NL2008092C2 - Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding. - Google Patents
Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2008092C2 NL2008092C2 NL2008092A NL2008092A NL2008092C2 NL 2008092 C2 NL2008092 C2 NL 2008092C2 NL 2008092 A NL2008092 A NL 2008092A NL 2008092 A NL2008092 A NL 2008092A NL 2008092 C2 NL2008092 C2 NL 2008092C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- segment
- tubular segment
- tubular
- concatenation
- tube
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L1/00—Laying or reclaiming pipes; Repairing or joining pipes on or under water
- F16L1/12—Laying or reclaiming pipes on or under water
- F16L1/20—Accessories therefor, e.g. floats, weights
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L1/00—Laying or reclaiming pipes; Repairing or joining pipes on or under water
- F16L1/12—Laying or reclaiming pipes on or under water
- F16L1/123—Devices for the protection of pipes under water
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L27/00—Adjustable joints, Joints allowing movement
- F16L27/02—Universal joints, i.e. with mechanical connection allowing angular movement or adjustment of the axes of the parts in any direction
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L57/00—Protection of pipes or objects of similar shape against external or internal damage or wear
- F16L57/02—Protection of pipes or objects of similar shape against external or internal damage or wear against cracking or buckling
-
- H—ELECTRICITY
- H02—GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
- H02G—INSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
- H02G3/00—Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
- H02G3/02—Details
- H02G3/04—Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
- H02G3/0462—Tubings, i.e. having a closed section
- H02G3/0475—Tubings, i.e. having a closed section formed by a succession of articulated units
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Architecture (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Laying Of Electric Cables Or Lines Outside (AREA)
- Joints Allowing Movement (AREA)
- Supports For Pipes And Cables (AREA)
- Branch Pipes, Bends, And The Like (AREA)
- Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
- Rigid Pipes And Flexible Pipes (AREA)
Description
P95788NL00
Titel: Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding.
De uitvinding heeft betrekking op een buigingsbeperkingselement, hierna ook wel kortweg “element” genoemd, voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding, waarbij het element modulair is voor het vormen van een 5 kokersegment rondom de leiding door middel van vergrendelde ineengrijpende omtreksgewijze aaneenschakeling, i.e. aaneenschakeling in omtreksrichting van de leiding, van het element met tenminste één soortgelijk dergelijk element, waarbij het genoemde kokersegment modulair is voor het vormen 10 van een gelede koker rondom de leiding door middel van vergrendelde ineengrijpende langsgewijze aaneenschakeling, i.e. aaneenschakeling in langsrichting van de leiding, van het genoemde kokersegment met tenminste één soortgelijk dergelijk kokersegment, waarbij kokersegmenten van de gelede koker ten opzichte van 15 elkaar kunnen scharnieren om lijnen die dwars staan op genoemde langsrichting van de leiding, en waarbij het scharnierbereik van het genoemde scharnieren van de kokersegmenten beperkt is voor het genoemde beperken van het buigingsbereik van de leiding.
20 Een dergelijke, door dergelijke buigingsbeperkingselementen gevormde gelede koker wordt ook wel “bend restrictor” genoemd. Een dergelijke gelede koker, aangebracht rondom een buigbare leiding, zoals bijvoorbeeld een (onderwater) pijpleiding, kabel, of dergelijke, voorkomt knikken, kromtrekken of andere beschadigingen aan de leiding. Bend 25 restrictors worden bijvoorbeeld toegepast in de off-shore. Meestal worden bend restrictors slechts aangebracht rondom de met het oog op genoemde 2 eventualiteiten meest kwetsbare gedeelten van leidingen. Aldaar locaal toegepast rondom een leiding beperkt een bend restrictor dus het locale buigingsbereik van een leiding. De meest kwetsbare gedeelten van leidingen bevinden zich vaak in de nabijheid van plaatsen waar de betreffende 5 leidingen uit een harde constructie, zoals een boorplatform, komen en de zee in gaan. In der gelijke gevallen wordt de bend restrictor met één van zijn uiteinden vaak aan de harde constructie vastgemaakt.
Bend restrictors staan in hun vaak langdurige gebruik doorgaans continu bloot aan diverse grote en sterk wisselende belastingen, en aan de 10 inwerking van diverse elementen der natuur. De omgevingscondities zijn doorgaans ruw en worden bijvoorbeeld bepaald door golven en stromingen van de zee, wind, verplaatsingsoperaties van de leidingen, en onbedoelde botsingen van de leiding met externe objecten, zoals vaartuigen of ander werkmaterieel. De sterk in grootte en alle mogelijke richtingen variërende 15 belastingen werken niet alleen vanaf de buitenkant op de bendrestrictor in, maar ook vanuit de binnenkant. De bewegende en buigende leiding bevindt zich immers binnenin de kokervormige bend restrictor. Het is van groot belang dat een bendrestrictor betrouwbaar bestand is tegen al dergelijke belastingen. Als een bend restrictor het begeeft, kan de niet meer door de 20 bend restrictor beschermde leiding knikken, kromtrekken, of anderszins beschadigen. Dit heeft doorgaans desastreuze gevolgen omdat de te beschermen leidingen veelal essentiële functies vervullen. Het uitvallen van die functies kan vergaande financiële consequenties opleveren en/of schade aan bedrijf, economie of maatschappij veroorzaken en/of bijvoorbeeld leiden 25 tot schade aan het milieu. Ook het repareren van leidingen heeft vergaande financiële consequenties.
Een buigingsbeperkingselement volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit WO2010/136801A1. Dit bekende element is getoond in Figuren 1, 2 en 3 van W02010/136801A1, waarbij twee exemplaren van het bekende 30 element zijn aangeduid met de respectieve referentiecijfers 3 en 5. In de 3 passage biz. 10, regel 27 - biz. 11, regel 22 van WO2010/136801A1 is beschreven hoe de bend restrictor in situ in elkaar gezet wordt met deze elementen 3 en 5. Eerst worden twee elementen 5 aan elkaar vastgemaakt door middel van moeren en schroefbouten in openingen 4 van de elementen 5 5. De twee aan elkaar vastgemaakte elementen 5 vormen dan een eerste kokersegment van de bend restrictor. Daarna worden twee elementen 3 met hun vrouwehjke delen 11 rondom de mannelijke delen 10 van de elementen 5 gebracht, waarna de twee elementen 3 eveneens aan elkaar vastgemaakt worden door middel van moeren en schroefbouten in openingen 4 van de 10 elementen 3. De twee aan elkaar vastgemaakte elementen 3 vormen dan een tweede kokersegment van de bend restrictor.
