NL2011011C2 - Wandelement. - Google Patents

Description

WANDELEMENT

De uitvinding heeft betrekking op een wandelement omvattende twee zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekkende buitenlagen en een daarmee verbonden tussenlaag, waarbij het wandelement bewogen kan worden tussen een ingeklapte positie, waarin de buitenlagen naar elkaar zijn toegekeerd, en een uitgeklapte positie, waarin de buitenlagen van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de tussenlaag omvat eerste delen die met een respectieve buitenlaag zijn verbonden, alsmede tweede delen die zich tussen de eerste delen uitstrekken.

Een dergelijk element is bijvoorbeeld bekend uit het Australische octrooischrift no. AU 511833, waarin een isolatiepaneel wordt beschreven voorzien van twee buitenlagen en daarmee verbonden tussenstroken, waarbij de buitenlagen beweegbaar zijn tussen een eerste positie waarin de buitenlagen zich dicht naast elkaar bevinden en een tweede positie op afstand van elkaar. Een nadeel van het bekende element is dat dit onvoldoende constructiestijfheid bezit om als stevig wandelement te kunnen worden gebruikt. Bovendien geldt daarvan als bezwaar dat, wanneer dit zich in de tweede positie bevindt, dit onbedoeld in kan klappen naar de eerste positie.

Het is het doel van de uitvinding de bezwaren van de stand van de techniek te ondervangen. In het bijzonder een wandelement te verschaffen dat een zeer grote buig- en trekstijfheid bezit en dat eenvoudig en/of efficiënt ingeklapt of uitgeklapt kan worden zonder dat dit onbedoeld plaats kan vinden.

Hiertoe heeft een wandelement van de in de aanhef vermelde soort volgens de uitvinding als bijzonderheid dat de tussenlaag in de uitgeklapte positie een rechthoekige dwarsdoorsnede bevat, waarbij de eerste delen in de ingeklapte en uitgeklapte posities evenwijdig aan de buitenlagen zich uitstrekken, waarbij de tweede delen in de uitgeklapte positie loodrecht ten opzichte van de eerste delen zich uitstrekken, waarbij de tweede delen in de ingeklapte positie evenwijdig aan de eerste delen zich uitstrekken, en waarbij ieder tweede deel met ten minste één der eerste delen scharnierend is verbonden. Hierdoor kan eenvoudig en/of efficiënt gebruik worden gemaakt van een standaard element voor het vormen van, bijvoorbeeld, een wand, voor elke gewenste dikte van de wand, waarbij de maximale dikte de som van de lengte van de tweede delen en de dikten van de eerste delen en van de buitenlagen is. In ingeklapte positie neemt het wandelement minder ruimte in beslag, waardoor de wandelementen efficiënt opgeslagen en/of getransporteerd kunnen worden. Hierdoor worden kosten bespaard en de belasting op het milieu gereduceerd. In uitgeklapte positie kan het wandelement bij voorkeur worden gefixeerd door tussen de eerste en tweede delen een inzetstuk aan te brengen, in het bijzonder een inzetstuk in de vorm van een stuk isolatiemateriaal, zoals steenwol. In een andere voorkeursvariant bevat een eerste deel en/of een tweede deel een uitbuigbare lip om het wandelement in de uitgeklapte positie te fixeren. Hierdoor zijn geen afzonderlijke fixatiemiddelen nodig, waardoor deze niet apart hoeven te worden meegebracht, en waardoor de kosten voor transport en opslag verder gereduceerd kunnen worden. Door het wandelement te fixeren in een positie tussen, of in de ingeklapte of uitgeklapte positie kan deze niet onbedoeld, bijvoorbeeld bij het uitoefenen van een kracht op het bouwelement, inklappen. Dit is bijvoorbeeld van belang indien meerdere wandelementen worden gebruikt voor het vormen van een wand, waarbij de wandelementen onderling worden verbonden, aangezien het verbinden van wandelementen alleen plaats kan vinden als de wandelementen zich in dezelfde positie bevinden.

Bij voorkeur zijn de buitenlagen versprongen ten opzichte van de eerste delen van het wandelement aangebracht, zodat de buitenlagen aan het ene kopse uiteinde van het wandelement uitsteken ten opzichte van de eerste delen daarvan ter vorming van een montage-opening, en zodat de eerste delen aan het andere kopse uiteinde van het wandelement uitsteken ten opzichte van de buitenlagen ter vorming van een montage-uitsteeksel. Voor het koppelen van aangrenzende wandelementen wordt het montage-uitsteeksel van het ene wandelement gestoken in de montageopening van het andere wandelement.

