NL8000424A

NL8000424A - Inrichting voor het doorsnijden van geslacht gevogelte.

Info

Publication number: NL8000424A
Application number: NL8000424A
Authority: NL
Inventors: Jacobus E Hazenbroek
Original assignee: Systemate B V
Priority date: 1980-01-23
Filing date: 1980-01-23
Publication date: 1981-08-17
Also published as: AU540291B2; JPS6018371B2; BR8100339A; EP0033177B1; EP0033177A1; USRE32697E; JPS56113247A; AU6624881A; DK27481A; NZ196079A; DK157160B; DE3160498D1; DK157160C; US4406037A; CA1147914A; ZA81485B; ATE3937T1

Description

^ ,

Inrichting voor het doorsnijden van geslacht gevogelte.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking cp een inrichting voor het doorsnijden van geslacht gevogelte in afzonderlijke stukken.

Bij de tot nu toe gevolgde methode voor het in afzonder-5 lijke stukken snijden van geslacht gevogelte wordt dit net de hand gedaan door speciale vakmensen, die gebruik maken van al of niet door motoren aangedreven messen. Wanneer net gewone messen wordt gewerkt, is het in af zonderlijke stukken snijden van geslacht gevogelte een moeizaam en langdurig karwei, terwijl het werken net de 10 aangedreven messen bijzonder gevaarlijk is, vooral wanneer een hoge produktie moet worden gehaald. In beide gevallen kan daarom slechts een betrékkelijk lage produktie; per tijdseenheid worden bereikt. Een ander bezwaar van deze bekende methode is, dat het gevogelte in stukken met s ter^ui teenlcpend gewicht wordt doorgesneden.

15 De onderhavige uitvinding heeft ten doel, de bezwaren van deze bekende methode en inrichting cp te heffen.

Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding de inrichting bestaat uit een frame en uit ten minste een aan zijn ene einde aan een aandrijf inrichting cp het frame bevestigde bewer-20 kingsarm, die aan zijn andere uiteinde is voorzien van een in zijn geheel concentrisch cm de arm draaibare bewerkingsinrichting voor de vogel, welke bewerkingsinrichting aan de naar de aandrijf inrichting toegekeerde zijde is voorzien van een instelmechanisme, dat tijdens de beweging van de bewerkingsarm de bewerkingsinrichting kan doen 25 draaien om de arm, te weten vanuit een beginstand achtereenvolgens over een hoek van 90°, over een hoek van 15° in dezelfde draairichting tot in een stand van 105° ten. opzichte van de beginstand, over een hoek van 30° in tegengestelde draairichting tot in een stand van 800 04 24

Jh 2 75° ten opzichte van de begins tand en over een hoek van 75° in tegengestelde draairichting tot in de begins tand, en van een blokkeer-mechanisme, dat de bewerkingsinrichting in de genoemde standen kan blokkeren, welke bewerkingsinrichting aan de van de de aandrijfin-5 richting afgekeerde zijde is voorzien van een qpspanmechanisme voor de vogel en dat de doorsnijinrichting verder een aantal vast cp^iet frame cpgestelde messen cmvat, die achtereenvolgens bestaan uit een eerste vertikaal staand nes voor het afsnijden van een borststuk, uit een tweede horizontaal mes voor het overlangs middendoor snijden 10 van de vogel, uit een derde in hoofdzaak horizontaal mes voor het afsnijden van de ene vleugel, uit een vierde in hoofdzaak horizontaal mes voor het afsnijden van de andere vleugel, uit een vijfde nes, dat onder een hoek van 45° ten opzichte van de horizontaal staat voor het afsnijden van de gehele poot en uit een zesde horizontaal cpge-15 steld mes voor het afsnijden van de onderpoot van het bilstuk.

Door toepassing van deze maatregelen kan met de inrichting volgens de uitvinding het gevogelte cp een snelle en veilige manier in stukken worden gesneden, welke stukken bovendien in hoofdzaak hetzelfde gewicht hébben. Met de inrichting volgens de uitvinding kan 20 een produktie van ongeveer 1000 vogels per uur worden bereikt net één persoon voor het aanbrengen van de vogels cp de cpspaninrichting.

Bij een voorkeursuitvoeringsvom van de inrichting volgens de uitvinding is een aantal radiale bewerkingsarmen bevestigd qp een roteerbare naaf opmeen centrale as in het frame, is het instelmecha-25 nisme voorzien van drie instelpennen, die in radiale stand zijn gemonteerd op een naaf van de bewerkingsinrichting en waarvan, uitgaande van de vertikale begins tand van het cpspanmechanisme en gezien in radiale richting van de bewerkingsarm van buitenaf, de eerste instelpen over een hoek van 40° in tegehklcksgewij ze draairichting 30 ten opzichte van de begins tand is verplaatst, de tweede instelpen over een hoek van 75° in kldksgewijze draai richting ten opzichte van de begins tand is verplaatst en de derde instelpen over een hoek van 135° in klcksgewijze draairichting ten opzichte van de begin-stand is verplaatst, welke instelpennen bij de rotatie van de bewer-35 kingsarm kunnen samenwerken met vier vast cp het frame cpgestelde instelndkken, waarvan, in de draairichting van de bewerkingsarm, de 800 04 24 3

