NL2001946C - Verpakking, combinatie van verpakkingen en werkwijze voor het opkweken van bollen. - Google Patents

Description

Verpakking, combinatie van verpakkingen en werkwijze voor het opkweken van bollen.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een verpakking voor bollen.

5 In de stand der techniek bestaan vele soorten verpakkingen waarbij bollen in mandjes, bakjes en dergelijke geplaatst worden en aan de consument geleverd worden.

Het is de bedoeling dat consument de bollen uit de verpakking verwijdert en in substraatmateriaal plaatst zoals in een met aarde te vullen bloempot of in de tuin door het aanbrengen van een opening. Dit is een omslachtige (graaf) handeling die 10 afhankelijk van de bol en de ontwikkelingstoestand daarvan in het najaar uitgevoerd moet worden, dat wil zeggen onder omstandigheden waarbij het weer niet al te goed is en de consument dan niet in de tuin zal gaan werken werken. Daarnaast duurt het zeer lang voordat het beoogde resultaat bereikt wordt, immers de bollen komen pas in het voorjaar op.

15 Nadat de bollen uitgebloeid zijn dienen deze verwijderd te worden om latere problemen te vermijden. Indien de bollen in de tuin blijven staan is er een groter risico op bodemziektes en zal het blad van de bol tussen andere planten doorgroeien.

Al deze handelingen zijn arbeidsintensief en vragen enige planning. De moderne mens is steeds minder geneigd dit soort acties uit te voeren en gaat steeds meer over op 20 impulsaankopen.

Daarom is het doel van de onderhavige uitvinding in een verpakking en werkwijze te voorzien waarmee het opkweken van bollen aanzienlijk vereenvoudigd wordt en veel sneller tot de aanschaf van bollen overgegaan zal worden.

Dit doel wordt bij een verpakking verwezenlijkt welke voor bollen uitgevoerd is 25 en omvat een houder, waarin ten minste twee als een rij aangebrachte bollen geplaatst zijn, waarbij de hoogte van de houder ten minste met de hoogte van de bollen overeenkomt, de houder om de bollen met substraat gevuld is en de bodem van de houder van een aantal openingen voorzien is, waarbij het aantal en de grootte van die openingen zodanig is, dat wortelontwikkeling daar doorheen mogelijk is.

30 Bovendien wordt dit doel bereikt door een werkwijze voor het opkweken van bollen omvattende het voorzien in een met bollen gevulde houder waarbij in die houder substraat om die bollen heen is aangebrachl, en die houder voorzien is van een doorwortelbare bodem, het plaatsen van die houder op een bewortelbaar opperv lak en het vanuit die houder in dat oppervlak bewortelen van die bollen.

2

Volgens de onderhavige uitvinding worden de bollen niet langer uit de verpakking verwijderd zoals in de stand der techniek maar samen met de verpakking en het substraat dat tussen de verpakking en de bollen aanwezig is op een doorwortelbaar oppervlak of drager geplaatst. Eventueel kan combinatie met verdere hierna in detail te 5 beschrijven verpakkingen plaatsvinden.

Na het plaatsen bijvoorbeeld in een tuin, in een bloembak of dergelijke waarbij geen voorbereidende handelingen noodzakelijk zijn blijft de verpakking op zijn plaats, dat wil zeggen uitstekend boven het bewortelbare oppervlak.

Indien de verpakking op het juiste tijdstip geplaatst wordt zullen de bollen zich 10 op gebruikelijke wijze ontwikkelen, Daarbij zal in eerste instantie vooral wortelvorming optreden en zal in mindere mate het ontwikkelen van uitlopers aan de bovenzijde van de bol ontstaan. Door de aanwezigheid van de openingen in de verpakking zullen deze wortels zich door de verpakking heen in de drager of het bewortelbare oppervlak uitstrekken en daar vastgroeien. Op deze wijze wordt de 15 verpakking stabiel aan de bodem verankerd. Vervolgens zullen de bollen uitlopen en blad en bloem ontstaan. Op dat moment bestaat geen gevaar van wegwaaien of kantelen omdat de bollen vastgegroeid zijn met de wortels daarvan aan de onderliggende drager.

Nadat het groeiseizoen geëindigd is en de bollen uitgcblocid zijn kan door het 20 optillen van de verpakking de verbinding van de wortels tussen de verpakking en de drager teniet gedaan worden. Eventueel kan een en ander bevorderd worden door een mes of ander steekgereedschap tussen de verpakking en de drager in te brengen en de wortels te scheiden. Vervolgens kan de verpakking met uitgebloeide bollen afgevoerd worden.

