NL2018345B1

NL2018345B1 - Roof mounting element for mounting a support rail for solar panels on a roof

Info

Publication number: NL2018345B1
Application number: NL2018345A
Authority: NL
Inventors: De Vogel Vincent; De Vogel Jeroen; Te Boekhorst Laurens
Original assignee: Esdec B V
Priority date: 2017-02-08
Filing date: 2017-02-08
Publication date: 2018-09-03

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een dakbevestigingselement voor het op een dak bevestigen van een draagrail voor zonnepanelen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een draagrail en een, bij voorkeur losneembaar, op de draagrail bevestigd dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft verder betrekking op een systeem omvattende een dak en een samenstel overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor de montage van een draagrail op een dak, door gebruikmaking van een dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding.The invention relates to a roof mounting element for mounting a support rail for solar panels on a roof. The invention also relates to an assembly of a support rail and a roof mounting element according to the invention, preferably detachable, mounted on the support rail. The invention further relates to a system comprising a roof and an assembly according to the invention. The invention also relates to a method for mounting a bearing rail on a roof, by using a roof mounting element according to the invention.

Description

OctrooicentrumPatent center

Θ 20183452018345

(21) Aanvraagnummer: 2018345 © Aanvraag ingediend: 8 februari 2017 (g) Int. CL:(21) Application number: 2018345 © Application submitted: 8 February 2017 (g) Int. CL:

F24J 2/52 (2017.01)F24J 2/52 (2017.01)

(4^ Aanvraag ingeschreven: (4 ^ Request registered: (73) Octrooihouder(s): (73) Patent holder (s): 3 september 2018 September 3, 2018 ESDEC B.V. te Deventer. ESDEC B.V. in Deventer. (43) Aanvraag gepubliceerd: (43) Application published: - - (72) Uitvinder(s): (72) Inventor (s): Vincent de Vogel te Colmschate. Vincent de Vogel in Colmschate. Octrooi verleend: Patent granted: Jeroen de Vogel te Gorssel. Jeroen de Vogel in Gorssel. 3 september 2018 September 3, 2018 Laurens te Boekhorst te Deventer. Laurens in Boekhorst in Deventer. (45) Octrooischrift uitgegeven: (45) Patent issued: 30 oktober 2018 October 30, 2018 (74) Gemachtigde: (74) Agent: ir. H.Th. van den Heuvel c.s. ir. H.Th. van den Heuvel et al. te 's-Hertogenbosch. in 's-Hertogenbosch.

54) Dakbevestigingselement voor het op een dak bevestigen van een draag rail voor zonnepanelen © De uitvinding heeft betrekking op een dakbevestigingselement voor het op een dak bevestigen van een draagrail voor zonnepanelen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een draagrail en een, bij voorkeur losneembaar, op de draagrail bevestigd dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding.54) Roof mounting element for mounting a support rail for solar panels on a roof. The invention relates to a roof mounting element for mounting a support rail for solar panels on a roof. The invention also relates to an assembly of a support rail and a roof mounting element according to the invention, preferably detachable, mounted on the support rail.

De uitvinding heeft verder betrekking op een systeem omvattende een dak en een samenstel overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor de montage van een draagrail op een dak, door gebruikmaking van een dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding.The invention further relates to a system comprising a roof and an assembly according to the invention. The invention furthermore relates to a method for mounting a bearing rail on a roof, by using a roof mounting element according to the invention.

NL Bl 2018345NL Bl 2018345

Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.This patent has been granted regardless of the attached result of the research into the state of the art and written opinion. The patent corresponds to the documents originally submitted.

Dakbevestigingselement voor het op een dak bevestigen van een draagrail voor zonnepanelenRoof mounting element for mounting a support rail for solar panels on a roof

De uitvinding heeft betrekking op een dakbevestigingselement, in het bijzonder een dakhaak, voor het op een dak bevestigen van een draagrail voor zonnepanelen. De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een bevestigingselement overeenkomstig de uitvinding, en een, bij voorkeur losneembaar, op het bevestigingselement bevestigde draagrail. De uitvinding heeft verder betrekking op een systeem omvattende een dak en een samenstel overeenkomstig de uitvinding. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een werkwijze voor de montage van een draagrail op een dak, door gebruikmaking van een dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding.The invention relates to a roof mounting element, in particular a roof hook, for mounting a support rail for solar panels on a roof. The invention also relates to an assembly of a fastening element according to the invention, and a support rail mounted on the fastening element, preferably releasably. The invention further relates to a system comprising a roof and an assembly according to the invention. The invention furthermore relates to a method for mounting a bearing rail on a roof, by using a roof mounting element according to the invention.

Het aanbrengen van zonnepanelen op zowel platte als op hellende daken is een veelvoorkomende activiteit en kan vereenvoudigd worden door gebruik van een hiertoe bestemde montage-inrichting. Een bekende montage-inrichting voor het relatief eenvoudig en snel monteren van zonnepanelen op een al dan niet hellend dak wordt beschreven in NL1028379. De bekende montage-inrichting omvat een met het dak koppelbare dakhaak, en een met een vrij uiteinde van de dakhaak koppelbare draagrail ingericht voor het dragen van zonnepanelen. De dakhaak is ingericht voor samenwerking met een deel van het dak, in het bijzonder met een op het dak aangebrachte panlat. De dakhaak wordt daarbij ingedekt tussen dakpannen die door de panlatten worden ondersteund. Het toepassen van een dakhaak is in voordelig, doordat zowel de panlatten als de pannen volledig in tact kunnen worden gelaten. Een nadeel van de bekende dakhaak is echter dat de dakhaak als zodanig niet geschikt is om de draagrail uit te lijnen ten opzichte van het dak, waardoor de dakhaak niet in iedere situatie kan worden toegepast.The installation of solar panels on both flat and sloping roofs is a common activity and can be simplified by using a suitable mounting device. A known mounting device for relatively easy and fast mounting of solar panels on a roof, whether or not inclined, is described in NL1028379. The known mounting device comprises a roof hook that can be coupled to the roof, and a bearing rail that can be coupled to a free end of the roof hook and is adapted to support solar panels. The roof hook is adapted for cooperation with a part of the roof, in particular with a tile batten arranged on the roof. The roof hook is thereby covered between roof tiles that are supported by the battens. The use of a roof hook is advantageous in that both the battens and the pans can be left intact. A drawback of the known roof hook, however, is that the roof hook as such is not suitable for aligning the bearing rail with respect to the roof, so that the roof hook cannot be used in every situation.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een verbeterde dakbevestigingselement, in het bijzonder een dakhaak, waarmee voornoemd nadeel kan worden voorkomen.An object of the invention is to provide an improved roof mounting element, in particular a roof hook, with which the above-mentioned drawback can be prevented.

