig met 10 een volledige bemanning bij is betrokken. Bovendien is het welslagen van deze werkwijze zeer afhankelijk van de toestand van de zee, de grootte en de kracht van het hulpvaartuig en het vakmanschap van de bemanning.This method of retrieving an anchor is time-consuming and expensive, because it involves at least one auxiliary vessel with a full crew. Moreover, the success of this method is highly dependent on the state of the sea, the size and strength of the auxiliary vessel and the craftsmanship of the crew.

Het doel van de uitvinding is een verbeterde werkwijze voor 15 het terughalen van een in een bodem onder water stekend anker van het genoemde type te verschaffen.The object of the invention is to provide an improved method for retrieving an anchor of the aforementioned type which is immersed in a bottom underwater.

Volgens de uitvinding is nu gebleken dat door de, door het stoporgaan en het aanslagorgaan gevormde vergrendeling te lossen, en daarna vanaf de installatie op de ankerkabel een trekkracht uit te 20 oefenen zodat de hoek waaronder de schacht schuin staat ten opzichte van de vloeien wordt vergroot, het anker krabbend, naar de installatie kan worden gehaald door de ankerkabel vanaf de installatie in te hieuwen.According to the invention it has now been found that by loosening the locking formed by the stop member and the stop member, and then exerting a tensile force on the anchor cable from the installation, so that the angle at which the shaft is inclined relative to the flows is increased. , scratching the anchor, can be brought to the installation by threading the anchor cable from the installation.

Bij voorkeur is daarbij de vergrendeling zodanig 25 uitgevoerd, dat deze door middel van een zich door het water voortplantend acoustisch signaal kan worden gelost.Preferably, the locking is designed in such a way that it can be released by means of an acoustic signal propagating through the water.

Op deze wijze kan een anker dus zonder een hulpvaartuig, vanaf de verankerde installatie zelf worden teruggehaald.In this way, without an auxiliary vessel, an anchor can be retrieved from the anchored installation itself.

De uitvinding betreft eveneens een anker dat in het 30 bijzonder geschikt is om te worden teruggehaald volgens de werkwijze volgens de uitvinding, welk anker een schacht omvat en twee aan weerskanten daarvan gelegen, platte vloeien van in wezen driehoekige vorm, die, in één vlak liggend met elkaar en gezamenlijk draaibaar met de schacht zijn verbonden, en twee aan weerskanten van de vloeien op 35 een afstand daarvan daarmee verbonden trimplaten die de vloeien gedeeltelijk overdekken, waarbij de schacht is voorzien van tenminste Λ Λ A ί) £ y -j -j u s a* w •S- 4 f, -3- éên stoporgaan dat tegen de aanslagen van tenminste één paar met de trimplaten in rbinding staande aanslagen kan aankomen, zodat, bij het zwenken van de schacht naar beide kanten vanuit het vlak van de 5 vloeien, de hoek waaronder de schacht naar beide kanten schuin kan staan ten opzichte van de vloeien tot een bepaalde maximale hoek is beperkt, waarbij volgens de uitvinding het stoporgaan heen en weer beweegbaar tussen een ingetrokken en uitgezette stand aan de schacht is gemonteerd en in verbinding staat met bedieningsmiddelen, en de 10 aanslagen worden gevormd door afzonderlijke, op een zodanige plaats met de trimplaten verbonden organen, dat bij het zwenken van de schacht en een uitgezette stand van het stoporgaan, dit orgaan tegen zo'n aanslagorgaan kan aankomen, en in de ingetrokken stand het stoporgaan langs de aanslagorganen kan lopen, zodat de schacht voorbij de genoemde 15 maximale hoek kan zwaaien, waarbij in de trimplaten gleuven zijn gevormd voor het daarbij opnemen van de schacht.The invention also relates to an anchor which is particularly suitable for retrieval according to the method according to the invention, which anchor comprises a shaft and two flat flows of substantially triangular shape lying on either side thereof, which lie in one plane connected together and jointly rotatably to the shaft, and two trim plates connected therebetween at a distance therefrom, partially covering the flows, the shaft being provided with at least Λ Λ A ί) £ y -j-jusa * w • S- 4 f, -3- one stop member which can come into contact with the stops of at least one pair of stops connected to the trim plates, so that, when the shaft is pivoted, both sides flow from the plane of the 5, the angle at which the shaft can be inclined to both sides with respect to the flow is limited to a certain maximum angle, wherein according to the invention the stop member can be moved back and forth between e a retracted and expanded position is mounted on the shaft and communicates with actuating means, and the 10 stops are formed by separate members connected to the trim plates in such a manner that when the shaft is pivoted and the stopper is expanded , this member can abut against such a stop member, and in the retracted position the stop member can run along the stop members, so that the shaft can swing past the said maximum angle, wherein grooves are formed in the trim plates to receive the shaft thereby .

Bij voorkeur is de schacht tot voorbij het scharnierpunt verlengd en het stoporgaan nabij het eind van dit verlengdeel aangebracht, waarbij het stoporgaan in de lengterichting van de schacht 20 heen en weer verplaatsbaar is en de aanslagorganen nabij de onderrand van de trimplaten zijn aangebracht.Preferably, the shaft is extended beyond the pivot point and the stopper is disposed near the end of this extension member, the stopper being reciprocally movable in the longitudinal direction of the shaft 20 and the stop members disposed near the bottom edge of the trim plates.

