[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL2019894B1 - MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM - Google Patents

MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM Download PDF

Info

Publication number
NL2019894B1
NL2019894B1 NL2019894A NL2019894A NL2019894B1 NL 2019894 B1 NL2019894 B1 NL 2019894B1 NL 2019894 A NL2019894 A NL 2019894A NL 2019894 A NL2019894 A NL 2019894A NL 2019894 B1 NL2019894 B1 NL 2019894B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
pouch
layer
layers
cloth
circumference
Prior art date
Application number
NL2019894A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
De Vries Hugo
Original Assignee
De Vries Hugo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by De Vries Hugo filed Critical De Vries Hugo
Priority to NL2019894A priority Critical patent/NL2019894B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2019894B1 publication Critical patent/NL2019894B1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D1/00Woven fabrics designed to make specified articles
    • D03D1/04Sack- or bag-like articles
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/02Receptacles, e.g. flower-pots or boxes; Glasses for cultivating flowers
    • A01G9/022Pots for vertical horticulture
    • A01G9/024Hanging flower pots and baskets
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D11/00Double or multi-ply fabrics not otherwise provided for
    • D03D11/02Fabrics formed with pockets, tubes, loops, folds, tucks or flaps
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D15/00Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used
    • D03D15/50Woven fabrics characterised by the material, structure or properties of the fibres, filaments, yarns, threads or other warp or weft elements used characterised by the properties of the yarns or threads
    • D03D15/567Shapes or effects upon shrinkage
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2505/00Industrial
    • D10B2505/20Industrial for civil engineering, e.g. geotextiles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Woven Fabrics (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een doek, omvattende ten minste twee lagen, en ten minste één buidelzone, welke buidelzone is omgeven door een buidelomtrek, waarbij de ten minste twee lagen in hoofdzaak alzijdig langs de buidelomtrek met elkaar zijn verbonden, en waarbij binnen de ten minste ene buidelzone ten minste één van de twee lagen een snede omvat, zodanig, dat tussen de twee lagen een buidel is gevormd. Daarbij kan elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag zijn, en kunnen de geweven lagen langs de buidelomtrek met elkaar verweven zijn. Verder kan het doek ingericht zijn om in hoofdzaak verticaal opgehangen te worden, waarbij de ten minste ene buidel althans ten dele gevuld kan zijn met beplanting. De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijk twee- of meerlaags doek.The invention relates to a cloth comprising at least two layers, and at least one pouch zone, which pouch zone is surrounded by a pouch circumference, wherein the at least two layers are connected to each other substantially on all sides along the pouch circumference, and wherein within the at at least one pouch zone at least one of the two layers comprises a cut such that a pouch is formed between the two layers. In addition, each of the interconnected layers can be a woven layer, and the woven layers can be interwoven along the pouch circumference. Furthermore, the cloth can be arranged to be hung up substantially vertically, wherein the at least one pouch can be at least partially filled with plants. The invention further relates to a method for manufacturing such a two-layer or multi-layer cloth.

Description

MEERLAAGS DOEK MET DAARIN GEVORMDE BUIDELS EN WERKWIJZE VOOR HET VERVAARDIGEN DAARVANMULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM

De uitvinding heeft betrekking op een doek dat ten minste twee lagen omvat. In het bijzonder betreft de uitvinding een dergelijk twee- of meerlaags doek dat geschikt is voor toepassing in een afscheiding of als decoratie.The invention relates to a cloth comprising at least two layers. In particular, the invention relates to such a two-layer or multi-layer cloth that is suitable for use in a partition or as a decoration.

Doeken die gebruikt worden als afscheiding of als decoratie zijn vaak bedrukt met een motief. Ook is het denkbaar dat doeken met een bepaald motief geweven worden. Een dergelijk motief is uitsluitend esthetisch van aard, en voegt niets toe aan de functionaliteit van het doek.Cloths that are used as a partition or as a decoration are often printed with a motif. It is also conceivable that fabrics with a certain motif are woven. Such a motif is exclusively aesthetic in nature and adds nothing to the functionality of the canvas.

De uitvinding heeft tot doel een doek van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, dat decoratief kan zijn en daarnaast een extra functionaliteit vertoont. Volgens de uitvinding wordt dit bereikt door een doek, omvattende ten minste twee lagen, en ten minste één buidelzone, welke buidelzone is omgeven door een buidelomtrek, waarbij de ten minste twee lagen in hoofdzaak alzijdig kings de buidelomtrek met elkaar zijn verbonden, en waarbij binnen de ten minste ene buidelzone ten minste één van de twee lagen een snede omvat, zodanig, dat tussen de twee lagen een buidel is gevormd. Door in het doek één of meer buidels te vormen, krijgt dit een opbergfunctie. In de buidels kunnen nuttige of decoratieve voorwerpen worden opgenomen.The invention has for its object to provide a cloth of the type described above, which can be decorative and additionally has an additional functionality. According to the invention this is achieved by a cloth comprising at least two layers, and at least one pouch zone, which pouch zone is surrounded by a pouch circumference, wherein the at least two layers are connected to each other substantially on all sides of the pouch circumference, and wherein the at least one pouch zone at least one of the two layers comprises a cut such that a pouch is formed between the two layers. Forming one or more pouches in the canvas gives this a storage function. Useful or decorative items can be included in the pouches.

Bij voorkeur omvat het doek meerdere buidelzones die over het oppervlak van de doek verdeeld zijn. Zo kunnen meerdere voorwerpen, verschillend of soortgelijk, in het doek worden opgenomen.The cloth preferably comprises several pouch zones which are distributed over the surface of the cloth. For example, multiple objects, different or similar, can be included in the canvas.

De buidelomtrekken van aangrenzende buidelzones kunnen elkaar althans gedeeltelijk overlappen. Zo kunnen de omtrekken in elk van de lagen een raster vormen, en kunnen deze rasters met elkaar verbonden zijn.The pouch contours of adjacent pouch zones can overlap at least partially. For example, the outlines in each of the layers can form a grid, and these frames can be connected to each other.

Wanneer de sneden zich binnen de buidelzones in hoofdzaak op dezelfde positie ten opzichte van de buidelomtrek bevinden, vertoont het doek gelijk gerichte of zelfs identieke buidels.When the incisions are located within the pouch zones substantially at the same position with respect to the pouch circumference, the cloth has similarly oriented or even identical pouches.

