NL2035340B1 - Raamkozijnen - Google Patents

Abstract

De uitvinding betreft een raamkozijn omvattende: - twee parallelle en op afstand van elkaar aangebrachte stijlen; - een onderdorpel aangebracht tussen en aan een eerste eind van de twee stijlen; - een bovendorpel aangebracht tussen en aan een tweede eind van de twee stijlen; - een tussendorpel aangebracht tussen de twee stijlen en parallel aan de onderdorpel en de bovendorpel; - een bovenruit aangebracht tussen de twee stijlen, de bovendorpel en de tussendorpel; waarbij in de bovendorpel een kanaal is aangebracht, dat zich van de buitenzijde van het raamkozijn uitstrekt naar de binnenzijde van het raamkozijn, en dat in de toegangsopening van het kanaal aan de buitenzijde een rooster is aangebracht.

Description

Raamkozijnen

De uitvinding betreft een raamkozijn omvattende: — twee parallelle en op afstand van elkaar aangebrachte stijlen; - een onderdorpel aangebracht tussen en aan een eerste eind van de twee stijlen; - een bovendorpel aangebracht tussen en aan een tweede eind van de twee stijlen; — een tussendorpel aangebracht tussen de twee stijlen en parallel aan de onderdorpel en de bovendorpel; - een bovenruit aangebracht tussen de twee stijlen, de bovendorpel en de tussendorpel.

Dergelijke raamkozijnen zijn alom bekend en worden in diverse uitvoeringen gemaakt. Een bekende uitvoering is het zogenaamde Hollands schuifraam of boerderijraam, dat in veel oude woningen is toegepast. Dergelijke oude woningen worden vaak door gemeenten aangewezen als een object met cultuurhistorische waarde of zelfs als monument. Als gevolg hiervan is de eigenaar van de woning gebonden aan allerlei regels, die moeten waarborgen dat het uiterlijk van de woning niet aangetast wordt.

Verder is het gewenst dat oude woningen aangepast worden om zo veel mogelijk te voldoen aan huidig geldende isolatiewaarden. Een maatregel om hieraan te voldoen is om de raamkozijnen te vervangen door kunststofkozijnen en daarin isolatieglas toe te passen. Bij een dergelijk verbetering is het verder noodzakelijk om aan voldoende ventilatie te voldoen, zodat het binnenklimaat in de woning niet nadelig beïnvloed wordt.

Om bij het plaatsen van isolatieglas te blijven voldoen aan een goede ventilatie is het gebruikelijk om langs de bovenrand van het isolatieglas en het raamkozijn een ventilatierooster aan te brengen.

Bij renovatie van een oude woning wordt steeds vaker door een gemeente het toepassen van een ventilatierooster tussen het isolatieglas en het raamkozijn niet langer toegestaan omdat dit naar mening van de gemeente het uiterlijk van de woning te veel aantast.

Verder kan het zijn dat wanneer een woning dicht bij een drukke verkeersweg ligt, de geluidsbelasting voor een ventilatierooster te hoog is. In een dergelijk geval wordt aan de buitenzijde van de woning op het rooster een suskast geplaatst. Een suskast is een ventilatierooster met een verhoogde geluidwering. Suskasten worden toegepast in situaties waarin een gebouw natuurlijk wordt geventileerd en onderhevig is aan een geluidsbelasting door bijvoorbeeld vliegverkeer, wegverkeer, railverkeer of industrie. De extra geluidwering van een suskast wordt verkregen door de lucht langs absorberende materialen te leiden, die een deel van de geluidenergie absorberen.

Echter, een suskast aan de buitenzijde van de woning wordt bij oude woningen vaak niet toegestaan door gemeenten omdat ze ook hiervan van mening zijn dat daarmee het uiterlijk van de woning te veel aangetast wordt.

Het is nu een doel van de uitvinding om de bovengenoemde nadelen te verminderen of zelfs te voorkomen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een raamkozijn volgens de aanhef, dat gekenmerkt wordt doordat in de bovendorpel een kanaal is aangebracht, dat zich van de buitenzijde van het raamkozijn uitstrekt naar de binnenzijde van het raamkozijn, en dat in de toegangsopening van het kanaal aan de buitenzijde een rooster is aangebracht.

Door bij de uitvinding een kanaal in de bovendorpel aan te brengen en dit kanaal aan de buitenzijde te voorzien van een rooster, wordt het ventilatierooster grotendeels aan het zicht onttrokken. Zeker wanneer het rooster in dezelfde kleur is als de bovendorpel.

Op deze wijze kan bij renovatie van een oude woning alsnog een raamkozijn toegepast worden, waarbij voldaan wordt aan de huidig geldende isolatiewaarden en voldoende ventilatie mogelijk is, terwijl het uiterlijk van de oude woning niet zodanig aangetast wordt, dat dit niet meer acceptabel is voor een gemeente.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van het raamkozijn volgens de uitvinding is in de toegangsopening van het kanaal aan de binnenzijde een suskast aangebracht.

Door de suskast aan de binnenzijde van het raamkozijn aan te brengen wordt het uiterlijk van de woning niet verder aangetast, terwijl wel voldoende geluidsisolatie verkregen wordt met behoud van voldoende ventilatie.

In een andere uitvoeringsvorm van het raamkozijn volgens de uitvinding is de breedte van het kanaal in hoofdzaak gelijk aan de lengte van de bovendorpel. Door de breedte van kanaal te maximaliseren kan de hoogte van het kanaal zo klein mogelijk blijven, zodat ook de dikte van de bovendorpel niet onnodig groot hoeft te zijn, hetgeen impact heeft op het uiterlijk van het raamkozijn.