De uitvinding verschaft hiertoe een dakbevestigingselement van het in aanhef genoemde type, omvattende: een basiselement ingericht voor bevestiging aan een dak, in het bijzonder een van het dak deel uitmakende panlat; een op het basiselement aangrijpend koppelelement ingericht voor koppeling met een draagrail voor zonnepanelen; en ten minste één bevestigingspen voor het roteerbaar bevestigen van het koppelelement op het basiselement, waarbij een naar het basiselement toegekeerde zijde van het koppelelement is ingericht om, tijdens rotatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement, af te schuiven (te verschuiven / te glijden) over een naar het koppelelement toegekeerde zijde van het basiselement. In tegenstelling van tot de hierboven beschreven bekende dakhaak bestaat het dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding niet uit één component, maar uit meerdere onderling samenwerkende componenten. Door het dakbevestigingselement gesegmenteerd op te bouwen, door in het bijzonder het koppelelement (vrij) roteerbaar te laten samenwerken met het basiselement, zodanig dat tijdens rotatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement, het koppelelement (af)schuift (glijdt) over een naar het koppelelement toegekeerde zijde van het basiselement, verkrijgt een dakbevestigingselement een instelbaar karakter, waarbij de oriëntatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement, en een dak waarmee het basiselement samenwerkt, op relatief snelle, eenvoudige, en gebruiksvriendelijke wijze instelbaar is. Hierdoor kan de oriëntatie van het koppelelement ten opzichte van een dak relatief eenvoudig worden gewijzigd en worden geoptimaliseerd voor een specifieke situatie. Ingeval een panlat van een dak bijvoorbeeld niet horizontaal zou zijn georiënteerd, is het middels het dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding, relatief eenvoudig om het koppelelement zodanig te roteren ten opzichte van het basiselement dat een met het koppelelement te verbinden draagrail zich wel in horizontale richting kan uitstrekken. Voor het in de juiste oriëntatie positioneren van de het koppelelement, door het wijzigen van het de oriëntatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement, is geen gereedschap en evenmin vakmanschap benodigd.To this end, the invention provides a roof mounting element of the type mentioned in the preamble, comprising: a basic element adapted for mounting on a roof, in particular a tile batten forming part of the roof; a coupling element engaging the basic element and adapted for coupling to a carrier rail for solar panels; and at least one mounting pin for rotatably mounting the coupling element on the basic element, wherein a side of the coupling element facing the basic element is adapted to slide (shift / slide) during rotation of the coupling element relative to the basic element over a side of the base element that faces the coupling element. In contrast to the known roof hook described above, the roof mounting element according to the invention does not consist of one component, but of several mutually cooperating components. By building the roof mounting element in a segmented manner, in particular by allowing the coupling element to rotate (freely) rotatably with the basic element, such that during rotation of the coupling element relative to the basic element, the coupling element slides (slides) over a side of the base element facing the coupling element, a roof fastening element acquires an adjustable character, wherein the orientation of the coupling element with respect to the base element, and a roof with which the base element cooperates, can be adjusted in a relatively fast, simple and user-friendly manner. As a result, the orientation of the coupling element relative to a roof can be relatively easily changed and optimized for a specific situation. If, for example, a tile batten of a roof were not oriented horizontally, it is relatively simple to rotate the coupling element relative to the basic element by means of the roof mounting element according to the invention such that a bearing rail to be connected to the coupling element can extend in horizontal direction. . For positioning the coupling element in the correct orientation, by changing the orientation of the coupling element with respect to the base element, no tools or workmanship are required.

Doorgaans zal een achterzijde van het koppelelement ten minste gedeeltelijk zijn toegekeerd naar een voorzijde van het basiselement. Hierbij zal de achterzijde van het koppelelement zijn ingericht als glijvlak (afschuifvlak) voor het op afschuivende wijze laten samenwerken van het koppelelement en het basiselement. De voorzijde van het basiselement, of althans een deel daarvan, zal daarbij tevens zijn ingericht als glijvlak (afschuifvlak).Usually, a rear side of the coupling element will at least partially face a front side of the basic element. The rear side of the coupling element will herein be designed as a sliding surface (shearing surface) for causing the coupling element and the basic element to cooperate in a shear manner. The front side of the basic element, or at least a part thereof, will then also be designed as a sliding surface (shear surface).

Het koppelelement grijpt bij voorkeur, en doorgaans, permanent aan op het basiselement. Er is derhalve bij voorkeur permanent contact tussen het koppelelement en het basiselement, hetgeen de stabiliteit van het dakbevestigingselement doorgaans ten goede komt. Bij voorkeur grijpt het koppelelement onder voorspanning aan op het basiselement, teneinde de stabiliteit, betrouwbaarheid, en duurzaamheid van het dakbevestigingselement tijdens gebruik verder te vergroten.The coupling element preferably, and generally, engages permanently with the basic element. Therefore, there is preferably permanent contact between the coupling element and the base element, which generally benefits the stability of the roof mounting element. Preferably, the coupling element engages the base element under bias, in order to further increase the stability, reliability, and durability of the roof mounting element during use.

De bevestiging van het koppelelement op het basiselement is bij voorkeur zodanig, dat de onderlinge afstand tussen het koppelelement en het basiselement in hoofdzaak gelijk blijft. Bij voorkeur wordt de afstand tussen het koppelelement en het basiselement, tijdens rotatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement, niet vergroot. Deze maatregel komt de stabiliteit van het dakbevestigingselement (eveneens) ten goede. Bij nadere voorkeur is de bevestiging van het koppelelement op het basiselement zodanig, dat de onderlinge afstand tussen het koppelelement en het basiselement in hoofdzaak gelijk blijft bij het roteren van het koppelelement vanuit een eerste oriëntatie naar een tweede oriëntatie ten opzichte van het basiselement. De naar elkaar toegekeerde zijden van het koppelelement en het basiselement fungeren hierbij derhalve als permanente glijvlakken (afschuifvlakken), hetgeen de stevigheid en betrouwbaarheid van het dakbevestigingselement, en daarmee de betrouwbaarheid van de montage van zonnepanelen op een met het koppelelement gekoppelde draagrail tevens ten goede komt.The attachment of the coupling element to the basic element is preferably such that the mutual distance between the coupling element and the basic element remains substantially the same. The distance between the coupling element and the basic element is preferably not increased during rotation of the coupling element relative to the basic element. This measure benefits the stability of the roof mounting element (also). More preferably, the attachment of the coupling element to the basic element is such that the mutual distance between the coupling element and the basic element remains substantially the same when rotating the coupling element from a first orientation to a second orientation relative to the basic element. The sides of the coupling element and the base element facing each other therefore therefore act as permanent sliding surfaces (shearing surfaces), which also benefits the sturdiness and reliability of the roof mounting element, and thus the reliability of the mounting of solar panels on a bearing rail coupled to the coupling element. .

