NL2000719C2 - Werkwijze en inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden. Download PDFInfo
- Publication number
- NL2000719C2 NL2000719C2 NL2000719A NL2000719A NL2000719C2 NL 2000719 C2 NL2000719 C2 NL 2000719C2 NL 2000719 A NL2000719 A NL 2000719A NL 2000719 A NL2000719 A NL 2000719A NL 2000719 C2 NL2000719 C2 NL 2000719C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- seeds
- liquid
- during step
- drying
- priming
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C1/00—Apparatus, or methods of use thereof, for testing or treating seed, roots, or the like, prior to sowing or planting
- A01C1/02—Germinating apparatus; Determining germination capacity of seeds or the like
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Physiology (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Pretreatment Of Seeds And Plants (AREA)
Description
Werkwijze en inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het behandelen van plantaardige zaden. De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het behandelen van 5 plantaardige zaden door toepassing van een dergelijke werkwijze.
In de intensieve landbouw is het van belang te voorzien in hoogwaardige zaden met een goede, snelle en uniforme kieming. Om de zaadkwaliteit in deze opzichten te verbeteren wordt zaad, dat in droge toestand nauwelijks metabolische activiteit vertoont, en aldus 10 in rust is, geactiveerd (tevens aangeduid als "priming") door het zaad bijvoorbeeld met water te behandelen. Hierdoor wordt de rust onderbroken en de kieming gestimuleerd. Door de behandeling neemt het zaad water op (imbibitie), waardoor in het zaad van buiten af gezien niet waarneembare kiemprocessen aanvangen. De behandeling met water brengt echter een groot risico met zich mee, dat de zaden daadwerkelijk gaan 15 kiemen (dat wil zeggen, dat de wortelpunt door het pericarp dringt). Er dient echter naar te worden gestreefd, dat de waterbehandeling juist voor het kiemingsmoment wordt onderbroken zodat kieming niet optreedt. Na de behandeling kunnen de zaden worden gezaaid, of worden gedroogd (gedehydrateerd). Gebleken is dat de voorbehandelde, gedehydrateerde zaden een hoge mate van kiemingssynchroniciteit vertonen, wanneer 20 deze worden uitgezaaid, en bovendien in deze droge toestand goed houdbaar zijn.
Veelal worden zouten, zoals bijvoorbeeld NaOCl, aan het water toegevoegd om de zaden te ontsmetten door micro-organismen op en in de zaden te doden, teneinde de gezondheid van de zaden te verduurzamen. Optioneel vindt daarbij tevens een temperatuurbehandeling (pasteurisatie) plaats die tevens is bedoeld voor het kunnen 25 doden van zich op of in de zaden bevindende micro-organismen te doden. Echter, deze pasteurisatie resulteert veelal in een slechtere kieming van de zaden, waardoor deze stap doorgaans minder geschikt is voor het ontsmetten van de zaden. De bekende behandelmethode heeft meerdere nadelen. Een belangrijk nadeel van de bekende werkwijze is dat het wasproces slechts in beperkte mate effectief is, doordat het 30 wasproces slechts geschikt is voor het verwijderen van (een deel van de) micro- organismen. De om en tussen de zaden aanwezige natuurlijke fysische en fysiologische barrières die wateropname door de zaden belemmeren worden daarbij niet of nauwelijks verwijderd door toepassing van het bekende wasproces. De blijvende aanwezigheid van deze barrières belemmert aldus, ook na wassing van de zaden, wateropname door de 2 zaden, en daarmee kiemvorming in de zaden. Bovendien zullen door de aanwezigheid van deze natuurlijke barrières doorgaans niet alle zich in de zaden bevindende ziekteverwekkers (micro-organismen) en contraproductieve actieve stoffen, zoals bijvoorbeeld bepaalde hormonen, zullen worden uitgespoeld tijdens het bekende 5 wasproces, hetgeen afbreuk doet aan de germinatiecapaciteit (kiemkracht) van de zaden, en daarmee aan de zaadkwaliteit.
De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde werkwijze voor het behandelen van zaden, met behulp waarvan zaden met een verbeterde zaadkwaliteit 10 kunnen worden verkregen.
