NL8003200A

NL8003200A - DEVICE FOR SEPARATING OBJECTS FROM A STACK.

Info

Publication number: NL8003200A
Application number: NL8003200A
Authority: NL
Original assignee: Moba Holding Barneveld Bv
Priority date: 1980-06-02
Filing date: 1980-06-02
Publication date: 1982-01-04
Also published as: JPS5719239A

Description

P12.939/dtf/HM 1P12.939 / dtf / HM 1

Inrichting voor het scheiden van voorwerpen van een stapel.Device for separating objects from a stack.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het scheiden van voorwerpen vaneen stapel, voorzien van terugtrekbare tegenhoudorganen, die de onderzijde van de , stapel kunnen ondersteunen en scheidorganen, die tussen het 5 onderste voorwerp en de overige stapel gebracht kunnen worden. Een dergelijke inrichting is beschreven in het Nederlandse octrooischrift 125.019*The invention relates to a device for separating objects from a stack, provided with retractable retaining members, which can support the bottom of the stack, and separating members, which can be placed between the bottom object and the other stack. Such a device is described in Dutch patent 125.019 *

De uitvinding beoogt een dergelijke inrichting te verbeteren in die zin, dat de werking betrouwbaarder wordt en 10 dat in het bijzonder hoge stapels zonder moeilijkheden verwerkt kunnen worden. Bij hoge stapels heeft men namelijk de moeilijkheid, dat het gewicht vaneen dergelijke hoge stapel althans gedurende een gedeelte van de cyclus volledig op de scheidorganen rust en dat dit, in het bijzonder bij het 15 terugtrekken van de scheidorganen, tot beschadiging kan leiden. Bovendien ontstaan moeilijkheden, omdat een hoge stapel bij voorwerpen, die neiging hebben in elkaar te klemmen, zoals eitertrays, de goede werking van de inrichting nadelig beïnvloedt.The object of the invention is to improve such a device in the sense that the operation becomes more reliable and that especially high stacks can be processed without difficulties. Namely, with high stacks there is a difficulty that the weight of such a high stack rests completely on the separating members at least during part of the cycle and that this can lead to damage, in particular when the separating members are withdrawn. In addition, difficulties arise because a high stack on objects that tend to jam together, such as egg trays, adversely affects the proper operation of the device.

20 De uitvinding voorziet er dienovereenkomstig in, dat bedienbare ontlastingsorganen, die met de zijkant van de stapel samenwerken op een hoogte boven de onderzijde van de stapel om het boven de ontlastingsorganen gelegen deel van de stapel te ondersteunen.Accordingly, the invention provides that operable relief members cooperating with the side of the stack at a height above the bottom of the stack to support the portion of the stack located above the relief members.

25 Teneinde de ontlastingsorganen te ondersteunen bij hun werking, in het bijzonder om han in de stapel te brengen om hun ondersteuningsfunctie waar te nemen, wordt er volgens een nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat oplichtorganen aanwezig zijn, die op de onderzijde van de 30 stapel inwerken om deze op te lichten, waarbij de oplicht-organen zodanig worden bestuurd, dat de stapel is opgelicht, wanneer de ontlastingsorganen in werking worden gesteld om het boven hen gelegen deel van de stapel te ondersteunen.In order to support the relief members in their operation, in particular to bring them into the stack to perform their support function, according to a further elaboration of the invention it is provided that lifting members are present on the underside of the 30 Acting to lift the stack, the lifting members being controlled to lift the stack when the relief members are actuated to support the portion of the stack located above them.

\ Een aanvullend voordeel van deze nadere uitwerking van de \ 800 32 00 \ & \ 2 uitvinding ia, dat de oplichtorganen ervoor zorgen, dat wanneer iets is misgegaan, bijvoorbeeld twee voorwerpen tegelijkertijd zijn afgescheiden en er één is blijven hangen, automatisch correctie optreedt en de stapel weer in de normale 5 toestand wordt gebracht, doordat dit voorwerp door de oplicht-organen weer wordt teruggeïrracht in zijn normale stand.An additional advantage of this further elaboration of the invention is that the highlighters ensure that when something has gone wrong, for example, two objects have been separated at the same time and one has become stuck, correction occurs automatically and the stack is brought back to the normal position, in that this object is brought back into its normal position by the lifting members.

Een verder voordeel van de uitvinding kan verkregen worden door er in te voorzien, dat de ontlastingsorganen zodanig zijn ontworpen, dat zij een losmakende werking hebben op de 10 voorwerpen, waar zij mede samenwerken. Gebleken is dat een dergelijke vormgeving van de ontlastingsorganen het van elkaar losmaken van voorwerpen, die aan elkaar hechten, zoals eiertrays, zeer bevordert.A further advantage of the invention can be obtained by providing that the relief members are designed to have a loosening effect on the objects with which they cooperate. It has been found that such design of the relief members greatly promotes the detachment of objects adhering to each other, such as egg trays.