In een voorkeursuitvoering van het dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding, zijn de naar het basiselement toegekeerde zijde van het koppelelement en de naar het koppelelement toegekeerde zijde van het basiselement in hoofdzaak complementair vormgegeven. Hierbij is het bijvoorbeeld mogelijk dat één zijde van voornoemde zijde convex is vormgegeven en de overliggende zijde in hoofdzaak complementair is vormgegeven, waardoor de facto een kogelgewricht ontstaan. Dit zou het mogelijk kunnen maken om de oriëntatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement niet alleen in het platte vlak te wijzigen, maar om het koppelelement tevens te kunnen kantelen ten opzichte van het basiselement. Doorgaans zal de bevestigingspen hierbij een bij voorkeur vooraf gedefinieerde speling moeten hebben die deze kanteling toelaat, bijvoorbeeld door ten minste een deel van de bevestigingspen op te nemen in een sleufvormige groef die is aangebracht is het basiselement en/of het koppelelement. Echter, doorgaans geniet het vanuit constructief oogpunt de voorkeur om de naar het basiselement toegekeerde zijde van het koppelelement en de naar het koppelelement toegekeerde zijde van het basiselement in hoofdzaak vlak vorm te geven. Een afschuiving in (slechts) het platte (2D) vlak komt de sterkte en de duurzaamheid van het dakbevestigingselement als zodanig doorgaans ten goede.In a preferred embodiment of the roof mounting element according to the invention, the side of the coupling element facing the basic element and the side of the basic element facing the coupling element are designed substantially complementarily. In this case, it is for example possible for one side of said side to be convex in shape and the opposite side to be substantially complementary in shape, so that a ball joint is in fact created. This could make it possible not only to change the orientation of the coupling element with respect to the basic element in the flat plane, but also to be able to tilt the coupling element with respect to the basic element. The fixing pin will generally have to have a predefined clearance which allows this tilting, for example by receiving at least a part of the fixing pin in a slot-shaped groove which is arranged on the basic element and / or the coupling element. However, it is generally preferable from a structural point of view to shape the side of the coupling element facing the basic element and the side of the basic element facing the coupling element substantially flat. A shear in (only) the flat (2D) surface generally benefits the strength and durability of the roof mounting element as such.

Bij voorkeur definieert de ten minste ene bevestigingspen een rotatieas voor het roteren van het koppelelement ten opzichte van het basiselement. Hierbij is het koppelelement ingericht om axiaal te roteren ten opzichte van de bevestigingspen. De ten minste één bevestigingspen kan integraal deel uitmaken van het koppelelement of van het basiselement, of kan star zijn verbonden met het koppelelement of met het basiselement. De bevestigingspen is ingericht om te worden opgenomen in een doorvoeropening die is aangebracht in een (niet star of integraal met de bevestigingspen verbonden) koppelelement of basiselement. Hierdoor zal het koppelelement en/of het basiselement zijn ingericht om ten minste gedeeltelijk te worden doorstoken door de ten minste ene bevestigingspen. Doorgaans zal de ten minste ene bevestigingspen ten minste een deel van het koppelelement en/of een deel van het basiselement in hoofdzaak loodrecht doorsteken. Veelal zal deze (loodrechte) richting tevens in hoofdzaak loodrecht staan op een dak waarmee het dakbevestigingselement is verbonden. Doorgaans zal de ten minste ene bevestigingspen in hoofdzaak loodrecht zijn georiënteerd ten opzichte van de naar het basiselement toegekeerde zijde van het koppelelement en de naar het koppelelement toegekeerde zijde van het basiselement. Een dergelijke oriëntatie komt een eenvoudige onderlinge afschuiving van de afschuifvlakken ten goede.Preferably, the at least one mounting pin defines an axis of rotation for rotating the coupling element relative to the base element. The coupling element is herein adapted to rotate axially with respect to the fixing pin. The at least one mounting pin can form an integral part of the coupling element or of the basic element, or can be rigidly connected to the coupling element or to the basic element. The fixing pin is adapted to be received in a passage opening which is arranged in a coupling element or basic element (not rigidly or integrally connected to the fixing pin). The coupling element and / or the basic element will hereby be adapted to be pierced at least partially by the at least one fixing pin. Typically, the at least one mounting pin will pierce at least a part of the coupling element and / or a part of the basic element substantially perpendicularly. This (perpendicular) direction will often also be substantially perpendicular to a roof to which the roof mounting element is connected. The at least one fastening pin will generally be oriented perpendicularly to the side of the coupling element that faces the basic element and the side of the basic element that faces the coupling element. Such an orientation benefits a simple mutual shear of the shear surfaces.

De ten minste ene bevestigingspen kan uit één of meerdere onderdelen bestaan. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat de ten minste ene bevestigingspen een in hoofdzaak cilindrisch lichaam omvat dat het basiselement en/of het koppelelement doorsteekt. Bij voorkeur is ten minste één uiteinde van het in hoofdzaak cilindrisch lichaam verbonden met een flens voor het onderling borgen van het basiselement en het koppelelement. De flens fungeert hierbij als borgende aanslag. Ingeval de bevestigingspen wordt gevormd door een separate component, die niet star of integraal is verbonden met het basiselement en het koppelelement, geniet het de voorkeur dat ieder uiteinde van het in hoofdzaak cilindrische lichaam van de bevestigingspen is voorzien van een flens, waarbij een eerste flens aangrijpt op een van het koppelelement afgekeerde zijde van het basiselement, en waarbij een tweede flens aangrijpt op een van het basiselement afgekeerde zijde van het koppelelement. Een dergelijke separate bevestigingspen kan bijvoorbeeld worden gevormd door een klinknagel. Groot voordeel van een klinknagel of popnagel is dat de verbinding tussen het koppelelement en het basiselement permanent en onlosmakelijk is, hetgeen abusievelijke ontkoppeling van het koppelelement ten opzichte van het basiselement voorkomt. In een alternatieve uitvoeringsvariant is het echter tevens denkbaar, alhoewel dit doorgaans niet de voorkeur geniet, dat de bevestigingspen wordt gevormd door een bout en een bijpassende moer. Een dergelijke bout-moer-verbinding kan relatief eenvoudig worden vervangen, indien gewenst.The at least one mounting pin can consist of one or more parts. It is for example conceivable that the at least one fixing pin comprises a substantially cylindrical body which pierces the basic element and / or the coupling element. Preferably, at least one end of the substantially cylindrical body is connected to a flange for mutually locking the base element and the coupling element. The flange acts as a locking stop. In case the fixing pin is formed by a separate component, which is not rigidly or integrally connected to the base element and the coupling element, it is preferable that each end of the substantially cylindrical body of the fixing pin is provided with a flange, a first flange engages a side of the base element remote from the coupling element, and wherein a second flange engages a side of the coupling element remote from the base element. Such a separate fixing pin can for instance be formed by a rivet. A major advantage of a rivet or rivet is that the connection between the coupling element and the basic element is permanent and inseparable, which prevents accidental disconnection of the coupling element from the basic element. In an alternative embodiment, however, it is also conceivable, although this is generally not preferred, that the fixing pin is formed by a bolt and a matching nut. Such a bolt-nut connection can be replaced relatively easily, if desired.

