NL8006154A - Snijplaatdrager die in een houder van een machinegereedschap, in het bijzonder een draaigereedschap, kan worden geplaatst. - Google Patents

Description

N.0. 29.59O 1

Snijplaatdrager die in een houder van een machinegereedschap, in het bijzonder een draaigereedschap, kan worden geplaatst.

De uitvinding heeft betrekking op een snijplaatdrager die in een houder van een machinegereedschap, in het bijzonder een draaigereedschap kan worden geplaatst met een vlak grondvlak en een daaraan aangrenzend, loodrecht hierop verlopend, tenminste halfcilin-5 drisch omtreksvlak, waarvan de hartlijn met de hartlijn van een in de snijplaatdrager aangebrachte, loodrecht op het grondvlak verlopende centrale schroefdraad samenvalt met eeijkit sparing voor een meerhoekige, centrale boring bezittende en door middel van een in de centrale schroefdraad inschroefbare klemschroef in de uitsparing 10 bevestigbare snijplaat, waarvoor de uitsparing een vlak, evenwijdig met het grondvlak aangebracht opligvlak en een aantal evenwijdig met de zijvlakken van de snijplaat verlopende aanligvlakken bezit, en met een evenwijdig met de centrale schroefdraad aangebrachte tweede schroefdraad voor het inschroeven van een van beneden in de 15 houder geplaatste vasthoudschroef, waarbij de straal van het omtreksvlak slechts in geringe mate groter is dan de afstand van de snijpunten van de snijplaat van hun centrale boring.

Bij een dergelijke bekende snijplaatdrager (Duits octrooi-schrift 25 06 902) strekt het omtreksvlak zich uit over een hoek 20 van ongeveer 155 tot 160°. Het resterende deel van de snijplaatdrager verloopt evenwijdig met de resterende zijwanden van de snijplaat. Een dergelijke snijplaatdrager wordt in een uitsparing van een houder van een machine gereedschap geplaatst. De eenvoudige buitenvorm van de snijplaatdrager met ongeveer halfcilindervormig 25 omtreksvlak en vlak grondvlak vereist in de houder een op een blind gat gelijkende uitsparing, die door middel van een vingerfrees zeer eenvoudig kan worden vervaardigd. Om deze reden kunnen de gebruikers van draaigereedschappen deze indien nodig zelf vervaardigen.

Zij betrekken slechts van een andere fabrikant de snijplaten met de 30 bijbehorende snijplaatdragers, die in grote aantallen door middel van geschikte speciale machines met grote nauwkeurigheid kunnen worden vervaardigd. De gebruikers van de draaigereedschappen kunnen op deze wijze de gereedschapshouders, zoals de draaibeitelhouder^ boorstangen, boorkoppen en andere bijzondere gereedschappen zelf 35 vervaardigen en behoeven dan slechts nog de voorbereide snijplaatdrager in de op eenvoudige wijze te vervaardigen uitsparingen te plaatsen. De bekende snij-inzetdragers, waarbij het omtreksvlak 8 0 06 15 4 2 zich over een hoek van 135 tot 160° uitstrekt, zijn echter slechts voor één bepaalde inbouwhoek in de betreffende houder geschikt.

Deze inbouwhoek wordt bepaaLd door de stand, die de op een bepaald ogenblik werkzame snijkant van de snijplaat ten opzichte van de 5 hartlijn van de houder respectievelijk ten opzichte van het werkstuk moet innemen. Een bepaald snijinzetstuk is steeds slechts voor één bepaald inbouwhoek gebied toepasbaar. Dit heeft het nadeel dat niet slechts de fabrikant van de snijplaatdragers voor een bepaalde snijplaatgrootte een aantal verschillend gevormde snijplaatdragers 10 moet vervaardigen en in voorraad moet houden, maar dat ook de gebruiker de snijplaatdragers overeenkomstig de gewenste inbouwhoe-ken van de snijplaatdragers moet bestellen respectievelijk zelf in voorraad moet houden. Foute bestellingen en een niet goede bevoorrading kunnen daarbij niet worden uitgesloten.