ΚΤ A

eerste instelnok door aangrijping op de eerste instelpen de bewerkings-inrichting kloksgewijze over een hoek van 90° om de bewerkingsarm kan doen draaien, de tweede instelnok door aangrijping op de eerste instelpen de bewerkingsinrichting kloksgewijze over een hoek van 15° verder 5 kan draaien, waarbij de eerste en de tweede instelnok boven de bewerkingsarm zijn opgesteld, vervolgens de derde instelnok door aangrijping op de tweede instelpen de bewerkingsinrichting over een hoek van 30° tegenkloksgewij ze kan doen terugdraaien en de vierde instelnok door aangrijping op de derde instelpen de bewerkingsinrichting 10 tegenkloksgewij ze over een hoek van 75° kan doen terugdraaien in de vertikale begins tand, waarbij de derde en de vierde instelnok onder de bewerkingsarm zijn opgesteld, is het blokkeermechanisme voorzien van een vast op het frame gemonteerde blokkeerring met vier vaste deblok-keemokken, van een tegen veerkracht in terugtrekbare blokkeerpen, die 15 op de bewerkingsarm is gemonteerd en kan grijpen in vier gaten in een blokkeerschijf, die vast op de naaf van de bewerkingsinrichting is gemonteerd, welke vier gaten corresponderen met de genoemde vier verschillende draaistanden van de bewerkingsinrichting en van een hefboom, die schamierbaar is gemonteerd op de bewerkingsarm en die aan zijn 20 ene einde samenwerkt met de blokkeerring en de deblokkeemokken en aan zijn andere uiteinde is gekoppeld met de blokkeerpen, is het opspan-mechanisme voorzien van verende ophangorganen, die grijpen onder de kniegewrichten, van een opspanplaat voor het steunen van de romp en van verende klemmen voor de vleugels en zijn de messen cirkelzaag-25 vormig en aandrijfbaar door hydromotoren. Door toepassing van deze maatregelen wordt een relatief eenvoudige en bedrijfszekere inrichting verkregen, die weinig onderhoud nodig heeft. Bij een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding is de opspanplaat van het opspanmechanisme net behulp van een. U-vormige 30 beugel gemonteerd aan het voorste einde van de naaf van de bewerkingsinrichting, bestaan de ophangorganen voor de poten van de vogels uit een Y-vormige hefboom, die nabij het verbindingspunt van de drie hef-boomarmen op een schamieras loodrecht op de U-vormige beugel is gemonteerd, waarvan de vrije einden van de twee naast elkaar liggende 35 armen zijn voorzien van U-vormige haken en waarvan de derde arm door middel van een trekveer met een 800 0 4 24 4 naaf van de bewerkingsinrichting is verbonden en bedienbaar is door een vaste nek nabij de uitgangsstand voor het opspannen van de vogel, zijn de L-vormige vleugelklenmen schamierbaar cm een tweede schamieras loodrecht cp de bengel en aan de andere zijde voorzien 5 van een hefboanarm, die bedienbaar is door een staaf die is gemonteerd is cp een stang, die verschuifbaar in de benen van de U-vonnige beugel is gemonteerd, welke stang door middel van een U-vormige beugel schamierbaar is verbonden met de evenwijdige armen van de Y-vormige hefboon en zijn de vleugelklenmen cp de schamieras zijde-10 lings naar elkaar toe beweegbaar door middel van een vaste nok met een sinusvormige nokholte, die samenwerkt met een cp de schamieras gemonteerde draaibare nok met een sinusvormig profiel, welke draaibare nek in hoofdzaak tegelijk met de vleugeIkleirmen bedienbaar is.

Deze uitvoeringsvorm van het opspanmechanisme vergemakke-15 lijkt het aanbrengen van de vogel en de vogel wordt cp een zodanige wijze gespannen, dat het doorsnijden van de vogel met de cirkel-zaagvarmige messen cp de juiste wijze geschiedt.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening net een uit-voeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.

20 Fig. 1 is een zijaanzicht van een bewerkingsarm met de aandrij finrichting, fig. 2 is een perspectivisch aanzicht van het cpspanmecha- nisme, fig. 3 is een schematisch bovenaanzicht van de inrichting 25 volgens de uitvinding, fig. 4 is een schematisch vooraanzicht van de blckkeer-schijf net de instelpennen, fig. 5 is een bovenaanzicht van een vleugelklem met zijn bedieningsorganen en 30 de fig. 6 t/m 9 zijn perspectivische aanzidite van de in- stelnckken van de inrichting volgens de uitvinding.

De inrichting volgens de uitvinding is gemonteerd in een frame 1 (zie fig. 3), dat bestaat uit twee cp afstand boven elkaar liggende kruisbalken 2 en 3, die bestaan uit haaks op elkaar gelaste 35 balken 4, cp de uiteinden waarvan vertikale poten 5 zijn gemonteerd, waarbij cp de bovenste kruisbalk 2 een hydronotor met een aandrijfas 800 0 4 24 5

*« J

6 en een rondsel 7 is gemonteerd, welk rondsel in ingrijping is met een tandwiel 8, dat is gemonteerd op een centrale naaf 9, die draaibaar is gemonteerd op een vertikale spil 10, die centraal en vast in het frame 1 is cpgesteld (fig. 3).

