[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL8001846A - Inrichting en werkwijze voor het verkleinen van de dikte van een metalen baan. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het verkleinen van de dikte van een metalen baan. Download PDF

Info

Publication number
NL8001846A
NL8001846A NL8001846A NL8001846A NL8001846A NL 8001846 A NL8001846 A NL 8001846A NL 8001846 A NL8001846 A NL 8001846A NL 8001846 A NL8001846 A NL 8001846A NL 8001846 A NL8001846 A NL 8001846A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
rollers
roller
web
support
working
Prior art date
Application number
NL8001846A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Olin Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Olin Corp filed Critical Olin Corp
Publication of NL8001846A publication Critical patent/NL8001846A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21BROLLING OF METAL
    • B21B1/00Metal-rolling methods or mills for making semi-finished products of solid or profiled cross-section; Sequence of operations in milling trains; Layout of rolling-mill plant, e.g. grouping of stands; Succession of passes or of sectional pass alternations
    • B21B1/22Metal-rolling methods or mills for making semi-finished products of solid or profiled cross-section; Sequence of operations in milling trains; Layout of rolling-mill plant, e.g. grouping of stands; Succession of passes or of sectional pass alternations for rolling plates, strips, bands or sheets of indefinite length
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21BROLLING OF METAL
    • B21B1/00Metal-rolling methods or mills for making semi-finished products of solid or profiled cross-section; Sequence of operations in milling trains; Layout of rolling-mill plant, e.g. grouping of stands; Succession of passes or of sectional pass alternations
    • B21B1/22Metal-rolling methods or mills for making semi-finished products of solid or profiled cross-section; Sequence of operations in milling trains; Layout of rolling-mill plant, e.g. grouping of stands; Succession of passes or of sectional pass alternations for rolling plates, strips, bands or sheets of indefinite length
    • B21B1/222Metal-rolling methods or mills for making semi-finished products of solid or profiled cross-section; Sequence of operations in milling trains; Layout of rolling-mill plant, e.g. grouping of stands; Succession of passes or of sectional pass alternations for rolling plates, strips, bands or sheets of indefinite length in a rolling-drawing process; in a multi-pass mill
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21BROLLING OF METAL
    • B21B2267/00Roll parameters
    • B21B2267/02Roll dimensions
    • B21B2267/06Roll diameter
    • B21B2267/065Top and bottom roll have different diameters; Asymmetrical rolling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Metal Rolling (AREA)