Een uitvoeringsvorm van dergelijke ontlastingsorganen, 15 die in de praktijk gunstig is gebleken, bestaat daarin, dat de ontlastingsorganen lippen bevatten, die zwenkbaar zijn om assen, die evenwijdig zijn aan de randen van de voorwerpen in de stapel, waarbij zij in de niet werkzame stand naar de stapel toe schuin naar beneden hellen en vanuit die stand 20 omhoog gezwenkt kunnen worden tot in hun werkzame stand.An embodiment of such relief members, which has proven beneficial in practice, consists in that the relief members include lips pivotable about axes parallel to the edges of the articles in the stack, in the inoperative position Tilt downwards towards the stack and can be pivoted upwards from that position into their active position.

Bij zeer hoge stapels, die bijvoorbeeld afkomstig zijn van een etage boven de eigenlijke inrichting, hetgeen in vele gevallen grote voordelen heeft bij de bedrijfsinrichting, wanneer de inrichting voor het scheiden van voorwerpen ge-25 combineerd wordt met verpakkingsmachines en dergelijke, bestaat^daarin6 datn e e ηΓ aan1!:aie0¾ing1sbr^nW1'e z ig is op verschillende hoogten van de stapel.At very high stacks, which for example originate from a storey above the actual device, which in many cases has great advantages in the operating device, when the device for separating objects is combined with packaging machines and the like, this consists of 6 dates. ee ηΓ aan1!: aie0¾ing1sbr ^ nW1'e z ig is at different heights of the stack.

Teneinde een stapel te kunnen verwijderen, zonder hinder te hebben van de ontlastingsorganen wordt er volgens nog een 30 nadere uitwerking van de uitvinding in voorzien, dat de ontlastingsorganen in bovenwaartse richting meegeven.In order to be able to remove a stack without being hindered by the relief members, according to a further elaboration of the invention, provision is made for the relief members to yield in an upward direction.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding wordt er in voorzien, dat grijporganen voor het benedenste voorwerp van de stapel aanwezig zijn. In dit verband wordt erop 35 gewezen, dat de grijporganen voor het benedenste voorwerp op zichzelf bekend zijn uit het genoemde Nederlandse octrooi-sohrift 125.019. Bij de uitvinding is evenwel een grotere kracht van de grijporganen toelaatbaar, omdat niet het gehele gewicht van de stapel op de scheidorganen rust, wanneer het 40 benedenste voorwerp wordt aangevat en afgevoerd.According to a further elaboration of the invention, provision is made for gripping members for the bottom object of the stack. In this connection it is pointed out that the gripping members for the bottom object are known per se from the aforementioned Dutch patent specification 125,019. However, in the invention, a greater force of the gripping members is permissible, since not the entire weight of the stack rests on the separating members when the bottom article is started and discharged.

800 32 00 * v> 3800 32 00 * v> 3

Een eenvoudige uitvoeringsvorm hiervan bestaat daarin, dat de grijporganen in hoogtestand met de oplichtorganen zijn verbonden.A simple embodiment of this consists in that the gripping members are connected in height position to the lifting members.

Een bij beproeving betrouwbaar gebleken uitvoeringsvorm 5 van de uitvinding bestaat daarin, dat een mechanisch gekop, pelde besturing voor de hoogtestand van de oplichtorganen, de scheidorganen en de ontlastingsorganen aanwezig is, waarbij het in de stapel brengen van de scheidorganen plaats heeft als de ontlastingsorganen werkzaam zijn en waarbij het 10 terugtrekken van de scheidorganen plaats heeft als de oplichtorganen de onderzijde van de stapel omhoog duwen en de ontlastingsorganen buiten werking worden gesteld.An embodiment 5 of the invention, which has proved to be reliable during testing, consists in that a mechanically coupled, control for the height position of the lifting members, the separating members and the relief members is provided, wherein the stacking of the separating members takes place when the relief members act and the retraction of the separators occurs when the lift members push up the bottom of the stack and the relief members are inactivated.

Bij voorkeur wordt er hierbij in voorzien, dat de beweging van de oplichtorganen, de scheidorganen en de 15 ontlastingsorganen van mechanisch vast met elkaar gekoppelde stuurnokken worden afgeleid. Stuurnokken blijken een bijzonder geschikte vorm om de onderlinge beweging van de organen en een betrouwbare beheerste beweging van de organen goed gecoördineerd tot stand te brengen.Preferably, it is hereby provided that the movement of the lifting members, the separating members and the relief members are diverted from control cams mechanically fixedly coupled together. Steering cams appear to be a particularly suitable form for achieving well coordinated mutual movement of the organs and a reliable, controlled movement of the organs.

20 Be uitvinding wordt in het volgende nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van de uitvinding in de vorm van een zogenaamde ontnester is toegelicht. Be uitvinding is evenwel met gelijke nut bijvoorbeeld toepasbaar op inrichtingen om de benedenste doos van 25 een stapel gevouwen dozen af te voeren. Ook dan verhoogt de uitvinding de betrouwbaarheid van de inrichting in hoge mate.The invention is explained in more detail below with reference to the drawing, in which an embodiment of the invention in the form of a so-called denester is explained. However, the invention is equally applicable, for example, to devices for removing the bottom box from a stack of folded boxes. Even then, the invention greatly increases the reliability of the device.

