[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL2008635C2 - Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan. - Google Patents

Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL2008635C2
NL2008635C2 NL2008635A NL2008635A NL2008635C2 NL 2008635 C2 NL2008635 C2 NL 2008635C2 NL 2008635 A NL2008635 A NL 2008635A NL 2008635 A NL2008635 A NL 2008635A NL 2008635 C2 NL2008635 C2 NL 2008635C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
weighing
teeth
tare
hook
weight
Prior art date
Application number
NL2008635A
Other languages
English (en)
Inventor
Erik Hendrikus Werner Peters
Tim Sander Rijerse
Gerardus Josef Gertrudis Reintjes
Original Assignee
Marel Stork Poultry Proc Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL2008635A priority Critical patent/NL2008635C2/nl
Application filed by Marel Stork Poultry Proc Bv filed Critical Marel Stork Poultry Proc Bv
Priority to CN201610301099.8A priority patent/CN106090155A/zh
Priority to ES13720104.2T priority patent/ES2566331T3/es
Priority to BR112014024562-2A priority patent/BR112014024562B1/pt
Priority to JP2015505676A priority patent/JP6085668B2/ja
Priority to US14/384,582 priority patent/US9658098B2/en
Priority to PCT/NL2013/050262 priority patent/WO2013154427A1/en
Priority to CN201380019758.3A priority patent/CN104220852B/zh
Priority to EP16155805.1A priority patent/EP3040693A1/en
Priority to DK13720104.2T priority patent/DK2836803T3/en
Priority to KR1020147031809A priority patent/KR102045593B1/ko
Priority to EP13720104.2A priority patent/EP2836803B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2008635C2 publication Critical patent/NL2008635C2/nl
Priority to JP2016034579A priority patent/JP2016152805A/ja