Description

* Γ* 1 '
Inrichting en werkwijze voor het verkleinen van de dikte van een metalen haan.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting en een werkwijze voor het verkleinen van de dikte van een metalen baan.
De uitvinding kan worden toegepast voor een wijd bereik van metalen en legeringen, die plastisch kunnen worden vervormd. De inrichting 5 omvat een samenwerkende walsenstoel, die een toegenomen verkleining van de dikte kan verschaffen van de metalen baan per doorloop, alsmede een toegenomen totale verkleining tussen onthardingen in,in vergelijking met verschillende bekende benaderingen.
Gebruikelijke walsenstoelen worden aangetroffen met vele 10 verschillende uitvoeringen, zoals stoelen, die twee hoog, vier hoog, enz. zijn, en stoelenbundels, Met deze gebruikelijke stoelen wordt de totale verkleining, die in de metalen baan kan worden bereikt voordat het ontharden nodig is, bepaald door de gedurende het walsen opgewekte walsscheidingskracht. Deze scheidingskracht neemt van 15 doorloop tot doorloop toe wanneer de metalen baan door bewerking wordt gehard totdat een maximum grens is bereikt voor de stoel.
Wanneer de scheidingskracht een voldoende grote hoogte heeft bereikt, zijn het afplatten van de walsen, de soepelheid van de stoel en de vloeisterkte van de metalen baan in evenwicht en houdt de stoel op 20 enige verdere waarneembare verkleining aan te brengen in de baandikte. Voorafgaande aan het bereiken van een dergelijke scheidingskracht-hoogte van de baan, is gewoonlijk het verder walsen oneconomisch, waarbij de baan wordt onthard om deze zachter te naken en zodoende de scheidingskracht in de volgende doorloop door de stoel te vermin-25 deren.
800 1 8 46 * 2 ei
Het is gewenst, dat het percentage verkleining van de dikte per doorloop en de totale verkleining, die in de baan kan worden opgenomen door een walsenstoei tussen onthardingen, zo groot mogelijk is voor het zodoende verminderen van de noodzaak tot kostbare ^ en tijdrovende onthardingen. Verschillende benaderingen zijn in de stand van de techniek beschreven voor het bereiken van dergelijke toenemingen in de beschikbare verkleining van de dikte tussen onthardingen in. Bij het merendeel van deze benaderingen, wordt een rek-component toegevoegd aan de walsveimindering teneinde verhoogde IQ percentages verkleining te verschaffen.
Een dergelijke benadering omvat het in aanraking met een bocht rekwalsen, ook bekend als CBS-walsen. Deze werkwijze is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.238.756 en in een artikel door Coffin, Jr. in "The Journal of Metals, augustus 1967, 15 blz. 1^-22. Bij de CES-walswerkwijze wordt het plastisch buigen verschaft in samenhang met een lengtetrekkracht en een walsdruk voor het verschaffen van dikteverminderingen van de baan of foelie. Bovendien wordt bij de walsenstoel gebruik gemaakt van een snel-heidsverhouding tussen de aanraakwalsen als een middel voor het 2o bepalen en regelen van de verkleining in plaats van een gebruike -lijke, stijve walsenspleet. De baan gaan de stoel binnen en wordt rond een grote wals geslagen, die de ingangsaanrakingswals wordt genoemd. De baan wordt dan geslagen rond een kleine vrij beweegbare wals, die de buigwals wordt genoemd. De buigwals wordt in een wieg 25 gedragen in de spleet tussen de eerste grote wals en een tweede grote wals, die de uitgangsaanrakingswals wordt genoemd. De baan wordt onder trekkracht gehouden voor het voorkomen van het slippen tussen de baan en de twee aanrakingsrollen. De aanrakingsrollen worden met een vaste verhouding van de onderlinge oppervlaktesnelheid 30 aangedreven. Verkleining vindt plaats bij twee greeppunten tussen de buigwals en de twee aanrakingswalsen. De verkleining is het gevolg van het trekken of het rekken van de baan rond de kleine buig-rol en het in de spleet dwingen van de baan tussen de twee aanrakingsrollen, waar de baan op de twee verkleiningspunten in voldoende mate 35 wordt samengeperst, gebogen en gewalst onder aanpassing aan de snel- 800 1 8 46 τ*> i 3 heidsverhouding. Deze inrichting wordt gedetailleerder beschreven in het genoemde artikel en Amerikaanse octrooischrift. De CBC-werk-wijze is onderhevig aan een aantal moeilijkheden, zoals op dit gebied algemeen bekend. In het bijzonder is het moeilijk de buigrol 5 te smeren, waarbij de rol als gevolg van de zeer kleine diameter daarvan met hoge snelheden draait en de neiging heeft warm te worden en te vervormen. Dit kan onregelmatigheden veroorzaken in de verkregen metalen baan.
ïïog een andere bekende benadering omvat een werkwijze IQ voor het walsen van metaalplaat, gewoonlijk aangeduid als het PV-walsen. Deze werkwijze is voldoende beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 3.709·017 en 3.823.593. Bij deze werkwijze wordt de plaat gewalst tussen aangedreven walsen van een wals'enstoel, waarbij elke naburige wals in een tegengestelde richting aan een 15 opvolgende wals wordt gedraaid en met een andere omtrekssnelheid ten opzichte daarvan. De werkwijze wordt uitgevoerd, waarbij een verhouding tussen de omtrekssnelheden van de walsen de verkleining regelt van de baan, die wordt gewalst. De bewegingssnelheid van het afgeefeinde van de baan is gewoonlijk gelijk aan de omtrekssnelheid 20 van de aandrijfwals, die met een hogere snelheid wordt gedraaid.
Trekkracht wordt uitgeoefend op althans het voorste gedeelte van de baan, waarbij tevens het uitoefenen van een tegentrekkracht wordt beschreven. De baan kan zodanig rond de walsen zijn geslagen, dat deze over een booglengte van 180° of meer worden omvat.
25 Het PV-walsen wordt gewoonlijk uitgevoerd onder gebruik making van walsen met een betrekkelijk grote en onderling gelijke diameter. Dit is het gevolg van het grote koppel, dat nodig isvoor het aandrijven van de walsen. Door het toepassen echter van walsen met een grote diameter is het moeilijk een grote greep te krijgen 30 en derhalve een grote vermindering van de baandikte per doorloop.
Verder wordt de maximum totaal te bereiken verkleining met een PV-walsenstoel tussen onthardingen in, beheerst door het afplatten van de walsen. Het afplatten van de walsen is bij grotere bewerkings-walsen een ernstiger vraagstuk dan bij kleine bewerkingswalsen. De 35 Amerikaanse octrooischriften 3.811.307j 3.871.221 en 3*911*713 zijn 800 1 8 46 ί· k alle voorbeelden van verschillende wijzigingen en verbeteringen, die zijn aangebracht voor de PV-walsenstoel en de -werkwijze.
Vele andere werkwijzen zijn voorgesteld voor het op een niet-gebruikelijke manier walsen, waarbij het rekken plaatsvindt 5 van de baan. Voorbeelden van dergelijke werkwijzen en inrichtingen zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 2.332.796, 2.526.296, 3.253.^5 en 3.527.078.
Een bijzonder van belang zijnde benadering is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.339.^75· In dit octrooischrift 10 is een inrichting, evenals een werkwijze beschreven voor het walsen van een metalen baan, waarbij de walsenstoel eerste en tweede steun-walsen bevat, die op onderlinge afstand zijn opgesteld voor het draaien rond vaste assen. De steunwalsen worden positief aangedreven, zodat de tweede een hogere omtrekssnelheid heeft dan de eerste.
15 Tussen de steunwalsen zijn eerste en tweede, vrij draaibare bewer-kingswalsen aangebracht, dieeLk een diameter hebben, die klein is in vergelijking met die van de steunwalsen. De bewekringswalsen zijn in hun geheel beweegbaar ten opzichte van de steunwalsen, en werken onderling en met elk der steunwalsen samen. Een stabiliseer-20 wals wordt gebruikt voor het uitoefenen van druk op een van de bever-kingswalsen ten opzichte van een steunwals.
Volgens dit Amerikaanse octrooischrift, wordt de baan in lengterichting onder trekkracht bewogen volgens een bewegingsbaan, bepaald door het slaan van de metalen baan rond de eerste steunwals 25 en dan volgens een S-vormige gedaante rond de bewerkingswalsen, en het vervolgens slaan van de metalen baan rond de tweede steunwals.
