NL8101365A - Sailboard jib comprising single bar - is curved to match sail bellying and with swivel joint to mast - Google Patents
Sailboard jib comprising single bar - is curved to match sail bellying and with swivel joint to mast Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101365A NL8101365A NL8101365A NL8101365A NL8101365A NL 8101365 A NL8101365 A NL 8101365A NL 8101365 A NL8101365 A NL 8101365A NL 8101365 A NL8101365 A NL 8101365A NL 8101365 A NL8101365 A NL 8101365A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- boom
- mast
- sail
- sailboard
- connection
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63H—MARINE PROPULSION OR STEERING
- B63H8/00—Sail or rigging arrangements specially adapted for water sports boards, e.g. for windsurfing or kitesurfing
- B63H8/20—Rigging arrangements involving masts, e.g. for windsurfing
- B63H8/21—Wishbones
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Wind Motors (AREA)
Abstract
Description
* * ** * *
Tuigage voor een zeilplank.Rigging for a sailboard.
De uitvinding heeft betrekking op een giek voor een zeilplank.The invention relates to a boom for a sailboard.
Het is bekend om door trimmen van het zeil de boiling in het zeil te regelen en daarmee het zeil aan 5 te passen aan de heersende windsterkte en de relatieve windrichting ten opzichte van het zeil. Voor een zeil in standaarduitvoering en geschikt voor windkracht 3 h 4 bij ruime koersen bedraagt de boiling 1 : 7 h 8. Neemt de wind toe, dan dient de uithaler en de neer-10 haler te worden aangehaald, waardoor de mast verder naar achteren wordt gekromd en de boiling in het zeil vlak wordt getrokken. Bij een constante wind is het trimmen van het zeil alvorens de zeilplank te 'water te laten, nog wel op het land uit te voeren.It is known to control the boiling in the sail by trimming the sail and thereby adapt the sail to the prevailing wind strength and the relative wind direction relative to the sail. For a sail in standard version and suitable for wind force 3 h 4 at ample courses, the boiling is 1: 7 h 8. If the wind increases, the eviscerator and the down-10 haler must be tightened, so that the mast is further back curved and the boiling in the sail is pulled flat. In a constant wind, trimming the sail before launching the sailboard can still be done on land.
15 Bij een windstoot op het water zal de giek meer worden gekromd, waardoor de boiling in het zeil ongewild zal toenemen, hetgeen juist het tegenovergestelde is van wat beoogd wordt, namelijk het vlak trimmen van het zeil bij harde wind, waarmede het eerste na-20 deel van het gebruikelijke type giek is aangegeven.15 With a gust of wind on the water, the boom will be more curved, which will inadvertently increase the boiling in the sail, which is the exact opposite of what is intended, namely the flat trimming of the sail in strong winds, with which the first Part of the conventional boom type is shown.
Tevens zou bij een sterk wisselende windkracht het trimmen van het zeil doorlopend op het water moeten gebeuren, hetgeen nagenoeg onmogelijk is, en dus als een tweede nadeel van het bekende type giek moet 25 worden aangemerkt. De uitvinding beoogt de bovenomschreven nadelen op te lossen.Also, with a strongly varying wind force, the trimming of the sail should be carried out continuously on the water, which is virtually impossible, and should therefore be regarded as a second drawback of the known type of boom. The object of the invention is to solve the above-described drawbacks.
Overeenkomstig de uitvinding omvat de giek voor een zeilplank een enkelvoudig, stangvormig element met een aan de boiling van het te gebruiken zeil aan-30 gepaste kromming, en is de giek voorzien van een roteerbaar koppelingsorgaan ter verkrijging van de mast-giekverbinding. Met een dergelijke mast-giekverbinding is het mogelijk de giek een halve rotatie om zijn . door de uiteinden bepaalde lengteas te laten uitvoe- 8101365 2.In accordance with the invention, the sailboard boom comprises a single rod-shaped member with a curvature adapted to the boiling of the sail to be used, and the boom includes a rotatable coupling member to provide the mast-boom connection. With such a mast-boom connection, it is possible for the boom to be half a rotation around. having the ends determined by a longitudinal axis 8101365 2.
* * ren, hetgeen nodig is hij het over de andere boeg gaan varen.* * run, what is necessary he has to go the other way.