Het koppelelement omvat bij voorkeur meerdere deformeerbare koppelorganen voor het kunnen omgrijpen, in het bijzonder kunnen omklemmen, van de draagrail. Een dergelijke omgrijping, in het bijzonder omklemming, van de draagrail, waarbij ieder koppelorgaan bij voorkeur is ingericht voor samenwerking met een van de draagrail deel uitmakend contra-koppelorgaan en/of een van de draagrail deel uitmakende opneemruimte, is reeds bekend uit NL1028379, waarvan de inhoud door verwijzing hiernaar wordt geacht deel uit te maken van dit octrooischrift. Bij voorkeur is het koppelelement middels een klikverbinding koppelbaar met de draagrail. Andersoortige koppelingen tussen het koppelelement en de draagrail, zoals bijvoorbeeld een rotatiekoppeling, zoals bijvoorbeeld beschreven in NL1038582, zijn tevens denkbaar. Het op deze rotatiekoppeling betrekking hebbende deel van NL1038582 wordt geacht door verwijzing hiernaar deel uit te maken van dit octrooischrift.The coupling element preferably comprises a plurality of deformable coupling members for engaging, in particular being able to clamp, the carrier rail. Such a gripping, in particular clamping, of the carrier rail, wherein each coupling member is preferably adapted to cooperate with a counter-coupling member forming part of the carrier rail and / or a receiving space forming part of the carrier rail, is already known from NL1028379, of which the content by reference thereto is deemed to form part of this patent specification. The coupling element is preferably connectable to the bearing rail by means of a click connection. Other types of couplings between the coupling element and the bearing rail, such as, for example, a rotary coupling, such as for example described in NL1038582, are also conceivable. The part of NL1038582 relating to this rotary coupling is considered to form part of this patent by reference thereto.

Het basiselement omvat bij voorkeur een eerste arm en een onder tussenkomst van een verbindingsbrug verbonden tweede arm omvat, waarbij de eerste arm en de tweede arm ten minste gedeeltelijk naar elkaar toe zijn gekeerd, en bij voorkeur onderling in hoofdzaak parallel zijn georiënteerd. Onder in hoofdzaak parallel wordt volledig parallel verstaan, waarbij het tevens denkbaar dat de eerste arm en de tweede arm onderling een beperkte hoek (kleiner dan 10 graden, bijvoorbeeld circa graden) insluiten. Eventueel kan de eerste en/of de tweede arm geprofileerd zijn uitgevoerd, teneinde het laten aangrijpen van de eerste arm en/of de tweede arm op een panlat en/of dakpan van een dak te kunnen verbeteren. Het is denkbaar dat de effectieve lengte van de verbindingsbrug wijzigbaar is, waardoor het dakbevestigingselement, hier gevormd door een dakhaak, geschikt wordt om verschillende typen dakpannen, inclusief dakpannen met aan of nabij een bovenste kopse zijde voorziene opwaartse uitkragende waterkerende structuur, te kunnen omgrijpen. Het basiselement kan tevens op andersoortige wijze zijn vormgegeven, en kan bijvoorbeeld tevens worden gevormd door een - doorgaans niet-lineair profiel dat op een dak kan worden bevestigd middels één of meerdere schroeven.The basic element preferably comprises a first arm and comprises a second arm connected via a connecting bridge, wherein the first arm and the second arm are at least partially facing each other, and are preferably mutually oriented substantially parallel to each other. Substantially parallel is understood to mean completely parallel, whereby it is also conceivable that the first arm and the second arm enclose a limited angle (smaller than 10 degrees, for example approximately degrees) with each other. Optionally, the first and / or the second arm can be of profiled design in order to be able to improve the engagement of the first arm and / or the second arm on a tile batten and / or roof tile of a roof. It is conceivable that the effective length of the connecting bridge can be changed, as a result of which the roof-fixing element, here formed by a roof hook, becomes suitable for engaging various types of roof tiles, including roof tiles with an upward projecting water-retaining structure provided on or near an upper end side. The basic element can also be designed in a different manner, and can for instance also be formed by a - generally non-linear profile that can be fixed on a roof by means of one or more screws.