Opgemerkt wordt dat het wandelement niet uitsluitend kan worden gebruikt ter vorming van een wand, daar het wandelement ook als plafondelement en/of als isolatie-element geschikt is.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van een wandelement overeenkomstig de uitvinding bevat de tussenlaag ten minste twee panelen, waarbij elk paneel in de uitgeklapte positie een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, waarbij de eerste delen de bases van de U-vormige dwarsdoorsneden vormen, waarbij de tweede delen de benen van de van de U-vormige dwarsdoorsneden vormen, en waarbij naar elkaar toegekeerde tweede delen van de panelen met elkaar zijn verbonden. In het bijzonder zijn de twee panelen ieder uit één plano vervaardigd.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandelement volgens de uitvinding is het ene tweede deel van ieder paneel scharnierbaar met het eerste deel daarvan verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen in het paneel, waarbij het andere tweede deel van ieder paneel scharnierbaar met het eerste deel daarvan is verbonden langs één vouwlijn in het paneel. In het bijzonder ligt de afstand tussen de op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen in het paneel tussen 1,5 en 3 keer de dikte van het plano, bij voorkeur circa 2 keer de dikte van het plano.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandelement overeenkomstig de uitvinding is de tussenlaag uit één plano vervaardigd. Bij voorkeur zijn naar elkaar toegekeerde tweede delen van het plano aan één zijde van het wandelement met elkaar verbonden, waarbij het naar binnen gerichte tweede deel daarvan scharnierbaar met het ene eerste deel is verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen in het plano, en waarbij het naar buiten gerichte tweede deel daarvan scharnierbaar met het andere eerste deel is verbonden langs één vouwlijn in het plano.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandelement volgens de uitvinding is het tweede deel van het plano aan de andere zijde van het wandelement scharnierbaar met het ene eerste deel verbonden langs één vouwlijn in het plano en is dit tweede deel scharnierbaar met het andere eerste deel verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen in het plano. In het bijzonder ligt de afstand tussen de op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen in het paneel tussen 1,5 en 3 keer de dikte van het plano, bij voorkeur circa 2 keer de dikte van het plano.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandelement overeenkomstig de uitvinding is ieder tweede deel met beide eerste delen scharnierend verbonden, waarbij ieder tweede deel met een der eerste delen scharnierbaar is verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen, en waarbij ieder tweede deel met het andere eerste deel scharnierbaar is verbonden langs één vouwlijn.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van een wandelement volgens de uitvinding zijn de buitenlagen vervaardigd uit een materiaal gekozen uit de groep bestaande uit hout, gips, metaal en kunststof. Bij voorkeur is de tussenlaag vervaardigd uit een cellulosehoudend materiaal, zoals papier/karton.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van in een tekening weergegeven figuren, waarbij figuur 1 twee onderling gekoppelde wandelementen in een eerste voorkeursvariant volgens de uitvinding in perspectief weergeeft; figuren 2 en 3 een wandelement uit figuur 1 in uitgeklapte respectievelijk ingeklapte positie in perspectief laat zien; figuren 4 en 5 betrekking hebben op een zijaanzicht van het wandelement uit figuren 2 en 3 in uitgeklapte respectievelijk ingeklapte positie; figuren 6, 7 en 8 betrekking hebben op een perspectivisch aanzicht van een afzonderlijke buitenlaag (figuur 6) in het wandelement uit figuren 2 en 3 respectievelijk een afzonderlijke tussenlaag (figuren 7 en 8); figuren 9 en 10 corresponderen met figuren 2 en 3, doch thans betrekking hebben op een wandelement in een tweede voorkeursvariant volgens de uitvinding; en figuren 11 en 12 refereren aan een wandelement in een derde voorkeursvariant in uitgeklapte positie en in ingeklapte positie.

Zoals aangegeven, toont figuur 1 in perspectief twee onderling gekoppelde en identieke wandelementen 1 in een eerste voorkeursvariant volgens de uitvinding. Elk wandelement 1 is daarbij opgebouwd uit twee, onderling evenwijdige buitenlagen 2 van gips en een daarmee verlijmde tussenlaag 3 van verscheidene lagen golfkarton. De buitenlagen 2 zijn versprongen ten opzichte van de tussenlaag 3 van het wandelement 1 aangebracht. Hierdoor steken de buitenlagen 2 aan het ene kopse uiteinde van het wandelement 1 uit ten opzichte van de tussenlaag 3 daarvan ter vorming van een montage-opening 4, terwijl de tussenlaag 3 aan het andere kopse uiteinde van het wandelement 1 uitsteken ten opzichte van de buitenlagen 2 ter vorming van een montage-uitsteeksel 5. Onder verwijzing naar figuur 1 wordt voor het koppelen van aangrenzende wandelementen 1 het montage-uitsteeksel 5 van het ene wandelement 1 gestoken in de montageopening 4 van het andere wandelement 1.

