NL8403183A - Werkwijze voor het strooien van meststoffen. - Google Patents
Werkwijze voor het strooien van meststoffen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8403183A NL8403183A NL8403183A NL8403183A NL8403183A NL 8403183 A NL8403183 A NL 8403183A NL 8403183 A NL8403183 A NL 8403183A NL 8403183 A NL8403183 A NL 8403183A NL 8403183 A NL8403183 A NL 8403183A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- throwing
- spreading
- elements
- centrifugal
- centrifugal spreader
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C17/00—Fertilisers or seeders with centrifugal wheels
- A01C17/006—Regulating or dosing devices
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C17/00—Fertilisers or seeders with centrifugal wheels
- A01C17/001—Centrifugal throwing devices with a vertical axis
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Fertilizing (AREA)
Description
VO 6538
Titel: Werkwijze voor het strooien van meststoffen.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het strooien van meststoffen door middel van een bij voorkeur aan een tractor bevestigde centrifugaal-strooier, die aangedreven werkelementen bezit/ welke de meststofkorrels wegslingeren, over een gebied dat de breedte van de 5 centrifugaal-strooier aanzienlijk overtreft en waarvan de effectieve strooibreedte veranderbaar is, waarbij de werpelementen de meststofkorrels in zonder tussenruimte zijdelings op elkaar aansluitende en elkaar overlappende strooigebieden over het te bestrooien grondoppervlak volgens een gelijkmatig strooibeeld verdelen.
10 Uit het Duitse Offenlegungsschrift 28 18 227 is een dergelijke werkwijze bekend, waarbij door gebruik van verschillend gevormde werpelementen van de centrifugaalstrooier effectieve strooibreedten van verschillende grootte te bereiken zijn. Met de hier toegepaste centrifugaal-strooier kunnen door geschikte keuze van de werpelementen, die als 15 centrifugaalschijven met opgezette werpschoepen zijn uitgevoerd, kleine en grote werpbreedten voor de weggeslingerde meststofkorrels worden bereikt. De landbouw eist voor gebruik van centrifugaalstrooiers een werkwijze, waarmee effectieve strooibreedten van 18 tot 24 m en meer kunnen worden bereikt, zodat op zo groot mogelijke afstand over het te bestrooien 20 oppervlak kan worden gereden teneinde zo weinig mogelijk van de, op het te bestrooien oppervlak groeiende gewassen te beschadigen en/of zo weinig mogelijk rijsporen achter te laten. Des te minder rijsporen noodzakelijk zijn, des te groter wordt het aandeel van de vlakken dat niet door rijsporen is aangetast, zodat een grotere opbrengst wordt verkregen. 25 Een ander nadeel van de békende werkwijze is, dat bij grote effec tieve strooibreedten de meststof deeltjes zeer ver naar achteren geslingerd worden. Hierdoor is het strooibeeld zeer windgevoelig. Bovendien treden aan het einde van het te bemesten veld onvermijdelijk overbemeste en <. onderbemeste vlakken op, wat zeer nadelig, is voor de opbrengst. Als ver-30 der nadeel van de bekende werkwijze moet worden vermeld, dat de effectieve strooibreedte tijdens bedrijf respectievelijk het opbrengen van meststoffen niet verkleind kan worden. Vooral bij grote effectieve strooibreedten heeft dit grote nadelen. Het te bestrooien bodemoppervlak heeft niet in alle gevallen een rechthoekige vorm respectievelijk de 8403183 i i - 2 - breedte van het te bestrooien grondoppervlak is geen geheel veelvoud van de effectieve strooibreedte. In beide gevallen moet de landbouwer ofwel genoegen nemen met een overbemeste, dan wel met een onderbemeste strook of moet hij de meststof van de. centrifugaalstrooier gedeeltelijk 5 over de te bemesten strookheenstrooiencpeen aangrenzende, niet te bestrooien strook, zoals b.v. sloten, wegen, straten of grondstukken van de buurman. Al deze mogelijkheden zijn niet gewenst. Weliswaar kan het uitwisselen van de centrifugaalscheider een oplossing bieden, dit is echter tijdrovend en biedt niet in alle gevallen een oplossing. Dit is 10 bijvoorbeeld niet toepasbaar bij een schuin toelopend te bestrooien rest-oppervlak, aangezien de landbouwer in dat geval voor de laatste strooistrook meerdere keren de centrifugaalschijf zou moeten wisselen. Bij deze methode is het ook niet zeker dat het door een reeks strooi-elementen opgewekte strooibeeld op zich gelijkmatig is.
15 Verder is uit het Duitse Offenlegungsschrift 28 35 011 een werk wijze bekend, waarbij bij een centrifugaalstrooier de toevoer van meststoffen naar de afzonderlijke werpelementen steeds onafhankelijk van elkaar afgesloten kan worden om zo de effectieve strooibreedte tot op de helft te reduceren, waarbij dan door de plaatsing van een stootplaat 20 naast het werpelement aan de ene zijde een stijl neervallend strooibeeld wordt verkregen. Deze reducering van de effectieve strooibreedte met het gelijktijdige effect van een eenzijdig steil neervallend strooibeeld is bij het grensstrooien voordelig. Nadelig bij deze werkwijze is, dat bij grote effectieve strooibreedten de meststoffen zeer ver naar achteren 25 worden geslingerd, zodat nabij de akkerrand sterk overbemeste respectievelijk onderbemeste vlakken ontstaan. Verder treden ook bij deze centrifugaalstrooier, wanneer een grote effectieve strooibreedte moet worden bereikt, ondanks de halveringsmogelijkheid van de effectieve strooibreedte, dezelfde nadelen op als bij de bovenbeschreven centrifugaal-30 strooier voor het toepassen van de werkwijze.
De uitvinding heeft als doel de bovenomschreven werkwijze zodanig te verbeteren, dat een optimaal en gelijkmatig strooien van de meststoffen onder alle in de praktijk optredende werkomstandigheden gewaarborgd is.