In een voorkeursuitvoering is de maximale rotatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement begrensd. Dit is bijvoorbeeld mogelijk door het aanbrengen van een door een nok of rand gevormde aanslag op het basiselement en/of het koppelelement, welke aanslag een begrenzing vormt voor het koppelelement tijdens rotatie ervan ten opzichte van het basiselement. De maximale zwenkhoek kan bijvoorbeeld worden begrensd tot 180 graden, 90 graden, of 45 graden. Het is tevens denkbaar dat het koppelelement in meerdere vooraf bepaalde voorkeursoriëntaties ten opzichte van het basiselement kan worden gepositioneerd. De voorkeursoriëntaties kunnen bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het, tijdens rotatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement, laten successievelijk samenwerken van een op het basiselement en/of het koppelelement aangebrachte nok (van doorgaans beperkte hoogte) met complementaire verdiepingen of complementaire openingen die zijn aangebracht in het complementaire element (basiselement of koppelelement). De verdiepingen of openingen zijn daarbij gerangschikt volgens een kromme lijn (curve). Het is tevens denkbaar dat het basiselement is voorzien van meerdere nokken die volgens een kromme lijn zijn aangebracht en die successievelijk kunnen samenwerken met een in het koppelelement aangebracht opening die de nokken successievelijk (voelbaar) passeert tijdens rotatie van het koppelelement ten opzichte van het basiselement. Voordeel van het toepassen van een dergelijke voorkeursoriëntatie is dat het koppelelement aanvullend kan worden gestabiliseerd ten opzichte van het basiselement.In a preferred embodiment, the maximum rotation of the coupling element relative to the basic element is limited. This is possible, for example, by providing a stop formed by a cam or edge on the basic element and / or the coupling element, which stop forms a boundary for the coupling element during its rotation with respect to the basic element. The maximum swivel angle can for example be limited to 180 degrees, 90 degrees, or 45 degrees. It is also conceivable that the coupling element can be positioned in a plurality of predetermined preferred orientations with respect to the basic element. The preferred orientations can be realized, for example, by allowing, during rotation of the coupling element relative to the basic element, successive cooperation of a cam arranged on the basic element and / or the coupling element (of generally limited height) with complementary depressions or complementary openings arranged in the complementary element (basic element or coupling element). The floors or openings are arranged according to a curved line (curve). It is also conceivable that the basic element is provided with a plurality of cams which are arranged in a curved line and which can successively cooperate with an opening arranged in the coupling element which successively (perceptibly) passes the cams during rotation of the coupling element relative to the basic element. The advantage of applying such a preferred orientation is that the coupling element can additionally be stabilized relative to the basic element.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel van een bevestigingselement overeenkomstig de uitvinding en een, bij voorkeur losneembaar, op het bevestigingselement bevestigde draagrail. Een dergelijke bevestiging kan tevens worden omschreven als dat het dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding,, bij voorkeur losneembaar, op de draagrail is bevestigd.. De uitvinding heeft daarnaast betrekking op een systeem omvattende een dak en een samenstel overeenkomstig de uitvinding, waarbij het basiselement is bevestigd op het dak, en bij voorkeur samenwerkt met een van het dak deel uitmakende panlat.The invention also relates to an assembly of a fastening element according to the invention and a bearing rail mounted on the fastening element, preferably releasably. Such a mounting can also be described as that the roof mounting element according to the invention, preferably detachably, is mounted on the bearing rail. The invention furthermore relates to a system comprising a roof and an assembly according to the invention, wherein the basic element is mounted on the roof, and preferably cooperates with a tile slat forming part of the roof.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor de montage van een draagrail op een dak, door gebruikmaking van een dakbevestigingselement overeenkomstig de uitvinding, omvattende de stappen: A) het bevestigen van het basiselement van het dakbevestigingselement aan een dak, in het bijzonder aan een (eventuele) van het dak deel uitmakende panlat, B) het koppelen van de draagrail met het koppelelement van het dakbevestigingselement, en C) het roteren van het koppelelement ten opzichte van de basiselement, zodanig dat de draagrail in een gewenste oriëntatie ten opzichte van het dak is gepositioneerd. Voordelen van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding zijn in het voorgaande reeds op uitvoerige wijze beschreven.The invention further relates to a method for mounting a bearing rail on a roof, by using a roof mounting element according to the invention, comprising the steps of: A) attaching the basic element of the roof mounting element to a roof, in particular to a roof (optional) tile slat forming part of the roof, B) coupling the bearing rail to the coupling element of the roof mounting element, and C) rotating the coupling element relative to the base element, such that the carrier rail is positioned in a desired orientation relative to the roof is positioned. Advantages of the method according to the invention have already been described in detail in the foregoing.

De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont/tonen: figuren 1a en 1b een perspectivisch aanzicht op een dakbevestigingselement, in het bijzonder een dakhaak, volgens de uitvinding in verschillende voorkeursoriëntaties;The invention will be elucidated on the basis of non-limitative exemplary embodiments shown in the following figures. Herein: Figures 1a and 1b show a perspective view of a roof mounting element, in particular a roof hook, according to the invention in various preferred orientations;

figuur 2a een schematische weergave van een deel van een dakhaak volgens de uitvinding, in een tweede mogelijke uitvoeringsvariant;figure 2a shows a schematic representation of a part of a roof hook according to the invention, in a second possible embodiment variant;

figuren 2b-e een bovenaanzicht van het deel van de dakhaak als getoond in figuur 2a in verschillende oriëntaties;figures 2b-e show a top view of the part of the roof hook as shown in figure 2a in different orientations;

figuren 3a en 3b een schematische weergave van een mogelijke uitvoeringsvorm van een koppelelement van een dakhaak volgens de uitvinding; en figuren 4a en 4b een schematische weergave van mogelijke uitvoeringsvormen van een bevestigingspen volgens de uitvinding.figures 3a and 3b a schematic representation of a possible embodiment of a coupling element of a roof hook according to the invention; and figures 4a and 4b show a schematic representation of possible embodiments of a fastening pin according to the invention.