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/02Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for weighing wheeled or rolling bodies, e.g. vehicles
    • G01G19/04Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for weighing wheeled or rolling bodies, e.g. vehicles for weighing railway vehicles
    • G01G19/06Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for weighing wheeled or rolling bodies, e.g. vehicles for weighing railway vehicles on overhead rails
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H7/00Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members
    • F16H7/06Gearings for conveying rotary motion by endless flexible members with chains
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22BSLAUGHTERING
    • A22B5/00Accessories for use during or after slaughtering
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22BSLAUGHTERING
    • A22B5/00Accessories for use during or after slaughtering
    • A22B5/0064Accessories for use during or after slaughtering for classifying or grading carcasses; for measuring back fat
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/0053Transferring or conveying devices for poultry
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G17/00Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface
    • B65G17/20Conveyors having an endless traction element, e.g. a chain, transmitting movement to a continuous or substantially-continuous load-carrying surface or to a series of individual load-carriers; Endless-chain conveyors in which the chains form the load-carrying surface comprising load-carriers suspended from overhead traction chains
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H55/00Elements with teeth or friction surfaces for conveying motion; Worms, pulleys or sheaves for gearing mechanisms
    • F16H55/02Toothed members; Worms
    • F16H55/30Chain-wheels
    • F16H55/303Chain-wheels for round linked chains, i.e. hoisting chains with identical links
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2201/00Indexing codes relating to handling devices, e.g. conveyors, characterised by the type of product or load being conveyed or handled
    • B65G2201/02Articles
    • B65G2201/0202Agricultural and processed food products
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G11/00Apparatus for weighing a continuous stream of material during flow; Conveyor belt weighers
    • G01G11/04Apparatus for weighing a continuous stream of material during flow; Conveyor belt weighers having electrical weight-sensitive devices
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G17/00Apparatus for or methods of weighing material of special form or property
    • G01G17/08Apparatus for or methods of weighing material of special form or property for weighing livestock
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/02Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for weighing wheeled or rolling bodies, e.g. vehicles
    • G01G19/03Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for weighing wheeled or rolling bodies, e.g. vehicles for weighing during motion
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G19/00Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups
    • G01G19/14Weighing apparatus or methods adapted for special purposes not provided for in the preceding groups for weighing suspended loads
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01GWEIGHING
    • G01G21/00Details of weighing apparatus
    • G01G21/02Arrangements of bearings
    • G01G21/08Bearing mountings or adjusting means therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biophysics (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan.
Beschrijving 5 De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het wegen van slachtproducten, omvattende transportmiddelen voor het transporteren van de slachtproducten de transportmiddelen omvattende een gestel, twee omlooporganen die op vaste afstand van elkaar roteerbaar om twee respectievelijke eerste verticale rotatie-assen met het gestel zijn verbonden, een 10 eindloos flexibel transportorgaan dat is geslagen om de twee omlooporganen waarbij het transportorgaan zich volgens een rechtlijnig weegtraject tussen de twee omlooporganen uitstrekt, een zich volgens een transporttraject uitstrekkende geleiding, haken voor de slachtproducten welke haken op regelmatige afstand van elkaar met het transportorgaan zijn gekoppeld en ieder zijn voorzien van geleide-15 organen voor geleidende samenwerking met de geleiding, weegmiddelen voor het wegen \^n slachtproducten die zich binnen het weegtraject bevinden, reductiemiddelen voor het reduceren van trekspanning in het transportorgaan voor zover zich uitstrekkend in het weegtraject de reductiemiddelen omvattende overbrengingsmiddelen die werkzaam zijn tussen de twee omlooporganen.
20 Tijdens het slachtproces is het voordelig om over betrouwbare en nauwkeurige gegevens te beschikken over het gewicht van individuele slachtproducten, zoals een slachtvarken, slachtkalkoen, slachtkip of delen daarvan. Deze gegevens kunnen bijvoorbeeld worden benut voor het optimaal uitvoeren van het slachtproces. Zo kunnen slachtmachines optimaal worden afgesteld aan de hand 25 van het gewicht van de slachtproducten waardoor hogere rendementen kunnen worden gehaald en kan de werkzaamheid van een koeltunnel worden afgestemd op het gewicht van de slachtproducten die zich in de koeltunnel bevinden waardoor het indroogrendement constant kan worden gehouden. Andere doeleinden voor het wegen van het tijdens het slachten wegen van slachtproducten kunnen bijvoorbeeld 30 gelegen zijn in afrekening met toeleveranciers en/of afnemers of logistieke planning.
Een inrichting volgens de aanhef is bekend uit GB 2 125 174 A. De hierin omschreven inrichting omvat onder andere een ketting die over een kwart van twee tandwielen is geslagen. Tussen de tandwielen is een overbrenging voorzien omvattende voor ieder van de tandwielen een coaxiaal omloopwiel en een eindloze 2 band die om de omloopwielen is geslagen. Op regelmatige afstand van elkaar zijn dragers 2, die verlopen langs een boven de ketting voorziene geleiding, met de ketting verbonden. Vanwege de werkzaamheid van voomoemde ovarbrenging wordt de trekspanning in de ketting tussen de tandwielen verlaagd waardoor men in staat 5 is om een weging van gevogelte dat aan de dragers hangt uit te voeren zonder dat trekspanning in de ketting deze weging verstoort.
Een bezwaar van de bovenstaand omschreven weeginrichting wordt gevormd door het feit dat de trekspanning die in de overbrengingsband heerst, in de praktijk rek tot gevolg heeft waardoor de twee omloopwielen uit de, voor reductie van 10 trekspanning, wenselijke fase gaan lopen met als gevolg dat ook de tandwielen uit de gewenste fase gaan lopen en alsnog in de ketting, in het gebied gelegen tussen de tandwielen, een trekspanning kan ontstaan die het wegen van gevogelte bemoeilijkt of in ieder geval onnauwkeuriger maakt. Wellicht mede vanwege deze bezwaren is het zo dat het wegen van slachtproducten die met behulp van een 15 transportsysteem hangend aan haken of dergelijke door een slachterij worden getransporteerd niet met de omschreven inrichting plaatsvindt. In plaats daarvan is het eerder de praktijk dat met behulp van overhangers de slachtproducten van een eerste verwerkingslijn worden overgedragen aan een tweede verwerkingslijn welke speciaal is ingericht voor het wegen van de betreffende slachtproducten, zoals 20 gevogelte. De toepassing van een overhanger brengt echter verhoogde kosten met zich mee.
De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel een inrichting te verschaffen waarmee het mogelijk is om in-lijn slachtproducten, ook bij hoge lijnsnelheden, nauwkeurig te kunnen wegen zonder de noodzaak tot overhangen, 25 dan wel tot het regelmatig afstellen van de weeginrichting. Hiertoe verschaft de onderhavige uitvinding een weeginrichting volgens de aanhef waarbij de overbrengingsmiddelen een tandwiel-overbrenging met ten minste twee, in elkaar grijpende, om respectievelijke tweede verticale rotatie-assen roteerbare tandwielen omvatten waarbij de tweede rotatie-as van één van de ten minste twee tandwielen in 30 lijn is gelegen met een eerste verticale rotatie-as en waarbij de tweede rotatie-as van een ander van de ten minste twee tandwielen in lijn is gelegen met de andere eerste verticale rotatie-as. De toepassing van de ten minste twee, in elkaar grijpende, tandwielen maken het mogelijk om op consistente wijze de trekspanning in het transportorgaan, zoals een ketting, op te heffen waardoor ook bij hoge 3 verwerkingssnelheden tot 18.000 slachtproducten per uur het gewicht van deze slachtproducten te wegen waarbij de kostprijs van de weeginrichting volgens de uitvinding, alsmede de bedrijfskosten (costs of ownership) relatief laag zijn. Bovendien leent de inrichting voor het wegen van slachtproducten zich om op 5 universele wijze te worden ingezet, waarbij geen bijzondere eisen worden gesteld aan de slachtlijn waarin de inrichting volgens de uitvinding moet functioneren. Het is derhalve ook goed mogelijk om in een bestaande slachterij de weeginrichting volgens de uitvinding te integreren. Verder kan de weeginrichting volgens de uitvinding constructief relatief eenvoudig worden uitgevoerd hetgeen een relatief lage 10 kostprijs tot gevolg heeft en gepaard kan gaan met een relatief beperkt ruimtebeslag.
Ter beperking van de noodzakelijke diameter van de tandwielen dan wel teneinde bij een bepaalde diameter van de tandwielen niet gebonden te zijn aan een vaste lengte van het weegtraject, geniet het de voorkeur dat de tandwieloverbrenging ten minste drie, bij verdere voorkeur vier, achtereenvolgende 15 tandwielen omvat waarbij de tweede rotatie-assen van de buitenste tandwielen in lijn zijn gelegen met de respectievelijke eerste rotatie-assen.