Bij een variant van het doek is in elk van de lagen een snede gevormd. Zo wordt het doek doorlaatbaar voor wind, waardoor dit voor buitentoepassingen geschikt is. Bovendien zijn de buidels op deze wijze vanaf beide zijden van het doek bereikbaar. De snede(s) kan/kunnen overigens gevormd worden door gebruikmaking van een ultrasoon snijtechniek.In a variant of the cloth, a cut is formed in each of the layers. This makes the fabric permeable to wind, making it suitable for outdoor applications. Moreover, the pouches are accessible from both sides of the cloth in this way. The cut (s) can be formed by the use of an ultrasonic cutting technique.

Volgens een uitvoeringsvorm omvat het doek ten minste drie lagen, waarbij een middenlaag tussen een eerste buitenlaag en een tweede buitenlaag is geplaatst, waarbij iedere buitenlaag in hoofdzaak alzijdig langs een buidelomtrek met tenminste de middenlaag is verbonden, zodanig, dat tussen elk van de buitenlagen en de middenlaag ten minste één buidel gevormd is. Een dergelijk doek is aan weerszijden voorzien van buidels waarin voorwerpen geplaatst kunnen worden. De buitenste lagen kunnen dan elk afzonderlijk met de middenlaag verbonden zijn, maar het is ook denkbaar dal alle lagen met elkaar verbonden zijn. De buidels aan de verschillende zijden va het doek kunnen zich op een zelfde plaats in het doek bevinden, maar kunnen ook ten opzichte van elkaar versprongen zijn.According to an embodiment, the cloth comprises at least three layers, wherein a middle layer is placed between a first outer layer and a second outer layer, wherein each outer layer is connected substantially at all sides along a pouch circumference to at least the middle layer, such that between each of the outer layers and the middle layer has at least one pouch formed. Such a cloth is provided on both sides with pouches in which objects can be placed. The outer layers can then each be individually connected to the middle layer, but it is also conceivable that all layers are connected to each other. The pouches on the different sides of the cloth can be in the same place in the cloth, but can also be offset with respect to each other.

Wanneer elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is, kunnen de geweven lagen langs de buidelomtrek met elkaar verweven zijn. Zo wordt op eenvoudige wijze een doek verkregen waarvan de lagen plaatselijk verbonden zijn. Overigens zijn ook andere verbindingstechnieken denkbaar, zoals naaien, lassen of lijmen.When each of the interconnected layers is a woven layer, the woven layers may be interwoven along the pouch circumference. A cloth is thus obtained in a simple manner, the layers of which are locally connected. Incidentally, other joining techniques are also conceivable, such as sewing, welding or gluing.

Wanneer elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is, kan ten minste één van de geweven lagen kunstgrasgarens en/of kunstgrasvezels omvatten. Zo krijgt het doek een natuurlijke uitstraling. Deze natuurlijke uitstraling kan nog worden versterkt, wanneer de kunstgrasgarens of -vezels een aardse kleur hebben, zoals groen of bruin.When each of the interconnected layers is a woven layer, at least one of the woven layers may comprise artificial grass yarns and / or artificial grass fibers. This gives the canvas a natural look. This natural appearance can be further enhanced if the artificial grass yarns or fibers have an earthy color, such as green or brown.

Wanneer elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is, die een eerste garensoort omvat die is gekrompen, en een tweede garensoorl die niet of minder dan de eerste garensoort is gekrompen, wordt een doek met reliëf verkregen. Wanneer daarbij de eerste garensoort uitsluitend langs een deel van die buidelomtrek is aangebracht, wordt door de ongelijkmatige krimp de omtrek van de buidel strak getrokken, terwijl de rest van de buidel losser is en dus in feite uitstulpt, waardoor het eenvoudiger is voorwerpen in de buidel aan te brengen. De eerste garensoorl kan daarbij gekrompen zijn door het doek te verhitten, bijvoorbeeld door warmtestraling, het gebruik van een verwarmde rol of een behandeling met heet water en/of stoom.When each of the interconnected layers is a woven layer comprising a first yarn type that has shrunk, and a second yarn type that has not shrunk or less than the first yarn type, a embossed cloth is obtained. When the first type of yarn is herein arranged along only a part of that pouch circumference, the uneven shrinkage causes the circumference of the pouch to be pulled taut, while the rest of the pouch is looser and thus actually bulges out, making it easier to place objects in the pouch. to apply. The first yarn type may thereby be shrunk by heating the cloth, for example by heat radiation, the use of a heated roll or a treatment with hot water and / or steam.

Bij een variant van het doek waarbij elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is die kettinggarens en inslaggarens omvat, kunnen een aantal ketting- en/of inslaggarens zijn doorgesneden voor het vormen van een aantal gesneden polen. Hierdoor krijgt het doek een aansprekender en natuurlijker uiterlijk. Het doorsnijden van de ketting- of inslaggarens kan reeds plaatsvinden tijdens het weven van het doek, bijvoorbeeld op de wijze als beschreven in WO 2010/120174.In a variant of the fabric wherein each of the interconnected layers is a woven layer comprising warp yarns and weft yarns, a plurality of warp and / or weft yarns may be cut to form a plurality of cut poles. This gives the canvas a more appealing and natural appearance. Cutting the warp or weft yarns can already take place during the weaving of the cloth, for example in the manner described in WO 2010/120174.

Het doek is bij voorkeur ingericht om in hoofdzaak verticaal opgehangen te worden. Het doek kan bijvoorbeeld aan een muur worden opgehangen, of worden opgespannen in een verticaal frame. Daartoe kan het doek voorzien zijn van ophangpunten in de vorm van ogen of iets dergelijks.The cloth is preferably adapted to be hung substantially vertically. For example, the canvas can be hung on a wall, or stretched in a vertical frame. To that end, the cloth can be provided with suspension points in the form of eyes or the like.

De ten minste ene buidel kan althans ten minste ten dele gevuld zijn met beplanting. Zo wordt een natuurlijk uiterlijk verkregen, waardoor het doek zowel voor gebruik binnenshuis als buitenshuis geschikt is, en ook goed als afscheiding kan fungeren, bijvoorbeeld tussen twee tuinen.The at least one pouch can be at least partially filled with plants. A natural appearance is thus obtained, whereby the cloth is suitable for use both indoors and outdoors, and can also function well as a partition, for example between two gardens.