De bewerkingswalsen zijn zodanig opgesteld, dat een trekbelasting, uitgeoefend op de baan, het enige middel verschaft voor het produceren van de walsbelasting bij elk der drie nepen, bepaald door de 30 betrokken walsen. Bij deze bekende werkwijze en inrichting wordt de walsbelasting uitsluitend verschaft door de lengtetrekkracht in de baan.
Benaderingen,zoals het CBS-walsen en de in het Amerikaanse octrooischrift 3-339.^75 beschreven benadering, leiden aan een aan-35 tal tekortkomingen, naast die, welke hiervoor reeds zijn beschreven.
800 1 8 46 ψ 5 i
Omdat de baantrekkracht het werkzame element is bij het opwekken van de kracht tussen de walsen bij elke walsneep, moet deze kracht betrekkelijk groot zijn. Het is moeilijk een zachte baan te walsen, die dan onderhevig zou zijn aan breken of andere moeilijkheden met 5 de vorm daarvan, zoals gegolfdheid, als gevolg van de grote mate van trekkracht, die nodig is. Het gebruik van een grote mate van trekkracht, zoals nodig is volgens het Amerikaanse octrooischrift 3-339.^75 kan inwendige fouten veroorzaken in de baan, waarbij het moeilijk is een baan met de neiging tot randbarsten of een baan die IQ kerfbros is, te walsen. Verder is deze inrichting ingewikkeld door de noodzaak van een stabiliseermiddel·, zoals een stabiliseerwals.
Deze moeilijkheden, die voortvloeien uit de noodzaak van het toepassen van een grote mate van trekkracht bij de werkwijze, worden tevens gedeeld door vele van de andere, niet gebruikelijke, 15 hiervoor beschreven walswerkwijzen. Het is wenselijk gebleken een walsenstoel te verschaffen, die een metalen baan kan bewerken met hoge percentages verkleining van de dikte tussen onthardingen in zonder de gebreken van de stand van de techniek. Voor het bereiken van grote grepen in de neep van de walsen is het gewenst walsen te 20 gebruiken met een kleine diameter. De diameter en de opstelling van de walsen moet echter niet zodanig klein zijn, dat het moeilijk wordt de stoel te smeren en te koelen. Verder is het overeenkomstig de uitvinding gewenst een stoel te verschaffen, die minder ingewikkeld is dan het merendeel van de hiervoor beschreven stoelen.
25 Overeenkomstig de uitvinding is een werkwijze, evenals een inrichting verschaft voor het walsen van een metalen baan door een niet-symmetrisch plastisch vloeien. Ongebruikelijk hoge wals-verkleiningen per doorloop en totale walsverkleiningen tussen onthardingen inkunnen binnen de grenzen van een gewijzigde walsstoel 30 van vier hoog, worden bereikt. De onderhavige benadering maakt een maximum nuttig gebruik mogelijk van het vermogen van de metalen baan tot vervormen door het tot een optimum opvoeren van het wals-samendrukken en de rekverlenging om te komen tot een maximum bewerk-baarheid.
35 De ongebruikelijke, onderhavige resultaten kunnen worden 800 1 8 46 ► - 6 verkregen door het wijzigen van een gebruikelijke valsenstoel van vier hoog, hoewel verschillende andere uitvoeringen mogelijk zijn, zoals hierna wordt beschreven. De wijziging van de walsenstoel omvat op de eerste plaats het veranderen van het aandrijfmechanisme 5 om te verzekeren, dat de stoel wordt aangedreven door de steunwalsen, en een middel te verschaffen, waarmee de steunwalsen met verschillende snelheden kunnen worden aangedreven. De walsenstoel wordt dan zodanig uitgevoerd, dat de binnenkomende baan wordt geslagen rond de langzamer bewegende, aangedreven steunwals en dan een S-vormige 10 toom -vormt rond vrij draaibare bewerkingswalsen. Tenslotte komt de baan uit de walsenstoel door het omvatten van de snel bewegende, aangedreven steunwals.
Wanneer dit is gedaan en de stoel wordt aangedreven en onder de juiste druk geplaatst door een neerschroefmechanisme, 15 worden drie verkleiningen verkregen. Het eerste verkleinpunt is tussen de eerste aangedreven, langzame wals en de naburige eerste, vrij draaibare bewerkingswals. De tweede verkleining wordt opgenomen tussen de twee bewerkingswalsen, waarbij de derde verkleining, die·· soortgelijk is aan de eerste verkleining, wordt opgenomen tussen 20 de tweede bewerkingswals en de tweede steunwals. Deze samenwerkende walsebenadering heeft het tot stand brengen tot gevolg van drie walsdoorlopen in een enkele doorgang van de baan.
De mechanismen, die de verkleining beheersen bij elk der grepen, neigen naar een verkleining van de scheidingskracht, nodig 25 voor het walsen. Een heenwaartse en terugwaartse trekkracht voor de werkwijze wordt verschaft door het zodanig slaan van de metalen baan rond de aangedreven steunwalsen, dat af schuif remming wordt verschaft op de baan. De baan wordt tevens door gebruikelijke middelen onder trekspanning geplaatst wanneer de baan de stoel binnengaat en deze 30 verplaatst.
Het is derhalve een doel van de uitvinding een verbeterde werkwijze en inrichting te verschaffen voor het walsen van een metalen baan.
Het is een verder doel van de uitvinding een werkwijze en 35 inrichting te verschaffen, die een niet-symmetrisch plastisch 800 1 8 46 τ vloeien kunnen verschaffen.
Het is een verder doel van de uitvinding een werkwijze en een inrichting te verschaffen voor het verhogen van de walsverkleiningen per doorloop en de totale walsverkleiningen tussen 5 onthardingen in.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een zijaanzicht toont van een uitvoeringsvorm van de onderhavige inrichting, 10 fig· 2 de inrichting volgens fig. 1 gedetailleerder weergeeft, fig. 3 een aanzicht is van de aandrijvingen voor de walsen van de inrichting volgens fig. 1, fig. ^ schematisch een andere uitvoeringsvorm toont van 15 de inrichting, voorzien van steunwalsen met verschillende diameters, fig. 5 schematisch nog een andere uitvoeringsvorm toont van de inrichting, voorzien van bewerkingswalsen met verschillende diameters, en fig. 6 schematisch een uitvoeringsvorm toont van de in-2o richting, voorzien van bewerkingswalsen met verschillende diameters volgens een in vergelijking met fig. 5 omgekeerde opstelling.
Overeenkomstig de uitvinding is een samenwerkende wals-werkwijze, evenals een inrichting verschaft. Met het samenwerkende walsstelsel worden bi-axiale krachten tot een optimum opgevoerd 25 voor het tot een maximum brengen van de walsverkleining door een werkwijze van een niet-symmetrisch plastisch vloeien. Dit kan worden toegepast voor elk gewenst metaal of elke gewenste legering, die plastisch kan worden vervormd. Het si in het bijzonder gescjikt voor het bewerken van een metalen baan. Ongebruikelijk hoge walsverklei-30 ningen per doorloop en totale walsverkleiningen tussen onthardingen in kunnen worden bereikt door het gebruik van een walsenstoel van vier hoog, die overeenkomstig de uitvinding is gewijzigd. De onderhavige benadering maakt een maximum nuttig gebruiken mogelijk van de mogelijkheid tot vervormen van de metalen baan door het op een ' 35 optimum brengen van de walssamensdrukking en de rekverlenging voor 80 0 1 8 46 8 het verkrijgen van een maximum bewerkbaarheid.
De wijziging van de walsenstoel omvat op de eerste plaats het zodanig veranderen van het aandrijfmechanisme, dat de stoel met een steunwals wordt aangedreven, en het verschaffen van een of ander 5 middel voor het aan drijven van de steunwalsen met onderling verschillende snelheden.
Onder verwijzing naar de fig. V>3 is bij wijze van voorbeeld een samenwerkende walsenstoel 10 weergegeven overeenkomstig een voorkeursuitvoeringsvorm. De samenwerkende walsenstoel 10 om-1q vat een eerste steunwals 11 en een tweede steunwals 12 met betrekkelijk grote diameter. De onderste steunwals 11 is draaibaar gemonteerd in het machinegestel 13 van de walsentsoel 10 rond een vaste horizontale walsas 1U. De bovenste steunwals 12 is draaibaar gemonteerd in het machinegestel 13 rond de walsas 16, en kan bewegen 15 naar en vanaf de onderste steunwals 11 volgens het vertikale vlak 15» bepaald door de steunwalsaasen 1U en 16. Tussen de bovenste en onderste steunwalsen 12 en 1¾ zijn twee vrij draaibare bewerkings-walsen 17 en 18 aangebracht, voorzien van een diameter, die aanzienlijk kleiner is dan die van de steunwalsen 11 en 12. De bewerkings-2o walsen 17 en 18 zijn draaibaar gemonteerd en uitgevoerd voor het vrij draaibaar zijn in het machinegestel 13. De bewerkingswalsen kunnen vrij bewegen in een vertikale richting volgens het vlak 15·