Voor het laten afvloeien van de overtollige wind dienen de giek en het zeil zoveel mogelijk een een-5 heid te zijn ten aanzien van hun beweging. Hiertoe zijn opsluitmiddelen op het zeil voor de opname van de giek aangebracht, waardoor de vrije speelruimte van het zeil aan banden is gelegd.For any excess wind to flow off, the boom and sail should be as unified as possible in their motion. To this end, retaining means are provided on the sail for receiving the boom, whereby the free play space of the sail is restricted.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van deze opsluit-10 middelen wordt verkregen door ter plaatse van de giek een extra baan of reep. doek in zijn lengte op het zeil te bevestigen, waardoor een zogenaamde giekhoes voor opname van de giek wordt verkregen. De breedte van de giekhoes dient zodanig te zijn, dat de kromme 15 giek gemakkelijk in de giekhoes kan worden geschoven en dat bij het brengen van het zeil over de andere boeg, de giek in de giekhoes een halve rotatie om zijn lengteas kan uitvoeren.A preferred embodiment of these retaining means is obtained by an extra track or bar at the location of the boom. length of the fabric to the sail, creating what is known as a boom cover for picking up the boom. The width of the boom cover should be such that the curved boom can easily be slid into the boom cover and that when the sail is brought over the other bow, the boom in the boom cover can perform a half rotation about its longitudinal axis.
Om de giek met de handen te kunnen bedienen zijn 20 in het zeil zowel nabij de mast-giekverbinding, als-wel op een zekere afstand naar achteren uitsparingen aan beide zijden in de giekhoes aangebracht, waardoor twee, op de giek vast aangebrachte, voor de handen bestemde aangrijporganen heensteken. Teneinde de 25 grootte van de meer naar achteren gelegen uitsparing in het zeil zo klein mogelijk te houden, dient als lengte van het aldaar aanwezige aangrijporgaan de uitslag van de giek aldaar ten opzichte van diens · rotatieas te worden aangehouden. De lengte van het, 30 bij de mast-giekverbinding aanwezige aangrijporgaan dient bij voorkeur zodanig te zijn, dat de verbindingslijn tussen de beide uiteinden van de aangrijporganen ten naaste bij loodrecht staat op de door de wind op het zeil werkzame voortbewegingskracht; 35 Slechts dan is het mogelijk met beide armen in de- 8101365 * Η 3.In order to be able to operate the boom with the hands, recesses are provided in the sail both in the sail near the mast-boom connection, as well as at a certain distance to the rear, in the boom cover, so that two, fixed on the boom, for the boom sticking out designated engaging hands. In order to keep the size of the recess in the sail located more to the rear as small as possible, the projection of the boom there relative to its axis of rotation should be used as the length of the engaging member present therein. The length of the engaging member present at the mast-boom connection should preferably be such that the connecting line between the two ends of the engaging members is substantially perpendicular to the propulsion force acting on the sail by the wind; 35 Only then is it possible with both arms in the 8101365 * Η 3.
zelfde houding te surfen, waardoor er minder sprake is van vermoeidheidsverschijnselen; dit in tegenstelling bij het surfen met een traditionale dubbelgiek, waarbij de achterste arm meer gebogen is dan de voor-5 ste arm, of waarbij de giek in de armholte of onder de oksel wordt geklemd.to surf the same posture, which reduces fatigue; this in contrast to surfing with a traditional double boom, where the rear arm is more bent than the front-5 arm, or where the boom is clamped in the arm cavity or under the armpit.
Een bijzonder type mast-giekverbinding wordt nog verkregen bij gebruikmaking van een bijzonder type mast, waardoor deze mast evenals de giek de eigenschap 10 bezit om bij een harde wind de luchtstroom gemakkelijker te laten afvloeien, waardoor de dwarsdruk op het zeil afneemt. Dit bijzondere type mast bezit in niet-opgetuigde toestand, een voorwaarts gerichte kromming.A special type of mast-boom connection is still obtained when using a special type of mast, as a result of which this mast, like the boom, has the property of allowing the air flow to flow more easily in a strong wind, so that the cross pressure on the sail decreases. In the non-rigged state, this particular type of mast has a forward-facing curvature.