De uitvinding betreft verder een werkwijze voor het vervaardigen van een twee of meerlaags doek. Volgens de uitvinding omvat een dergelijke werkwijze de stappen van (a) het verschaffen van een eerste laag; (b) hel verschaffen van een tweede laag; (c) het langs een buidelomtrek van ten minste één buidelzone met elkaar verbinden van de eerste laag en de tweede laag; en (d) het binnen de ten minste ene buidelzone aanbrengen van een snede in ten minste één van de lagen, zodanig, dat tussen de twee lagen een buidel wordt gevormd.The invention further relates to a method for manufacturing a two or multi-layered cloth. According to the invention, such a method comprises the steps of (a) providing a first layer; (b) providing a second layer; (c) joining the first layer and the second layer together along a pouch circumference of at least one pouch zone; and (d) making a cut in at least one of the layers within the at least one pouch zone, such that a pouch is formed between the two layers.

Bij voorkeur toegepaste varianten van de werkwijze volgens de uitvinding vormen de materie van de volgconclusies 14 tot 26.Preferred variants of the method according to the invention form the subject matter of the subclaims 14 to 26.

De uitvinding wordt nu toegelicht aan de hand van een voorbeeld, waarbij verwezen wordt naar de bijgevoegde tekening, waarin:The invention is now elucidated on the basis of an example, wherein reference is made to the accompanying drawing, in which:

Fig. 1 een stroomschema is dat de verschillende stappen van de werkwijze volgens de uitvinding toont,FIG. 1 is a flow chart showing the various steps of the method according to the invention,

Fig. 2 een bovenaanzicht is op een doek volgens de uitvinding tijdens een tussenfase van de werkwijze, wanneer de lagen met elkaar verbonden zijn,FIG. 2 is a plan view of a cloth according to the invention during an intermediate phase of the method, when the layers are connected to each other,

Fig. 3 een met Fig. 2 overeenkomend aanzicht is van het doek na het vormen van de sneden,FIG. 3 one with FIG. 2 is a corresponding view of the cloth after forming the cuts,

Fig. 4 een langsdoorsnede is door een deel van het doek na het verbinden van de lagen en het vormen van de sneden, waarin verschillende varianten getoond zijn,FIG. 4 is a longitudinal section through a part of the cloth after connecting the layers and forming the cuts, in which different variants are shown,

Fig. 5 een perspectivisch aanzicht is van een deel van het doek na het verbinden van de lagen en het vormen van de sneden,FIG. 5 is a perspective view of a portion of the fabric after joining the layers and forming the cuts,

Fig. 6 een met Fig. 5 overeenkomend aanzicht is van het doek na het doen krimpen van krimpgarens,FIG. 6 one with FIG. 5 is a corresponding view of the fabric after shrinking of shrink yarns,

Fig. 7 een perspectivisch vooraanzicht is van het doek in een verticale stand, enFIG. 7 is a front perspective view of the fabric in a vertical position, and

Fig. 8 een perspectivisch vooraanzicht toont van een doek waarvan de buidels gevuld zijn met beplanting.FIG. 8 shows a perspective front view of a cloth whose pouches are filled with plants.

Een werkwijze 100 voor het vervaardigen van een dubbellaags doek 1 omvat allereerst de stappen van het verschaffen van een eerste laag 2 (Fig. 1, blok 101) en het verschaffen van een tweede laag 3 (blok 102). De beide lagen 2, 3 kunnen op verschillende wijze gevormd worden, maar in het getoonde voorbeeld wordt uitgegaan van twee weefsels. In elke laag 2, 3 van het doek 1 worden een of meer buidelzones 4 gedefinieerd. Elke buidelzone 4 kan bijvoorbeeld gedefinieerd worden als een “vak” in een raster 5 dat in de lagen 2, 3 gevormd wordt (Fig. 2). Zo worden de buidelzones 4 - en daarmee dus de daarin te vormen buidels 12 - verdeeld over het oppervlak van het doek 1. In het geval van een weefsel kan het raster 5 bijvoorbeeld gevormd worden door groepen kettingdraden 6 en inslagdraden 7 die in vergelijking met de rest van de kettingdraden 8, respectievelijk de rest van de inslagdraden 9 afwijkende eigenschappen vertonen of op een afwijkende manier geweven zijn.A method 100 for manufacturing a double-layered cloth 1 first comprises the steps of providing a first layer 2 (Fig. 1, block 101) and providing a second layer 3 (block 102). Both layers 2, 3 can be formed in different ways, but in the example shown two fabrics are used. One or more pouch zones 4 are defined in each layer 2, 3 of the fabric 1. For example, each pouch zone 4 can be defined as a "pocket" in a grid 5 formed in the layers 2, 3 (Fig. 2). For example, the pouch zones 4 - and thus the pouches 12 to be formed therein - are distributed over the surface of the cloth 1. In the case of a fabric, the grid 5 can be formed, for example, by groups of warp threads 6 and weft threads 7 which, in comparison with the the rest of the warp threads 8 or the rest of the weft threads 9 have different properties or are woven in a different way.

In een volgende stap 103 worden de eerste laag 2 en de tweede laag 3 langs een buidelomtrek 10 van de of elke buidelzone 4 met elkaar verbonden. De buidelomtrek 10 kan daarbij worden bepaald door het raster 5 dat de buidelzones 4 definieert. In dat geval delen aangrenzende buidelzones 4 telkens een segment van hun buidelomtrek 10. Hierdoor is het aantal verbindingen dat gevormd moet worden kleiner dan wanneer elke buidelzone 4 op zichzelf staat.In a next step 103, the first layer 2 and the second layer 3 are connected to each other along a pouch circumference 10 of the or each pouch zone 4. The purse circumference 10 can thereby be determined by the grid 5 which defines the purse zones 4. In that case, adjacent pouch zones 4 each share a segment of their pouch circumference 10. As a result, the number of connections to be formed is smaller than when each pouch zone 4 stands on its own.

Het verbinden kan op verschillende manieren plaatsvinden. De eerste en tweede laag 2, 3 kunnen langs de buidelomtrek 10 aan elkaar worden genaaid, gelijmd of gelast. Wanneer de beide lagen 2, 3 weefsels zijn, kan de verbinding ook tot stand worden gebracht door de lagen 2, 3 tegelijkertijd te weven, en tijdens het weefproces de lagen 2, 3 plaatselijk met elkaar te verweven. In dat geval vinden de stappen 101, 102 en 103 van de werkwijze 100 dus tegelijkertijd plaats.The connection can take place in different ways. The first and second layers 2, 3 can be sewn together, glued or welded along the pouch circumference 10. If the two layers 2, 3 are fabrics, the connection can also be established by weaving the layers 2, 3 simultaneously and interweaving the layers 2, 3 locally during the weaving process. In that case, steps 101, 102 and 103 of the method 100 thus take place simultaneously.

