NL7907606A

NL7907606A - Snijregelketen voor een plakjessnijmachine.

Info

Publication number: NL7907606A
Application number: NL7907606A
Authority: NL
Original assignee: Chemetron Corp
Priority date: 1978-10-27
Filing date: 1979-10-15
Publication date: 1980-04-29
Also published as: SE7908869L; DE2941829C2; FR2439649A1; JPS63197B2; GB2039082A; GB2039082B; JPS5570594A; DK148347B; US4226147A; DE2941829A1; CA1114928A; DK454479A; FR2439649B1; DK148347C; BE879647A

Description

ρ & '* ι

Snijregelketen voor een plakjessnijmachine.

De uitvinding heeft betrekking op regelketens voor voedselbereidingsmachines. In het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een snijregelketen voor snijmachines van de soort, gewoonlijk gebruikt voor het vervaardigen van voorverpakte gesneden 5 vleeswaren zoals ham, of kaas. Zulke machines omvatten een transporteur-stelsel, waarop het af te snijden produkt wordt geplaatst. Een roterend blad wordt dwars op het transporteurstelsel geplaatst zodanig, dat het produkt wordt gesneden wanneer de transporteur het produkt beweegt naar het blad. Omdat het produkt voorwaarts beweegt gedurende 10 het snijden, is er een aanzienlijke neiging dat de plakjes worden verplaatst ten opzichte van de vertikaal en dit veroorzaakt verscheidene problemen.

In de meeste gevallen is het gewenst, dat de plakjes van uniforme dikte en uniform uiterlijk zijn. Onder deze omstandig-15 heden wordt verlies gevormd in de vorm van niet-uniforme plakjes bij het begin en het einde van elk stuk van het produkt. Hoewel dit normaal toelaatbaar is, wordt het probleem verergerd wanneer het nodig is om vaak het snijproces te onderbreken zoals wanneer een groot stuk van het produkt wordt gesneden tot kleine pakketten.

20 In dit geval worden niet-uniforme plakjes, gewoonlijk wigvormig in dwarsdoorsnede, gevormd elke keer dat het snijden wordt onderbroken.

Dit verlies kan aanzienlijk en het is wenselijk een dergelijk verlies zo mogelijk te vermijden.

Bij een poging dit verlies te regelen, is voorge-25 steld het ongesneden produkt terug te trekken vanaf het snijblad elke keer, dat het gewenst is het snijden te onderbreken en het ten opzichte van het snijblad te plaatsen op een geregelde wijze, wanneer het gewenst is om het afsnijden te hernemen. Met een geregelde wijze wordt bedoeld, dat het produkt opnieuw wordt gebracht in de baan van 30 het blad, op een punt ten opzichte van de hoekorientatie van het blad, dat overeenkomt met de positie, dat het zou hebben gehad indien 79076 06 • *» ·.

\ Λ 2 het afsnijden niet zou zijn onderbroken. Indien succesvol uitgevoerd, kan· deze techniek essentieel verlies in de vorm van niet-uniforme plakjes elimineren.

In het Amerikaanse octrooischrift 3.140.737 is een 5 hydraulisch stelsel aangegeven teneinde het verlies te verminderen,

In dit Amerikaanse octrooischrift ziet men een snijregelinrichting, waarbij een hydraulisch bediende tweewegsklep wordt gebruikt. De klep wordt geregeld voor het plaatsen van het produkt in de baan van het snijblad of om het terug te trekken ter vermijding van 10 gedeeltelijk afsnijdingen. Eeh teller wordt gebruikt, welke het aantal plakjes telt welke zijn afgesneden. Bij het bereiken van een gewenst aantal zorgt de teller dat de cilinder het produkt terugtrekt vanaf het snijblad gedurende een vooraf ingestelde periode. Na de vooraf ingestelde periode wordt de cilinder in werking gesteld voor het 15 opnieuw brengen van het produkt in de baan van het blad. De bladrotatie wordt gevolgd, door middel van een elektrisch oog. Instellingen worden aangebracht ter vermijden van niet-uniforme plakjes door het variëren van de tijd van de teller en de werking van de regelkleppen van de cilinder. Om verschillende redenen is deze inrichting geen ,;20 praktisch succes geworden.

Het is dus een doel van de uitvinding te voorzien in een snijregelketen, geschikt voor het herhaald plaatsen van een produkt op een snijpunt in juist verband met een snijblad teneinde niet-uniforme plakjes te vermijden.

. .25 Een verder doel van de uitvinding is te voorzien in een elektronische transporteurplaatsregeling voor een snijmachine, welke de oriëntatie van het snijblad kan bepalen en de transporteur kan regelen tengevolge daarvan om uniforme plakjes te verkrijgen.