Op voordelige wijze kan daarbij het stoporgaan naast de geheel uitgezette en ingetrokken stand een tussenstand innemen, waarin het orgaan gedeeltelijk is uitgezet, waarbij de aanslagorganen elk zijn 25 voorzien van twee aanslagvlakken voor samenwerking met het stoporgaan in respectievelijk de geheel uitgezette en de gedeeltelijk uitgezette stand, zodat in laatstgenoemd geval de maximale zwaaihoek van de schacht groter is dan in het eerste geval. Op deze wijze kan de genoemde maximale zwaaihoek van de schacht twee verschillende groottes 30 hebben waardoor het anker geschikt is voor een verankering in zowel slap bodemmateriaal zoals klei, als in vaster bodemmateriaal zoals zand.Advantageously, the stop member can assume an intermediate position next to the fully expanded and retracted position, in which the member is partially expanded, wherein the stop members are each provided with two stop surfaces for cooperation with the stop member in the fully expanded and partially expanded position, respectively. , so that in the latter case the maximum swing angle of the shaft is greater than in the first case. In this way, the said maximum swing angle of the shaft can have two different sizes, making the anchor suitable for anchoring both in weak soil material such as clay and in solid soil material such as sand.

Bij voorkeur zijn de bedieningsmiddelen voor het stoporgaan op afstand bedienbaar door middel van zich door het water 35 voortplantende acoustische signalen, zodat de vergrendeling van een anker op eenvoudige wijze kan worden gelost door vanaf de verankerde 8300 1 2 6 -4- installatie een acoustisch signaal door het water heen uit te zenden.Preferably, the actuating means for the stopper can be controlled remotely by means of acoustic signals propagating through the water, so that the locking of an anchor can be released in a simple manner by means of an acoustic signal from the anchored 8300 1 2 6 -4 installation. broadcast through the water.

Op voordelige wijze omvatten daarbij de bedieningsmiddelen voor het stoporgaan een zuiger-cilindersamenstel en een schuifklep die in aanspreking op een ontvangen acoustische signaal een ruimte binnen 5 de cilinder, waarin zich een fluïdum onder druk bevindt, in verbinding stelt met een ruimte met een lage druk. Bij voorkeur staat daarbij een element van het stoporgaan in verbinding met de ene kant van de zuiger waarop een drukveer werkt waarbij in de cilinderruimte achter de andere kant van de zuiger het fluïdum onder druk aanwezig is en deze ruimte 10 door middel van tenminste één in de omtrekswand van de cilinder aangebracht kanaal in verbinding staat met de schuifklep, zodat bij het activeren van de schuifklep de genoemde ruimte via het kanaal in verbinding met de ruimte met een lage druk wordt gebracht, waardoor door de veerkracht het stoporgaan in een ingetrokken stand wordt 15 gedrukt totdat de zuiger de ingang van het kanaal heeft geblokkeerd.Advantageously, the operating means for the stop means comprise a piston-cylinder assembly and a slide valve which, in response to a received acoustic signal, communicates a space within the cylinder, in which a fluid is under pressure, with a space with a low pressure . Preferably, an element of the stop member is in communication with one side of the piston on which a compression spring acts, in which the fluid is present under pressure in the cylinder space behind the other side of the piston, and this space 10 by means of at least one in the channel arranged circumferentially of the cylinder communicates with the sliding valve, so that when the sliding valve is activated, the said space is brought into communication with the space via the channel with a low pressure, so that the stop element is retracted by the spring force. pressed until the plunger has blocked the entrance to the channel.

Opgemerkt wordt dat uit de, onder PCT gepubliceerde internationale aanvrage WO 83/00126 een anker van het onderhavige type bekend is, waarbij het stoporgaan beweegbaar is, zodat de vergrendeling van de schacht ten opzichte van de vloeien voor het tot een bepaalde 20 hoek beperken van de zwaaibeweging van de schacht ten opzichte van de vloeien, kan worden gelost door een verplaatsing van het stoporgaan. Deze verplaatsing wordt echter veroorzaakt door een draaibaar met het boveneind van de schacht verbonden element waaraan de ankerkabel is bevestigd, ten opzichte van de schacht over een bepaalde hoek te 25 draaien, waarbij deze draaibeweging van het element tot stand wordt gebracht door de ankerkabel over een hoek die groter is dan 90° ten opzichte van de schacht te zwaaien. Nadat aldus de vergrendeling is gelost, wordt de ankerkabel in dezelfde richting verder gezwaaid, waarbij de schacht eveneens wordt gezwaaid, totdat de schacht en de 30 ankerkabel tennaastebij in het verlengde van de vloeien komen te liggen, waarna het anker uit de bodem kan worden getrokken. Het is duidelijk dat voor het uitvoeren van deze werkzaamheden, gebruik zal moeten worden gemaakt van een hulpvaartuig.It is noted that from the international application WO 83/00126 published under PCT an anchor of the present type is known, wherein the stop member is movable, so that the locking of the shaft with respect to the flows for limiting angles to a certain angle. the swinging movement of the shaft with respect to the flows can be released by displacement of the stop member. This displacement, however, is caused by a rotatable element connected to the upper end of the shaft to which the anchor cable is fixed relative to the shaft by a certain angle, this rotation movement of the element being effected by the anchor cable over a swing angle greater than 90 ° to the shaft. After the lock has thus been released, the anchor cable is swung further in the same direction, the shaft also being swung, until the shaft and the anchor cable are almost aligned with the fluxes, after which the anchor can be pulled out of the bottom . It is clear that an auxiliary vessel will have to be used to carry out these activities.