Nadat de mast in de masthoes van het zeil, en de giek 15 in de giekhoes van het zeil zijn geschoven, en de mast-giekverbinding is aangebracht, wordt de mast door het aanhalen van de uithaler en de neerhaler naar achteren gebogen. Laat men de mast daarbij een rotatie over een zekere hoek (ca 60°) om zijn lengteas uitvoeren, dan 20 zal deze zijwaarts worden afgebogen, en daardoor zijn oorspronkelijke kromming ten dele weer terugkrijgen. Verdraait daarbij de voorzijde van de mast naar loefziji? de, dan zal ook de afbuiging van de mast naar loefzijde plaatsvinden, waarbij een sterke boiling in het zeil 25 zal optreden. Heeft de plahkzeiler veel last van een te sterke wind, dan kan hij de mast terugdraaien en deze laten doordraaien in andere richting, waardoor de mast naar lijzijde afbuigt en de boiling in het zeil vooral aan de bovenzijde grotendeels verdwijnt.After the mast has been slid into the mast cover of the sail, and the boom 15 into the boom cover of the sail, and the mast-boom connection has been made, the mast is bent backwards by tightening the eviscerator and the demolisher. If the mast is thereby made to rotate through a certain angle (about 60 °) about its longitudinal axis, it will be deflected sideways, and thereby partly regain its original curvature. Does the front of the mast rotate to windward side? then the deflection of the mast will also take place to windward side, whereby a strong boiling in the sail 25 will occur. If the cruising sailor suffers a lot from too strong wind, he can turn the mast back and let it turn in the other direction, so that the mast bends to the leeward side and the boiling in the sail, especially at the top, largely disappears.
30 De luchtstroom zal nu gemakkelijker kunnen afvloeien; hetgeen de handteerbaarheid van de zeilplank bij harde *ind ten goede komt. Het is dan ook bij gebruik van een dergelijk type mast mogelijk te volstaan met één zeil, -waarmee men zowel bij matige wind alswel bij 35 krachtige wind varen.kan.30 The airflow will now be able to flow more easily; which improves the manageability of the sailboard in hard * ind. When using such a type of mast it is therefore possible to suffice with one sail, with which one can sail both in moderate wind and in strong wind.
8101365 • * 4.8101365 • * 4.
De rotatie van de mast houdt tevens in een rotatie van de mast ten opzichte van de mast-giekverbin-ding. Derhalve dient bij gebruikmaking van een overeenkomstig de uitvinding uitgevoerde giek de mast-5 giekverbinding zowel een roteerbare koppeling voor het aankoppelen van de giek alswel een ringvormig orgaan met een inwendige rotatiemogelijkheid voor de daarin op te nemen mast te bezitten. Het ringvormig orgaan dient te zijn voorzien van een aan de onderzijde aange-10 brachte sleufvormige opening met een tweetal in tegenovergestelde richting over het ringvlak verlopende sleufvormige uitlopers ten behoeve van de opname van een op de voorzijde van de mast aangebracht stuitorgaan. De door de sleufvormige uitlopers opgespannen cirkel-15 boog bepaalt de draaiingsslag van de mast binnen het ringvormig orgaan.The rotation of the mast also implies a rotation of the mast relative to the mast-boom connection. Thus, when using a boom constructed in accordance with the invention, the mast-boom joint should have both a rotary coupling for coupling the boom and an annular member with an internal rotation capability for the mast to be received therein. The annular member must be provided with a slot-shaped opening arranged at the bottom with two slot-shaped projections running opposite the annular surface for the purpose of receiving a stopper arranged on the front of the mast. The arc of the circle spanned by the slotted spurs determines the rotation of the mast within the annular member.
Het is evenwel mogelijk.dit type mast ook bij de bekende uitvoeringen van de giek toe te passen; er dient dan wel een aanpassing van de mast-giekverbin-20 ding plaats te vinden.However, it is possible to use this type of mast also in the known versions of the boom; an adjustment of the mast-boom connection must then be made.
De uitvinding zal nu nader aan de hand van de bijgaande figuren worden uiteengezet, waarvan:The invention will now be explained in more detail with reference to the accompanying figures, of which:
Fig. 1 een uitvoeringsvoorbeeld van een zeilplank met een giek overeenkomstig de uitvinding weer— 25 geeft;Fig. 1 shows an exemplary embodiment of a sailboard with a boom according to the invention;
Fig. 2 een uitvoeringsvoorbeeld toont van een zeilplank met giek én zeil overeenkomstig de uitvinding;Fig. 2 shows an exemplary embodiment of a sailboard with boom and sail according to the invention;
Fig. 3 een uitvoeringsvoorbeeld van een mast-30 giekverbinding overeenkomstig de uitvinding weergeeft;Fig. 3 shows an exemplary embodiment of a mast-boom connection according to the invention;
Fig. 4 een uitvoeringsvoorbeeld toont van een deel van de mast overeenkomstig de uitvinding; enFig. 4 shows an exemplary embodiment of a part of the mast according to the invention; and
Fig. 5 een uitvoeringsvoorbeeld van een zeilplank weergeeft, dat in gebruik is door een plankzei-35 Ier.Fig. 5 shows an exemplary embodiment of a sailboard in use by a plank sailor.
