NL8006795A - Werkwijze en inrichting voor het opnemen van gevouwen, gebonden of genaaide meerbladige produkten, in het bijzonder drukwerken. - Google Patents

Description

+r* * Λ VO 1281

Werkwijze en inrichting voor het openen van gevouwen,, gebonden of geh&aidemeerbladige produkten, in het bijzonder drukwerken.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze, resp. een inrichting voor het openen van gevouwen, gebonden of geraaide meerbladige produkten, in het bijzonder drukwerken, waarbij het te openen produkt met een open kant tegen en langs een vast 5 opgesteld, tussen de bladen bewegend scheidingsorgaan wordt bewogen.

Er zijn reeds'verscheidene openingsinrichtingen voor drukwerken bekend, waarbij door middel van een voorscheidingsorgaan de bladen in zekere mate van elkaar worden gescheiden, terwijl vervolgens in de daardoor gevormde ruimte een scheidingsorgaan wordt gebracht, 10 dat het volledig openen van het produkt bewerkstelligt. Bij een uitvoering van zulk een openingsinrichting, zoals bijv. is beschreven in het Duitse Offenlegungsschrift 2.kkjs336, is het voorscheidingsorgaan een drukelement, dat op het gevouwen produkt een dwars op de vlakke kanten gerichte drukkracht uitoefent. Dit veroorzaakt het uitbuigen 15 van een deel van de bladen. In de daarbij ontstane ruimte wordt het het produkt geheel openende scheidingsorgaan gebracht. Daar de werking van deze inrichting berust op het in het produkt aanwezig zijn van een door het vouwen bepaalde voorspanning, kunnen slechts bepaalde soorten produkten op deze wijze worden geopend. Bij de voorscheiding vormt 20 de ruimte zich bovendien tussen de aan weerszijden van de vouw gelegen bladen, zodat openen van het produkt op een ander punt niet zondermeer mogelijk is.

Bovendien heeft deze inrichting met alle ander? met voorscheiding en aansluitende eigenlijke scheiding werkende oplossingen 25 het nadeel gemeen van een dure constructie.

Het doel van de onderhavige uitvinding is nu een werkwijze, resp. een inrichting van de in de inleiding genoemde soort te verschaffen, welke het mogelijk maakt met eenvoudige middelen gevouwen, geniete of gebonden meerbladige produkten onafhankelijk van hun dikte 30 probleemloos op een als zodanig vrij te kiezen plaats te openen, zonder dat gevaar voor beschadiging van het produkt bestaat.

Dit doel wordt volgens de uitvinding verkregen doordat het produkt met vrijwel volledig tegen elkaar liggende bladen naar een in hoofdzaak plat openingselement van het scheidingsorgaan toe 35 wordt bewogen en dat na het insteken van het openingselement tussen de 8006795 *· "*% -2- bladen door draaien van dit openings element de op een kant van het openingselement liggende .bladen van de overige bladen worden afgelicht.

Het te openen produkt vordt met een open kant tegen en langs het openingselement bewogen, dat daarbij op de gewenste plaats 5 tussen de vrijwel volledig op elkaar liggende bladen steekt. Door aansluitend het openingselement te draaien, bij voorkeur om een loodrecht op de bewegingsrichting van het produkt staande as, wordt een deel van de bladen van het overige deel afgelicht. Tijdens de verdere beweging van het produkt wordt dit door het openingselement open ge-10 houden, zolang het zich tussen de bladen bevindt. Bij voorkeur wordt achter het scheidingsorgaan een openhoudorgaan opgesteld, dat het geopende produkt binnentreedt, zodat het openingselement weer in zijn uitgangsstand terug kan worden bewogen. Met een enkel scheidingsorgaan kan een volledig openen van het produkt worden verkregen. Door doelma-15 tige uitvoering van het openings element kan enerzijds beschadiging van het produkt grotendeels worden vermeden en anderzijds de scheidings-plaats onafhankelijkvan..de dikte van het produkt probleemloos worden bepaald.

IN het volgende wordt een uitvoeringsvoorbeeld van de 20 uitvinding nader verduidelijkt aan de hand van de tekeningen, welke schematisch het volgende tonen: figuur 1, in perspectief een openingsinrichting voor drukwerken, en figuur 2-6, zijaanzichten van de inrichting volgens fi-25 guur 1, op in vergelijking met figuur 1 vergrote schaal, welke verscheidene fasen van de openingsbewerking weergeven.

