NL2001154C2 - Tractorwiel. - Google Patents

Description

Tractorwiel

De uitvinding heeft betrekking op een tractorwiel op de velgen waarvan een luchtband monteerbaar is.

5 Een dergelijk tractorwiel is bekend uit de praktijk van de land- en tuinbouw, bijvoorbeeld de bollenkweek. Tijdens het bewerken van het bollenland worden in de praktijk de bollen in bedden geplaatst met een variabele breedte. In verband met deze variabele breedte dient van tijd tot tijd ook de spoorbreedte 10 van de bij de bewerking te gebruiken tractoren aangepast te worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat de spoorbreedte van de trac-torwielen gevarieerd moet kunnen worden tussen 1,50 m en 1,80 m. In de praktijk worden daartoe aangepaste velgen gemonteerd, hetgeen betekent dat telkenmale wanneer een omstelling van de 15 spoorbreedte dient plaats te vinden productieve arbeidstijd verloren gaat in verband met het demonteren van een eerste type velgen met een eerste breedtemaat en het monteren van een tweede type velgen met een tweede breedtemaat. Niet alleen is hiermee veel omsteltijd gemoeid die ten koste gaat van de arbeidsproduc-20 tiviteit, tevens betreft, dit een relatief zware arbeidsinspanning waarbij onder andere in verband met de veiligheid twee personen nodig zijn om de omstelling uit te voeren.

Met de uitvinding is beoogd een alternatief te verschaffen voor het bekende tractorwiel zodanig dat een omstelling 25 van een eerste spoorbreedtemaat naar een tweede spoorbreedtemaat door één persoon kan worden uitgevoerd en waarbij het niet nodig is om het tractorwiel te verwisselen.

Het tractorwiel volgens de uitvinding wordt daartoe gekenmerkt door of meer van de aangehechte octrooiconclusies.

30 In essentie is het tractorwiel volgens de uitvinding erdoor gekenmerkt dat de velg een binnenvelgwand en een buiten-velgwand omvat, die naast elkaar verlopen, alsmede een centraal gepositioneerde montageplaat die verstelbaar is tussen de binnenvelgwand en de buitenvelgwand. De montageplaat is daarbij ge-35 plaatst op de wielas van de tractor. De omstelling tussen de spoorbreedtematen kan op deze wijze eenvoudig verlopen door de montageplaat ofwel te monteren op de binnenvelgwand ofwel op de buitenvelgwand. De afstand tussen de binnenvelgwand en de buitenvelgwand komt daarbij overeen met de gewenste breedteverstel-40 ling.

De eenvoud en het gemak van de omstelling van het tractorwiel volgens de uitvinding is ermee gebaat dat tussen de bin- 2 nenvelgwand en de buitenvelgwand glijlagers verlopen waarlangs de montageplaat verstelbaar is.

Teneinde een veilige en effectieve montage van het tractorwiel in de gewenste spoorbreedtemaat mogelijk te maken is 5 het gewenst dat de binnenvelgwand, de buitenvelgwand en de montageplaat voorzien zijn van voor onderlinge samenwerking ingerichte bouten en boutgaten voor het vastzetten van de montageplaat op de binnenvelgwand respectievelijk de buitenvelgwand.

De uitvinding zal in het navolgende verder worden toe-10 gelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en onder verwijzing naar de tekening.

In de tekening toont een enkele figuur 1 zeer schematisch in doorsnede een tractorwiel volgens de uitvinding in een mogelijke uitvoeringsvorm.

15 Uitdrukkelijk moet worden begrepen dat dit uitvoerings voorbeeld uitsluitend de strekking heeft om de aangehechte oc-trooiconclusies waar nodig te verduidelijken zonder dat deze oc-trooiconclusies noodzakelijk beperkt geacht moeten worden tot het getoonde uitvoeringsvoorbeeld.

20 Figuur 1 toont in dwarsdoorsnede een tractorwiel 1, welke een velg 2 omvat waarop een luchtband 3 monteerbaar is.

Overeenkomstig de uitvinding heeft deze velg 2 een binnenvelgwand 4 en een buitenvelgwand 5 die naast elkaar verlopen. Verder is voorzien in een centraal gepositioneerde montageplaat 25 6 die op een as van de tractor gemonteerd dient te worden en die verstelbaar is tussen de binnenvelgwand 4 en de buitenvelgwand 5.

Ten behoeve van de zojuist bedoelde verstelling van de montageplaat 6 tussen de binnenvelgwand 4 en de buitenvelgwand 5 30 is daartoe voorzien in glijlagers 7 die verlopen tussen genoemde binnenvelgwand 4 en buitenveldwand 5 en waarlangs de montageplaat 6 verstelbaar is.

Verder toont figuur 1 dat de montageplaat 6 voorzien is van bouten 8 die kunnen reiken door in de buitenvelgwand 5 aan-35 gebrachte boutgaten 9 teneinde dat de montageplaat 6 na beweging daarvan in de richting van pijl A op de buitenvelgwand 5 gemonteerd kan worden.

Op overeenkomstige wijze kan na verplaatsing van de montageplaat 6 in de richting van pijl B deze montageplaat 6 op 40 de binnenvelgwand 4 gemonteerd worden. Hiertoe is de binnenvelgwand 4 voorzien van bouten 10 die kunnen reiken door boutgaten 11 in de montageplaat 6.

3

Het zal duidelijk zijn dat wanneer de montageplaat 6 op de binnenvelgwand 4 is geplaatst, de spoorbreedte tussen het tractorwiel 1 ten opzichte van het overeenkomstige tractorwiel dat zich aan de andere zijde van de tractor op dezelfde as be-5 vindt, vergroot is ten opzichte van de situatie dat de montageplaat 6 gemonteerd is op de buitenvelgwand 5. Hierbij is aangenomen dat de tractor zich aan de zijde van de binnenvelgwand 4 bevindt.

Claims (3)

1. Tractorwiel (1) omvattende een velg (2) waarop een luchtband (3) monteerbaar is, met het kenmerk, dat de velg een binnenvelgwand (4) en een buitenvelgwand (5) omvat die naast el- 5 kaar verlopen, alsmede eer. centraal gepositioneerde montageplaat (6) die verstelbaar is tussen de binnenvelgwand (4) en de buitenvelgwand (5) .

2. Tractorwiel (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de binnenvelgwand (4) en de buitenvelgband (5) 10 glijlagers (7) verlopen waarlangs de montageplaat (6) verstelbaar is.

3. Tractorwiel (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de binnenvelgwand (4), de buitenvelgwand (5) en de montageplaat (6) voorzien zijn van voor onderlinge samenwerking 15 ingerichte bouten (8, 10) en boutgaten (9, 11) voor het vastzetten van de montageplaat (6) op de binnenvelgwand (4) respectievelijk de buitenvelgwand (5).