Het wandelement 1 kan bewogen worden tussen een ingeklapte positie, waarin de buitenlagen 2 naar elkaar zijn toegekeerd (figuur 3), en een uitgeklapte positie, waarin de buitenlagen 2 van elkaar zijn afgekeerd (figuur 2). Verwijzend naar figuren 2 en 3 is de tussenlaag 3 voorzien van eerste delen 6 die met een respectieve buitenlaag 2 zijn verlijmd en van tweede delen 7 die zich tussen de eerste delen 6 uitstrekken. Zoals getekend, strekken de eerste delen 6 in de ingeklapte positie (figuur 5) en in de uitgeklapte positie (figuur 4) evenwijdig aan de buitenlagen 2 zich uit. Echter, de tweede delen 7 strekken in de uitgeklapte positie (figuur 4) zich loodrecht ten opzichte van de eerste delen 6 uit, waarbij de tweede delen 7 in de ingeklapte positie (figuur 5) evenwijdig aan de eerste delen 6 zich uitstrekken. Ieder tweede deel 7 is met ten minste één der eerste delen 6 scharnierend verbonden.

Verder refererend aan figuren 4 en 5 bevat de tussenlaag 3 twee, ieder uit één plano vervaardigde panelen 8,9. In de uitgeklapte positie (figuur 4) bezit elk paneel 8,9 een U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij de eerste delen 6 de bases van de U-vormige dwarsdoorsneden vormen, en waarbij de tweede delen 7 de benen van de van de U-vormige dwarsdoorsneden vormen. Naar elkaar toegekeerde tweede delen 7 van de panelen 8,9 met elkaar zijn verbonden.

Figuur 6 heeft betrekking op een losse buitenlaag 2 van gips. Figuur 7 refereert aan een ongevouwen paneel 8,9 van enkele lagen golfkarton telkens bestaande uit een vlakke deellaag 10 en een daarmee verlijmde gegolfde deellaag 11. Zoals weergegeven in figuur 7, is het ene tweede deel 1' van ieder paneel 8,9 scharnierbaar met het eerste deel 6 daarvan verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen 12,13 in het paneel 8,9. Het andere tweede deel 1'' van ieder paneel 8,9 is daarentegen scharnierbaar met het eerste deel 6 daarvan verbonden langs één vouwlijn 14 in het paneel 8,9.

Figuren 8, 9 en 10 hebben betrekking op een andere voorkeursvariant volgens de uitvinding, waarbij de tussenlaag 3 uit één plano is vervaardigd. In de uitgeklapte positie (figuur 9) zijn naar elkaar toegekeerde tweede delen 1' ,1'' van het plano aan één zijde van het wandelement 1 met elkaar verbonden. Het naar binnen gerichte tweede deel 7' daarvan is scharnierbaar met het ene eerste deel 6' verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen 15,16 in het plano. Het naar buiten gerichte tweede deel l,r daarvan is scharnierbaar met het andere eerste deel 6'' verbonden langs één vouwlijn 17 in het plano. Het tweede deel l,,r van het plano aan de andere zijde van het wandelement (1) is scharnierbaar met de eerste delen 6',6'' verbonden telkens langs één vouwlijn 18 respectievelijk twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen 19,20 in het plano (figuur 8).

Figuren 11 en 12 hebben betrekking op een derde voorkeursvariant van het wandelement 1, waarbij corresponderende delen met dezelfde verwijzingscijfers zijn aangeduid. Het wandelement 1 bevat buitenlagen 2 en een tussenlaag 3, waarbij de buitenlagen 2 wederom versprongen ten opzichte van de tussenlaag 3 zijn gemonteerd. De tussenlaag 3 bevat één plano met eerste delen 6 en tweede delen 7, waarvan de functies corresponderen met die uit eerder besproken voorkeursvarianten. Wederom is hier sprake van twee paar op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen (21,22; 24,25), alsmede twee enkele vouwlijnen (23,26), waarbij de paren vouwlijnen (21,22;24,25) diagonaal tegenover elkaar zijn gelegen en de vouwlijnen (23,26) eveneens diagonaal tegenover elkaar zijn gepositioneerd. Hierdoor kunnen de eerste delen 6 en de tweede delen 7 optimaal ten opzichte van elkaar scharnieren, zonder dat sprake is van overlappende delen in de uitgeklapte positie van het wandelement 1, zoals in de figuren 4 en 9 het geval is. Hiertoe is het plano voorzien van een doorsnijding van het bovenste eerste deel 6, zoals getekend. De doorsnijding speelt geen rol (meer) nadat de buitenlagen 2 zijn gemonteerd. Ten minste een der tweede delen 7 bevat een uitbuigbare lip 27 om het wandelement 2 in de uitgeklapte positie te fixeren. Een inzetstuk in de vorm van steenwol kan vóór of na transport worden aangebracht.