8101365 'j * 5.8101365 'j * 5.
In Pig, 1 is een zeilplank weergegeven, waarvan de plank of board door verwijzingscijfer 1 is aangeduid. Het tuigage van de zeilplank is voorzien van een giek 2, welke in tegenstelling tot de bekende uitvoe-5 ringsvormen ervan slechts een enkelvoudig stangvormig element omvat, dat dubbel gebogen is uitgevoerd, en dat daarmee is aangepast aan de ter plaatse geldende boiling van een zeil 3, waarvoor bij voorkeur een zeil in standaarduitvoering kan worden gebruikt; een derge-10 lijk zeil is bij een zeilplank met een bekend type giek en mast geschikt om te worden gebruikt bij windkracht 3 a 4 voor ruime zeilkoersen.Pig, 1 shows a sailing board, the board or board of which is indicated by reference numeral 1. The rigging of the sailboard is provided with a boom 2, which, in contrast to its known embodiments, comprises only a single rod-shaped element, which is double-bent, and is thus adapted to the locally applicable boiling of a sail 3, for which a tarpaulin in standard version can preferably be used; such a sail is suitable for a sailboard with a known type of boom and mast to be used at wind force 3 to 4 for large sailing courses.
Het vrije uiteinde 4 van de giek 2 is zodanig teruggebogen dat een door dit uiteinde 4 aan te bren-15 gen, in onderbroken vorm weergegeven lijn 5 tevens gaat door het verbindingsorgaan 6 van mast 7 en giek 2.The free end 4 of the boom 2 is bent back such that a line 5 to be provided by this end 4, shown in broken form, also passes through the connecting member 6 of mast 7 and boom 2.
Dit verbindingsorgaan 6, ook wel mast-giekverbindlng genaamd, omvat een roteerbaar koppelingsorgaan ter verkrijging van een rotatiemogelijkheid van de giek 2 20 ten opzichte van de mast 7. Met een dergelijk koppe-lingsorgaan zal men bij het over een andere boeg gaan varen zoals in geval van gijpen en overstag gaan, de giek 2 een halve rotatie om de lijn 5 laten uitvoeren, waarna de giek 2 weer een met de boiling van het zeil 25 3 overeenkomende stand zal aannemen. Het is daarbij wel genenst, dat het zeil 3 eveneens naar de andere boeg meegaat, en de boiling van het zeil 3 zich volledig richt naar de stand en de rotatietoestand van de giek 2. Hiertoe is, als weergegeven is in Pig. 2, het 30 zeil 3 voorzien van opsluitmiddelen 8 voor de opname van giek 2, waarmede een koppeling van de beweging van het zeil 3 aan die van de giek 2 wordt verkregen.This connecting member 6, also called mast-boom connection, comprises a rotatable coupling member for obtaining a possibility of rotation of the boom 2 relative to the mast 7. With such a coupling member one will start to sail in a different bow as in in case of jibing and tacking, let the boom 2 perform a half rotation around the line 5, after which the boom 2 will assume a position corresponding to the boiling of the sail 25 3 again. It is however a good thing that the sail 3 also goes along to the other bow, and the boiling of the sail 3 is completely oriented towards the position and the rotational state of the boom 2. For this purpose, as shown in Pig. 2, the sail 3 provided with retaining means 8 for receiving boom 2, with which a coupling of the movement of the sail 3 to that of the boom 2 is obtained.
De opsluitmiddelen 8 dienen een zodanige omvang te bezitten, dat de kromme giek 3 zonder problemen in 35 deze middelen 8 kan worden aangebracht, en dat deze 8101 365 β.The retaining means 8 should be of such a size that the curved boom 3 can be fitted without problems in these means 8, and that these 8101 365 β.