Om verstoringen van de weging van slachtproducten zoveel mogelijk te beperken kan het verder voordelig zijn indien de tanden van tandwielen van de tandwieloverbrenging een scheve oriëntatie bezitten waardoor het in elkaar 20 grijpen van de tanden van in elkaar grijpende tandwielen niet momentaan gebeurt maar geleidelijk waardoor het risico op het optreden van trillingen vanwege in elkaar grijpende tanden beperkt is of althans dat die trillingen zodanig klein zijn dat de wegingen daardoor niet worden verstoord.
Binnen voomoemd kader kan het verder voordelig zijn indien 25 tandwielen van de tandwieloverbrenging paarsgewijs zijn voorzien waarbij de tot een paar behorende tandwielen een gemeenschappelijke tweede rotatie-as bezitten waarbij bij verdere voorkeur de tanden van tot een paar behorende tandwielen spiegel-symmetrisch ten opzichte van een zich loodrecht op de gemeenschappelijke rotatie-as uitstrekkende spiegelvlak zijn georiënteerd. De spiegel-symmetrische 30 oriëntatie van de tanden dragen bij aan de eliminatie of althans beperking van axiale krachten die een verhoogde belasting op de lagers zouden kunnen veroorzaken.
De tot een paar behorende tandwielen zijn bij voorkeur star direct met elkaar verbonden. Aldus wordt de stijfheid van de overbrenging verder verhoogt. De directe verbinding kan bijvoorbeeld geschieden door het aan elkaar bouten van 4 de tandwielen. Ook de uitvoeringsvorm waarbij de tot een paar behorende tandwielen als één integraal, bijvoorbeeld gefreesd, onderdeel zijn vormgegeven dient onder de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm te worden begrepen.
Een uitermate voordelige uitvoeringsvorm kenmerkt zich doordat de 5 steken van de tanden van de tot een paar behorende tandwielen aan elkaar gelijk zijn waarbij de tanden van de tot een paar behorende tandwielen ovar een afstand van een halve steek ten opzichte van elkaar zijn verschoven. De verschuiving van de betreffende tanden over een halve steek levert een nog vardere bijdrage aan het zo geleidelijk mogelijk in elkaar grijpen van tanden van in elkaar grijpende tandwielen 10 alsmede aan het verhogen van de verstoringsfrequentie waardoor deze in de praktijk verder afwijkt van de eigenfrequentie van de weeginrichting die bijvoorbeeld is gelegen tussen 10 Hz en 30 Hz.
Het risico op het optreden van trillingen die wegingen kunnen verstoren kan verder worden gereduceerd indien de inrichting in plaats van staand 15 hangend wordt ondersteund. Hiertoe is de inrichting bij voorkeur voorzien van trekstangen voor het ophangen van het gestel. Ophanging kan bijvoorbeeld aan de dakconstructie geschieden van de ruimte waarin de weeginrichting is opgesteld. Een ander voordeel dat wordt bereikt door de inrichting aan het gestel op te hangen is gelegen in het beperkte vloeroppervlak dat aldus door de inrichting wordt 20 ingenomen.
Een constructief voordelige uitvoeringsvorm wordt verkregen indien de weegmiddelen een in verticale richting beweegbaar weegdeel van de geleiding omvatten alsmede een weegcel voor het bepalen van het gewicht dat op het weegdeel werkzaam is.
25 Teneinde daarbij de mogelijkheid te hebben om verstorende trillingen te kunnen compenseren is het weegdeel bij voorkeur voorzien van een vibratiesensor voor het meten van externe trillingen die op het weegdeel werkzaam zijn. Met externe trillingen worden die trillingen bedoelt die hun oorsprong vinden in de omgeving van de weeginrichting.
30 De vibratiesensor omvat bij voorkeur een verdere weegcel zodat de aard van de signalen van de vbratiesensor en de weegcel gelijk zijn.
Het risico op het optreden van trillingen die de wegingen kunnen verstoren, kan ook worden beperkt indien het gestel is voorzien van twee liggers via de twee uiteinden waarvan het gestel is verbonden met de omgeving waarbij de 5 liggers in horizontale richting een hogere buigstijfheid hebben dan in verticale richting, meer in het bijzonder indien de buigstijfheid van de liggers in horizontale richting ten minste twee maal, bij verdere voorkeur ten minste vijf maal, zo groot is als de buigstijfheid van de liggers in verticale richting. Trillingen die vanuit de 5 omgeving van de weeginrichting, bijvoorbeeld via vloer of dak, op de weeginrichting worden overgebracht zullen aldus met name leiden tot trillingen in verticale richting in de weeginrichting zelf. Deze trillingen kunnen relatief eenvoudig worden gecompenseerd zoals navolgend nog aan de orde komt.
De liggers zijn bij voorkeur dwars op de verbindingslijn tussen de 10 rotatie-assen \&n de omloopwielen georiënteerd waarbij de liggers de rotatie-assen bij verdere voorkeur snijden.
Indien volgens een verdere voorkeursuitvoeringsvorm de weegmiddelen een startsensor onnutten voor het waarnemen \^n het arriveren van een haak op het weegdeel, kan nauwkeurig het inlopen van een haak op het 15 weegdeel buiten beschouwing worden gelaten tijdens de weging. Het inlopen van een haak geeft immers geen representatief beeld van het gewicht van het slachtproduct.
Eenzelfde overweging geldt voor het weer van het weegdeel aflopen van een haak. Teneinde ook de fase waarin de haak van het weegdeel afloopt buiten 20 beschouwing te kunnen laten bij het bewegen van een slachtproduct is het mogelijk dat de weegmiddelen een eindsensor omvatten \oor het stroomafwaarts van de startsensor waarnemen van een haak op het weegdeel. Alternatief is het o\£rigens ook mogelijk om een weging gedurende een bepaald tijdsinterval plaats te laten vinden na inloop van de haak, zoals waargenomen door een startsensor waarbij het 25 tijdsinterval dusdanig is gekozen dat deze eindigt voordat de fase begint waarin de haak van het weegdeel afloopt. Het betreffende tijdsinterval zou ook afhankelijk kunnen zijn van de snelheid waarmee de haak over het weegdeel loopt.
De nauwkeurigheid van de wegingen van de slachtproducten kan verder worden verhoogd indien de weegmiddelen een bestand omvatten waarin per 30 haak het tarra gewicht is opgeslagen dat op het weegdeel werkzaam is tijdens passeren van de respectievelijke haken zonder dat een slachtproduct aan de haak is opgehangen. Alhoewel dit een voor de hand-liggende aanname is, is het namelijk in de praktijk niet zo dat het tarra gewicht van de haken, ondanks een gelijke uitvoeringsvorm daar van, aan elkaar gelijk hoeft te zijn.
6
Binnen dit kader heeft de uitvinding ook betrekking op een werkwijze voor het toepassen van een inrichting volgens de voorgaande voorkeursuitvoeringsvorm, welke werkwijze de stappen omvatten van - het met behulp van de weegmiddelen bepalen van het bruto gewicht dat op 5 het weegdeel werkzaam is terwijl een haak waaraan een slachtproduct hangt langs het weegdeel verplaatst, - het aftrekken van het tarragewicht behorende bij de haak zoals opgeslagen in het bestand van het brutogewicht ter verkrijging van het nettogewicht van het slachtproduct.
10 Door gebruik te maken van de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, alsmede van de werkwijze volgens de uitvinding kunnen verschillen in het tarra gewicht van verschillende achtereenvolgende haken worden gecompenseerd. Dergelijke verschillen brengen immers het risico met zich mee dat deze verschillen ten onrechte toegekend worden aan de verschillen in de 15 gewichten van de slachtproducten.
De kenmerkende maatregelen van de onderhavige voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding alsmede van de werkwijze volgens de uitvinding kunnen overigens ook uitstekend toepassing vinden bij inrichtingen en werkwijzen valgens de stand van de techniek, zoals die 20 bijvoorbeeld bekend mogen worden verondersteld uit voornoemde publicatie GB 2 125 174 A.
Vanwege omgevingsfactoren, zoals temperatuurschommelingen of vervuilingen op bijvoorbeeld het weegdeel, bestaat het risico dat structureel weegfouten worden gemaakt. Teneinde dit risico te beperken omvat de werkwijze 25 volgens de uitvinding bij voorkeur de stappen van - het voor een aantal lege haken met behulp van de weegmiddelen bepalen van het tarra gewicht, - het vergelijken van de bepaalde tarra gewichten met de tarragewichten voor de betreffende haken volgens het bestand, 30 - het, indien uit de vergelijking blijkt dat er sprake is van een gelijksoortige afwijking tussen de bepaalde tarra gewichten en de tarra gewichten volgens het bestand, corrigeren van de tarra gewichten volgens het bestand volgens de gelijksoortige afwijking.
7
De gelijksoortige afwijking is een indicatie dat er sprake is van een structurele weegfout. Deze kan worden gecompenseerd door de tarra gewichten volgens het bestand volgens de gelijksoortige afwijking te corrigeren. De bovengenoemde eerste stap kan continu tijdens productie plaatsvinden aangezien in de praktijk niet in alle 5 haken een slachtproduct zal hangen. Alternatief is het uiteraard ook mogelijk om voorafgaand aan het opstarten van productie, de bovengenoemde eerste stap, bijvoorbeeld voor alle haken van een slachtlijn en bij\oorbeeld een aantal keer, uit te voeren.
Een vergelijkbaar risico van een onjuiste weging bestaat indien 10 verontreinigingen zich afzetten op een bepaalde individuele haak. Het gewicht van dergelijke verontreinigingen zal normaal gesproken (ten onrechte) toegekend worden aan het gewicht van het slachtproduct. Een correctie hiervoor kan worden verkregen indien de werkwijze volgens de uitvinding de stappen om\at van - het voor een lege haak met behulp van de weegmiddelen een aantal maal 15 bepalen van het tarra gewicht, - het bepalen van het gemiddelde van de bepaalde tarra gewichten, - het vergelijken van het bepaalde gemiddelde tarra gewicht met het tarragewicht voor de betreffende haak volgens het bestand, - het, indien uit de vergelijking blijkt dat er sprake is van een afwijking tussen 20 het bepaalde gemiddelde tarra gewicht en het tarra gewicht volgens het bestand, corrigeren van het tarra gewicht volgens het bestand volgens de afwijking.
Ook de bovengenoemde eerste stap kan tijdens productie als voorafgaand aan het opstarten daar van worden uitgevoerd.