Figuren 1a en 1b tonen een perspectivisch aanzicht op een door een dakhaak (1) gevormd dakbevestigingselement volgens de uitvinding in verschillende voorkeursoriëntaties. De dakhaak (1) omvat een basiselement (2), een op het basiselement (2) aangrijpend koppelelement (3) en een bevestigingspen (4) voor het roteerbaar bevestigen van het koppelelement (3) op het basiselement (2). Een achterzijde (5) van het koppelelement (3) is gedeeltelijk is toegekeerd naar een voorzijde van het basiselement (2), waarbij de achterzijde (5) van het koppelelement (3) glijdend aangrijpt op de voorzijde van het basiselement (2). Het basiselement (2) omvat een haakvormig orgaan (8), voorzien van een geprofileerde zijde (9), in het bijzonder een zaagtandprofiel, voor samenwerking met een van een dak deel uitmakende panlat (niet getoond). Het haakvormig orgaan (8) omvat twee haakdelen (8a, 8b) die middels een verbindingselement (10a) onderling zijn verbonden. Op deze wijze is het mogelijk om de hoogte H1 tussen beide haakdelen (8a, 8b) relatief eenvoudig te kunnen aanpassen aan de dikte van een tussengelegen panlat. Eén van de profieldelen (8b) is middels een tweede verbindingselement (10b) onderling verbonden met een van het haakvormig orgaan (8) afgekeerd voorste profieldeel (6) van het basiselement (2). Hierbij is het mogelijk de hoogte H2 tussen het haakvormig orgaan (8) en het voorste profieldeel (6) relatief eenvoudig te kunnen aanpassen aan de gewenste afstand van de te koppelen draagrail (niet getoond) ten opzichte van het dak. Het koppelelement (3) omvat meerdere deformeerbare koppelorganen (5) voorzien van een veerkrachtige lip voor het kunnen vastklikken van de dakhaak (1) aan de draagrail. In de getoonde uitvoeringsvariant van het koppelelement (3) zijn de koppelorganen (5) asymmetrisch uitgevoerd en ingericht voor samenwerking met van de draagrail deel uitmakende contra-koppelorganen. Het bodemvlak van het koppelelement (3) omvat meerdere koppelpunten (11), in het bijzonder koppelopeningen, voor samenwerking met de bevestigingspen (4). Dit maakt dat het koppelelement (3) in meerdere posities op het basiselement (2) gepositioneerd kan worden. Het voorste profieldeel (6) van het basiselement (2) is voorzien van een stationaire begrenzingsnok (7), ter begrenzing van de rotatie van het koppelelement (3). Figuur 1a toont het koppelelement (3) in een eerste initiële oriëntatie, waarbij de draagrail in een gekoppelde toestand in hoofdzaak loodrecht op de lengterichting (I) van de dakhaak (1) staat. Figuur 1b toont een tweede voorkeursoriëntatie van het koppelelement (3) ten opzichte van het basiselement (2). De draagrail zal hierbij in een gekoppelde toestand in hoofdzaak in de lengterichting (I) van de dakhaak (1) georiënteerd zijn.Figures 1a and 1b show a perspective view of a roof mounting element according to the invention formed by a roof hook (1) in various preferred orientations. The roof hook (1) comprises a basic element (2), a coupling element (3) engaging the basic element (2) and a fixing pin (4) for rotatably fixing the coupling element (3) on the basic element (2). A rear side (5) of the coupling element (3) is partially facing a front side of the basic element (2), the rear side (5) of the coupling element (3) slidingly engaging the front side of the basic element (2). The basic element (2) comprises a hook-shaped member (8), provided with a profiled side (9), in particular a saw-tooth profile, for cooperation with a tile batten forming part of a roof (not shown). The hook-shaped member (8) comprises two hook parts (8a, 8b) which are mutually connected by means of a connecting element (10a). In this way it is possible to be able to adjust the height H1 between the two hook parts (8a, 8b) relatively easily to the thickness of an intermediate tile batten. One of the profile parts (8b) is mutually connected by means of a second connecting element (10b) to a front profile part (6) of the basic element (2) remote from the hook-shaped member (8). It is hereby possible to be able to adjust the height H2 between the hook-shaped member (8) and the front profile part (6) relatively easily to the desired distance of the bearing rail to be coupled (not shown) relative to the roof. The coupling element (3) comprises a plurality of deformable coupling members (5) provided with a resilient lip for allowing the roof hook (1) to snap into place on the bearing rail. In the embodiment variant of the coupling element (3) shown, the coupling members (5) are of asymmetrical design and adapted for cooperation with counter-coupling members forming part of the bearing rail. The bottom surface of the coupling element (3) comprises a plurality of coupling points (11), in particular coupling openings, for cooperation with the fixing pin (4). This means that the coupling element (3) can be positioned in several positions on the basic element (2). The front profile part (6) of the basic element (2) is provided with a stationary boundary cam (7), to limit the rotation of the coupling element (3). Figure 1a shows the coupling element (3) in a first initial orientation, the support rail in a coupled state being substantially perpendicular to the longitudinal direction (I) of the roof hook (1). Figure 1b shows a second preferred orientation of the coupling element (3) relative to the basic element (2). In a coupled condition, the bearing rail will be oriented essentially in the longitudinal direction (I) of the roof hook (1).

Figuur 2a toont een zijaanzicht van een schematische weergave van een deel van de dakhaak volgens de uitvinding. De figuur toont een deel van het voorste profieldeel (16) van het basiselement (12) welke middels een bevestigingspen (14) roteerbaar gekoppeld is met het koppelelement (13). De naar het basiselement (12) toegekeerde zijde van het koppelelement (13) en de naar het koppelelement (13) toegekeerde zijde van het basiselement (12) zijn in hoofdzaak vlak vormgegeven, waardoor deze vormvast aangrijpen op elkaar. De bevestigingspen (14) doorsteekt de naar het basiselement (12) toegekeerde zijde van het koppelelement (13) en de naar het koppelelement (13) toegekeerde zijde van het voorste profieldeel (16) van het basiselement (12), waarbij de bevestigingspen (14) in hoofdzaak loodrecht georiënteerd is ten opzichte van voornoemde zijdes. De bevestigingspen (14) omvat een in hoofdzaak cilindrisch lichaam (14a), welk cilindrisch lichaam (14a) aan beide kanten is voorzien van een flens (14b, 14c). De eerste flens (14c) grijpt hierbij aan op een van het koppelelement (13) afgekeerde zijde van het basiselement (12) en de tweede flens (14b) grijpt hierbij aan op een van het basiselement (12) afgekeerde zijde van het koppelelement (13). Het voorste profieldeel (16) van het basiselement (12) is voorzien van een stationaire begrenzingsnok (17), ter begrenzing van de rotatie van het koppelelement (13).Figure 2a shows a side view of a schematic representation of a part of the roof hook according to the invention. The figure shows a part of the front profile part (16) of the basic element (12) which is rotatably coupled to the coupling element (13) by means of a fastening pin (14). The side of the coupling element (13) facing the basic element (12) and the side of the basic element (12) facing the coupling element (13) are of substantially flat design, so that they engage formally with each other. The fixing pin (14) pierces the side of the coupling element (13) facing the basic element (12) and the side of the front profile part (16) of the basic element (12) facing the coupling element (13), the fixing pin (14) ) is substantially perpendicular to the aforementioned sides. The fixing pin (14) comprises a substantially cylindrical body (14a), which cylindrical body (14a) is provided with a flange (14b, 14c) on both sides. The first flange (14c) herein engages a side of the basic element (12) remote from the coupling element (13) and the second flange (14b) engages on a side of the coupling element (13) remote from the basic element (12). ). The front profile part (16) of the basic element (12) is provided with a stationary boundary cam (17), to limit the rotation of the coupling element (13).

Het koppelelement (13) omvat een tweetal spiegelbeeldig vormgegeven koppelorganen (15), waarbij ieder koppelorgaan (15) een binnenwaarts uitkragende flens (15a) omvat. De wijdte (W1) van het koppelelement (13) is bij voorkeur in hoofdzaak gelijk aan de breedte van een met het koppelelement (13) samenwerkende draagrail (niet getoond).The coupling element (13) comprises two mirror-shaped coupling elements (15), each coupling element (15) comprising an inwardly projecting flange (15a). The width (W1) of the coupling element (13) is preferably substantially equal to the width of a bearing rail cooperating with the coupling element (13) (not shown).

Figuren 2b-e tonen een bovenaanzicht van het in figuur 2a getoonde deel van de dakhaak in verschillende oriëntaties van het koppelelement (13) ten opzichte van het basiselement (12).Figures 2b-e show a top view of the part of the roof hook shown in Figure 2a in different orientations of the coupling element (13) relative to the basic element (12).