Een verdere uitvoeringsvorm van het raamkozijn volgens de uitvinding omvat verder een raamblad, dat aan de binnenzijde scharnierend en tussen de twee stijlen, de onderdorpel en de tussendorpel is aangebracht.

Bij oude woningen is veelal een Hollands schuifraam toegepast, waarbij het raamblad verticaal omhoog geschoven kan worden om zo het raam te openen. Een dergelijke schuifraam heeft door de constructie vaak grote kieren tussen het raamblad en het raamkozijn, hetgeen voor de isolatiewaarde ongunstig is. Door het raamblad scharnierend te maken, kan het als een gebruikelijk raam geopend worden, terwijl het in gesloten toestand goed afdichtend tegen het raamkozijn vergrendeld kan worden. Bij voorkeur is het scharnierende raamblad een draaikiepraam.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het raamkozijn volgens de uitvinding ligt het hoofdvlak van de bovenruit parallel en op afstand van het hoofdvlak van het scharnierend raamblad. Bij voorkeur is de afstand tussen het hoofdvlak van de bovenruit en het hoofdvlak van het scharnierend raamblad groter dan 3 centimeter.

Door de bovenruit op deze manier te laten verspringen ten opzichte van het scharnierend raamblad wordt nog meer aangesloten bij een Hollands schuifraam.

Deze en andere kenmerken van de uitvinding worden nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekeningen.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een raamkozijn volgens de uitvinding gezien vanaf de buitenzijde.

Figuur 2 toont het raamwerk volgens figuur 1 in perspectivisch aanzicht en aan de binnenzijde.

Figuur 3 toont een langsdoorsnede van het raamkozijn volgens figuur 1.

In figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm van een raamkozijn 1 volgens de uitvinding getoond. Het raamkozijn 1 heeft twee stijlen 2, 3, een bovendorpel 4 en een onderdorpel 5. Parallel aan de bovendorpel 4 en onderdorpel 5 is een tussendorpel 6 aangebracht tussen de stijlen 2, 3.

Tussen de bovendorpel 4, de stijlen 2, 3 en tussendorpel 6 is een bovenruit 7 aangebracht. Tussen de tussendorpel 6, de onderdorpel 5 en de stijlen 2, 3 is een scharnierend raamblad 8 met een ruit 9 aangebracht.

In de bovendorpel 4 is een kanaal 10 aangebracht {zie ook figuur 3) dat aan de buitenzijde van het raamkozijn 1 is afgedekt met een rooster 11, dat vlak met een deel van de bovendorpel 4 ligt.

Aan de binnenzijde van het kozijn 1 {Zie figuur 2) is op het kanaal 10 een suskast 12 geplaatst, die voor een geluidreductie zorgt en gelijktijdig voor een ventilatie. 5 In figuur 3 is een dwarsdoorsnede van het raamkozijn 1 getoond. Buitenlucht L kan via het rooster 11 door het kanaal 10 en de suskast 12 de woning binnenstromen.

Uit de dwarsdoorsnede is verder duidelijk dat de bovenruit 7 in het kozijn is vastgezet door glaslatten 13, 14.

Verder is te zien dat het raamblad 8 aan de binnenzijde tussen de tussendorpel 6 en de onderdorpel 5 is aangebracht. Ook hier is de ruit 9 door middel van glaslatten 15, 16 in het raamblad 8 vastgezet.

Het hoofdvlak 17 van de bovenruit 7 ligt parallel en op afstand d van het hoofdvlak 18 van het scharnierend raamblad 8. Hiermee wordt het uiterlijk van een Hollands schuifraam zo goed mogelijk benaderd.

Claims (7)

Conclusies

1. Raamkozijn omvattende: — twee parallelle en op afstand van elkaar aangebrachte stijlen; - een onderdorpel aangebracht tussen en aan een eerste eind van de twee stijlen; - een bovendorpel aangebracht tussen en aan een tweede eind van de twee stijlen; — een tussendorpel aangebracht tussen de twee stijlen en parallel aan de onderdorpel en de bovendorpel; - een bovenruit aangebracht tussen de twee stijlen, de bovendorpel en de tussendorpel; met het kenmerk, dat in de bovendorpel een kanaal is aangebracht, dat zich van de buitenzijde van het raamkozijn uitstrekt naar de binnenzijde van het raamkozijn, en dat in de toegangsopening van het kanaal aan de buitenzijde een rooster is aangebracht.

2. Raamkozijn volgens conclusie 1, waarbij in de toegangsopening van het kanaal aan de binnenzijde een suskast is aangebracht.

3. Raamkozijn volgens conclusie 1 of 2, waarbij de breedte van het kanaal in hoofdzaak gelijk is aan de lengte van de bovendorpel.

4. Raamkozijn volgens één van de voorgaande conclusies, verder omvattende een raamblad, dat aan de binnenzijde scharnierend en tussen de twee stijlen, de onderdorpel en de tussendorpel is aangebracht.

5. Raamkozijn volgens conclusie 4, waarbij het scharnierende raamblad een draaikiepraam is.

6. Raamkozijn volgens één van de voorgaande conclusies 4 -5, waarbij het hoofdvlak van de bovenruit

: parallel en op afstand ligt van het hoofdvlak van het scharnierend raamblad.

7. Raamkozijn volgens conclusie 6, waarbij de afstand tussen het hoofdvlak van de bovenruit en het hoofdvlak van het scharnierend raamblad groter dan 3 centimeter is.