Een bezwaar van deze uit WO2010/136801A1 bekende elementen is dat het in situ aanbrengen van meerdere moer/schroefbout combinaties per kokersegment arbeidsintensief is, en vaak ook lastig, bijvoorbeeld in 15 ruwe omgevingscondities onder water. Ook is bezwaarlijk dat de vele moer/schroefbout combinaties een substantieel deel uitmaken van de kostprijs van de aldus verkregen bend restrictor. De elementen 3, 5 zelf kunnen namelijk vervaardigd worden van relatief goedkoop kunststof materiaal, bijvoorbeeld door middel van gieten of spuitgieten.
20 Een ander buigingsbeperkingselement volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit WO01/24336A1. Dit bekende element is onder meer getoond in Figuren 1 en 2 van WO01/24336A1, waarbij identieke exemplaren van het bekende element zijn aangeduid met referentiecijfers 13 en 13’. Twee aan elkaar bevestigde elementen 13 en 13’ vormen een 25 kokersegment 11 (rechts in Fig. 1 van WO01/24336A1). Twee andere aan elkaar bevestigde elementen 13 en 13’ vormen een ander kokersegment 11’ (links in Fig. 1 van WO01/24336A1). Elk kokersegment heeft een eerste uiteinde 16 en een tweede uiteinde 15, waarbij het eerste uiteinde 16 van het betreffende kokersegment op een kogelscharnierachtige wijze om het 30 tweede uiteinde 15 van een naburig kokersegment grijpt. Van elk 4 kokersegment 11, 11’ worden de twee elementen 13 en 13’ aan het eerste uiteinde 16 onderling vastgehouden door middel van asstompen 18 en haakdelen 20 van de twee elementen 13 en 13’ zelf (zie Fig. 2 van WO01/24336A1), terwijl de twee elementen 13 en 13’ aan het tweede 5 uiteinde 15 onderling bij elkaar gehouden worden door het eerste uiteinde 16 van het naburige kokersegment. Zo worden in Fig. 1 van WO01/24336A1 de twee elementen 13 en 13’ aan het tweede uiteinde 15 van het kokersegment 11 onderling bij elkaar gehouden door het eerste uiteinde 16 van het naburige kokersegment 11’. Een voordeel van de uit WO01/24336A1 10 bekende elementen is dat deze nauwelijks schroefbouten of dergelijke vereisen. Bij de uit WO01/24336A1 bekende elementen hoeven slechts bij het laatste kokersegment van een bend restrictor moeren/schroefbouten te worden toegepast. Voor het aanbrengen van dergelijke schroefbouten zijn de elementen 13, 13’ voorzien van openingen 26 (getoond in Figuren 2 en 3 van 15 WO01/24336A1).
Een bezwaar van deze uit WO01/24336A1 bekende elementen is echter dat niet alleen de onderlinge bevestigingen van elementen van een kokersegment, maar ook de onderlinge bevestigingen van kokersegmenten kwetsbaar zijn, waardoor de betrouwbaarheid van de bend restrictor te 20 wensen overlaat. Als bijvoorbeeld slechts één asstomp 18 of slechts één haakdeel 20 van slechts één element 13 of 13’ van een in bedrijf zijnde bend restrictor onklaar raakt, dan raakt dat element los van zijn wederhelft in het betreffende kokersegment. Het gevolg is dan een kettingreactie waardoor kokersegment na kokersegment van de betreffende bend restrictor 25 steeds losraakt en de bend restrictor geheel verloren gaat. Hierdoor kan de niet meer door de bend restrictor beschermde leiding knikken, kromtrekken, of anderszins beschadigen, hetgeen, als gezegd, doorgaans desastreuze gevolgen heeft. Dergelijke nadelige gevolgen zijn in beginsel deels tegen te gaan door de onderlinge bevestigingen van elementen van een 30 kokersegment sterker en meer duurzaam uit te voeren. Dit verhoogt echter 5 de kostprijs van de elementen. Ook zou ervoor gekozen kunnen worden om, in plaats van alleen bij het laatste kokersegment van een bend restrictor, bij alle kokersegmenten van een bendrestrictor moeren en schroefbouten toe te passen. Echter, zoals hierboven reeds vermeld is voor de uit 5 WO2010/136801A1 bekende elementen, verhogen de vele moeren en schroefbouten de kostprijs van de bend restrictor en is het in situ aanbrengen van de vele moeren en schroefbouten arbeidsintensief en vaak lastig.
Het is een doel van de uitvinding om een 10 buigingsbeperkingselement te verschaffen waarmee een gelede koker voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding gevormd kan worden, welke gelede koker betrouwbaar is, gemakkelijk aan te brengen is, en een gunstige verhouding tussen kwahteit en kostprijs heeft.
Daartoe wordt volgens de bijgaande onafhankelijke conclusie 1 een 15 buigingsbeperkingselement van de hierboven initieel aangeduide soort gekenmerkt doordat het element zodanig is ingericht dat genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de elementen van tenminste één betreffend kokersegment van de gelede koker gewaarborgd is zowel door de wijze van ineengrijping van de langsgewijze 20 aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met een in de langsrichting aan de ene kant daarvan gesitueerd kokersegment van de gelede koker, als door de wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met een in de langsrichting aan de andere kant daarvan gesitueerd kokersegment van de 25 gelede koker, waarbij de respectieve genoemde wijzen van ineengrijping tevens deel uitmaken van, respectievelijk, het waarborgen van genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de elementen van het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment, en het waarborgen van genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze 6 aaneenschakeling van de elementen van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment.
Bij een aldus met dergelijke elementen volgens de uitvinding gevormde gelede koker (bend restrictor) worden de elementen van een 5 betreffend kokersegment in de omtreksrichting bij elkaar gehouden door de ineengrijpende hulp van de gelijksoortige elementen uit elk van beide naburige kokersegmenten van het betreffende kokersegment, terwijl de elementen van het betreffende kokersegment tevens bijdragen aan het in de omtreksrichting bij elkaar houden van de elementen van elk van beide 10 naburige kokersegmenten. Hierdoor wordt de door de elementen gevormde bend restrictor gekenmerkt door een veelvoud van onderlinge verbindingen tussen de elementen met een zeer sterk verband tussen de elementen van de bend restrictor. De hierboven genoemde diverse grote en sterk wisselende belastingen, van binnenuit en van buitenaf, waaraan de bend restrictor met 15 zijn scharnierende kokersegmenten in bedrijf bloot staat, worden zeer goed verdeeld over de verschillende elementen en per element zeer goed uitgesmeerd over verschillende delen van het element.