daarin bij het over de andere boeg gaan varen een halve rotatie kan uitvoeren. Een mogelijke uitvoeringsvorm van deze opsluitmiddelen 8 wordt verkregen door ter plaatse van de giek 2 een extra baan zeildoek 5 op het zeil 3 aan te brengen, waarmede een hoes voor de giek 2 wordt verkregen. In plaats van een extra baan over de hele breedte van het zeil 3 is het mogelijk op diverse plaatsen achter elkaar smalle repen doek op het zeil 3 aan te brengen». Zowel bij de mast-10 giekverbinding 6 alswel bij de schoothoek van zeil 3 steekt de giek 2 door de zeilhoes 8 naar buitenj de aan de schoothoek van het zeil 3 te bevestigen uit-haler 9 kan daardoor aan het vrije uiteinde van de giek 2 worden vastgezet middels de daartoe op het 15 uiteinde 4 van de giek 2 aangebrachte bevestigingsmiddelen zoals klamp, lijoog e.d.it can perform half a rotation when going over the other bow. A possible embodiment of these locking means 8 is obtained by arranging an extra web of tarpaulin 5 on the sail 3 at the location of the boom 2, with which a cover for the boom 2 is obtained. Instead of an extra track over the entire width of the sail 3, it is possible to apply narrow strips of cloth to the sail 3 at various locations in succession ». Both at the mast-10 boom connection 6 and at the clew of sail 3 the boom 2 protrudes through the sail cover 8 to the outside of the eviscerator 9 to be attached to the clew of the sail 3, so it can be attached to the free end of the boom 2 secured by means of fasteners, such as clamp, glue eye, etc., mounted on the end 4 of the boom 2 for this purpose
Voorts is, zoals in Fig. 1 en 2 is weergegeven, de giek zowel ter plaatse van het verbindingsorgaan 6 alswel op een zekere afstand ervan naar achteren, 20 voorzien van aangrijporganen 10 en 11 voor de bediening van het zeil 3 met de handen teneinde de zeilplank in de gewenste richting te brengen. Het geniet daarbij de voorkeur het ter plaatse van het verbindingsorgaan 6 aanwezige aangrijporgaan 10 als een 25 verlengstuk van de giek 2 uit te voeren. Daarbij is het voordeel het eerste aangrijporgaan 10 een zodanige lengte te geven, dat de in onderbroken vorm in Fig. 1 weergegeven lijn 12 tussen de uiteinden van de aangrijporganen 10 en 11 ten naaste bij lood-3° recht staat op de relatieve winddruk op het zeil 3; de plankzeiler staat dan op de zeilplank met beide armen in dezelfde buigingstoestand, waardoor de plankzeiler minder vermoeid raakt dan bij het gebruik van de bekende giek, waarbij hij zijn zeilhand veel 35 meer gebogen moet houden. De hiervoor geldende nood- 81 01365 7.Furthermore, as shown in FIG. 1 and 2, the boom is provided both at the location of the connecting member 6 and at a certain distance backwards from it, provided with engaging members 10 and 11 for operating the sail 3 with the hands in order to bring the sailboard in the desired direction. . It is preferred to design the engaging member 10 present at the connection member 6 as an extension of the boom 2. The advantage here is to give the first engaging member 10 such a length that the interrupted shape in FIG. 1 shows a line 12 between the ends of the engaging members 10 and 11, at an angle approximately 3 ° to the relative wind pressure on the sail 3; the plank sailor is then on the sailboard with both arms in the same bending condition, so that the plank sailor becomes less tired than when using the known boom, whereby he has to keep his sailing hand much more bent. The applicable emergency 81 01365 7.
J ψ oplossing, het in de armholte of onder de oksel klemmen van de giek, behoeft dan niet langer te worden toegepast.The solution, clamping the boom in the arm cavity or under the armpit, no longer needs to be used.
Daar deze aangrijporganen 10 en 11 met de giek 5 2 meeroteren bij het over een andere boeg varen, is het zeil 3 ter hoogte van het aangrijporgaan 11 aan beide zijden van de giekhoes 8 voorzien van een uitsparing 13, waardoor dit aangrijporgaan 11 naar buiten kan worden gestoken. Een noodzakelijke voorwaarde 10 daarbij is wel dat dit aangrijporgaan 11 in lengte zich niet verder uitstrekt dan genoemde lijn 5. Teneinde het voorste aangrijporgaan 10 te kunnen laten roteren, is het nodig de masthoes 14 van het zeil 3 ter hoogte van de mast-giekverbinding 6 te onderbreken 15 en tevens nog een uitsparing 15 in het zeil 3 op te nemen.Since these engaging members 10 and 11 rotate with the boom 5 2 when sailing over a different bow, the sail 3 is provided with a recess 13 at the height of the engaging member 11 on both sides of the boom cover 8, so that this engaging member 11 can go out be stabbed. A necessary condition for this is that this gripping member 11 does not extend further in length than said line 5. In order to be able to rotate the front gripping member 10, it is necessary to have the mast cover 14 of the sail 3 at the level of the mast-boom connection 6. 15 and also to include a recess 15 in the sail 3.