Figuur 2b toont een initiële oriëntatie van het koppelelement (13) ten opzichte van het basiselement (13). De lengte (L) van het koppelelement (13) is hierbij in hoofdzaak gelijk aan de breedte (B) van een naar het koppelelement (13) toegekeerde zijde van het voorste profieldeel (16) van het basiselement (12). De bevestigingspen (14) is excentrisch in het bodemvlak van het koppelelement (13) gepositioneerd en definieert de rotatieas voor het roteren van het koppelelement (13) ten opzichte van het basiselement (12). De bevestigingspen (14) is hierbij dichterbij een eerste zijwand (z1) van het koppelelement (13) gepositioneerd dan bij een overstaande tweede zijwand (z2). In een met een draagrail gekoppelde toestand zal de draagrail in hoofdzaak in de voornoemde breedterichting (B) van het voorste profieldeel (16) georiënteerd zijn.Figure 2b shows an initial orientation of the coupling element (13) with respect to the basic element (13). The length (L) of the coupling element (13) is here substantially equal to the width (B) of a side of the front profile part (16) of the basic element (12) facing the coupling element (13). The mounting pin (14) is eccentrically positioned in the bottom surface of the coupling element (13) and defines the axis of rotation for rotating the coupling element (13) relative to the base element (12). The fastening pin (14) is positioned closer to a first side wall (z1) of the coupling element (13) than to an opposite second side wall (z2). In a condition coupled to a carrier rail, the carrier rail will be oriented substantially in the aforementioned width direction (B) of the front profile part (16).

Figuur 2c toont dat het koppelelement (13) een rotatie heeft ondergaan in rotatierichting (R) naar een tweede oriëntatie. De rotatie van het koppelelement (13) is ongeveer 45 graden ten opzichte van de initiële oriëntatie als getoond in figuur 2b. Het aangrijpoppervlak tussen de naar het basiselement (12) toegekeerde zijde van het koppelelement (13) en de naar het koppelelement (13) toegekeerde zijde van het basiselement (12) is hierbij door de afschuiving van het koppelelement (13) kleiner geworden. De onderlinge afstand tussen het koppelelement (13) en het basiselement (12) is in hoofdzaak onveranderd ten opzichte van de initiële oriëntatie. De begrenzingsnok (17) is gepositioneerd op een afstand die groter is dan een eerste afstand (a1) van de bevestigingspen (14) naar een eerste hoekpunt op de eerste zijwand (z1) van het koppelelement (13) en kleiner dan een tweede afstand (a2) van de bevestigingspen (14) naar een tweede hoekpunt op de tweede zijwand (z2) van het koppelelement (13). Dit maakt dat het koppelelement (13) niet beperkt wordt in de rotatie door de begrenzingsnok (17) in de getoonde oriëntatie.Figure 2c shows that the coupling element (13) has undergone a rotation in the direction of rotation (R) to a second orientation. The rotation of the coupling element (13) is approximately 45 degrees with respect to the initial orientation as shown in Figure 2b. The engagement surface between the side of the coupling element (13) facing the basic element (12) and the side of the basic element (12) facing the coupling element (13) is hereby reduced by the shear of the coupling element (13). The mutual distance between the coupling element (13) and the basic element (12) is substantially unchanged with respect to the initial orientation. The boundary cam (17) is positioned at a distance greater than a first distance (a1) from the fastening pin (14) to a first angular point on the first side wall (z1) of the coupling element (13) and less than a second distance ( a2) from the fastening pin (14) to a second angular point on the second side wall (z2) of the coupling element (13). This means that the coupling element (13) is not limited in the rotation through the boundary cam (17) in the orientation shown.

Figuur 2d toont een derde oriëntatie van het koppelelement (13) ten opzichte van het basiselement (12) na rotatie in richting R. In deze oriëntatie zal een gekoppelde draagrail zich in hoofdzaak loodrecht op de breedterichting (B) van het voorste profieldeel (16) bevinden.Figure 2d shows a third orientation of the coupling element (13) relative to the basic element (12) after rotation in direction R. In this orientation, a coupled bearing rail will extend substantially perpendicular to the width direction (B) of the front profile part (16) are located.

Figuur 2e toont een vierde configuratie na maximale rotatie van het koppelelement (13). De rotatie wordt begrensd door begrenzingsnok (17).Figure 2e shows a fourth configuration after maximum rotation of the coupling element (13). The rotation is limited by limiting cam (17).

Figuren 3a en 3b tonen een schematische weergave van een eerste en een tweede oriëntatie van een koppelelement (33) van een dakhaak volgens de uitvinding. Het koppelelement (33) is in het centrum bevestigd middels de bevestigingspin (34). De bevestigingspen (34) is voorzien van een tweetal uitkragende nokjes (34a, 34b) welke samenwerken met een tweetal geleidingsvlakken (31a, 31b) van het koppelelement (33). De begrenzing van de geleidingsvlakken (31a, 31b) maakt het koppelelement (33) een maximale rotatie van 90 graden kan ondervinden.Figures 3a and 3b show a schematic representation of a first and a second orientation of a coupling element (33) of a roof hook according to the invention. The coupling element (33) is fixed in the center by means of the fixing pin (34). The mounting pin (34) is provided with two protruding lugs (34a, 34b) which co-act with two guide surfaces (31a, 31b) of the coupling element (33). The boundary of the guide surfaces (31a, 31b) makes the coupling element (33) capable of experiencing a maximum rotation of 90 degrees.

Figuren 4a en 4b tonen dwarsdoorsneden van mogelijk uitvoeringsvormen van een bevestigingspen (44, 54) in een dakhaak volgens de uitvinding. Figuur 4a toont een bevestigingspen (44) in combinatie met een koppelelement (43) en een basiselement (42), waarbij de bevestigingspen (44) in hoofdzaak gelijk is aan de pen als getoond in figuur 2a. De in figuur 4b getoonde bevestigingspen (54) maakt integraal deel uit van het koppelelement (53). De bevestigingspen (54) heeft een in hoofdzaak cilindrische vormgeving en is voorzien van een radiaal uitkragende flens (54a). De flens (54a) grijpt hierbij aan op een van het koppelelement (53) afgekeerde zijde van het basiselement (52).Figures 4a and 4b show cross-sections of possible embodiments of a fastening pin (44, 54) in a roof hook according to the invention. Figure 4a shows a mounting pin (44) in combination with a coupling element (43) and a base element (42), the mounting pin (44) being substantially the same as the pin shown in Figure 2a. The fixing pin (54) shown in Figure 4b forms an integral part of the coupling element (53). The fixing pin (54) has a substantially cylindrical shape and is provided with a radially projecting flange (54a). The flange (54a) herein engages on a side of the base element (52) remote from the coupling element (53).