Overigens is het niet noodzakelijk dat de lagen 2, 3 over het gehele raster 5 met elkaar verbonden worden. Het is ook denkbaar dat sommige delen van het raster 5 niet worden verbonden, waardoor op die plaatsen buidelzones 4a met grotere afmetingen worden gedefinieerd.Incidentally, it is not necessary for the layers 2, 3 to be interconnected over the entire grid 5. It is also conceivable that some parts of the grid 5 are not connected, so that at these locations pouch zones 4a with larger dimensions are defined.

In een daarop volgende stap 104 wordt binnen de of elke buidelzone 4 een snede 11 aangebracht in ten minste één van de lagen 2, 3, bijvoorbeeld door toepassing van een ultrasoon snijtechniek. Hierdoor wordt tussen de twee lagen 2, 3 een buidel 12 gevormd. De snede 11 in de betreffende buidelzone 4 kan telkens op dezelfde positie worden aangebracht ten opzichte van de buidelomtrek 10, in het getoonde voorbeeld aan een horizontale zijde die bij verticale plaatsing van het doek 1 de bovenzijde vormt (Figs. 3 en 7). Zo ontstaan identieke of in elk geval soortgelijke buidels 12. Het is ook denkbaar dat niet in elke buidelzone 4 (elk “vak” van het raster 5) een snede 11 wordt aangebracht. In dat geval ontstaan tussen de verschillende buidels 12 lege vlakken 13 waar hel doek 1 niet ingesneden is. Dit kan van belang zijn voor de sterkte van het doek 1, met name wanneer zware voorwerpen in de buidels 12 opgenomen zullen worden.In a subsequent step 104, a cut 11 is made within at least one of the layers 2, 3 within the or each pouch zone 4, for example by applying an ultrasonic cutting technique. A pouch 12 is hereby formed between the two layers 2, 3. The cut 11 in the relevant pouch zone 4 can in each case be arranged at the same position with respect to the pouch circumference 10, in the shown example on a horizontal side which forms the top side when the cloth 1 is placed vertically (Figs. 3 and 7). In this way identical or in any case similar pouches 12. It is also conceivable that a cut 11 is not made in every pouch zone 4 (each "compartment" of the grid 5). In that case, empty surfaces 13 arise between the various pouches 12 where the cloth 1 is not incised. This may be important for the strength of the cloth 1, in particular when heavy objects will be received in the pouches 12.

Bij een variant van de werkwijze wordt het raster 5 gevormd door een eerste soort ketting- en inslagdraden 6, 7 die krimpen bij verhitting, terwijl de rest van het weefsel van elke laag 2, 3 gevormd wordt door een tweede soort ketting- en inslagdraden 8, 9, die niet of nauwelijks krimpen bij verhitting. In dat geval kan door het doek 1 in een volgende stap 105 te verhitten de eerste soort ketting- en inslagdraden 6, 7 van het raster 5 krimpen, waardoor het daartussen gelegen weefsel van de tweede soort ketting- en inslagdraden 8, 9 in de “vakken” of buidelzones 4 in feite te groot wordt voor het raster 5 en zal opbollen buiten het vlak van het doek 1. Hierdoor ontstaan relatief diepe buidels 12, zoals te zien door vergelijking van Fig. 5 en Fig. 6. Omdat ook zonder deze verhittings- en krimpstap toch buidels 12 gevormd kunnen worden, zij het dat die dan minder diep zijn, is de stap 105 facultatief, hetgeen in Fig. 1 is aangegeven door stippellijnen.In a variant of the method, the grid 5 is formed by a first type of warp and weft threads 6, 7 that shrink when heated, while the rest of the fabric of each layer 2, 3 is formed by a second type of warp and weft threads 8 , 9, which do not or hardly shrink when heated. In that case, by heating the cloth 1 in a subsequent step 105, the first type of warp and weft threads 6, 7 of the screen 5 can shrink, as a result of which the woven fabric of the second type of warp and weft threads 8, 9 in the " compartments' or pouch zones 4 in fact become too large for the grid 5 and will bulge outside the plane of the cloth 1. This results in relatively deep pouches 12, as seen by comparison of FIG. 5 and FIG. 6. Because even without this heating and crimping step, pouches 12 can be formed, albeit that they are then less deep, the step 105 is optional, which is shown in FIG. 1 is indicated by dotted lines.

Ook een volgende stap 106 is facultatief. In deze stap 106 kan een deel van de kettingdraden 6, 8 en/of een deel van de inslagdraden 7, 9 worden doorgesneden om open polen te vormen. Hoewel deze stap 106 hier getoond is tegen het eind van de werkwijze, kunnen de (gedeeltelijk) open polen al eerder worden gevormd. In het hiervoor genoemde octrooischrift WO 2010/120174 worden de ketting- en/of inslagdraden 6-9 al doorgesneden tijdens het weven van de lagen 2, 3. De stap 106 zou dus tegelijk met de stappen 101 en 102 uitgevoerd kunnen worden.A subsequent step 106 is also optional. In this step 106, a part of the warp threads 6, 8 and / or a part of the weft threads 7, 9 can be cut to form open poles. Although this step 106 is shown here towards the end of the method, the (partially) open poles can be formed earlier. In the aforementioned patent specification WO 2010/120174 the warp and / or weft threads 6-9 are already cut during the weaving of the layers 2, 3. The step 106 could therefore be carried out simultaneously with the steps 101 and 102.

In het algemeen geldt dat hier beschreven stappen van de werkwijze 100 niet noodzakelijkerwijs in de getoonde volgorde uitgevoerd behoeven te worden. Ook hoeven de stappen van de werkwijze niet allemaal afzonderlijk uitgevoerd te worden. De volgorde van de stappen kan worden gevarieerd en een of meer stappen kunnen worden gecombineerd.In general, it applies that steps of the method 100 described here need not necessarily be carried out in the order shown. Also, the steps of the process do not all have to be carried out separately. The order of the steps can be varied and one or more steps can be combined.