De uitvinding wordt nader uiteengezet onder verwijzing naar 35 de tekening, waarin:The invention is further explained with reference to the drawing, in which:

Figuur 1 de wijze toont waarop tot nu toe een anker wordt teruggehaald,Figure 1 shows the manner in which an anchor has been retrieved so far,

85 0 01-2 S85 0 01-2 S

-5- 5- 4 \ figuur 2, in overlangse doorsnede een anker volgens de uitvinding toont, waarbij de schacht van het anker tot een kleine maximale hoek ten opzichte van de vloeien is gezwaaid, figuur 3 het anker volgens figuur 2 toont waarbij echter de 5 schacht tot een grote maximale hoek ten opzichte van de vloeien is gezwaaid, figuur 4 op grotere schaal de bedieningsmiddelen van het stoporgaan in het anker volgens de figuren 2 en 3 toont, en figuur 5 schematisch een deel van deze bedieningsmiddelen 10 toont.-5- 4- 4 \ Figure 2 shows in longitudinal section an anchor according to the invention, wherein the shaft of the anchor is swung to a small maximum angle with respect to the fluxes, Figure 3 shows the anchor according to Figure 2, however the 5 shaft has been swung to a great maximum angle with respect to the flows, FIG. 4 shows on a larger scale the operating means of the stop member in the anchor according to FIGS. 2 and 3, and FIG. 5 schematically shows a part of these operating means 10.

Zoals getoond in figuur 1 is een anker 1 in de onder water gelegen bodem 2 verankerd, doordat de vloeien 3 van het anker 1 zich in het bodemmateriaal hebben ingegraven, waarbij de schacht 4 onder een bepaalde hoek schuin staat ten opzichte van de vloeien 3, welke hoek 15 wordt bepaald doordat een op de schacht 4 aangebracht stoporgaan tegen de naar boven gerichte rand van de bovenste trimplaat 5 aanligt. Aan het boveneind van de schacht 4 is een ahkerkabel 6 bevestigd die bij het andere eind aan het verankerde booreiland 7 is bevestigd.As shown in figure 1, an anchor 1 is anchored in the underwater bottom 2, because the fluids 3 of the anchor 1 are buried in the bottom material, the shaft 4 being inclined at a certain angle with respect to the fluxes 3, which angle 15 is determined in that a stop member mounted on the shaft 4 abuts the upwardly facing edge of the upper trim plate 5. Attached to the top end of the shaft 4 is an anchor cable 6, which is attached to the anchored drilling rig 7 at the other end.

Voor het terughalen van het anker 1 wordt gebruik gemaakt 20 van een hulpvaartuig 8 dat de met het ondereind van het anker 1 verbonden werkdraad 9 heeft opgenomen en door in de richting naar het booreiland 7 te varen een trekkracht op de werkdraad 9 uitoefent, waardoor het anker 1, hangende aan de werkdraad 9 naar het booreiland 7 gebracht, waarbij de ankerkabel 6 wordt ingehaald.For the retrieval of the anchor 1, use is made of an auxiliary vessel 8 which has received the working thread 9 connected to the lower end of the anchor 1 and exerts a pulling force on the working thread 9 by sailing in the direction towards the drilling rig 7, so that the anchor 1, suspended from the working wire 9, brought to the drilling rig 7, whereby the anchor cable 6 is overtaken.

25 Zoals getoond in de figuren 2 en 3 omvat een anker volgens de uitvinding een schacht 10 en twee aan weerskanten van deze schacht gelegen vloeien 11 die bij hun naar elkaar toe gerichte zijden door ribben 12 zijn versterkt. De vloeien 11 zijn draaibaar met de schacht 10 verbonden door middel van de door de ribben 12 lopende tap 13. Aan 30 weerskanten van de vloeien 11 zijn trimplaten 14 en 15 aangebracht, die door middel van de, tussen de ribben 12 en de schacht 10 aangebrachte steunplaten 16 met de vloeien 11 zijn verbonden, terwijl de zijeinden van de trimplaten 14 en 15 door middel van de stabilisatieplaten 16 en 17 met de vloeien 11 zijn verbonden. De vloeien 11 zijn met elkaar 35 verbonden door middel van de ronde staaf 18.As shown in Figures 2 and 3, an anchor according to the invention comprises a shaft 10 and two fluxes 11 situated on either side of this shaft, which are reinforced by ribs 12 on their facing sides. The flows 11 are rotatably connected to the shaft 10 by means of the tap 13 running through the ribs 12. On both sides of the flows 11 there are provided trim plates 14 and 15, which are connected by means of the, between the ribs 12 and the shaft 10. mounted support plates 16 are connected to the papers 11, while the side ends of the trim plates 14 and 15 are connected to the papers 11 by means of the stabilizing plates 16 and 17. The flows 11 are connected to each other by means of the round bar 18.