35 Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het strooibeeld 840 3 1 8 3 Λ 4 - 3 - uit ten minste drie op elkaar aansluitende en elkaar overlappende, afzonderlijke strooiwaaiers wordt samengesteld, waarbij iedere strooi-waaier steeds door afzonderlijke werpelementen wordt opgewekt. Door deze maatregel kan het strooibeeld van de afzonderlijke strooiwaaiers zodanig 5 tot één geheel worden samengesteld, als de bedrijfsomstandigheden en -eisen noodzakelijk maken. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk, dat bij een splits toelopend reststuk van het te bestrooien oppervlak, de door enkele werpelementen opgewekte strooiwaaier uit het strooibeeld weg te nemen, zonder dat er verandering van de strooiintensiteit optreedt bij 10 het overblijvende strooibeeld, dat door de andere strooiwaaiers wordt gevormd, bij een gereduceerde, ook een eenzijdig gereduceerde effectieve strooibreedte. Hierbij is het van essentieel belang, dat in de strooi-sector respectievelijk strooistrook van een strooiwaaier slechts in het gebied van de overlappingszones meststofdeeltjes, afkomstig van meerdere 15 werpelementen worden geworpen. Derhalve worden de afzonderlijke strooiwaaiers door bijzondere werpelementen onafhankelijk van elkaar teweeggebracht.
Verder beoogt de uitvinding te bereiken dat het strooibeeld van de afzonderlijke, door eigen werpelementen opgewekte strooiwaaiers zodanig 20 wordt samengesteld, dat de door de binnenste werpelementen opgewekte strooiwaaiers zich, gezien vanuit de richting van de strooier, in essentie naar achteren en in de breedte uitstrekken terwijl de, door toegevoegde en bij voorkeur buitenste werpelementen. opgewekte strooiwaaiers zich, gezien vanuit de strooier, in essentie in de breedte zijwaarts van 25 de strooier uitstrekken. Hierdoor wordt enerzijds een zeer geringe windgevoeligheid en anderzijds, gezien in respectievelijk tegen de rijrichting in een kort gehouden strooiwaaier opgewekt. Hierdoor ontstaan ook bij grote effectieve strooibreedten van de centrifugaalstrooier beperkt naar achter afgevende strooiwaaiers.
30 Bovendien zijn volgens de uitvinding, bij voorkeur maatregelen getroffen dat het ontstaan van de strooiwaaiers tijdens bedrijf zodanig regelbaar is, dat de effectieve strooibreedte van het strooibeeld, gemeten vanuit het midden van de machine trapsgewijs te veranderen is. Hierdoor kan de effectieve strooibreedte bij steeds gelijkblijvende 35 strooiintensiteit vergroot respectievelijk verkleind worden. Op eenvou- 8403183 λ » - 4 - dige wijze is een zeer goede aanpassing aan verschillende gebruiksom-standigheden mogelijk. Om een bijzonder kleine windgevoeligheid van het strooibeeld te waarborgen en ook bij het akkereinde een zo veel mogelijk bij benadering gelijkmatige strooilntensiteit te verkrijgen, is de werp-5 afstand van de meststofkorrels naar achter in belangrijke mate kleiner dan de zijwaartse werpafstand van de meststofkorrels tot de effectieve stroo ibreedte.
Bij een centrifugaalstrooier voor toepassing van de bovengenoemde werkwijze, die is voorzien van een frame, alsmede van een met instelbare 10 en afsluitbare uitlaatopeningen uitgerust voorraadreservoir en waarbij zich werpelementen onder het voorraadreservoir bevinden, zijn volgens de uitvinding ten minste 3 werpelementen onder het voorraadreservoir aangebracht, terwijl de bij een werp element behorende uitlaatopeningen onafhankelijk van de bij de andere werpelementen behorende uitlaatopeningen 15 afsluitbaar zijn. Hierdoor wordt het voordeel verkregen, dat onder handhaving van de strooilntensiteit de effectieve strooibreedte vergroot respectievelijk gereduceerd kan worden. Een bijzonder symmetrisch en gelijkmatig strooibeeld wordt volgens de uitvinding bereikt doordat tenminste 4 werpelementen onder de uitlaatopeningen van het voorraadreser-20 voir zijn aangebracht. Hierbij kunnen de werpelementen als roterende centrifugaalschijven of als heen— en weergaande verdeelslurven zijn uitgevoerd.
Opdat een zo gering mogelijk naar achter afgevend strooibeeld wordt verkregen zijn volgens de uitvinding de werpelementen dwars op de 25 rijrichting van de centrifugaalstrooier naast elkaar geplaatst, terwijl de werpafstand van de door de binnenste werpelementen weggeslingerde mest-stofdelen belangrijk, kleiner is dan de werpafstand van de door de buitenste werpelementen weggeslingerde meststofdelen. Om de effectieve strooibreedte van de centrifugaalstrooiers te kunnen aanpassen aan rij-30 strooksystemen van verschillende breedte zijn volgens de uitvinding de werpelementen op een op zichzelf bekende wijze tegen andere werpelementen uitwisselbaar aangebracht.
Hierdoor kunnen afhankelijk van het rijstrooksysteem door gebruik; van geschikte werpelementen de vereiste effectieve strooibreedten van 35 b.v. 15, 18, 20 of 24 m zonder enig probleem worden bereikt.
8403183 # * - 5 -
Een bijzonder goede toevoer van meststofdeeltjes naar de afzonderlijke werpelementen wordt bereikt doordat het voorraadreservoir een aantal reservoirtrechters bezit, dat overeenkomt met het aantal werpelementen, en doordat elke reservoirtrechter instelbare en afsluitbare uit-5 laatopeningen bezit, terwijl onder elke trechter een werpelement is geplaatst. Hierbij is het voordelig, dat de trechters van het. voorraadreservoir door dakvormige elementen van elkaar gescheiden zijn.