Nog een ander doel van de uitvinding is te voorzien 30 in een snijregelketen voor een snijmachine, welke de transporteur- snelheid zal handhaven in juist verband met de bladsnelheid gedurende het snijden.

Ook een doel van de uitvinding is te voorzien in een regelketen voor een snijmachine, voorzien van schakelbare organen 35 waardoor aanvankelijk plaatsen van het produkt kan worden uitgevoerd 790 7 606 \ f < i 3 met een eerste snelheid, terwijl opvolgende snijbewerkingen worden uitgevoerd bij een tweede geringere snelheid.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening in het volgende nader worden toegelicht.

5 Figuur 1 toont vereenvoudigd eén snijmachine geschikt voor gebruik bij de uitvinding.

Figuur 2 toont een zijaanzicht van het snijblad gebruikt bij de machine volgens figuur 1.

Figuur 3 toont een schakeling van de snijregel-10 keten volgens de uitvinding.

Figuur 4 toont een stel golf vormen voor toelichting van de werking van de keten van figuur 3.

Figuur 5 toont schematisch een stuk van het produkt, zoals vlees of kaas, dat moet worden afgesneden.

15 Men ziet in figuur 1 een vereenvoudigd aanzicht van een snijmachine 10 geschikt voor gebruik bij de uitvinding.

De essentiele eigenschappen van de machine zijn een transporteur-stelsel 11, waarop het ongesneden produkt 12 is geplaast. Het transporteurstelsel wordt aangedreven door een omkeerbare motor.

20 (niet getekend) waarvan de snelheid en richting op een te beschrijven wijze worden geregeld. Het transporteurstelsel beweegt het vlees 12 tot in de nabijheid van een roterend snijblad 16.

Eeb typerend blad voor gebruik in een snijinrichting van deze soort ziet men in figuur 2. Zulk een blad omvat een 25 spiraalvormig verlopend deel, dat een vooraf bepaalde hoeveelheid van het produkt afsnijdt van het vooreinde van het produkt wanneer laatstgenoemd produkt loopt langs het blad. Het snijden begint ongeveer bij het punt 20 en eindigt bij 23 elke keer, dat het spiraalvormige deel van het blad roteert langs het produkt. Het af gesneden 30 produkt valt op een tafel of een tweede transporteursstelsel (niet getekend).

De werking van de snijmachine gaat door op deze wijze totdat het produkt op is of zoals vaker het geval is, een gewenste hoeveelheid van het produkt is afgesneden. Op dat punt 35 wordt het afsnijden onderbroken om toe te laten dat het afgesneden 790 76 06 ·... m 'Ί-

V

4 produkt wordt gewogen en/of bewogen naar opvolgende bewerkingsposten voor verpakking en dergelijke. Wanneer het afsnijden wordt onderbroken, wordt de transporteur 11 op gewenste wijze omgekeerd om het produkt te verwijderen vanaf het afsnijblad per vermijding van het' 5 verkrijgen van gedeeltelijk of niet uniforme plakjes. Wanneer het gewenst is het afsnijden te hernemen, beweegt de. transporteur het produkt weer naar het snijblad.

Zoals getekend in figuur 5, wordt elke keer dat het produkt 12 opnieuw wordt geplaatst in de baan van het blad, 10 de mogelijkheid verkregen, dat gedeeltelijke eerste afsnijdingen, aangegeven met 24, zullen optreden. Wanneer uniformiteit wordt gewenst, moeten deze niet-uniforme wigvormige plakjes met de hand worden verwijderd voorafgaand aan het verpakken en zij worden vaak als verlies verwijderd. Teneinde niet-uniforme eerste plakjes te 15 voorkomen wanneer het snijden opnieuw begint, is het nodig het produkt te plaatsen in de snijpositie in het juiste punt ten opzichte van de bladpositie. Indien dit wordt uitgevoerd, zal het afsnijden opnieuw beginnen alsof het een voortzetting was van de vooraf onderbroken snijwerking.

20 Men ziet in figuur 2, dat een rooster van 360° is gesuperponeerd op het blad 16 ter toelichting van het gewenste doel met betrekking tot het plaatsen van het produkt nabij het blad wanneer het afsnijden opnieuw moet beginnen. Het punt 23, waar het afsnijden eindigt, is aangegeven met 0°, terwijl het 25 benaderde punt waar het afsnijden begint, het punt 20, is aangegeven met 180°. De richting van de bladrotatie is aangegeven met de pijl en men zal zien, dat tengevolge van de spiraalvorm van het blad een verblijfsperiode aanwezig is tussen elke afsnijding. Dit betekent dat nadat het punt 23 het produkt is gepasseerd, geen 30 verder afsnijden optreed totdat het blad roteert naar weer het plaatsingspunt 20 op het produkt.