De uitvinding verschaft daartoe een werkwijze van het in aanhef genoemde type, omvattende de stappen: A) het gedurende een tijdsduur bevochtigen van plantaardige zaden met een zout omvattende waterige vloeistof, welke vloeistof een pH heeft die is 15 gelegen tussen 8 en 13, en B) het gedurende een tijdsduur drogen van de tijdens stap A) bevochtigde zaden. De gebruikte spoelvloeistof is basisch en heeft in het bijzonder een pH die is gelegen tussen 8 en 13, teneinde de fysische en fysiologische barrières tussen, op en in de zaden te kunnen oplossen, of althans te kunnen verwijderen. Eén van de barrières wordt daarbij gevormd door fenol, een component die kan worden verwijderd 20 met behulp van een spoelvloeistof met een pH van circa 9. Andere componenten die tevens kunnen worden beschouwd als barrière voor opname van water door de zaden, zijn lignine en cellulose, welke componenten kunnen worden verwijderd met behulp van een spoelvloeistof met een pH die bij voorkeur is gelegen boven 9. Doordat de fysische en fysiologische barrières in hoofdzaak kunnen worden verwijderd door 25 toepassing van de basische spoelvloeistof, kunnen zich in de zaden bevindende micro-organismen en contraproductieve actieve stoffen, zoals bijvoorbeeld hormonen, tevens relatief effectief worden verwijderd uit de zaden. Naast voldoende basiciteit van de waterige spoelvloeistof is de tijdens stap A) toegepaste spoelvloeistof voorzien van een althans ten minste gedeeltelijk opgelost zout, teneinde de osmotische potentiaal van de 30 spoelvloeistof voldoende laag te houden. Door de osmotische potentiaal van de spoelvloeistof voldoende laag te houden zal het zoutgehalte in de zaden relatief eenvoudig op peil kunnen worden gehouden. Echter, de osmotische potentiaal van de spoelvloeistof dient daarbij echter bij voorkeur tevens voldoende hoog te zijn om uitdroging van de zaden te kunnen tegengaan. Door toepassing van de zoute, basische 3 spoelvloeistof kunnen de plantaardige zaden op relatief effectieve en efficiënte wijze worden gewassen, hetgeen de zaadkwaliteit ten goede komt, waardoor een betere kieming (germinatie) mogelijk wordt gemaakt. In het bijzonder bestaat de vloeistof voor circa 90% of meer uit water. Ofschoon de werkwijze in principe geschikt is om de 5 zaden met elke willekeurige vloeistof voor te behandelen, vindt de voorbehandeling doorgaans met water plaats. Deze wasvloeistof kan eveneens aanvullende stoffen, zoals mineralen, hormonen, pesticiden, stimulantia en/of micro-nutriënten bevatten. Middels de werkwijze overeenkomstig de uitvinding kunnen alle soorten fenolen en directe derivaten daarvan worden verwijderd van de zaden. De uitvinding is dus niet slechts 10 beperkt tot het verwijderen van fenylalcohol (benzenol) van de zaden.
Bij voorkeur wordt het wasproces overeenkomstig stap A) verricht met een spoelvloeistof met een temperatuur die is gelegen tussen 2 en 55° Celsius, bij nadere voorkeur tussen 2° Celsius en kamertemperatuur (tussen 15 en 30° Celsius, afhankelijk 15 van het heersende klimaat), en in een bijzondere voorkeursuitvoering tussen 3 en 8° Celsius. Bij deze relatief lage temperaturen kan enerzijds een bevredigende wassing en bevochtiging van de zaden worden gerealiseerd, en kan anderzijds (vroegtijdige en overmatige) kieming van de zaden worden tegengegaan. De optimale temperatuur hangt af van de aard van de te wassen zaden. De wassing en bevochtiging kan tevens 20 geschieden bij hogere of lagere temperaturen dan voomoemde temperaturen, echter doorgaans zal bij deze hogere of lagere temperaturen een minder effectieve wassing en bevochtiging kunnen worden gerealiseerd, en/of een vroegtijdige kieming plaatsvinden. Bij temperaturen van boven 40° Celsius kunnen echter problemen optreden, daar niet alle soorten zaad bestand zijn tegen dergelijke hoge temperaturen. Bij temperaturen 25 tussen 45 en 55° Celsius zal pasteurisatie van de zaden optreden, waardoor zich op of in de zaden bevindende micro-organismen doorgaans zullen worden gedood, hetgeen in bepaalde situaties voordelig kan zijn.