Daar de giek 2 slechts één enkel stangvormig element omvat, is het van voordeel de giek met een naar het vrije uiteinde van de giek 2 toenemende buigzaam-20 heid mee te geven: in het geval van een harde wind of windvlaag zal het achterste deel 4 enigszins naar lij afbuigen, waardoor de boiling van het zeil 3 minder wordt en de wind gemakkelijker langs het wat vlakker gerichte zeil wegvloeit, hetgeen de stabili-25 teit van het vaartuig zeer ten goede komt. De boiling van het zeil 3 is bij een harde wind of windvlaag voorts nog te verkleinen wanneer de plankzeiler zich snel door de knieen laat zakken, waarbij het aangrijp-orgaan 11 omlaag worden gedraaid en daardoor het ge-30 bogen middengedeelte van de giek 2 omhoog komt. Het zeil 3 zal daarbij enigszins een afvlakkende vorm aannemen, hetgeen eveneens een gunstige uitwerking heeft op de stabiliteit van het vaartuig bij harde wind of een windvlaag. Tevens wordt daarmede het 35 zwaartepunt van de combinatie verlaagd, hetgeen 8101363 8.Since the boom 2 comprises only a single rod-shaped element, it is advantageous to provide the boom with a flexibility increasing towards the free end of the boom 2: in the event of a strong wind or gust, the rear part 4 bend slightly towards the lee, as a result of which the boiling of the sail 3 is reduced and the wind flows more easily along the somewhat flatterly directed sail, which greatly improves the stability of the vessel. Furthermore, the boiling of the sail 3 can be reduced in case of a strong wind or gust when the plank sailer is quickly lowered by the knees, whereby the gripping member 11 is turned downwards and thereby the curved center section of the boom 2 upwards coming. The sail 3 will thereby take on a somewhat flattened shape, which also has a favorable effect on the stability of the vessel in strong winds or a gust of wind. Also, the center of gravity of the combination is hereby lowered, which is 8101363 8.
eveneens de stabiliteit van het vaartuig ten goede komt,also improves the stability of the vessel,
Voorts is het van voordeel gebruik te maken van een naar voren overhellende mast 7, welke in Fig.Furthermore, it is advantageous to use a forwardly inclined mast 7, which in FIG.
5 2 ih een naar voren overhellende positie met verwij- zingscijfer 16 is weergegeven. Door de op de halshoek werkende neerhaler 17 en de op de schoothoek werkzame uithaler 9 aan te halen, zal de mast 7 naar achteren ‘ worden gebogen. Laat men nu de mast 7 daarbij een 10 rotatie over een zekere hoek (ca 60°) om zijn lengteas uitvoeren, dan zal deze zijwaarts worden afgebogen, en daardoor zijn oorspronkelijke kromming ten dele • weer terugkrijgen. Verdraait daarbij de voorzijde van de mast 7 naar loefzijde, dan zal ook de afbuiging 15 van de mast 7 naar loefzijde plaatsvinden, waarbij een., sterke boiling in het zeil 3 zal optreden. Heeft de ;<v-. plankzeiler veel last van een sterke wind,dan kan hij de mast 7 terugdraaien, en deze laten doordraaien in andere richting, waardoor de mast 7 naar lijzijde 20 afbuigt en de boiling in het zeil 3 vooral aan de bovenzijde grotendeels verdwijnt. Daardoor kan de wind gemakkelijker langs het afgebogen deel van het zeil 3 wegkomen, hetgeen bij een harde wind de stabiliteit van het vaartuig ten goede komt. Een mogelijk bedie— 25 ningsmechanisme voor het roteren van de mast 7 om zijn lengteas wordt middels een bijzonder type mast-giekverbinding 6 verkregen, welke behalve een roteerbaar koppelingsorgaan tevens een om de mast 7 passende ringvormige band 18 (zie Fig. 3) omvat, welke aan 30 de benedenzijde is voorzien van een sleufvormige uitsparing of insnijding 19 niet twee tegengesteld gerichte uitlopers 20.In a forward tilted position, reference numeral 16 is shown. By tightening the neck hauler 17 acting on the neck angle and the clew corner 9 acting on the clew, the mast 7 will be bent backwards. If the mast 7 is now made to rotate through a certain angle (about 60 °) about its longitudinal axis, it will be deflected sideways, and thereby partly regain its original curvature. If the front of the mast 7 rotates to windward side, the deflection of mast 7 will also take place to windward side, whereby a strong boiling in sail 3 will occur. Has the; <v-. If the plank sailor is bothered by a strong wind, he can turn the mast 7 back and let it rotate in the other direction, so that the mast 7 bends to the leeward side 20 and the boiling in the sail 3 mainly disappears at the top. As a result, the wind can escape more easily along the deflected part of the sail 3, which improves the stability of the vessel in a strong wind. A possible operating mechanism for rotating the mast 7 about its longitudinal axis is obtained by means of a special type of mast-boom connection 6, which, in addition to a rotatable coupling member, also comprises an annular band 18 fitting around the mast 7 (see Fig. 3), which at the bottom side is provided with a slit-shaped recess or cut-out 19, not two oppositely extending shoots 20.