Bovendien zijn volgens de uitvinding de uitlaatopeningen met behulp van afsluitelementen afsluitbaar, terwijl dé bij de afzonderlijke 10 werpelementen behorende uitlaatopeningen door middel van de afsluitelementen onafhankelijk van elkaar afsluitbaar zijn. Om afsluitelementen tijdens bedrijf vanaf de tractor te kunnen bedienen, is het bijzonder voordelig, dat de afsluitelementen met behulp van afstandsbediening bedienbaar zijn.
15 Opdat de door verschillende werpelementen weggeslingerde meststof deeltjes elkaar niet uit hun baan brengen en om steeds afzonderlijke, op gewenste wijze opgebouwde strooiwaaiers te doen ontstaan, zijn volgens de uitvinding de, ten opzichte van de horizontaal gemeten werphoeken van de door de buitenste werpelementen weggeslingerde meststofdeeltjes groter 20 dan de, ten opzichte van de horizontaal gemeten werphoeken van de door de binnenste werpelementen weggeslingerde meststofdeeltjes. Hetzelfde voordeel wordt bereikt, doordat de buitenste werpelementen in hoogte-richting versprongen ten opzichte van de binnenste werpelementen zijn aangebracht.
25 Uitvoeringsvormen van de werkwijze respectievelijk inrichting volgens de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de tekening. Hierin toont: fig. 1 een voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding geschikte centrifugaalstrooier in achteraanzicht? 30 fig. 2 een tweede, voor toepassing van de werkwijze volgens de uitvinding geschikte centrifugaalstrooier in achteraanzicht; fig. 3 een weergave van de werkwijze volgens de uitvinding aan de hand van een strooibeeld van een vierschijven-centrifugaalstrooier in schematische vorm; 35 fig. 4 een weergave van de werkwijze volgens de uitvinding aan de hand van een strooibeeld van een drieschijven-centrifugaalstrooier, 8403183 « · - 6 - in schematische vorm en fig. 5 een weergave van de werkwijze volgens de uitvinding aan de hand van het strooibeeld van een pendelstrooier met drie verdeelslurven, in schematische vorm.
5 Om de in fig. 1 met getrokken lijnen weergegeven centrifugaal- strooier, die als centrifugaalstrooier met twee werpelementen 1 en een voorraadreservoir 2 is uitgevoerd, volgens de uitvinding te kunnen gebruiken zijn zijdelings van het voorraadreservoir 2 de, met streeppunt-lijnen getekende voorraadreservoirs 3 met de werpelementen 4 aangebracht. 10 De vier werpelementen 1 resp. 4 zijn derhalve onder het tot één geheel samengebouwde voorraadreservoir geplaatst. In de reservoirbodems 5 van de voorraadreservoirs 3 en 4 zijn de uitlaatopeningen 7 aangebracht, die door middel van de afsluitelementen 6 afsluitbaar zijn. Met behulp van deze afsluitelementen 6 worden de te strooien meststofdeeltjes in 15 instelbare hoeveelheden aan de werpelementen 1 toegevoerd. De werpelementen 1 en 4 zijn bij deze. als centrifugaalstrooier uitgevoerde werpstrooier uitgevoerd als centrifugaal- of slingerschijven 8. Op deze schijven 8 zijn steeds twee werpschoepen 9 aangebracht.
De centrifugaalschijven 8 worden op bekende, en daarom niet nader 20 weergegeven wijze om een verticale as roterend aangedreven door een aftak-as van een de meststof strooier dragende tractor. Hierbij wordt elk extra aangebracht buitenste werpelement aangedreven door een verlengde as, welke de binnenste werpelementen 1 aandrijft, en een tussengeschakelde haakse overbrenging. De door de centrifugaalschijven 8 met de werpschoe-25 pen 9 weggeslingerde meststofdeeltjes worden gelijkmatig over het bodem-vlak verdeeld volgens het in fig. 3 weergegeven strooibeeld. Dit strooibeeld wordt hierna nauwkeurig beschreven.
De centrifugaalstrooier volgens fig. 2 komt in opbouw overeen met de centrifugaalstrooier volgens fig. 1, wanneer bij de daar weergegeven 30 centrifugaalstrooier de twee extra centrifugaalschijven met de daarbij behorende voorraadreservoirs zijdelings van de centrale voorraadreservoirs zijn aangebracht. De centrifugaalstrooier volgens fig. 2 heeft een frame 10 en een voorraadreservoir 11. Met behulp van de aan de voorzijde van het frame geplaatste koppelingselementen wordt de centrifugaalstrooier 35 op bekende en daarom niet-weergegeven wijze op de driepuntshefconstrue- ¢4031 83 - 7 - • * tie van een tractor aangebouwd. Het onderste gebied van het voorraad-reservoir 11 is door drie dakvormige delen 12 in vier voorraadtrechters 13 verdeeld. Iedere voorraadtrechter 13 heeft een vlakke grondplaat 14, waarin de uitlaatopeningen 15 zijn aangebracht. Onder elke grondplaat 14 5 bevindt zich een als schuif uitgevoerd afsluitelement 16, waarmee de grootte van de uitlaatopeningen 15 kan worden ingesteld of de uitlaatopeningen 15 kunnen worden afgesloten. De afsluitelementen 16 zijn, onafhankelijk van elkaar, door afstandsbediening te verplaatsen. In het onderste deel van de voorraadtrechters 13 is een horizontaal verlopende 10 en aangedreven roeras 16 geplaatst. Deze roeras 16 is in de wanddelen van de voorraadtrechters 13 gelegerd en af gedicht. Verder loopt de roeras 16 door alle voorraadtrechters 13 heen. De roeras 16 is ter plaatse van de voorraadtrechters met roerpennen 17 uitgerust. Onder de uitlaatopeningen 15 van de voorraadtrechters 13 zijn de werpelementen 19 en 20 15 dwars op de rijrichting van de centrifugaalstrooier, naast elkaar aangebracht, waarbij elke voorraadtrechter 13 van een eigen werpelement is voorzien. De beide binnenste werpelementen 19 zijn op gelijke afstand van het midden van de machine aangébracht. Naast elk binnenwerpelement 19 is een extra buitenwerpelement aangebracht. De werpelementen 19 en 20 20 zijn als centrifugaalschijven, met daarop aangebrachte werpschoepen 21, uitgevoerd. De centrifugaalschijven 19 worden via de tandwieloverbrenging 22 vanaf de af takas van de tractor aangedreven, zodat de centrifugaalschijven 19 om hun vertikale as roteren. De buitenste centrifugaalschijven 20 worden door middel van riemoverbrengingen 23 door de assen 24 van 25 de binnenste centrifugaalschijven 19 aangedreven en in rotatie gebracht. Verder wordt de roeras 17 aangedreven door de tandwieloverbrenging 22 via het kettingdrijfwerk 25. De centrifugaalschijven 19 en 20 kunnen op eenvoudige wijze worden losgenomen van de assen 24 en 26, zodat deze naar behoefte gemakkelijk kunnen worden uitgewisseld tegen andere res-30 pectievelijk anders uitgevoerde centrifugaalschijven.