De bepaalde draagmechanismen 19» 20, 21 en 22, enz, voor de betrokken walsen 11, 12, 17» en 18 van de stoel 10 kunnen elke gewenste 25 constructie hebben overeenkomstig de gebruikelijke praktijk, zoals voldoende is beschreven in de verschillende genoemde Amerikaanse octrooischrif ten.
Een motorisch aangedreven, neerschroef-persmiddel 23 van een gebruikelijk ontwerp, wordt gebruikt voor het verschaffen 30 van een gewenste samendrukkracht tussen de steunwalsen 11 en 12 en de samenwerkende bewerkingswalsen 17 en 18 daarvan, en tussen de bewerkingswalsen onderling. De tot nu toe besproken inrichting is in het merendeel van de opzichten soortgelijk aan dè inrichting van een gebruikelijke walsenstoel van vier hoog.
35 Overeenkomstig de uitvinding wordt een dergelijke 80 0 1 8 46 9 gebruikelijke stoel gewijzigd door het veranderen van het snel-heidsverband tussen de onderste steunvals 11 en de bovenste steun-wals 12, zodanig dat de omtrekssnelheid van de onderste steunwals V kleiner is dan de omtreksnelheid V^ van de bovenste steunwals 12. 5 Dit kan betrekkelijk gemakkelijk tot stand worden gebracht door een tandwielstel 2^, zoals in fig. 3, dat de bovenste steunwald 12 met een hogere snelheid aandrijft ten opzichte van de onderste steunwals 11 in verhouding tot de gewenste verkleining van de dikte van de baan A, die door de steol beweegt. De steunwalsen 11 en 12 worden 10 aangedreven door een motor 25, die met de walsen 11 en 12 is verbonden via het vertragingstandwielenstel 2h, en de spillen 26 en 27 aandrijft. De aandrijving voor de bewerkingswalsen 17 en 18 wordt verschaft door de steunwalsen 11 en 12, die werkzaam zijn via de omvattende baan A.
15 In een gebruikelijke walsenstoel van vier hoog wordt een enkele walsgreep opgenomen in de baan A wanneer deze door de neep gaat tussen de bewerkingswalsen. Dit is tevens de benadering, die wordt gebruikt in het Amerikaanse octrooischrift 3.709*017» in het bijzonder fig. 6.
20 Overeenkomstig de uitvinding, wordt de baan A op «de in fig. 1 weergegeven wijze doorgeleid, waarbij de binnenkomende baan wordt geslagen rond de langzamer bewegende steunwals 11 en dan een S-vormige toom vormt rond de bewerkingswalsen 17 en 1Ö en tenslotte naar buiten komt door het omvatten van de snel bewegende 25 steunwals 12. Op deze wijze worden drie verkleiningen, zoals is weergegeven in fig. 1, opgenomen door de baan A wanneer deze door de steol 10 gaat. De eerste verkleining is tussen de langzaam bewegende onderste steunwals 11 en de samenwerkende onderste bewerkings-wals 17 daarvan. De tweede verkleining is tussen de onderste en 30 bovenste bewerkingswalsen 17 en 18. De derde verkleining is tussen de bovenste bewerkingswals 18 en de samenwerkende snel bewegende bovenste steunwals 12 daarvan. Voorwaartse en chterwaartse trekkrachten Tj en worden uitgeoefend op de baan A op een gebruikelijke wijze door een willekeurig passend middel, zoals de wiegwals-35 stellen 28 en 29. De baan A wordt afgewonden en weer opgewonden 800 1 8 46 10 onder gebruikmaking van gebruikelijke windinrichtingen 30 en 31.
De baan A omvat elk der bewerkingswalsen 17 en 18 over ongeveer 180° van de omtrek daarvan. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm, omvat de baan A elk der steunwalsen 11 en 12 in grotere maten, 5 te weten over ongeveer 270°. Omdat de baan A de beverkingsvalsen over slechts 180° omvat, is het betrekklijk gemakkelijk een koel-middel en een smeermiddel aan te brengen, zoals is weergegeven in fig. 1. De bepaalde inrichting voor het aanbrengen van het koelmiddel en het smeermiddel kan elk gewenst gebruikelijk ontwerp 10 hebben, zoals beschreven in de stand van de techniek. De grote afmeting van de steunwalsen 11 en 12 maakt ook het betrekkelijk gemakkelijk aanbrengen mogelijk van het koelmiddel en het smeermiddel, zoals weergegeven, zelfs bij een grote mate van omvatting.
Tijdens bedrijf wordt de baan A door de stoel 10 gestoken 15 op de in fig. 1 weergegeven wijze, waarbij passende terugwaartse en voorwaartse trekkrachten en T^ worden uitgeoefend op de voorste en achterste gedeelten van de baan A door middel van de wiegwalsstellen 28 en 29. Het persmiddel 23, dat van een willekeurig gebruikelijk ontwerp kan zijn, en dat hydraulisch kan worden 20 bediend (niet weergegeven) of door een schroef 32 via een passend motorisch drijfwerk 33, wordt bediend voor het uitoefenen van een gewenste en essentieel werkdruk of samendrukkracht tussen de betrokken walsen 11, 12, 17 en 18. De trekkrachten T^ en T^, uitgeoefend op de baan A, moeten bij voorkeur voldoende zijn voor het 25 voorkomen van slippen tussen de walsen 11, 12, 17 en 18, en de baan A. De motor 25 wordt bekrachtigd voor het voortbewegen van de baan A door de steol 10 door het verschaffen van drijfkracht aan de steunwalsen 11 en 12, die op hun beurt de vrijbeweegbare bewerkingswalsen 17 en 18 aandrijven via de baan A. De bovenste 30 steunwals 12 en de bewerkingswalsen 17 en 18 kunnen vrij vertikaal bewegen in het vlak 15. Bij de voorkeursuitvoeringsvorm, liggen de walsassen 1U, 16, 3^ en 35 van de steunwalsen 11 en 12, en de bewerkingswalsen 17 en 18, alle in het enkele vertikale vlak 15, zoals weergegeven. Voor het bereiken van een grotere stabiliteit 35 van de bewerkingswalsen 17 en 18, kan echter, indien gewenst, het 800 1 8 46 11 door de assen en 35 van de bewerkingsvalsen 17 en 18 bepaalde vlak, enigszins zijl gekanteld met betrekking tot het vlak 15, bepaald door de assen 1^ en 16 van de steunwalsen 11 en 12, zodat de hoek, bepaald tussen het vlak van de bewerkingsvalsen 17 en 18 en 5 het vlak 15 van de steunwalsen 11 en 12 kleiner is dan ongeveer 10°, en bij voorkeur minder dan ongeveer 5°. Indien het vlak van de bewerkingsvalsen 17 en 18 al gekanteld is, moet het bij voorkeur zijn gekanteld in de richting voor het verder afbuigen van de baan A, te weten rechtsom in fig. 1.
10 Het is overeenkomstig de uitvinding echter niet essentieel, dat het vlak van de bevekingswalsen 17 en 18 gekanteld is ten opzichte van het vlak 15 van de steunwalsen 11 en 12, waarbij een dergelijke maatregel alleen moet worden toegepast in het geval, dat het nodig is stabilisering te verschaffen van de bewerkingsvalsen 17 15 en 18. Aan de andere kant is het mogelijk, hoewel niet gewenst, de bewerkingsvalsen 17 en 18 te stabiliseren door het gebruik van een stabiliseerwals, die het vrijs oppervlak aangrijpt van de bewerkingsvalsen 17 en 18, welk vrije oppervlak in fig. 1 het oppervlak is, waarop het koelmiddel en het smeermiddel worden gericht. Een 20 dergelijke benadering zou het aanbrengen van het koelmiddel en het smeermiddel uitsluiten.
Indien het gewenst is het vlak van de bewerkingsvalsen 17 en 18 te kantelen met betrekking tot het vlak 15 van de steunwalsen 11 en 12, moet in ieder geval de mate van kanteling binnen 25 het genoemde bereik worden gehouden, en niet zodanig groot zijn, dat het uitoefenen van druk door het middel 23 op de drie walsgre-pen, wordt voorkomen.
Het is overeenkomstig de uitvinding gewenst, dat het persmiddel 23 de druk op de betrokken walsen 11, 12, 17 en 18 kan 30 uitoefenen in plaats van deze druk op te wekken tussen de betrokken walsen uitsluitend door middel van de trekkracht, uitgeoefend op de baan, zoals bij de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi-schrift 3. 339*^75*
Wanneer de stoel 10 wordt aangedreven en onder een aan-35 vaardbare scheidingskracht is geplaatst door het persmiddel 23, 800 1 8 46 ·% 12 worden de drie in fig. 1 weergegeven verkleiningspunten bereikt. Het eerste verkleiningspunt tussen de onderste aangedreven langzame steunwals 11 en de onderste vrij draaibare bewerkingswals 17 verschaft een verkleining, die geacht wordt klein te zijn, maar 5 duidelijk. Hoewel het mechanisme van de eerste verkleining niet volledig duidelijk is, wordt dit geacht in overeenstemming te zijn met het mechanisme, dat plaatsvindt bij het planetair walsen, waarbij êén kleine wals 17 wordt gebruikt in samenwerking met een zeer grote wals 11. Het planetaire valsmechanisme voor het ver-kleinen kan door matematische analyse worden beschreven als in werking hetzelfde te zijn als een verkleining, die het gevolg is van een equivalent symmetrisch walsen met twee gelijk walsen, voorzien van een werkzame straal, die die van de kleine wals of bewerkingswals 17 benadert. Omdat de steunwals 11 een aangedreven 15 wals is, en werkzaam is in samenhang met de bewerkingswals 17, hetgeen een vrij draaibare wals is, moet verder de drukgrafiek van het daaruit voortvloeiende paar zeer aanzienlijk zijn gewijzigd, waarbij het matematisch kan worden aangetoond, dat deze drukgrafiek een afsnijden vertoont van de drukpiek, en het invoeren 2o van twee horizontale onderbrekingen in de drukverdelingskromme.