Gedurende het continu snijden beweegt gedurende deze verblijfsperiode het produkt langs de bladsnijrand over een afstand overeenkomend met de gewenste dikte van de plakjes. Voor 35 het elimineren van niet-uniforme plakjes wanneer het snijden is 790 7 6 06 'is Λ \ 5 onderbroken en daarna opnieuw begonnen, is het nodig, dat de snij-regelketen in staat is de transporteur te doen werken op een wijze om (1) het produkt terug te trekken vanaf het blad wanneer het snijden moet worden onderbroken ter voorkoming van het vormen van 5 niet-uniforme eindplakjes, en om (2) het produkt opnieuw aan te brengen in de snijpositie gedurende de verblijfsperiode van het blad nadat het punt 23 het produkt is gepasseerd en voordat het punt 20 het produkt bereikt.

In figuur 3 is een snijregelketen aangegeven, 10 die geschikt is voor het op de juiste wijze plaatsen van het produkt ten opzichte van de rotatie van het blad. Deze keten wordt gebruikt voor het aandrijven van de transporteurmotorregeling, omvattende zowel de snelheid als de richting van de motor via een digitaalsnelheidregelstelsel van een gebruikelijk beschikbare 15 soort. De keten gebruikt een ascodeerorgaan 50 voor het testen van de hoeksnelheid van de mesmotor 52. Deze motor wordt geregeld door een aandrijfversterker 54, welke met de hand instelbaar is op een in de techniek bekende wijze. De aandrijfinotor en de versterker zijn gelegen binnen de stippellijnen 56 om aan te geven, dat zij 20 gebruikelijk zijn en geen deel van de uitvinding vormen.

De twee uitgangen worden geleverd uit het ascodeerorgaan 50 op de lijnen 56 respectievelijk 58. De eerste uitgang is een impuls representatief voor elke graad van rotatie van het blad. Aldus worden 360 impulsen geleverd per omwenteling 25 van het blad. Naar wens kan een deler worden gebruikt voor het verminderen van deze impulsfrequentie indien minder nauwkeurigheid voldoende is. De tweede uitgang uit het codeerorgaan op de lijn 58 is een enkele impuls per bladomwenteling. Deze uitgang wordt geleverd aan een plakjesteller 60. De teller 60 bevat het aantal % 30 plakjes en kan worden ingesteld voor het leveren van een uitgang bij het bereiken van een vooraf gekozen waarde, overeenkomende met het vereiste aantal plakjes per pakket. Bij het bereiken van de gekozen waarde wordt een uitgang geleverd op een lijn 62.

Alternatief kan inplaats van de teller 60 35 een schaal of dergelijk orgaan voor het meten van het gewicht van 790 76 06 6 »1 ^ het gesneden produkt worden gebruikt voor het leveren van een uitgang op de lijn 62, In dat geval wordt de uitgang uit het codeerorgaan op te lijn 58 niet gebruikt. Onafhankelijk van.de wijze, waarop het laatste plakjessignaal wordt geleverd op de lijn 62, is de rest van 5 de keten ongewijzigd.

Beide ingangen uit het ascodeerorgaan 50 worden geleverd naar een mespositieteller 66, terwijl de uitgang op de lijn 56 ook wordt geleverd naar een frequentie-analoogomzetter 68. De omzetter kan zijn voorzien van een bistabiele multivibrator, bijvoor-10 beeld RCA onderdeel CD4047AE voor het geven van vorm aan de impulsen aan het codeerorgaan. De uitgang uit de multivibrator toegevoerd naar een eenvoudig RC-netwerk voor het verkrijgen van het gewenste analoge signaal. Aldus zet de omzetter de impulsen, welke de hoek-snelheid van het blad weergeven, om in een analoge spanning, die 15 op zijn beurt wordt toëgevoerd naar een spanningsgeregelde oscillator 70, waarvan de uitgang is verbonden als een ingang met een EN-poort 72.

De mespositieteller 66 is een digitaleteller van in de handel beschikbare soort, welke een opslagcapaciteit moet 20 hebben, welke tenminste voldoende is voor het aantal impulsen, geleverd door het ascodeerorgaan 50, overeenkomend met een omwenteling van het blad. In het geval van de onderhavige uitvoering moet de teller in staat zijn óm tenminste tot 360 te tellen. De telleringang op de lijn 56 wordt gebruikt voor het verhogen van de teller geduren-25 de bladrotatie, zodat de hoekstand van het blad op elke gegeven ogenblik kan worden bepaald door de waarde, opgeslagen in de teller 66. Bij het voltooien van een volledige omwenteling van het blad wordt de uitgang uit het ascodeerorgaan op lijn 58 gebruikt voor het terugstellen van de teller naar nul ter voorbereiding van het 30 volgende afsnijden.