De ten opzichte van de horizontaal gemeten werkhoek α van de door de buitenste centrifugaalschijven 20 weggeslingerde meststofdeeltjes is groter dan de ten opzichte van de horizontaal 27 gemeten werphoek α' van de door de binnenste centrifugaalschijven 19 weggeslingerde mest-35 stofdeeltjes. Hierdoor kunnen de werpbanen van de afzonderlijke mest- 8403183 * \ -a- stofdeeltjes elkaar hinderen.
De buitenste werpelementen 20 zijn op een zodanige..onderlinge afstand geplaatst, dat de afstand A tussen de buitenste door de werp-schoepen 29 gevormde delen van de buitenste werpelementen 20 zowel in de 5 bedrijfsstand als in.-ruststand kleiner dan of gelijk is aan 3 m. Hierdoor kan'de machine zonder demontage op openbare straten en wegen worden getransporteerd.
Het strooibeeld volgens de uitvinding, dat door de centrifugaal-strooiers volgens de figuren 1 en 2 wordt teweeggebracht, wordt aan de 10 hand van fig. 3 nader verduidelijkt.
In de bovenste helft van fig. 3 zijn de door de als centrifugaal-schijven uitgevoerde werpelementen 19 en 20 teweeggebrachte strooiwaaiers, die tot een strooibeeld zijn samengesteld, in bovenaanzicht weergegeven.
, In de onderste helft van de figuur is, schematisch, de uit de afzonder-15 lijke strooiwaaiers respectievelijk uit het strooibeeld resulterende gelijkmatige strooixntensiteit S weergegeven.
Aan de bovenrand van fig. 3 zijn de beide binnenste centrifugaal-schijven. 19 en de beide toegevoegde buitenste centrifugaalschijven 20 weergegeven. Het strooibeeld 28 bereikt een effectieve strooibreedte E, .20 terwijl de maximale strooibreedte M van het strooibeeld 28 ter grootte van de overlapping afwijkt van de effectieve strooibreedte E. Elk van de beide binnenste centrifugaalschijven 19 slingeren de meststofdeeltjes weg over een gebied, dat overeenkomt met door getrokken lijnen weergegeven strooiwaaiers 29.In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 3 wordt 25 zo een effectieve strooibreedte E' van 12 m bereikt.
Verder zijn in fig. 3 met streeppuntlijnen de strooiwaaiers 30 weergegeven die bij een met twee centrifugaalschijven uitgeruste centri-fugaalstrooier ontstaan, wanneer een effectieve strooibreedte E van 24 m bereikt dient te worden. Hierbij strekken de strooiwaaiers 30 zich ver 30 naar achter uit.
Volgens de uitvinding wordt de grotere effectieve strooibreedte E bereikt door die strooiwaaiers 31, die door de extra buitenste centrifugaalschijven 20 worden teweeggebracht, d.w.z. dat het strooibeeld 28 uit vier onderling aansluitende en elkaar overlappende strooiwaaiers 29 en 31 35 wordt samengesteld, waarbij iedere strooiwaaier 29 resp. 31 steeds door een afzonderlijke centrifugaalschijf 19 resp. 20 wordt teweeggebracht.
340 31 8 3 - 9 -
Dit betekent, dat de op een geringe effectieve strooibreedte E' afgestelde strooiwaaiers 29 ook bij het teweegbrengen van een grotere effectieve strooibreedte E van het strooibeeld 28 overanderd blijven en dat de grotere effectieve strooibreedte E van het strooibeeld 28 bij gelijk-5 blijvende strooiintensiteit S door middel van de, door de toegevoegde buitenste centrifugaalschijven 20 opgewekte strooiwaaiers" 31 wordt verkregen.
In tegenstelling tot de met twee centrifugaalschijven uitgeruste centrifugaalstrooiers te verkrijgen strooibeelden voor grotere effectieve 10 strooibreedten, waarbij de strooiwaaiers 30 zich zeer ver naar achteren uitstrekken, wordt bij de centrifugaalstrooiers die volgens de uitvinding met vier centrifugaalschijven 19 en 20 zijn uitgerust een strooibeeld verkregen, die uit de afzonderlijk door eigen centrifugaalschijven 19 en 20 opgewekte strooiwaaiers 29 respectievelijk 31 zodanig is samengesteld, 15 dat de door de binnenste centrifugaalschijven 19 afgegeven strooiwaaiers 29, vanaf de strooier gezien, zich in hoofdzaak naar achteren en in de breedte uitstrekken, terwijl de door de toegevoegde,buitenste centrifugaalschijven 20 afgegeven strooiwaaiers 31, vanaf de strooier gezien, zich in hoofdzaak in de breedte zijdelings van de strooilnrichting uit-20 strekken.