In weer een volgende stap 107, die eveneens facultatief is, worden in het doek 1 voorzieningen 14 aangebracht om dit verticaal op te hangen of op te spannen. Dit kan bijvoorbeeld door langs buitenranden 15 van het doek 1 met tussenruimte openingen 16 te vormen, waarin bijvoorbeeld ophang-of spanelementen 17 opgenomen kunnen worden. Deze openingen of ogen 16 kunnen gevormd worden in het raster 5 of in het verlengde daarvan, omdat het raster 5 niet ingesneden is en dus relatief een relatief sterk deel van het doek 1 vormt. Eventueel kunnen voor dit doel in het raster 5 speciale garens met hoge treksterkte worden toegepast. Dergelijke sterke garens kunnen ook verwerkt zijn in de buitenranden 15. Door de spanelementen 17 kan het doek uiteindelijk in een frame 18 worden opgespannen (Fig. 8) om zo als zelfstandige afscheiding 19 te fungeren. Anderzijds is het denkbaar dat het doek 1 wordt opgehangen aan een binnen- of buitenmuur of bij voorbeeld aan een schutting. Ook kan het doek 1 aan een ondergrond bevestigd worden.In yet another step 107, which is also optional, provisions 14 are provided in the cloth 1 for suspending or tensioning it vertically. This can be done, for example, by forming openings 16 along outer edges 15 of the cloth 1 with interspace, into which for instance suspension or tensioning elements 17 can be received. These openings or eyes 16 can be formed in the grid 5 or in line therewith, because the grid 5 is not incised and thus forms a relatively strong part of the cloth 1. Optionally, special yarns with high tensile strength can be used in the grid 5 for this purpose. Such strong yarns can also be incorporated in the outer edges 15. The tensioning elements 17 enable the cloth to eventually be clamped in a frame 18 (Fig. 8) so as to function as an independent partition 19. On the other hand, it is conceivable that the canvas 1 is hung on an inner or outer wall or, for example, on a fence. The cloth 1 can also be attached to a surface.

Naast of in plaats van het gebruik van krimpgarens 6, 7 in de delen van het raster 5 die de buidelomtrekken vormen, is het ook denkbaar om op die plaatsen andere garens of andere weeftechnieken toe te passen. Daardoor kan plaatselijk een sterker weefsel gevormd worden, en kan verschuiving van het raster 5 en daarmee vervorming van de buidels 12 worden tegengegaan. Dit kan bijvoorbeeld door het raster te vormen als een zogeheten leno-weefsel waarbij de kettingdraden of inslagdraden worden verdraaid. Daarnaast of in plaats daarvan kunnen spiraalgarens worden gebruikt. Ook kunnen smeltgarens worden toegepast, dat wil zeggen garens waarvan de kern is omsloten door een laagsmeltend omhulsel, zodat door verhitting van het weefsel lasverbindingen worden gevormd door het smelten van het omhulsel.In addition to or instead of using shrink yarns 6, 7 in the parts of the grid 5 that form the pouch circumferences, it is also conceivable to use other yarns or other weaving techniques at those locations. As a result, a stronger fabric can be formed locally, and shifting of the grid 5 and hence deformation of the pouches 12 can be prevented. This can be done, for example, by forming the grid as a so-called leno fabric, whereby the warp threads or weft threads are twisted. Spiral yarns may also be used in addition or instead. It is also possible to use melting yarns, i.e. yarns whose core is enclosed by a low-melting sheath, so that by heating the fabric, welding connections are formed by melting the sheath.

De sneden 11 kunnen in een van de lagen 2, 3 worden gevormd, waarbij het weefsel van de andere laag niet onderbroken en dus ook niet verzwakt wordt. Het is echter ook denkbaar dat in beide lagen 2, 3 op dezelfde posities sneden 11 gevormd worden. In dat geval is het doek 1 op die posities doorlaatbaar voor wind, waardoor de windbelasting op het doek I bij gebruik in een buitenomgeving wordt verminderd. Bovendien zijn de buidels 12 op deze wijze vanaf beide zijden van het doek 1 bereikbaar, waardoor vanaf beide zijden voorwerpen in het doek 1 geplaatst kunnen worden (Fig. 4, onderaan). Hierdoor wordt de functionaliteit verhoogd.The cuts 11 can be formed in one of the layers 2, 3, the fabric of the other layer not being interrupted and therefore not weakened. However, it is also conceivable that cuts 11 are formed in the same positions in both layers 2, 3. In that case the cloth 1 is permeable to wind at those positions, whereby the wind load on the cloth I is reduced when used in an outside environment. Moreover, the pouches 12 can be reached in this way from both sides of the cloth 1, as a result of which objects can be placed in the cloth 1 from both sides (Fig. 4, bottom). This increases the functionality.

Wanneer de voorwerpen in de buidels 12 decoratief zijn, of bijvoorbeeld beplanting 20 in de buidels 12 wordt aangebracht, heeft het doek 1 door de sneden 11 in beide lagen 2, 3 aan weerszijden geen voor- en achterzijde, maar is dit alzijdig decoratief.When the objects in the pouches 12 are decorative, or, for example, planting 20 is arranged in the pouches 12, the fabric 1 does not have a front and back side on both sides 2, 3 through the cuts 11, but this is decorative on all sides.

Dit effect kan overigens ook bereikt worden wanneer de sneden 11 in de lagen 2, 3 niet op dezelfde positie zijn aangebracht. Ook dan ontstaan aan weerszijden buidels 12, zij het dat die dan niet doorlopen naar de andere zijde van het doek 1, zodat hel voordeel van de verminderde windbelasting dan niet wordt bereikt (Fig. 4, boven en midden). Daarnaast is het denkbaar dat tussen de beide buitenlagen 2, 3 een middenlaag wordt aangebracht (hier niet getoond). Dan kunnen in beide buitenlagen 2, 3 sneden 11 aangebracht worden en buidels 12 worden gevormd, terwijl de middenlaag niet wordt onderbroken en zo het doek 1 de nodige sterkte verschaft. Het verschaffen van een dergelijke middenlaag is in Fig. 1 aangegeven als facultatieve werkwijzestap 108.Incidentally, this effect can also be achieved if the cuts 11 in the layers 2, 3 are not arranged in the same position. Pouches 12 will then also be created on either side, albeit that they will not extend to the other side of the cloth 1, so that the advantage of the reduced wind load will then not be achieved (Fig. 4, top and center). In addition, it is conceivable that a middle layer is applied between the two outer layers 2, 3 (not shown here). In both outer layers 2, 3, cuts 11 can then be made and pouches 12 formed, while the middle layer is not interrupted and thus provides the fabric 1 with the necessary strength. The provision of such a middle layer is shown in FIG. 1 indicated as optional process step 108.