Twee uitgangen worden gebruikt vanuit de teller 66 op lijnen 74, en 76. De uitgang op de lijn 74 is een "startsnij signaal en wordt geleverd als een ingang naar een EN-poort 78, Dit signaal is slechts een uitgang, verkregen uit de teller wanneer ‘deze 35 een voorafgekozen waarde bereikt overeenkomend met de juiste hoekstand 790 76 06 \ t & 7 \ van. het blad voor het inleiden van de werking van de transporteur voor het juist plaatsen van het produkt voor het beginnen of het hernemen van afsnijden. In theorie zal het signaal worden gevormd op de lijn 74 zodra het punt 23 op het blad vrijgekomen is van 5 · de produktiesnijpositie, waarbij de bladverblijfperiode wordt ingeleid. In de praktijk kan het natuurlijk wenselijk zijn het plaatsingsproces te starten hetzij eerder of later dan het punt 23 op het blad. Onafhankelijk van welk punt wordt gekozen, komt het overeen met een telling in de positieteller 66. De gewenste telling 10 is dan geleverd op de lijn 74.

Op soortgelijke wijze komt het geschikte punt voor het onderbreken van afsnijden en het terugtrekken van het produkt vanaf het snijblad overeen met een numerieke telling in de teller 66 en wanneer die telling is bereikt, wordt een uitgang geleverd op de 15 lijn 76 als een ingang naar een EN-poort 80, De tweede ingang naar de EN-poort 80 is de uitgang op de lijn 62 vanuit·de plakjesteller 60 of alternatief een weegorgaan gebruikt inplaats van de teller 60, De tweede ingang naar de EN-poort 78 is het signaal op de lijn 62, omgekeerd door een invertor 82.

20 De uitgang van de EN-poort 78 wordt geleverd naar de instelingang van een flip-flop 84, terwijl de uitgang van de EN-poort 80 wordt geleverd naar de terugstelingang van de flip-flop 84. Zoals zal worden beschreven in het gedeelte betreffende de werking van de inrichting, is de regelketen in een snijtoestand 25 wanneer de flip-flop 84 is ingesteld. Wanneer de flip-flop 84 is teruggesteld, is de regelketen in een terugtrekstand of snijonder-brekingsstand.

Beide uitgangen uit de flip-flop 84 worden geleverd als ingangen naar een OF-poort 86, welke op zijn beurt 30 is verbonden met een enkel werkende keten 88. De enkelwerkende keten 88 levert, indien ongeschakeld door de OF-poort 86, een impuls zoals aangegeven in figuur 4 met de golfvorm 89. De enkelwerkende keten kan worden teruggesteld voorafgaand aan het voltooien van zijn onderhavige impuls door een terugstellijn 90.

35 De uitgang van de enkel werkende keten wordt 790 7 6 06 -** .·** 8 via een lijn 92 geleverd als een tweede ingang naar de EN-poort 72 -via een invertor 94. De uitgang van de enkelwerkende keten wordt ook toegevoerd als een ingang naar een EN-poort 96, De tweede ingang naar de poort 96 komt uit een impulsgenerator -98.

5 De uitgang uit de EN-poorten 72 en 96 wordt geleverd als ingangen naar een OF-poort 100, terwijl de uitgang uit de EN-poort 96 ook wordt geleverd naar een impulsteller 102, waarvan de uitgang is verbonden met de terugstellijn 90 voor de enkelwerkende keten 88.

10 Met verwijzing naar de transporteurmotor en regel- keten aanwezig binnen de gestippelde rechthoek 104, zal het duidelijk zijn, dat dit substelsel is voorzien van een transporteurmotor 106, een snelheidregelaar 108 en een digitaalregelstelsel met een ascodeer-orgaan 110, een positievergelijker 102, een stelselklok 114, een 15 autonulketen 116 en een sinus/cosinus terugkoppelketen 118. Deze onderdelen zijn aangebracht in de gestippelde rechthoek 104 om aan te geven, dat zij gebruikelijke elementen zijn, die in de handel verkrijgbaar zijn en geen deel van de uitvinding vormen.