15 Aan de uitvinding ligt het daarom de opgave ten grondslag een in een houder van een machinegereedschap, in het bijzonder een draaigereedschap, plaatsbare snijplaatdrager van het hierboven genoemde type te verschaffen, bij een bepaalde snijplaat vorm- en snijplaatgrootte geschikt is voor alle voorkomende inbouwhoeken en 20 daarbij een optimale ondersteuning van de snijplaat waarborgt.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de snijplaat-dragr een in hoofdzaak cirkelvormig grondvlak bezit, waarvan de hartlijn met de hartlijn van de centrale schroefdraad samenvalt en dat de uitsparing een met het aantal zijvlakken van de snijplaat 25 overeenkomstig aantal aanlegvlakken hiervoor bezit, die van de centrale schroefdraad op gelijke afstand zijn aangebracht.

De nieuwe snijplaatdrager wordt in de boven beschreven vorm aan de gebruiker van een draaigereedschap geleverd, die dan onder toepassing van de snijplaatdrager het gewenste draaigereedschap, 30 bijvoorbeeld een draaibeitel, een boorstang, een boorkop of een ander bijzonder gereedschap zelf kan vervaardigen. Voor dit doel moet de gebruiker slechts in de houder een uitsparing in de vorm van een blind gat, welke uitsparing gemakkelijk te vervaardigen is, aanbrengen, alsmede een gat voor de vasthoudschroef. lij kan dan 35 de snijplaatdrager in de gewenste draaihoekstand inbouwen, zodat de snijkant van de snijplaat in de gewenste hoek ten opzichte van de langshartlijn van de houder verloopt. Bij voorkeur wordt deze draaihoekstand nog door een fixeerstift geborgd, die in een hiervoor aangebrachte fixeerboring van de snijplaatdrager en een overeenkom-40 stige boring in de houder wordt geplaatst. Dan worden de uitstekende 8 0 06 15 4 3

^ -A

» delen van de snijplaatdrager door overdraaien, slijpen, frezen of vijlen verwijderd, wat ook tegelijkertijd kan samengaan met het afwerken van de houder. Tenslotte behoeft men slechts nog de snij-plaat in de snijplaatdrager te plaatsen en door middel van de klem-5 schroef te bevestigen. Een en dezelfde snijplaatdrager kan voor de meest verschillende gewenste inbouwhoeken van de werkzame snijkant worden gebruikt. Dit heeft het voordeel, dat de fabrikant van de snijplaatdrager voor een bepaalde snijplaatvorm en snijplaatgrootte slechts nog één type snijplaatdrager behoeft te vervaardigen en in 10 voorraad moet houden. Ook de gebruiker kan nu grote aantallen tegelijkertijd bestellen en zelf in voorraad houden, omdat hij deze voor de meest verschillende inbouwhoeken kan gebruiken. Foutieve bestellingen en foutieve bevoorraading worden vermeden. Tegelijkertijd blijft echter steeds gewaarborgd dat de snijplaatdrager de snijplaat 15 over een zo groot mogelijk aantal zijvlakken omsluit en dus een optimale ondersteuning van de snijplaat waarborgt. Daarenboven heeft de snijplaatdrager, als ook de reeds bekende snijplaatdrager, het voordeel dat hij geen buiten de snijplaat uitstekende uitsteeksels of holten bezit, zodat spanen zich niet kunnen vastzetten en dat 20 bij bovendien bij beschadiging, wat bij een bretii van de snijkant kan optreden, gemakkelijk tegen een nieuwe kan worden uitgewisseld.

Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven.

Fig. 1 toont een bovenaanzicht van een eerste uitvoeringsvoor-25 beeld van de snijplaatdrager.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede over de lijn II-II in fig. 1.

Fig. 3 tot 5 toont verschillende draaibeitels met verschillende inbouwhoeken van de snijplaatdrager.

Fig. 6 toont een speciaal gereedschap voor het tegelijkertijd 30 vervaardigen van een aantal verdiepingen.

Fig. 7 toont een gedeeltelijke doorsnede over de lijn YII-YII in fig. 6.

Fig. 8 en 9 tonen bovenaanzichten van twee verdere uitvoeringsvoorbeelden met de daarbij behorende snijplaten.