Hierbij is de werpafstand W van de door de binnenste centrifugaalschijven 19 weggeslingerde meststof deeltjes kleiner dan de werpafstand W' van de door de buitenste centrifugaalschijven 20 weggeslingerde meststof-deeltjes. Dit wordt veroorzaakt doordat de meststofdeeltjes door de 25 binnenste centrifugaalschijven 19 met een geringere snelheid worden weggeslingerd dan die van de buitenste centrifugaalschijven 20. Dit kan worden bereikt door een geschikte keuze van de buitendiameter van de centrifugaalschijven respectievelijk van de werpschoepen ofwel door een aangepaste keuze van toerentallen van de centrifugaalschijven, zodat de 30 centrifugaalschijven met verschillende omtrekssnelheden roteren.
Door de hierboven beschreven bijzondere opbouw van het strooibeeld 28, dat wordt verkregen met behulp van door afzonderlijke centrifugaalschijven 19 respectievelijk 20 teweeggebrachte strooiwaaiers 29 respectievelijk 31, is het mogelijk, onder handhaving van de gelijkma-35 tige strooiintensiteit S, de effectieve strooibreedte E tot de kleine 840 31 83 - 10 - effectieve strooibreedte E' respectievelijk tot de kleinere strooi--breedte e te verkleinen respectievelijk in omgekeerde zin te vergroten.
De verkleining van de effectieve strooibreedte E wordt door het sluiten van de uitlaatopeningen 15 in de voorraadtrechters 13 verkregen door de 5 als schuif uitgevoerde afsluitelementen 16, die elk onafhankelijk van elkaar bedienbaar zijn, zodat geen meststofdeeltjes meer aan de centri-fugaalschijven worden toegevoegd. De effectieve strooibreedte E kan vanzelfsprekend steeds aan twee zijden gereduceerd worden. Ook is het denkbaar, de toevoer van meststofdeeltjes naar de binnenste centrifugaal-10 schijven 19 te onderbreken, zodat slechts de buitenste strooiwaaiers 31 ontstaan. Dit kan b.v. voor het bemesten van fruitgewassen zinvol zijn.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding respectievelijk bij voor toepassing van deze werkwijze bestemde centrifugaalstrooier, is door het sluiten van de uitlaatopeningen het ontstaan van strooiwaaiers 29 en 31, 15 bij werkende machine, zo te sturen, dat de effectieve strooibreedte E, E' respectievelijk e van het strooibeeld 28 trapsgewijze te veranderen is. Deze mogelijkheid wordt pas geschapen door het .aanbrengen van ·~ slingerschijven- voor afzonderlijke strooiwaaiers. Hierbij is het van beslissend belang, dat in de strooisector van iedere strooiwaaier de 20 meststofdeeltjes van meerdere centrifugaalschijven slechts in het gebied van de overlappingszones worden geworpen. De afzonderlijke strooiwaaiers worden derhalve door bijbehorende 'centrifugaalschijven onafhankelijk van elkaar teweeggebracht. .
Het schema in fig. 4 komt overeen met het schema in fig. 3. De-;· 25 middelste strooiwaaier 35 wordt door de binnenste centrifugaalschijf 33 teweeggebracht. Met deze strooiwaaier 35 wordt in dit uitvoeringsvoor-beeld een kleine effectieve strooibreedte E' van 12 m bereikt. Aan elke zijde naast de binnenste centrifugaalschijf 32 is een extra centrifugaalschijf 34 geplaatst. Deze beide centrifugaalschijven 34 leveren elk, 30 bij toevoer van meststofdeeltjes door middel van de in grootte verstelbare en afsluitbare uitlaatopeningen, een buitenste strooiwaaier 36, zodat een strooibeeld 32 met een grote effectieve strooibreedte E van 24 m ontstaat. De strooibreedte 32 is uit drie op elkaar aansluitende en elkaar overlappende strooiwaaiers 35 en 36 samengesteld, waarbij iedere 35 strooiwaaier 35 en 36 door een aparte centrifugaalschijf 33 en 34 op van elkaar onafhankelijke wijze wordt teweeggebracht.
840 31 8 3 - 11 -
Om het voordeel van een uit drie strooiwaaiers 35 en 36 samengesteld strooibeeld 32 ten opzichte van een strooibeeld uit één strooi-waaier 37, dat met streeppuntlijnen’ is weergegeven, hij gelijke effec-r tieve strooibreedte E te verduidelijken, is deze strooiwaaier 37 eveneens 5 in fig. 4 getekend. Deze strooiwaaier 37 moet door een grotere omtreks-snelheid van de binnenste centrifugaalschijf 33 worden verkregen. Door deze figuur blijkt zeer duidelijk, dat een uit drie strooiwaaiers 35 en 36 samengesteld strooibeeld aanzienlijk minder ver naar achteren reikt dan een met één strooiwaaier 37 verkregen strooibeeld bij steeds de-10 zelfde effectieve strooibreedte.
Door de verdeling van het strooibeeld in drie onafhankelijk van elkaar, door aparte centrifugaalschijven 33 en 34 afgegeven strooiwaaiers 35 en 36 wordt een strooibeeld verkregen, waarbij de door de binnenste centrifugaalschijf 33 afgegeven strooiwaaier 35, zich vanaf 15 de strooier gezien, in hoofdzaak naar achter en in de breedte uitstrekt, terwijl de door de toegevoegde buitenste centrifugaalschijven 34 opgewekte strooiwaaiers 36 zichtvanaf de strooier gezien, in hoofdzaak in de breedte zijdelings van de strooier uit strekken. Hierbij is de werpafstand W van de door de binnenste centrifugaalschijven 33 wegge-20 slingerde meststofdeeltjes kleiner dan de werpaf stand W' van de door de buitenste centrifugaalschijven 34 weggeslingerde meststofdeeltjes.