De garens waarmee het doek 1 geweven w'ordt kunnen van elk gewenst materiaal vervaardigd zijn, afhankelijk van de beoogde toepassing van het doek. In de praktijk zullen voor buitentoepassingen veelal kunstvezels gebruikt worden, zoals polyamide, polyester of polypropyleen, terwijl voor toepassing binnenshuis ook natuurlijke vezels zoals katoen in aanmerking komen. Eventueel kunnen ook garens met bijzondere eigenschappen toegepast w'orden, zoals biologisch afbreekbare garens, waardoor geleidelijk openingen in het doek 1 zullen ontstaan, of vlamvertragende garens, wanneer het doek 1 bedoeld is voor gebruik in publieke ruimtes waar veel mensen komen.The yarns with which the cloth 1 becomes woven can be made of any desired material, depending on the intended use of the cloth. In practice, synthetic fibers such as polyamide, polyester or polypropylene will often be used for outdoor applications, while natural fibers such as cotton may also be used for indoor use. Optionally, yarns with special properties can also be used, such as biodegradable yarns, through which openings will gradually appear in the cloth 1, or flame-retardant yarns, when the cloth 1 is intended for use in public places where many people go.

De lagen 2, 3 kunnen geheel of gedeeltelijk geweven zijn van kunstgrasdraden of -vezels, waardoor het doek 1 een natuurlijke uitstraling krijgt wanneer die draden of vezels als polen uit het doek steken. De uitstekende polen van kunstgrasdraden of -vezels kunnen dan worden doorgesneden ter vorming van kunstgrassprieten. Een natuurlijke uitstraling kan verder worden versterkt door een geschikte keuze van de kleur van de gebruikte garens, bijvoorbeeld aardse kleuren als bruin en groen. Daarnaast kunnen de buidels 12 worden gevuld met aarde of potgrond waarin de hiervoor besproken beplanting 20 kan worden aangebracht.The layers 2, 3 can be wholly or partially woven from artificial grass threads or fibers, whereby the cloth 1 acquires a natural appearance when said threads or fibers protrude like poles from the cloth. The protruding poles of artificial grass threads or fibers can then be cut to form artificial grass blades. A natural appearance can be further enhanced by a suitable choice of the color of the yarns used, for example earthy colors such as brown and green. In addition, the pouches 12 can be filled with soil or potting soil in which the aforementioned planting 20 can be applied.

Hoewel de uitvinding hiervoor beschreven is aan de hand van een aantal voorbeelden, is deze daartoe niet beperkt, maar kan op velerlei wijze worden gevarieerd. Zo zouden een of meer van de lagen 2, 3 op andere wijze gevormd kunnen worden dan door weven, bijvoorbeeld als technisch breisel of als non-woven. Ook zouden de sneden 11 op andere posities in de buidelzones 4 gevormd kunnen worden, bijvoorbeeld op enige afstand van de bovenzijde, langs een verticaal verlopend deel van de buidelomtrek 10 of in een hoek van de buidelzone 4. De sneden 11 hoeven ook niet noodzakelijkerwijs recht te zijn of evenwijdig te verlopen aan een deel van de buidelomtrek 10. Ook kunnen sneden 11 in verschillende buidelzones 4 op verschillende posities gevormd worden. Daarnaast kunnen de sneden 11 met een andere techniek dan ultrasoon snijden gevormd zijn, bijvoorbeeld door middel van - al dan niet bewegende - messen.Although the invention has been described above with reference to a number of examples, it is not limited thereto, but can be varied in many ways. For example, one or more of the layers 2, 3 could be formed in a different way than by weaving, for example as a technical knit or as a non-woven. The cuts 11 could also be formed at other positions in the pouch zones 4, for instance at some distance from the top, along a vertically extending part of the pouch circumference 10 or in an angle of the pouch zone 4. The cuts 11 also need not necessarily be straight to be parallel to a portion of the pouch circumference 10. Cuts 11 can also be formed in different pouch zones 4 at different positions. In addition, the cuts 11 can be formed by a technique other than ultrasonic cutting, for example by means of - moving or not moving - knives.

De omvang van de uitvinding wordt dan ook uitsluitend bepaald door de nu volgende conclusies.The scope of the invention is therefore solely determined by the following claims.

Claims (26)