De uitvinding beperkt zich niet tot de weergegeven uitvoeringsvormen, doch strekt zich tevens uit tot andere voorkeursvarianten vallend binnen het bereik van de aangehechte conclusies.

Claims (12)

1. Wandelement (1) omvattende twee zich althans in hoofdzaak evenwijdig aan elkaar uitstrekkende buitenlagen (2) en een daarmee verbonden tussenlaag (3), waarbij het wandelement (1) bewogen kan worden tussen een ingeklapte positie, waarin de buitenlagen (2) naar elkaar zijn toegekeerd, en een uitgeklapte positie, waarin de buitenlagen (2) van elkaar zijn afgekeerd, waarbij de tussenlaag (3) omvat eerste delen (6) die met een respectieve buitenlaag (2) zijn verbonden, alsmede tweede delen (7) die zich tussen de eerste delen (6) uitstrekken, met het kenmerk dat de tussenlaag (3) in de uitgeklapte positie een rechthoekige dwarsdoorsnede bevat, waarbij de eerste delen (6) in de ingeklapte en uitgeklapte posities evenwijdig aan de buitenlagen (2) zich uitstrekken, waarbij de tweede delen (7) in de uitgeklapte positie loodrecht ten opzichte van de eerste delen (6) zich uitstrekken, waarbij de tweede delen (7) in de ingeklapte positie evenwijdig aan de eerste delen (6) zich uitstrekken, en waarbij ieder tweede deel (7) met ten minste één der eerste delen (6) scharnierend is verbonden.

2. Wandelement (1) volgens conclusie 1, waarbij de tussenlaag (3) ten minste twee panelen (8,9) bevat, waarbij elk paneel (8,9) in de uitgeklapte positie een U-vormige dwarsdoorsnede bevat, waarbij de eerste delen (6) de bases van de U-vormige dwarsdoorsneden vormen, waarbij de tweede delen (7) de benen van de van de U-vormige dwarsdoorsneden vormen, en waarbij naar elkaar toegekeerde tweede delen (7) van de panelen (8,9) met elkaar zijn verbonden.

3. Wandelement (1) volgens conclusie 2, waarbij de twee panelen (8,9) ieder uit één plano zijn vervaardigd.

4. Wandelement (1) volgens conclusie 3, waarbij het ene tweede deel (7') van ieder paneel (8,9) scharnierbaar met het eerste deel (6) daarvan is verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen (12,13) in het paneel (8,9), en waarbij het andere tweede deel (Ί'') van ieder paneel (8,9) scharnierbaar met het eerste deel (6) daarvan is verbonden langs één vouwlijn (14) in het paneel (8,9).

5. Wandelement (1) volgens conclusie 4, waarbij de afstand tussen de op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen (12,13) in het paneel (8,9) ligt tussen 1,5 en 3 keer de dikte van het plano bij voorkeur circa 2 keer de dikte van het plano.

6. Wandelement (1) volgens conclusie 1, waarbij de tussenlaag (3) uit één plano is vervaardigd.

7. Wandelement (1) volgens conclusie 6, waarbij naar elkaar toegekeerde tweede delen {!’,1’’) van het plano aan één zijde van het wandelement (1) met elkaar zijn verbonden, waarbij het naar binnen gerichte tweede deel (7') daarvan scharnierbaar met het ene eerste deel (6') is verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen (15,16) in het plano, en waarbij het naar buiten gerichte tweede deel (Ί'') daarvan scharnierbaar met het andere eerste deel (6'') is verbonden langs één vouwlijn (17) in het plano.

8. Wandelement volgens conclusie 7, waarbij het tweede deel {!''') van het plano aan de andere zijde van het wandelement (1) scharnierbaar met het ene eerste deel (6') is verbonden langs één vouwlijn (18) in het plano en scharnierbaar met het andere eerste deel (6'') is verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen(19,20) in het plano.

9. Wandelement volgens conclusie 7 of 8, waarbij de afstand tussen de op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen in het paneel (8,9) ligt tussen 1,5 en 3 keer de dikte van het plano, bij voorkeur circa 2 keer de dikte van het plano.

10. Wandelement volgens conclusie 6, waarbij ieder tweede deel (7) met beide eerste delen (6) scharnierend is verbonden, waarbij ieder tweede deel (7) met een der eerste delen (6) scharnierbaar is verbonden langs twee op afstand van elkaar gelegen vouwlijnen (21,22; 24,25), en waarbij ieder tweede deel (7) met het andere eerste deel (6) scharnierbaar is verbonden langs één vouwlijn (23,26).

11. Wandelement (1) volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 10, waarbij de buitenlagen (2) zijn vervaardigd uit een materiaal gekozen uit de groep bestaande uit hout, gips, metaal en kunststof.

12. Wandelement volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 11, waarbij de tussenlaag (3) is vervaardigd uit een cellulosehoudend materiaal, zoals papier/karton.