Door de hierboven beschreven, bijzondere opbouw van het strooibeeld 32 uit de door afzonderlijke centrifugaalschijven 33 en 34 afgegeven strooiwaaiers 35 resp. 36 is het mogelijk onder handhaving van de 25 gelijkmatige strooilntensiteit S, de effectieve strooibreedte E tot een kleine effectieve strooibreedte E' respectievelijk tot een kleinere strooibreedte e te verkleinen respectievelijk in omgekeerde zin te vergroten. De verkleining van de effectieve strooibreedte E wordt verkregen door het sluiten van de uitlaatopeningen in de reservoirtrechters door <. 30 middel van als schuif uitgevoerde afsluitelementen, die steeds onafhankelijk van elkaar bedienbaar zijn, zodat niet langer meststofdeelt jes aan de centrifugaalschijven 33 en 34 worden toegevoerd. De effectieve strooibreedte E kan vanzelfsprekend aan beide zijden worden gereduceerd. Ook is het denkbaar, dat de meststofdeeltjestoevoer wordt gereduceerd.
35 Verder is het denkbaar, dat de meststof deelt jestoevoer naar de binnenste 8403183 * \ -12- centrifugaalschijf 33 wordt afgesloten, zodat slechts de buitenste strooiwaaiers 36 ontstaan. Dit is b.v. voor het bemesten van fruitgewassen erg zinvol.
In fig. 5 is een strooibeeld 38 van een als pendelstrooier uitge-5 voerde centrifugaalstrooier weergegeven, dat uit de drie strooiwaaiers 39 en 40 is samengesteld. De strooiwaaiers 39 en 40 worden afgegeven door de werpelementen, die als om verticale assen heen en weer bewegende verdeel slurven 41 en 42 zijn uitgevoerd. De binnenste verdeelslurf 41 geeft de binnenste strooiwaaier.39 af en de beide buitenste verdeel- 10 slurven 42, die zijdelings naast de binnenste verdeelslurf 41 zijn aangebracht, leveren elk een strooiwaaier 40. De buitenste strooiwaaiers 40 sluiten elk aan de op de binnenste strooiwaaier 39. Verder overlappen de binnenste en buitenste strooiwaaiers elkaar, zodat het strooibeeld 38 met de gelijkmatige strooiintensiteit S ontstaat.
15 Met de binnenste strooiwaaier 39 wordt een effectieve strooibreedte E' van 12 m verkregen. Door het toevoegen van de buitenste strooiwaaiers 40 bij de binnenste strooiwaaier 39 wordt een grotere effectieve strooibreedte E van 24 m bereikt. Door het stopzetten van de mestdeeltjestoevoer kan ook bij deze pendelstrooier de strooibreedte E, zoals in het 20 uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 4, verkleind worden. De toelichting bij dit uitvoeringsvoorbeeld 4 heeft ook betrekking- op de pendelstrooier volgens fig. 5.
840 31 83
Claims (19)
1. Werkwijze voor het af geven van meststof door middel van een, met een tractor verbonden centrifugaalstrooier, die van aangedreven werpele-menten is voorzien, welke de meststofdeeltjes wegslingeren over een gebied dat de breedte van de centrifugaalstrooier in belangrijke mate 5 overtreft en waarvan de effectieve strooibreedte veranderbaar is.>t waarbij de werpelementen de meststofdeeltjes in zijdelings zonder tussenruimte op elkaar aansluitende en elkaar overlappende strooiwaaiers volgens een gelijkmatig strooibeeld over het te bestrooien grondoppervlak verdelen, met het kenmerk, dat het strooibeeld (28, 32, 38) uit ten minste 10 drie op elkaar aansluitende en elkaar overlappende, afzonderlijke strooiwaaiers (29, 31, 35, 36, 39, 40) wordt samengesteld, waarbij iedere strooiwaaier door een apart werpelement (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) wordt teweeggebracht.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het strooibeeld 15 (28, 32, 38) uit de afzonderlijke door aparte werpelementen afgegeven strooiwaaiers (29, 31, 35, 36, 39, 40) zodanig wordt samengesteld, dat de door de binnenste werpelementen afgegeven strooiwaaiers (29, 35, 39), vanaf de strooier gezien, zich in hoofdzaak naar achter en in de breedte uitstrekken, terwijl de, door de toegevoegde en bij voorkeur buitenste 20 werpelementen afgegeven strooiwaaiers (31, 36, 40) zich, vanaf de strooier gezien, in hoofdzaak in de breedte zijdelings van de strooier uitstrekken.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het ontstaan van de strooiwaaier (29, 31, 35, 36, 39, 40) bij werkende machine zo te 25 sturen is, dat de effectieve strooibreedte (E, E', e) van het strcoi- beeld (28, 32, 38), gemeten vanaf het midden van de machine, trapsgewijze veranderbaar is.
4. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de werpafstand (W, W') van de meststof deeltjes naar achter belangrijk kleiner is 30 dan de werpafstand (W, W') van de meststofdeeltjes naar opzij, gerelateerd aan de effectieve strooibreedte (E).
5. Centrifugaalstrooier voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, voorzien van een frame, alsmede van een met instelbare en 8403183 Λ -14- afsluitbare uitlaatopeningen uitgerust voorraadreservoir, en waarbij de werpelementen zich onder het voorraadreservoir bevinden, met het kenmerk, dat ten minste drie werpelementen (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) onder het voorraadreservoir (2, 3, 11) zijn geplaatst, waarbij bij elk werp-5 element (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) behorende uitlaatopeningen (7, 15) onafhankelijk van de bij de andere werpelementen (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) behorende uitlaatopeningen {7, 15) afsluitbaar zijn.