25 Begrepen zal worden dat hierdoor de werkzaamheid van het poten van de bollen in het najaar en het weer uit de bodem verwijderen van de bollen in het voorjaar volledig komt te vervallen. De consument hoeft slechts de verpakking op een bewortelbaar oppervlak of drager te plaatsen in het najaar, hetgeen niet meer is dan het neerzetten, en dient in het voorjaar nadat de bollen uitgebloeid zijn, de verpakking af te 30 voeren.

Daardoor wordt het voor consumenten veel aantrekkelijker om bollen te kopen en in de tuin, in pot of elders te plaatsen.

3

Deze aantrekkelijkheid kan nog vergroot worden indien een aantal verpakkingen op eenvoudige wijze gecombineerd kan worden. Daardoor kan een bollenreeks ontstaan die in het voorjaar een aantrekkelijk aanzicht geeft. De aangrenzende verpakkingen kunnen bijvoorbeeld met samenwerkende koppelmiddelen ten opzichte van elkaar 5 gefixeerd worden. Door deze koppeling wordt bovendien de stabiliteit van individuele verpakkingen verbeterd indien in het najaar aanzienlijke windbelasting of dergelijke optreedt. Bovendien is het mogelijk verschillend gevormde verpakkingen op de markt te brengen waardoor verschillende soorten reeksen door de consument naar wens vervaardigd kunnen worden.

10 Zoals hierboven aangcgcvcn is het van belang dat de wortels van de bollen door de bodem van de verpakking heen zich in de onderliggende drager kunnen ontwikkelen. Daarvoor is het van belang dat voldoende openingen aanwezig zijn en elk van deze openingen voldoende groot is om wortels door te laten. Anderzijds moeten de openingen zodanig aangebracht zijn en zodanig bemeten zijn dat geen materiaal zoals 15 substraatmateriaal door de openingen naar buiten treedt. Eventueel is het mogelijk de bodem van een wegneembaar folie te voorzien voor transport. Hetzelfde geldt voor het aanbrengen van een aan de bovenzijde van de verpakking aangebrachte folie dat direct na het opstellen van de verpakking in de tuin of dergelijke of direct daarvoor verwijderd kan worden. Elk van deze folies kan voorzien zijn van informatie over het 20 juiste gebmik van de verpakking. Dergelijke informatie kan ook aanwezig zijn op een hengsel van de verpakking zodat deze verpakking op eenvoudige wijze door de consument uit de winkel getransporteerd kan worden. Dit hengsel kan afneembaar uitgevoerd zijn.

Volgens een bijzondere uitvoering van de uitvinding is het totale oppervlak van 25 de openingen waardoor beworteling plaatsvindt ten minste de helft van het totale oppervlak van de bodem van de houder.

De zijwanden zijn bij voorkeur in hoofdzaak dicht. Deze hebben bij voorkeur een neutrale kleur (groen of bruin) zodat deze niet opvallen in de omgeving waarin de bak geplaatst wordt.

30 Met name waar bollen buiten geplaatst worden en in gebieden waarbij vorst te vrezen valt, is het van belang de bollen tegen vorstschade te beschermen. Dit kan op eenvoudige wijze doordat de consument na het plaatsen van de verpakkingen op de bodem zijdelings naast de verpakkingen wat aarde aanbrengt. Dit kan eveneens 4 verwezenlijkt worden doordat, of het effect daarvan vergroot worden, door de bollen in de houder op afstand van de zijwanden daarvan aan te brengen waardoor tussen de zijwanden en de bollen isolerend substraatmateriaal aanwezig is. Eventueel kan deze afstand vast opgelegd worden door in de zijwanden van de houders aanwezige ribben 5 die als afstandhouder voor de bollen dienen.

Bij voorkeur bestaat de verpakking uit een biologisch afbreekbaar materiaal en meer in het bijzonder uit een biologisch afbreekbare kunststof.

Bij voorkeur worden de bollen in de verpakking op verhoudingsgewijs kleine afstand ten opzichte van elkaar geplaatst. Daarmee kan onder andere het probleem van 10 niet opkomende bollen minder zichtbaar gemaakt worden. Tevens ontstaat daardoor een dichte rij bloemen na opkomst van de bollen. Deze afstand ligt bij voorkeur tussen 0,5 en 3 cm.

De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op een combinatie omvattende een aantal verpakkingen zoals hierboven beschreven, waarbij elk van die 15 verpakkingen voorzien is van koppelmiddelen voor het koppelen met een andere van die verpakkingen.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij tonen:

Fig. 1 schematisch ccn verpakking volgens dc uitvinding in bovenaanzicht in 20 perspectief;

Fig. 2 de verpakking volgens fig. 1 in bovenaanzicht;

Fig. 3 in doorsnede een detail van de verpakking;

Fig. 4 de mogelijkheid van het aaneenschakelen van een combinatie van verpakkingen; en 25 Fig. 5a-d het plaatsen, opgroeien en verwijderen van bollen.