In de tekening toont fig. 1 schematisch en gedeeltelijk in doorsnede een vooraanzicht van een inrichting volgens de uitvinding; 30 fig. 2 eveneens schematisch en gedeeltelijk in doorsnede een.zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 1; fig. 3 een detail van de aandrijving van sommige onderdelen; fig. 4 en 5 eveneens schematisch een weergave van de 35 aandrijving van de grijporganen; en fig. 6 een schema van een werkcyclus van de in de voorafgaande figuren weergegeven inrichting.In the drawing, Fig. 1 shows a schematic partial cross-section of a front view of a device according to the invention; Fig. 2 is also a schematic and partly sectional side view of the device according to Fig. 1; fig. 3 shows a detail of the drive of some parts; Figures 4 and 5 also schematically show the drive of the gripping members; and FIG. 6 is a schematic of a duty cycle of the apparatus shown in the preceding figures.

In de tekening is met 1 een schacht aangeduid voor eiertrays 2, waarvan de onderste met 2a is aangeduid en de 40 één na onderste met 2b, In fig. 2 is een iets verder 8003200 gevorderde stand van de inrichting getoond, waarin de onderste tray 2a reeds losgemaakt is van de stapel en naar beneden gebracht.In the drawing, 1 indicates a shaft for egg trays 2, the bottom of which is indicated by 2a and the 40 one after the bottom with 2b. In Fig. 2, a slightly further 8003200 advanced position of the device is shown, in which the lower tray 2a has already been detached from the stack and brought down.

Haast de schacht zijn assen 3 gemonteerd, die ontlast-5 organen 4 dragen, die door middel van een koppelstang 5 verbonden zijn met een volgrol 6, die op een nok 7 loopt.Nearly the shaft are mounted shafts 3, which bear relief members 4, which are connected by means of a coupling rod 5 to a follower roller 6, which runs on a cam 7.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding kunnen de assen 3 met de ontlastingsorganen 4 ook op grotere hoogte herhaald worden, zoals is aangeduid met 3' en 4*.According to a further elaboration of the invention, the shafts 3 with the relief members 4 can also be repeated at a greater height, as indicated by 3 'and 4 *.

10 De ontlastingsvorganen 4> die van boven naar beneden hellen in de richting naar de stapel toe en aan hun einden een in deze, de werkzame stand horizontaal gerichte lip 8 hebben, kunnen vanuit deze stand, zoals schematisch voor de ontlastingsorganen 4’ met stippellijnen is aangegeven om de 15 assen 3 respectievelijk 3’ zwenken tot de lippen 8 nagenoeg buiten de stapel vallen, althans de stapel onbelemmerd naar beneden toe doorlaten.The relief members 4, which slope from top to bottom in the direction towards the stack and have a lip 8 horizontally oriented in this active position at their ends, can be dotted from this position, as is schematic for the relief members 4 'with dotted lines. shown pivoting about the 15 axes 3 and 3 'respectively until the lips 8 fall practically outside the stack, or at least allow the stack to flow downwards unobstructed.

Verder zijn vast met de schacht 1 rails 9 verbonden, waarop door middel van loopwielen 10 de scheidorganen 11 20 kunnen bewegen. Op verdere rails 12 zijn door middel van looprollen 13 de draagorganen 14 beweegbaar, die elk een onder de stapel brengbaar draagprofiel 15 hebben en een daarop bevestigd haaks omgebogen plaatje 16, waarvan het bovenoppervlak boven het draagprofiel 15 ligt, teneinde de 25 inbrenging van de scheidorganen 11 te vergemakkelijken, zoals nog beschreven zal worden.Furthermore, rails 9 are fixedly connected to the shaft 1, on which the separating members 11 can move by means of running wheels 10. On further rails 12, the supporting members 14 are movable by means of running rollers 13, each of which has a supporting profile 15 which can be brought under the stack and a plate 16 which is mounted at right angles, the top surface of which lies above the supporting profile 15, in order to insert the separating members. 11, as will be described later.

Een gestel 17, dat aan zijn bovenzijde hoeklijntjes 18 draagt, die als oplichtorgaan dienst doen en dat verder assen 19 draagt voor grijporganen 20 met prikpennen 76, is 30 bevestigd aan twee evenwijdige koppelstangen 21 en 22 met vaste draaiassen 23 respectievelijk 24, die met de aan het gestel 17 bevestigde assen 25 respectievelijk 26 een paral-lellogramgeleiding vormen.A frame 17, which carries corner lines 18 at its top, which serve as a lifting element and which further carries shafts 19 for gripping members 20 with piercing pins 76, is fastened to two parallel coupling rods 21 and 22 with fixed pivot axes 23 and 24, respectively, which shafts 25 and 26 attached to the frame 17 respectively form a parallelogram guide.