In een voorkeursuitvoering worden de zaden tijdens stap A) bevochtigd tot een 30 vochtgehalte dat is gelegen tussen 30 en 60 massapnocent van de zaden. Door de zaden te bevochtigen tot de zaden een dergelijk vochtgehalte hebben bereikt, kan de ontwikkeling van de zaden, en in het bijzonder het kiemproces in de zaden, worden geoptimaliseerd. Het meeste ideale vochtgehalte van de zaden hangt af van de aard van de zaden, en zal veelal per zaadsoort verschillend zijn. De tijdsduur die benodigd is 4 voor het voldoende kunnen bevochtigen van de zaden hangt tevens af van de zaadsoort, doch zal doorgaans zijn gelegen tussen 1 uur en 24 uur. Teneinde het was- en bevochtigingsproces van de zaden overeenkomstig stap A) te kunnen optimaliseren, zullen de zaden tijdens stap A) bij voorkeur in beweging worden gehouden. Op deze 5 wijze kan een homogene en volledige wassing en bevochtiging van de zadenmassa plaatsvinden, hetgeen de uiteindelijke zaadkwaliteit ten goede komt. Het tijdens stap A) in beweging houden van de zaden hoeft niet per definitie continu te zijn, maar kan tevens discontinu (onderbroken) zijn. Tevens kunnen de verplaatsingsrichting en/of de verplaatsingssnelheid van de zaden tijdens het uitvoeren van stap A) worden gewijzigd.
10
Uit onderzoek is gebleken dat 1 kg zaden gemiddeld circa 1 kg vloeistof kan absorberen. Derhalve is het voordelig ingeval de verhouding tussen het gewicht van de zaden en het gewicht van de tijdens stap A) met de zaden in contact gebrachte vloeistof is gelegen tussen 1:3 en 1:20, bij voorkeur tussen 1:6 en 1:10, waardoor een overmaat 15 aan vloeistof gewaarborgd is. Gebleken is dat de verhoudingen 1:6 en 1:10 praktisch en efficiënt zijn om tot een bevredigende wassing en bevochtiging van de zaden te kunnen komen. Een grotere overmaat aan vloeistof, zoals bijvoorbeeld 1:50, zou weliswaar tevens tot een bevredigend wasproces kunnen leiden, doch in dit geval is de vloeistofovermaat zodanig groot, dat een dergelijke overmaat minder efficiënt is, en 20 derhalve veelal ongewenst is.
Het zoutgehalte in de waterige vloeistof is bij voorkeur gelegen tussen 0,05 en 0,5 massaprocent om de osmotische potentiaal voldoende laag te houden, zodat het ionengehalte, in het bijzonder het kaliumgehalte, in de zaden op peil kan worden 25 gehouden. Bovendien zal de vloeistof met een zoutgehalte dat valt binnen voomoemd bereik een voldoende hoge osmotische potentiaal hebben om bevochtiging van de zaden te kunnen realiseren en om uitdroging van de zaden te kunnen tegengaan. Hogere concentraties, zoals bijvoorbeeld 10 massaprocent, zijn tevens denkbaar, doch dit is vanuit economisch oogpunt veelal minder gunstig. Bij voorkeur omvat de vloeistof ten 30 minste één kaliumzout. Kaliumzouten lossen doorgaans goed op in de waterige vloeistof, waarbij kalium van bijzonder belang is voor de ontwikkeling en kwaliteit van de zaden. Door de zaden de kaliumhoudende vloeistof te laten absorberen kan de uiteindelijke kiemkracht van de zaden verdergaand worden verbeterd. In een bijzondere voorkeursuitvoering omvat de vloeistof K3PO4. Het goed oplosbare zout K3PO4 is 5 enerzijds kaliumrijk en zorgt anderzijds vanwege de aanwezige fosfaatgroep voor voldoende basiciteit om de pH van de vloeistof te kunnen houden tussen 9 en 13. Aldus behoeft geen aanvullende base of basisch zout te worden toegevoegd aan de waterige vloeistof om de pH te kunnen houden tussen 9 en 13. Doorgaans zal de pH van de 5 vloeistof tijdens het uitvoeren van stap A) evenwel enigszins dalen als gevolg van uit de zaden vrijkomende zuren, zoals bijvoorbeeld de fenol. Echter, door een overmaat aan vloeistof toe te passen kan deze pH-daling relatief beperkt worden gehouden. Ingeval K3PO4 wordt toegepast, dan acteert dit zout tevens als een buffer om de pH min of meer constant in het basische gebied te kunnen houden. Het is tevens denkbaar om andere 10 zouten of een combinatie van zouten toe te passen voor het verrijken van de vloeistof om deze basisch te maken en/of te voorzien van voor de zaden gunstige ionen, waardoor weglekker van deze ionen uit de zaden kan worden tegengegaan. Naast kaliumionen is het bekend dat ionen van natrium, calcium, magnesium, chloor, en fosfaten en sulfaten kunnen weglekken uit levensvatbare zaden. Voorbeelden van andere in de vloeistof 15 toepasbare zouten zijn: K2HPO4, KOH, Na3P04, Na2HPC>4, (NH4)3P04, (NK^HPC^, Na2C03, NaHC03, K2SO4, en KHSO4. Varianten of andere zouten kunnen tevens worden toegepast, waarbij doorgaans rekening zal moeten worden gehouden dat neerslagvorming in de wasvloeistof zal wordt voorkomen, of althans zal wordt tegengegaan.