In fig. 1 is met 1 een verpakking volgens de onderhavige uitvinding afgebeeld. Deze bestaat uit een houder 2 die bakvormig uitgevoerd is. Deze is gevuld met bollen 6 waartussen zich substraatmateriaal 16 bevindt. De bollen 6 zijn op een onderlinge afstand b aangebracht die ongeveer 1 cm is. Vanwege de duidelijkheid zijn in het 30 rechterdeel van de verpakking van fig. 1 geen bollen cn/of substraat getekend. Daaruit blijkt dat de bodem 17 van de houder 2 voorzien is van een groot aantal openingen 5. Deze openingen 5 zijn in ieder geval daar aangebracht waar de onderkant van de te plaatsen bollen zich bevinden en bij voorkeur is het dwarsdoorsnedenoppervlak van de 5 doorlaatopening begrensd door alle openingen ten minste ongeveer de helft van het totale oppervlak van de bodem 17. De hoogte van de houder 2 is met a aangegeven. Deze komt ten minste overeen met de hoogte van de bol (zonder uitlopers) en is bijvoorbeeld 8-10 cm. De lengte-breedteafmeting van de houder 2 is naar keuze te 5 bepalen. Als voorbeeld wordt een waarde van 14 x 28 cm gegeven welke het op doelmatige wijze stapelen op een zogenaamde deense kar (veilingwagen) mogelijk maakt. De langszijwanden zijn aangegeven met 4 terwijl de dwarszijwanden met 7 en 8 aangegeven zijn. De dwarszijwand 7 is voorzien van een uitsparing 9 terwijl de daar tegenover liggende dwarszijwand 8 voorzien is van een overeenkomstig uitsteeksel 18. 10 Zoals uit figuur 2 blijkt zijn de bollen steeds in rijen 3 aangebracht in dc houder 2. De zijwanden, hier zijwand 4, kunnen voorzien zijn van een ribbe 10 om de bol 6 op afstand van de zijwand 4 te houden. Daardoor bestaat een aanzienlijke hoeveelheid substraatmateriaal 6 tussen zijwand 4 en bol 6 hetgeen het isolerende vermogen daarvan vergroot zodat de bollen bestand zijn tegen enige vorst alvorens daaraan 15 schade optreedt.

In figuur 4 is een bewortelbare drager zoals het bovenoppervlak van een tuin of een bloempot of bloembak of dergelijke getoond. Verschillende verpakkingen 1 zijn daarop geplaatst waarbij twee aangrenzende verpakkingen 1 met behulp van de hierboven beschreven uitsteeksels 18 en uitsparingen 9 met elkaar gekoppeld zijn tot 20 een stabiel geheel. Uit figuur 4 blijkt een variant van de verpakking die met 21 aangegeven is en een driehoekvormige houder 22 omvat. Daarin zijn op de hierboven beschreven wijze eveneens bollen 6 aangebracht. Op deze wijze kan elke vorm van “slinger”-bollen verkregen worden.

In figuur 5a-d is getoond hoe de verpakking volgens de onderhavige uitvinding 25 gebruikt kan worden. Eventueel is het mogelijk de lange zijwanden 4 van dergelijke uitsteeksels 18 en uitsparingen 9 te voorzien wardoor met name niet de vierkante verpakkingen dwars op elkaar of met andere hoek gepositioneerd kunnen worden.

Na aanschaf van de verpakking 1 respectievelijk 21 kan het beschermfolie 19 verwijderd worden. Eventueel kan aan de bodemzijde 17 ook een niet (niet afgebeeld) 30 beschermfolie aanwezig zijn dat eveneens afgevoerd moet worden. Hetzelfde kan gelden voor een eventueel aanwezig en niet getoond hengsel om de verpakking 1 gemakkelijk te kunnen tillen. Zoals uit figuur 5a blijkt wordt de verpakking met bollen 6 en substraat 16 op een bewortelbaar oppervlak 12 geplaatst. Verdere actie (behalve 6 watergeven) is niet noodzakelijk. De verpakking 1,21 wordt daar geplaatst waar later bloemen gewenst zijn.