Aan de trimplaten 14 en 15 zijn, nabij de onderranden daarvan, aanslagorganen respectievelijk 19 en 20 bevestigd, die elk twee aanslagvlakken 191, 19'* resp. 20', 20’' hebben.Attached to the trim plates 14 and 15 are stop members 19 and 20, respectively, near the bottom edges thereof, each of which has two stop surfaces 191, 19 '* and 20, respectively. 20 ', 20' '.

83 o m 3 -6-83 o m -6-

De schacht 10 is voorbij het scharnierpunt 13 verlengd met een verlengdeel 10', waarbij in het buiteneind van dit verlengdeel 10' het stoporgaan 21 is gemonteerd, dat verplaatsbaar is tussen een geheel uitgezette stand zoals getoond in figuur 2 en een geheel in de 5 schachtdeel 10' ingetrokken stand, waarbij dit orgaan tevens een gedeeltelijk uitgezette tussenstand kan innemen die is getoond in figuur 3. In de geheel uitgezette stand, zoals getoond in figuur 2, komt bij het zwaaien van de schacht 10 ten opzichte van de vloeien 11, het stoporgaan 21 tegen het aanslagvlak 20', of bij het zwaaien in de 10 andere richting tegen het aanslagorgaan 19', waardoor de zwaaihoek A tot een bepaalde maximale hoek wordt beperkt. In de gedeeltelijk uitgezette stand zoals getoond in figuur 3, werkt het stoporgaan 21 samen met de aanslagvlakken 19'' of 20M, zodat de maximale zwaaihoek B groter is dan de hoek A. Voor de verankering in betrekkelijk vast 15 bodemmateriaal zoals bijvoorbeeld zand is een hoek A van 36° in het bijzonder geschikt, terwijl voor de verankering in vrij slap bodemmateriaal zoals bijvoorbeeld klei een hoek B van 50° geschikt is.The shaft 10 has been extended beyond the hinge point 13 with an extension part 10 ', wherein in the outer end of this extension part 10' the stop member 21 is mounted, which is movable between a fully expanded position as shown in figure 2 and a whole in the shaft part 10 'retracted position, this member also being able to assume a partially expanded intermediate position shown in Figure 3. In the fully expanded position, as shown in Figure 2, when the shaft 10 is pivoted relative to the flows 11, stop member 21 against the stop surface 20 ', or when swinging in the other direction against the stop member 19', whereby the swing angle A is limited to a certain maximum angle. In the partially expanded position as shown in figure 3, the stop member 21 cooperates with the stop surfaces 19 '' or 20M, so that the maximum swing angle B is greater than the angle A. For anchoring in relatively solid soil material such as for instance sand, a angle A of 36 ° is particularly suitable, while an angle B of 50 ° is suitable for anchoring in fairly weak soil material such as, for example, clay.

Voor het opheffen van de, door de samenwerking tussen het stoporgaan 21 en het aanslagorgaan 20 gevormde vergrendeling, wordt het 20 stoporgaan 21 geheel in het schachtdeel 10' teruggetrokken, zodat de schacht 10 verder ten opzichte van de vloeien 11 kan zwenken, totdat de schacht 10 een hoek van ongeveer 90° maakt met de vloeien 11, zoals getoond in gebroken lijnen in figuur 3. In de trimplaten 14 en 15 zijn daartoe gleuven respectievelijk 14' en 15’ aangebracht.In order to release the locking formed by the cooperation between the stop member 21 and the stop member 20, the stop member 21 is retracted completely into the shaft part 10 ', so that the shaft 10 can pivot further relative to the flows 11, until the shaft 10 makes an angle of approximately 90 ° with the fluxes 11, as shown in broken lines in Figure 3. Slits 14 'and 15' are provided for this purpose in the trim plates 14 and 15, respectively.