Ten behoeve van de samenwerking tussen mast 7 en de in Pig. 3 weergegeven mast-giekverbinding 6 35 is de mast 7 voorzien van een stuitorgaan 21 (zie Pig. 4), welke in de opening 19 van de ringvormige 8101365 ; > 9.For the purpose of cooperation between mast 7 and the in Pig. 3 mast-boom connection 6, the mast 7 is provided with a stop 21 (see Pig. 4), which is inserted in the opening 19 of the annular 8101365; > 9.
18 bij het optuigen van de zeilplank moet worden opgenomen· Het stuitorgaan 21 kan voorts nog een bedie-ningsorgaan 22 omvatten, zoals een knop of handvat van een bekend type, om de positie van de mast 7 ten 5 opzichte van de ringvormige band 18 met de giek 2 te wijzigen. Door dit bedieningsorgaan 22 binnen de uitlopers 20 naar lij te schuiven, zal de mast 7 meedraaien, waarbij een ombuiging van de mast 7 naar lij zal plaats vinden; de wind zal dan gemakkelijker langs 10 de zijwaarts afgebogen bovenzijde van het zeil 3 wegkomen, hetgeen de stabiliteit van het vaartuig ten goede komt,18 must be included when rigging the sailboard. The stop 21 may further comprise an actuator 22, such as a knob or handle of a known type, to adjust the position of the mast 7 relative to the annular band 18 with change boom 2. By sliding this operating member 22 to lee within the spurs 20, the mast 7 will rotate, whereby a bending of the mast 7 will take place to lee; the wind will then move more easily along the laterally deflected top side of the sail 3, which will improve the stability of the vessel,
De met voorwaartse kromming uitgevoerde mast 7 is evenzeer toepasbaar bij een bekend type giek met 15 twee gebogen stangvormige elementen· De mast-giekver-binding 6 vereist dan wel een aanpassing, hetgeen inhoudt, dat de mast-giekverbinding 6 een rotatiegelei-dingsmechanisme met rotatiebegrenzingsmiddelen omvat voor het onder een beperkte draaiingshoek (ca. 120°) 20 laten uitvoeren van een rotatiebeweging door de mast 7. Een mogelijke uitvoeringsvorm van genoemd rotatie- -geleidingsmechanisme wordt verkregen met een om de mast 7 aan te brengen ring- of bandvormig orgaan met aanhechtingsmiddelen aan de giek; rotatiebegrenzing 25 kan worden verkregen met de in Fig. 3 en 4 weergegeven hulpmiddelen, als ook met lijnverbindingen met een door een aanslag begrensde uitloop·The forward curvature mast 7 is equally applicable to a known type of boom with two curved rod-shaped elements · The mast-boom connection 6 requires or an adjustment, which means that the mast-boom connection 6 has a rotational guiding mechanism with rotational limiting means comprises for performing a rotational movement through the mast 7 at a limited angle of rotation (approx. 120 °). A possible embodiment of said rotation-guiding mechanism is obtained with an annular or band-shaped member to be arranged around the mast 7 with attachments to the boom; rotation limitation 25 can be obtained with the one shown in FIG. 3 and 4, as well as with line connections with a stop limited by a stop
Het probleemloos laten afvloeien van een overtollige hoeveelheid wind op het zeil als gevolg van een 30 spontane buiging van het vrije uiteinde van de giek naar lij alswel als gevolg van een geforceerde rotatiebeweging van de mast en de daarbij optredende buiging van de bovenzijde van het zeil naar lij, staan het voeren van een groter zeil toe zonder de daaraan 35 verbonden problemen, zoals die zich kunnen voordoen 8101365 10.Problem-free flow of excess wind on the sail as a result of a spontaneous bending of the free end of the boom to the ley as well as as a result of a forced rotation movement of the mast and the resulting bending of the top of the sail towards lij, allow the feeding of a larger sail without the associated problems such as may arise 8101365 10.