Zoals uit figuur 5b blijkt zullen de bollen zich vervolgens op gebruikelijke wijze ontwikkelen. Dat wil zeggen kleine uitlopers 13 ontstaan en in meer versterkte mate 5 ontwikkelen de wortels 14 zich. Deze groeien zowel in het substraat 16 als door de openingen 5. Bij het door de openingen 5 groeien zullen deze wortelen in de bewortelbare drager 12. Daardoor zal de verpakking stevig verankerd raken op het onderoppervlak 12. Vervolgens zullen de windvangende bladeren en bloemen zich ontwikkelen zoals getoond is in figuur 5c en welke met 11 aangegeven zijn. Op dat 10 moment is de verpakking stevig in de bodem 12 verankerd waarbij de stabiliteit van de verpakking nog bevorderd wordt door de koppeling met andere verpakkingen 1,21.

Figuur 5d toont de toestand waarin de bollen uitgebloeid zijn. Door gebruik van een mes 15 of eenvoudig optillen van de verpakking 1,21 van de bollen 12 kan deze verwijderd worden waarbij de wortels hetzij loskomen hetzij afbreken. Daarna kan de 15 verpakking met uitgebloeide bollen afgevoerd worden.

Uit het bovenstaande blijkt dat de consument slechts twee eenvoudige handelingen dient te verrichten voor het verkrijgen van bloeiende bollen. De eerste stap is het op de gewenste plaats neerzetten van een verpakking volgens de onderhavige uitvinding op een bcwortclbaar oppervlak en de tweede stap is het verwijderen van de 20 verpakking inclusief de uitgebloeide bollen.

Ten opzichte van de stand der techniek worden de hierboven beschreven aanzienlijke gemaksvoordelen verkregen.

Na het lezen van het bovenstaande zullen bij degenen bekwaam in de stand der techniek dadelijk varianten opkomen die voor de hand liggend zijn na het bovenstaande 25 en liggen binnen het bereik van de bijgaande conclusies.

Bovendien worden uitdrukkelijk rechten gevraagd voor varianten die liggen binnen het bereik van de volgconclusies zonder combinatie met de onafhankelijke conclusies.

Claims (17)

1. Verpakking (1,21) voor bollen (6), omvattende een houder (2,22), waarin ten minste twee als een rij (3) aangebrachte bollen (3) geplaatst zijn, waarbij de hoogte 5 (a) van de houder (2,22) ten minste met de hoogte van de bollen (6) overeenkomt, de houder om de bollen met substraat (16) gevuld is en de bodem (17) van de houder (2,22) van een aantal openingen (5) voorzien is, waarbij het aantal en de grootte van die openingen (5) zodanig is, dat wortelontwikkeling daar doorheen mogelijk is. 10

2. Verpakking volgens conclusie 1, waarbij die openingen (5) zodanig op de afmetingen en de overige eigenschappen van dat substraat (16) afgestemd zijn, dat dat substraat daar niet doorheen beweegt

3. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het totale oppervlak van die opening ten minste de helft van het totale oppervlak van de bodem van de houder omvat.

4. Verpakking volgens een van dc voorgaande conclusies, waarbij die zijwanden in 20 hoofdzaak dicht zijn.

5. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een van die zijwanden van een ribbe (10) voorzien is voor het op afstand houden van die bollen (6) van die zijwand. 25

6. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die houder uit een biologisch afbreekbare kunststof bestaat.

7. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van een 3. verwij derbaar fo lie (19).

8. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende een verwijderbaar hengsel.

9. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, voorzien van verwijderbare informatie.

10. Verpakking volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand (b) tussen aangrenzende bollen (6) ligt tussen 0,5 en 3 cm.

11. Combinatie omvattende een aantal verpakkingen (1,21) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij elk van die verpakkingen voorzien is van 10 koppclmiddclcn (18,19) voor het koppelen met een andere van die verpakkingen (21,1).

12. Combinatie volgens conclusie 10, waarbij de uitwendige vorm in bovenaanzicht van twee aangrenzende verpakkingen (1,21) verschillend is. 15

13. Werkwijze voor het opkweken van bollen (6) omvattende het voorzien in een met bollen gevulde houder (2,22) waarbij in die houder substraat (16) om die bollen heen is aangebracht, en die houder voorzien is van een doorwortelbare bodem (17), het plaatsen van die houder op ccn bcwortclbaar opperv lak (12) en het vanuit die 20 houder in dat oppervlak bewortelen van die bollen.

14. Werkwijze volgens conclusie 13, omvattende het aaneen schakelen van een reeks houders.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij die houders aan elkaar bevestigd zijn.

16. Werkwijze volgens conclusie 13-15, waarbij na het opkweken van die bollen, die houders van dat bewortelbare oppervlak verwijderd worden.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij dat verwijderen snijden/steken omvat.