Dit alles maakt de gelede koker uiterst betrouwbaar als bend restrictor. Dankzij het genoemde sterke verband tussen de elementen en 20 dankzij de genoemde goede belastingsverdelingen is volgens de uitvinding een gunstiger verhouding tussen kwaliteit en kostprijs van een bend restrictor mogelijk dan bij de bekende bend restrictors. Daar komt bij dat volgens de uitvinding in beginsel geen schroefbouten en moeren of speciale (hakende) onderdelen van de elementen nodig zijn om de elementen van een 25 betreffend kokersegment aan elkaar te bevestigen, behalve dan eventueel bij slechts het laatste kokersegment van de bend restrictor. Niet alleen heeft dit een verder gunstige invloed op de kostprijs van de bend restrictor, maar ook wordt daardoor het aanbrengen van de bend restrictor gemakkelijker.
In beginsel kan het element vervaardigd zijn van diverse 30 materialen. Bij voorkeur is het element vervaardigd van kunststof, 7 bijvoorbeeld met behulp van gieten of spuitgieten in een matrijs. Een geschikt materiaal voor vervaardiging van het element is bijvoorbeeld een Polyurethaan.
Specifieke uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn neergelegd in 5 de afhankelijke conclusies.
In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het element zodanig ingericht dat het betreffende kokersegment, het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment en het aan genoemde andere kant gesitueerde 10 kokersegment elk een onderling soortgelijk eerste gedeelte, een onderling soortgelijk tweede gedeelte en een onderling soortgelijk derde gedeelte omvatten, genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met het aan genoemde 15 ene kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is doordat tenminste het eerste gedeelte van het betreffende kokersegment rondom omhuld wordt door het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment, en genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met het aan genoemde 20 andere kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is doordat tenminste het tweede gedeelte van het betreffende kokersegment rondom omhuld wordt door het derde gedeelte van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment.
Met dergelijke omhullingen van het eerste gedeelte en van het 25 tweede gedeelte van het betreffende kokersegment worden de respectieve genoemde wijzen van ineengrijping op betrouwbare wijze gerealiseerd.
Bij voorkeur is het element zodanig ingericht dat genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met het aan genoemde 30 ene kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is doordat het tweede 8 gedeelte van het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment het eerste gedeelte van het betreffende kokersegment rondom omhult en tevens rondom omhuld wordt door het derde gedeelte van het betreffende kokersegment, en 5 genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakehng van het betreffende kokersegment met het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is doordat het tweede gedeelte van het betreffende kokersegment het eerste gedeelte van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment rondom omhult en tevens 10 rondom omhuld wordt door het derde gedeelte van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment.
Dankzij dergelijke wijzen van ineengrijping wordt het gemakkelijk aanbrengen van de gelede koker verder bevorderd. Bij het aanbrengen van een element van een nog daarmee te vormen kokersegment kan het element 15 namelijk met zijn met het tweede gedeelte van het daarmee te vormen kokersegment overeenkomend gedeelte gemakkelijk en betrouwbaar tussen het eerste gedeelte en het derde gedeelte van een reeds rondom de leiding gevormd kokersegment gebracht en gepositioneerd worden.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het 20 element zodanig ingericht dat genoemde vergrendelde ineengrijpende langsgewijze aaneenschakeling van de kokersegmenten gerealiseerd is door ineengrijping van in tenminste radiale richting, gezien ten opzichte van de leiding, respektievelijk inspringende gedeelten en uitstekende gedeelten van twee respektieve aaneengeschakelde kokersegmenten.
25 In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is het element zodanig ingericht dat in genoemde langsrichting op elkaar aansluitende elementen van twee aan elkaar grenzende kokersegmenten van de gelede koker in genoemde langsrichting niet in lijn met elkaar liggen doordat ze ten 9 opzichte van elkaar versprongen gesitueerd zijn in genoemde omtreksrichting, en genoemde versprongen situering in stand gehouden wordt doordat het element blokkeringsmiddelen omvat die het onderling in genoemde 5 omtreksrichting draaien van genoemde op elkaar aansluitende elementen tenminste deels blokkeren.
Een dergelijke vergrendelde versprongen situering van de elementen bevordert het genoemde sterke verband tussen de elementen en de genoemde goede belastingsverdelingen nog verder. Het verband is 10 daarmee zelfs zo sterk dat, in het hypothetische geval dat een individueel element van een aangebrachte gelede koker zou ontbreken, de functie van de gelede koker intact blijft dankzij de onderlinge ineengrijpingen van de elementen rondom de plaats van het ontbrekende element.
In het volgende wordt de uitvinding nader toegelicht met 15 verwijzing naar de schematische figuren in de bijgevoegde tekening.
Fig. 1 toont in perspectief een voorbeeld van een uitvoeringsvorm van een buigingsbeperkingselement volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont het element van Fig. 1 in een ander perspectivisch aanzicht.
20 Fig. 3 toont in perspectief twee exemplaren van het element van
Fig. 1 op een wijze zoals ze langsgewijs aaneengeschakeld kunnen worden voor toepassing in een gelede koker.
Fig. 4 toont een middenlangsdoorsnede (deels in doorzicht) door een langsgedeelte van een met meerdere exemplaren van het element van Fig. 1 25 gevormde gelede koker rondom een leiding, waarbij de leiding ter plaatse van het getoonde langsgedeelte in rechte, dat wil zeggen ongebogen, toestand is. Opgemerkt wordt dat Fig. 4 een aanzicht volgens de in Figuren 6 en 7 getoonde pijlen IV is.
10
Fig. 5 toont de constructie van Fig. 4 nogmaals, echter in een toestand waarin de leiding ter plaatse van het getoonde langsgedeelte in gebogen toestand is.