5 De inrichting volgens de uitvinding is, gezien in bovenaan zicht (zie fig. 3) onderverdeeld in vier kwadranten I, II, III en IV van elk 90°. In het eerste kwadrant I wordt de vogel cp een cpspan-mechanisms gébracht en gespannen, in het tweede kwadrant II en het derde kwadrant III alsmede in een deel van het vierde kwadrant IV 10 wordt de vogel in negen stukken gesneden met ongeveer gelijk gewicht, terwijl in het resterende deel van het vierde kwadrant IV het cpspan-mechanisme wordt geopend, waarbij de losse delen van de vogel worden cpgevangen cp een transportband die onder het vierde kwadrant is cpgesteld.

15 Bij de inrichting volgens de uitvinding zijn cp de aandrijf- bare naaf (9) acht bewerkingseenheden (11) gemonteerd op radiale anten (12). Het aantal bewerkingseenheden is vanzelfsprekend niet bqperkt tot acht. Het aantal bewerkingseenheden kan zowel kleiner als groter zijn dan acht, afhankelijk van de gewenste kapaciteit van de inrichting.

20 In de hierna volgende beschrijving is uitgegaan van één roteerbare arm 12, waarvan de uitgangsstand hg 0° rotatie ligt cp de scheiding tussen het eerste kwadrant I en het tweede kwadrant II.

Bij de inrichting volgens de uitvinding is de eigenlijke bewerkingsinrichting 13 gemonteerd aan het vrije uiteinde van de be-25 werkingsam 12 (zie fig. 1). Deze bewerkingsinrichting bestaat uit een instelmechanisme 14 en een blckkeermechanisme 15, die aan het radiale binneneinde zijn aangebracht en uit een cpspanmechanisme 16 aan het radiale buiteneinde, welk instelmerihanisma en blokkeermechariisme alsmede het cpspanmechanisme vast zijn gemonteerd op een busvormige naaf 30 17, die concentrisch en draaibaar is gemonteerd op de bewerkingsarm 12.

Aan het radiale binneneinde van de naaf 17 is een blokkeer-schijf 18 gemonteerd, fig. 1 en 3. Aan de radiale binnenzijde van de blokkeerschijf 18 bevindt zich het blckkeermechanisme 15, dat bestaat 35 uit een bus 19, die net de arm 12 is verbonden en waarin een blokkeer-pen 20 tegen veerkracht in radiale richting binnenwaarts terugtrekbaar is door middel van een hefboom 21, die schamierbaar is op de bewer- 800 04 24 4. ψ 6 kingsarm 12 en die aan zijn vrije uiteinde is voorzien van een draaibare rol 22, die kan samerwerken met een nökkeribaan 23 met vier de-blokkeemdkken 24-27, en welke blokkeerpen kan grijpen in vier gaten 28-31 in de blokkeerschijf 18, waarvan het eerste gat 28 overeenkomt 5 met de vertikale stand van de vogel en de andere gaten 29 , 30 en 31 achtereenvolgens overeenkomen net een draaiingshoek van de bewer-kingsinrichting 13 over 90°, 105°, resp. 75° vanuit de vertikale begins tand, in kloksgewijze richting, gezien in radiale richting van buitenaf.

10 Aan de radiale buitenzijde van de blokkeerschijf 18 is de naafbus 17 voorzien van een dikke flens 32, door middel waarvan de blokkeerschi jf op de naafbus is gemonteerd en waarin in hetzelfde vlsk radiaal drie instelpennen 33-35 zijn gemonteerd, waarbij, uitgaande van de vertikale stand van het qpspanmschanisme 16, de eerste 15 instelpen 33 gezien in radiale richting van buitenaf, in têgenkloks-gewijze richting over een hoek van 40° is verplaatst ten opzichte van de vertikale lijn door het eerste gat 28, de tweede instelpen 34 in kloksgewijze richting over een hoek van 75° is verplaatst ten opzichte van die vertikale lijn en de derde instelpen 35 in kloks-20 gewijze richting over een hoek van 135° is verplaatst ten opzichte van die vertikale lijn. Deze instelpennen 33, 34 en 35 werken bij de draaiing van de bewerkingsarm 12 cm de vertikale as 10 samen met vier vast cpgestelde instelnckken 37 , 38 , 39 en 40 (zie de fig. 3 en 6 t/. 9).

25 Op de bovenste kruisbalk 2 van het frame 1 is de ring vormige ndkkenbaan 23 bevestigd, waarop de vier bovengenoemde de-blokkeemckken 24 t/m 27 zijn vastgelast. Tevens is cp de bovenste kruisbalk 2 een kwartcirkelvormige ring 36 bevestigd, waarop de twee instelnckken 37 en 38 zijn bevestigd, terwijl de andere twee instel-30 nekken 39 en 40 vast zijn bevestigd cp een tweede kwartcirkelvormige ring (41), die cp de onderste kruisbalk 3 is vastgezet.