25 Zoals getoond in figuur 4 bestaat het stoporgaan 21 uit een busvormig element dat verschuifbaar is in een overlangse uitsparing 22 in het schachtdeel 10'. Aan het eindvlak van de uitsparing 22 is een axiaal in de uitsparing uitstekende stang 23 bevestigd. Aan het eind van de stang 23 is een schouder 24 gevormd waartegen het ene eind van 30 een drukveèr 25 aanligt, die met het andere eind tegen een aan het stoporgaan 21 gevormde schouder 21' aanligt, zodat het orgaan 21 door de veer 25 tegen een zuiger 27 wordt aangedrukt die afdichtend langs de stang 23 en langs het binnenoppervlak van de uitsparing 22 kan schuiven. De ruimte binnen de uitsparing 22 achter de zuiger 27 is door 35 een tussenwand 28 in twee delen verdeeld, waarbij het deel 22' is gevuld met een fluidum onder druk, zodat dit deel 22' een cilinderruimte vormt voor de zuiger 27, en het deel 22'' een ruimte is waarin een lage druk heerst. In de wand van het schachtdeel 10' zijn 83001 2 '3 -7- drie kanalen 29, 30 en 31 aangebracht, waarbij de kanalen 29 en 30 elk afzonderlijk door middel van een hierna aan de hand van figuur 5 beschreven schuifklep in verbinding kunnen worden gebracht met het kanaal 31, waardoor dus de cilinderruimte 22' in verbinding wordt 5 gebracht met de ruimte 22' van lage druk. In de in figuur 4 getoonde stand zijn de kanalen 29 en 30 gesloten ten opzichte van het kanaal 31, zodat het in de cilinderruimte 22’ aanwezige drukfluidum een druk op de zuiger 27 uitoefent die gelijk is aan de door de veer 25 uitgeoefende druk, en het stoporgaan 21 in de getoonde geheel uitgezette stand wordt 10 gehouden. Moet nu echter het stoporgaan 21 in de gedeeltelijk uitgezette stand wordt gebracht, dan wordt het kanaal 29 in verbinding gebracht met het kanaal 31, waardoor de zuiger, door de veerdruk 25 zich in figuur 4 naar rechts verplaatst, totdat deze zuiger 27 de uitmonding van het kanaal 29 in de cilinderruimte 22' heeft 15 geblokkeerd. Het dan in de verkleinde cilinderruimte 22' nog aanwezige drukfluidum houdt de zuiger 27 en daardoor het stoporgaan 21 in deze nieuwe stand die overeenkomt met de gedeeltelijk uitgezette stand van het stoporgaan 21. Moet het stoporgaan 21 hetzij vanuit de in figuur 4 getoonde geheel uitgezette stand of uit de gedeeltelijk uitgezette 20 tussenstand in de geheel ingetrokken stand worden gebracht, dan wordt het kanaal 30 in verbinding gesteld met het kanaal 31, waardoor al het in de cilinderruimte 22’ aanwezige drukfluidum in de ruimte 22' wordt gedrukt door de veer 25, via de zuiger 27, en deze zuiger 27 tegen de scheidingswand 28 aan komt te liggen.As shown in figure 4, the stop member 21 consists of a sleeve-shaped element which is slidable in a longitudinal recess 22 in the shaft part 10 '. A rod 23 projecting axially in the recess is attached to the end face of the recess 22. At the end of the rod 23, a shoulder 24 is formed against which one end of 30 has a compression spring 25, the other end of which abuts against a shoulder 21 'formed on the stop member 21, so that the member 21 is contacted by a spring 25 against a piston 27 is pressed which can slide sealingly along the rod 23 and along the inner surface of the recess 22. The space within the recess 22 behind the piston 27 is divided into two parts by an intermediate wall 28, the part 22 'being filled with a pressurized fluid, so that this part 22' forms a cylinder space for the piston 27, and the part 22 '' is a room with low pressure. 83001 2 '3 -7- three channels 29, 30 and 31 are arranged in the wall of the shaft part 10', the channels 29 and 30 each being individually connectable by means of a sliding valve described below with reference to Figure 5 thus brought into communication with the channel 31, whereby the cylinder space 22 'is brought into communication with the space 22' of low pressure. In the position shown in figure 4, the channels 29 and 30 are closed with respect to the channel 31, so that the pressure fluid present in the cylinder space 22 'exerts a pressure on the piston 27 equal to the pressure exerted by the spring 25, and the stop member 21 is held in the fully expanded position shown. If, however, the stop member 21 now has to be brought into the partially expanded position, the channel 29 is brought into communication with the channel 31, whereby the piston, through the spring pressure 25, moves to the right in Figure 4, until this piston 27 opens the mouth of the channel 29 in the cylinder space 22 'has 15 blocked. The pressure fluid then still present in the reduced cylinder space 22 'keeps the piston 27 and thereby the stop member 21 in this new position, which corresponds to the partially expanded position of the stop member 21. The stop member 21 must either from the fully expanded position shown in Figure 4. or brought from the partially expanded intermediate position to the fully retracted position, the channel 30 is connected to the channel 31, whereby all the pressure fluid present in the cylinder space 22 'is pressed into the space 22' by the spring 25, via the piston 27, and this piston 27 comes to rest against the partition wall 28.

25 Het in figuur 5 schematisch getoonde schuifklepmechanisme is binnen het huis 32 aangebracht. Duidelijkerheidshalve zijn in figuur 5 ook de onderdelen 21, 22, 22‘, 22’*, 25, 27, 29, 30 en 31 schematisch voorgesteld. De solenoïde-schuifklep 33 wordt via de bekrachtigingsscbakeling 34 bediend wanneer de zenderontvanger 35 een 30 zich door het water voortplantend acoustisch signaal heeft ontvangen, waardoor of het kanaal 29 of het kanaal 30 in verbinding wordt gebracht met het kanaal 31 zodat het stoporgaan 21 vanuit de geheel uitgezette stand in de gedeeltelijk uitgezette stand of in de geheel ingetrokken stand wordt gebracht. Met 36 is een batterij aangegeven en met 37 een 35 drukomzetter. Door, door middel van de leiding 38 een drukfluidum in de cilinderruimte 22' te brengen, kan de veer 25 weer worden gespannen en het stoporgaan 21 weer in de geheel uitgezette stand worden gebracht.The slide valve mechanism shown schematically in Figure 5 is disposed within the housing 32. For the sake of clarity, parts 21, 22, 22 ", 22" *, 25, 27, 29, 30 and 31 are also shown schematically in figure 5. The solenoid slide valve 33 is actuated via the excitation circuit 34 when the transmitter receiver 35 has received a water propagating acoustic signal, thereby connecting either channel 29 or channel 30 to channel 31 so that the stopper 21 from the fully expanded position is brought into the partially expanded position or the fully retracted position. A battery is indicated at 36 and a pressure transducer at 37. By introducing a pressure fluid into the cylinder space 22 'by means of the conduit 38, the spring 25 can be tensioned again and the stop member 21 brought back into the fully expanded position.