35 In de tekening is met 1 de gehele snijplaatdrager aangegeven.

Deze bezit een vlak grondvlak 2 en een daaraan grenzende loodrecht hiermee verlopend omtreksvlak 3· he snijplaatdrager bezit daarbij een in hoofdzaak cirkelvormig grondoppervlak. De hartlijn van de cirkelvormige grondoppervlak valt met de hartlijn van een centrale 40 schroefdraad 4 samen. Yerder is de snijplaatdrager van een uitspa- 8 0 06 15 4 4 ring 5 voor een zeshoekige snijplaat 6 voorzien. Deze zeshoekige snijplaat 6 bezit 6 zijvlakken 7· De uitsparing 5 bezit een met het aantal zijvlakken 7 overeenkomstig aantal, namelijk zes, steunvlak-ken 8 voor de zijvlakken 7 van de snijplaat 6 alsmede een evenwij-5 dig met het grondvlak verlopend oplegvlak 9· Deze steunvlakken hebben vanaf de hartlijn A van de centrale schroefdraad alle dezelfde afstand a. De straal van het omtreksvlak 3 is daarbij zo gekozen dat het slechts in geringe mate groter is dan de afstand van de snijpunten 10 van de snijplaat 6 van zijn centrale boring 11.

10 Verder bezit de snijplaatdrager 1 een evenwijdig met de cen trale schroefdraad 4 verlopende tweede schroefdraad 12. Deze tweede schroefdraad dient, zoals nit fig. 7 blijkt, voor het inschroeven van een van onder af in de houder 17 plaatsbare vasthoudschroef 13· Voor het opnemen van de snijplaatdrager 1 in een in de fig.

15 3 tot 7 weergegeven houder 14 tot 17 bezitten deze houders elk een uitsparing 18, in de vorm van een blind gat, welke uitsparing met eeiy^ingerfrees gemakkelijk kan worden gevormd. Om hierbij zeer goede steunomstandigheden tussen het omtreksvlak 3 van de snijplaatdrager en het binnenste cilindrische begrenzingsvlak van de uitsparing 18 20 te verschaffen, bezit het omtreksvlak 3 in twee over ongeveer 120° ten opzichte van elkaar verplaatste omtreksdelen 3a, die zich over ongeveer 45° uitstrekken, de volle straal R en in de daartussenlig-gende gebieden 3b een iets kleinere straal. Hierdoor wordt bereikt dat de snijplaatdrager 1 slechts met de gebieden 3a van zijn om-25 treksvlak 3 op het binnenste begrenzingsvlak van de uitsparing 18 ligt. Hierdoor wordt een stabiele ondersteuning op twee punten gewaarborgd. Bepaalde toleranties in de diameters van de snijplaatdrager en de uitsparing spelen dus geen rol.

Opdat de snijplaat 6 foutloos in de uitsparing 5 past, moet 30 deze uitsparing door middel van een kleine vingerfrees uitgefreesd worden. Hierbij wordt de vervaardiging van de uitsparing vereenvoudigd doordat de snijplaatdrager 1 in het gebied van de uitsparing 5 een enerzijds in de uitsparing 5 en anderzijds in het omtreksvlak 3 uitmondend kanaal 19 bezit, waarvan de breedte b kleiner is dan 35 de lengte 1 van een aanligvlak 8 en zijn ene zijwand 19a met een aanligvlak 8 van de uitsparing 5 op een lijn ligt. Bij het vervaardigen van de uitsparing treedt de vingerfrees vanaf het omtreksvlak 3 in het materiaal van de snijplaatdrager en vormt eerst het kanaal 19 en aansluitend de uitsparing 5· In het gebied van het kanaal 19 40 ligt later ook de werkzame snijhoek. Door het aanbrengen van het ka- 8 0 06 15 4 * 5 naai 19 wordt ook bereikt dat het- opligvlak 9 van de uitsparing 5 in het gebied van de werkzame snijhoek niet door een van de hierna beschreven hoekuitboringen onderbroken is.

Het kanaal 19 is bij voorkeur op een diametraal tegenover de 5 tweede schroefdraad 12 liggende zijde van de drager 1 aangebracht.

Verder bezit de drager 1 ten minste een op afstand van de centrale schroefdraad 4 aangebrachte fixeerboring 20. Bij de in de fig. 1 en 8 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zijn steeds twee van dergelijke fixeerboringen 20 aangebracht. Be fixeerboringen 20 en 10 de tweede schroefdraad 12 zijn hierbij bij voorkeur in het gebied van de door de aanligvlakken 8 gevormde hoeken aangebracht. Op deze wijze dienen de fixeerboringen 20 en de kernboring voor de tweede schroefdraad 12 tegelijkertijd als hoekuitboring. Bergelijke hoekuitboringen 21 zijn steeds op die plaats noodzakelijk 15 waar twee aanligvlakken 8 zullen samenkomen omdat men met een viner-frees geen scherphoekige hoeken kan vormen, de snijplaat 6 echter scherpe snijranden 10 bezit.