Verwijzend naar het digitale regelstelsel voorzien 20 van componenten 112 tot 118,,is dilt stelsel in de handel verkrijgbaar bij Hyper-loop, Ine. van Bridgeview, Illinois. Deze levert een digitaalregelstelsel, waarbij gebruik wordt gemaakt van snelheiden positieterugkoppeiing voor het regelen van motorsnelheid en richting aansprekend op twee ingangssignalen. Het eerste ingangs-25 signaal is een richtingssignaal, geleverd uit de keten volgens de uitvinding op een lijn 120, terwijl de tweede ingang een snelheids-impulsreeks is, geleverd op een lijn 122. Gebaseerd op deze informatie regelen de blokken 110 tot 118 de transporteurmotor 106 op de gewenste wijze. Een speciale inrichting van Hyper-loop Ine. voor 30 gebruik hierbij heeft de handelsnaam HYSTEP.

Resummerende regelt het digitale stelsel de transporteurmotor 106 ten gevolge van het richtingssignaal op de lijn 120 en de snelheidsimpulsreeks op de lijn 122. De keten volgens de uitvinding wekt deze signalen op voor het verkrijgen van het 35 gewenste doel van het juist plaatsen van het produkt ten opzichte 790 76 06 * 4 9 van. liet snijblad ter vermijding van niet-uniforme plaatjes.

Wanneer het snijden moet beginnen of opnieuw moet beginnen na onderbreking, wordt de snelheidsimpulsreeks op de lijn 122 geleverd vanuit de impulsgenerator 98 via de EN-poort 5 96 en de OF-poort 100. Een gelijke opmerking is geldig wanneer het snijden moet worden onderbroken. De impulsgenerator 98 levert een hoogfrequente impulsreeks om de transporteur snel te laten bewegen; met het produkt naar en van het snijblad. Bij de onderhavige uitvoering heeft de impulsgenerator bijvoorkeur eenfrequentie in 10 de orde van 33 kHz. Natuurlijk kunnen andere freqienties geschikt zijn voor afwijkende stelsels.

De impulsgeneratoruitgang wordt toegevoerd aan het digitale regelstelsel wanneer de enkelwerkende keten 88 wordt omgeschakeld, waardoor op zijn beurt de EN-poort 96 in werking 15 wordt gesteld. Men ziet in figuur 4 de uitgang 99 van de impulsgenerator, toegevoerd aan het digitale regelstelsel voor slechts een tijdsperiode dat de enkelwerkende keten in werking is. Dit geschiedt elke keer dat het snijden moet worden ingeleid of onderbroken.

20 De impulsgenerator-uitgang wordt ook toegevoerd naar de teller 102, welke is ingesteld voor het detecteren van een gekozen aantal impulsen en om de enkelwerkende keten terug te stellen, waardoor poort 96 wordt uitgeschakeld en poort 72 wordt ingeschakeld. Op deze wijze worden nadat het produkt op de juiste 25 wijze is geplaatst bij het snijpunt of is teruggetrokken daarvan, de hoogfrequentimpulsen niet langer geleverd op de lijn 122. In plaats daarvan worden de spanningsimpulsen geleverd door de spannings-geregelde oscillator 70 via de EN-poort 72 en de OF-poort 100.

De impulsen 101 geleverd door de oscillator 70, zijn van aanzienlijk 30 lagere frequentie dan die van de impulsgenerator 98. In feite is de uitgang van de oscillator 70 een functie van de rotatiesnelheid van het blad vanwege het feit dat zijn ingang is gekoppeld met het ascodeerorgaan 50 via de frequentie-analoogomzetter 68.

Het richtingssignaal op de lijn 120 is verbonden 35 met de Q uitgang van de flip-flop 84. De Q uitgang van de flip-flop 790 76 06 jfm -φ \ 10 ' is verbonden via een lijn 121 als een; derde ingang naar de EN-poort 72 om te zorgen, dat de spanningsgeregelde oscillator de snelheids-impulsreeks slechts levert gedurende de snijopeenvolging.

Een belangrijke eigenschap van de uitvinding is de regeling van de transporteursnelheid als een functie van de 5 hoeksnelheid van het blad. Dit verzekert, dat gedurende het snijden het passeren van het produkt langs het blad geschiedt met een snelheid samenhangend met de bladsnelheid ter verzekering van uniforme plakjes van het produkt, Zou aldus, bijvoorbeeld de mesmotor 52 langzamer gaan lopen vanwege variatie van monster tot 10 monster bij het af te snijden produkt, dan zou dit feit worden gedetecteerd door het ascodeerorgaan 50 en resulteren in een lagere impulsfrequentie uit de spanningsgeregelde oscillator 70, Dit zou op zijn beurt de transporteur met een lagere snelheid aandrijven. Opgemerkt wordt echter, dat de impulsgenerator 98,. welke het produkt 15 inbrengt of terugtrekt, onafhankelijk is van de messnelheid voor het verzekeren van het nauwkeurig plaatsen van het produkt.

Uit de bovenstaande; detailbeschrijving zal de werking van de uitvinding voor een deskundige duidelijk zijn. Voor de volledigheid echter zal hierna een korte werking van de uitvinding 20 worden gegeven. Het produkt 12 wordt geplaatst op de transporteur 11 en de transporteur kan. met de hand worden bediend voor het plaatsen van het produkt in de stand volgens figuur 1. De plakjesteller 60 wordt teruggesteld hetzij met de hand of automatisch, waardoor een laag signaal op de lijn 62 wordt opgewekt. Dit wordt omgekeerd door 25 de invertor 82 en levert een hoog signaal naar de EN-poort 78.

Zodra het mes in de juiste hoekstand is voor het inleiden van beweging van het produkt in de bladsnijstand, wordt een hoog signaal geleverd op de lijn 74, waardoor de poort 78 wordt ingeschakeld en de flip-flop 84 wordt ingesteld. Het startsignaal op de lijn 74 wordt geleverd 30 door de mespositieteller 66, welke de hoeksnelheid van het mesblad 16 volgt vanwege het ascodeerorgaan 50, dat in werking verbonden, is met de as van de motor, waaraan het mesblad is bevestigd.

Het instellen van de flip-flop 84 levert een laag 35 signaal op de Q uitgang, hetgeen een richtingsregelsignaal levert 790 7 6 06 11 . op de lijn 120, waardoor de transporteur het produkt beweegt naar het blad. Tegelijkertijd schakelt de hoge Q uitgang de enkelwerken-de keten 88 om, waardoor de EN-poort 72 wordt uitgeschakeld en de EN-poort 96 wordt ingeschakeld. Wanneer de poort 96 is ingeschakeld, 5 wordt de uitgang van de impulsgenerator 98 geleverd naar de lijn 122, waardoor het digitale regelstelsel de transporteur snel voorwaarts aandrijft voor het juist plaatsen van het produkt onder het snijblad voorafgaand aan het door het snijblad vormen van een plakje. Wanneer dus het snijblad uiteindelijk de snijpositie 10 bereikt, zal het produkt op de juiste wijze zijn geplaatst daaronder en zal een uniform eerste plakje worden verkregen.

De impulsen uit de generator 98 worden geteld in de impulsteller 102 en wanneer de vooraf gekozen telling wordt bereikt als aanwijzing van het tijdstip waarop het nodig is de 15 snelle impulsreeks te onderbreken ter voorkoming van doorlopen, wordt een uitgang geleverd op de lijn 90, waardoor de enkelwerkende keten 88 wordt teruggesteld. Wanneer de keten 88 laag is, levert de invertor 94 een hoge ingang naar de poort 72. Zndien de flip-flop 84 in de snijtoestand is, wordt een tweede hoge ingang geleverd 20 op de lijn 121 en aldus begint de spanningsregeloscillator 70 het leveren van de snelheidimpulsreeks op de lijn 122. Dit schakelen tussen de hoogfrequentimpulsgenerator 98 en de spanningsgeregelde oscillator 70 is een belangrijke eigenschap van de uitvinding. Dit levert synchrone werking van het snijblad en de transporteur geduren-25 de het snijden en een synchroon met hoge snelheid inbrengen en terugtrekken van het produkt indien gewenst. Indien in de snijtoestand, onder besturing van de oscillator 70, gaat de werking van het snijblad en de transporteur door op een synchrone wijze totdat de plakjesteller 60, of de weegschaal indien die wordt gebruikt 30 inplaats daarvan, een hoge uitgang levert op de lijn 62 als aanwijzing voor de wens het afsnijden te onderbreken. Wanneer de lijn 62 hoog is, wordt de poort 78 afgeschakeld en wordt een ingang van de EN-poort 80 hoog. Zodra de mespositieteller 66 detecteert, dat het snijblad het juiste stoppunt heeft bereikt, wordt een uitgang 35 geleverd op de lijn 76 waardoor de poort 80 wordt ingeschakeld en 790 7 6 06 5~ ^ 12 de flip-flop 84 wordt teruggesteld.

Het terugstellen van de flip-flop 84 keert de polariteit van het richtingssignaal op de. lijn 120 om, aangevende een richting van het snijblad af. De Q uitgang schakelt ook de 5 enkelwerkende keten 88 om en zoals beschreven, geeft dit een doorverbinding van de impulsgenerator 98 naar de lijn 122. Het produkt wordt daarom snel teruggetrokken vanaf het snijblad voordat een niet-uniform gedeeltelijk plakje kam worden gesneden.