Verder is een afvoermechanisme aanwezig, dat gevormd 35 wordt door een glijstuk 27, dat kan glijden op glijstangen 28 en 28’ en aan zijn bovenzijde een door middel van een veer 29 meegevende meeneemvinger 30 draagt.Furthermore, a discharge mechanism is provided, which is formed by a sliding piece 27, which can slide on sliding rods 28 and 28 and which carries on its upper side a entraining finger 30 provided by a spring 29.

Eet glijstuk 27 is door middel van een koppelstang 31 ^185¾ verbonden met een bedieningsstang 32, die draaibaar is om ^^*«40 een as 33.The sliding piece 27 is connected by means of a coupling rod 31 ^ 185¾ to an operating rod 32, which is rotatable about a shaft 33.

8003200 5 &8003200 5 &

Het mechanisme wordt aangedreven vanuit een as 34, die met een niet getekende aandrijving hij elke werkslag van de machine een gehele omwenteling uitvoert. De aandrijving van het blok 27, dus van de stang 32 heeft vanuit deze as 34 5 plaats via een nok 36, waarop een volgrol 37 loopt, die bevestigd is aan een stang 38, die met een stang 39 een hoekhefboom vormt, die om de as 24 draaibaar is. De stang 39 is door middel van een koppelstang 40 gekoppeld met de stang 32.The mechanism is driven from a shaft 34, which, with a drive (not shown), performs a complete revolution every working stroke of the machine. The drive of the block 27, i.e. of the rod 32, takes place from this shaft 34 via a cam 36, on which a follower roller 37 runs, which is attached to a rod 38, which forms a corner lever with a rod 39, which surrounds the shaft 24 is rotatable. The rod 39 is coupled to the rod 32 by means of a coupling rod 40.

10 Verder draagt de as 34 een nok 41, waarop een volgrol 42 loopt, die verbonden is met de arm 22, die via de as 26 het gestel 17 draagt. Er wordt op gewezen dat het gestel en de as 26 in fig. 2 in een lagere stand zijn weergegeven dan in fig. 1.Furthermore, the shaft 34 carries a cam 41, on which a follower roller 42 runs, which is connected to the arm 22, which carries the frame 17 via the shaft 26. It is noted that the frame and shaft 26 in FIG. 2 are shown in a lower position than in FIG. 1.

15 Verder bevindt zich op de as 34 een nok 43, waarvan de ermee samenwerkende koppelstangen nader zijn weergegeven in fig. 4 en 5 en die dient voor de bediening van de grijpor-ganen 20.Furthermore, a cam 43 is located on the shaft 34, the coupling rods of which cooperate therewith are shown in greater detail in Figs. 4 and 5 and which serve to operate the gripping members 20.

Eveneens ter wille van de duidelijkheid is in fig. 2 20 niet weergegeven, dat de noksehijf 7 in feite drievoudig is en dat daarmede tevens de bedieningsstangen voor de scheid-organen 11 en de draagorganen 14 samenwerken.Also for the sake of clarity, it is not shown in Fig. 2 that the cam 7 is in fact triple and that the operating rods for the separating members 11 and the supporting members 14 also co-operate therewith.

Dit is nader toegelicht in fig. 3, waarin dezelfde onderdelen met dezelfde referenties als in fig.1 of 2 zijn aangeduid.This is explained in more detail in Fig. 3, in which the same parts are indicated with the same references as in Fig. 1 or 2.

25 Zoals daarbij meer in het bijzonder blijkt, is de ver binding tussen de nokvolgrol 6 en de koppelstang 5 aangebracht door middel van een arm 44 met een vast draaipunt 45, welke arm door middel van een trekveer 46 tegen de nok 7 wordt gehouden.As is more particularly apparent, the connection between the cam follower roller 6 and the coupling rod 5 is arranged by means of an arm 44 with a fixed pivot point 45, which arm is held against the cam 7 by means of a tension spring 46.

30 Verder is een nokvolgrol 47, die met een niet getekend oppervlak van de drievoudige nok 7 samenwerkt, bevestigd aan een om draaipunt 43 draaibare stang 49, die aan zijn bovenzijde een sleufgat 50 heeft, waarin een koppelpen 51 van in fig. 3 het rechter scheidingsorgaan 11 steekt. Met de stang 35 49 is verder een koppelstang 52 verbonden, die draaibaar gekoppeld is met een om een vast draaipunt draaibare stang 53, die door middel van een sleufgat samenwerkt met de koppelpen 54. van het linker scheidorgaan 11.Furthermore, a cam follower roller 47, which cooperates with a non-drawn surface of the triple cam 7, is attached to a rod 49 rotatable about pivot point 43, which has a slotted hole 50 at its top, in which a coupling pin 51 of the right hand side in fig. 3 separator 11. Further connected to the rod 35 49 is a coupling rod 52, which is rotatably coupled to a rod 53 rotatable about a fixed pivot point, which cooperates by means of a slotted hole with the coupling pin 54 of the left separator 11.