Be beschreven snijplaatdrager 1 wordt in de voorbereide uitsparing 18 bijvoorbeeld van de in fig. 3 weergegeven draaibeitel 20 14 geplaatst. Hij wordt dan zover gedraaid tot de in het gebied van het kanaal 19 liggende snijkant 6a van de snijplaat 6 ten opzichte van de langshartlijn van de houder H de gewenste inbouwhoek bezit. In fig. 3 is deze inbouwhoek 0°, omdat de snijkant 6a evenwijdig is met de langshartlijn van de houder. Boor middel van een 25 vasthoudschroef kan men op dezelfde wijze als weergegeven in fig. 7 de snijplaatdrager in de gewenste stand vastklemmen. Aansluitend kan men deze stand nog fixeren doordat men in de houder een of twee boringen 24 voor fixeerstiften 22 aanbrengt,'die in de fixeerboringen 20 van de snijplaatdrager 1 grijpen. Be fixeerboringen 20 50 kunnen daarbij als boorsjabloon dienen.

Nadat de snijplaatdrager op deze wijze aan de houder 14 is bevestigd en op zijn plaats is gefixeerd kan men door spaanafne-mende bewerking, bijvoorbeeld door frezen, slijpen, vijlen of dergelijke de buiten de houder uitstekende delen van de snijplaatdra-35 ger 1, die in fig. 3 niet een streeppuntlijn zijn aangegeven, verwijderen en verkrijgt men de uiteindelijke vorm van de snijplaatdrager. Hierin wordt aansluitend de snijplaat 6 geplaatst en door middel van de klemschroef 23 bevestigd, die zich door de centrale boring 11 van de snijplaat uitstrekt en in de centrale schroefdraad 40 4 van de snijplaatdrager 1 is geschroefd.

8 0 06 15 4 6 ïïit de fig. 4 en 5 blijkt dat men met dezelfde grondvorm van de snijplaatdrager ook andere draaibeitels met de houders 15 en 16 kan vervaardigen, waarbij de werkzame snijkant 6a onder een andere inbouwhoek ten opzichte van de langshartlijn Ξ van de houder 5 is aangebracht.

In de fig. 6 en 7 is een bijzonder gereedschap weergegeven dat voor het tegelijkertijd vervaardigen van drie verschillende verdiepingen dient. De werkzame snijkant 6a van de voorste, in fig. 6 geheel rechts weergegeven, snijplaat sluit daarbij een in-10 bouwhoek W1 van 75° in met de hartlijn H van de houder 17· De werkzame snijkant 6a van de middelste snijplaat is onder een hoek W2 van 90° geplaatst en de werkzame snijkant van de linker snijplaat onder een hoek W3 van 45° ten opzichte van de houderhartlijn H.

Yoor het opnemen van de onder verschillende hoeken aangebrachte 15 snijplaten worden steeds dezelfde snijplaatdrager 1 met cirkelvormig oppervlak gebruikt, die na hun bevestiging en fixering op de houder 17 de overdraaiing in hun uiteindelijke vorm zijn gebracht. Zoals men ziet omsluiten de aanligvlakken 8 van de uitsparing 5 steeds een aantal zijvlakken van de snijplaten en vormen dus 20 een optimale ondersteuning tussen de snijplaten en de snijplaatdra-gers. Bovendien voegt de snijplaat 6 in de betreffende snijplaat-drager 1 en laatstgenoemde in de houder 17 zonder uitsteeksels of holten zodat geen spanen kunnen worden gevangen.

Terwijl de in de fig. 1 tot 7 weergegeven snijplaatdrager 25 voor het opnemen van een linkssnijdende snijplaat 6 "bij alle voorkomende inbouwhoeken kan worden toegepast, heeft men voor het opnemen van een rechts snijdende snijplaat 6' de in fig. 8 weergegeven snijplaatdrager 1r nodig. Deze bezit in hoofdzaak dezelfde kenmerken als de in fig. 1 en 2 weergegeven snijplaatdrager, met 30 het enige verschil, dat het kanaal 19' zich in een andere richting uitstrekt en zijn ene zijvlak 19'a met een ander aanligvlak 8' op één lijn ligt.