20
Het is bijzonder voordelig gebleken om de vloeistof in contact gebrachte zaden tijdens stap A) ten minste tijdelijk te onderwerpen aan ultrasone trillingen. Dit zijn doorgaans trillingen die een frequentie bezitten van boven 18000 Hz. Door de zaden te onderwerpen aan ultrasone trillingen kan het wasproces van de zaden veelal effectiever 25 worden gemaakt, doordat fenolen en soortgelijke (bindende) componenten kunnen worden los getrild van de zaden, hetgeen de wassing van de zaden doorgaans aanzienlijk kan verbeteren. De zaden kunnen gedurende het gehele wasproces (permanent) worden onderworpen aan de ultrasone trillingen, doch het is tevens denkbaar dat dit tijdelijk of bijvoorbeeld pulserend geschiedt. Elektromagnetische 30 straling met andere frequenties kan tevens worden toegepast, doch doorgaans zal dit minder efficiënt zijn dan ingeval ultrasone golven worden toegepast voor het bestralen van de zaden.
6
In een voorkeursuitvoering worden de zaden tijdens stap B) gedroogd tot een vochtgehalte dat is gelegen tussen 20 en 45 massaprocent van de zaden, waarbij het meest optimale vochtgehalte afhangt van de zaadsoort. Bij voorkeur is het uiteindelijke vochtgehalte van de zaden na droging daarbij lager dan het vochtgehalte dat de zaden 5 zullen bereiken tijdens een eventueel (en doorgaans toegepast) opvolgend activatieproces (“primen”).
Het drogen kan op actieve, geforceerde wijze dan wel op passieve, natuurlijke wijze plaatsvinden. Bij het op passieve wijze drogen van de zaden, zullen de zaden onder 10 atmosferische omstandigheden worden geconserveerd, waardoor het vochtgehalte van de zaden geleidelijk zal afnemen. Echter, bij voorkeur wordt het vochtgehalte op meer geforceerde wijze gereduceerd, teneinde de tijdsduur van het droogproces beperkt te kunnen houden. Bij voorkeur worden de zaden tijdens stap B) daarbij gedroogd in een klimaat met een temperatuur van tussen 20 en 40° Celsius. Droging bij hogere 15 temperaturen is veelal niet gewenst, doordat alsdan schade kan optreden in de zaden, hetgeen de germinatiecapaciteit van de zaden veelal negatief zal beïnvloeden, tenzij het drogen bij hogere temperaturen op bijzonder gecontroleerde wijze geschiedt, waardoor bewust een zogenaamde “heat shock” bij de zaden wordt gecreëerd, waarbij voordelige proteïnen in de zaden worden aangemaakt. Droging bij lagere temperaturen dan 20° 20 Celsius is mogelijk, doch dit is doorgaans relatief traag en derhalve minder gunstig.
Tevens is het denkbaar dat de zaden tijdens stap B) worden gedroogd in een klimaat met een relatieve (lage) luchtvochtigheid van tussen 20 en 45%, hetgeen droging van de zaden tevens stimuleert. Het drogen bij luchtvochtigheden lager dan 20%, zoals bijvoorbeeld 15%, is doorgaans ongewenst, doordat dit resulteert in een excessieve 25 droging, waarbij de waterbehoevende celmembranen van de zaden veelal zullen worden beschadigd. Tijdens droging van de zaden kan het voordelig zijn om de zaden continu dan wel discontinu in beweging te houden, teneinde een homogene en relatief snelle droging van de zaden te kunnen effectueren. Droging van de zaden kan tevens worden gerealiseerd door de zaden in contact te brengen met een absorberende substantie, zoals 30 bijvoorbeeld silicagel. Doch veelal is een dergelijk droogproces relatief traag.