bij hei voeren van een dergelijk zeil met een bekend type mast en giek. Ter wille van de duidelijkheid is in het zeil 3 de in Fig.. 1 en 2 weergegeven zeilplank 1 het gebruikelijke doorkijkvenster achterwege gela-5 ten. Dit venster is met verwijzingscijfer 23 wel opgenomen in het zeil 3 van de in Fig. 5 weergegeven zeilplank 1, waarop een plankzeiler in actie is afge-beeld.when such a sail is carried with a known type of mast and boom. For the sake of clarity, the sailboard 1 shown in Figs. 1 and 2 has omitted the usual see-through window in the sail 3. With reference numeral 23, this window is included in sail 3 of the construction shown in FIG. 5 shows sailing board 1, on which a board sailor is depicted in action.
81013658101365
Claims (17)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101365A NL8101365A (en) | 1981-03-19 | 1981-03-19 | Sailboard jib comprising single bar - is curved to match sail bellying and with swivel joint to mast |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101365A NL8101365A (en) | 1981-03-19 | 1981-03-19 | Sailboard jib comprising single bar - is curved to match sail bellying and with swivel joint to mast |
NL8101365 | 1981-03-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101365A true NL8101365A (en) | 1982-10-18 |
Family
ID=19837196
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8101365A NL8101365A (en) | 1981-03-19 | 1981-03-19 | Sailboard jib comprising single bar - is curved to match sail bellying and with swivel joint to mast |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL8101365A (en) |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4660489A (en) * | 1983-05-30 | 1987-04-28 | Attey Graeme S | Sailboard booms |
US4785755A (en) * | 1986-11-24 | 1988-11-22 | Markison Robert E | Sail board handgrip |
FR2810632A1 (en) * | 2000-06-22 | 2001-12-28 | Regis Andre Paul Letort | Rigging grip handle for sailboard comprises mast protection in upper part under wishbone automatic handle and strap in lower part which surrounds mast and is fixed to handle |
GB2385040A (en) * | 2002-02-12 | 2003-08-13 | James Murray-Brown | Boom handhold for improved control of a widsurfer sail |
-
1981
- 1981-03-19 NL NL8101365A patent/NL8101365A/en not_active Application Discontinuation
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4660489A (en) * | 1983-05-30 | 1987-04-28 | Attey Graeme S | Sailboard booms |
US4785755A (en) * | 1986-11-24 | 1988-11-22 | Markison Robert E | Sail board handgrip |
FR2810632A1 (en) * | 2000-06-22 | 2001-12-28 | Regis Andre Paul Letort | Rigging grip handle for sailboard comprises mast protection in upper part under wishbone automatic handle and strap in lower part which surrounds mast and is fixed to handle |
GB2385040A (en) * | 2002-02-12 | 2003-08-13 | James Murray-Brown | Boom handhold for improved control of a widsurfer sail |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4418631A (en) | Apparatus for controlling a wind propelled sailing device | |
JPH08538B2 (en) | Flexible wing device | |
US20080223989A1 (en) | Force Balancing Kite Control System | |
US4473022A (en) | Sail construction | |
US4516873A (en) | Sailboard boom-to-mast connector | |
NL8101365A (en) | Sailboard jib comprising single bar - is curved to match sail bellying and with swivel joint to mast | |
KR880002480B1 (en) | Improvements in and relating to sail arrangements for boats and the like | |
US4630564A (en) | Boom control device for a sailboat boom | |
US5647782A (en) | Apparatus for forward facing boat rowing | |
US4453490A (en) | Oar rest for row boats | |
US4466372A (en) | Lateen rigged sailing board | |
US4122793A (en) | Mainsail and/or mizzensail furling device | |
US6042438A (en) | Ergonomic canoe paddle | |
WO1983000471A1 (en) | Sail system for sailboards, and boardsailing apparatus and method | |
US4788924A (en) | Sailing system | |
US4671199A (en) | Rig for a windsurfing board | |
US4697534A (en) | Fabricated spar adapter sailing rig | |
US4241684A (en) | Tiller steering lock | |
US5272996A (en) | Surfboard sail | |
EP0005343B1 (en) | A wind-propelled vehicle | |
US4261276A (en) | Sailing booms | |
US6769374B2 (en) | Apparatus and method for guiding and hoisting a sail | |
US5001999A (en) | Mast brace for a windsurfer | |
WO1983003805A1 (en) | Improved sail system for sailboards, and boardsailing apparatus and method | |
JPH01301489A (en) | Boom for navigation system |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |