NL7903712A

NL7903712A - TRANSPORT DEVICE.

Info

Publication number: NL7903712A
Application number: NL7903712A
Authority: NL
Original assignee: Rapistan Van Der Lande Bv
Priority date: 1979-05-11
Filing date: 1979-05-11
Publication date: 1980-11-13
Also published as: BR8002857A; JPS55156116A

Description

t W v t i , j i -1- - 20637/CV/tlt W v t i, j i -1- - 20637 / CV / tl

Aanvrager: Rapistan van der Lande B.V., te Veghel.Applicant: Rapistan van der Lande B.V., Veghel.

Korte Aanduiding: Transportinrichting.Short Designation: Transport device.

5 De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voor zien van een gestel en een tijdens bedrijf continu rondlopende eindloze band voor het direct of indirect aandrijven van met behulp van de transportinrichting verplaatsbare voorwerpen,waarbij in het gestel met de band samenwerkende regelorganen zijn aangebracht,die om draai-10 ingsassen draaibaar in het gestel zijn gelegerd en die ieder zijn voorzien van een omtreksvlak,dat zich over een deel van de omtrek van het regelorgaan concentrisch om de draaiingsas uitstrekt en over een deel van de omtrek op een kleinere afstand van de draaiingsas is gelegsi dan het zich concentrisch om de draaiingsas uitstrekkende deel.The invention relates to a conveying device provided with a frame and an endless belt which runs continuously during operation for directly or indirectly driving objects displaceable with the aid of the conveying device, wherein control members co-acting with the belt are arranged in order to pivot shafts are pivotally mounted in the frame, each of which is provided with a circumferential surface which extends concentrically about a part of the circumference of the control member about the pivot axis and is part of the circumference at a smaller distance from the pivot axis then the part extending concentrically about the axis of rotation.

15 Dergelijke transportinrichtingen zijn op zich bekend. Met de uit vinding wordt beoogd een dergelijke transportinrichting te verkrijgen waarbij,indien een bepaald regelorgaan tot‘stilstand wordt gebracht op eenvoudige wijze de draaiing van een ten opzichte van dit regelorgaan gerekend in de verplaatsingsrichting van de voorwerpen meer stroom-20 opwaarts gelegen regelorgaan kan worden gebldkeerd.Such transport devices are known per se. The object of the invention is to obtain such a transporting device wherein, if a specific control member is brought to a standstill, the rotation of a control member which is more upstream situated relative to this control member in the displacement direction of the objects can be simply checked.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat met ieder in hoogterichting in het gestel verstelbaar regelorgaan een taster is ver- . stand bonden,die,indien onbelast een zodanige/inneemt,dat de met de transportinrichting te verplaatsen voorwerpen daarmede in aanraking kunnen komen 25 en met het desbetreffende regelorgaan tevens een aanslag is gekoppeld, zodanig,dat deze aanslag bij het met behulp van de taster naar beneden drukken van het regelorgaan omhoog wordt bewogen en daarbij zodanig is opgesteld ten opzichte van een gezien in de verplaatsingsrichting meer stroomopwaarts gelegen verder regelorgaan,dat indien dit verdere regel-30 orgaan met behulp van een daarbij behorende taster naar beneden wordt gedrukt een met dit verdere regelorgaan verbonden verdere aanslag in ingrijping komt met de eerst genoemde aanslag voor het stilzetten van dit verdere regelorgaan in een stand ,waarin dat deel van het omtreksvlak naar de band is gekeerd,dat op kleinere afstand van de draaiings-35 as is gelegen dan het zich concentrisch om de draaiingsas uitstrekkende deel.According to the invention, this can be achieved in that a sensor is adjusted with each control member adjustable in the direction of height in the frame. position, which, if unloaded, occupies such that the objects to be moved with the conveying device can come into contact therewith and a stop is also coupled to the relevant control member, such that this stop is when the probe is moved to pressing the control member downwards is moved upwards and is thereby arranged in relation to a further control member located more upstream in the direction of displacement, so that if this further control member is pressed downwards by means of an associated sensor, one with this further control member connected further stop engages the first mentioned stop to stop this further control member in a position in which that portion of the circumferential surface faces the belt, which is located at a smaller distance from the axis of rotation than it is concentrically extending part about the axis of rotation.

bad origii?a9 0 3 7 12 -2- , 20637/CV/tlbad origii? a9 0 3 7 12 -2-, 20637 / CV / tl

Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan op eenvoudige wijze worden bewerkstelligd,dat, indien gewenst,de met behulp van de transportinrichting verplaatste voorwerpen op een bepaalde afstand worden gehouden,terwij1 tevens is gewaarborgd.dat indien 5 een voorlopend voorwerp tot stilstand wordt gebracht ook de daarachter aangevoerde voorwerpen tot stilstand worden gebracht en tevens de re-gelorganen worden stopgezet,zodat een regelmatig en rustig bedrijf van de transportinrichting kan worden gewaarborgd.By applying the construction according to the invention it can be easily achieved that, if desired, the objects displaced with the aid of the transport device are kept at a certain distance, while it is also ensured that if a leading object is brought to a standstill the objects supplied behind it are also brought to a standstill and the control elements are also stopped, so that a regular and quiet operation of the transport device can be ensured.

De uitvinding zal hieronder nader worden ufceengezet aan de hand 10 van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens de uitvinding.The invention will be explained in more detail below with reference to some exemplary embodiments of the construction according to the invention shown in the accompanying figures.

Fig. 1 toont schematisch een zijaanzicht op een deel van een transportinrichting volgens de uitvinding.Fig. 1 schematically shows a side view of a part of a transport device according to the invention.

Fig. 2 toont schematisch een bovenaanzicht op delen van het in fig. 15 1 weergegeven deel van de transportinrichting.Fig. 2 schematically shows a top view of parts of the part of the transport device shown in FIG. 1.

Fig.3 toont in perspectief op grotere schaal een draagorgaan voor een regelorgaan met een op afstand van dit.,draagorgaan weergegeven regel-orgaan.Fig. 3 is a larger-scale perspective view of a control member support member with a control member shown at a distance from this support member.

Fig. 4 toont op grotere schaal in perspectief een deel van een 20 transportinrichting volgens de uitvinding.Fig. 4 is a larger-scale perspective view of a part of a transport device according to the invention.

Fig. 5 toont schematisch een zijaanzicht op een regelorgaan en een daarmee samenwerkende«aanslag,waarbij de verschillende onderdelen in verschillende standen ten opzichte van elkaar zijn weergegeven.Fig. 5 schematically shows a side view of a control member and a stop co-operating therewith, the different parts being shown in different positions relative to each other.

Fig.6 - 9 tonen een tweetal op afstand van elkaar opgestelde regel-25 organen en met elkaar samenwerkende aanslagen in verschillende standen van de regelorganen.Figures 6-9 show two spaced-apart control members and co-operating stops in different positions of the control members.

Fig. 10 toont echematisch een zijaanzich op een deel van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van een transportinrichting volgens de uitvinding.Fig. 10 is a schematic side view of part of a second embodiment of a conveying device according to the invention.

Fig. 11 toont op grotere schaal in perspectief een draagorgaan voor 30 een regelorgaan met een op afstand daarvan weergegeven regelorgaan en een op afstand daarvan weergegeven tastrol.Fig. 11 is an enlarged perspective view of a support member for a control member having a remote control member and a remote sensing roller.

Fig. 12 toont schematisch op grotere schaal een zijaanzicht op een gedeelte van het in fig.10 weergegeven deel van de transportinrichting, waarbij een regelorgaan en daarmee samenwerkende aanslag in verschil-35 lende standen zijn weergegeven.Fig. 12 schematically shows, on a larger scale, a side view of a part of the part of the transport device shown in FIG. 10, wherein a control member and stop co-operating therewith are shown in different positions.

Fig. 13 toont schematisch in perspectief een deel van een transport- bador.gin^0 37 12 V ^ -3- . 20637/CV/tl inrichting welke werkt volgens het in de fig.10 - 12 weergegeven principe.Fig. 13 schematically shows in perspective a part of a transport bador. G ^ 0 37 12 V ^ -3-. 20637 / CV / tl device operating on the principle shown in Figs. 10-12.

Het gestel van de inrichting omvat zich evenwijdig aan elkaar uit-’ strekkende gestelbalken 1 en 2 (fig.4) en evenwijdig aan en tussen de- 5 ze gestelbalken verlopen balken 3 en 4,waarin zich loodrecht op de lengterichting van deze balken en de lengterichting van de transport-inrbhting uitstrekkende assen 5 zijn aangebracht. De assen 5 dienen ter ondersteuning van tijdens bedrijf de voorwerpen dragende rollen 6.The frame of the device comprises frame beams 1 and 2 (fig. 4) extending parallel to each other and beams 3 and 4 extending parallel to and between these frame beams, in which they are perpendicular to the longitudinal direction of these beams and the shafts 5 extending in the longitudinal direction of the conveyor. The shafts 5 serve to support the rollers 6 carrying objects during operation.

Midden tussen de gestelbalken 2 is een eindloze met behulp van niet 10 nader weergegeven aandrijforganen in beweging te brengen en zich in de lengterichting van de transportinrichting uitstrekkende transportband aangebracht,waarvan in de fig. slechts het bovenpart 7 is afgebeeld.In the middle between the frame beams 2, an endless conveyor belt can be moved by means of drive members (not shown in more detail) and a conveyor belt extending in the longitudinal direction of the conveying device, of which only the upper part 7 is shown in the figure.

Tijdens bedrijf zal dit bovenpart in de richting volgens pijl A bewegen.During operation, this upper part will move in the direction according to arrow A.

De inrichting omvat regelorganen,die ieder worden gevormd door een 15 tweetal een geheel met elkaar vormende schijven 8 en 9,die onderling zijn verbonden door een tap 10.(fig.3).The device comprises control members, each of which is formed by two integrally forming discs 8 and 9, which are mutually connected by a pin 10. (Fig. 3).

Zoals uit de figuren blijkt heeft iedere schijf een eerste omtreks-gedeelte 11,dat zich concentrisch om de door de hartlijn van de tap 10 gevormde draaiingsas van het regelorgaan 8 uitstrekt en een de uit-20 einden van dit gekromde gedeelte 11 verbindend rechtlijnig gedeelte 12, da; dichter bij de draaiingsas 10 is gelegen dan het gekromde gedeelte 11.As can be seen from the figures, each disc has a first circumferential portion 11 which extends concentrically about the axis of rotation of the control member 8 formed by the center line of the pin 10 and a rectilinear portion 12 connecting the ends of this curved portion 11. , da; is closer to the axis of rotation 10 than the curved portion 11.

Zoals verder nog uit de figuren blijkt is aan de schijf 9 van het regelorgaan een buiten de schijf uitstekende ,een aanslag vormende nok 25 13 bevestigd.As will furthermore be apparent from the figures, a disc 13 projecting beyond the disc, a stop 13, is attached to the disc 9 of the control member.

Het de beide schijven 8 en 9 omvattende regelorgaan wordt draaibaar ondersteund door een legerschaal 14,welke is aangebracht aan het uiteinde van een deel van een draagorgaan 15 uitmakende stang 16.The control member comprising the two disks 8 and 9 is rotatably supported by an army shell 14 which is arranged at the end of a rod 16 forming part of a support member 15.

Aan het desbetreffende uiteinde van de stang 16 zijn verder een , 30 tweetal tasters 17 aangebracht,die in gemonteerde stand van het regelor gaan in de legerschaal 14 aan weerszijden van de beide schijven 8 en 9 zijn gelegen,zoals in het bijzonder uit fig.4 blijkt.At the respective end of the rod 16 there are further arranged two probes 17, which, in the mounted position of the regulator, are located in the bearing shell 14 on either side of the two discs 8 and 9, as in particular from fig. 4 turns out.

Tussen de beide uiteinden van de stang 16 is met behulp van een omhoog uitstrekkende arm 18 een in doorsnede U-vormige beugel 19 bevestigd, 35 welke voor het ophangen van het draagorgaan 15 aan een van de assen 5 op de in fig.4 weergegeven wijze over een dergelijke as 5 kan worden gescho- bad origin# 9 0 3 7 12 τ * ' * ^ -4- 20637/CV/tl ven.A U-shaped cross-section 19 is attached between the two ends of the rod 16 by means of an upwardly extending arm 18, which bracket for suspending the carrying member 15 on one of the shafts 5 in the manner shown in FIG. 4. it is possible to scrub over such an axis 5 origin # 9 0 3 7 12 τ * '* ^ -4- 20637 / CV / tl ven.

Aan het van de legerschaal 14 afgekeerde uiteinde van de stang 16 is een zich omhoog uitstrekkende,een aanslag vormende neus 20 bevestigd.Attached to the end of the rod 16 away from the army shell 14 is an upwardly extending stop 20 forming a stop.

Op korte afstand van de neus 20 is aan de stang 16 een zich omhoog uit-5 strekkende arm 21 bevestigd, waaraan een uiteinde van een zi:h in de richting van de legerschaal 14 uitstrekkende verende tong 22 is bevestigd. Nabij het bevestigingseinde van de tong 22 is aan de arm 21 verder het ondereinde bevestigd van een zich omhoog uitstrekkend been van een L-vormige haak 23.A short distance from the nose 20 is attached to the rod 16 an upwardly extending arm 21 to which is attached an end of a spring tongue 22 extending in the direction of the bearing shell 14. Near the attachment end of the tongue 22, the lower end of an upwardly extending leg of an L-shaped hook 23 is further secured to the arm 21.

10 Indien de drager 15 met behulp van de U-vormige beugel is opgehan gen aan een van de assen 5 zal, zoals uit fig.4 duidelijk zal zijn, een verdere as 5 tussen het boveneinde van de arm 21 en het zich althans nagenoeg evenwijdig aan de stang 16 uitstrekkende been van de haak 23 zijn gelegen,zodat dit been van de haak 23 en het boveneinde van de 15 arm 21 met de desbetreffende stang 5 samenwerkende aanslagen vormen ter begrenzing van de verdraaiing van het draagorgaan 15 om de as 5 waaraan het draagorgaan met behulp van de beugel 19 is opgehangen. Daarbij ligt het vrije uiteinde van een verende lip 22 onder een van de stangen 5 en is de uitvoering zodanig,dat deze verende lip het althans in hoofdzaak 20 horizontaal verlopende been van de haak 23 tegen de bovenzijde van de met deze haak 23 samenwerkende as 5 tracht te drukken.If the carrier 15 is suspended by means of the U-shaped bracket on one of the shafts 5, as will be clear from fig. 4, a further shaft 5 between the upper end of the arm 21 and the at least substantially parallel the leg of the hook 23 extending on the rod 16 is located, so that this leg of the hook 23 and the upper end of the arm 21 form abutments co-acting with the rod 5 concerned in order to limit the rotation of the carrying member 15 about the axis 5 to which the carrying member is suspended by means of the bracket 19. The free end of a resilient lip 22 herein lies under one of the rods 5 and the embodiment is such that this resilient lip has the leg of the hook 23, which extends at least substantially horizontally, against the top side of the shaft 5 cooperating with this hook 23 try to press.

Zoals verder in de figuren is weergegeven zijn onder het bovenpat 7 van de band op regelmatige afstand van elkaar regelorganen 8 , 9 aangebracht.As further shown in the figures, control members 8, 9 are arranged under the upper drop 7 of the belt at regular intervals.

25 Indien tijdens normaal bedrijf het bovenpart 7 van de band beweegt in de richting volgens pijl A en met de band voorwerpen worden verplaatst wordt een regelorgaan met zijn gekromde oppervlak 11 tegen de onderzijde van de band 7 gedrukt en met behulp van de band in draaiing gebracht, waarbij dit regelorgaan tevens de band 7 tegen de onderzijde van de te 30 verplaatsen voorwerpen drukt. Indien het regelorgaan over een zekere -fe hoek is verdraaid komt de afgeplatte/12 tegenover de band te liggen zoals voor sommige regelorganen in fig.l is weergegeven,maar door de traagheid van de bewegende delen zal het regelorgaan normaal verder blijven draaien zodat op een gegeven moment het gekromde gedeelte 11 van het 35 regelorgaan weer met de onderzijde van de band in aanraking komt en de band tegen de voorwerpen drukt. Daarbij is de uitvoering zodanig,dat BAD ORIGIN^g Q 3 7 1 2 -5- . 20637/CV/tl m \ indien het gekromde gedeelte 11 van een regelorgaan met de band in aanraking is de met het desbetreffende regelorgaan verbonden en aan weerszijden van de band gelegen tasters 17 niet boven de band uitsteken,terwijl indien de band tegenover het in het weergegeven uitvoeringsvoor-5 beeld rechtlijnig uitgevoerde deel 12 van de omtrek van het regelorgaan komt te liggen de tasters althans gedeeltelijk boven de band kunnen uitsteken.If during normal operation the upper part 7 of the belt moves in the direction according to arrow A and objects are moved with the belt, a control member with its curved surface 11 is pressed against the underside of the belt 7 and rotated by means of the belt wherein this control member also presses the belt 7 against the underside of the objects to be moved. If the control member is rotated through a certain angle, the flattened / 12 will face the belt as shown for some control members in FIG. 1, but due to the inertia of the moving parts, the control member will continue to rotate normally so that at a at this point, the curved portion 11 of the controller again contacts the underside of the belt and presses the belt against the objects. The design is such that BAD ORIGIN ^ g 3 3 1 2 -5-. 20637 / CV / tl m \ if the curved portion 11 of a control member is in contact with the tire, the probes 17 connected to the respective control member and located on either side of the tire do not protrude above the tire, while if the tire is opposite the The embodiment shown in a rectilinearly constructed part 12 of the circumference of the control member will be able to project the probes at least partly above the belt.

Zoals verder in het bijzonder uit fig.2 duidelijk zal zijn sluit de lengteas van de stang 16 een hoek afwijkend van 90° in met de door 10 de U-vormige beugel}en de deze beugel ondersteunende as 5 gevormde scharnierende ondersteuning voor de desbetreffende drager. Daardoor kan worden bewerkstelligd,dat het van een legerschaal 14 afgekeerde uiteinde van een draagorgaan 15 in bovenaanzicht gezien is gelegen naast een ten opzichte van het door het desbetreffende draagorgaan ondersteunde regel-15 orgaan meer stroomopwaarts gelegen regelorgaan. In het weergegeven uit-v>eringsvoorbeeld is de opstelling zodanig,dat tussen het door het desbetreffende draagorgaan 15 ondersteunde regelorgaan 8,9 en het regelorgaan in de nabijheid waarvan het de aanslag 20 dragende uiteinde van het drasg>rgaan 15.is gelegen een verder regelorgaan is aangebracht. Afhanke-20 lijk van de beoogde werking kunnen meer of minder regelorganen tussen de beide genoemde regelorganen worden aangebracht.As will further be apparent in particular from Fig. 2, the longitudinal axis of the rod 16 encloses an angle deviating from 90 ° with the hinged support for the relevant carrier formed by the U-shaped bracket} and the shaft 5 supporting this bracket. . As a result, it can be effected that the end of a support member 15 remote from an army shell 14 is seen in plan view next to a control member situated more upstream relative to the control member supported by the respective support member. In the illustrated embodiment, the arrangement is such that between the control member 8,9 supported by the respective support member 15 and the control member in the vicinity of which the end of the support member 15 carrying the stop 20 is located a further regulator is fitted. Depending on the intended effect, more or less control members can be arranged between the two said control members.

Zoals nu schematisch in de fig.5 - 9 is weergegeven zullen indien onbelast de draagorganen met behulp van de door de verende lippen 22_ge-vormde verende mechanismesin een stand worden gehouden,waar gezien in 25 deze figuren een verdere verdraaiing van de draagorganen in de richting van de wijzers van de klok wordt tegengegaan door de door de horizontaal verlopende benen van de haken 23 gevormde aanslagen. Indien nu een voorwerp 25 op het bovenpart van de band 7 rust en met behulp van dit bovenpart van de band 7 wordt verplaatst kan onder het gewicht van deze 30 voorwerpen een zekere verzwenking van de draagorganen tegen de wijzers van de klok in optreden,zoals aangeduid voor het rechter draagorgaan in fig.7 en de linker draagorganen in de fig.8 en 9. Daardoor zal de aanslag 20 aan het vrije uiteinde van het desbetreffende draagorgaan over een afstand b omhoog bewegen,zoals aangeduid in fig.5. Een verdere be-35 weging van deze aanslag 20 in opwaartse richting wordt tegengegaan door het met een as 5 samenwerkende uiteinde van de arm 21.As now schematically shown in Figs. 5-9, if the load-bearing members are unloaded, they will be held in position by means of the resilient mechanisms formed by the resilient lips 22, where seen in these figures a further rotation of the bearing members in the direction the clockwise direction is counteracted by the stops formed by the horizontally extending legs of the hooks 23. If an object 25 now rests on the upper part of the belt 7 and is displaced with the aid of this upper part of the belt 7, a certain pivoting of the carrying members counterclockwise can occur under the weight of these objects, as indicated for the right support member in fig. 7 and the left support members in fig. 8 and 9. As a result, the stop 20 at the free end of the relevant support member will move upwards by a distance b, as indicated in fig. 5. A further movement of this stop 20 in the upward direction is counteracted by the end of the arm 21 cooperating with a shaft 5.

BAD ORIGINA^ 9 Q 3 7 1 2 i Γ * «* ν -6- 20637/CV/tlBAD ORIGINA ^ 9 Q 3 7 1 2 i Γ * «* ν -6- 20637 / CV / tl

Indien het regelorgaan,dat ter hoogte van deze aanslag 20 is gelegen, niet wordt belast,zoals aangeduid in fig.8,zal dit regelorgaan tegen de onderzijde van de band gedrukt blijven en blijven draaien. Indien echter ter hoogte van dit regelorgaan gelijktijdig een tweede voorwerp 26 5 aanwezig is zal dit regelorgaan eveneens naar beneden worden gedrukt fen wel over een afstand a,zoals in fig.5 is weergegeven.Daarbij is de opstelling zodanig,dat indien de aanslag 20 over de afstand b omhoog is bewogen en gelijktijdig het nabij deze aanslag 20 gelegen regelorgaan 8, 9 over de afstand a naar beneden is gedrukt tegen de werking van de 10 verende tong 22 in3de aanslag 20 in ingrijping komt met de op het desbetreffende regelorgaan 8, 9 bevestigde aanslag of nok 13,zodat het desbetreffende regelorgaan 8, 9 tegen verdere verdraaiing wordt tegengehouden in de in het rechter gedeelte van fig.9 weergegeven stand,dat wil zeggen in die stand,waarin het vkkke omtreksgedeelte 12 van het 15 regelorgaan zich evenwijdig aan de onderzijde van het bovenpart 7 van de band uitstrekt. Ter hoogte van dit voorwerp 26 kan het bovenpart 7 van de band dan vrij tussen het door de schijven 6 ondersteunde voorwerp 26 enhet in fig.9 meest rechts afgebeelde regelorgaan 8 ,9 door bewegen,zodat’op dit voorwerp 26 geen aandrijfkracht wordt uitgeoefend 20 en het voorwerp in deze stand stil blijft staan. Eerst indien het voorlopende voorwerp 25 het in fig.9 meest links gelegen regelorgaan is gepasseerd kan dit regelorgaan weer omhoog bewegen,waardoor de met dit regelorgaan verbonden aanslag 20 omlaag kan bewegen en zodoende het in fig.9 meest rechts afgebeelde regelorgaan 8,9 wordt vrijgegeven. Dit 25 regelorgaan kan dan weer in draaiing worden gebracht opdat het gekromde oppervlak 11 van dit regébrgaan het bovenpart 7 van de band weer tegen het voorwerp 26 drukt om dit voorwerp weer in beweging te brengen. Dit opnieuw in draaiing brengen van het regelorgaan kan worden bewerkstelligd door een onbalans in het regelorgaan waardoor dit regelorgaan on-30 der invloed van de zwaartekracht de neiging heeft om gezien in fig.9 tegen de richting van de wijzers van de klok in te gaan verdraaien indien het regelorgaan wordt vrijgegeven,zodat het gekromde oppervlak 11 van dit regelorgaan op een gegeven moment met de onderzijde van het bovenpart 7 van de band in aanraking zal komen en zodoende weer in 35 draaiing zal worden gebracht. Eventueel kan men dit ook op andere wijze bewerkstelligen.If the control member located at the location of this stop 20 is not loaded, as indicated in fig. 8, this control member will remain pressed against the underside of the belt and continue to rotate. However, if a second object 26 is simultaneously present at the position of this control member, this control member will also be pressed downwards by a distance a, as shown in Fig. 5. The arrangement is such that if the stop 20 is the distance b has been moved upwards and at the same time the control member 8, 9 located near this stop 20 has been pressed downwards over the distance a against the action of the resilient tongue 22 in the stop 20 engages with the control member 8, 9 in question. attached stop or cam 13, so that the respective control member 8, 9 is restrained against further rotation in the position shown in the right-hand part of fig. 9, that is to say in that position in which the rectangular section 12 of the control member is parallel to the underside of the upper part 7 of the belt extends. At the height of this object 26, the upper part 7 of the belt can then move freely between the object 26 supported by the disks 6 and the control member 8, 9 shown in the far right, so that no driving force is exerted on this object 26. and the object remains stationary in this position. Only when the leading object 25 has passed the control member furthest to the left in figure 9 can this control member move upwards again, so that the stop 20 connected to this control member can move downwards and thus become the control member 8.9 shown in the right-most part released. This control member can then be rotated again so that the curved surface 11 of this regression again presses the upper part 7 of the belt against the object 26 to move this object again. This re-rotation of the control member can be accomplished by an imbalance in the control member whereby this control member tends to rotate counterclockwise under the influence of gravity. if the control member is released, so that the curved surface 11 of this control member will at some point come into contact with the underside of the upper part 7 of the belt and will thus be rotated again. Optionally, this can also be effected in another way.

BADORIGIN/$t9 0 3 7 12 -7- 20637/CV/tlBADORIGIN / $ t9 0 3 7 12 -7- 20637 / CV / tl

Het zal duidelijk zijn,dat op deze wijze steeds een bepaalde afstand tussen opeenvolgende voorwerpen wordt gehandhaafd. Verder zal,indien een voorop lopend voorwerp wordt tegengehouden het ter hoogte van dt tegenJ gehouden voorwerp gelegen regelorgaan nog door de band worden doorge-5 draaid tot in de stand,waarin het omtreksgedeelte 12 tegenover de band komt te liggen om dan in deze stand te blijven stilstaan. Dit tegenhouden van een voorop lopend voorwerp zal,zoals uit het bovenstaande duidelijk zal zijn, ook een stopzetten van de overige zich eventueel op het bovenpart 7 bevindende voorwerpen tot gevolg hebben,daar de stroomop-10 waarts gelegen regelorganen eveneens tot stilstand zullen worden gebracht in een stand waarin de omtreksgedeelten 12 van de regelorganen zich evenwijdig aan de onderzijde van het bovenpart 7 van de band uitstrekken. Het bovenpart 7 van de band kan dan vrij tussen de tot stilstand gebrachte voorwerpen en de regelorganen door bewegen.It will be clear that in this way a certain distance is always maintained between successive objects. Furthermore, if a leading object is restrained, the control member located at the height of the restrained object will still be rotated through the belt into the position in which the peripheral portion 12 comes to lie opposite the belt and then into this position. stand still. As will be apparent from the above, this restraint of a leading object will also result in a stop of the other objects possibly located on the upper part 7, since the upstream control elements will also be stopped in a position in which the peripheral parts 12 of the control members extend parallel to the underside of the upper part 7 of the belt. The upper part 7 of the belt can then move freely between the stopped objects and the control members.

15 Bij het in de fig.10- 13 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld,zijn die onderdelen,die overeenkomen met de onderdelen van het hierboven besproken eerste uitvoeringsvoorbeeld van dezelfde verwijzingscijfers voorzien als de desbetreffende onderdelen van het eerste uitvoeringsvoorbeeld.In the exemplary embodiment shown in Figs. 10-13, those parts which correspond to the parts of the first exemplary embodiment discussed above are provided with the same reference numbers as the relevant parts of the first exemplary embodiment.

20 In het in de fig.10- 13 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld komen de te verplaatsen voorwerpen niet rechtstreeks met het bovenpart 7 van de eindloze band in aanraking,maar drijft het bovenpart boven dit boven- % part 7 in het gestel gelegerde draagrollen 30 aan. Daarbij zijn de tasters 7 toegepast bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld vervangen door 25 zich evenwijdig aan en tussen de draagrollen 30 gelegen tastrollen 31, waarbij telkens een tastrol vrij draaibaar is gelegen in een nabij de legerschaal 14 aan het draagorgaan 15 bevestigde steun 32.In the exemplary embodiment shown in Figs. 10-13, the objects to be moved do not come into direct contact with the upper part 7 of the endless belt, but drive the upper part above this upper part 7 in the frame bearing alloy rollers 30. The probes 7 used in the first exemplary embodiment have been replaced by 25 tactile rollers 31 located parallel to and between the carrier rollers 30, wherein a tactile roller is in each case freely rotatable in a support 32 secured to the carrier member 15 near the bearing shell 14.

Het zal duidelijk zijn,dat indien het bovenpart 7 van de band in de richting volgens pijl B beweegt de door de draagrollen ondersteun-30 de voorwerpen in de richting volgens pijl C zullen worden verplaatst. Indien daarbij een voorwerp met een tastrol 31 in aanraking komt zal het ter hoogte van deze tastrol gelegen regelorgaan 8, 9 over een afstand a naar beneden worden gedrukt,zoals weergegeven in fig.12. Indien tegelijkertijd de aan het uiteinde van een bij een andere tastrol be-35 horend draagorgaan bevestigde aanslag 20 op de hierboven aan de hand van het eerste uitvoeringsvoorbeeld besproken wijze over de afstand b omhoog BAD ORIGINiJLg o 3 7 12It will be clear that if the upper part 7 of the belt moves in the direction of arrow B, the objects supported by the carrier rollers will be moved in the direction of arrow C. If an object comes into contact with a feeler roller 31, the control element 8, 9 located at the height of this feeler roller will be pressed down by a distance a, as shown in Fig. 12. If, at the same time, the stop 20 attached to the end of a supporting member associated with another feeler roller in the manner discussed above with reference to the first exemplary embodiment over the distance b up BAD ORIGINIlg o 3 7 12