Dit gevolg moet zelfs optreden indien beide walsen 11 en 17 met dezelfde omtrekssnelheid bewegen. Gemeend wordt echter, dat de onderste bewerkingswals 17 bij de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm met een iets hogere snelheid werkzaam is dan de onder-25 ste steunwals 11.
De derde verkleining in de samenwerkende walsenstoel 10 moet in beginsel worden beheerst door in beginsel hetzelfde mechanisme als de eerste verkleining. Ook hierbij wordt gebruikt gemaakt van een kleine wals 18, die werkzaam is in'samenhang met 30 een zeer grote wals 12, zodat derhalve wordt gemeend, dat deze wordt beheerst door het genoemde planetaire walsenstoelmechanisme. lEveneens wordt gemeend, dat de derde verkleining een kleine, maar aanzienlijke verkleining geeft.
Bij de in fig. 1 weergegeven opstelling van vier hoog, 35 wordt gemeend, dat elk der kleinere walsen 17 en 18 werkzaam is 800 1 8 46 13 nabij dezelfde omtrekssnelheid als de betrokken, samenwerkende, grotere, aangedreven wals 11 of 12 daarvan. De omtrekssnelheid V2 van de onderste bewerkingswals 17 bijvoorbeeld, ligt iets hoger dan de snelheid V van de onderste steunvals 11. Op soortgelijke wijze 5 ligt de omtrekssnelheid van de bovenste bewerkingswals 18 iets lager dan de omtrekssnelheid van de bovenste steunwals 12.
Verder wordt gemeend, dat de snelheid van de onderste bewerkingswals 17 aanzienlijk lager ligt dan de snelheid van de bovenste bewerkingswals 18. Bij het tussenvlak, aangeduid als 10 de tweede verkleining, hetgeen het tussenvlak is bij het hart van het walsenstel, en tussen de naburige beverkingswalsen 17 en 18, worden de bewerkingswalsen geacht werkzaam te zijn met de betrokken omtrekssnelheden, die de omtrekssnelheidsverhouding benaderen van de samenwerkende buitenste aangedreven walsen 11 en 12 daarvan.
15 Gemeend wordt, dat in dit gebied de grootste enkelvoudige verkleining plaatsvindt, omdat de walsdrukgrafiek voor de twee walsen, die met verschillende snelheden werkzaam zijn en in tegengestelde richtingen draaien, veel lagere drukken geeft in samenhang met het in hoofdzaak volledig opheffen van de drukpiek, die gewoonlijk samenhangt met 20 bet neutrale punt bij het gebruikelijke walsen.
Op deze wijze heeft de samenwerkende walswerkwijze onder toepassing van de beschreven stoel 10, het tot stand brengen tot gevolg van drie walsdoorlopen tijdens één enkele doorgang van de baan A door de stoel 10 door werkzame mechanismen, die alle neigen 25 naar het verkleinen van de scheidingskracht voor het walsen.
Zoals weergegeven in fig. 1, wordt gemeend, dat de voorwaartse en achterwaartse trekkrachten en in de verkleinings-gebieden voor de onderhavige werkwijze in beginsel worden verschaft door het slaan van de baan A rond de aangedreven steunwalsen 11 en 30 12 op zodanige wijze, dat afschuifremming wordt verschaft op de baan. Omdat de baan A de langzamer aangedreven grote wals 11 omvat, vindt weinig of geen slippen plaats langs de omtrek van deze wals 11 als gevolg van de terugvaartse trekkracht , verschaft door het viegvalsstel 28, en de afschuifremming van de wals zelf. Een soortge-35 lijke toestand is aanwezig voor de bovenste steunwals 12 als gevolg 800 1 8 46 1¾ van de voorwaartse trekkracht en de afsdruifemming van deze wals. De aangedreven, bovenste, grote steunwals 12 moet worden aangedreven met een omtrekssnelheid, die in overeenstemming is met de gewenste uiteindelijke maat van de baan A. Dienovereenkomstig 5 wordt deze gedraaid met een omtrekssnelheid ten opzichte van de snelheid van de onderste steunwals 11, welke snelheid evenredig is aan de totale verkleining, die in de walsenstoel 10 tot stand moet worden gebracht.
De verhouding tussen dé diameters van de steunwalsen 10 11 en 12, en de diameters van de bewerkingswalsen 17 en 18, moet overeenkomstig de uitvinding bij voorkeur liggen tussen 2:1 tot 9:1, en meer in het bijzonder tussen 3:1 en 8:1. Dit heeft een duidelijk verschil tot gevolg in de diameter van de bewerkingswalsen 17 en 18 en de steunwalsen 11 en 12. Het verschil in diameters 15 behoeft echter niet even sterk te zijn als nodig overeenkomstig de bekende inrichtingen. De in fig. 1 weergegeven inrichting kan de scheidingskrachten bij voorkeur verminderen met een minimum van 2:1 in vergelijking met een gebruikelijke stoel van vier hoog.
De mate van omvatting van de baan rond de aangedreven 20 steunwalsen 11 en 12 is afhankelijk van de wrijvings- en smeerom-standigheden tussen de baan A en de betrokken steunwals 11 of 12, en kan naar wens worden ingesteld voor het verzekeren van het tot een minimum beperken van het slippen, dat kan optreden tussen de baan A en de walsen. De totale kracht of druk tussen de bovenste 25 en onderste steunwalsen 11 en 12 is positief en minder dan nodig voor het gebruikelijke walsen. Omdat de maat van de verkregen baan A wordt bepaald door de onderlinge omtrekssnelheidsverhouding tussen de bovenste en onderste steunwalsen 11 en 12, is de stoel 10 in het algemeen over een aanvaardbare drukbereik ongevoelig voor 30 de druk, uitgeoefend door het persmiddel 23.
Bij de stoel volgens de fig. 1-3, is het verschil in omtrekssnelheid van de betrokken onderste en bovenste steunwalsen 11 en 12 verschaft door het wijzigen van de overbrenging 2k van de aandrijvingen 25-27 naar de bijbehorende walsen door het ge- 35 bruik van een passend vertragingstandwielstel 2h. Indien bijvoorbeeld 800 1 8 46 15 de bovenste steunwals 17 wordt aangedreven door een tandwiel 36 met veertig tanden, en de onderste steunwals 11 wordt aangedreven door een tandwiel 37 met vijftig tanden, wordt een verschil van 20$ verschaft in de onderlinge omtrekssnelheden van deze walsen, waar-5 bij de verkleining van de baandikte, verkregen door de stoel, 20$ is. Andere verkleiningsverhoudingen kunnen worden verschaft door het op juiste wijze kiezen van de betrokken aandrijftandwielen 36 of 37 voor elk der walsen 11 of 12. Een 'in snelheid regelbare overbrenging kan worden gebruikt voor het veranderen van de snelheids-vsrhouding tussen de walsen 11 en 12 voor het veranderen van de walsverkleining.
Indien gewenst kan echter ook een gebruikelijk aandrijf-stelsel van een gebruikelijke walsenstoel van vier hoog worden gebruikt als een aandrijving met een enkele snelheid voor het draaien 15 van de bovenste en onderste steunwalsen 11 en 12’ met hetzelfde aantal omwentelingen per minuut, zoals is weergegeven in fig. U.
Een verschil in de omtrekssnelheid en van de walsen 11 en 12' wordt verschaft door het toepassen van een bovenste wals 12’ met een diameter, die met de diameter van de onderste wals 11 samenhangt voor 20 het verschaffen van een verschil in omtrekssnelheid ten opzichte van V^, zoals bij de voorgaande uitvoeringsvorm en overeenkomstig de gewenste verkleiningsverhouding. Deze uitvoeringsvorm kan worden verkregen met zeer weinig wijziging van een gebruikelijke walsenstoel van vier hoog. Deze uitvoeringsvorm behoeft slechts het in de 25 plaats van de gebruikelijke bovenste steunwals aanbrengen van een grotere steunwals 12'. De in fig. U weergegeven stoel is in hoofdzaak een gewijzigde versie van de stoel volgens fig. 1, zodat derhalve de andere betrokken elementen van de stoel niet worden beschreven.
Het verschil tussen de stoel 10' volgens fig. k en die volgens fig.
30 1 is het gebruik van een aandrijfmechanisme met een enkele snelheid voor het aandrijven van zowel de bovenste als de onderste steunwals, en het gebruik van een bovenste steunwals 12’ met een grotere diameter.