De eerste deblckkeemck 24 is geplaatst in de uitgangsstand van0° van de roteerbare bewerkingsarm 12, waarbij het cpspanmechanis-me 16 nog vertikaal staat. Deze blokkeemck 24 bedient de hefboom 21, 35 die schamieerbaar is cp de bewerkingsarm 12 en die aan zijn andere uiteinde net een vork 42 aangrijpt cp een ring 43 cp de blokkeerpen 800 0424 • « * 7 20 en de blokkeerpen 20 terugtrekt uit het eerste gat 28 in de blokkeerschijf 18. Daarna komt de eerste instelpen 33 in ingrijping net de eerste instelnok 37, die cp een rotatiehoek van de roteerbare bewerkingsarm 12 van 2° Is cpgesteld, waarbij de eerste instel-5 nek 37 de instelpen 33 tegenhoudt en de bewerkingsinriditing 13, van buitenaf in radiale richting gezien, klcksgewijze over een hoek van 90° in de horizcntale stand draait, waarna de eerste deblokkeemck 24 de blokkeerpen 20 vrijgeeft en deze in het tweede gat 29 in de blokkeerschijf 18 grijpt.

10 De tweede deblokkeemck 25 staat cp een rotatiehoek van + 83°, waarbij de blckkeerpai 20 cp de bovenbeschreven wijze wordt teruggetrokken. De tweede'.instelnok 38 is cpgesteld cp een rotatiehoek van de roteerbare bewerkingsarm van + 85° en kant in aanraking met de eerste instelpen 33 en draait de bewerkingsinrichting 13 kloks-15 gewijze over een hoek van 15° tot in een draaistand van 105° ten opzichte van de vertikale uitgangsstand bij 0°, waarna de tweede deblokkeemck 25 de blokkeerpen 25 vrijgeeft, die dan in het derde gat 30 van de blokkeerschijf 18 grijpt.

De derde deblckkeemok 26 staat op een rotatiehoek van 20 + 133° en de derde instelnok 39 cp een rotatiehoek van + 135° en kant in aanraking met de tweede draaipen 34 en draait de bewerkingsinrichting 13 over een hoek van 30° tegenklaksgewijze terug tot in een draaistand van 75° ten opzichte van de vertikale uitgangsstand, waarna de derde deblckkeemok 26 de blokkeerpen 20 vrijgeeft, die dan in het 25 vierde gat 31 van de blokkeerschijf 18 grijpt.

De vierde deblokkeemck 27 staat cp een rotatiehoek van + 178° van de roteerbare bewerkingsarm vanuit de uitgangsstand van 0°, waarbij de blokkeerpen 20 wordt teruggetrokken. De vierde instelnok 40 is opgesteld op een rotatiehoek van + 180° en kant in 30 aanraking met de derde draaipen 35 en draait de bewerkingsinrichting 13 over een hoek van 75° tegenklcksgewijze terug in de vertikale uitgangsstand, waarna de vierde déblokkeemok 27 de blokkeerpen 20 vrijgeeft, die dan weer in het eerste gat 28 van de blokkeerschijf 18 grijpt.

35 Het cpspanmechanisme 16 is gemonteerd aan het vrije uitein de van de naafbus 17. Daartoe is een U-vormige beugel 44 met de bodem 80 0 0 4 24 8 van de U gemonteerd op het eindvlak van de naafbus 17, waarbij de beugel 44 in de uitgangsstand van het opspanrrechanisne 16 vertikaal staat. Op de vrije uiteinden van de U-vormige beugel 44 is een op-spanplaat 45 gelast, die in lengterichting iets is gekromd. Het op-5 spanmechanisme 16 is voorzien van een Y-vormige spanhefboom 46, die in het verbindingspunt van de armen van de hefboom in een vlak evenwijdig aan dat van de U-vormige beugel 44 schamierbaar is op een as 47, die aan de beugel is bevestigd. De twee evenwijdige armen 48 en 49 van de Y-vormige hefboom 46 zijn aan hun vrije einden voorzien 10 van U-vormige haken 50 en 51, waarin de vogel met de kniegewrichten wordt opgehangen. De derde arm 52 van de hefboom 46 is door middel van een trekveer 53 verbonden met de naafbus 17. Deze derde arm 52 wordt in het vierde kwadrant IV van de rotatie van de roteerbare bewerkingsarm 12 omhoog gedrukt met een vaste nok 54 op het frame 1, 15 die in een stand van - 225° rotatie in het vierde Kwadrant IV op de derde arm 52 begint in te werken, waardoor de ophanghaken 50 en 51 omlaag bewegen. Daarbij is in de benen van de U-vormige beugel 44 in hoofdzaak evenwijdig aan de opspanplaat 45 een verschuifbare stang 55 gelagerd, die aan zijn uitstekende uiteinde nabij de Y-vormige 20 hefboom 46 is voorzien van een oog 56, waarin een U-vormige beugel 57 draaibaar is, die aan zijn uiteinden schamierbaar net de twee evenwijdige armen 48 en 49 van de Y-vormige spanhefboom 46 is verbonden.