6. Centrifugaal strooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat tenminste vier werpelementen (1, 4, 19, 20) onder de uitlaatopeningen 10 (7, 15) van het voorraadreservoir (2, 3, 11) zijn aangebracht.
7. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de werpelementen (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) dwars op de rijrichting van de centrifugaalstrooier naast elkaar zijn geplaatst en de werpafstand (W) van de door de binnenste werpelementen (1, 19, 33, 41) weggeslingerde 15 meststof deeltjes belangrijker kleiner is dan de werpafstand (W') van de door de buitenste werpelementen (4, 20, 34, 42) weggeslingerde meststof-deeltjes.
8» Centrifugaalstrooier volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de werpelementen (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) zoals op zichzelf bekende 20 wijze tegen andere werpelementen uitwisselbaar zijn.
9. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het voorraadreservoir (2, 3, 11) een aantal voorraadtrechters bezit, Waarvan overeenkomt met het..aantal-werpelementen. (1, 4, 19,. -20, 33, :34, 41, 42), iedere-voorraadtrechter (13) van instelbare en afsluitbare uitlaatope- 25 ningen (7, 15) is voorzien en onder iedere voorraadtrechter (13) een werpelement (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) is geplaatst.
10. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de voorraadtrechters (13) van het voorraadreservoir (2, 3 11) door dakvormige delen (12) ten opzichte van elkaar zijn gescheiden. .
11. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de uitlaatopeningen (7, 15) met behulp van afsluitelementen ('6, 16) afsluitbaar zijn en de bij de afzonderlijke werpelementen (1, 4, 19, 20, 33, 34, 41, 42) behorende uitlaatopeningen (7, 15) door middel van afsluitelementen (6, 16) onafhankelijk van elkaar afsluitbaar zijn.
12. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de afsluitelementen (6, 16) door afstandsbediening activeerbaar zijn. 840 3 1 8 3 tl - IS -
13. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de ten opzichte van de horizontaal (27) gemeten werphoek (a) van de door de buitenste werpelementen (4, 20, 34, 42) weggeslingerde meststof deeltjes groter is dan de ten opzichte van de horizontaal (27) gemeten 5 werphoek (a') van de, door de binnenste werpelementen (1, 19, 33, 41) weggeslingerde meststof deeltjes.
14. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de buitenste werpelementen (4, 20, 34, 42) in hoogterichting ten opzichte van de.binnenste werpelementen (1, 19, 33, 41) versprongen zijn aange- 10 bracht.
15. Centrifugaakstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de buitenste werpelementen (28) middels een V-riem (23) door de binnenste werpelementen (19) aandrijfbaar zijn.
16. Centrifugaalstrooier volgens conclusies 5 en 9, met het kenmerk, 15 dat de roeras (17) horizontaal, dwars op de rijrichting verloopt, door alle voorraadtrechters (13) heen.
17. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de werpelementen (1, 4, 19,-20, 33, 34) bestaan uit, om verticale assen, aangedreven centrifugaalschijven (1, 4, 19, 20, 33, 34) op de .centrifu- 20 gaalschijf (1, 4, 19, 20, 33, 34) werpschoepen (21) zijn aangebracht.
18. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de werpelementen (41, 42) bestaan uit om verticale assen, heen en weer beweegbare verdeelslurven (41, 42).
19. Centrifugaalstrooier volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de 25 buitenste delen (21) van de buitenste werpelementen (4, 20, 34) in de bedrijfsstand een onderlinge afstand (A) van maximaal 3 m bezitten. 8403183
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3337762A DE3337762C2 (de) | 1983-10-18 | 1983-10-18 | Schleuderstreuer |
DE3337762 | 1983-10-18 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8403183A true NL8403183A (nl) | 1985-05-17 |
Family
ID=6212081
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8403183A NL8403183A (nl) | 1983-10-18 | 1984-10-18 | Werkwijze voor het strooien van meststoffen. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
DE (1) | DE3337762C2 (nl) |
FR (1) | FR2553251B1 (nl) |
GB (1) | GB2150403B (nl) |
NL (1) | NL8403183A (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB2163032B (en) * | 1984-08-17 | 1988-02-17 | Lely Nv C Van Der | A spreader |
DE3533585A1 (de) * | 1985-09-20 | 1987-04-02 | Amazonen Werke Dreyer H | Dreipunktanbaumaschine zum ausbringen von koernigem material |
DE3533586A1 (de) * | 1985-09-20 | 1987-04-02 | Amazonen Werke Dreyer H | Maschine zum ausbringen von koernigem material |
DE3608935A1 (de) * | 1986-03-18 | 1987-09-24 | Amazonen Werke Dreyer H | Schleuderstreuer |
DE3617302A1 (de) | 1986-05-23 | 1987-11-26 | Amazonen Werke Dreyer H | Schleuderstreuer mit vorratsbehaelter |
DE3634096A1 (de) * | 1986-10-07 | 1988-04-14 | Amazonen Werke Dreyer H | Schleuderduengerstreuer |
DE3911584A1 (de) * | 1989-04-08 | 1990-10-11 | Amazonen Werke Dreyer H | Schleuderduengerstreuer |
DK1031268T3 (da) | 1999-02-26 | 2002-11-25 | Amazonen Werke Dreyer H | Centrifugalgødningsspreder |
EP3646693B1 (en) * | 2017-06-28 | 2024-04-24 | Kubota Corporation | Scattering device |
Family Cites Families (21)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1629248A (en) * | 1925-12-31 | 1927-05-17 | Universal Broadcaster Mfg Co | Broadcast distributing machine |