Nadat het produkt wordt teruggetrokken uit de 10 snijpositie, wordt de enkelwerkende keten teruggesteld. De transporteur stopt met het bewegen van het snijblad af aangezien de lijn 120, de derde ingang naar de EN-poort 72, laag is. De transporteur blijft in deze hulppositie totdat de plakjesteller 60 wordt teruggesteld, hetzij met de hand of automatisch, waardoor een nieuwe 15 afsnijcyclus wordt ingeleid.

Gedurende het afsnijden wordt elke variatie in messnelheid gedetecteerd door het ascodeerorgaan 50f gecompenseerd door het verlagen of verhogen van de uitgang van de spanningsregel-oscillator 70. Dit handhaaft op zijn beurt de werking van de 20 transporteur op de juiste snelheid ten opzichte van de messnelheid teneinde uniforme plekjes te verzekeren..

Wijzigingen binnen het kader van de uitvinding zijn mogelijk.

25 790 76 06

Claims

1. Snijregelketen voor een snijmachine, waarbij de machine is voorzien van een door een motor aangedreven omkeerbare transporteur waarop het ongesneden produkt wordt getransporteerd, een roterend snijmes geplaats dwars op de transporteur en een door 5 impulsen bediende motorregeling voor de transporteur, met het mkenmerk, dat de snijregelketen is voorzien van eerste organen voor het bewegen van het produkt naar en van het mes met een eerste snelheid, waarbij deze eerste organen in werking worden gesteld wanneer het afsnijden moet beginnen of eindigen respectievelijk, 10 tweede organen voor het bewegen van het produkt naar het mes met een tweede langzamere snelheid, waarbij deze tweede organen worden ingeschakeld wanneer het afsnijden moet voortgaan, en organen voor het detecteren van de hoekorientatie van het mes en voor het selectief inschakelen van de eerste organen alleen wanneer het mes op de 15 juiste wijze is georienteerd ten opzichte van het produkt ter vermijding van gedeeltelijke niet-uniforme plakjes.

2. Keten volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat organen aanwezig zijn voor het meten van de hoeveelheid af gesneden produkt en om te zorgen dat de detectie- en inschakelorganen 20 het afsnijden eindigen wanneer een vooraf bepaalde hoeveelheid van het produkt is afgesneden.

3. Keten volgens conclusie 1met het kenmerk, dat de eerste organen bestaan uit een impulsgenerator, organen om de impulsgenerator via poortwerking te verbinden met de motorregeling, 25 en organen voor het beëindigen van de werking impulsgenerator en indien het afsnijden moet worden voortgezet, het inlêiden van de werking van de tweede organen.

4. Keten volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de impulsgenerator een digitale impülsgenerator met vaste 30 frequentie is.

5. Keten volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de beeindigingsorganen zijn voorzien van een impulsteller welke de uitgang van de impulsgenerator ontvangt en een uitgang levert 35 naar de poortorganen van het optreden van een vooraf gekozen aantal 79076 06 v- ./- \ ν' impulsen, waarbij de poortorganen van toestand veranderen bij het ontvangen van deze uitgang en wanneer het afsnijden moet worden voortgezet, het inleiden van de werking van de tweede organen.

6. Keten volgens conclusie 1, met het kenmerk, 5 dat de tweede organen -zijn voorzien van organen voor het leveren van een analoge spanning representatief voor de hoeksnelheid van het mes, en een oscillator geregeld door deze analoge spanning voor het leveren van impulsen representatief voor de hoeksnelheid zodanig dat de motorregeling de transporteur synchroon doet werken 10 met het mes voor het verzekeren van uniforme plakjes wanneer het afsnijden voortgaat.

7. Keten volgens conclusie 1, met hét kenmerk, dat de organen voor detectie en inschakeling zijn voorzien van een codeerorgaan voor het leveren van impulsen representatief voor de 15 hoekrotatie van het mes, een positieteller voor het ontvangen van deze impulsen en het leveren van uitgangen representatief voor het optreden van de juist, mesposities voor het inleiden en beëindigen van het afsnijden respectievelijk, ter vermijding van gedeeltelijk en niet-uniforme plakjes, en poortorganen aansprekend op die 20 uitgangen voor het inschakelen van de eerste organen en het bepalen van de bewegingsrichting van de transporteur.

8. Keten volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het codeerorgaan een ascodeerorgaan is dat samenwerkt met de as waarop het mes is gemonteerd voor rotatie.