Nabij de onderzijde van de opspanplaat 45 is in lagerbussen 25 58, die vast aan de opspanplaat 45 zijn bevestigd, een dwarsas 59 gemonteerd, waarop aan weerszijden van de plaat een L-vormige vleugel-klem 60 schamierbaar is, die over de vleugel heen grijpt en deze verend tegen de opspanplaat 45 drukt. De vleugelklemmen zijn aan de achterzijde van de opspanplaat van ëën geheel daarmee vormende armen 30 61, waarbij de klemmen 60 en de armen 61 aan weerszijden vast zijn be vestigd op een op de dwarsas draaibare en verschuifbare bus 62, welke verschuifbare bussen 62 door middel van een drukveer 63 op de dwarsas 59 uit elkaar worden gedrukt. Op de verschuifbare stang 55 is een dwarsstaaf 64 bevestigd, die kan samenwerken met de armen 61 aan de 35 vleugelklemmen 60. De beide vaste lagerbussen 58 zijn aan de binnenzijde voorzien van een vaste nok 58*met een sinusvormige holte 65, 800 0 4 24 9 terwijl de draaibare bussen 62 van de vleugelklemmen 60 aan de buitenzijde zijn voorzien van een sinusvormige nok 66, die in de gesloten stand van de vleugelklemmen 60 grijpt in de sinusvormige holte 65 in de vaste nokken 58'. Evenwijdig aan de bovengenoemde ver-5 schuifbare stang 55 is tussen de benen van de U-vormige beugel nog een tweede stang 67 gemonteerd, waarop met lagerbussen 68 twee paren schamierbare armen 69, 70 en 71, 72 zijn gemonteerd, die door een trekveer 73 resp. 74 met elkaar zijn verbonden en die met hun vrije uiteinden aandrukken tegen de bilstukken resp. de ruggegraat 10 boven het schoudergewricht van de vogel. De paren armen 69, 70 en 71, 72 zijn uit elkaar beweegbaar door middel van telkens een conische kegel 75 resp. 76 op de verschuifbare stang 55. Wanneer nu de derde arm 52 van de Y-vormige spanhefboam 46 in het vierde kwadrant IV van de rotatie van de roteerbare bewerkingsarm (12), waarin het opspan-15 mechanisme 16 vertikaal staat, in aanraking komt met de vaste nok 54 op het frame 1 en de verschuifbare stang 55 naar beneden wordt gedrukt, dan worden tegelijkertijd de evenwijdige armen 48 en 49 van de Y-vormige spanhefbocm 46 naar beneden gedrukt, de vleugelkleimen 60 geopend en in hoofdzaak tegelijkertijd naar elkaar toe gedrukt, als-2Θ mede de twee paren drukarmen 69, 70 en 71, 72 uit elkaar bewogen.

De vaste nok 54 op het frame 1 voor het openen van het op-spanmechanisme 61, zoals dat hierboven is beschreven, loopt door tot in het eerste kwadrant I van de rotatie van de bewerkingsarm 12, waarbij de vogel in dat eerste kwadrant I met de hand qp het opspan-25 mechanisme 16 wordt gebracht, waarbij de vogel met de kniegewrichten in de U-vormige ophanghaken 50 en 51 wordt opgehangen en met de vleugels onder de open vleugelklemmen 60 wordt gedrukt. Bij verdere rotatie van de bewerkingsarm 12 loopt de arm 52 van de spanhefboom 46 van de vaste nok 54 af in een rotatiestand van de bewerkingsarm 12 30 van - 330°, waarbij het opspanmechanisme 16 sluit en waarbij de vogel tegelijkertijd in langsrichting en in dwarsrichting wordt gespannen en tevens door de drukarmen 69, 70 en 71, 72 in zijdelingse richting wordt ondersteund, waarbij de armen 71, 72 op de ruggegraat aangrijpen.

Op het frame van de inrichting zijn in omtréksrichting op 35 afstand van elkaar een zestal snij inrichtingen opgesteld. Deze snij- 800 0 4 24 ·* w 10 inrichtingen bestaan uit door hydramotoren aangedreven cirkelzaag-vormige nessen 77 t/m 82. Deze hydrcmotoren zijn evenals de hydraulische aandrijfinotor voor de bewerkingsarman 12 door toe- en afvoer-s langen (niet getekend) verbonden met een hydraulische ραηρ met 5 vloeistofreservoir (niet getekend).

Tijdens de rotatie van de bewerkingsarm 12 in het eerste kwadrant I blijft het cpspanmechanisme 16 in de vertikale of begin-stand staan, waarbij de blokkeerpen 20 grijpt in het eerste gat 28 in de blokkeerschij f 18 op de bewerkingsarm 12. Bij verder roteren 10 van de bewerkingsarm 12 voorbij de uitgangsstand van 0° wordt het opspanmechanisme 16 cp de bovenbeschreven wijze met behulp van de eerste debldkkeemok 24, de eerste instelnck 37 en de eerste instelpen 33 over een hoek van 90°, in kldksgewijze richting van buitenaf gezien, gedraaid in de horizontale stand.