Bij de tot nu toe beschreven uitvoeringsvormen, hebben de 35 bewerkingswalsen 17 en 18 in beginsel dezelfde diameter. Overeen- 800 1 8 46 16 komstig de in de fig. 5 en 6 weergegeven uitvoeringsvorm, welke fig. slechts gewijzigde versies zijn van de stoel volgens fig. 1, is te zien, dat het mogelijk is bewerkingswalsen 17» 17'» 18 of 18* toe te passen met verschillende diameters. In fig. 5 is de 5 "bovenste bewerkingsvals 18 * kleiner in diameter dan de onderste bewerkingswals 17» waarbij in fig. 6 het omgekeerde geldt, zodat de bovenste bewerkingswals 18 groter is dan de onderste bewerkingswals 17'. Het gebruik van de bewerkingswalsen 17» 17’, 18 of 18' met verschillende diameters kan nuttig zijn bij het regelen van de 10 mate van verkleining in de betrokken eerste en derde verkleinings-gebieden.
Bij de stoelen volgens de fig. 5 en 6, worden de walsen 11 en 12 aangedreven door een overbrenging 2h met twee snelheden, zoals beschreven onder verwijzing naar fig. 1. Indien gewenst 15 echter kan de bovenste steunwals 12 in de stoelen volgens de fig.
5 en 6, ook worden veranderd op de wijze, beschreven onder verwijzing naar fig. H, en een overbrenging worden gebruikt met een enkele snelheid.
Het verdient overeenkomstig de uitvinding de voorkeur 20 beide steunwalsen aan te drijven om te verzekeren, dat de verklei-ningsverhouding in verband staat met de snelheidsverhouding van de betrokken walsen.
Overeenkomstig de uitvinding is dus samenvattend een bijzondere samenwerkende walsenstoel verschaft. De steol bevat 25 althans twee steunwalsen en althans twee bewerkingswalsen, die met de assen daarvan in het algemeen in een vlak zijn opgesteld, zoals weergegeven in fig. 1. De steunwalsen 11 en 12 worden aangedreven, waarbij de bewerkingswalsen 17 en 18 vrij draaibaar zijn. De baan wordt op de weergegeven wijze slangvormig door de stoel gestoken 30 voor het verschaffen van drie verkleiningsgebieden. De steunwalsen worden met verschillende omtrekssnelheden overeenkomstig de gewenste verkleiningsverhouding aangedreven.
Overeenkomstig de uitvinding werd een gebruikelijke 15 cm x 15 cm walsenstoel van vier hoog op de in fig. 1 weergegeven wijze 35 ingericht met bewerkingswalsen met een diameter van 3,8 cm. De 800 1 8 46 17 steunwalsen hadden een diameter van 15 cm. De walsenstoel werd via de steunwalsen aangedreven door een rondseistel-vertragingst an dwiel-overbrenging, verbonden door passende spillen. De omtrekssnelheids-verkleining vanaf de bovenste steunvals naar de onderste steunwals 5 werd tot stand gebracht door het wijzigen van de overbrenging door het veranderen van de tandwielen in de rondselsteloverbrenging voor het geven van een 20$ verschil in omwentelingen per minuut of om-trekssnelheid tussen de steunwalsen.
Een roestvrijstaallegering 30¾ met een kaliber van 0,51 mm, 10 onthard en in een baan met een breedte van 5 cm werd als het uitgangsmateriaal gekozen voor het walsen onder toepassing van deze stoel. De baan uit de legering 30¾ werd van het kaliber van 0,51 mm gewalst tot 0,069 mm in 9 doorlopen met een 20$ verkleining van de dikte in elke doorloop. De totale verkleining was ongeveer 86$.
15 Toen de stoel werd gedreven volgens de gebruikelijke wijze van vier hoog zonder de onderhavige wijzigingen, was het slechts mogelijk een totale verkleining van ongeveer 58$ te bereiken voor deze legering, voordat een ontharding nodig was.
Onderzoekingen werden eveneens uitgevoerd onder gebruik-20 making van dezelfde stoel van vier hoog volgens de onderhavige samenwerkende walsopstelling, en het gebruiken van legeringen met als hoofdbestanddeel koper. Een ban uit een CDA-legering 110, welke baan voor 1/¾ hard was, en een dikte had van 0,81 mm, werd gewalst tot 0,17mm in een aantal doorlopen met uitsluiting van de vooraf-25 gaande verkleining voor het verschaffen van de voor een 1/¾ harde toestand. Een 20$ verkleining van de dikte werd bij elke der 7 doorlopen gebruikt. Ook werden onderzoekingen uitgevoerd met een zeer veel harder en minder bewerkbaar aluminiumbrons. Een CDA-legering 688, die in de half-harde toestand was met een oorspronkelijke 30 baandikte van 0,7¾ mm, werd in 7 doorlopen gewalst tot 0,15 mm met een 20$ verkleining van de dikte in elke doorloop. De CDA-legering 688 wordt gewoonlijk na ongeveer een totale verkleining van 50$ bij gebruikelijk walsen, onthard. Met de onderhavige bewerking, zoals hiervoor beschreven, was het mogelijk een totale verkleining 35 te bereiken van ongeveer 78$, met uitsluiting van de voorafgaande 800 1 8 46 18 verkleiningen voor het verschaffen van de half-harde toestand.
De hiervoor beschreven resultaten zijn zeer verrassend en onverwacht. Een gebruikelijk, op grote schaal toegepast door-loopschema omvat gewoonlijk een aantal afnemende percentages ver-5 kleiningen wanneer de baan door bewerking harder wordt. Zoals hiervoor aangetoond is er bij toepassing van de onderhavige samenwerkende walswerkwijze geen noodzaak het percentage dikteverkleining tussen de doorlopen te verminderen.
De onderhavige werkwijze, evenals de inrichting, kan der-10 halve aanzienlijke besparingen en verbeteringen van de doelmatigheid bereiken van het walsen door het vergroten van het percentage verkleining, dat kan worden opgenomen in elke doorloop door de stoel, en het vergroten van het totale aantal doorlopen, dat tussen ont-hardingen kan worden uitgevoerd. Dit wordt tot stand gebracht zon-15 der de ./verschillende nadelen, zoals beschreven onder verwijzing naar de bekende werkwijzen. Verder bereikt de onderhavige inrichting, evenals de werkwijze, deze verbeteringen op een aanzienlijk vereenvoudigde wijze in vergelijking met de bekende benaderingen.
Hoewel in de voorbeelden een 20¾ verkleining per doorloop 20 werd gebruikt, kunnen grotere percentages verkleiningen per doorloop, indien gewenst, worden gebruikt. Gemeend wordt, dat de onderhavige werkwijze althans een 35$-ige verkleining per doorloop kan bereiken. Hoewel het overeenkomstig de uitvinding mogelijk is het walsen met hetzelfde percentage verkleining per doorloop uit te 25 voeren, zoals aangetoond, kan elk gewenst doorloopschema worden toegepast.
Hoewel de uitvinding is beschreven onder verwijzing naar roestvrijstaal legeringen en legeringen met als hoofdbestanddeel koper, wordt gemeend, dat de uitvinding wijd toepasbaar is voor 30 elk metaal of elke legering, gevoelig voor plastische vervorming, zoals bijvoorbeeld ijzer en ijzerlegeringen, koper en koperlegeringen, nikkel en nikkellegeringen, aluminium en aluminiumlegeringen, enz.
Hoewel een vertikale opstelling van de walsen is weergegeven, kunnen deze horizontaal of naar keuze anderszins zijn opge-35 steld. Het is in de praktijk mogelijk gebleken de genoemde 15cmx15cm - 800 1 8 46 19 stoel te bedienen zonder het gebruik van wiegwalsstellen 28 en 29, zodat de trekkrachten en worden verschaft door de windinrich-tingen 30 en 31.
De uitdrukking "in het algemeen in een vlak" zoals ge-5 bruikt bij het beschrijven van de opstelling van de verschillende walsassen 1U» 16, 3¼ en 15, is bedoeld om elke kleine kanteling te omvatten van het vlak van de bewerkingswalsassen 3¼ en 35 ten opzichte van het vlak 15 van de steunwalsassen 1^ en 16.
Overeenkomstig de uitvinding is het mogelijk een aanzien-10 lijk aantal doorlopen door de stoel te gebruiken, zonder zodoende de scheidingskracht te vergroten, waardoor de steol onwerkzaam wordt gemaakt voor het verder verkleinen, en een ontharding nodig is. Verder is door de onderhavige werkwijze, evenals de inrichting opgewekte scheidingskracht aanzienlijk kleiner dan te verwachten ^ voor een gebruikelijke valsenstoel. De onderhavige werkwijze, evenals de inrichting, wordt alleen beperkt door de mogelijkheid van de baan tot absorberen van plastische vervorming. Het is duidelijk, dat overeenkomstig de uitvinding een samenwerkende walswerkwijze- en inrichting is verschaft, die volledig voldoet aan de gestelde 20 doeleinden. Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van bepaalde uitvoeringsvormen daarvan, is het duidelijk, dat vele veranderingen, wijzigingen en variaties kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
80 0 1 8 46