In een alternatieve voorkeursuitvoering wordt de was- en droogcyclus volgens stappen A) en B) ten minste éénmalig herhaald, hetgeen de kwaliteit van de zaden verdergaand kan doen verbeteren. Aldus zullen de zaden, na een eerste droging van de zaden 7 overeenkomstig stap B), opnieuw worden gewassen en worden bevochtigd overeenkomstig stap A), waarna de zaden opnieuw zullen worden gedroogd overeenkomstig de stap B).
5 Bij voorkeur omvat de werkwijze tevens stap C), omvattende het, opvolgend op het drogen van de zaden overeenkomstig stap B), primen van de zaden. Op deze wijze kunnen de zaden, en in het bijzonder de kiemkracht daarvan, op gecontroleerde wijze verder worden ontwikkeld zonder dat daarbij (substantiële) kieming optreedt. Tijdens het primen worden de zaden in contact gebracht met een substantie, veelal een vloeistof, 10 met een relatief hoge osmotische potentiaal, waardoor gecontroleerde hydratatie van de zaden zal optreden. In een voorkeursuitvoering geschiedt het primen van de zaden tijdens stap C) geschiedt middels ten minste één van de volgende technieken: osmotisch primen, hydroprimen, en/of matrixprimen (“solid-matrix priming”). Voomoemde technieken zijn reeds enkele decennia bekend in de markt. Bij osmotisch primen worden 15 de zaden in contact gebracht met een in water opgeloste osmotisch actieve substantie, zoals bijvoorbeeld een zout of polyethylene glycol om de opname van water door de zaden op gecontroleerde wijze te kunnen laten verlopen. Veelal wordt middels omotisch primen tevens een zeker waseffect gerealiseerd. Deze methode wordt tevens veelal aangeduid als “osmopriming”. Bij hydroprimen worden de zaden in contact gebracht 20 met water, in het bijzonder waterdamp, een waterfilm, of een overmaat aan water. Een bijzondere uitvoeringsvorm van hydropriming is trommelprimen (“drum priming”), waarbij de zaden worden aangebracht in een geperforeerde trommel en aldaar in contact worden gebracht met waterdamp. Bij matrixprimen wordt gebruik gemaakt van een waterabsorberende drager, zoals bijvoorbeeld klei of koolstof, die vervolgens in contact 25 wordt gebracht met de zaden, waarna imbibitie van water door de zaden kan plaatsvinden. Ongeacht de techniek die wordt toegepast voor het primen van de zaden, zullen de zaden zo snel mogelijk geplant dienen te worden na toepassing van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding. Ingeval de behandelde zaden niet worden geplant zullen deze doorgaans een beperkte levensduur bezitten ten opzichte van 30 onbehandelde zaden, tenzij de zaden worden gedroogd (gedehydrateerd). Voor een optimale priming zijn doorgaans voldoende wateropname, het zuurstofgehalte, en een optimaal temperatuurbereik van groot belang. Tevens kunnen tijdens het primen hormonen, chemicaliën, zoals bijvoorbeeld zouten, worden toegevoerd aan de zaden. Eventueel kunnen de zaden extra worden belicht.
8
De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden door toepassing van de werkwijze overeenkomstig de uitvinding, omvattende: een bevochtigingskamer voor het bevochtigen van de zaden met een zout 5 omvattende waterige vloeistof, welke vloeistof een pH heeft die is gelegen tussen 8 en 13, en een droogkamer voor het na bevochtiging van de zaden drogen van de zaden. De bevochtigingskamer en de droogkamer kunnen daarbij onderling geïntegreerd zijn, waarbij bij voorkeur een geperforeerde trommel wordt toegepast. Optioneel omvat de inrichting tevens een activeringskamer voor het primen van de zaden. Het primen van 10 de zaden kan daarbij tevens plaatsvinden in de geperforeerde trommel, waardoor de volledige werkwijze overeenkomstig de uitvinding kan worden uitgevoerd in een enkel compartiment, in het bijzonder een geperforeerde trommel. Het moge duidelijk zijn dat het tevens denkbaar is om voor elke behandelstap (bevochtigen, drogen, activeren) een verschillende kamer toe te passen, welke kamers onderling met elkaar zijn verbonden.