1. Doek, omvattende ten minste twee lagen, en ten minste één buidelzone, welke buidelzone is omgeven door een buidelomtrek, waarbij de ten minste twee lagen in hoofdzaak alzijdig langs de buidelomtrek met elkaar zijn verbonden, en waarbij binnen de ten minste ene buidelzone ten minste één van de twee lagen een snede omvat, zodanig, dat tussen de twee lagen een buidel is gevormd.A cloth, comprising at least two layers, and at least one pouch zone, which pouch zone is surrounded by a pouch circumference, wherein the at least two layers are connected to each other substantially on all sides along the pouch circumference, and wherein within the at least one pouch zone at least one of the two layers comprises a cut such that a pouch is formed between the two layers. 2. Doek volgens conclusie 1, omvattende meerdere buidelzones die over het oppervlak van hel doek verdeeld zijn.The fabric of claim 1, comprising a plurality of pouch zones distributed over the surface of the fabric. 3. Doek volgens conclusie 2, waarbij de buidelomtrekken van aangrenzende buidelzones elkaar althans gedeeltelijk overlappen.Cloth as claimed in claim 2, wherein the pouch contours of adjacent pouch zones overlap at least partially. 4. Doek volgens conclusie 2 of 3, waarbij de sneden zich binnen de buidelzones in hoofdzaak op dezelfde positie ten opzichte van de buidelomtrek bevinden.Cloth as claimed in claim 2 or 3, wherein the cuts are situated within the pouch zones substantially at the same position with respect to the pouch circumference. 5. Doek volgens één der voorgaande conclusies, waarbij in elk van de lagen een snede gevormd is.A cloth according to any one of the preceding claims, wherein a cut is formed in each of the layers. 6. Doek volgens één der voorgaande conclusies, omvattende ten minste drie lagen, waarbij een middenlaag tussen een eerste buitenlaag en een tweede buitenlaag is geplaatst, waarbij iedere buitenlaag in hoofdzaak alzijdig langs een buidelomtrek met tenminste de middenlaag is verbonden, zodanig, dat tussen elk van de buitenlagen en de middenlaag ten minste één buidel gevormd is.6. Cloth as claimed in any of the foregoing claims, comprising at least three layers, wherein a middle layer is placed between a first outer layer and a second outer layer, wherein each outer layer is connected on all sides along at least the middle layer along a pouch circumference, such that between each at least one pouch is formed from the outer layers and the middle layer. 7. Doek volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is, en de geweven lagen langs de buidelomtrek met elkaar verweven zijn.The fabric according to any of the preceding claims, wherein each of the interconnected layers is a woven layer, and the woven layers are interwoven along the pouch circumference. 8. Doek volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is, en ten minste één van de geweven lagen kunstgrasgarens en/of kunstgrasvezels omvat.A fabric according to any one of the preceding claims, wherein each of the interconnected layers is a woven layer, and at least one of the woven layers comprises artificial grass yarns and / or artificial grass fibers. 9. Doek volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is, die een eerste garensoorl omvat die is gekrompen, en een tweede garensoort die niet of minder dan de eerste garensoort is gekrompen, waarbij in het bijzonder de eerste garensoort uitsluitend langs althans een deel van de buidelomtrek is aangebracht.9. A fabric according to any one of the preceding claims, wherein each of the interconnected layers is a woven layer comprising a first yarn type that has shrunk, and a second yarn type that has shrunk not or less than the first yarn type, in particular the first type of yarn is arranged exclusively along at least a part of the pouch circumference. 10. Doek volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk van de met elkaar verbonden lagen een geweven laag is, die kettinggarens en inslaggarens omvat, waarbij een aantal ketting- en/of inslaggarens zijn doorgesneden voor het vormen van een aantal gesneden polen.The cloth of any preceding claim, wherein each of the interconnected layers is a woven layer comprising warp yarns and weft yarns, a plurality of warp and / or weft yarns being cut to form a plurality of cut poles. 11. Doek volgens één der voorgaande conclusies, dat ingericht is om in hoofdzaak verticaal opgehangen te worden.11. Cloth as claimed in any of the foregoing claims, which is adapted to be hung up substantially vertically. 12. Doek volgens conclusie 11, waarbij de ten minste ene buidel althans ten dele gevuld is met beplanting.12. Cloth as claimed in claim 11, wherein the at least one pouch is at least partially filled with plants. 13. Werkwijze voor het vervaardigen van een twee- of meerlaags doek, omvattende de stappen van: (a) het verschaffen van een eerste laag; (b) het verschaffen van een tweede laag; (c) het langs een buidelomtrek van ten minste één buidelzone met elkaar verbinden van de eerste laag en de tweede laag; en (dj het binnen de ten minste ene buidelzone aanbrengen van een snede in ten minste één van de lagen, zodanig, dat tussen de twee lagen een buidel wordt gevormd.A method for manufacturing a two-layer or multi-layered cloth, comprising the steps of: (a) providing a first layer; (b) providing a second layer; (c) joining the first layer and the second layer together along a pouch circumference of at least one pouch zone; and (d. making a cut in at least one of the layers within the at least one pouch zone, such that a pouch is formed between the two layers. 14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de stappen (c) en (d) herhaald worden ter vorming van meerdere buidels, verdeeld over het oppervlak van het doek.The method of claim 13, wherein steps (c) and (d) are repeated to form a plurality of pouches distributed over the surface of the cloth. 15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij in stap (c) de eerste en tweede laag met elkaar verbonden worden langs een gemeenschappelijk deel van de buidelomtrekken van aangrenzende buidelzones.The method of claim 14, wherein in step (c) the first and second layers are joined together along a common portion of the pouch contours of adjacent pouch zones. 16. Werkwijze volgens conclusie 14 of 15, waarbij in stap (d) de snede telkens in hoofd zaak op dezelfde positie ten opzichte van de buidelomtrek van de betreffende buidelzone wordt aangebracht.Method according to claim 14 or 15, wherein in step (d) the cut is in each case substantially made at the same position with respect to the pouch circumference of the respective pouch zone. 17. Werkwijze volgens één der conclusies 13-16, waarbij in stap (d) de snede in elk van de lagen aangebracht wordt.The method of any one of claims 13-16, wherein in step (d) the cut is made in each of the layers. 18. Werkwijze volgens één der conclusies 13-17, verder omvattende de stap van hel verschaffen van een derde laag, waarbij in stap (c) de tweede laag tussen de eerste laag en de derde laag wordt geplaatst, en de eerste laag en de derde laag in hoofdzaak alzijdig langs de buidelomtrek met tenminste de tweede laag wordt verbonden, zodanig, dat tussen de eerste laag en tweede laag, respectievelijk tussen de derde laag en de tweede laag telkens ten minste één buidel gevormd wordt.The method of any one of claims 13-17, further comprising the step of providing a third layer, wherein in step (c) the second layer is placed between the first layer and the third layer, and the first layer and the third layer is connected on all sides along at least the second layer along the pouch circumference, such that at least one pouch is formed in each case between the first layer and second layer and between the third layer and the second layer respectively. 19. Werkwijze volgens één der conclusies 13-18, waarbij in de stappen (a) en (b) telkens een geweven laag verschaft wordt, en in stap (c) de geweven lagen door w'even langs de buidelomtrek met elkaar verbonden w'orden.A method according to any one of claims 13-18, wherein in each of the steps (a) and (b) a woven layer is provided, and in step (c) the woven layers are interconnected by weaving along the pouch circumference orders. 20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de stappen (a)-(c) gelijktijdig worden uitgevoerd door de lagen tegelijkertijd te weven en langs de buidelomtrek met elkaar te verweven.A method according to claim 19, wherein the steps (a) - (c) are performed simultaneously by weaving the layers simultaneously and interwoven along the pouch circumference. 21. Werkwijze volgens één der conclusies 13-20, waarbij in de stappen (a) en (b) telkens een geweven laag verschaft wordt, en waarbij ten minste één van de lagen kunstgrasgarens en/of kunstgrasvezels omvat.A method according to any one of claims 13-20, wherein a woven layer is provided in each of the steps (a) and (b), and wherein at least one of the layers comprises artificial grass yarns and / or artificial grass fibers. 22. Werkwijze volgens één der conclusies 13-21, waarbij in de stappen (a) en (b) telkens een geweven laag verschaft wordt, waarbij ten minste één van de geweven lagen een eerste garensoort omvat die krimpbaar is, en een tweede garensoort die niet krimpbaar is of minder krimpbaar is dan de eerste garensoort, waarbij in het bijzonder de eerste garensoort uitsluitend langs althans een deel van de buidelomtrek is aangebracht, waarbij de werkwijze verder de stap omvat van: (e) het doen krimpen van de eerste garensoort en het niet of minder doen krimpen van de tweede garensoort.A method according to any of claims 13-21, wherein a woven layer is provided in each of the steps (a) and (b), wherein at least one of the woven layers comprises a first type of yarn that is shrinkable, and a second type of yarn that is not shrinkable or less shrinkable than the first yarn type, wherein in particular the first yarn type is arranged exclusively along at least a part of the pouch circumference, the method further comprising the step of: (e) shrinking the first yarn type and not or less shrinking the second type of yarn. 23. Werkwijze volgens één der conclusies 13-22, waarbij in de stappen (a) en (b) telkens een geweven laag verschaft wordt, waarbij de geweven laag kettinggarens en inslaggarens omvat, verder omvattende de stap van: (f) het doorsnijden van een aantal kettinggarens en/of inslaggarens voor het vormen van een aantal gesneden polen.A method according to any of claims 13-22, wherein a woven layer is provided in each of the steps (a) and (b), the woven layer comprising warp yarns and weft yarns, further comprising the step of: (f) cutting through a number of warp yarns and / or weft yarns for forming a number of cut poles. 24. Werkwijze volgens één der conclusies 13-23, waarbij in stap (d) de snede aangebracht wordt door ultrasoon snijden.The method of any one of claims 13 to 23, wherein in step (d) the cut is made by ultrasonic cutting. 25. Werkwijze volgens één der conclusies 13-24, verder omvattende de stap van: (g) hel in het doek aanbrengen van voorzieningen om dit in hoofdzaak verticaal te kunnen ophangen.A method according to any one of claims 13-24, further comprising the step of: (g) providing provisions in the cloth to enable it to be suspended substantially vertically. 26. Werkwijze volgens één der conclusies 13-25, verder omvattende de stap van: (h) het in de ten minste ene buidel plaatsen van beplanting.The method of any one of claims 13-25, further comprising the step of: (h) placing plants in the at least one pouch.
NL2019894A 2017-11-13 2017-11-13 MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM NL2019894B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019894A NL2019894B1 (en) 2017-11-13 2017-11-13 MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2019894A NL2019894B1 (en) 2017-11-13 2017-11-13 MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2019894B1 true NL2019894B1 (en) 2019-05-17