Wx Een koppelstang 55 is draaibaar om een vast punt 56. De x 40 stang 55 draagt een volgrol 57, die samenwerkt met een verder 800 3 2 00 β nokoppervlak van de nok 7 en is bij 58 gekoppeld met een koppelstang 59 en door middel van een sleufgat 60 en de daarin stekende pen 61 met het rechter draagorgaan 14.Wx A coupling rod 55 is rotatable about a fixed point 56. The x 40 rod 55 carries a follower roller 57, which cooperates with a further 800 3 2 00 β cam surface of the cam 7 and is coupled at 58 with a coupling rod 59 and by means of a slotted hole 60 and the pin 61 protruding therein with the right supporting member 14.

Door middel van de stang 59 en de daarmede gekoppelde 5 stang 62 wordt via het sleufgat 63 en de daarin stekende pen 64 het linker draagorgaan 14 bestuurd.The left support member 14 is controlled via the slotted hole 63 and the pin 64 inserted therein by means of the rod 59 and the rod 62 coupled thereto.

De stangen 49, 5^ en 53 vormen een omkeermechanisme, waardoor de scheidingsorganen 11 symmetrisch naar elkaar toe of uit elkaar bewegen. Ook de stangen 55» 59» en 62 vormen 10 een omkeermechanisme, waardoor de draagorganen 14 tegelijkertijd uit elkaar of naar elkaar toe bewegen.The rods 49, 5, and 53 form a reversing mechanism, whereby the separators 11 move symmetrically toward or apart. The rods 55, 59 and 62 also form a reversing mechanism, whereby the supporting members 14 move apart or towards each other simultaneously.

De bediening van de grijporganen, die op het gestel 17 zijn bevestigd, is nader toegelicht aan de hand van fig. 4 en 5. Op de schematisch met een cirkelfiguur aangeduide nok 15 43 loopt een volgrol 65, die draaibaar aan het einde van een arm 66 is bevestigd. Deze arm is draaibaar om de as 24 en vast gekoppeld met een arm 67, die door middel van een koppelstang 68 met een hoekhefboom 69 is gekoppeld die bij 70 een in het gestel 17 gelegerd draaipunt heeft.The operation of the gripping members, which are mounted on the frame 17, is further elucidated with reference to Figures 4 and 5. On the cam 15 43 schematically indicated with a circle figure, a follower roller 65 rotates at the end of one arm. 66 has been confirmed. This arm is rotatable about the axis 24 and fixedly coupled to an arm 67, which is coupled by means of a coupling rod 68 to an angle lever 69 which has a pivot mounted in frame 17 at 70.

20 Zoals meer in het bijzonder uit fig. 5 blijkt zijn de arm 67, de koppelstang 68 en de hoekhefboom 70 tweemaal aanwezig. Het einde 71 van de hoekhefboom is gekoppeld met een trekstang 72, die gekoppeld is met een hoekhefboom 73, die gekoppeld is met een bedieningsstang 74 voor om een as 19 25 draaibaar grijporgaan 20, dat van een aantal houders voor prikpennen 76 is voorzien. Omdat de arm 68 even lang is als de arm 22, die voor het op en neer bewegen van het gestel 17 zorgt vormen de uiteinden van de arm 68 en de draaiassen 26 en 24 nagenoeg een parallellogram, waardoor de op en neer 30 beweging van het gestel 17 door middel van de arm 22 de stand van de grijpers 20 niet wijzigt. Wanneer echter de volgrol 65 gezwenkt wordt heeft dit via de arm 66, de arm 67, de koppeling 68, de hoekarm 69 en de koppeling 72 tot gevolg, dat de grijporganen 20 om hun draaiassen 19 worden gezwenkt. 35 In fig. 4 en 5 zijn een aantal onderdelen, die in fig.As can be seen more particularly from Fig. 5, the arm 67, the coupling rod 68 and the angle lever 70 are provided twice. The corner lever end 71 is coupled to a tie rod 72, which is coupled to a corner lever 73, which is coupled to an actuator rod 74 for pivotable gripper 20 rotatable about an axis 19, which includes a plurality of lancing device holders 76. Since the arm 68 is the same length as the arm 22, which causes the frame 17 to move up and down, the ends of the arm 68 and the rotary axes 26 and 24 form substantially a parallelogram, so that the up and down movement of the frame 17 does not change the position of grippers 20 by means of arm 22. However, when the follower roller 65 is pivoted, this results in the gripping members 20 being pivoted about their pivot axes 19 via the arm 66, the arm 67, the coupling 68, the angle arm 69 and the coupling 72. In fig. 4 and 5 a number of parts, which are shown in fig.

1 en 2 zichtbaar waren, weggelaten, maar de delen die wel zichtbaar zijn, zijn met dezelfde referenties aangeduid.1 and 2 were visible, but the parts that are visible are marked with the same references.

De werking van de tot dusver beschreven inrichting wordt in het volgende aan de hand van fig. 6 nader toegelicht.The operation of the hitherto described device is explained in more detail below with reference to Fig. 6.

40 Met de kromme a is de hoogtestand aangegeven van het \ 8003200 i s, 7 gestel 17 met de opliehtorganen 18 en. de grijporganen 20 met prikpennen 76.40 The curve a indicates the height position of the frame 800 frame 17 with the lifting members 18 and. the gripping members 20 with lancing pins 76.