Zoals de figuren tonen,ligt het te openen drukwerk 1 met een vlakke kant op een ondersteuning 2. Deze ondersteuning is bijv. een scheidingswand, welke de in radiale zin verlopende afdelingen 30 van een cellenrad van elkaar scheidt, zoals in het Duitse Offenlegungs-schrift 2.^7*336 nader is beschreven. Het meerbladige drukwerk 1 is gevouwen en bezit twee gedeelten 3 en h, die via de vouw 5 (band) met elkaar zijn verbonden. De aan de vouw 5 grenzende zijkanten, waarvan slechts de voorzijde 7 is getoond, zijn eveneens open. Zoals 35 figuur 1 toont, ligt het drukwerk 1 met zijn vouw 5 aan tegen het bo-demgedeelte van een in dwarsdoorsnede in hoofdzaak C-vormige houder 8, die op niet nader aangegeven wijze in de richting van de pijl A beweeg- 8 0 0 6 73 3 -3- baar is. Door middel van een evenmin getoonde grijperkaak wordt het drukwerk 1 tegen de houder 8 aangedrukt. Voor een meer gedetailleerde beschrijving van de constructie van de houder 8 en de genoemde grijperkaak, alsmede van de werking varf^andr ijving van de vooruitbeweging van de houder 8 en het drukwerk 1, wordt verwezen naar het Duitse Offen-5 legungsschrift 2.60U.101.

Zoals in het bijzonder uit de figuren 2-6 blijkt, bevindt zich in de bewegingsbaan van het drukwerk 1 een vast opgesteld schei-dingsorgaan. Dit scheidingsorgaan bezit een plat, tongvormig openings-orgaan 10, dat aan een einde 10a in een punt uitloopt en aan het andere 10 einde om een vast opgestelde as 11 is heengebogen en hiermede is verbonden door middel van een bevestigingselement 12, bijv. een schroef.

De as 11 is verbonden met een niet weergegeven stuurmechanisme, dat op nog te beschrijven wijze draaiing van deze as 11 tezamen met het openings element 10 bewerkstelligt. Gezien in de bewegingsrichting A 15 van het drukwerk 1 achter het scheidingsorgaan 9 bevindt zich een wigvormig openhoudorgaan 13, waarvan de funktie nog zaLworden toegelicht. Voorafgaand aan het scheidingsorgaan 9 bevindt zich vast op de ondersteuning 2 een wigvormig oploopblok 1k. Dit oploopblok 1^ bezit een in de richting van het scheidingsorgaan 9 hellend oploopvlak l^a 20 voor het drukwerk 1.

Aan de hand van de figuren 2-6 wordt thans de openings-bewerking verduidelijkt.

In de uitgangspositie, die in de figuren 1-3 is weergegeven, wijst het openingselement 10 met zijn punt 10a. naar het 25 aankomende drukwerk 1. Dit wordt met zijn open kant 7 voorop 'in de richting van de pijl A tegen het zich in de uitgangspositie bevindende openingselement 10 aanbewogen. Daarbij loopt het drukwerk 1 op tegen het oploopvlak lUa van het oploopblok 14 en wordt aldus tegen het openingselement 10 aangeleid, (figuur 2). Bij de verdere voorwaartse he-30 weging van het drukwerk 1 steekt het openingselement 10 met zijn punt 10A tussen de bladen van het drukprodukt 1. Zoals figuur 3 toont, geschiedt dit insteken bij het getoonde uitvoeringsvoorbeeld tussen de delen 3 en derhalve in het midden van het drukwerk 1. Zoals uit de figuren 2 en 3 duidelijk blijkt, kan door instelling van de af-35 stand tussen het oploopvlak 1¼ a en de punt 10a van het zich in de uitgangspositie bevindende openingselement 10 het insteekpunt van het 8 0 0 6 79 o -fc- openingselement 10 nauwkeurig worden "bepaald. Dankzij het in een punt toelopende uiteinde 10a wordt beschadiging van de bladen bij het insteken van het openingselement 10 grotendeels verhinderd. Na het insteken van het openingselement 10 wordt de as 11 en daarmede ook het 5 openingselement 10 in de richting van de pijl B tegen de klok in gedraaid (figuur 3).