25 Terugkerend naar de weeginrichting volgens de uitvinding is het voordelig indien het transportorgaan een schal menketting met in een regelmatig patroon onderling gekoppelde verticaal georiënteerde schalmen en horizontaal georiënteerde schalmen omvat en ten minste één omlooporgaan aan de om trek is voorzien van tanden welke tanden paarsgewijs zijn voorzien waarbij ieder paar een 30 tanden een bovenste tand en een onderste tand die recht tegen over elkaar zijn gelegen omvat en waarbij tussen tot een paar behorende tanden er sprake is van een spleet waarin horizontaal georiënteerde schalmen zich ten minste ten dele uitstrekken en waarbij verticaal georiënteerde schalmen zijn voorzien tussen de vier tanden behorende bij twee naburige paren van tanden en met hun omtrek aanliggen 8 tegen de flanken van die vier tanden. Aldus is het mogelijk om op betrouwbare wijze het transportorgaan en een omlooporgaan op betrouwbare wijze te laten samenwerken.
Om een betrouwbare inloop van de schal menketting op een 5 omlooporgaan te bevorderen is het voordelig indien de tanden in bovenaanzicht een taps vorm bezitten en/of met name indien de bovenste tanden in verticale dwarsdoorsnede de vorm bezitten van een neerwaarts gerichte kegel, bij voorkeur een afgeknotte kegel en/of dat de onderste tanden in dwarsdoorsnede de vorm bezitten van een naar boven gerichte kegel, bij voorkeur een afgeknotte kegel. Aldus 10 kan een zeer stabiele aanligging van de verticaal georiënteerde schalmen tegen de flanken van de tanden plaatsvinden ook als de schal menketting aan enige slijtage onderhevig is.
Een betrouwbare inloop van de schal menketting kan ook worden bevorderd indien het transportorgaan een schal menketting met in een regelmatig 15 patroon onderling gekoppelde verticaal georiënteerde schalmen en horizontaal georiënteerde schalmen omvat en ten minste het meest stroomafwaartse omlooporgaan aan de omtrek is voorzien van tanden waarbij de transportmiddelen aan de omtrek van het meest stroomafwaartse omlooporgaan een geleiding omvat voor het in de richting van de tanden duwen van de schal menketting. Inloop van de 20 schal menketting op het meest stroomafwaartse omlooporgaan is het meest kritisch omdat daar de schal menketting bij de weeginrichting volgens de uitvinding slap hangt.
Al dan niet in combinatie met voorgaand aan de orde gekomen voorkeursuitvoeringsvormen kan het verder voordelig zijn indien het transportorgaan 25 een schal menketting met in een regelmatig patroon onderling gekoppelde verticaal georiënteerde schalmen en horizontaal georiënteerde schalmen omvat en ten minste het meest stroomafwaartse omlooporgaan aan de omtrek is voorzien van tanden en tussen naburige tanden, aan de onderzijde daarvan, van geleidevlakken voor het radiaal naar binnen geleiden van verticaal georiënteerde schalmen van de 30 schalmenketting. De verticale schalmen kunnen aldus tijdens het inlopen van de betreffende schalmen over de geleidevlakken schuiven.
Met name bij een slappe schalmenketting is het aanvullend voordelig indien de geleidevlakken in radiale binnenwaartse richting gezien helt. Deze helling kan beperkt zijn bijvoorbeeld kleiner dan 20 graden. Tijdens het over de 9 geleidevlakken naar binnen schuiven van de schal menketting wordt de schal menketting aldus eenvoudig op de juiste hoogte gebracht.
De voorgaand aan de orde gekomen voorkeursuitvoeringsvormen waarbij er sprake is van een schal menketting en van ten minste één omlooporgaan 5 dat aan de omtrek is voorzien van tanden kunnen behalve bij weeginrichtingen volgens de uitvinding ook in zijn algemeenheid toepassing vinden bij transportmiddelen voor het transporteren van slachtproducten. Dan is er sprake \&n een transportsysteem voor het transporteren van slachtproducten omvattende transportmiddelen omvattende een gestel, ten minste één omlooporgaan dat 10 roteerbaar om een verticale rotatie-as met het gestel is verbonden, een eindloos flexibel transportorgaan dat is geslagen om het ten minste ene omlooporgaan, een zich volgens een transporttraject uitstrekkende geleiding, haken voor de slachtproducten welke haken op regelmatige afstand van elkaar met het transportorgaan zijn gekoppeld en ieder zijn voorzien van geleide-organen voor 15 geleidende samenwerking met de geleiding.
De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van de omschrijving van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding onder verwijzing naar de navolgende figuren:
Figuur 1 toont schetsmatig in perspectivisch aanzicht een weeginrichting 20 volgens de uitvinding inclusief de omgeving daarvan;
Figuren 2, 3 tonen meer in detail de gebieden die in figuur 1 voor de betreffende figuren zijn weergegeven;
Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van gebied IV in figuur 1;
Figuur 5 toont in zijaanzicht een deel van de weeginrichting volgens figuur 1; 25 Figuur 6 toont schematisch in bovenaanzicht de weeginrichting volgens figuur 1;
Figuur 7 toont vertandingen van het om loopwiel zoals getoond in figuren 2 en 3 meer in detail.
Figuur 1 toont een weeginrichting 1 voor het wegen van individuele 30 slacht\ogels 2. De weeginrichting 1 is opgenomen in een transportsysteem. Het transportsysteem omvat transporthaken 3 (zie ook figuur 2), die ieder zijn ingericht voor het in sleuven 4 aan de onderzijde daarvan met de poten ophangen van een individuele slachtvogel 2. Aan de bovenzijde is iedere transporthaak 3 voorzien van twee geleide-organen uitgevoerd als loopwielen 5. Het transportsysteem omvat 10 verder een geleiding 6 die is uitgevoerd als een omgekeerd T-vormig profiel waarbij de loopwielen 5 verlopen over de bovenzijden van de aan weerszijden van het lijfdeel van de omgekeerde T-vorm gelegen liggende delen van de omgekeerde T-vorm. Het eindloze verloop van geleiding 6 bepaalt het transporttraject voor de 5 slachtvogels 2 en omvat onder andere twee tegengesteld gerichte bochten van circa 135° die concentrisch zijn met twee, nog nader te bespreken, omloopwielen 7, 8. Omloopwielen 7, 8 zijn roteerbaar om verticale rotatie-assen gelagerd ten opzichte van gestel 16.
De transporthaken 3 zijn onderling op regelmatige afstand van 10 elkaar gekoppeld via een schal menketting 9. Ketting 9 wordt via aandrijvend omloopwiel 17 (figuur 6) aangedreven. Aan de omtrek van de omloopwielen 7, 8 zijn twee lagen met vertandingen 10, 11 voorzien met daartussen een spleet 12. De spleet 12 loopt door in lijfdeel 20 waarvandaan vertandingen 10, 11 zich naar buiten toe uitstrekken. In het lijfdeel 20 wordt de spleet met verwijzingscijfer 12’ 15 aangegeven. Om iedere drie paar van vertandingen 10, 11 zijn tevens aan de omtrek van omloopwielen 7, 8 uitsparingen 13 voorzien. De verticale positie van omloopwielen 7, 8 is dusdanig gekozen dat deze gelijk is aan de verticale positie van de ketting 9. Ketting 9 is over (135° van) loopwielen 7, 8 geslagen waarbij de liggende schalmen \^n ketting 9 zich centraal in spleet 12 bevinden terwijl de 20 staande schalmen tussen naburige paren van vertandingen 10, 11 zijn opgenomen. Vertandingen 10, 11 lopen taps toe waardoor de staande schalmen van ketting 9 aanliggen tegen de tapse flanken van de \£rtandingen 10, 11. De transporthaken 3 strekken zich deels uit binnen de uitsparingen 13.
Voor een betrouwbare inloop van ketting 9 om omloopwiel 8, welke 25 ketting 9 ter plaatse \^n die inloop spanningsloos is zoals uit het navolgende nog zal blijken, is aan de buitenzijde van omloopwiel 8 een concentrische geleidingsstrip 18 voorzien die de schalmen van ketting 9 op de juiste wijze, dat wil zeggen zoals bovenstaand omschreven, in aangrijping brengt met omloopwiel 8. Verder zijn voor een goede inloop tussen naburige onderste vertandingen 10, met uitzondering van 30 die posities waar een uitsparing 13 is voorzien, aan de onderzijde van die onderste vertandingen een geleidevlak uitgevoerd als flap 19 voorzien waar op de ketting 9, meer specifiek de verticaal georiënteerde schalmen daarvan, kunnen rusten. Met behulp van geleiding 18 wordt de ketting 9, meer specifiek de verticaal georiënteerde schalmen daarvan, als het ware over flappen 19 tussen de vertandingen 10, 11 11 geveegd. In de variant volgens figuur 7 hebben flappen 119 hiertoe een licht hellende oriëntatie waarbij flappen 119 aan de buitenzijde iets lager zijn gelegen dan aan de binnenzijde. Figuur 7 toont een segmentdeel 210 zoals die over de gehele omtrek van een omloopwiel kunnen zijn voorzien. Het segmentdeel 210 is 5 opgebouwd uit een onderste segmentdeel 220 waar de flappen 119 deel van uitmaken en een vast met het onderste segmentdeel 211 verbonden bovenste segmentdeel 221 waar de tanden 110, 111 deel van uitmaken. De onderste tanden 110 hebben in verticale dwarsdoorsnede de vorm van een afgeknotte naar boven gerichte kegel terwijl de onderste tanden 111 in verticale dwarsdoorsnede de vorm 10 van een afgeknotte neerwaarts gerichte kegel hebben. De flanken van de tanden 110, 111 hellen derhalve. Daarnaast bezitten de tanden 110, 111, net overigens als tanden 10, 11, in bovenaanzicht een tapse vorm. Vanwege deze vormgeving kunnen de verticaal georiënteerde schalmen van ketting 9 op vier punten betrouwbaar aanliggen tegen naar elkaar gerichte flanken van twee naburige paren van tanden 15 110, 111, ook indien de ketting 9 aan slijtage onderhevig is.
Tussen de omloopwielen 7, 8 is het transporttraject rechtlijnig zoals met name in figuur 6 duidelijk zichtbaar is. Dit rechtlijnige deel van het transporttraject wordt navolgend aangeduid met de term weegtraject. Binnen het weegtraject is weeginrichting 1 ingericht \oor het wegen \«n individuele slachtvogels 20 2. Hiertoe is geleiding 6, zoals zichtbaar is in figuur 4 lokaal onderbroken. Ter plaatse van deze onderbreking wordt de geleiding gevormd door een weegdeel 14 dat feitelijk wordt gevormd door een relatief kort omgekeerd T-vormig profieldeel dat in lijn is gelegen met het omgekeerd T-vormige profiel van geleiding 6. Weegdeel 14 is met behulp van een weegcel 15 verbonden met een naastgelegen deel van 25 geleiding 6, in casu met het stroomopwaarts gelegen deel van geleiding 6. Met behulp van weegcel 15 kan het gewicht worden bepaald, of althans een maat daarvan, van de slachthaak 3, waarvan de loopwielen 5 zich op het weegdeel 14 bevinden, inclusief van de eventuele slachtvogel 2 die aan de betreffende haak 3 hangt en inclusief een deel van de ketting 9.