86 50 1 2 386 50 1 2 3

Claims (8)

1. Werkwijze voor het terughalen van een in een bodem onder water stekend anker dat een schacht omvat waaraan bij het boveneind een naar het verankerde lichaam lopende ankerkabel of soortgelijk orgaan is bevestigd en twee aan weerskanten van een schacht gelegen platte 5 vloeien met spits toelopende uiteinden die in één vlak liggend met elkaar,en gezamenlijk draaibaar met de schacht zijn verbonden, waarbij de schacht is voorzien van een stoporgaan dat tegen een met de vloeien in verbinding staand aanslagorgaan aanligt, waardoor de hoek waaronder de schacht schuin staat ten opzichte van de vloeien tot een zodanige 10 bepaalde hoek is begrensd, dat door een trekkracht in de ankerkabel de vloeien zich in de bodem hebben ingegraven, waardoor het anker een houdkracht tegen een verplaatsing van het verankerde lichaam kan uitoefenen, met het kenmerk, dat de , door het stoporgaan en aanslagorgaan gevormde vergrendeling wordt gelost en daarna, vanaf het 15 lichaam, op de ankerkabel een trekkracht wordt uitgeoefend, zodat de hoek waaronder de schacht schuin staat ten opzichte van de vloeien wordt vergroot, en het anker krabbend vanaf het lichaam wordt gehieuwd.1. A method of retrieving an anchor projecting in an underwater bottom, comprising a shaft to which is attached at the top end an anchor cable or similar member running to the anchored body and two flat 5 located on either side of a shaft flow with tapered ends which are flush with each other and jointly rotatably connected to the shaft, the shaft being provided with a stop member which abuts against a stop member communicating with the flow, whereby the angle at which the shaft is inclined with respect to the flow is limited to such an angle that the fluxes have burrowed into the ground by a tensile force in the anchor cable, whereby the anchor can exert a holding force against a displacement of the anchored body, characterized in that, by means of the stop member locking device formed and stop member is released and then, from the body, a pulling force on the anchor cable t is applied so that the angle at which the shaft is inclined relative to the flow is increased, and the anchor is cut scratching from the body. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 20 vergrendeling zodanig is uitgevoerd dat deze door middel van een zich door het water voortplantend acoustisch signaal kan worden gelost.2. Method according to claim 1, characterized in that the locking is designed in such a way that it can be released by means of an acoustic signal propagating through the water. 3. Anker voor toepassing van de werkwijze volgens conclusies 1 of 2, omvattende een schacht en twee aan weerskanten daarvan gelegen platte vloeien van in wezen driehoekige vorm, die in 25 één vlak liggend met elkaar en gezamenlijk draaibaar met de schacht zijn verbonden, en twee aan weerskanten van de vloeien op een afstand daarvan daarmee verbonden trimplaten die de vloeien gedeeltelijk overdekken, waarbij de schacht is voorzien van tenminste één stoporgaan dat tegen aanslagen Van tenminste één paar met de respectievelijke 30 trimplaten in verbinding staande aanslagorganen kan aankomen, zodat, bij het zwenken van de schacht naar beide kanten vanuit het vlak van de vloeien de hoek waaronder de schacht naar beide kanten schuin kan staan ten opzichte van de vloeien tot een bepaalde maximale hoek is beperkt, met het kenmerk, dat het stoporgaan heen en weer beweegbaar tussen 35 8*3 00 1 2 3 » , -9- t een ingetrokken en een uitgezette stand aan de schacht is gemonteerd en in verbinding staat met bedieningsmiddelen, en de aanslagen worden gevormd door afzondelrijke, op een zodanige plaats met de trimplaten verbonden organen, dat bij het zwenken van de schacht en in een 's 5 uitgezette stand van eht stoporgaan, dit orgaan tegen zo'n aanslagorgaan kan aankomen en in de ingetrokken stand het stoporgaan langs de aanslagorganen kan lopen, zodat de schacht voorbij de genoemde maximale hoek kan zwaaien, waarbij in de trimplaten gleuven zijn gevormd voor het daarbij opnemen van de schacht.3. Anchor for application of the method according to claims 1 or 2, comprising a shaft and two flat fluxes of substantially triangular shape situated on either side thereof, which are connected in one plane to each other and jointly rotatably connected to the shaft, and two trim plates connected thereto at a distance therefrom and partially covering the flows at a distance therefrom, the shaft being provided with at least one stop member which can abut against stops of at least one pair of stop members communicating with the respective trim plates, so that, when pivoting the shaft to both sides from the plane of the flow the angle at which the shaft can be inclined to both sides with respect to the flow is limited to a certain maximum angle, characterized in that the stop member is movable to and fro between 8 * 3 00 1 2 3 », -9- a retracted and expanded position is mounted on the shaft and connected is operated by operating means, and the stops are formed by individual elements connected to the trim plates in such a place that, when the shaft is pivoted and in a position of the stop member expanded, this member can come into contact with such a stop member and in the retracted position, the stop member can run along the stop members so that the shaft can swing beyond said maximum angle, with grooves formed in the trim plates to receive the shaft. 