De kromme b toont de bediening van de grijporganen, waarbij de hoogste stand van de lijn aangeeft, dat de prikkers 5 in ingrijping zijn met een voorwerp en de laagste stand, dat zij er volkomen vrij van zijn.Curve b shows the operation of the gripping members, the highest position of the line indicating that the pricks 5 are engaged with an object and the lowest position that they are completely free of it.

De kromme o heeft betrekking op de draagorganen 14, waarbij de hoge stand van de kromme aangeeft de stand, waarin de draagorganen zich in de stapel bevinden en het lage niveau 10 van de kromme aangeeft, dat zij zich buiten de stapel bevinden.The curve o relates to the support members 14, the high position of the curve indicating the position in which the support members are in the stack and the low level 10 of the curve indicating that they are outside the stack.

De kromme d heeft betrekking op de scheidorganen 11, waarbij de hoge stand van de kromme d overeenkomt met de stand van de scheidorganen 11, wanneer zij in de stapel steken.The curve d refers to the separating members 11, the high position of the curve d corresponding to the position of the separating members 11 when they protrude into the stack.

De kr.omme e toont de stand van de ontlastingsorganen 4.The column e shows the position of the relief members 4.

15 In de hoge stand van de kromme e zijn deze organen werkzaam en dus in de getekende stand, terwijl zij in de lage stand niet werkzaam zijn dus in de voor de bovenste ontlastingsorganen 4’ met stippellijnen aangegeven stand.In the high position of the curve e these members are active and thus in the drawn position, while they are not active in the low position, i.e. in the position indicated by dotted lines for the upper relief members 4 '.

Met kromme f is de stand van de afvoerorganen 30 aange-20 duid, waarbij het lage niveau van de'lijn f overeenkomt met de in fig. 1 met getrokken lijnen aangegeven stand.Curve f denotes the position of the discharge members 30, the low level of the line f corresponding to the position indicated by solid lines in Fig. 1.

Bij het begin van de werking van de inrichting bevinden de oplichtorganen 18 zich ongeveer 7 mm beneden het onderste voorwerp, in het getekende geval eiertray 2a.At the start of the operation of the device, the lifting members 18 are located approximately 7 mm below the bottom object, in the case shown egg tray 2a.

25 De grijporganen 20 zijn dan werkzaam, maar wanneer de in fig. 6 met A aangeduide stand is bereikt zijn zij in volle ingrijping met twee rijen naar beneden stekende uitstulpingen van de onderste eiertray.The gripping members 20 are then active, but when the position indicated by A in Fig. 6 is reached, they are in full engagement with two rows of protruding downwards from the lower egg tray.

De draagorganen 14 (kromme c) bevinden zich in het begin 30 van de cyclus in de stapel en ondersteunen derhalve de stapel vanaf de benedenste ontlastingsorganen 4.The support members 14 (curve c) are in the stack at the beginning of the cycle and therefore support the stack from the lower relief members 4.

De ontlastingsorganen 4 (kromme e) zijn in het hoog gelegen deel van de kromme e in de werkzame stand en blijven daarin tot dichtbij het einde van de cyclus.The relief members 4 (curve e) are in the operative position in the upper part of the curve e and remain therein close to the end of the cycle.

35 Ook de afvoerorganen 30 zijn in de uitgangsstand, die in fig. 1 met getrokken lijnen is aangegeven en met het lage deel van de kromme f overeenkomt.The discharge members 30 are also in the starting position, which is indicated in solid lines in Fig. 1 and corresponds to the low part of the curve f.

Nadat in het verloop van tijd vanaf het begin tot aan de stand A de grijporganen 20 werkzaam zijn gemaakt (kromme e) ^O en de scheidorganen in de stapel zijn gebracht (kromme d) 8003200 8 beginnen de draagorganen 11 zich terug te trekken (kromme e) en wanneer dit geschied is gaan ook de oplichtorganen 18 zakken (kromme a). Hierbij wordt de onderste tray 2a meegenomen. Yoor dat de tray 2a de laagste stand heeft bereikt 5 zijn evenwel de grijporganen 20 weer buiten werking gesteld (in stand B van fig. 6), zodat de tray komt te rusten op een daarvoor aangebrachte ondersteuning in de vorm van twee hoeklijntjes 77} waarna hij rustend op deze hoeklijntjes door de afvoerorganen 30 (kromme f) in fig. 1 naar links 10 wordt afgevoerd.After the gripping members 20 have been made active in the course of time from the beginning to position A (curve e) ^ 0 and the separating members have been placed in the stack (curve d) 8003200 8, the supporting members 11 begin to retract (curve e) and when this is done the lifters 18 also drop (curve a). The bottom tray 2a is included here. However, since the tray 2a has reached the lowest position, the gripping members 20 are again put out of operation (in position B of Fig. 6), so that the tray rests on a support provided in the form of two angular lines 77} for this purpose, after which it is discharged to the left 10 resting on these angular lines by the discharge members 30 (curve f) in fig.