Fig. 6 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede (deels in doorzicht) 5 volgens de in Fig. 4 getoonde pijlen VI. Opgemerkt wordt dat Fig. 6 tevens een aanzicht volgens de in Figuren 8 getoonde pijlen VI is.
Fig. 7 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede (deels in doorzicht) volgens de in Fig. 4 getoonde pijlen VII.
Fig. 8 toont een deel van een aanzicht in langsdoorsnede (deels in 10 doorzicht) volgens de in Fig. 6 getoonde pijlen VIII.
De Figuren 1 t/m 8 tonen een buigingsbeperkingselement 1 volgens de uitvinding. In de Figuren 3 t/m 8 zijn, behalve het element 1, tevens additionele, identieke exemplaren 2 t/m 7 van het element 1 getoond. In de Figuren 4 t/m 7 is tevens een buigbare leiding 10, zoals bijvoorbeeld een 15 (onderwater) pijpleiding, kabel, of dergelijke, getoond. In de Figuren 4 t/m 6 zijn een langsrichting L van de leiding 10, een omtreksrichting C van de leiding 10, en een radiale richting R, gezien ten opzichte van de leiding 10, aangeduid.
Rondom het getoonde gedeelte van de leiding 10 is een gelede koker 20 100 aangebracht. De gelede koker omvat de in Fig. 4 met referentiecijfers 12, 14, 16 en 18 aangeduide kokersegmenten die op onderhng vergrendeld ineengrijpende wijze in de langsrichting L aaneengeschakeld zijn.
Elk van genoemde kokersegmenten 12, 14, 16 en 18 wordt gevormd doordat verschillende exemplaren van het element 1 op onderhng 25 vergrendeld ineengrijpende wijze in de omtreksrichting C aaneengeschakeld zijn. Daarbij wordt het kokersegment 12 gevormd door de elementen 1 en 2, het kokersegment 14 door de elementen 3 en 4 en het kokersegment 16 door de elementen 5 en 6.
Genoemde kokersegmenten 12, 14, 16 en 18 van de koker 100 30 kunnen ten opzichte van elkaar scharnieren om lijnen die dwars staan op de 11 langsrichting L van de leiding, waarbij het scharnierbereik van het genoemde scharnieren van de kokersegmenten 12, 14, 16 en 18 beperkt is voor het beperken van het buigingsbereik van de leiding 10. Zo zijn, in het getoonde voorbeeld van de Figuren 4 en 5, de in Fig. 5 getoonde 5 scharniertoestanden van de kokersegmenten 12, 14, 16 en 18 overeenkomend met de in Fig. 5 getoonde gebogen toestand van de leiding 10 verkregen door, uitgaande van de in Fig. 4 getoonde scharniertoestanden van de kokersegmenten 12, 14, 16 en 18 overeenkomend met de in Fig. 4 getoonde rechte toestand van de leiding 10, de kokersegmenten 12, 14, 16 en 10 18 ten opzichte van elkaar steeds in een zelfde scharnierrichting te scharnieren om lijnen die loodrecht staan op het in Fig. 4 getoonde middenlangsdoorsnedevlak. De in Fig. 5 getoonde scharniertoestanden van de kokersegmenten 12, 14, 16 en 18 komen daarbij overeen met de bovengrens van het beperkte buigingsbereik van de leiding 10 in genoemde 15 scharnierrichting.
In het getoonde voorbeeld is elk van de elementen 1 t/m 7 zodanig ingericht dat genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de betreffende twee elementen van het betreffende kokersegment van de koker 100 gewaarborgd is zowel door de wijze van 20 ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met een in de langsrichting L aan de ene kant daarvan gesitueerd kokersegment 16 van de gelede koker, als door de wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met een in de langsrichting aan de andere kant daarvan 25 gesitueerd kokersegment van de koker 100, waarbij de respectieve genoemde wijzen van ineengrijping tevens deel uitmaken van, respectievelijk, het waarborgen van genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de twee elementen van het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment, en het waarborgen van 30 genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling 12 van de twee elementen van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment.
Dit geldt dus onder meer voor de elementen van het betreffende kokersegment 12, van het aan de ene kant daarvan gesitueerde 5 kokersegment 16 en van het aan de andere kant daarvan gesitueerde kokersegment 14. De vergrendeling van de omtreksgewijze aaneenschakeling van de twee elementen 1 en 2 van het kokersegment 12 is gewaarborgd zowel door de wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het kokersegment 12 met het kokersegment 16, als 10 door de wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het kokersegment 12 met het kokersegment 14. Tevens maken de respectieve genoemde wijzen van ineengrijping deel uit van, respectievelijk, het waarborgen van genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de twee elementen 5 en 6 van het kokersegment 16, 15 en het waarborgen van genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de twee elementen 3 en 4 van het kokersegment 14.
Meer in het bijzonder is in het getoonde voorbeeld elk van de elementen 1 t/m 7 zodanig ingericht dat het betreffende kokersegment, het 20 aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment en het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment elk een onderling soortgelijk eerste gedeelte, een onderling soortgelijk tweede gedeelte en een onderling soortgelijk derde gedeelte omvatten, dat genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment 25 met het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is doordat tenminste het eerste gedeelte van het betreffende kokersegment rondom omhuld wordt door het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment, en dat genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met het 30 aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is 13 doordat tenminste het tweede gedeelte van het betreffende kokersegment rondom omhuld wordt door het derde gedeelte van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment.
Dit geldt dus wederom onder meer voor de elementen van het 5 betreffende kokersegment 12, van het aan de ene kant daarvan gesitueerde kokersegment 16 en van het aan de andere kant daarvan gesitueerde kokersegment 14. Deze respectieve kokersegmenten 12, 16 en 14 omvatten elk een dergelijk eerste gedeelte, respectievelijk aangeduid met de referentiecijfers 31, 41 en 51, een dergelijk tweede gedeelte, respectievelijk 10 aangeduid met de referentiecijfers 32, 42 en 52, en een dergelijk derde gedeelte, respectievelijk aangeduid met de referentiecijfers 33, 43 en 53. In Fig. 4 is bijvoorbeeld te zien dat het eerste gedeelte 31 van het kokersegment 12 rondom omhuld wordt door het kokersegment 16, en dat tenminste het tweede gedeelte 32 van het kokersegment 12 rondom omhuld 15 wordt door het derde gedeelte 53 van het kokersegment 14. Ook is in Fig. 4 bijvoorbeeld te zien dat het eerste gedeelte 41 van het kokersegment 16 rondom omhuld wordt door het kokersegment 18, en dat tenminste het tweede gedeelte 42 van het kokersegment 16 rondom omhuld wordt door het derde gedeelte 33 van het kokersegment 12.
20 Meer in het bijzonder is in het getoonde voorbeeld elk van de elementen 1 t/m 7 zodanig ingericht, dat genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is doordat het tweede gedeelte van het aan genoemde ene kant gesitueerde 25 kokersegment het eerste gedeelte van het betreffende kokersegment rondom omhult en tevens rondom omhuld wordt door het derde gedeelte van het betreffende kokersegment, en dat genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment met het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment gerealiseerd is 30 doordat het tweede gedeelte van het betreffende kokersegment het eerste 14 gedeelte van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment rondom omhult en tevens rondom omhuld wordt door het derde gedeelte van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment.
Dit geldt dus wederom onder meer voor de elementen van het 5 betreffende kokersegment 12, van het aan de ene kant daarvan gesitueerde kokersegment 16 en van het aan de andere kant daarvan gesitueerde kokersegment 14. Genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het kokersegment 12 met het kokersegment 16 is gerealiseerd doordat het tweede gedeelte 42 van het kokersegment 16 het 10 eerste gedeelte 31 van het kokersegment 12 rondom omhult en tevens rondom omhuld wordt door het derde gedeelte 33 van het kokersegment 12, en genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het kokersegment 12 met het kokersegment 14 is gerealiseerd doordat het tweede gedeelte 32 van het kokersegment 12 het eerste gedeelte 51 van 15 het kokersegment 14 rondom omhult en tevens rondom omhuld wordt door het derde gedeelte 53 van het kokersegment 14.
In het getoonde voorbeeld is elk van de elementen 1 t/m 7 zodanig ingericht dat genoemde vergrendelde ineengrijpende langsgewijze aaneenschakeling van de kokersegmenten gerealiseerd is door ineengrijping 20 van in tenminste de radiale richting R respektievelijk inspringende gedeelten en uitstekende gedeelten van twee respektieve aaneengeschakelde kokersegmenten.
Dit geldt dus wederom onder meer voor de elementen van het betreffende kokersegment 12, van het aan de ene kant daarvan gesitueerde 25 kokersegment 16 en van het aan de andere kant daarvan gesitueerde kokersegment 14. In Fig. 4 is bijvoorbeeld te zien dat genoemde vergrendelde ineengrijpende langsgewijze aaneenschakeling van de kokersegmenten 12 en 14 gerealiseerd is door ineengrijping van de in de radiale richting R inspringende gedeelten 35 van het kokersegment 12 en de 30 in de radiale richting R uitstekende gedeelten 54 van het kokersegment 14.
15
Evenzo is in Fig. 4 bijvoorbeeld te zien dat genoemde vergrendelde ineengrijpende langsgewijze aaneenschakeling van de kokersegmenten 16 en 12 gerealiseerd is door ineengrijping van de in de radiale richting R inspringende gedeelten 45 van het kokersegment 16 met de in de radiale 5 richting R uitstekende gedeelten 34 van het kokersegment 12.
In het getoonde voorbeeld is elk van de elementen 1 t/m 7 zodanig ingericht dat in de langsrichting L op elkaar aansluitende elementen van twee aan elkaar grenzende kokersegmenten van de gelede koker in de langsrichting L niet in lijn met elkaar hggen doordat ze ten opzichte van 10 elkaar versprongen gesitueerd zijn de omtreksrichting C, en dat genoemde versprongen situering in stand gehouden wordt doordat het element blokkeringsmiddelen omvat die het onderling in de omtreksrichting C draaien van genoemde op elkaar aansluitende elementen tenminste deels blokkeren.
15 Dergelijke blokkeringsmiddelen voor het in stand houden van dergelijke vergrendelde versprongen situering van de elementen kunnen op diverse wijzen gerealiseerd zijn. Bijvoorbeeld kunnen deze gerealiseerd zijn doordat het element zich tenminste in de langsrichting L uitstrekkende groeven en ribben omvat, die zodanig zijn ingericht dat de groeven van het 20 ene element samenwerkend ineengrijpen met de ribben van het in de langsrichting L daarop aansluitend element.
Hoe dergelijke blokkeringsmiddelen in het getoonde voorbeeld gerealiseerd zijn, blijkt uit de Figuren 3, 4, 6 en 8 waarin de vergrendelde versprongen situering van onder meer de elementen 1 en 3 getoond is. De 25 blokkeringsmiddelen van het element 1 omvatten de in Figuren 1, 6 en 8 met referentiecijfer 37 aangeduide sleuf in het met het tweede gedeelte 32 van het kokersegment 12 overeenkomende deel van het element 1, alsmede de twee in Fig. 1 met referentiecijfers 36 aangeduide dwarswanden tussen de met het eerste gedeelte 31 van het kokersegment 12 overeenkomende 30 wand van het element 1 en de met het derde gedeelte 33 van het 16 kokersegment 12 overeenkomende wand van het element 1. Voor het element 3 zijn de dwarswanden, soortgelijk aan genoemde dwarswanden 36, in Figuren 3, 6 en 8 aangeduid met referentiecijfers 56. Voor het element 4 zijn de dwarswanden, soortgelijk aan genoemde dwarswanden 36, in 5 Figuren 6 en 8 aangeduid met referentiecijfers 76. In de Figuren 6 en 8 is te zien dat één dwarswand 56 van het element 3 tezamen met één dwarswand 76 van het element 4 zich uitstrekken in de sleuf 37 van het element 1. Hierdoor wordt het onderling in de omtreksrichting C draaien van de in de langsrichting L op elkaar aansluitende elementen 1 en 3, alsook van de in 10 de langsrichting L op elkaar aansluitende elementen 1 en 4, tenminste deels geblokkeerd.
Onder verwijzing naar Fig. 1 worden hier nog de volgende optionele aspecten van het element 1 toegelicht. In Fig. 1 is te zien dat het element 1, aan zijn zijde die bestemd is om binnen een kokersegment van de gelede 15 koker tegen een soortgelijke zijde van een ander dergelijk element aan te liggen, voorzien is van de inspringingen 80 en 82, alsmede van de uitstulpingen 81 en 83. Deze inspringingen en uitstulpingen vergemakkelijken het in elkaar zetten van de gelede koker doordat de uitstulpingen 81 en 83 van het element 1 in de inspringingen, soortgelijk 20 aan de inspringingen 80 en 82, van genoemd ander element van het betreffende kokersegment kunnen worden gepositioneerd. In het getoonde voorbeeld zijn de inspringing 80 en de uitstulping 81 nog voorzien van doorgangen. Desgewenst kunnen in die doorgangen schroefbouten worden gebracht zodat het element 1 met die schroefbouten en bijbehorende moeren 25 stevig vastgemaakt kan worden aan genoemd ander element van het betreffende kokersegment. Een dergelijke schroefboutbevestiging kan bijvoorbeeld worden toegepast alleen bij het laatste kokersegment van een bend restrictor.
17
Op gemerkt wordt dat de bovengenoemde voorbeelden van uitvoeringsvormen de uitvinding niet beperken en dat binnen de reikwijdte van de bijgaande conclusies diverse alternatieven mogelijk zijn.
Zo zijn bijvoorbeeld diverse variaties mogelijk in de vormen, 5 afmetingen en materialen van het element volgens de uitvinding.
Bij het in de figuren getoonde element volgens de uitvinding wordt een kokersegment gevormd door middel van omtreksgewijze aaneenschakeling van twee dergelijke elementen. In plaats daarvan kan een alternatief buigingsbeperkingselement volgens de uitvinding ook modulair 10 zijn voor het vormen van een kokersegment door middel van omtreksgewijze aaneenschakeling van drie of meer dergelijke alternatieve elementen. Hoe groter het aantal elementen per kokersegment van een gelede koker is, des te sterker het verband tussen de elementen van de koker zal zijn in het hypothetische geval dat de gelede koker een individueel element als gevolg 15 van beschadiging zou verhezen, en des te beter de functie betreffende het beperken van het scharnierbereik van het scharnieren van de kokersegmenten behouden blijft ondanks een aldus verloren gegaan individueel element.
Bij het in de figuren getoonde voorbeeld wordt een gelede koker 20 gevormd door middel van aaneenschakelingen van onderling identieke exemplaren van elementen volgens de uitvinding. In plaats daarvan is het echter ook mogelijk dat een gelede koker gevormd wordt door middel van aaneenschakelingen van onderling (in vorm) verschillende exemplaren van elementen volgens de uitvinding. Ook is het mogelijk dat tenminste één 25 element volgens de uitvinding tezamen met tenminste één andersoortig element, niet volgens de uitvinding, aaneengeschakeld wordt voor het vormen van een gelede koker.
Deze en soortgelijke alternatieven worden geacht binnen het kader te vallen van de uitvinding zoals gedefinieerd in de bijgevoegde conclusies.
Claims (5)
1. Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding (10), waarbij het element (1) modulair is voor het vormen van een kokersegment (12) rondom de leiding door middel van vergrendelde 5 ineengrijpende omtreksgewijze aaneenschakeling, i.e. aaneenschakeling in omtreksrichting (C) van de leiding, van het element met tenminste één soortgelijk dergelijk element (2), waarbij het genoemde kokersegment (12) modulair is voor het vormen van een gelede koker (100) rondom de leiding door middel van 10 vergrendelde ineengrijpende langsgewijze aaneenschakeling, i.e. aaneenschakeling in langsrichting (L) van de leiding, van het genoemde kokersegment met tenminste één soortgelijk dergelijk kokersegment (14, 16, 18), waarbij kokersegmenten van de gelede koker ten opzichte van 15 elkaar kunnen scharnieren om lijnen die dwars staan op genoemde langsrichting (L) van de leiding, en waarbij het scharnierbereik van het genoemde scharnieren van de kokersegmenten beperkt is voor het genoemde beperken van het buigingsbereik van de leiding, 20 met het kenmerk, dat het element (1) zodanig is ingericht dat genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de elementen (1, 2) van tenminste één betreffend kokersegment (12) van de gelede koker (100) gewaarborgd is zowel door de wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment 25 (12) met een in de langsrichting (L) aan de ene kant daarvan gesitueerd kokersegment (16) van de gelede koker, als door de wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment (12) met een in de lan gsrich ting aan de andere kant daarvan gesitueerd kokersegment (14) van de gelede koker, waarbij de respectieve genoemde wijzen van ineengrijping tevens deel uitmaken van, respectievelijk, het waarborgen van genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze 5 aaneenschakeling van de elementen (5, 6) van het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment (16), en het waarborgen van genoemde vergrendeling van genoemde omtreksgewijze aaneenschakeling van de elementen (3, 4) van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment (14). 10
2. Buigingsbeperkingselement volgens conclusie 1, waarbij het element (1) zodanig is ingericht dat het betreffende kokersegment (12), het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment (16) en het aan genoemde andere kant 15 gesitueerde kokersegment (14) elk een onderling soortgelijk eerste gedeelte (31; 41; 51), een onderling soortgelijk tweede gedeelte (32; 42; 52) en een onderling soortgelijk derde gedeelte (33; 43; 53) omvatten, genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment (12) met het aan 20 genoemde ene kant gesitueerde kokersegment (16) gerealiseerd is doordat tenminste het eerste gedeelte (31) van het betreffende kokersegment (12) rondom omhuld wordt door het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment (16), en genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze 25 aaneenschakeling van het betreffende kokersegment (12) met het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment (14) gerealiseerd is doordat tenminste het tweede gedeelte (32) van het betreffende kokersegment (12) rondom omhuld wordt door het derde gedeelte (53) van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment (14). 30
3. Buigingsbeperkingselement volgens conclusie 2, waarbij het element (1) zodanig is ingericht dat genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment (12) met het aan 5 genoemde ene kant gesitueerde kokersegment (16) gerealiseerd is doordat het tweede gedeelte (42) van het aan genoemde ene kant gesitueerde kokersegment (16) het eerste gedeelte (31) van het betreffende kokersegment (12) rondom omhult en tevens rondom omhuld wordt door het derde gedeelte (33) van het betreffende kokersegment (12), en 10 genoemde wijze van ineengrijping van de langsgewijze aaneenschakeling van het betreffende kokersegment (12) met het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment (14) gerealiseerd is doordat het tweede gedeelte (32) van het betreffende kokersegment (12) het eerste gedeelte (51) van het aan genoemde andere kant gesitueerde 15 kokersegment (14) rondom omhult en tevens rondom omhuld wordt door het derde gedeelte (53) van het aan genoemde andere kant gesitueerde kokersegment (14).
4. Buigingsbeperkingselement volgens een der voorgaande conclusies, 20 waarbij het element (1) zodanig is ingericht dat genoemde vergrendelde ineengrijpende langsgewijze aaneenschakeling van de kokersegmenten (12, 14) gereahseerd is door ineengrijping van in tenminste radiale richting (R), gezien ten opzichte van de leiding (10), respektievehjk inspringende gedeelten (35) en uitstekende gedeelten (54) van twee respektieve 25 aaneengeschakelde kokersegmenten (12, 14).
5. Buigingsbeperkingselement volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het element (1) zodanig is ingericht dat in genoemde langsrichting (L) op elkaar aansluitende elementen (1, 30 3) van twee aan elkaar grenzende kokersegmenten (12, 14) van de gelede koker (100) in genoemde langsrichting niet in lijn met elkaar liggen doordat ze ten opzichte van elkaar versprongen gesitueerd zijn in genoemde omtreksrichting (C), en genoemde versprongen situering in stand gehouden wordt doordat 5 het element (1) blokkeringsmiddelen (36, 37) omvat die het onderling in genoemde omtreksrichting (C) draaien van genoemde op elkaar aansluitende elementen tenminste deels blokkeren.
Priority Applications (10)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008092A NL2008092C2 (nl) | 2012-01-10 | 2012-01-10 | Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding. |
PCT/NL2013/050010 WO2013105853A1 (en) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Bend restriction element for restricting the bending range of a conduit |
CA2863212A CA2863212A1 (en) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Bend restriction element for restricting the bending range of a conduit |
BR112014016943-8A BR112014016943B1 (pt) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Elemento de restrição de curva para restringir a faixa de curvatura de um conduto |
AU2013208361A AU2013208361B2 (en) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Bend restriction element for restricting the bending range of a conduit |
MYPI2014701902A MY185922A (en) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Bend restriction element for restricting the bending range of a conduit |
US14/371,560 US10443762B2 (en) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Bend restriction element for restricting the bending range of a conduit |
SG11201404004TA SG11201404004TA (en) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Bend restriction element for restricting the bending range of a conduit |
KR1020147022131A KR20140123948A (ko) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | 도관의 굽힘 범위를 제한하기 위한 굽힘 제한 요소 |
EP13703890.7A EP2802800B1 (en) | 2012-01-10 | 2013-01-09 | Bend restriction element for restricting the bending range of a conduit |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2008092 | 2012-01-10 | ||
NL2008092A NL2008092C2 (nl) | 2012-01-10 | 2012-01-10 | Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2008092C2 true NL2008092C2 (nl) | 2013-07-15 |
Family
ID=47710264
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2008092A NL2008092C2 (nl) | 2012-01-10 | 2012-01-10 | Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US10443762B2 (nl) |
EP (1) | EP2802800B1 (nl) |
KR (1) | KR20140123948A (nl) |
AU (1) | AU2013208361B2 (nl) |
BR (1) | BR112014016943B1 (nl) |
CA (1) | CA2863212A1 (nl) |
MY (1) | MY185922A (nl) |
NL (1) | NL2008092C2 (nl) |
SG (1) | SG11201404004TA (nl) |
WO (1) | WO2013105853A1 (nl) |
Families Citing this family (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2015088991A1 (en) * | 2013-12-11 | 2015-06-18 | National Oilwell Varco, L.P. | Wellsite cable support assembly and method of use |
GB201400374D0 (en) * | 2014-01-09 | 2014-02-26 | Trelleborg Offshore U K Ltd | Interface |
PL3146251T3 (pl) | 2014-05-20 | 2019-07-31 | Paolo De Nora | Rozciągliwy wąż oraz zespół węża |
NL2013819B1 (nl) * | 2014-11-17 | 2016-10-10 | Lankhorst Eng Products B V | Bekledingskoker voor het omhullen van een onderwater-leiding. |
NL2013829B1 (en) * | 2014-11-19 | 2016-10-11 | Lankhorst Eng Products B V | Twin-fin fairing. |
PT3052847T (pt) | 2014-12-18 | 2018-05-07 | Fitt Spa | Mangueira flexível extensível e método e linha de produção para o seu fabrico contínuo |
JP6529893B2 (ja) * | 2015-11-11 | 2019-06-12 | 未来工業株式会社 | 屈曲部保護カバー、及びその単位体 |
SE1530182A1 (sv) * | 2015-12-01 | 2017-04-25 | Böjningsbegränsande anordning för en kabel ansluten till en flytande marin installation eller farkost | |
JP6845872B2 (ja) | 2016-04-29 | 2021-03-24 | フィット エッセピア | 拡張可能なフレキシブルホース |
WO2018102680A1 (en) * | 2016-12-01 | 2018-06-07 | General Electric Company | Protection of flexible members |
WO2018140009A1 (en) | 2017-01-25 | 2018-08-02 | Whitefield Plastics Corporation | Non-metallic clip connection system, vertebrae bend restrictor, and vertebrae end piece |
USD905545S1 (en) | 2017-01-25 | 2020-12-22 | Whitefield Plastics Corporation | Non-metallic clip connection device |
USD829179S1 (en) | 2017-01-25 | 2018-09-25 | Whitefield Plastics Corporation | Vertebrae bend restrictor |
GB201710206D0 (en) | 2017-06-27 | 2017-08-09 | Ge Oil & Gas Uk Ltd | Bend restrictors |
GB2566266B (en) * | 2017-09-04 | 2020-06-10 | Balmoral Comtec Ltd | Bend restrictor |
GB2581127B (en) * | 2018-12-17 | 2021-03-03 | Advanced Insulation Ltd | Protection apparatus |
EP3670997B1 (de) * | 2018-12-19 | 2022-07-06 | Nexans | Flexible vakuumisolierte leitung |
GB2582305B (en) * | 2019-03-18 | 2023-05-10 | Trelleborg Offshore Uk Ltd | Bend restrictor |
US11977217B2 (en) * | 2020-12-04 | 2024-05-07 | General Electric Company | Insertion tool |
EP4096038A1 (en) * | 2021-05-27 | 2022-11-30 | Nexans | Cable protection system |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2001024336A1 (en) * | 1999-09-24 | 2001-04-05 | It International Telecom Inc. | An underwater cable protection pipe |
EP1213522A1 (fr) * | 2000-12-08 | 2002-06-12 | Thales | Limiteur de courbure notamment pour cable sous-marin |
GB2413219A (en) * | 2004-04-13 | 2005-10-19 | Crp Group Ltd | A bend restrictor |
GB2428760A (en) * | 2005-08-04 | 2007-02-07 | Crp Group Ltd | Articulated centraliser for elongate members |
US20100228295A1 (en) * | 2009-03-09 | 2010-09-09 | Whitefield Plastics | Variable Radius Vertebra Bend Restrictor |
WO2010136801A1 (en) * | 2009-05-26 | 2010-12-02 | Pipeline Engineering & Supply Company Limited | Bend restrictor |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US428023A (en) * | 1890-05-13 | Casing for flexible shafts | ||
US5197767A (en) * | 1985-04-09 | 1993-03-30 | Tsubakimoto Chain Co. | Flexible supporting sheath for cables and the like |
US5865378A (en) * | 1997-01-10 | 1999-02-02 | Teledyne Industries, Inc. | Flexible shower arm assembly |
US6575654B2 (en) * | 2001-07-20 | 2003-06-10 | Adc Telecommunications, Inc. | Flexible snap-together cable enclosure |
CA2489086C (en) * | 2002-06-11 | 2011-07-19 | Menashe Shamir | Bimodal flexible-rigid hose |
-
2012
- 2012-01-10 NL NL2008092A patent/NL2008092C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2013
- 2013-01-09 KR KR1020147022131A patent/KR20140123948A/ko not_active Application Discontinuation
- 2013-01-09 US US14/371,560 patent/US10443762B2/en active Active
- 2013-01-09 EP EP13703890.7A patent/EP2802800B1/en active Active
- 2013-01-09 WO PCT/NL2013/050010 patent/WO2013105853A1/en active Application Filing
- 2013-01-09 AU AU2013208361A patent/AU2013208361B2/en active Active
- 2013-01-09 MY MYPI2014701902A patent/MY185922A/en unknown
- 2013-01-09 SG SG11201404004TA patent/SG11201404004TA/en unknown
- 2013-01-09 CA CA2863212A patent/CA2863212A1/en not_active Abandoned
- 2013-01-09 BR BR112014016943-8A patent/BR112014016943B1/pt active IP Right Grant
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2001024336A1 (en) * | 1999-09-24 | 2001-04-05 | It International Telecom Inc. | An underwater cable protection pipe |
EP1213522A1 (fr) * | 2000-12-08 | 2002-06-12 | Thales | Limiteur de courbure notamment pour cable sous-marin |
GB2413219A (en) * | 2004-04-13 | 2005-10-19 | Crp Group Ltd | A bend restrictor |
GB2428760A (en) * | 2005-08-04 | 2007-02-07 | Crp Group Ltd | Articulated centraliser for elongate members |
US20100228295A1 (en) * | 2009-03-09 | 2010-09-09 | Whitefield Plastics | Variable Radius Vertebra Bend Restrictor |
WO2010136801A1 (en) * | 2009-05-26 | 2010-12-02 | Pipeline Engineering & Supply Company Limited | Bend restrictor |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
MY185922A (en) | 2021-06-14 |
EP2802800A1 (en) | 2014-11-19 |
SG11201404004TA (en) | 2014-10-30 |
CA2863212A1 (en) | 2013-07-18 |
US10443762B2 (en) | 2019-10-15 |
AU2013208361A1 (en) | 2014-08-07 |
AU2013208361B2 (en) | 2017-01-05 |
BR112014016943A2 (pt) | 2017-06-13 |
EP2802800B1 (en) | 2016-07-20 |
US20140377010A1 (en) | 2014-12-25 |
BR112014016943A8 (pt) | 2017-07-04 |
KR20140123948A (ko) | 2014-10-23 |
WO2013105853A1 (en) | 2013-07-18 |
BR112014016943B1 (pt) | 2020-06-23 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2008092C2 (nl) | Buigingsbeperkingselement voor het beperken van het buigingsbereik van een leiding. | |
US9464689B2 (en) | Energy chain, particularly for clean room applications | |
US10139017B2 (en) | Suspended pipe assembly | |
US20140062111A1 (en) | Clamp and hoisting device | |
EP3500718B1 (en) | Bend restrictor segment and method of manufacture | |
CA2460370C (en) | Composite low cycle fatigue coiled tubing connector | |
US8919448B2 (en) | Modular stress joint and methods for compensating for forces applied to a subsea riser | |
EP3564569B1 (en) | Bending restrictor | |
RU2530819C2 (ru) | Напряженное звено с втулкой трубы натяжения для плавучего морского основания | |
JP5676585B2 (ja) | フォールパイプ(落下管)の管状要素、そのような要素から組み立てられたフォールパイプ、2つのそのような管状要素間の連結およびフォールパイプを組み立てるための方法 | |
US6682103B1 (en) | Underwater cable protection pipe | |
BR112019027504B1 (pt) | Restritores de curvatura e métodos para implantar um tubo flexível | |
CN104520625A (zh) | 柔性管体和制造柔性管体的方法 | |
DK2953220T3 (en) | Protective device for laying submarine cables | |
US20170045177A1 (en) | Bending restrictor assembly for a pipeline | |
GB2468040A (en) | A subsea protective structure | |
JP2020162214A (ja) | ケーブル支持構造体 | |
JP7049631B2 (ja) | 支保工装置および地下埋設管更生方法 | |
RU2476750C2 (ru) | Устройство для защиты цилиндрических конструкций и защитная рейка для него | |
JP6898088B2 (ja) | 鋼製護岸棚構造体 | |
NL2031394B1 (en) | Subsea cable crossing device | |
EP3762323B1 (en) | Expandable heavy equipment, and elongated pull element | |
KR200444664Y1 (ko) | 지중전력케이블 관로의 연결구 | |
BR112020015067A2 (pt) | Equipamento pesado expansível, elemento de tração alongado e uso de equipamento pesado expansível | |
JP2004285594A (ja) | トンネルの保護構造及びその構築方法 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180201 |