15 De eerste snijinrichting is cpgesteld bij een rotatiehoek van + 45° van de bewerkingsarm 12 uit de uitgangsstand bij 0°. Het mes 77 draarvan staat in een vertikaal vlak, dat echter een vrij-locphoek van + 8° insluit met het tangentiale vlak in dit punt. Met de eerste snij inrichting wordt een stuk van de borst van de vogel af-20 gesneden.

De tweede sninrichting 78 is qpgesteld bij een rotatiehoek van + 70° van de bewerkingsarm 12 uit de uitgangsstand van 0°.Het mes 78 van de tweede sni jinrichting ligt in een horizontaal vlak en snijdt de vogel overlangs middendoor, waarbij dankzij de krarming 25 van de qpspanplaat 45 de vogel geheel wordt doorgesneden. In de op-spanplaat 45 is daartoe een langssleuf 45' aangebracht, die in deze stand van de plaat in één vlak ligt met het horizontale tweede mes 78.

Tijdens de rotatie van de bewerkingsarm 12 uit (¾ stand 30 van + 70° naar de stand van + 110° rotatiehoek ten opzichte van de uitgangsstand van 0°wardt het cpspanmechanisme 16 cp de bovenbeschreven wijze met behulp van de tweede deblokkeemck 25, de tweede instelnck 38 en de eerste instelpen 33 over een hoek van 15°, in kloks-gewijze richting van buitenaf gezien, verder gedraaid in een stand van 35 105° ten opzichte van de vertikale beginstand.

De derde snijinrichting is cpgesteld bij een rotatiehoek 800 04 24 11 van - 110° van de bewerkingsarm 12 uit de uitgangsstand bij 0°. Het mes 79 van de derde snij inrichting ligt in een vlak, dat zowel in + o omtréksrichting als in radiale richting een vrijloophoek van - 8 insluit met het horizontale vlak. Het derde mes 79 snijdt de ene 5 vleugel van de vogel door het schoudergewricht af, zodanig, dat het snijvlak een diameter van ongeveer 50 iren krijgt.

Tijdens de rotatie van de bewerkingsarm 12 uit de stand van - 110° naar de stand van - 160° ten opzicchte van de uitgangsstand bij 0° wordt het afstelmechanisme 16 op de bovenbeschreven wijze met 10 behulp van de derde deblokkeemok 26, de derde instelnok 39 en de tweede instelpen 34 over een hoek van 30°, in tegenkloksgewijze richting van buitenaf gezien, teruggedraaid in een stand van 75° ten opzichte van de beginstand.

De vierde snijinrichting is opgesteld bij een rotatiehoek van 15 de bewerkingsarm 12 van - 160° uit de uitgangsstand bij 0°. Het mes 80 van de vierde snij inrichting ligt in een vlak, dat zowel in om-tréksrichting als in radiale richting een vrij loophoek van - 8° insluit met het horizontale vlak. Het vierde mes 80 snijdt de andere vleugel van de vogel door het schoudergewricht af, zodanig, dat 20 het snijvlak een diameter van ongeveer 50 mm krijgt.

Tijdens de rotatie van de bewerkingsarm 12 uit de stand van - 160° naar de stand van - 200° ten opzichte van de uitgangsstand bij 0° wordt het opspanmechanisme 16 op de bovenbeschreven wijze door middel van de vierde debelokkeemok 27, de vierde instelnok 40 en 25 de derde instelpen 35 over een hoek van 75°, in tegenkloksgewijze richting van buitenaf gezien, teruggedraaid in de beginstand of ver-tikale stand.

De vijfde snijinrichting is opgesteld bij een rotatiehoek van de bewerkingsarm 12 van - 200° uit de uitgangsstand bij 0°. Het

f· O

30 nes 81 van de vijfde snij inrichting ligt onder een hoek van - 45 ten opzichte van het horizontale vlak binnenwaarts naar beneden hellend en het mes 81 is eveneens onder een vrijloophoek van - 8° opgesteld ten opzichte van het tangentiale vlak in dat punt.

Tijdens de rotatie van de bewerkingsarm 12 uit de stand 35 van - 200° naar de stand van - 210° uit de uitgangsstand blijft het opspanmechanisme 16 vertikaal staan.

800 04 24 w 12

De zesde snij inrichting is opgesteld bij een rotatiéhoek van de bewerkingsarm 12 van + 210° vanuit de uitgangsstand bij 0°.

Hét mes 82 van de zesde snijinriditing ligt in een horizontaal vlak en snijdt de onderpoten van de bilstukken door het gewricht van 5 de vogel af.

In een rotatiestand van + 225° in het vierde kwadrant IV wordt door middel van de vaste nokkeribaan 54 op het frame 11 het op-spanmechanisme 16 op de bovenbeschreven wijze geopend en vallen de negen stukken van de vogel uit het cpspanmechanisms 16 qp een daaaron-10 der qpgestelde transportband, waarmee de stukken van de vogel worden af gevoerd. De nokkeribaan 54 loopt door tot een rotatiestand van + 330° in het eerste kwadrant I, gedurende welke rotatie het opspan-mechanisme 16 open blijft staan en opnieuw een vogel kan worden opgespannen. Het ontladen heeft in hoofdzaak plaats in het vierde kwadrant 15 IV en het laden in het eerste kwadrant I.