4. Anker volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schacht tot voorbij het scharnierpunt is verlengd en het stoporgaan nabij het eind van dit verlengdeel is aangebracht en in de lengterichting van de schacht heen en weer verplaatsbaar is, en de aanslagorganen nabij de onderrand van de trimplaten zijn aangebracht.Anchor according to claim 3, characterized in that the shaft is extended beyond the hinge point and the stop member is arranged near the end of this extension part and is movable to and fro in the longitudinal direction of the shaft, and the stop members near the bottom edge of the trim plates. 5. Anker volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het stoporgaan naast de geheel uitgezette en ingetrokken stand, een tussenstand kan innemen waarin het orgaan gedeeltelijk is uitgezet, en de aanslagorganen elk zijn voorzien van twee aanslagvlakken voor samenwerking met het stoporgaan in respectievelijk de geheel uitgezette 20 en de gedeeltelijk uitgezette stand, zodat in het laatst genoemde geval de maximale zwaaihoek van de schacht groter is dan in het eerste geval.Anchor according to claim 4, characterized in that the stop member can assume an intermediate position, in addition to the fully expanded and retracted position, in which the member is partially expanded, and the stop members are each provided with two stop surfaces for cooperation with the stop member in the respective fully expanded and the partially expanded position, so that in the latter case the maximum swing angle of the shaft is greater than in the first case. 6. Anker volgens conclusies 3-5, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen voor het stoporgaan op afstand bedienbaar zijn door *. 25 middel van zich dor het water voortplantende acoustischesignalen.Anchor according to claims 3-5, characterized in that the operating means for the stopper can be controlled remotely by *. By means of acoustic signals propagating through the water. 7. Anker volgens conclusies 3-6, met het kenmerk, dat de bedieningsmiddelen voor het stoporgaan een zuiger-cilindersamenstel omvatten en een schuifklep die in aanspreking op een door een ontvanger ontvangen acoustisch signaal een ruimte binnen de cilinder waarin zich 30 een fluidum onder druk bevindt, in verbinding kan stellen met een ruimte met een lage druk.7. Anchor according to claims 3-6, characterized in that the operating means for the stop member comprise a piston-cylinder assembly and a sliding valve which, in response to an acoustic signal received by a receiver, has a space within the cylinder in which a fluid under pressure connected to a room with a low pressure. 8. Anker volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een element van het stoporgaan in verbinding staat met de ene kant van de zuiger waarop een drukveer werkt, en in de cilinderruimte achter de 35 andere kant van de zuiger het fluidum onder druk aanwezig is, waarbij deze ruimte door middel van tenminste één in de omtrekswand van de cilinder aangebracht kanaal in verbinding staat met de schuifklep, zodat bij het activeren van de schuifklep de genoemde ruimte via 8600126 -10- % v * 'V het kanaal in verbinding met de ruimte met een lage druk wordt gebracht, waardoor, door de veerkracht de zuiger en het element van het stoporgaan worden verplaatst en het stoporgaan in een ingetrokken stand wordt gebracht, totdat de zuiger de ingang van het kanaal heeft 5 geblokkeerd. 8$ if! η 1 o & v %/ -J ü i*. u8. An anchor as claimed in claim 7, characterized in that an element of the stop means is in communication with one side of the piston on which a compression spring acts, and the fluid under pressure is present in the cylinder space behind the other side of the piston. , wherein this space is connected to the sliding valve by means of at least one channel arranged in the circumferential wall of the cylinder, so that when the sliding valve is activated, the said space is connected to the channel via 8600126 -10% v * 'V. space with a low pressure, whereby the piston and the element of the stopper are displaced by the spring force and the stopper is moved into a retracted position, until the piston has blocked the entrance to the channel. 8 $ if! η 1 o & v% / -J ü i *. you
NL8600126A 1986-01-21 1986-01-21 Anchor with liftable stop for the shaft. NL192337C (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600126A NL192337C (en) 1986-01-21 1986-01-21 Anchor with liftable stop for the shaft.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600126A NL192337C (en) 1986-01-21 1986-01-21 Anchor with liftable stop for the shaft.
NL8600126 1986-01-21

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8600126A true NL8600126A (en) 1987-08-17
NL192337B NL192337B (en) 1997-02-03
NL192337C NL192337C (en) 1997-06-04