Ondertussen beginnen de oplichtorganen met de grijpers 20 weer omhoog te bewegen, zoals in de kromme a, stand 0 zichtbaar is. Wanneer zij dichtbij het eind van hun omhoog-beweging zijn (stand D) worden de scheidorganen 11 (kromme d) 15 terug getrokken, waarbij een en ander zodanig is gedimensioneerd, dat, wanneer de scheidorganen bij de rand van de voorwerpen gekomen zijn een volledige ontlasting van deze scheidorganen bereikt is door dat de oplichtorganen 18 de draagfunctie overnemen. Daardoor kunnen ook de draagorganen 20 14 onder de stapel gebracht worden. Inmiddels beginnen de ontlastingsorganen terug te bewegen, maar omdat de beneden-zijde van de stapel reeds door de oplichtorganen gedragen wordt en zelfs iets omhoog bewogen is heeft het terug trekken van de ontlastingsorganen geen invloed. Wanneer daarna (stand 25 E) de oplichtorganen (kromme a) weer naar beneden bewegen worden tegelijkertijd de ontlastingsorganen (kromme e) naar boven bewogen en nemen zij de draagfunctie van het boven hen gelegen gedeelte van de stapel over, terwijl de draagorganen 14 het beneden deel van de stapel dragen.In the meantime, the lifting members with the grippers 20 begin to move up again, as is visible in curve a, position 0. When they are close to the end of their upward movement (position D), the separating members 11 (curve d) 15 are retracted, this being dimensioned such that when the separating members have reached the edge of the objects relief of these separating members is achieved by the fact that the lifting members 18 take over the carrying function. As a result, the carrying members 14 can also be brought under the stack. Meanwhile, the relief members are starting to move back, but since the bottom of the stack is already carried by the lifting members and has even moved slightly upwards, the retraction of the relief members has no effect. When thereafter (position 25 E) the lifting members (curve a) move down again, at the same time the relief members (curve e) are moved upwards and they take over the carrying function of the part of the stack located above them, while the carrying members 14 lower it. part of the stack.

30 Het inbrengen van de scheidorganen 11 (vóór A) gebeurt in het gebied, waar de draagorganen 14 de tray dragen. Het verhogingsplaatje 16 va^aeze draagorganen zorgt er nu voor, dat naast deze verhoging/ruimte aanwezig is voor de insteek-delen van de scheidorganen 11.The insertion of the separating members 11 (before A) takes place in the area where the supporting members 14 carry the tray. The elevation plate 16 of these supporting members now ensures that, in addition to this elevation / space, there is space for the insert parts of the separating members 11.

35 Wanneer bij de werking van de inrichting om de een of andere reden een tray in een onjuiste stand komt, bijvoorbeeld doordat een tray zich zo vast hecht aan de daaronder liggende, die door de grijporganen wordt meegenomen, dat hij aan één zijde ook meegaat en bijvoorbeeld aan de andere zijde op de 40 scheidorganen 11 blijft rusten, zal deze tray niet goed worden '\J% 800 3 2 00 ·*, 9 afgeveerd. Wanneer evenwel in de volgende cyclus de oplicht-organen 18 weer omhoog komen wordt deze scheef liggende tray weer recht gezet en wordt daardoor de in de inrichting opgetreden storing automatisch gecorrigeerd.If, for some reason, a tray is in an incorrect position during the operation of the device, for instance because a tray adheres so firmly to the underlying one, which is taken along by the gripping members, that it also goes along on one side and for example, on the other side resting on the 40 separating members 11, this tray will not be properly sprung. However, when the lift members 18 rise again in the next cycle, this skewed tray is straightened again and the malfunction which has occurred in the device is thereby automatically corrected.

5 De schacht 1 is in de tekening fig. 1 en 2, afgebroken weergegeven. De uitvinding maakt het mogelijk zeer hoge stapels te gebruiken, waarbij door de ontlastingsorganen 4 en door het feit, dat nooit een vallende of stotende beweging optreedt, een grote stapelhcogte toelaatbaar is, zonder dat 10 dit tot overbelasting van de onderste tray bij de scheid-organen (beschadiging van de tray bijvoorbeeld) leidt of tot een teveel vastklemmen van de stapel. Bovendien hebben de ontlastorganen 4,γεβγgebleken is, een nuttige taak bij een soort van voor-lo.smaking van de trays en dragen zij er veel 15 toe bij dat een goede werking van de inrichting verkregen wordt en bijgevolg telkens met zekerheid slechts één tray wordt afgevoerd.The shaft 1 is shown broken off in the drawing fig. 1 and 2. The invention makes it possible to use very high stacks, whereby due to the relief members 4 and the fact that a falling or bumping movement never occurs, a large stacking height is permissible, without this overloading the bottom tray at the separator. organs (damage to the tray, for example) or lead to too much clamping of the stack. In addition, the relieving members 4 have been found to be a useful task in some sort of pre-taste of the trays and contribute a great deal to ensuring that the device functions properly and that, therefore, only one tray is guaranteed at a time. drained.