30 Het doel van de meting met weegcel 15 is om het gewicht van individuele slachtvogels 2 te kunnen bepalen. Zoals zichtbaar is in met name figuur 4 meet weegcel 15 een bruto gewicht en niet zozeer het netto gewicht van een slachtvogel 2. Het tarra gewicht, zijnde het verschil tussen het bruto gewicht en het netto gewicht, betreft het gewicht van weegdeel 14, haak 3 en een deel van ketting 12 9. Bij de onderhavige uitvinding is weeginrichting 1 voorzien \«n middelen voor het reduceren van de trekspanning in ketting 9. De middelen om de trekspanning in ketting 9 te reduceren omvatten een tandwieloverbrenging 21 die in de volgende paragraaf nader aan de orde komt. Zoals zichtbaar in figuur 4 hangt ketting 9 tussen 5 de haken 3 enigszins door en is ketting 9 vanwege de werkzaamheid van genoemde middelen spanningsloos. Indien dit niet het geval zou zijn dan zou het gewicht van haak 3 met slachtvogel 2, alsmede van ketting 9 niet zozeer worden gedragen, of althans slechts deels, doorweegdeel 14 en daarmee door weegcel 15, maar door de omloopwielen 7, 8.
10 Tandwieloverbrenging 21 omvat vier paren 22 \«n coaxiale, star met elkaar verbonden, tandwielen 23, 24 die net als omloopwielen 7, 8 roteerbaar om verticale rotatieassen zijn gelagerd ten opzichte van gestel 16. De rotatie-assen van de buitenste paren 22 vallen samen met de rotatie-assen van de respectief ij ke omloopwielen 7, 8. Deze buitenste paren 22 zijn star gekoppeld met het 15 onderliggende omloopwiel 7, 8 zodat deze slechts gezamenlijk kunnen roteren. De tandwielen 23, 24 van naburige paren 22 grijpen op elkaar aan zodat de vier paren 22 de tandwieloverbrenging 21 vormen tussen omloopwiel 7 en omloopwiel 8. De betreffende tandwieloverbrenging 21 is uitermate stijf waardoor het mogelijk is om, door geschikte afstelling van de koppeling tussen de respectief ij ke omloopwielen 20 7, 8 en de tandwieloverbrenging 21, de ketting 9 tussen de omloopwielen 7, 8 spanningsloos te houden.
De tandwielen 23, 24 van ieder van de paren 22 om vat ten tanden die een gelijke steek bezitten, een scheve oriëntatie bezitten maar tegengesteld zijn georiënteerd dusdanig dat de tanden van het bovenste tandwiel 23 en de tanden van 25 het onderste tandwiel 24 spiegel-symmetrisch ten opzichte van een zich loodrecht op de gemeenschappelijke rotatie-as, ter plaatse van het grensvlak tussen het bovenste tandwiel 23 en het onderste tandwiel 24, zijn georiënteerd. Daarbij is het verder zo dat de tanden van tandwiel 23 en de tanden van tandwiel 24 over een afstand van een halve steek ten opzichte van elkaar zijn verschoven. Al bovengenoemde 30 maatregelen ten aanzien van de tanden van tandwielen 23, 24 dragen bij aan een trillingsvrije werking van tandwieloverbrenging 21. Vanwege de specifieke eigenschappen van de vertandingen is er geen sprake van momentane aangrijping van tanden \^n de tandwieloverbrenging 21 op elkaar, maar wordt deze aangrijping uitgesmeerd over de tijd. De spiegel-symmetrische oriëntatie van de tanden 13 voorkomt een verticale belasting op de niet nader getoonde lagers die zijn voorzien voor het roteren van de tandwielen 23, 24. De verschuiving van de tanden over een halve steek zorgt ervoor dat de verstoringsfrequentie van de tandwieloverbrenging 21 wordt verdubbeld en dat de amplitude daarvan verder wordt verkleind. Daarmee 5 wordt de verstori ngsfrequentie verder van de eigenfrequentie van de weeginrichting 1, welke typisch is gelegen tussen 10 Hz en 30 Hz, meer specifiek tussen 15 Hz en 20 Hz. gebracht zodat het risico op het resoneren van de weeginrichting 1 vanwege externe trillingen verder wordt verkleind.
Een andere maatregel die is genomen om trillingen die wegingen 10 door weegcel 15 kunnen \^rstoren, zo\^el mogelijk te voorkomen betreft de ophanging van gestel 16 aan trekstangen 31 via liggers 32 die met het gestel 16 zijn verbonden. Door weegingrichting 1 op te hangen aan een dakconstructie of dergelijke van de ruimte waarin weeginrichting 1 wordt toegepast, in plaats van staande op de vloer van een ruimte waarin weeginrichting 1 wordt toegepast, uit te 15 voeren, is het vloeroppervlak dat weeginrichting 1 vereist minimaal. Daarnaast zullen veelal minder trillingen, of althans minder grote trillingen dan wel trillingen met een hogere frequentie, vanwege omgevingsfactoren, worden doorgeleid naar weegcel 15. Aldus wordt bereikt dat trillingen die eventueel vanuit de omgeving via trekstangen 31 worden doorgeleid naar weegcel 15 in het horizontale vlak worden 20 gedempt en ter plaatse van weegcel 15 met name in verticale richting zullen optreden. Het is voordeliger indien de liggers 32 de rotatie-assen van de omloopwielen 7 en 8 snijden om doorbuiging van het gestel 16 zo veel mogelijk te voorkomen. Alternatief is het binnen het kader van de onderhavige uitvinding ook mogelijk om weeginrichting 1 staand op een vloer uit te voeren.
25 Er is verder er voor gekozen om ligger 32 dusdanig te dimensioneren dat het weerstandsmoment van liggers 32 tegen buiging in horizontale richting ten minste twee maal, bijvoorbeeld zes maal, zo groot is als het weerstandsmoment van de liggers tegen buiging in de verticale richting. In het onderhavige voorbeeld zijn de liggers 32 aan de uiteinden van het gestel 16 gelegen 30 dwars op de lengterichting daarvan. Dergelijke trillingen kunnen met een vibratiesensor die op het weegdeel is voorzien, zoals navolgend nog wordt nader wordt toegelicht, worden gecompenseerd zodat deze geen of althans geen nadelige invloed heeft op de weging door weegcel 15. Een dergelijke vibratiesensor is in figuur 4 met verwijzingscijfer 201 weergegeven. Bij de variant volgens figuur 4 zijn 14 onderdelen die overeenkomen met onderdelen van weeginrichting 1 met overeenkomstige verwijzingscijfers aangeduid. Vergelijkbare maar niet identieke onderdelen zijn met een verwijzingscijfer aangeduid dat met 100 is vermeerderd. De weegcel 115 is via een koppelstuk 202 met het niet nader getoond gestel 116 5 verbonden. Op weegcel 115 is een vibratiesensor 201 voorzien die trillingen van weegcel 115 kan waarnemen. Koppelstuk 202 is dusdanig vormgegeven dat deze een relatief kleine buigstijfheid in verticale richting heeft en een relatief grote buigstijfheid in horizontale richting. Trillingen van weegcel 115 die door externe factoren worden veroorzaakt en via gestel 116 worden overgedragen aan weegcel 10 115 zullen hoofdzakelijk in verticale richting optreden en worden waargenomen door vibratiesensor 201. Waarnemingen door weegcel 115 kunnen worden gecorrigeerd met de waarnemingen van vibratiesensor 201. Dergelijke filtering is de vakman op zich bekend en is bijvoorbeeld onderwerp van de Europese octrooiaanvraag EP 2 202 498 A2. De vibratiesensor 201 wordt bij voorkeur gevormd door een tweede 15 weegcel die een dode massa heeft. Deze vibratiesensor registreert de trillingen die het weegdeel 114 ondervindt. Het signaal dat afkomstig is van de vibratiesensor 201 kan worden afgetrokken van het signaal van de weegcel 15 teneinde een waarde te krijgen voor het bruto gewicht van een slachtvogel 2 met een verhoogde nauwkeurigheid.
20 Weeginrichting 1 wordt als volgt toegepast. Haken 3 rijden met hun loopwielen 5 over weegdeel 14. Zodra de loopwielen op het weegdeel arriveren wordt dit waargenomen door een niet nader getoonde startsensor, zoals bijvoorbeeld een naderingssensor bijvoorbeeld uitgevoerd als camerasysteem. De startsensor geeft een startsignaal af aan de weegcel 15 om de weegmeting te starten. Tot het 25 moment dat de betreffende haak 3 weegdeel 14 weer verlaat verricht weegcel 15 met een bepaalde samplefrequentie, bijvoorbeeld gelegen tussen 200 Hz en 800Hz weegmetingen. Het verlaten van de haak 3 van het weegdeel 14 kan eventueel met een aparte eindsensor worden vastgesteld of bijvoorbeeld op basis van kennis van de lengte van weegdeel 14 en de snelheid waarmee de haken 3 door aandrijving 17 30 worden aangedreven. De metingen worden gefilterd en gecompenseerd op basis van signalen afkomstig van de vibratiesensor. Deze gefilterde waarden, of ten minste een deel daarvan, worden gemiddeld en dit gemiddelde is een maat voor het brutogewicht. Eventueel wordt het gemiddelde gewicht slechts bepaald over een 15 middelste deel van de tijdsinterval waarover de metingen hebben plaatsgevonden teneinde inloop- en uitloopverschijnselen te elimineren.
Teneinde van het brutogewicht naar het nettogewicht te komen zijn in een eerder stadium het tarragewicht van de individuele haken 3 bepaald. Hiertoe 5 zijn de haken 3, zonder dat daar een slachtvogel 2 of dergelijke aan hing, dus in onbelaste toestand, met behulp van weegcel 15 gewogen, bij voorkeur een aantal maal, waarna het (gemiddelde) tarragewicht in een haaktabel is opgeslagen \oor iedere individuele haak, die hiertoe een uniek haaknummer of althans (fictieve) aanduiding heeft. Bij het wegen van het gewicht van een slachthaak 2 wordt het 10 tarragewicht van de betreffende haak afgetrokken van het brutogewicht zoals bovenstaand bepaald.
Er zijn verschillende redenen waarom het tarragewicht in de loop der tijd kan wijzigen. Zö is het bijvoorbeeld denkbaar dat verontreinigingen, zoals slachtafval of vocht zich afzet op haak 3, ketting 9 of weegdeel 14. Een dergelijk 15 verloop kan tijdelijk zijn of geleidelijk, bijvoorbeeld vanwege temperatuurschommelingen. De eerder genoemde tabel kan in de praktijk actueel worden gehouden door iedere keer dat een lege haak 3 weegdeel 14 passeert het door weegcel 15 gemeten gewicht te vergelijken met het tarragewicht volgens de tabel. Indien er sprake is van een, statistisch gezien, relevante afwijking, kan de 20 waarde in de tabel worden aangepast aan de actuele waarde van het tarragewicht.
Verder is het ook mogelijk om een analyse te maken vooreen groter aantal tarragewichten. Indien blijkt dat gemeten tarragewichten voor een groter aantal haken een structurele afwijking maken, bijvoorbeeld vanwege drift van weegcel 15, kunnen de waarden voor alle haken volgens de tabel volgens de 25 structurele afwijking worden gecorrigeerd.