Family

ID=60451153

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2019894A NL2019894B1 (en) 2017-11-13 2017-11-13 MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2019894B1 (en)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2000300081A (en) * 1999-04-16 2000-10-31 Nishimura Shokufu Kojo:Kk Cloth for steric plantation and steric plantation method
US20110283613A1 (en) * 2010-05-23 2011-11-24 Downey Darrell K Hanging planting container for extended watering of plants
CN203340673U (en) * 2013-06-26 2013-12-18 刘谨铭 Plant cultivation bag structure
KR101726567B1 (en) * 2016-07-08 2017-04-13 박공영 Vertical Typed Apparatus For Cultivating Plant

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2000300081A (en) * 1999-04-16 2000-10-31 Nishimura Shokufu Kojo:Kk Cloth for steric plantation and steric plantation method
US20110283613A1 (en) * 2010-05-23 2011-11-24 Downey Darrell K Hanging planting container for extended watering of plants
CN203340673U (en) * 2013-06-26 2013-12-18 刘谨铭 Plant cultivation bag structure
KR101726567B1 (en) * 2016-07-08 2017-04-13 박공영 Vertical Typed Apparatus For Cultivating Plant

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016008A4 (en) Method and apparatus for weaving sides be used tissue.
CN105189863B (en) The paper machine screen cloth of operation side with the transverse yarns comprising different float lengths
BE1013266A3 (en) Method for manufacturing a hoogkorig pool tissue.
NL2019894B1 (en) MULTI-LAYER CLOTH WITH BINDINGS SHAPED IN THEM AND METHOD FOR MANUFACTURING THEM
US11408100B2 (en) Terry fabric with faux dobby and methods of making terry fabric with faux dobby
BE1023598B1 (en) METHOD FOR DOUBLE-WOVEN WOVEN FABRICS WITH FIGURE CHAIN WIRES
US2065498A (en) Comb loom
KR20160018205A (en) Fabric with square decoration pattern, and bag is made up of this fabric, and it's weaving method
US5878645A (en) Accordion fold curtains and method of manufacture
BE1018442A3 (en) METHOD FOR MANUFACTURING CARPETS WITH FRILLS, TISSUES AND CARPETS MANUFACTURED IN ACCORDANCE WITH THIS METHOD.
JP2020516778A (en) Loop structure, method and element for manufacturing loop structure
FR3065231A1 (en) FABRIC INCLUDING AT LEAST ONE LINING MEMBER
NL1009196C2 (en) Shadow velour jacquard fabric with chenille appearance, containing weft yarns arranged in groups with at least two weft yarns differing in volume
NL1021569C2 (en) Shadow velvet fabric and method for weaving it.
US1571069A (en) Floor covering and like material
US2138432A (en) Lace curtain and method of manufacturing the same
BE1008071A5 (en) Tissue.
BE1008839A5 (en) Process for the manufacture of velvet fabric.
FR2875580A1 (en) Panel for e.g. cheval glass, has support carrying optical fibers that are grouped for forming bundles, where fibers act as waveguide and transport visible light emitted by light source
BE1026908B1 (en) PROCESS FOR THE MANUFACTURE OF POLAR FABRICS
BE1010423A3 (en) Method and device for manufacturing a pile loop fabric
JPH0355577B2 (en)
BE1017330A3 (en) A COVER IN TEXTILE MATERIAL AND A METHOD FOR MANUFACTURING IT.
BE1007423A3 (en) Method for producing a face-to-face pile fabric, and pile fabric producedaccording to this method
WO2007061884A2 (en) Woven chair

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20201201