De mogelijkheid zeer hoge stapels te gebruiken heeft in vele gevallen grote voordelen, bijvoorbeeld wanneer men 20 in verband met de organisatie van een verwerkingshal de trays van bovenaf wil aanvoeren.The possibility of using very high stacks has in many cases great advantages, for example when the trays are to be supplied from above in connection with the organization of a processing hall.

Wanneer de trays uit de inrichting genomen moeten worden, kan dit in bovenwaartse richting, omdat de ontlastorganen tegen de werking van de veer 46 (fig. 3) in zover kunnen 25 zwenken, dat de ontlastorganen het naar boven bewegen van de trays niet verhinderen.When the trays have to be removed from the device, this can be done in the upward direction, because the relieving members can pivot against the action of the spring 46 (fig. 3), so that the relieving members do not prevent the trays from moving upwards.

De uitvinding is in het bovenstaande beschreven aan een inrichting voor het van een stapel trays afnemen van de onderste tray. Een dergelijke inrichting wordt wel een 30 ontnester genoemd. De uitvinding is evenwel even zeer nuttig gebleken bij andere voorwerpen, zoals opgevouwen dozen, die veelal een aanmerkelijk gewicht voor een zekere stapelhoogte vertegenwoordigen, en bij toepassing van de uitvinding zonder enige beschadiging door de grijporganen verwerkt kunnen 35 worden.The invention has been described above in an apparatus for removing the bottom tray from a stack of trays. Such a device is called a denester. However, the invention has proved equally useful with other objects, such as folded boxes, which often represent a considerable weight for a certain stacking height, and which can be processed without any damage by the gripping members when using the invention.

De uitvinding verschaft bijgevolg een inrichting, die voor vele typen van voorwerpen geschikt is, beschadiging van de voorwerpen, doordat zij op terugtrekkende scheidorganen rusten, voorkomt en een praktisch onbeperkte hoogte van de % 4 800 3 2 00 I u stapel toestaan. Bij zeer hoge stapels kan het,om in elkaar schuiven van de voorwerpen, wanneer deze daar neiging toe hebben, te voorkomen, gewenst zijn een aantal ontlastorganen boven elkaar langs de hoogte van de schacht aan te brengen.Accordingly, the invention provides an apparatus suitable for many types of articles which prevents damage to the articles by resting on retracting separators and permits a practically unlimited height of the stack. At very high stacks, in order to prevent the objects from sliding together when they tend to do so, it may be desirable to arrange a number of relief members one above the other along the height of the shaft.

5 Ook is in het getekende uitvoeringsvoorbeeld telkens een paar ontlastorganen, die ter weerszijde van de schacht 1 liggen, aangegeven, maar het zal duidelijk zijn dat eveneens ontlastorganen kunnen worden aangebracht langs da andere zijde van de schacht. Ook is de uitvinding niet beperkt tot 10 toepassing van eem rechthoekige schacht en kan zij in principe bij elke doorsnedevorm van schachten worden toegepast, mits de ontlastorganen aan de vorm van de schacht zijn aangepast.In the illustrated exemplary embodiment, a pair of relief members which lie on either side of the shaft 1 is also indicated, but it will be clear that relief members can also be arranged along the other side of the shaft. Nor is the invention limited to the use of a rectangular shaft and it can in principle be used with any cross-section of shafts, provided that the relief members are adapted to the shape of the shaft.

* 800 3 2 00* 800 3 2 00

Claims

11.

1. Device for separating objects from a stack, provided with retractable retaining members, which can support the bottom of the stack and separating members, which can be placed between the bottom object and the other stack, characterized by operable relief members, which can be side of the stack cooperate at a height above the bottom of the stack to support the portion of the stack located above the relief members.

Device according to claim 1, characterized in that there are 10 lifting members which act on the bottom of the stack to lift it, the lifting members being controlled such that the stack is lifted when the relief members are in operation to support the portion of the stack above them.

Device according to claim 1 or 2, characterized in that the relief members are designed in such a way that they have a loosening effect on the objects with which they cooperate.

4. Device as claimed in claim 3, characterized in that the relief members comprise lips pivotable about axes parallel to the edges of the articles in the stack, slanting towards the stack in the non-active position. tilt downwards and can be swung upwards from that position to their working position.

Device according to one or more of claims 1-4, characterized in that a number of relief members are present at different heights of the stack.

6. Device as claimed in one or more of the claims 1-5, characterized in that the relief members yield in the upward direction.

Device according to one or more of the preceding claims, characterized in that gripping members for the bottom object of the stack are present.

8. Device as claimed in claims 2 and 7, characterized in. 35 that the gripping members are connected in height position to the lifting members.

9. Device as claimed in claims 1-8, characterized in that 't-, C 800 3 2 00 is provided that a mechanically coupled control for the height position of the lifting members, the separating members and the relief members is provided, wherein it is stacking of the separating members takes place when the relief members are working and with the retraction of the separating members taking place when the lifting members push the bottom of the stack up and the relief members are inactivated.

10. Device as claimed in claim 9, characterized in that the movement of the lifting members, the separating members and the relief members are derived from control cams mechanically fixedly coupled together. 800 3 2 00