Claims (23)

1. Walsenstoel voor het verschaffen van toegenomen ver-kleiningspercentages van de dikte van een metalen haan per doorloop, en toegenomen totale verkleiningen tussen onthardingen in, 5 gekenmerkt door althans eerste en tweede, aangedreven steunwalsen, voorzien van eerste en tweede walsassen, die een eerste vlak bepalen, welke steunwalsen onderling kunnen bewegen volgens het eerste vlak naar en vanaf elkaar, door althans eerste en tweede vrij draaibare bewerkingswalsen, voorzien van derde en vierde walsassen, 10 welke bewerkingswalsen aanzienlijk kleinere diameters hebben dan de steunwalsen, waarbij de derde en vierde walsassen in het algemeen in het eerste vlak liggen, en de bewerkingswalsen zijn aangebracht tussen de eerste en tweede steunwalsen en in het algemeen in het eerste vlak naar en vanaf de steunwalsen en onderling kunnen bewegen, 15 door middelen voor het zodanig aandrijven van de steunwalsen, dat de omtrekssnelheid van de eerste steunwals lager ligt dan die van de tweede steunwals, waarbij de walsen zijn opgesteld voor het opnemen van drie dikteverkleiningen in de baan tijdens een enkele doorgang door de stoel, waarvan de eerste verkleining wordt opgenomen in e§p 20 eerste walsgreep tussen de eerste steunwals en de eerste bewerkings-wals, de tweede wordt opgenomen in een tweede walsgreep tussen de eerste bewerkingswals en de tweede bewerkingswals, en de derde in een derde walsgreep tussen de tweede bewerkingswals en de tweede steunwals, en zodanig zijn opgesteld, dat de baan slangvormig door 25 £e stoel beweegt, waarbij de baan eerst de eerste steunwals omvat, en dan een S-voimige toom vormt rond de bewerkingswalsen en dan de tweede steunwals omvat, door middelen voor het uitoefenen van een voorwaartse en achterwaartse trekkracht op de baan wanneer deze door de stoel beweegt, en door een persmiddel voor het uitoefenen 30 van een gewenste druk tussen de walsen.
2. Walsenstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verhouding van de diameters van de eerste of tweede steunwalsen tot de eerste of tweede bewerkingswalsen tussen 2:1 en 9s1 ligt.
3. Walsenstoel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 35 de verhouding tussen 3:1 en 8:1 ligt. 800 1 8 46 U. Walsenstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk» dat de derde en vierde assen van de bewerkingswalsen een tweede vlak bepalen, dat gekanteld is met betrekking tot het eerste vlak van de steunwalsenin een mate van minder dan 10° en in een richting ^ van de metalen baan.
5. Walsenstoel volgens conclusie k, met het kenmerk, dat het tweede vlak van de bewerkingswalsen ten opzichte van het eerste vlak van de steunwalsen over minder dan 5° is gekanteld.
6. Walsen stoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 de tweede steunwals een diameter heeft, die kleiner is dan die van de eerste steunwals.
7· Walsenstoel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen de eerste en tweede steunwalsen met hetzelfde aantal omwentelingen per minuut kunnen aandrijven, waarbij de dia-•J5 meters van de eerste en tweede steunwalsen zijn gekozen voor het verschaffen van de omtrekssnelheidsverhouding.
8. Walsenstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste bewerkingswals een diameter heeft, die verschilt van die van de tweede bewerkingswals. 20 9· Walsenstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk,dat de aandrijfmiddelen de steunwalsen met bijbehorende verschillende aantallen omwentelingen per minuut aandrijven.
10. Walsenstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de baan ongeveer 180° omvat van elk der bewerkingswalsen.
11. Walsenstoel volgensconclusie 10, met het kenmerk, dat de baan ongeveer 270° omvat van de omtrek van de steunwalsen.
12. Walsenstoel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat middelen zijn aangebracht voor het aanbrengen van koelmiddel en smeermiddel op elk der walsen op een niet door de baan omvat opper- 30 vlak daarvan.
13. Werkwijze voor het walsen van een metalen baan, welke werkwijze een toegenomen percentage verkleining kan verschaffen van de dikte van de metalen baan per doorloop, en een toegenomen totale verkleining tussen onthardingen in, gekenmerkt door het 35 verschaffen van althans eerste en tweede, aangedreven steunwalsen, 800 1 8 46 voorzien van bijbehorende eerste en tweede walsassen, die een eerste vlak bepalen, welke steunwalsen volgens het eerste vlak naar en vanaf elkaar kunnen bewegen, verder het verschaffen van althans eerste en tweede vrij draaibare bewerkingswalsen, voorzien 5 van derde en vierde walsassen, welke bewerkingswalsen aanzienlijk kleinere diameters hebben dan de steunwalsen, waarbij de derde en vierde walsassen in het algemeen in het eerste vlak liggen, en de bewerkingswalsen zijn aangebracht tussen de eerste en tweede steunwalsen, en in het algemeen in het eerste vlak naar en vanaf de 10 steunwalsen en onderling kunnen bewegen, het zodanig aandrijven van de steunwalsen, dat de omtrekssnelheid van de eerste steunwals lager ligt dan die van de tweede steunwals, het leiden van de baan door de walsen in salngvorm, waarbij de baan eerst de eerste steunwals omvat, en dan een S-vormige toom vormt rond de bewerkingswalsen 15 en dan de tweede steunwals omvat, het uitoefenen van een voorwaartse en achterwaartse trekkracht op de baan wanneer deze door de walsen loopt, en het uitoefenen van een gewenste druk tussen de walsen, waardoor een eerste verkleining van de dikte wordt aangebracht in een eerste walsgreep tussen de eerste steunwals en de eerste bewer-2o kingswals, verder een tweede verkleining van de dikte in een tweede walsgreep tussen de eerste bewerkingswals en de tweede bewerkings-wals, en een derde verkleining van de dikte in een derde walsgreep tussen de tweede bewerkingswals en de tweede steunwals.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat 25 de walsen zodanig worden gekozen, dat de verhouding van de diameters van de eerste of tweede steunwalsen tot de eerste of tweede bewerkingswalsen tussen 2:1 en 9:1 ligt.
15. Werkwijze volgens conclusie 1*t, met het kenmerk, dat de verhouding tussen 3:1 en 8:1 ligt.
16. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de derde en vierde assen van de bewerkingswalsen een tweede vlak bepalen, dat ten opzichte van het eerste vlak van de steunwalsen is gekanteld in een mate van minder dan 10° en in een richting van de metalen baan. 35 17· Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat 80 0 1 8 46 ·* het tweede vlak van de bewerkingswalsen ten opzichte van het eerste vlak van de steunvalsen over minder dan 5° is gekanteld.
18. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat dat het aandrijven bestaat uit het aandrijven van de eerste en 5 tweede steunwalsen met hetzelfde aantal omwentelingen per minuut, waarbij de diameters van de eerste en tweede steunwalsen worden gekozen voor het verschaffen van de omtrekssnelheidsverhouding.
19. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de bewerkingswalsen zodanig worden gekozen, dat de eerste bewerkings-10 wals een andere diameter heeft dan de tweede.
20. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het aandrijven wordt gevormd door het aandrijven van de steunwalsen met bijbehorende verschillende aantallen omwentelingen per minuut.
21. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat 15 koelmiddel en smeermiddel worden aangebracht op niet door de baan omvatten oppervlakken van de walsen.
22. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de baan ongeveer 1800 omvat van de omtrek van elk der bewerkingswalsen.
23. Werkwijze volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de baan ongeveer 270° omvat van de omtrek van de steunwalsen. 2k. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de baan door de rollen wordt geleid in een aantal doorlopen, waarbij het percentage verkleining van de dikte voor elke doorloop 25 van de baan door de walsen, gelijk is.
25. Werkwijze volgens conclusie 2U, met het kenmerk, dat de percentage verkleining van de dikte voor elke doorloop althans 20# is.
26. Walsenstoel in hoofdzaak zoals in de beschrijving 30 beschreven en in de tekening weergegeven.
27. Werkwijze in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. .1 U 800 1 8 46
NL8001846A 1979-03-29 1980-03-28 Inrichting en werkwijze voor het verkleinen van de dikte van een metalen baan. NL8001846A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/025,232 US4244203A (en) 1979-03-29 1979-03-29 Cooperative rolling process and apparatus
US2523279 1979-03-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8001846A true NL8001846A (nl) 1980-10-01