Claims (25)

1. Inrichting voor het wegen van slachtproducten, omvattende transportmiddelen voor het transporteren van de slachtproducten de 5 transportmiddelen omvattende een gestel, twee omlooporganen die op vaste afstand van elkaar roteerbaar om twee respectievelijke eerste verticale rotatie-assen met het gestel zijn verbonden, een eindloos flexibel transportorgaan dat is geslagen om de twee omlooporganen waarbij het transportorgaan zich volgens een rechtlijnig weegtraject tussen de twee omlooporganen uitstrekt, een zich volgens een 10 transporttraject uitstrekkende geleiding, haken vDor de slachtproducten welke haken op regelmatige afstand van elkaar met het transportorgaan zijn gekoppeld en ieder zijn voorzien van geleide-organen voor geleidende samenwerking met de geleiding, weegmiddelen voor het wegen van slachtproducten die zich binnen het weegtraject bevinden, reductiemiddelen voor het reduceren van trekspanning in het 15 transportorgaan voor zover zich uitstrekkend in het weegtraject de reductiemiddelen omvattende overbrengingsmiddelen die werkzaam zijn tussen de twee omlooporganen, met het kenmerk, dat de overbrengingsmiddelen een tandwieloverbrenging met ten minste twee, in elkaar grijpende, om respectievelijke tweede verticale rotatie-assen roteerbare tandwielen omvatten waarbij de tweede rotatie-as 20 van één van de ten minste twee tandwielen in lijn is gelegen met een eerste verticale rotatie-as en waarbij de tweede rotatie-as van een ander van de ten minste twee tandwielen in lijn is gelegen met de andere eerste verticale rotatie-as.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tandwieloverbrenging ten minste drie achtereenvolgende tandwielen omvat waarbij 25 de tweede rotatie-assen van de buitenste tandwielen in lijn zijn gelegen met de respectievelijke eerste rotatie-assen.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de tanden van tandwielen van de tandwieloverbrenging een scheve oriëntatie bezitten.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat 30 tandwielen van de tandwieloverbrenging paarsgewijs zijn voorzien waarbij de tot een paar behorende tandwielen een gemeenschappelijke tweede rotatie-as bezitten.
5. Inrichting volgens conclusie 3 en volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de tanden van tot een paar behorende tandwielen spiegel-symmetrisch ten opzichte van een zich loodrecht op de gemeenschappelijke rotatie-as uitstrekkende spiegelvlak zijn georiënteerd.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de tot een paar behorende tandwielen star met elkaar zijn verbonden.
7. Inrichting volgens conclusie 4, 5 of 6, met het kenmerk, dat de steken van de tanden van de tot een paar behorende tandwielen aan elkaar gelijk zijn waarbij de tanden van de tot een paar behorende tandwielen over een afstand van een halve steek ten opzichte van elkaar zijn verschoven.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het 10 kenmerk, dat de inrichting is voorzien van trekstangen voor het ophangen \«n het gestel.
9. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de weegmiddelen een in verticale richting beweegbaar weegdeel van de geleiding omvatten alsmede een weegcel voor het bepalen van het gewicht dat 15 op het weegdeel werkzaam is.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het weegdeel is voorzien van een vibratiesensor voor het meten van externe trillingen die op het weegdeel werkzaam zijn.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 20 vibratiesensor een verdere weegcel omvat.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het gestel is voorzien van twee liggers via de twee uiteinden waarvan het gestel is verbonden met de omgeving waarbij de liggers in verticale richting een lagere buigstijfheid hebben dan in horizontale richting.
13. Inrichting volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de buigstijfheid van de liggers in horizontale richting ten minste twee maal, bij vardere voorkeur ten minste vijf maal, zo groot is als het weerstandsmoment van de liggers tegen buiging in verticale richting.
14. Inrichting volgens één van de conclusies 9 tot en met 13, met het 30 kenmerk, dat de weegmiddelen een startsensor omvatten voor het waarnemen van het arriveren van een haak op het weegdeel.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de weegmiddelen een eindsensor omvatten voor het stroomafwaarts van de startsensor waarnemen van een haak op het weegdeel.
16. Inrichting volgens één van de conclusies 9 tot en met 15, met het kenmerk, dat de weegmiddelen een bestand omvatten waarin per haak het tarra gewicht is opgeslagen dat op het weegdeel werkzaam is tijdens passeren van de respectievelijke haken zonder dat een slachtproduct aan de haak is opgehangen.
17. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het transportorgaan een schal menketting met in een regelmatig patroon onderling gekoppelde verticaal georiënteerde schalmen en horizontaal georiënteerde schalmen omvat en ten minste één omlooporgaan aan de omtrek is voorzien van tanden welke tanden paarsgewijs zijn voorzien waarbij ieder paar een 10 tanden een bovenste tand en een onderste tand die recht tegen over elkaar zijn gelegen omvat en waarbij tussen tot een paar behorende tanden er sprake is van een spleet waarin horizontaal georiënteerde schalmen zich ten minste ten dele uitstrekken en waarbij verticaal georiënteerde schalmen zijn voorzien tussen de vier tanden behorende bij twee naburige paren van tanden en met hun omtrek aanliggen 15 tegen de flanken van die vier tanden.
18. Inrichting volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de tanden in bovenaanzicht een taps vorm bezitten.
19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de bovenste tanden in dwarsdoorsnede de vorm bezitten van een neerwaarts gerichte 20 kegel, bij voorkeur een afgeknotte kegel en/of dat de onderste tanden in dwarsdoorsnede de vorm bezitten van een naar boven gerichte kegel, bij voorkeur een afgeknotte kegel.
20. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het transportorgaan een schal menketting met in een regelmatig 25 patroon onderling gekoppelde verticaal georiënteerde schalmen en horizontaal georiënteerde schalmen omvat en ten minste het meest stroomafwaartse omlooporgaan aan de omtrek is voorzien van tanden waarbij de transportmiddelen aan de omtrek van het meest stroomafwaartse omlooporgaan een geleiding omvat voor het in de richting van de tanden duwen van de schal menketting.
21. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het transportorgaan een schal menketting met in een regelmatig patroon onderling gekoppelde verticaal georiënteerde schalmen en horizontaal georiënteerde schalmen omvat en ten minste het meest stroomafwaartse omlooporgaan aan de omtrek is voorzien van tanden en tussen naburige tanden, aan de onderzijde daarvan, \«n geleidevlakken voor het radiaal naar binnen geleiden van verticaal georiënteerde schalmen van de schal menketting.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de geleidevlakken in radiale binnenwaartse richting gezien helt.
23. Werkwijze voor het toepassen van een inrichting volgens conclusie 16, gekenmerkt door - het met behulp van de weegmiddelen bepalen van het bruto gewicht dat op het weegdeel werkzaam is terwijl een haak waaraan een slachtproduct hangt langs het weegdeel verplaatst, 10. het aftrekken van het tarragewicht behorende bij de haak zoals opgeslagen in het bestand van het brutogewicht ter verkrijging van het nettogewicht van het slachtproduct.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, gekenmerkt door - het voor een aantal lege haken met behulp van de weegmiddelen bepalen 15 van het tarra gewicht, - het vergelijken \&n de bepaalde tarra gewichten met de tarragewichten voor de betreffende haken volgens het bestand, - het, indien uit de vergelijking blijkt dat er sprake is van een gelijksoortige afwijking tussen de bepaalde tarra gewichten en de tarra gewichten volgens 20 het bestand, corrigeren van de tarra gewichten volgens het bestand volgens de gelijksoortige afwijking.
25. Werkwijze volgens conclusie 23 of 24, gekenmerkt door - het voor een lege haak met behulp van de weegmiddelen een aantal maal bepalen van het tarra gewicht, 25. het bepalen van het gemiddelde van de bepaalde tarra gewichten, - het vergelijken van het bepaalde gemiddelde tarra gewicht met het tarragewicht voor de betreffende haak volgens het bestand, - het, indien uit de vergelijking blijkt dat er sprake is van een afwijking tussen het bepaalde gemiddelde tarra gewicht en het tarra gewicht volgens het 30 bestand, corrigeren van het tarra gewicht volgens het bestand volgens de afwijking.
NL2008635A 2012-04-13 2012-04-13 Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan. NL2008635C2 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008635A NL2008635C2 (nl) 2012-04-13 2012-04-13 Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan.
EP16155805.1A EP3040693A1 (en) 2012-04-13 2013-04-10 System for conveying slaughter products
BR112014024562-2A BR112014024562B1 (pt) 2012-04-13 2013-04-10 Dispositivo para pesagem de produtos de abate; e método para usar um dispositivo
JP2015505676A JP6085668B2 (ja) 2012-04-13 2013-04-10 食肉処理場製品の秤量装置とその使用方法
US14/384,582 US9658098B2 (en) 2012-04-13 2013-04-10 Apparatus for weighing slaughterhouse products and method for using the same
PCT/NL2013/050262 WO2013154427A1 (en) 2012-04-13 2013-04-10 Apparatus for weighing slaughterhouse products and method for using the same
CN201610301099.8A CN106090155A (zh) 2012-04-13 2013-04-10 用于输送屠宰产品的输送系统
ES13720104.2T ES2566331T3 (es) 2012-04-13 2013-04-10 Aparato de pesaje de productos de matadero y procedimiento de uso del mismo
DK13720104.2T DK2836803T3 (en) 2012-04-13 2013-04-10 APPARATUS FOR WEIGHING SLAUGHTER PRODUCTS AND PROCEDURE FOR USING IT
KR1020147031809A KR102045593B1 (ko) 2012-04-13 2013-04-10 도축장 제품을 계량하기 위한 장치 및 이를 사용하는 방법
EP13720104.2A EP2836803B1 (en) 2012-04-13 2013-04-10 Apparatus for weighing slaughterhouse products and method for using the same
CN201380019758.3A CN104220852B (zh) 2012-04-13 2013-04-10 用于对屠宰场产品称重的设备和使用该设备的方法
JP2016034579A JP2016152805A (ja) 2012-04-13 2016-02-25 食肉処理製品を搬送するシステム

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2008635A NL2008635C2 (nl) 2012-04-13 2012-04-13 Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan.
NL2008635 2012-04-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2008635C2 true NL2008635C2 (nl) 2013-10-16

Family

ID=48237201

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2008635A NL2008635C2 (nl) 2012-04-13 2012-04-13 Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US9658098B2 (nl)
EP (2) EP2836803B1 (nl)
JP (2) JP6085668B2 (nl)
KR (1) KR102045593B1 (nl)
CN (2) CN104220852B (nl)
BR (1) BR112014024562B1 (nl)
DK (1) DK2836803T3 (nl)
ES (1) ES2566331T3 (nl)
NL (1) NL2008635C2 (nl)
WO (1) WO2013154427A1 (nl)

Families Citing this family (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2012386B1 (nl) * 2014-03-10 2015-11-26 Marel Stork Poultry Proc Bv Inrichting en werkwijze voor het wijzigen van de oriëntatie van slachtproducten.
NL2012599B1 (nl) * 2014-04-09 2016-05-09 Marel Stork Poultry Proc Bv Inrichting voor het wegen van slachtproducten.
NL2015180B1 (nl) * 2015-07-16 2017-02-02 Marel Stork Poultry Proc Bv Schalmenketting en werkwijze voor het produceren daarvan.
NL2015493B1 (en) * 2015-09-23 2017-04-20 Meyn Food Proc Technology Bv Conveyor line and carrier for poultry used in said conveyor line.
EP3321647B1 (de) 2016-11-09 2021-08-18 Albert Handtmann Maschinenfabrik GmbH & Co. KG Wägesystem
CN108344480B (zh) * 2018-01-25 2023-12-22 北京农业信息技术研究中心 一种家禽自动称重方法及系统
CH715062A1 (de) * 2018-06-01 2019-12-13 Ferag Ag Kommissionieranlage und Verfahren zum Betrieb einer Kommissionieranlage.
KR102093330B1 (ko) 2018-07-27 2020-03-25 조종일 가금류 오버 헤드 컨베이어용 아이들 기어 세트
CN109250417B (zh) * 2018-08-20 2021-09-28 浙江全佳服科技有限公司 一种自动上衣装置
WO2020048582A1 (de) 2018-09-03 2020-03-12 Fpi Food Processing Innovation Gmbh & Co. Kg Anordnung und verfahren zur geflügelförderung
CN109230321B (zh) * 2018-10-12 2020-07-21 上海大族富创得科技有限公司 物料传输系统、传输方法及存储装置
CN109479942B (zh) * 2018-10-31 2023-06-06 肥西老母鸡食品有限公司 一种鸡杂快速处理装置及处理方法
CN109567421B (zh) * 2018-12-26 2024-02-13 佛山科学技术学院 一种衣柜结构
US10556749B1 (en) * 2018-12-31 2020-02-11 Ppg Industries Ohio, Inc. Conveyor system including an incrementally adjustable lift frame
CN110562705B (zh) * 2019-08-16 2021-06-04 南阳师范学院 一种病死猪信息采集系统
NL2024491B1 (nl) 2019-12-18 2021-09-02 Marel Poultry B V Inrichting voor het wegen van slachtproducten.
US11950547B2 (en) * 2020-05-22 2024-04-09 Mjnn Llc Apparatus for grow tower weight measurement
DE102020117653A1 (de) * 2020-07-03 2022-01-05 ''LUBING'' Maschinenfabrik Ludwig Bening GmbH & Co. Kommanditgesellschaft Eierförderer
CN112155044B (zh) * 2020-09-09 2022-01-28 唐山市丰南区强盛禽畜有限公司 一种挂架用下料装置
CN113133478B (zh) * 2021-05-28 2024-04-12 广东工业大学 一种用于家禽屠宰的放血装置
CN113401650A (zh) * 2021-06-25 2021-09-17 安徽普瑞普勒传热技术有限公司 一种换热器翅片自动抓取夹具及系统
CN113826679B (zh) * 2021-10-19 2022-10-11 宏川(重庆)食品有限责任公司 一种用于卤鸭流水线加工的沥水装置
CN114521579B (zh) * 2022-03-24 2023-01-24 山东伊然清真食品有限公司 一种腿排类产品翻转机构
NL2032142B1 (en) 2022-06-13 2023-12-20 Meyn Food Processing Tech Bv An apparatus for weighing poultry moving in a conveyor line

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4062414A (en) * 1976-11-22 1977-12-13 The Cincinnati Butchers' Supply Company Static weighing on conveyor
US4282633A (en) * 1979-11-13 1981-08-11 Graham Kenneth Z Line divider
GB2125174A (en) * 1982-08-06 1984-02-29 Thornhill Limited Weighing articles on a conveyor

Family Cites Families (36)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2815480A (en) * 1953-07-02 1957-12-03 Baldwin Lima Hamilton Corp Parallel operation of multiple potentiometer networks
US3108648A (en) * 1958-01-23 1963-10-29 Toledo Scale Corp Condition responsive device
DE2255737C3 (de) * 1972-11-14 1980-10-23 Ab Bofors, Bofors (Schweden) Hängebahnwaage
US4269303A (en) * 1975-08-04 1981-05-26 Cornell Cyrus J Wood conveyor apparatus
US4024053A (en) * 1975-09-26 1977-05-17 Gainesville Machine Company, Inc. Apparatus and method for detecting and dispensing articles of preselected weights suspended from shackles
US4040592A (en) * 1976-09-09 1977-08-09 Jones Robert E Desk top work support device
US4090275A (en) * 1976-12-15 1978-05-23 Jorgensen Olaf V Conveyor tray system for entrails
NL182293C (nl) 1978-07-05 1990-12-17 Meyn Pieter Inrichting voor het wegen van een aan een draaghaak van een continu bewegende hangbaantransporteur opgehangen vogel.
DE2856099B1 (de) * 1978-12-23 1980-04-30 Kloeckner-Werke Ag, 4100 Duisburg Kettenrad mit Kettentaschen
US4363369A (en) * 1981-02-02 1982-12-14 Masstron Scale Inc. Overhead track scale
US4393950A (en) * 1981-06-26 1983-07-19 Triangle Package Machinery Company Tare weighing apparatus and method therefor
US4593778A (en) * 1983-06-21 1986-06-10 Kabushiki Kaisha Ishida Koki Seisakusho Weighing machine with dummy load cell for error correction
FI851921L (fi) * 1984-05-15 1985-11-16 Voest Alpine Ag Planetvaexel.
JPS62133321A (ja) * 1985-12-05 1987-06-16 Yamato Scale Co Ltd 計重コンベヤの動的計重値の補正装置
US4711344A (en) * 1986-01-09 1987-12-08 Altenpohl Paul J Accurate weight sorting arrangement for poultry conveyor system
JPS6436930A (en) * 1987-07-31 1989-02-07 Fuji Heavy Ind Ltd Accessories driving gear for engine
US4754822A (en) * 1987-10-22 1988-07-05 W. F. Altenpohl, Inc. Repetitive weighing system for moving conveyor loads
NL8801069A (nl) * 1988-04-25 1989-11-16 Stork Pmt Werkwijze voor het wegen van gevogelte en transporthaak voor het uitvoeren van deze werkwijze.
IT1239135B (it) * 1990-01-12 1993-09-28 Tecno Europa Elettromeccanica Macchina selezionatrice ponderale perfezionata.
US5156224A (en) * 1990-03-10 1992-10-20 Trutzschler Gmbh & Co. Kg Scale for continuously weighing a running fiber layer
US5318483A (en) * 1993-05-14 1994-06-07 American Longwall Face Conveyors, Inc. Sprocket with asymmetrical teeth for mining conveyors
JP3314107B2 (ja) * 1993-07-22 2002-08-12 株式会社イシダ 加速度センサの取付構造
US5856637A (en) * 1994-11-07 1999-01-05 Vande Berg; David M. Weighing scale for moving loads
DE69624049T2 (de) * 1995-07-26 2003-03-06 Ishida Co., Ltd. Wägeeinrichtung
US6689963B2 (en) * 1996-10-08 2004-02-10 Autosystems, Ltd. Poultry conveyor which splits into two different weighing conveyors for enhanced accuracy
US6383069B1 (en) * 1998-02-20 2002-05-07 Stork Gamco Inc. Methods and apparatus for performing processing operations on a slaughtered animal or part thereof
US6190250B1 (en) 1998-02-20 2001-02-20 Stork Gamco Incorporated Method and apparatus for performing processing operations on a slaughtered animal or part thereof
NL1013974C2 (nl) * 1999-11-05 2001-05-08 Stork Pmt Inrichting voor het verwerken van slachtdieren of delen daarvan.
DE102006030984B4 (de) * 2005-08-17 2016-08-04 Caterpillar Global Mining Europe Gmbh Kettenantriebs- oder Umlenkanordnung sowie dabei eingesetztes Kettenband
JP4567662B2 (ja) * 2006-12-26 2010-10-20 株式会社神戸製鋼所 繊維強化樹脂ストランド製造装置
US20080271556A1 (en) * 2007-03-09 2008-11-06 Nidec-Shimpo Corporation Rotation drive unit and image forming apparatus using same
CN101634583B (zh) * 2008-07-21 2011-02-02 吉林省艾斯克机电集团有限公司 间歇称重装置
CN101347142B (zh) * 2008-08-29 2011-06-15 福建新大陆电脑股份有限公司 屠宰加工过程中动物产品追溯方法
DE102008062972B4 (de) 2008-12-23 2012-04-12 Wipotec Wiege- Und Positioniersysteme Gmbh Einrichtung zur Erschütterungskompensation des Gewichtssignals eines Wägesensors
CN101718575B (zh) * 2009-12-01 2012-01-04 葫芦岛市滨海宇通自动化控制有限公司 胴体禽连续自动称重装置
JP6179197B2 (ja) * 2013-05-31 2017-08-16 株式会社リコー 駆動伝達装置、及び画像形成装置

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4062414A (en) * 1976-11-22 1977-12-13 The Cincinnati Butchers' Supply Company Static weighing on conveyor
US4282633A (en) * 1979-11-13 1981-08-11 Graham Kenneth Z Line divider
GB2125174A (en) * 1982-08-06 1984-02-29 Thornhill Limited Weighing articles on a conveyor

Also Published As

Publication number Publication date
ES2566331T3 (es) 2016-04-12
WO2013154427A1 (en) 2013-10-17
US9658098B2 (en) 2017-05-23
DK2836803T3 (en) 2016-04-25
CN104220852B (zh) 2016-06-15
JP2015520607A (ja) 2015-07-23
BR112014024562B1 (pt) 2021-10-05
BR112014024562A2 (pt) 2017-06-20
EP2836803B1 (en) 2016-03-02
KR20150002813A (ko) 2015-01-07
EP2836803A1 (en) 2015-02-18
EP3040693A1 (en) 2016-07-06
CN104220852A (zh) 2014-12-17
CN106090155A (zh) 2016-11-09
US20150060153A1 (en) 2015-03-05
JP6085668B2 (ja) 2017-02-22
KR102045593B1 (ko) 2019-11-15
JP2016152805A (ja) 2016-08-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2008635C2 (nl) Inrichting voor het wegen van slachtproducten en werkwijze voor toepassing daarvan.
JP6170220B1 (ja) 診断装置
NL8801069A (nl) Werkwijze voor het wegen van gevogelte en transporthaak voor het uitvoeren van deze werkwijze.
NL1013697C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van geslachte dieren.
DK2861079T3 (en) ROAD PROCEDURE AND DEVICE
CN107021412B (zh) 链条搭载装置和乘客输送机以及链条伸长检测方法
JPS637610B2 (nl)
NL7815067A (nl) Werkwijze en inrichting voor het wegen van een aan een draaghaak van een continu bewegende hangbaantransporteur opgehangen vogel.
CN108072434B (zh) 称重系统
NL2012599B1 (nl) Inrichting voor het wegen van slachtproducten.
US4488635A (en) Method and apparatus for weighing a product suspended from a traveling conveyor
US1902512A (en) Combination conveyer and scale
EP2637000A1 (en) A weighing platform and a weighing system for dynamically weighing items
CN214173530U (zh) 一种过程单轨衡
JPH02130402A (ja) リンクチェーンコンベアの摩耗伸び測定方法
WO2015112987A1 (en) Conveyor with non-stick slats
NL1002027C2 (nl) Inrichting voor het vanaf een eerste hangtransporteur naar een tweede hangtransporteur overbrengen van geslacht gevogelte.
JPH018973Y2 (nl)
NL1004275C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het keuren van pluimvee.
WO2022162926A1 (ja) バーコンベアの異常検出方法
US258969A (en) Machine for measuring the area of hides
RU2294880C1 (ru) Ленточный конвейер с подвесной лентой
EP0069779A4 (en) DEVICE FOR WEIGHING A PRODUCT HANGED ON A RUNNING TRANSPORTER.
RU2294881C1 (ru) Конвейер с подвесной лентой
JPH03294156A (ja) コンベアラインにおける製品の生産方法およびその装置

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220501