GB696948A (en) * | 1950-02-23 | 1953-09-09 | Edward Sant | Improvements in artificial manure distributors |
GB691662A (en) * | 1950-12-19 | 1953-05-20 | Gyro Skive Jernstoberi & Maski | Improvements in machines for the spreading of artificial fertilizer, insecticides orthe like finely divided material |
GB733935A (en) * | 1952-11-17 | 1955-07-20 | William Edmund Lea | Improvements in or relating to mechanical spreaders and distributors |
GB764549A (en) * | 1954-12-07 | 1956-12-28 | Barteld Pieter Allersma | A vehicle provided with a powder distributing device |
GB872604A (en) * | 1956-11-09 | 1961-07-12 | Lely Nv C Van Der | Improvements in or relating to devices for spreading granular or powdery material over a surface |
DE1258648B (de) * | 1964-04-27 | 1968-01-11 | Amazonen Werke Dreyer H | Zentrifugalstreuer, insbesondere zum Ausstreuen von Mineralduengemitteln |
FR1440385A (fr) * | 1965-07-07 | 1966-05-27 | Amazonen Werke H Dreyer Fa | Procédé d'épandage uniforme en surface au moyen d'épandeurs centrifuges équipés d'au moins deux organes d'épandage |
DE1994525U (de) * | 1966-06-14 | 1968-09-26 | Amazonen Werke Dreyer H | Maschine zum transport und ausbringen von material, insbesondere mineralduenger. |
NL6900783A (nl) * | 1969-01-17 | 1970-07-21 | ||
NL7405556A (nl) * | 1974-04-25 | 1975-10-28 | Lely Nv C Van Der | Inrichting voor het verspreiden van materiaal. |
DE2444087A1 (de) * | 1974-09-14 | 1976-03-25 | Ernst Weichel | Streuwagen |
NL7416559A (nl) * | 1974-12-19 | 1976-06-22 | Lely Nv C Van Der | Inrichting voor het verspreiden van korrel- of poedervormig materiaal. |
NL7503609A (nl) * | 1975-03-26 | 1976-09-28 | Lely Nv C Van Der | Inrichting voor het verspreiden van korrelig- - en/of poedervormig materiaal. |
NL7600408A (nl) * | 1976-01-16 | 1977-07-19 | Lely Nv C Van Der | Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. |
DE2652740A1 (de) * | 1976-11-19 | 1977-12-08 | Ernst Weichel | Streuvorrichtung an streuwagen |
DE2805879A1 (de) * | 1978-02-13 | 1979-08-16 | Amazonen Werke Dreyer H | Verfahren fuer den einsatz von schleuderstreuern |
DE2818227A1 (de) * | 1978-04-26 | 1979-11-08 | Amazonen Werke Dreyer H | Zentrifugalstreuer, insbesondere fuer duengemittel |
GB1600407A (en) * | 1978-05-30 | 1981-10-14 | Teagle W T | Machines for broadcasting seed fertilizer and other granular or powdered materials |
DE2835011C2 (de) * | 1978-08-10 | 1980-10-02 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Schleuderstreuer, insbesondere für gekörnte Düngemittel |
DE3049070C1 (de) * | 1980-12-24 | 1982-06-16 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Schleuderstreuer,insbesondere zur Ausbringung von Duengemitteln |
-
1983
- 1983-10-18 DE DE3337762A patent/DE3337762C2/de not_active Expired
-
1984
- 1984-10-03 GB GB08425001A patent/GB2150403B/en not_active Expired
- 1984-10-15 FR FR8415752A patent/FR2553251B1/fr not_active Expired
- 1984-10-18 NL NL8403183A patent/NL8403183A/nl active Search and Examination
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2553251A1 (fr) | 1985-04-19 |
GB2150403B (en) | 1986-09-24 |
FR2553251B1 (fr) | 1987-03-20 |
DE3337762C2 (de) | 1987-01-02 |
GB2150403A (en) | 1985-07-03 |
DE3337762A1 (de) | 1985-04-25 |
GB8425001D0 (en) | 1984-11-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
DK172501B1 (da) | Fremgangsmåde og apparat til spredning af materiale på en flade | |
US4351481A (en) | Centrifugal spreader, especially for granulated fertilizers | |
US4609153A (en) | Device for spreading granular and/or powdery material | |
US4836456A (en) | Agricultural spreader having multiple distribution members broadcasting material simultaneously to generally the same area | |
NL8403183A (nl) | Werkwijze voor het strooien van meststoffen. | |
US20190223373A1 (en) | Spinner for a particulate material spreader | |
NL8103896A (nl) | Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. | |
US5004163A (en) | Devices for spreading granular and/or powdery material | |
DK157383B (da) | Fremgangsmaade ved spredning af materiale og centrifugalspreder til udoevelse af fremgangsmaaden | |
US3017189A (en) | Power-driven spreader apparatus for fertilizer or the like | |
US3633796A (en) | Apparatus for spreading or sowing granular or pulverulent material | |
EP0176117B1 (en) | Device for spreading granular and/or powdery material | |
NL8304183A (nl) | Inrichting voor het over een oppervlak verspreiden van materiaal. | |
NL193302C (nl) | Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. | |
US1522074A (en) | Agricultural machine | |
NL1005981C2 (nl) | Inrichting voor het verspreiden van poeder- en/of korrelvormig materiaal. | |
NL8402526A (nl) | Landbouwmachine voor het verspreiden van materiaal. | |
NL8402525A (nl) | Landbouwmachine voor het verspreiden van materiaal. | |
RU192360U1 (ru) | Разбрасыватель сухих неорганических смесей | |
US200490A (en) | Improvement in fertilizer - distributers | |
GB1604851A (en) | Powder or granular materials spreaders | |
NL9200063A (nl) | Inrichting voor het verspreiden van materiaal. | |
DK173935B1 (da) | En spreder til spredning af materiale på en overflade | |
NL8500759A (nl) | Inrichting voor het verspreiden van korrelen/of poedervormig materiaal. | |
DE2719069B2 (de) | Verteil- und Streuvorrichtung für fließfähige Güter |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BN | A decision not to publish the application has become irrevocable |