Family

ID=19847445

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600126A NL192337C (en) 1986-01-21 1986-01-21 Anchor with liftable stop for the shaft.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL192337C (en)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1993003958A2 (en) * 1991-08-16 1993-03-04 Vrijhof Ankers Beheer B.V. Anchor, anchorfluke and methods for anchoring
NL9202204A (en) * 1992-12-18 1994-07-18 Neddrill Nederland B V Acoustic transmission system for remote control of selfreleasing anchors
WO1998032648A1 (en) * 1997-01-22 1998-07-30 Brupat Limited Marine anchor and anchoring method

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR335147A (en) * 1903-09-11 1904-01-12 Marrel Freres Soc New rocker anchor system
US2415605A (en) * 1946-10-28 1947-02-11 Roy E Newby Releasable fluke anchor
NL7414485A (en) * 1974-11-06 1976-05-10 Petrus Josef Klaren ANCHOR.
US4098217A (en) * 1977-07-27 1978-07-04 Arnold G. Tucker Trip-release anchor
WO1983000126A1 (en) * 1981-07-10 1983-01-20 Phillips, Victor, L. Anchor

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR335147A (en) * 1903-09-11 1904-01-12 Marrel Freres Soc New rocker anchor system
US2415605A (en) * 1946-10-28 1947-02-11 Roy E Newby Releasable fluke anchor
NL7414485A (en) * 1974-11-06 1976-05-10 Petrus Josef Klaren ANCHOR.
US4098217A (en) * 1977-07-27 1978-07-04 Arnold G. Tucker Trip-release anchor
WO1983000126A1 (en) * 1981-07-10 1983-01-20 Phillips, Victor, L. Anchor

Cited By (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1993003958A2 (en) * 1991-08-16 1993-03-04 Vrijhof Ankers Beheer B.V. Anchor, anchorfluke and methods for anchoring
WO1993003958A3 (en) * 1991-08-16 1993-05-13 Vrijhof Ankers Beheer Bv Anchor, anchorfluke and methods for anchoring
GB2273690A (en) * 1991-08-16 1994-06-29 Vrijhof Ankers Beheer Bv Anchor,anchorfluke and methods for anchoring
GB2286168A (en) * 1991-08-16 1995-08-09 Vrijhof Ankers Beheer Bv Anchor
GB2286168B (en) * 1991-08-16 1996-02-21 Vrijhof Ankers Beheer Bv Anchor
GB2273690B (en) * 1991-08-16 1996-04-10 Vrijhof Ankers Beheer Bv Anchor Fluke
GB2294441A (en) * 1991-08-16 1996-05-01 Vrijhof Ankers Beheer Bv Anchor
GB2294441B (en) * 1991-08-16 1996-06-26 Vrijhof Ankers Beheer Bv Anchor
US5540175A (en) * 1991-08-16 1996-07-30 Vrijof Ankers Beheer B.V. Anchor, anchorfluke and methods for anchoring
US5546883A (en) * 1991-08-16 1996-08-20 Vrijhof Ankers Beheer B.V. Anchor, anchorfluke and methods for anchoring
NL9202204A (en) * 1992-12-18 1994-07-18 Neddrill Nederland B V Acoustic transmission system for remote control of selfreleasing anchors
WO1998032648A1 (en) * 1997-01-22 1998-07-30 Brupat Limited Marine anchor and anchoring method

Also Published As

Publication number Publication date
NL192337C (en) 1997-06-04
NL192337B (en) 1997-02-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JP5095710B2 (en) Improvement of marine anchor
US6009825A (en) Recoverable system for mooring mobile offshore drilling units
US4724789A (en) Device for laying-out and breaking-out of the sea-bottom and weighing an anchor
AU2013251633B2 (en) In-line mechanical disconnect device
US20100064957A1 (en) Anchor retrieval device, system and method
US3850128A (en) Vibratory anchor
EP0613436A1 (en) Drag embedment marine anchor.
US3931782A (en) Mooring method for deployment and retrieving of mooring lines
GB2512898A (en) Water anchors
NL8600126A (en) Lifting anchor with shank on anchor cable and flukes either side - which are swivelable w.r.t. shank by retracting stop, pref. in response to sonic signal, to allow 90 deg. swivel for drag-hauling
US5566636A (en) Off shore mooring system
CA1158873A (en) Emergency cable gripper
US4655158A (en) Boat anchor including releasable coupling means
US4373278A (en) Single line deep-sea bucket and release
US5957075A (en) Remotely controlled mooring line quick release apparatus
US4417538A (en) Marine anchor with release capability
US20190300126A1 (en) Watercraft anchors
US3740017A (en) Clamping device for closing an uncontrollably flowing submerged well
JPH10329784A (en) Anchoring device and method
US6966273B2 (en) Anchor for anchoring to underwater structures
CA1279532C (en) Device for laying-out and breaking-out of the sea-bottom and weighing an anchor
SU1276559A1 (en) Floating anchor support
RU2115315C1 (en) Device for tightening rope bottom end of bottom gill fish catching apparatus
NL1011976C1 (en) Anchor installation device for oil production platform or ship at sea
SU1716003A1 (en) Means for displacement of article

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: NOBLE DRILLING ( NEDERLAND ) B.V.

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20060121