Bij de inrichting volgens de uitvinding zijn zes snij inrichtingen toegepast, waarbij de vogel in negen afzonderlijke stukken wordt gesneden. Afhankelijk van het gewenste aantal stukken kunnen een of meer snijinrichtingen buiten werking worden gesteld door demontage 20 van het mes of de gehele snijinriditing.

Verder kan de inrichting volgens de uitvinding ock zijn uitgevoerd als rechte machine, waarbij de beverkingseenheden 11 langs een rechte, horizontale baan worden bewogen en waarbij de déblokkeemdkken en de instelnokken, alsmede de vaste nok 54 voor het openen en sluiten 25 van het opspanmechanisme langs een rechte baan zijn cpgesteld.

800 0 4 24

Claims

1. Inrichting voor het doorsnijden van geslacht gevogelte in afzonderlijke stukken, net het kenmerk, dat de inrichting bestaat uit een frame (1) en uit ten minste êên aan zijn ene einde aan 5 een aandrijfinrichting (6, 7, 8) cp het frame (1) bevestigde be-werkingsarm (12), die aan zijn andere uiteinde is voorzien van een in zijn geheel concentrisch cm de arm draaibare bewerkingsinrichting (13) voor de vogel, welke bewerkingsinrichting (13) aan de naar de aandri j f inrichting (6, 7, 8) toegekeerde zijde is voorzien van een in-10 stelmadianisme (14), dat tijdens de beweging van de bewerkingsarm (12) de bewerkingsinrichting (13) kan dooi draaien cm de arm (12), te weten vanuit een begins tand achtereenvolgens over een hoek van 90°, over een hoek van 15° in dezelfde draairichting tot in een stand van 105° ten cpzichte van de begins tand, over een hoek van 30° in 15 tegengestelde draairichting tot in een stand van 75° ten opzichte van de begins tand en over een hoek van 75° in tegengestelde draairichting tot in de begins tand, en van een blokkeermechanisme (15), dat de bewerkingsinrichting (13) in de genoemde standen kan blckkeren, welke bewerkingsknrichting (13) aan de van de aandrijfinrichting (6, 7, 8) 20 afgekeerde zijde is voorzien van een cpspanmechanisme voor de vogel en dat de door snij inrichting verder een aantal vast cp het frame opgestelde messen cravat, die achtereenvolgens bestaan uit een eerste vertikaal staand mes (77) voor het afsnijden van een borststuk, uit een tweede horizontaal mes (78) voor het overlangs middendoor snij-25 den van de vogel, uit een derde in hoofdzaak horizontaal mes (79) voor het afsnijden van de ene vleugel, uit een vierde in hoofdzaak horizontaal mes (80) voor het afsnijden van de andere vleugel, uit een vijfde mes (81), dat onder een hoek van 45° ten opzichte van de horizontaal staat voor het afsnijden van de gehele poot en uit een 30 zesde horizontaal cpgesteld mes (82) voor het afsnijden van de onderpoot van het bilstuk.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een aantal radiale bewerkingsarmen (12) is bevestigd cp een roteerbare naaf (9) cp een centrale as (10) in het frame (1), dat het instelme-35 chanisme (14) is voorzien van drie instelpennen (33, 34, 35), die in radiale stand zijn gemonteerd cp een naaf (17) van de bewerkings- 800 04 24 inrichting (13) en waarvan, uitgaande van de vertikale begins tand van het opspanmechanisme (16) en gezien in radiale richting van de be-werkingsarm (12) van buitenaf, de eerste instelpen (33) over een hoek van 40° in tegehklcksgewij ze draairichting ten opzichte van de begin-5 stand is verplaatst, de tweede instelpen (34) over een hoek van 75° in kloksgewijze draairichting ten opzichte van de begins tand is verplaatst en de derde instelpen (35) over een hoek van 35° in klcks-gewijze draairichting ten opzichte van de begins tand is verplaatst, welke instelpennen (33, 34, 35) bij de rotatie van de bewerkingsarm 10 (12) kunnen samenwerken met vier vast qp het frame (1) cpgestelde instelnókken (37, 38, 39, 40) waarvan, in de draairichting van de bewerkingsarm (12), de eerste instelnck (37) door aangrijping cp de eerste instelpen (33) de bewerkingsinrichting (13) kloksgewijze over een hoek van 90° cm de bewerkingsarm (12) kan doen draaien, de tweede 15 instelnok (38) door aangrijping cp de eerste instelpen (33) de bewerkingsinrichting (13) kloksgewijze over een hoek van 15° verder kan draaien, waarbij de eerste en de tweede instelnok boven de bewerkingsarm (12) zijn qpgesteld, vervolgens de derde instelnck (39) door aangrijping cp de tweede instelpen (34) de bewerkingsinrichting 20 (13) over een hoek van 30° tegehklcksgewij ze kan doen terugdraaien en de vierde instelnck (40) door aangrijping op de derde instelpen (35) de bewerkingsinrichting (13) tegehklcksgewijze over een hoek van 75° kan doen terugdraaien in de vertikale begins tand, dat het blckkeermechanisme (15) is voorzien van een vast cp het frame ge-25 monteerde bldkkeerring (23) met vier vaste déblokkeemdkken (24-27), van een tegen veerkracht in terugtrekbare blckkeerpen (20), die vast cp de bewerkingsarm (12) is gemonteerd en kan grijpen in vier gaten (28-31) in een blckkeerschijf (18) die vast cp de naaf (17) van de bewerkingsinrichting (13) is gemonteerd, welke vier gaten 30 corresponderen met de genoemde vier verschillende draaistanden van de bewerkingsinrichting (13) en van een hefboom (21), die schamier-baar is gemonteerd cp de bewerkingsarm (12) en die aan zijn ene einde samenwerkt met de blckkeerring (23) en de déblokkeemokken (24-27) en aan zijn andere uiteinde is gekoppeld met de blckkeer-35 pen (20), dat het opspanmechanisme (16) is voorzien van verende cphangorganen (46-51) die grijpen onder de kniegewrichten, van een 800 04 24 cpspanplaat (45) voor het steunen van de ramp en van verende klemmen (60) voor de vleugels van de vogel en dat de messen (77-82) cirkel-zaagvormig zijn en aandrijfbaar zijn door hydranotcren.

3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 5 de cpspanplaat (45) van het qpspanmedhanisme (16) met behulp van een U-vormige beugel (44) is gemonteerd aan het voorste einde van de naaf (17) van de bewerkingsinrichting (13), dat de cphangorganen (46-51) voor de poten van de vogels bestaan uit een Y-vormige hefboom (46) die nabij het verbindingspunt van de drie hefbocmarmen cp een 10 scharnieras (47) loodrecht cp de U-vormige beugel is gemonteerd, waarvan de vrije einden van de twee naast elkaar liggende armen (48, 49) zijn voorzien van U-vormige haken (50, 51) en waarvan de derde arm (52) door middel van een trékveer (53) met de naaf (17) van de bewerkingsinrichting (13) is verbonden en bedienbaar is door een 15 vaste nok (54) nabij de uitgangsstand voor het opspannen van de vogel, dat de L-vormige vleugelklamen (60) schamierbaar zijn cm een tweede scharnieras (59) loodrecht cp de beugel (44) en aan de andere zijde zijn voorzien van een hefbocmarm (61) die bedienbaar is door een staaf (64) die is gemonteerd cp een stang (55), die 20 verschuifbaar in de benen van de U-vormige beugel (44) is gemonteerd, welke stang (55) door middel van een U-vormige beugel (57) schamierbaar is verbonden met de evenwijdige armen (48 , 49) van de Y-vormige hefboom (46) en dat de vleugelklemmen (60) cp de scharnieras (59) zijdelings naar elkaar toe beweegbaar zijn door middel van een vaste 25 nek (58') met sinusvormige nckholte (65), die samenwerkt met een cp de scharnieras (59) gemonteerde draaibare nek (62) met een sinusvormig profiel (66), welke draaibare nok (62) in hoofdzaak tegelijk met de vleugelklerrmen (60) bedienbaar is.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 evenwijdig aan de verschuifbare stang (55) een tweede stang (67) in de benen van de U-vormige beugel (44) is gemonteerd, waarep twee paren schamierbare stermannen (69, 70 en 71, 72) zijn gemonteerd, die door middel van een trekveer (73, 74) met elkaar zijn verbonden, waarbij cp de verschuifbare stang (55) twee kegelvormige bedienings-35 organen (75 , 76) zijn gemonteerd, die tussen de stermannen (69-72) grijpen, dat de vaste nek (58*) met de sinusvormige nckholte (65) 800 04 24 \ één geheel vomt met de lagerbus (58) voor de tweede schamieras en de draaibare nek (62') met het sinusvormige profiel (66) één geheel vormt met de lagerbus (62) voor de vleugelklem (60), waarbij de hefboemarm (61) voor de bediening van de vleugelklem (60) is bevestigd 5 aan de lagerbus (62) van de vleugelklem (60).

5. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat uitgaande van een uitgangsstand van de roteerbare beverkingsarm (12) bij 0°, de eerste déblckkeemck (24) is cpgesteld bij 0° en de eerste instelnck (37) bij + 2° rotatie, de tweede déblckkeemck (25) 10 is cpgesteld bij + 83° en de tweede instelnck (38) bij + 85° rotatie, de derde déblckkeemck (26) is opgesteld bij + 133° en de derde instelnck (39) bij + 135° rotatie en de vierde déblckkeemck (27) bij + 178° en de vierde instelnck (40) bij + 180° rotatie van de bewerkingsarm (12) is cpgesteld.

6. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat, uitgaande van de uitgangsstand van de bewerkingsarm (12) bij 0°, het eerste nes (77) is cpgesteld bij + 45° rotatie van de arm, het tweede mes (78) bij + 70° rotatie, het derde mes (79) bij + 110° rotatie, het vierde mes (80) bij + 160° rotatie, het vijfde mes (81) bij 20 + 200° rotatie en het zesde mes (82) bij + 210° rotatie van de bewerkingsarm (12) uit de uitgangsstand bij 0°.

7. Inrichting voor het doorsnijden van geslacht gevogelte in afzonderlijke stukken, in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/cf weergegeven in de tekening. 800 0 4 24