‘ ‘ «V"" V

-8- . 20637/CV/tl is gedrukt,zoals eveneens schematisch in fig.12 is aangeduid zal het hier afgebeelde regelorgaan 8, 9 in de gestippelde stand,waarin het omtreksgedeelte 12 van het regelorgaan zich evenwijdig aan het part 7 van de band uitstrekt, worden vastgehouden. Het zal dus duidelijk 5 zijn,dat het principe van de uitvinding zowel toepasbaar is bij constructies ,waarbij de voorwerpen rechtstreeks met het door de eindloze band gevormde aandrijforgaan in aanraking komen als bij constructies, waarbij de aandrijfkracht op de voorwerpen indirect vanaf de aandrijf-band op de voorwerpen wordt uitgeoefend.-8-. 20637 / CV / tl, as also schematically shown in Fig. 12, the control member 8, 9 shown here will be held in the dotted position in which the peripheral portion 12 of the control member extends parallel to the part 7 of the belt. . It will thus be apparent that the principle of the invention is applicable both to constructions in which the objects come into direct contact with the drive member formed by the endless belt and to constructions in which the driving force on the objects indirectly from the drive belt is exerted on the objects.

10 Met behulp van de verende tongen 22 is tevens een zodanige onder steuning van de draagorganen verkregen,dat deze draagorgaren verend op en neer kunnen bewegen,zodat tijdens normaal bedrijf steeds een goed contact tussen de regelorganen en het bovenpart van de band 7 zal zijn gewaarborgd.With the aid of the resilient tongues 22, such a support is also obtained that the carrier members can move resiliently up and down, so that during normal operation a good contact between the control members and the upper part of the belt 7 will always be ensured. .

15 BAD ORIGINA^ 9 0 3 7 1215 BAD ORIGINA ^ 9 0 3 7 12

Claims

1. Transporting device provided with a frame and an endless belt continuously rotating during operation for directly or indirectly driving objects displaceable with the aid of the transporting device, wherein control members co-acting with the belt are rotatable about rotation axes in the frame. the frame is alloyed and each has a circumferential surface which extends concentrically about a part of the circumference of the control member about the axis of rotation and which is located over a part of the circumference at a distance from the axis of rotation which is concentrically the part extending on the axis of rotation, characterized in that a control element which is adjustable in height direction in the frame is connected to a sensor which, if unloaded, assumes a position such that the objects to be moved with the conveying device can come into contact therewith and a stop is also coupled to the relevant control member, such that this stop 1 5, when the control member is pressed down by means of the sensor, it is moved upwards and is thereby disposed in relation to a further control member located more upstream, viewed in the direction of displacement of the objects, that if this further control member is used with the aid of a associated probe is pressed downward a further stop connected to this further control member engages the first mentioned stop to stop this further control member in a position in which that part of the circumferential surface faces the belt, which at a smaller distance from the axis of rotation than it is located / extending concentrically about the axis of rotation.

1 CONCLUSIONS -9- _ 20637 / CV / tl

Device according to claim 1, characterized in that the control member. . . . . . is rotatably mounted near an end of the support member supporting the control member, which is suspended in a pivotal manner about a hinge axis extending parallel to the axis of rotation of the control member, while the support member is provided on the side of the hinge axis remote from the control member the attack.

Transporting device according to claim 2, characterized in that the carrying member comprises a rod, at one end of which an army shell for the regulating member and at the other end of which an upwardly extending nose is arranged, while between both ends a U-shaped bracket is mounted on the support member for pivotally supporting the support member. i BAD ORIGINAL ^ g Q 3 7 1 2 * \ -10- - 20637 / CV / tl

Transporting device according to claim 2 or 3, characterized in that stops are provided which limit a rotation of the supporting member in both directions.

5. Device as claimed in any of the foregoing claims, characterized in that a resilient mechanism is provided which tries to pivot the support member in a direction in which the control member is pressed towards the bottom of the endless belt.

6. Transport device according to claim 5, characterized in that the resilient mechanism is formed by a resilient tongue formed in one piece with the support member, which is preferably made of plastic.

Device according to any one of the preceding claims, characterized in that the control member is provided with a protruding stop forming a stop, which cooperates with a stop adjustable in height by another control member.

Transport device according to any one of the preceding claims, characterized in that two probes located on either side of the endless belt are connected to the carrying member during normal operation.

Transport device according to any one of the preceding claims, wherein the endless belt drives the object-supporting supporting rollers, characterized in that a sensing roller is arranged between the supporting rollers at the height of each control member and is rotatably supported by a supporting member supporting the respective control member. 25 BADORIGIN ^ lgQjy 12