Door deze draaiing worden de op het openingselement 10 liggende bladen van deel 3 opgetild, zoals in het bijzonder door figuur h wordt getoond. Door dit optillen van de bladen van deel 3 10 worden de beide delen 3 en k van elkaar gescheiden en wordt het drukwerk 1 dus in het midden geopend. Gedurende deze draaibeweging van het openingselement 10 in de richting van pijl B wordt het drukwerk 1 vervolgens in de richting van de pijl A vooruit bewogen, waarbij het zich tussen de delen 3 en U bevindende openingselement 10 zorg draagt 15 voor het open houden van het drukwerk-1'.

In figuur 5 is het openingselement 10 in zijn eindstand getoond, welke het uitgaande van de beginstand na een draaiing van ongeveer 180° bereikt. Gedurende deze zwenkbeweging van het openingselement 10 naar de eindstand, is het drukwerk 1 zo ver voortgeschoven, 20 dat het stationaire openhoudorgaan 13 tussen de van elkaar af getilde delen 3 en k grijpt. Dit openhoudorgaan 13 heeft uitsluitend tot doel het sluiten van het door het openingselement 10 geopende produkt 1 te verhinderen. In het door het openhoudorgaan 13 opengehouden drukwerk 1 kunnen thans bijv. verdere drukprodukten worden ingelegd, zoals in 25 het reeds eerder genoemde Duitse Offenlegungsschrift 2.1^7.336 uitvoerig is beschreven.

Zodra het geopende drukwerk 1 volledig aan het sdieidings-orgaan 9 voorbij bewogen is, wordt het openingselement 10 door het stuurmechanisme met de klok mee in de richting van de pijl C uit de 30 eindstand weer in de beginstand teruggedraaid (figuur 6). Deze beginstand wordt bereikt voordat het volgende te openen drukwerk 11 tot vlak voor het scheidingsorgaan 3 geraakt. Nu begint de in het voorafgaande beschreven openingsbewerking opnieuw.

In plaats van, zoals beschreven, het openingselement 10 35 in tegengestelde richting vanuit de eindstand naar de beginstand terug te bewegen, is het vanzelfsprekend ook mogelijk het openingselement 10 in dezelfde richting, dus eveneens in de richting van de pijl 8006795 -5- B, vanuit de eindstand naar de beginstand verder te draaien.

Aan de hand van de figuren werd in het voorafgaande het openen van een produkt zonder tevoren aangebrachte vouw-verduidelijkt. Het is evenwel op dezelfde wijze mogelijk drukwerken met voorvouw, 5 waarbij bijv. het deel U met de kant 6 over het. deel 3 uitsteekt, te openen.

Zoals aan de hand van figuur 1 werd verduidelijkt, grijpt het openingselement 10 aan op de dwars op de vouw 5 verlopende kant 7· De beschreven openingsbewerking kan evenwel op overeenkomstige 10 wijze ook worden uit gevoerd als het drukwerk met de tegenover de vouw 5 liggende open zijde 6 voorop tegen het scheidingsorgaan 9 wordt bewogen. Daar in dit geval het schei dings orgaan 9 bij het voorbij bewegen van het drukwerk tegen de vouw 5 zou aankomen, zou het schei-dingsorgaan 9 door een geschikte inrichting loodrecht op de bewegings-15 richting A uit het drukwerk wegbewogen moeten worden, voordat de vouw 5 in het bereik van het scheidingsorgaan 9 geraakt.

Met de beschreven openingsinrichting kunnen drukwerken niet slechts, zoals getoond, in het midden worden geopend, doch op elk willekeurig, als zodanig vrij te kiezen punt. Dit wordt bereikt 20 door overeenkomstige instelling van de uitgangspositie van bet openingselement 10. Door middel van een zodanige instelling is ook aanpassing aan verschillende dikten van te verwerken drukwerken mogelijk.

Het zal duidelijk zijn, dat buitendrukwerken van de genoemde soort met de beschreven inrichting ook andere meerbladige pro-25 dukten kunnen worden geopend, die gevouwen, geraaid of gebonden zijn, d.w.z. waarbij de bladen tenminste aan een kant met elkaar verbonden zijn.

Hoewel de beschreven openingsinrichting op de meest verschillende wijzen kan worden toegepast, is deze in het bijzonder ge-30 schikt voor toepassing bij inrichtingen voor het verwerken van gevouwen gebonden of genaaide-meerbladige drukwerken, welke inrichtingen een om een as draaiend cellenrad bezitten, zoals bijv. zijn beschreven in de Duitse Offenlegungsschriften 2.^7»336 en 2.60^.101. Dit cellenrad bezit in radiale zin verlopende, de drukwerken opnemende afdelingen, vaar-35 in de drukwerken in de richting van de rotatieas van het cellenrad worden bewogen. Bij voorkeur wordt in elk van de afzonderlijke afdelingen van het toevoergedeelte van het cellenrad een zodanige openingsinrich-ting aangebracht.