Family

ID=21824821

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8001846A NL8001846A (nl) 1979-03-29 1980-03-28 Inrichting en werkwijze voor het verkleinen van de dikte van een metalen baan.

Country Status (17)

Country Link
US (1) US4244203A (nl)
JP (1) JPS55130304A (nl)
KR (1) KR840002037B1 (nl)
AU (1) AU5700380A (nl)
BE (1) BE882506A (nl)
BR (1) BR8001817A (nl)
CA (1) CA1127431A (nl)
CS (1) CS216683B2 (nl)
DD (1) DD150160A5 (nl)
DE (1) DE3012225A1 (nl)
ES (2) ES8101936A1 (nl)
FR (1) FR2452330B1 (nl)
GB (1) GB2044652B (nl)
IT (1) IT1146982B (nl)
NL (1) NL8001846A (nl)
PL (1) PL223074A1 (nl)
SE (1) SE8002422L (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4329863A (en) * 1980-07-09 1982-05-18 Olin Corporation Cooperative rolling process and apparatus
US4412439A (en) * 1981-05-04 1983-11-01 Olin Corporation Cooperative rolling mill apparatus and process
US4414832A (en) * 1981-09-11 1983-11-15 Olin Corporation Start-up and steady state process control for cooperative rolling
US4467954A (en) * 1981-10-05 1984-08-28 Olin Corporation Process for obtaining a composite article
US4781050A (en) * 1982-01-21 1988-11-01 Olin Corporation Process and apparatus for producing high reduction in soft metal materials
JPS58125601U (ja) * 1982-02-15 1983-08-26 石川島播磨重工業株式会社 異速圧延機
US4478064A (en) * 1982-03-04 1984-10-23 Olin Corporation Modifications to a cooperative rolling system for increasing _maximum attainable reduction per pass
JPS58196149A (ja) * 1982-05-11 1983-11-15 Furukawa Electric Co Ltd:The 鉛又は鉛合金条の連続製造方法
US4415377A (en) * 1982-06-28 1983-11-15 Olin Corporation Duplex rolling process and apparatus
JPS59107703A (ja) * 1982-12-13 1984-06-22 Hitachi Ltd 異周速連続圧延機
JPS61140864U (nl) * 1985-02-22 1986-09-01
US5992201A (en) * 1998-12-07 1999-11-30 Danieli United Rolling and shearing process and apparatus background
US6003354A (en) * 1998-12-22 1999-12-21 Danieli United, A Division Of Danieli Corporation Extrusion rolling method and apparatus
US7926358B2 (en) * 2007-01-29 2011-04-19 Metacure Limited Method for testing fatigue of a lead
US9309714B2 (en) 2007-11-13 2016-04-12 Guardian Ig, Llc Rotating spacer applicator for window assembly
US8967219B2 (en) 2010-06-10 2015-03-03 Guardian Ig, Llc Window spacer applicator
WO2009064915A1 (en) * 2007-11-13 2009-05-22 Infinite Edge Technologies, Llc Reinforced window spacer
US8586193B2 (en) * 2009-07-14 2013-11-19 Infinite Edge Technologies, Llc Stretched strips for spacer and sealed unit
KR101084314B1 (ko) * 2010-03-18 2011-11-16 강릉원주대학교산학협력단 비대칭 압연장치, 비대칭 압연방법 및 이를 이용하여 제조된 압연재
US9228389B2 (en) 2010-12-17 2016-01-05 Guardian Ig, Llc Triple pane window spacer, window assembly and methods for manufacturing same
US9260907B2 (en) 2012-10-22 2016-02-16 Guardian Ig, Llc Triple pane window spacer having a sunken intermediate pane
US9689196B2 (en) 2012-10-22 2017-06-27 Guardian Ig, Llc Assembly equipment line and method for windows

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2316067A (en) * 1939-06-20 1943-04-06 Bell Telephone Labor Inc Method of threading rolling mills
US2332796A (en) * 1941-01-25 1943-10-26 Carnegie Illinois Steel Corp Reduction of elongated bodies
US2291361A (en) * 1941-05-02 1942-07-28 Inland Steel Co Ferrous sheet material and method of and apparatus for hardening ferrous sheet material
US2392323A (en) * 1941-12-20 1946-01-08 Joseph W Koss Rolling strip metal
US2526296A (en) * 1943-08-12 1950-10-17 United Eng Foundry Co Method and apparatus for processing strip metal
US2370895A (en) * 1944-04-28 1945-03-06 Wean Engineering Co Inc Method and apparatus for rolling strip
US3238756A (en) * 1961-05-03 1966-03-08 Gen Electric Material forming method and apparatus
GB969395A (en) * 1962-07-09 1964-09-09 Metal Box Co Ltd Improvements in or relating to the treatment of strip metal
GB1086643A (en) * 1965-02-18 1967-10-11 Metal Box Co Ltd Improvements in or relating to the treatment of strip metal
GB1087097A (en) * 1965-04-02 1967-10-11 Metal Box Co Ltd Improvements in or relating to the treatment of strip metal
ES324971A1 (es) * 1965-04-07 1966-12-16 United States Steel Corp Procedimiento y aparato para la laminaciën de una tira bajo compresiën y tensiën
US3377830A (en) * 1965-06-18 1968-04-16 United States Steel Corp Method and apparatus for reducing strip
FR1506671A (fr) * 1965-12-13 1967-12-22 Imp Metal Ind Kynoch Ltd Procédé de laminage des métaux
GB1223188A (en) * 1968-06-07 1971-02-24 Metal Box Co Ltd Improvements in or relating to the treatment of strip metal
US3527078A (en) * 1968-08-12 1970-09-08 Head Wrightson & Co Ltd Strip flattening
US3709017A (en) * 1969-06-26 1973-01-09 V Vydrin Method of rolling metal sheet articles between the driven rolls of the roll mill
GB1323185A (en) * 1971-03-05 1973-07-11 Metal Box Co Ltd Treating strip metal
FR2144529B1 (nl) * 1971-06-28 1974-04-05 Ch Politekhnic
JPS5147421B2 (nl) * 1972-11-30 1976-12-15
DE2258932C3 (de) * 1972-12-01 1979-05-10 Tscheljabinskij Politechnitscheskij Institut Imeni Leninskogo Komsomola, Tscheljabinsk (Sowjetunion) Kontinuierliches Walzwerk für MetaUbandhalbzeug

Also Published As

Publication number Publication date
IT8048289A0 (it) 1980-03-28
PL223074A1 (nl) 1981-01-30
JPS55130304A (en) 1980-10-09
CS216683B2 (en) 1982-11-26
IT1146982B (it) 1986-11-19
US4244203A (en) 1981-01-13
ES490037A0 (es) 1980-12-16
FR2452330B1 (fr) 1985-08-30
KR830001687A (ko) 1983-05-18
ES8101937A1 (es) 1980-12-16
KR840002037B1 (ko) 1984-11-06
CA1127431A (en) 1982-07-13
FR2452330A1 (fr) 1980-10-24
GB2044652B (en) 1982-11-10
JPS6120363B2 (nl) 1986-05-22
DD150160A5 (de) 1981-08-19
ES490025A0 (es) 1980-12-16
BR8001817A (pt) 1980-11-18
BE882506A (fr) 1980-09-29
ES8101936A1 (es) 1980-12-16
DE3012225A1 (de) 1980-10-09
GB2044652A (en) 1980-10-22
SE8002422L (sv) 1980-09-30
AU5700380A (en) 1980-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8001846A (nl) Inrichting en werkwijze voor het verkleinen van de dikte van een metalen baan.
US3823593A (en) Method of rolling metal sheet articles between the driven rolls of the roll mill
US4406141A (en) Straightening apparatus for steel pipes and the like
US4736607A (en) Apparatus for bias rolling of strip metal
US3690138A (en) Process and apparatus for stretch forming metal
JP2728965B2 (ja) 金属線、または金属管の連続引抜き装置
US3507135A (en) Method and apparatus for forming thin metal belts
US3143010A (en) Method of and apparatus for reducing the thickness of metal
US3270543A (en) Machine for flattening and curling of metal strip
US5383515A (en) Twin roll casting
US4414832A (en) Start-up and steady state process control for cooperative rolling
US2147301A (en) Method and apparatus for rolling metal
US4329863A (en) Cooperative rolling process and apparatus
GB1565436A (en) Pilger rolling of tubes
US4412439A (en) Cooperative rolling mill apparatus and process
RU2154538C1 (ru) Способ полосовой горячей прокатки и широкополосовой стан горячей прокатки для его осуществления
JPH0616890B2 (ja) 圧延材板形状の調整装置
US5992201A (en) Rolling and shearing process and apparatus background
JPH0152083B2 (nl)
RU2182050C2 (ru) Способ полосовой горячей прокатки
US3382696A (en) Apparatus for working metals and other materials
JPS6192703A (ja) 圧延材を技術的に制御する方法及び装置
JPH06254601A (ja) 不等辺山形鋼の圧延方法
SU816597A1 (ru) Роликова проводка сортовогоСТАНА
JPS6076203A (ja) 板材のエツジヤ−圧延方法

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed