NL2002333C2 - Buislamp, samenstel en werkwijze. - Google Patents
Buislamp, samenstel en werkwijze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2002333C2 NL2002333C2 NL2002333A NL2002333A NL2002333C2 NL 2002333 C2 NL2002333 C2 NL 2002333C2 NL 2002333 A NL2002333 A NL 2002333A NL 2002333 A NL2002333 A NL 2002333A NL 2002333 C2 NL2002333 C2 NL 2002333C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- lamp
- tube
- circuit breaker
- circuit
- fixture
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21V—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F21V23/00—Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices
- F21V23/04—Arrangement of electric circuit elements in or on lighting devices the elements being switches
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21K—NON-ELECTRIC LIGHT SOURCES USING LUMINESCENCE; LIGHT SOURCES USING ELECTROCHEMILUMINESCENCE; LIGHT SOURCES USING CHARGES OF COMBUSTIBLE MATERIAL; LIGHT SOURCES USING SEMICONDUCTOR DEVICES AS LIGHT-GENERATING ELEMENTS; LIGHT SOURCES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F21K9/00—Light sources using semiconductor devices as light-generating elements, e.g. using light-emitting diodes [LED] or lasers
- F21K9/20—Light sources comprising attachment means
- F21K9/27—Retrofit light sources for lighting devices with two fittings for each light source, e.g. for substitution of fluorescent tubes
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21S—NON-PORTABLE LIGHTING DEVICES; SYSTEMS THEREOF; VEHICLE LIGHTING DEVICES SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLE EXTERIORS
- F21S4/00—Lighting devices or systems using a string or strip of light sources
- F21S4/20—Lighting devices or systems using a string or strip of light sources with light sources held by or within elongate supports
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21V—FUNCTIONAL FEATURES OR DETAILS OF LIGHTING DEVICES OR SYSTEMS THEREOF; STRUCTURAL COMBINATIONS OF LIGHTING DEVICES WITH OTHER ARTICLES, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- F21V25/00—Safety devices structurally associated with lighting devices
- F21V25/02—Safety devices structurally associated with lighting devices coming into action when lighting device is disturbed, dismounted, or broken
- F21V25/04—Safety devices structurally associated with lighting devices coming into action when lighting device is disturbed, dismounted, or broken breaking the electric circuit
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F21—LIGHTING
- F21Y—INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES F21K, F21L, F21S and F21V, RELATING TO THE FORM OR THE KIND OF THE LIGHT SOURCES OR OF THE COLOUR OF THE LIGHT EMITTED
- F21Y2115/00—Light-generating elements of semiconductor light sources
- F21Y2115/10—Light-emitting diodes [LED]
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Physics & Mathematics (AREA)
- Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
- Optics & Photonics (AREA)
- Arrangement Of Elements, Cooling, Sealing, Or The Like Of Lighting Devices (AREA)
Description
P86858NL00
Titel: Buislamp, samenstel en werkwijze
De uitvinding heeft betrekking op een buislamp, ingericht om door een fluorescentiebuis-armatuur te worden gevoed en voorzien van een elektrisch circuit met lichtbronnen,
Een dergelijke buislamp is op zichzelf bijvoorbeeld bekend uit de 5 Amerikaanse aanvrage US 2004/0095078. De buislamp kan in reeds bestaande fluorescentiebuis-armaturen worden aangebracht om daardoor te worden gevoed. Een fluorescentiebuis-armatuur is doorgaans voorzien van een circuit (omvattende een of meer starters en een of meer ballasten) om een plasma in een fluorescente buislamp op te wekken (bijvoorbeeld door 10 middel van een hoge startspanning) en vervolgens in ontstoken toestand te houden (waarbij de ballast stroombegrenzing bewerkstelligt). Door het plasma uitgezonden ultraviolette straling wordt door middel van fluorescentie in zichtbaar licht omgezet, dat door de buis wordt uitgezonden. De fluorescentiebuis en respectieve armaturen hebben een groot aantal 15 toepassingsgebieden, bijvoorbeeld in noodverlichtingssystemen.
Toepassing van LED- (Licht Emitterende Diode) lichtbronnen biedt diverse voordelen boven fluorescentiebuizen. Daarom zijn LED-lampen ontwikkeld die in plaats van fluorescentiebuizen in fluorescentiebuis-armaturen kunnen worden aangebracht. Een integraal elektrische circuit 20 van de LED-buislamp is doorgaans ingericht om de door het fluorescentiebuis armatuur geleverde voedingsspanning om te zetten in voor de LED-lichtbronnen geschikte voedingsspanning. Doorgaans omvat het integrale circuit van de LED-buislamp hiertoe een gelijkrichter (om wisselspanning in voor de LED-bronnen meer geschikte gelijkspanning) om 25 te zetten. Het buislamp-circuit is bovendien bij voorkeur ingericht om het elektrische circuit van een fluorescentiebuis-armatuur te ‘misleiden’, zodanig dat de armatuur -na een of meer starterpulsen- continu stroom 2 levert aan de buislamp (bij uitgeschakelde armatuur-starter). Het bekende buislamp-circuit omvat bovendien een spanningsbegrenzer, om te voorkomen dat een genoemde starterspanning aan de LED-bronnen wordt doorgegeven.
5 Een gangbare fluorescentiebuis-armatuur is ingericht om langwerpige fluorescentiebuizen te ontvangen, waarbij kopse einden van de lamp buis pas elektrisch aan contacten van de armatuur zijn gekoppeld na een kwartslag draaiing van de lamp ten opzichte van de armatuur. De armatuur is hiertoe voorzien van twee tegen over elkaar opgestelde 10 draaicontacten, ingericht om elektrode-pennen van de fluorescentiebuis te ontvangen. Het aan- en afkoppelen van een echte fluorescentiebuis kan veilig worden uitgevoerd, ook als het voedingscircuit van de armatuur reeds onder spanning staat. Zo is de kans uitgesloten, dat een fluorescentiebuis een ongewenst hoge stroom genereert van het ene naar het andere 15 buiscontact, wanneer het ene contact reeds elektrisch is gekoppeld aan het armatuur-circuit, maar het andere contact nog niet.
Een nadeel van de bekende LED-buislamp is, dat deze wel een genoemde lekstroom genereert wanneer de armatuur onder spanning staat. Dit kan leiden tot gevaarlijke situaties, bijvoorbeeld tijdens aankoppeling 20 waarbij het ene (nog vrije) eind van de lamp wordt aangeraakt, terwijl het andere eind reeds in een armatuur-draaicontact is gedraaid en daardoor onder spanning staat. In het bijzonder is gebleken dat lekstromen groter dan 150 mA mogelijk kunnen zijn, hetgeen vele malen hoger is dan een veilig geachte lekstroom (AC) van maximaal 0,7 mA (bij een weerstand 25 naar aarde van 2 kOhm, volgens internationale standaard IEC60598).
Om lekstromen uit te sluiten tijdens het aanbrengen van de bekende LED-buislamp dient de armatuur nog niet onder spanning te zijn gebracht. Van veel gangbare fluorescentiebuis-armaturen is echter niet direct de bedieningstoestand (aan of uit) waarneembaar; daarom kan 30 veiligheid niet worden gegarandeerd.
3
De onderhavige uitvinding beoogt genoemde nadelen van de buislamp op te heffen. In het bijzonder beoogt de uitvinding een buislamp die veilig is in gebruik.
Hiertoe wordt de buislamp, ingericht om door een 5 fluorescentiebuis-armatuur te worden gevoed en voorzien van een elektrisch circuit met lichtbronnen, gekenmerkt doordat de lamp is voorzien van een stroomonderbreker die onder invloed van externe bedieningsmiddelen bedienbaar is.
Op deze verrassend eenvoudige manier is een buislamp voorzien, 10 die een grote veiligheid biedt aan een gebruiker. De stroomonderbreker kan optreden van lekstromen volledig voorkomen, in het bijzonder tijdens het in een armatuur aanbrengen van de buislamp, en het van de armatuur verwijderen van de lamp.
De stroomonderbreker, die zich bij voorkeur geheel in de buislamp 15 bevindt (althans, in een door de buislamp omgeven buis-binnenruimte) kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd. Volgens een nadere uitwerking is de stroomonderbreker op afstand bedienbaar. Hiertoe kan de interne stroomonderbreker bijvoorbeeld zijn voorzien van een ontvanger, die door een externe zender (draadloos) bestuurbaar is, bijvoorbeeld onder 20 gebruikmaking van elektromagnetische stuursignalen.
Een extra voordelige uitwerking omvat een interne stroomonderbreker, die onder invloed van een magneetveld bedienbaar is; de externe bedieningsmiddelen kunnen in dat geval bijvoorbeeld zijn ingericht om een bedieningsmagneetveld te voorzien. De stroomonderbreker 25 kan in dat geval bijvoorbeeld een magnetisch bedienbare schakelaar, in het bijzonder een Reed-contact, omvatten.
Een andere extra voordelige, betrouwbare een duurzame uitwerking omvat een mechanisch bedienbare stroomonderbreker, welke onder invloed van mechanische kracht (bijvoorbeeld een drukkracht) 30 bedienbaar is.
4
Een in de buislamp geïntegreerde stroomonderbreker kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een schakelaar die van buiten af bereikbaar is, om de stroomonderbreker te bedienen. Een deel van de schakelaar kan hiertoe bijvoorbeeld de buislamp uitreiken. Een voordelige uitvoering biedt 5 een buislamp waarvan de stroomonderbreker bereikbaar -en daarmee bedienbaar- is door middel van een aan de lamp te koppelen bedieningsdeel.
De externe bedieningsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een losneembaar aan de lamp koppelbaar stroomonderbreker-bedieningsdeel omvatten. In het bijzonder is de stroomonderbreker dan ingericht om stroom 10 te onderbreken (in de buislamp) wanneer het bedieningsdeel van de buislamp is verwijderd, en om stroom door te laten wanneer het bedieningsdeel op een stroomonderbreker-bedieningspositie op de lamp is aangebracht.
De stroomonderbreker en/of een genoemd bedieningsdeel 15 kan/kunnen op zichzelf een visueel middel vormen, om de beveiligingstoestand van de buislamp aan te geven. Bij voorkeur is de stroomonderbreker eenvoudig handmatig bedienbaar.
Een aspect van de uitvinding betreft voorts een samenstel omvattende een fluorescentiebuis-armatuur alsmede een buislamp volgens 20 de uitvinding. De lamp is losneembaar aan de armatuur koppelbaar, om door de armatuur te worden gevoed. De lamp is slechts aan de armatuur koppelbaar wanneer de stroomonderbreker van de lamp zich in een stroomonderbrekende toestand bevindt.
Verder biedt de uitvinding een werkwijze voor het op elektrische 25 contacten van een fluorescentiebuis-armatuur aankoppelen van een buislamp volgens de uitvinding, waarbij de werkwijze wordt gekenmerkt, doordat het elektrisch circuit in de lamp tijdens het aankoppelen in een onderbroken toestand wordt gehouden, waarbij genoemde onderbroken toestand wordt opgeheven nadat de lamp aan de elektrische contacten is 30 gekoppeld. Bij genoemde onderbroken toestand is een elektrische verbinding 5 tussen elektrische contacten van de buislamp in het bijzonder verbroken, zodat geen lekstromen tussen die contacten kunnen optreden.
Voorts wordt een werkwijze voor het van elektrische contacten van een fluorescentiebuis-armatuur ontkoppelen van de buislamp volgens de 5 uitvinding verschaft, welke werkwijze gekenmerkt wordt doordat het elektrisch circuit van de lamp eerst in een stroomgeleidende toestand wordt gehouden, waarbij genoemde stroomgeleidende toestand eerst wordt opgeheven, om de lamp pas vervolgens van de armatuur te ontkoppelen.
Nadere voordelige uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven 10 in de volgconclusies. Thans zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden en de tekening. Daarin toont: figuur 1 schematisch een deels opengewerkt zijaanzicht van een eerste uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, tijdens aankoppelen van de buislamp; 15 figuur 2 een dergelijk aanzicht als figuur 1, met een stroomonderbreker-bedieningsmiddel; figuur 3 een dergelijk aanzicht als figuur 2, na aanbrengen van het bedieningsmiddel; figuur 4 schematisch een deel van de buislamp van het in figuren 20 1-3 getoonde voorbeeld; figuur 5 een perspectief tekening van een tweede uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, bij een van de buislamp afgenomen stand van het bedieningsmiddel; figuur 6 een deels opengewerkte perspectief tekening van een deel 25 van het tweede uitvoeringsvoorbeeld, bij een op de buislamp aangebrachte stand van het bedieningsmiddel; en figuur 7 een bovenaanzicht van het in figuur 6 getoonde deel van het tweede uitvoeringsvoorbeeld.
Gelijke of overeenkomstige maarregelen worden in deze aanvrage 30 met gelijke of overeenkomstige verwijzingstekens aangeduid.
6
Figuur 1 toont een (deels opengewerkt weergegeven) niet-limitatief eerste voorbeeld van de uitvinding, omvattende een samenstel met een op zichzelf bekende fluorescentiebuis-armatuur 20, alsmede eenbuislamp 1.
De armatuur 20 is op bekende wijze ingericht om gangbare (niet 5 weergegeven) fluorescentiebuizen te ontsteken en in ontstoken toestand te houden. Hiertoe omvat de armatuur 20 bijvoorbeeld een fluorescentiebuis-voedingscircuit 21, dat op verschillende manieren kan zijn uitgevoerd (bijvoorbeeld omvattende fluorescentiebuis-startermiddelen, een ballast, en dergelijke). Voedingscircuit 21 is bijvoorbeeld aan het lichtnet koppelbaar 10 (via niet weergegeven lichtnet-koppelmiddelen).
In het bijzonder is de armatuur 20 voorzien van twee tegen over elkaar opgestelde contacthouders 22, waartussen een ruimte beschikbaar is om een buis te ontvangen. De contacthouders 22 zijn voorzien van draaicontacten 24, elk ingericht om twee kopse elektrodecontacten van een 15 fluorescentiebuis te ontvangen. De draaicontacten 24 zijn ingericht om de vier elektrodecontacten (twee per kopse kant) van een fluorescentiebuis te ontvangen, via ontvangstsleuven 23 van de houders (zie fig. 5-7). Bij een bijbehorende insteekstand van de buis wordt bij voorkeur nog geen elektrische verbinding tussen de draaicontacten 24 en de buiselektroden 20 gevormd. Vervolgens is de fluorescentiebuis over een kwart slag (een hoek van 90 graden) roteerbaar ten opzichte van de armatuur 20, zodat de buiselektroden elektrisch contact maken met draaicontacten 24, en zo het voedingscircuit 21, om de buis te ontsteken (i.e. een plasma daarin op te wekken) en in aangestoken toestand te houden.
25 In de tekening is een voorbeeld van een buislamp 1 weergeven. De buislamp is gedimensioneerd om op de fluorescentiebuis-armatuur 20 te worden aangesloten. Hiertoe zijn kopse einden van de buislamp 1 voorzien van contacten 4A, 4B (omvattende twee, de buis 1 uitstekende contactpennen per kant, te weten twee eerste pennen 4A aan de ene kant en 30 twee tweede pennen 4B aan de andere kant), ingericht om met de 7 draaicontacten 24 van de armatuur 20 samen te werken, om door middel van een hierboven beschreven insteek-en-rotatie-beweging elektrisch op de armatuur 20 te worden aangesloten. De vier pennen 4A, 4B zijn symmetrisch ten opzichte van een buis-hartlijn opgesteld, evenwijdig aan 5 elkaar, en evenwijdig aan een buis-langsrichting, zoals bij een op zichzelf bekende fluorescentiebuislamp.
De buislamp 1 kan op verschillende manieren zijn vormgegeven, en omvat bijvoorbeeld een langwerpige, cilindervormige wand 2, bijvoorbeeld met een cirkelvormige dwarsdoorsnede, die een buis-binnenruimte omgeeft. 10 De wand 2 kan bijvoorbeeld geheel of deels van transparant materiaal zijn vervaardigd, bijvoorbeeld glas of een transparante kunststof.
De onderhavige buislamp 1 is geen fluorescentiebuis. De buislamp 1 is ingericht om door de fluorescentiebuis-armatuur 20 te worden gevoed (na koppeling aan de draaicontacten 24) en is voorzien van een elektrisch 15 circuit 7 met een of meer lichtbronnen 8. Een voorbeeld van een dergelijk circuit 7 is in figuur 4 weergegeven.
Het lichtbron-voedingscircuit 7 van de buislamp 1 bevindt zich bij voorkeur geheel in de door de buiswand 2 omgeven ruimte. De lichtbronnen 8 van het circuit kunnen verschillende soorten lichtbronnen omvatten.
20 Volgens een nadere uitwerking zijn de lichtbronnen 8 ingericht om door laagspanning te worden gevoed, in het bijzonder een spanning kleiner dan 25 Volt, in het bijzonder bijvoorbeeld een gelijkspanning. Anderzijds kan een uitvoering toepassing van lichtbronnen 8 omvatten, die zijn ingericht om door een spanning gelijk aan of hoger dan 25 Volt te worden gevoed. In 25 het voorbeeld zijn LED-lichtbronnen 8 toegepast, bijvoorbeeld halfgeleider LED-bronnen of OLED (organische LED) lichtbronnen.
Het buiscircuit 7 is ingericht om een door het fluorescentiebuis-armatuur geleverde voedingsspanning (bijvoorbeeld een spanning hoger dan 100 V, bijvoorbeeld circa 110 V en/of circa 220-240 V wisselspanning) om te 30 zetten in voor de lichtbronnen 8 geschikte voedingsspanning. Hiertoe is een 8 (schematisch getoond) circuitdeel 9 voorzien, waarop enerzijds de lichtbronnen 8 zijn aangesloten, en anderzijds de contactpennen 4A, 4B. Circuitdeel 9 is ingericht om via de pennen 4A, 4B ontvangen wisselspanning in voor de LED-bronnen 8 geschikte gelijkspanning om te 5 zetten. Het circuitdeel 9 is bovendien bij voorkeur ingericht om het elektrische circuit 21 van de armatuur te ‘misleiden’, zodanig dat de armatuur -na een of meer starterpulsen- continu stroom levert aan de buislamp 1 (bij uitgeschakelde armatuur-starter). Verder functioneert circuitdeel 9 bij voorkeur als spanningsbegrenzer, om te voorkomen dat een 10 genoemde starterspanning aan de bronnen 8 wordt doorgegeven.
Het genoemde circuitdeel 9 van de buis 1 kan op verschillende manieren zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld met geschikte elektronica, microelektronica, een (al dan niet programmeerbare) controller, en dergelijke. In het voorbeeld is de buislamp 1 voorzien van een interne 15 voeding 10, bijvoorbeeld een accu of batterij. De interne voeding 10 kan bijvoorbeeld bestemd zijn om circuitdeel 9 apart van stroom te voorzien. Daarnaast kan de interne voeding 10 bestemd zijn om de lichtbronnen 8 te voeden (bijvoorbeeld via circuitdeel 9) bij plotselinge stroomuitval (in het bijzonder onder invloed van wegvallen van een via contactpennen 4A, 4B 20 geleverde voeding; een dergelijk wegvallen kan bijvoorbeeld door circuitdeel 9 worden gedetecteerd).
Volgens de onderhavige uitvinding is de buislamp 1 op voordelige wijze voorzien van een stroomonderbreker 5 die onder invloed van externe bedieningsmiddelen 6 bedienbaar is. De stroomonderbreker 5 maakt deel uit 25 van het elektrische circuit 7, en is bijvoorbeeld opgesteld tussen een contact 4A (van een buiseind) en het circuitdeel 9, bijvoorbeeld om een respectieve elektrische verbinding (geleider 11) te onderbreken.
In het voorbeeld bevindt de stroomonderbreker zich in de buis 1.
De onderbreker 5 is tussen een stroomonderbrekende (bijvoorbeeld 30 geopende) stand en een stroomdoorgevende (bijvoorbeeld gesloten) stand 9 schakelbaar. Bij de stroomonderbrekende stand van de onderbreker 5 is een elektrische verbinding 11 tussen het respectieve contact 4A en een overig circuitdeel verbroken, terwijl genoemde elektrische verbinding 11 wel aanwezig is wanneer de onderbreker 5 zich in de stroomdoorgevende stand 5 bevindt.
In dit voorbeeld is slechts één stroomonderbreker 5 voorzien, opgesteld nabij een kops eind van de buislamp 1, om locaal stroom te onderbreken. Optioneel kunnen bijvoorbeeld twee stroomonderbrekers 5 zijn voorzien, bijvoorbeeld één per buis-eind, om elektrische verbindingen 11, 12 10 naar elk van de externe contacten 4A, 4B van de buislamp 1 te kunnen verbreken.
De (ten minste ene) stroomonderbreker 5 kan waarborgen, dat geen lekstromen optreden van het tweede contact 4B naar het eerste contact 4A, bijvoorbeeld indien de buislamp 1 op een onjuiste manier (bijvoorbeeld 15 scheef) aan de armatuur 20 wordt gekoppeld. Verder is de stroomonderbreker 5 via externe bedieningsmiddelen 6 bedienbaar, zodat een “idiot-proof ’ aan- en ontkoppeling van de buislamp kan worden bereikt.
In het bijzonder zijn de contacten 4 van de buis slechts in onderling elektrisch geleidende toestand, via het elektrische circuit 7 van de buislamp 20 1, wanneer de stroomonderbreker 5 zich in de (onder invloed van de externe bedieningsmiddelen bewerkstelligde) stroomdoorgevende toestand bevindt. De contacten 4 van de buiseinden zijn elektrisch ontkoppeld zijn bij de stroomonderbrekende toestand van de stroomonderbreker 5.
Zoals uit de tekeningen bovendien volgt, is de buislamp 1 25 losneembaar aan de armatuur 20 koppelbaar, om door de armatuur te worden gevoed, waarbij de lamp 1 slechts aan de armatuur 20 koppelbaar is wanneer de integrale stroomonderbreker 5 van de lamp 1 zich in de stroomonderbrekende toestand bevindt. Evenzo is de lamp 1 slechts van de armatuur 20 ontkoppelbaar wanneer de integrale stroomonderbreker 5 van 30 de lamp 1 zich in de stroomonderbrekende toestand bevindt.
10
In het bijzonder is het samenstel 1, 20 zodanig geconfigureerd dat de stroomonderbreker 5 in de stroomdoorlatende toestand brengbaar is nadat een elektrische verbinding tot stand is gekomen tussen armatuur -contacten 24 enerzijds en buislamp-contacten 4 anderzijds.
5 Volgens een nadere uitwerking omvatten de externe bedieningsmiddelen 6 hiertoe een losneembaar aan de lamp 1 gekoppeld stroomonderbreker-bedieningsdeel. Het onderhavige bedieningsdeel 6 is ingericht om op de buislamp 1 aan te grijpen, in een bedieningsstand, en om dan met de stroomonderbreker 5 samen te werken, om de onderbreker in de 10 stroomdoorgiftestand te houden. Zodra het bedieningdeel 6 (dat in dit voorbeeld geen deel uitmaakt van de armatuur 20) van de lamp 1 is afgenomen, wordt de stroomonderbreker 5 vrijgegeven om vanzelf naar de stroomonderbrekende stand te schakelen.
In het bijzonder omvat de bedieningsstand van het bedieningsdeel 15 6 tevens een rotatie-preventiestand, waarbij bedieningsdeel 6 rotatie van de buislamp 1 ten opzichte van de armatuur 20 tegenwerkt (wanneer de buislamp tussen de draaicontacten 24 is opgenomen). Hiertoe is bedieningsdeel 6 enerzijds rotatievast aan de wand 2 van de buislamp 1 koppelbaar. De buiswand 2 kan hiertoe zijn voorzien van een doorgang 3, 20 waarin een blokkeerstuk 6a van bedieningsdeel 6 met weinig speling past.
In het voorbeeld bevindt genoemde doorgang 3 zich recht tegenover een door buiscontacten 4 gedefinieerd virtueel buis-middenlangsvlak.
Anderzijds is bedieningsdeel 6 ingericht om op de armatuur 20 aan te grijpen, bij genoemde bedieningsstand, om buisrotatie te voorkomen.
25 Bedieningsdeel 6 kan bijvoorbeeld integrale steundelen (niet weergegeven) omvatten, die tegen een bovenzijde 20a van de armatuur 20 afsteunen wanneer een buisrotatie-poging plaatsvindt, zodanig dat verdere rotatie onmogelijk is. Bij het in figuren 5-7 getoonde tweede uitvoeringsvoorbeeld omvat het bedieningsdeel 6 een nok 6b die is uitgevoerd om in een 30 uitsparing van het armatuur 20 (in het bijzonder een genoemde 11 elektrodepennen-ontvangstsleuf 23) te vallen, om buisrotatie te vergrendelen. Buisrotatie (ten opzichte van de armatuur 20, en wanneer de buis op de draaicontacten 24 is aangesloten) is dan pas mogelijk, wanneer de stroomonderbreker-bedieninger 6 van de lamp 1 is verwijderd.
5 In de onderhavige voorbeelden is het bedieningselement 6 voorzien van een drukstuk 6a, ingericht om via de doorgang 3 door de buiswand 2 te reiken ten behoeve van bediening van de geïntegreerde stroomonderbreker 5. In het onderhavige voorbeeld omvat de bediening een mechanische bediening, waarbij de stroomonderbreker 5 onder invloed van een (door 10 bedieningselement 6 via drukstuk 6a uitgeoefende) drukkracht naar de stroomdoorgevende stand schakelbaar is. De stroomonderbreker 5 kan bijvoorbeeld vanzelf van de stroomdoorgevende stand naar de stroomonderbrekende stand schakelen, bijvoorbeeld door toepassing van geschikte veermiddelen, bij wegvallen van de drukkracht.
15 Bij voorkeur is bedieningselement 6 uitgevoerd om door middel van een klem- of klikkracht losmaakbaar op de buiswand 2 aan te grijpen, zonder beschadiging van de wand. Bedieningselement 6 kan bijvoorbeeld enigszins veerkrachtig zijn uitgevoerd, ten behoeve van het zich op de buiswand 2 vastklemmen. Een losmaakbare koppeling tussen buiswand 2 20 en bedieningselement 6 kan bijvoorbeeld een klittenbandkoppeling omvatten, of een klik- of klemaangrijping tussen bedieningselement 6 en de doorgang 3 van de wand. Bij het in figuren 5-7 getoonde voorbeeld omvat het element 6 (in dit geval een op de buis aan te brengen halve huls) zich langs weerzijden van de buiswand 2 reikende delen, om de buis daartussen 25 te klemmen. Alternatief kunnen bedieningselement 6 en buislamp 1 bijvoorbeeld een aantrekkingskracht op elkaar uitoefenen bij de samengestelde toestand, bijvoorbeeld magnetisch, door gebruikmaking van (niet weergegeven) magneetmiddelen.
Figuren 1-3 tonen verder een werkwijze voor het op elektrische 30 contacten 24 van de iluorescentiebuis-armatuur 20 aankoppelen van de 12 buislamp 1. Daarbij wordt de buislamp 1 eerst tussen de zich in buis-ontvangende stand bevindende draaicontacten 24 geschoven (in een insteekrichting volgens pijlen Z). Zoals uit figuur 1 volgt, verloopt het invoeren langs het (virtuele) middenlangsvlak van de buislamp 1, welk vlak 5 de vier contactpennen 4A, 4B omvat. Vervolgens wordt de buislamp 1 een kwart slag ten opzichte van de armatuur 20 gedraaid (volgens pijlen R), zodat de buiscontacten 4 een stand bereiken waarbij ze elektrisch contact met de draaicontacten 24 wordt gemaakt. Zoals uit figuur 1 volgt, bevindt de stroomonderbreker 5 van de buislamp 1 zich hierbij in de 10 stroomonderbrekende stand (met een afgenomen bedieningselement 6), zodat de koppelingshandelingen veilig kan worden uitgevoerd.
Vervolgens kan de stroomonderbreker 5 in de stroomdoorgevende stand worden gebracht, onder invloed van een genoemde drukkracht, door het aanbrengen van bedieningselement 6, via wanddoorgang 3. Zoals uit 15 figuur 3 volgt, kan de armatuur 20 buislamp 1 vervolgens elektrisch voeden, opdat de lichtbronnen 8 branden en licht L geven.
Ontkoppeling van de buislamp 1 kan worden uitgevoerd door bovenbeschreven handelingen in omgekeerde volgorde uit te voeren, Daarbij wordt een genoemde stroomgeleidende toestand van onderbreker 5 eerst 20 opgeheven, door het verwijderen van bedieningselement 6, waarbij de lamp 1 pas vervolgens van de armatuur 20 wordt ontkoppeld (door rotatie en translatie).
Figuren 5-7 tonen een extra voordelige uitvoering van de uitvinding; voor de duidelijkheid van de tekening zijn buis-cuircuitdelen 25 niet in Figuur 6 weergegeven. Voorts is slechts een genoemde draaicontact-houder 22 (omvattende een draaicontact) van de armatuur 20 zichtbaar. Buispennen 4A zijn met doorbroken lijnen in figuur 7 zichtbaar.
De werking van dit tweede voorbeeld is gelijk aan de hierboven beschreven werking, met dien verstande, dat bedieningselement 6 thans is 13 ingericht om op de draaicontact-houder 22 aan te grijpen ten behoeve van buisrotatie-vergrendeling.
Het bedieningselement 6 van het tweede voorbeeld is voorzien van een zijwaarts reikende nok 6b, ingericht om langs een kopse zijde van de 5 buislamp 1 te reiken, en in een genoemde insteeksleuf 23 van de armatuur 20 te vallen, wanneer bedieningselement 6 in de op lamp 1 aangrijpende onderbreker-bedieningsstand is gebracht. De nok 6b verhindert dat bedieningselement 6 ten opzicht van de armatuur kan worden verdraaid. De nok 6b strekt zich, bij de samengestelde toestand met de buislamp 1, langs 10 een tweede virtueel middenlangsvlak van de buislamp 1 uit dat zich haaks uitrekt ten opzichte van het door de lampcontacten 4A, 4B gedefinieerde eerste middenlangsvlak.
Voorts omvat bedieningselement 6 een aantal (in dit geval twee) drukpennen 6a, om een niet in figuren 5-7 zichtbare stroomonderbreker 5 15 van de buislamp 1 te bedienen (wanneer bedieningselement 6 in de op lamp 1 aangrijpende stand is gebracht). Deze drukmiddelen 6a en genoemde blokkeernok 6b van bedieningselement 6 zijn bij voorkeur evenwijdig aan elkaar, De buiswand 2 van de lamp 1 kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een spleet of twee respectieve doorgangen, om de drukpennen 6a door te voeren, 20 zodanig, dat daarbij tevens een rotatievaste koppeling tussen bedieningselement 6 en buiswand 2 wordt bereikt. Zoals uit Figuren 6 en 7 volgt, reiken, bij de samengestelde toestand van buis 1 en bedieningselement 6, de drukpennen 6a langs het genoemde tweede virtueel middenlangsvlak van de buis 2.
25 Volgens een nadere uitwerking kan de buislamp 1 op zichzelf worden opgeslagen, verkocht en/of geleverd in een met bedieningselement 6 samengestelde toestand. In dat geval kan de buislamp 1 pas aan een armatuur 20 worden gekoppeld, door bedieningselement 6 eerst van de lamp 1 te verwijderen, zodat de stroomonderbreker 5 wordt geopend en 30 lekstromen tijdens plaatsing van de buislamp worden voorkomen.
14
Voor de vakman zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot de beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Diverse wijzigingen zijn mogelijk binnen het raam van de uitvinding zoals is verwoord in de navolgende conclusies.
5 Zo kan een genoemde armatuur bijvoorbeeld zijn ingericht om een of meer lampen te ontvangen.
Volgens een niet weergegeven voorbeeld kan de stroomonderbreker van de buislamp 1 bijvoorbeeld zelf zijn ingericht om een genoemde rotatiebeweging (ten opzichte van de armatuur) tegen te werken, wanneer 10 de stroomonderbreker zich in een stroomdoorgevende toestand bevindt. De stroomonderbreker van de buislamp kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een van buiten af bedienbaar bedieningselement, bijvoorbeeld een de buislamp uitstekend bedieningselement, bijvoorbeeld een schakelaar. Een dergelijk bedieningselement kan zijn ingericht om op de armatuur aan te grijpen (om 15 lamprotatie te voorkomen) bij een eerste schakelstand waarbij de stroomonderbreker is gesloten, en om de armatuur vrij te geven (om lamprotatie toe te staan) bij een tweede schakelstand waarbij de stroomonderbreker is geopend.
Claims (16)
1. Buislamp, ingericht om door een fluorescentiebuis-armatuur (20) te worden gevoed en voorzien van een elektrisch circuit (7, 9) met lichtbronnen (8), gekenmerkt doordat de lamp (1) is voorzien van een stroomonderbreker (5) die onder invloed van externe bedieningsmiddelen (6) bedienbaar is.
2. Lamp volgens conclusie 1, waarbij kopse einden van de buislamp (1) zijn voorzien van contacten om elektriciteit van een fluorescentiebuis-armatuur (20) te ontvangen, waarbij de contacten slechts in onderling elektrisch geleidende toestand zijn, via het elektrische circuit van de buislamp, wanneer de stroomonderbreker (5) zich in een stroomdoorgevende 10 toestand bevindt, waarbij de contacten van de buiseinden elektrisch ontkoppeld zijn bij een stroomonderbrekende toestand van de stroomonderbreker (5), waarbij de stroomonderbreker (5) zich bij voorkeur nabij ten minste een van genoemde buiseinden bevindt.
3. Buislamp volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 15 externe bedieningsmiddelen (6) een losneembaar aan de lamp (1) gekoppeld stroomonderbreker-bedieningsdeel (6) omvatten, waarbij het bedieningsdeel bij voorkeur slechts in een op de lamp (1) aangrijpende bedieningsstand met de stroomonderbreker (5) kan samenwerken, om de onderbreker in een stroomdoorgiftestand te houden.
4. Lamp volgens een van de voorgaande conclusies, ingericht om door draaicontacten van een armatuur (20) te worden aangegrepen, om door middel van een rotatie-beweging elektrisch op de armatuur (20) te worden aangesloten,
5. Lamp volgens conclusie 4, waarbij genoemde stroomonderbreker is 25 ingericht om een genoemde rotatiebeweging tegen te werken, wanneer de stroomonderbreker zich in een stroomdoorgevende toestand bevindt.
6. Lamp volgens een conclusie 4 of 5, waarbij de externe stroomonderbreker-bedieningsmiddelen (6) in een rotatie-preventiestand brengbaar zijn om een genoemde rotatiebeweging tegen te werken.
7. Lamp volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de 5 stroomonderbreker-bedieningsmiddelen (6) zijn voorzien van een nok (6b), die zich langs een kops eind van de buislamp uitstrekt bij een samengestelde toestand, in het bijzonder om in een pennen-insteeksleuf (23) van genoemd armatuur te vallen.
8. Lamp volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een wand (2) 10 van de buislamp (1) is voorzien van een doorgang (3) om genoemde bedieningsmiddelen (6) te ontvangen.
9. Lamp volgens conclusie 8, waarbij de bedieningsmiddelen (6) zijn voorzien van een bedieningsstuk(6a), ingericht om door genoemde buisdoorgang (3) te reiken ten behoeve van bediening van de zich in de buis 15 bevindende stroomonderbreker (5).
10. Lamp volgens een der voorgaande conclusies, voorzien van een interne voeding (10), om het circuit (7, 9) en/of de lichtbronnen (8) te voeden.
11. Samenstel omvattende een fluorescentiebuis-armatuur (20) alsmede een buislamp (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij 20 de lamp losneembaar aan de armatuur (20) koppelbaar is, om door de armatuur te worden gevoed, met het kenmerk, dat de lamp (1) slechts aan de armatuur (20) koppelbaar is wanneer de stroomonderbreker (5) van de lamp (1) zich in een stroomonderbrekende toestand bevindt.
12. Samenstel volgens conclusie 11, waarbij de lamp door middel van 25 rotatiebeweging aan de armatuur koppelbaar is, waarbij de rotatie slechts mogelijk is wanneer de stroomonderbreker-bedieningsmiddelen van de lamp zijn verwijderd.
13. Samenstel volgens conclusie 11 of 12, waarbij het samenstel zodanig is geconfigureerd dat de stroomonderbreker in een 30 stroomdoorlatende toestand brengbaar is nadat een elektrische verbinding tot stand is gekomen tussen armatuur-contacten enerzijds en buislamp-contacten anderzijds.
14. Werkwijze voor het op elektrische contacten van een fluorescentiebuis-armatuur aankoppelen van een buislamp volgens een der 5 conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het elektrisch circuit in de lamp tijdens het aankoppelen in een onderbroken toestand wordt gehouden, waarbij genoemde onderbroken toestand wordt opgeheven nadat de lamp aan de elektrische contacten is gekoppeld.
15. Werkwijze voor het van elektrische contacten van een 10 fluorescentiebuis-armatuur ontkoppelen van een buislamp volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het elektrisch circuit van de lamp eerst in een stroomgeleidende toestand wordt gehouden, waarbij genoemde stroomgeleidende toestand eerst wordt opgeheven, om de lamp pas vervolgens van de armatuur te ontkoppelen.
16. Samenstel voorzien van een buislamp (1) volgens een der conclusies 1-10 in combinatie met externe bedieningsmidden (6) die zijn uitgevoerd om de stroomonderbreker (5) van de lamp (1) te bedienen.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002333A NL2002333C2 (nl) | 2008-12-16 | 2008-12-16 | Buislamp, samenstel en werkwijze. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2002333 | 2008-12-16 | ||
NL2002333A NL2002333C2 (nl) | 2008-12-16 | 2008-12-16 | Buislamp, samenstel en werkwijze. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2002333C2 true NL2002333C2 (nl) | 2010-06-17 |
Family
ID=40847917
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2002333A NL2002333C2 (nl) | 2008-12-16 | 2008-12-16 | Buislamp, samenstel en werkwijze. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL2002333C2 (nl) |
Cited By (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2012004708A3 (en) * | 2010-07-05 | 2012-03-08 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Led lamp |
US8917020B2 (en) | 2011-03-24 | 2014-12-23 | Koninklijke Philips N.V. | Tubelamp retrofit pin safety implementation using existing ballast and fixture |
CN105247278A (zh) * | 2013-05-28 | 2016-01-13 | 皇家飞利浦有限公司 | 照明设备组件以及安装照明设备组件的方法 |
WO2017102559A1 (en) * | 2015-12-18 | 2017-06-22 | Philips Lighting Holding B.V. | Tubular device for fitting to a tubular light fitting |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0418666A2 (de) * | 1989-09-20 | 1991-03-27 | Patent-Treuhand-Gesellschaft für elektrische Glühlampen mbH | Leuchte für eine stabförmige Leuchtstofflampe |
WO2007143991A1 (en) * | 2006-06-12 | 2007-12-21 | Akj Inventions V/Allan Krogh Jensen | A tubular led light source |
-
2008
- 2008-12-16 NL NL2002333A patent/NL2002333C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP0418666A2 (de) * | 1989-09-20 | 1991-03-27 | Patent-Treuhand-Gesellschaft für elektrische Glühlampen mbH | Leuchte für eine stabförmige Leuchtstofflampe |
WO2007143991A1 (en) * | 2006-06-12 | 2007-12-21 | Akj Inventions V/Allan Krogh Jensen | A tubular led light source |
Cited By (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2012004708A3 (en) * | 2010-07-05 | 2012-03-08 | Koninklijke Philips Electronics N.V. | Led lamp |
JP2013533594A (ja) * | 2010-07-05 | 2013-08-22 | コーニンクレッカ フィリップス エヌ ヴェ | Ledランプ |
US8845127B2 (en) | 2010-07-05 | 2014-09-30 | Koninklijke Philips N.V. | LED lamp |
US8917020B2 (en) | 2011-03-24 | 2014-12-23 | Koninklijke Philips N.V. | Tubelamp retrofit pin safety implementation using existing ballast and fixture |
CN105247278A (zh) * | 2013-05-28 | 2016-01-13 | 皇家飞利浦有限公司 | 照明设备组件以及安装照明设备组件的方法 |
WO2017102559A1 (en) * | 2015-12-18 | 2017-06-22 | Philips Lighting Holding B.V. | Tubular device for fitting to a tubular light fitting |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20220349565A1 (en) | Retrofit led tube with safety switch | |
JP5984804B2 (ja) | Ledランプ | |
US8749167B2 (en) | Linear solid-state lighting with voltage sensing mechanism free of fire and shock hazards | |
US8917020B2 (en) | Tubelamp retrofit pin safety implementation using existing ballast and fixture | |
US9239157B2 (en) | Light-emitting means, in particular for operation in lampholders for fluorescent lamps | |
CA2893956C (en) | A light emitting diode (led) lamp replacement safety switch for linear fluorescent lamps | |
US9420663B1 (en) | Linear solid-state lighting with an arc prevention switch mechanism free of fire and shock hazards | |
US9163818B2 (en) | Linear solid-state lighting with degenerate voltage sensing free of fire and shock hazards | |
NL2002333C2 (nl) | Buislamp, samenstel en werkwijze. | |
EP3440894B1 (en) | Tubular device for fitting to a tubular light fitting | |
JP6030550B2 (ja) | 電気的に動作される装置のためのハウジング | |
JP2008159361A (ja) | 蛍光ランプおよび照明器具 | |
WO2017102559A1 (en) | Tubular device for fitting to a tubular light fitting | |
GB2344698A (en) | Safety apparatus for electrical sockets |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130701 |