8 0 0 6 79 5

Claims (10)

1. Werkwijze voor liet openen van gevouwen, gebonden of genaaide meerbladige produkten, in het bijzonder drukwerken, waarbij het te openen produkt met een open kant tegen en langs een vast opge-5 steld, -tusaen . de bladen bewegend schei dings orgaan wordt bewogen, met het kenmerk, dat het produkt (1) met vrijwel volledig tegen elkaar aanliggende bladen (3, U) naar een in hoofdzaak plat openingselement (10) van een scheidingsorgaan(9)toe wordt bewogen en dat na het insteken van het openingselement (10) tussen de bladen (3, U) door 10 draaien van dit openings element (10) de op een kant van het openings-element (10) liggende bladen (3) van de overige bladen (U) worden afgelicht.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het in de beginstand naar het aankomende produkt (1) gerichte ope- 15 ningselement (10) om een dwars op de bewegingsrichting (A) van het produkt (1) gerichte as (11) gedraaid wordt.

3. Inrichting voor het openen van gevouwen, gebonden of genaaide meerbladige produkten, in het bijzonder drukwerken, met een vast opgesteld scheidingsorgaan, dat tussen de bladen van het 20 met een open kant voorop voorbij bewegen®produkt kan worden bewogen, met het kenmerk, dat het scheidingsorgaan (9) een in hoofdzaak plat, draaibaar openingselement (10) bezit, dat tussen de vrijwel volledig tegen elkaar aanliggende bladen (3, *0 van het produkt (1) steekt en door aansluitend draaien de op de ene kant van het openingselement (10) 25 liggende bladen (3) van de overige bladen (k) aflicht. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de draaiingsas (11) van het openingselement (10) dwars, bij voorkeur ongeveer loodrecht op de bewegingsrichting (A) van het produkt (1) staat en dat het openingselement (10) in zijn beginstand naar het 30 aankomende produkt (1) is gericht.

5· Inrichting volgens conclusie U, met het kenmerk, dat het openingselement (10) vanuit zijn beginstand over ongeveer l8o° naar een eindstand zwenkbaar is.

6. Inrichting volgens een der conclusies 3-5, met het 35 kenmerk, dat het openingselement (10) aan het naar het aankomende produkt (1) gerichte uiteinde (10a) spits toeloopt.

7. Inrichting volgens een der conclusies 3-6, met het S 0 0 6 7 9 5 -7- kenmerk, dat het openingsorgaan wordt gevormd door een aan een as (11) bevestigde tong (10).

8. Inrichting volgens conclusies 3-7) met het kenmerk, dat . voor het scheidingsorgaan (9) een in de bewegingsrichting 5 (A) van het produkt (1) in de richting van het openings element (10) hellend oploopvlak (14a) voor het produkt (1) aanwezig is.

9. Inrichting volgens een der:conclusies 3-8, met het kenmerk, dat achter het scheidingsorgaan (9) een tussen de van elkaar af gelichte bladen (3> U) grijpend openhoudorgaan (13) aan- 10 wezig is, terwijl na het binnentreden van het openhoudorgaan (13) in het geopende produkt (1) het openings element (10) naar zijn uit gangs-stand teruggedraaid wordt.

10. Inrichting volgens een der conclusies 3-9, voor het openen van uit slechts aan een rand (5) met elkaar verbonden bladen 15 bestaande produkten (1), welke in een evenwijdig aan de vouw, resp. band (5) verlopende richting (A) worden bewogen.

11. Inrichting voor het verwerken van gevouwen, gebonden of gerafelde meerbladige drukwerken, met een om een as roterend cellenr%d, dat in radiale zin verlopende, de drukwerken (1) opnemende afdelingen 20 bezit, waarin de drukwerken in de richting van de draaias van het cellenrad kunnen worden bewogen, waarbij in de afzonderlijke afdelingen van tenminste het toevoergedeelte van het cellenrad telkens een inrichting volgens de conclusies 3-10 voor het openen van drukwerken (1) aanwezig is. 25 8 0 0 6 79 5