9. Keten volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de organen voor detectie en inschakeling zijn voorzien van een codeerorgaan voor het leveren van impulsen representatief voor de hoekrotatie van het mes, een positieteller voor het ontvangen van de impulsen en het leveren van uitgangen representatief voor het 30 optreden van de juiste mesposities voor het inleiden van beëindigen van het afsnijden respectievelijk, ter vermijding van gedeeltelijke niet-uniforme plakjes, en poortorganen aansprekend op de uitgangen van de positieteller en op de meetorganen voor het inschakelen van de eerste organen en voor het bepalen van de bewegingsrichting van 35 de transporteur. 79076 06 * mi? \

10. Snijregelketen voor een snijmachine waarbij deze machine is voorzien van een door een motor aangedreven omkeerbare transporteur waarop het ongesneden produkt wordt getransporteerd, een roteerbaar snijmes geplaatst dwars op de transporteur en een door impulsen bediende motorregeling voor de transporteur, met het kenmerk, dat de snijregelketen is voorzien van eerste impulsopwekorganen voor het bedienen van de motorregeling wanneer het afsnijden wordt ingeleid of onderbroken, tweede impulsopwekorganen voor het leveren van impulsen van lagere frequentie dan die van de eerste impulsopwekorganen voor het bedienen van de motorregeling tijdens continu afsnijden, en logische organen om door poortwerking de impulsopwekorganen te verbinden met de motorregeling en voor het bepalen van de bewegingsrichting van de transporteur, en organen voor het detecteren van de hoek- . stand van het mes ten opzichte van de transporteur en voor het bedienen van de logische organen aansprekend daarop, waardoor het afsnijden wordt ingeleid of onderbroken slechts wanneer het mes op de juist stand is ter vermijding van gedeeltelijk niet-uniforme plakjes. 2Q

11. Keten volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat organen aanwezig zijn voor het meten van de hoeveelheid afgesneden produkt en om te zorgen dat de logische organen het afsnijden beëindigen wanneer een voorafbepaalde hoeveelheid van het produkt is af gesneden. 2^

12. Keten volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de eerste impulsopwekorganen bestaan uit een impulsgenerator en organen voor het beëindigen van de werking van de impulsgenerator.

13. Keten volgens conclusie 12, met het kenmerk, 2Q dat de beeindigingsorganen zijn voorzien van een impulsteller voor het ontvangen van de uitgang uit de impulsgenerator en voor het leveren van een uitgang naar de logische organen bij het verkrijgen van een vooraf gekozen aantal impulsen, terwijl de logische organen van toestand veranderen aansprekend op die uitgang en __ wanneer het afsnijden moet worden voortgezet, het inleiden van de oo 790 76 06 > · ^ V * werking van de tweede organen.

14. Keten volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de tweede impulsopwekorganen zijn voorzien van organen voor het leveren van een analoge spanning representatief voor de 5 hoeksnelheid van het mes, en een oscillator geregeld door deze analoge spanning voor het leveren van impulsen representatief voor de hoeksnelheid waardoor de motorregeling de transporteur synchroon doet werken met het mes ter verzekering van uniforme plakjes wanneer het afsnijden voortgaat.

15. Keten volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de detectie-organen zijn voorzien van een codeerorgaan voor het leveren van impulsen representatief voor de hoekrotatie van het mes, en een positieteller voor het ontvangen van deze impulsen en het leveren van uitgangen representatief voor het 15 optreden van de juist mesposities voor het inleiden en beëindigen van het afsnijden respectievelijk, ter vermijding van gedeeltelijke niet-runiforme plakjes, terwijl de logische organen aanspreken op die uitgangen.

16. Keten volgens conclusie 2, of 11, 20 met -het kenmerk, dat de meetorganen een plakjesteller omvatten.

17. Keten volgens conclusie 2 of 11, men het kenmerk, dat de meetorganen een weeginrichting omvatten.

18. Werkwijze voor het regelen van het afsnijden van een produkt op een snijmachine voorzien van een rotatiernes 25 ter vermijding van gedeeltelijke afsnijdingen bij de eerste of laatste plakjes van een reeks plakjes, met het kenmerk, dat de hoekrotatie van het mes wordt gedetecteerd, de beweging van het produkt wordt ingeleid naar of van het mes met een eerste snel-* heid alleen wanneer het mes op de juiste wijze is georienteerd 30 ten opzichte van het produkt ter vermi jding van gedeelteli jke niet-uniforme plakjes bij het begin en het einde respectievelijk van de reeks van plakjes, en het voortzetten van beweging van het produkt naar het mes met een tweede, geringe snelheid wanneer het afsnijden moet worden voortgezet waarbij de tweede snelheid 35 een functie is van de hoeksnelheid van het mes, waardoor uniforme 790 76 06 -ife A plakjes worden verkregen.

19. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de hoeveelheid van het afgesneden produkt wordt gemeten en het afsnijden wordt beëindigd wanneer een vooraf 5 bepaalde hoeveelheid van het produkt is af gesneden,

20. Inrichting en werkwijze in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening, 790 76 06