Eventueel zal men een en dezelfde snijplaat ook voor rechts en links snijdende snijplaten kunnen toepassen als men het kanaal 35 zo aanbrengt dat de langsmiddenhartlijn ervan naiiaal door een van de snijhoeken van de snijplaat verloopt.

Aan de hand van fig. 9 wordt aangetoond dat het aan de uitvinding ten grondslag liggende principe ook voor elke willekeurige andere snijplaatvorm, bijvoorbeeld een gelijkzijdige driehoek, kan 40 worden toegepast. De in fig. 9 weergegeven snijplaatdrager 1" is 8 0 06 15 4 7 bedoeld voor het opnemen van een links snijdende driehoekige snij-plaat 6".

i 8 0 0 6 15 4

Claims (6)

1. Snijplaatdrager die in een houder van een machinegereedschap, in het bijzonder een draaigereedschap kan worden geplaatst, met een vlak grondvlak en een daaraan aangrenzend loodrecht hierop verlopend, ten minste halfcilindrisch omtreksvlak, waarvan de hart-5 lijn met de hartlijn van een in de snijplaatdrager aangebrachte, loodrecht op het grondvlak verlopende centrale schroefdraad samenvalt, met een uitsparing voor een meerhoekige een centrale boring bezittende en door middel van een in de centrale schroefdraad schroefbare klemschroef in de uitsparing bevestigbare snijplaat, 10 waarvoor de uitsparing een vlak evenwijdig met het grondvlak aangebracht oplegvlak en een aantal evenwijdig met de zijvlakken van de snijplaat verlopende aanligvlakken bezit, en met een evenwijdig met de centrale schroefdraad aangebrachte tweede schroefdraad voor het inschroeven van een van onder af in de houder geplaatste vast-15 houdschroef, waarbij de straal van het omtreksvlak slechts in geringe mate groter is dan de afstand van de snijpunten van de snijplaat vanaf zijn centrale boring, met het kenmerk, dat de snijplaatdrager (1) een in hoofdzaak cirkelvormige grondvlak bezit, waarvan de hartlijn met de hartlijn van de centrale 20 schroefdraad (4) samenvalt en dat de uitsparing (5) een met een aantal van de zijvlakken (7) van de snijplaat (6) overeenkomstig aantal ligvlakken (8) hiervoor bezit, die vanaf de centrale schroefdraad (4) op gelijke afstand (a) zijn aangebracht.

2. Snijplaatdrager volgens conclusie 1, met het ken-25 m e r k, dat het omtreksvlak (3) in twee over ongeveer 120° ten opzichte van elkaar verplaatste omtreksdelen (3a) die zich elk over ongeveer 45° uitstrekken, de volledige straal (l) en in de daartussen liggende gebieden (3b) een iets kleinere straal (R1) bezit.

3· Snijplaatdrager volgens conclusie 1, met het ken-30 m e r k, dat hij in het gebied van de uitsparing (5) een enerzijds in de uitsparing (5) en anderzijds in het omtreksvlak (3) uitmondend kanaal (19) bezit, waarvan de breedte (b) kleiner is dan de lengte (l) van een aanligvlak (8) en waarvan de ene zijwand (19a) met een aanligvlak (8) van de uitsparing (5) op één lijn ligt. 35

4· Snijplaatdrager volgens conclusie 3» met het ken merk, dat het kanaal (8) op een zijde van de drager (1) diametraal liggen tqepnover de tweedg&chroefdraad (12) is aangebracht.

5. Snijplaatdrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat deze op zichzelf bekende wijze ten minste een zich 8 0 06 15 4 ^--· J '» s> loodrecht op het grondvlak (2) uitstrekkende fixeerboring (20) bezit .

6. Snijplaatdrager volgens conclusies 1 en 5( met het kenmerk, dat de fixeerbroing (fixeerboringen) (20) en de 5 tweede schroefdraad (12) in het gebied van de door de aansligvlakkeó (8) gevormde hoeken zijn aangebracht. 8 0 06 15 4