In beide uitvoeringsvormen definieert de bevestigingspen (44, 54) de rotatieas voor het roteren van het koppelelement (43, 53) ten opzichte van het basiselement (42, 52). Het basiselement (42, 52) is hierbij uitgevoerd uit één geheel.In both embodiments, the mounting pin (44, 54) defines the axis of rotation for rotating the coupling element (43, 53) relative to the base element (42, 52). The basic element (42, 52) is in this case made of one whole.

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen. Hierbij is het denkbaar dat verschillende inventieve concepten en/of technische maatregelen van de hierboven beschreven uitvoeringsvarianten volledig of gedeeltelijk gecombineerd kunnen worden zonder daarbij afstand te doen van de in bijgesloten conclusies beschreven uitvindingsgedachte.It will be clear that the invention is not limited to the exemplary embodiments shown and described here, but that within the scope of the appended claims, countless variants are possible which will be obvious to those skilled in the art. It is conceivable here that various inventive concepts and / or technical measures of the above-described embodiments can be fully or partially combined without thereby renouncing the inventive idea described in the appended claims.

Met het in dit octrooischrift gebruikte werkwoord Omvatten' en vervoegingen hiervan wordt niet alleen Omvatten' verstaan, maar wordt ook verstaan de uitdrukkingen 'bevatten’, 'in hoofdzaak bestaan', 'gevormd door', en vervoegingen hiervan.The verb Omvaten used in this patent and conjugations thereof is not only understood to include, but also the terms "contain", "essentially exist", "formed by", and conjugations thereof.

Claims

Conclusions

A roof mounting element for mounting a support rail for solar panels on a roof, comprising:

a basic element adapted for attachment to a roof, in particular a tile batten forming part of the roof;

a coupling element engaging the basic element and adapted for coupling to a carrier rail for solar panels; and at least one mounting pin for rotatably mounting the coupling element on the basic element, wherein a side of the coupling element facing the basic element is adapted to slide, during rotation of the coupling element relative to the basic element, over a face facing the coupling element side of the basic element.

A roof mounting element as claimed in claim 1, wherein a rear side of the coupling element is at least partially facing a front side of the basic element.

3. Roof fixing element according to one of the preceding claims, wherein the coupling element permanently engages the basic element.

Roof attachment element according to one of the preceding claims, wherein the attachment of the coupling element to the basic element is such that the mutual distance between the coupling element and the basic element remains substantially the same.

Roof attachment element as claimed in claim 4, wherein the attachment of the coupling element to the basic element is such that the mutual distance between the coupling element and the basic element remains substantially the same when rotating the coupling element from a first orientation to a second orientation relative to the basic element.

Roof attachment element according to one of the preceding claims, wherein the side of the coupling element facing the basic element and the side of the basic element facing the coupling element are designed substantially complementarily.

7. Roof mounting element according to one of the preceding claims, wherein the side of the coupling element facing the basic element and the side of the basic element facing the coupling element are designed substantially flat.

A roof mounting element according to any of the preceding claims, wherein the at least one mounting pin defines a rotation axis for rotating the coupling element relative to the base element.

A roof mounting element according to any one of the preceding claims, wherein at least one mounting pin forms an integral part of the coupling element or of the basic element.

10. Roof mounting element as claimed in any of the foregoing claims, wherein at least one mounting pin is substantially rigidly connected to the coupling element or to the basic element.

11. Roof fixing element according to one of the preceding claims, wherein the at least one fixing pin protrudes through the coupling element and / or the basic element.

12. Roof attachment element as claimed in claim 11, wherein the at least one attachment pin protrudes at least a part of the coupling element and / or a part of the basic element substantially perpendicularly.

A roof mounting element according to any one of the preceding claims, wherein the at least one mounting pin is oriented substantially perpendicular to the side of the coupling element facing the basic element and the side of the basic element facing the coupling element.

A roof mounting element according to any one of the preceding claims, wherein the at least one mounting pin comprises a substantially cylindrical body which pierces the basic element and / or the coupling element.

The roof mounting element according to claim 14, wherein at least one end of the substantially cylindrical body is connected to a flange for mutually locking the base element and the coupling element.

16. Roof mounting element as claimed in claim 15, wherein the fixing pin is formed by a separate component, wherein each end of the substantially cylindrical body of the fixing pin is provided with a flange, wherein a first flange engages on a side of the basic element remote from the coupling element and wherein a second flange engages a side of the coupling element remote from the basic element.

17. Roof mounting element as claimed in claim 16, wherein the fixing pin is formed by a rivet.

18. Roof mounting element according to one of the preceding claims, wherein the locking element allows the coupling element to engage on the basic element under pretension.

19. Roof attachment element according to one of the preceding claims, wherein the coupling element comprises a plurality of deformable coupling members for being able to grip, in particular be able to clamp, the carrier rail.

Roof-mounting element as claimed in claim 19, wherein each coupling member is adapted for cooperation with a counter-coupling member forming part of the bearing rail and / or a receiving space forming part of the bearing rail.

A roof mounting element according to any one of the preceding claims, wherein the coupling element can be coupled to the bearing rail by means of a snap connection.

Roof-mounting element as claimed in any of the foregoing claims, wherein the basic element comprises a first arm and a second arm connected via a connecting bridge, wherein the first arm and the second arm are at least partially facing each other, and preferably mutually in are essentially oriented in parallel.

Roof-mounting element according to one of the preceding claims, wherein the effective length of the connecting bridge can be changed.

Roof-mounting element according to one of the preceding claims, wherein the maximum rotation of the coupling element with respect to the basic element is limited.

A roof mounting element according to any one of the preceding claims, wherein the coupling element can be positioned in a plurality of predetermined preferred orientations with respect to the basic element.

A roof mounting element according to any one of the preceding claims, wherein the coupling element is freely rotatable relative to the basic element.

27. Assembly of a fastening element according to any one of claims 1-26, and a support rail mounted on the fastening element, preferably releasably.

A system comprising a roof and an assembly according to claim 27, wherein the basic element is mounted on the roof, and preferably cooperates with a tile batten forming part of the roof.

A method for mounting a mounting rail on a roof, by using a roof mounting element according to any of the claims 126, comprising the steps of:

A) attaching the basic element of the roof mounting element to a roof, in particular to a tile batten forming part of the roof,

B) coupling the carrier rail with the coupling element of the roof mounting element, and

C) rotating the coupling element relative to the base element, such that the bearing rail is positioned in a desired orientation relative to the roof.

O

3/6

15a 15a

FIG. 2a

FIG. 2b

FIG. 2c

4/6

FIG. 2d

FIG. 2nd

5/6

FIG. 3a

FIG. 3b

6/6 l

1 ................................................

I

FIG. 4a

I ____________________.

\

777777777 ////////////// 2 / X

I

54a 54a

I

FIG. 4b