15 Voordelen en de werking van de inrichting overeenkomstig de uitvinding zijn reeds in het voorgaande op uitvoerige wijze beschreven.
De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van het tweetal navolgende niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden, waarin wordt verwezen naar de bijgesloten tabellen 20 en figuren. Hierin toont: tabel 1 een overzicht van kiemingspercentages van venkelzaden in de loop van de tijd, waarbij de venkelzaden op verschillende wijzen behandeld zijn, figuur la een op tabel 1 gebaseerde grafische weergave van kiemingspercentages van venkelzaden in de loop van de tijd, 25 figuur lb een op tabel 1 gebaseerde grafische weergave van de kwaliteitsverdeling van de venkelzaden na verloop van zeven dagen, en tabel 2 een overzicht van kiemingspercentages van suikerbietzaden in de loop van de tijd, waarbij verschillende monsters van de suikerbietzaden op verschillende wijzen zijn behandeld.
30
Tabel 1 toont een overzicht van kiemingspercentages van venkelzaden in de loop van de tijd, waarbij de venkelzaden op verschillende wijzen behandeld zijn. In tabel 1 is getoond dat verschillende fracties van eenzelfde venkelzadenmonster A op verschillende wijze zijn behandeld, waarbij één fractie onbehandeld is gebleven.
9
Overige fracties zijn respectievelijk chemisch gewassen, chemisch gewassen en opvolgend geprimed, en direct (ongewassen) geprimed. Het chemisch wassen geschiedt daarbij volgens de methode overeenkomstig de uitvinding. Het kiemingspercentage van de zaden is in de loop van de tijd in dagen weergegeven. Daarbij is bijvoorbeeld 5 zichtbaar dat na verloop van twee dagen 28% van de chemisch gewassen zaden gekiemd (ontkiemd) was, onderwijl slechts 16% van de onbehandelde zaden gekiemd was, waardoor de voordelige werking van het chemisch wassen zichtbaar is. Een substantiële verbetering treedt op ingeval de zaden na het chemisch wassen tevens werden geprimed, waardoor na verloop van twee dagen reeds 88% van de zaden 10 gekiemd waren. De kiemingspercentages van de verschillende fracties als functie van de tijd zijn tevens weergegeven in figuur la. In het rechterdeel van tabel 1 is de kwaliteitsverdeling aangegeven van de na zeven dagen gekiemde zaden. Daarbij is bijvoorbeeld zichtbaar dat van de 94% gekiemde zaden die zowel gewassen als geprimed zijn, 92% kwalitatief goed werd bevonden en 2% kwalitatief onvoldoende 15 werd bevonden. Een percentage van 6% van deze zadenfractie is aldus niet tot kieming gekomen. Deze kwaliteitsverdeling is grafisch weergegeven in figuur lb. Duidelijk zichtbaar is dat het chemisch wassen de kwaliteit van de venkelzaden ten goede komt, en dat een substantiële kwaliteitsverbetering zichtbaar is ingeval de venkelzaden zowel worden gewassen alsook worden geprimed. Tevens is zichtbaar in tabel 1 en figuur lb 20 dat het aantal gekiemde zaden toeneemt ingeval de methode overeenkomstig de uitvinding wordt toegepast.
Tabel 2 toont een overzicht van kiemingspercentages van suikerbietzaden in de loop van de tijd, waarbij verschillende monsters A-H van de suikerbietzaden op 25 verschillende wijzen zijn behandeld. De interpretatie van waarden uit tabel 2 geschiedt op overeenkomstige wijze als de interpretatie van waarden uit tabel 1. Wederom is duidelijk zichtbaar dat het chemisch wassen overeenkomstig de uitvinding een positief effect heeft op het kiemgedrag van de zaden, en in het bijzonder op het aantal kiemende zaden en de kwaliteit van de kiemende zaden. Bijzondere verbeteringen treden op 30 ingeval het gewassen zaad opvolgend wordt geprimed (zie monsters A-D). Ingeval de volgorde van het wassen en het primen wordt omgekeerd, waarbij de zaden vooreerst worden geprimed alvorens deze worden gewassen (zie monsters E-H), kunnen tevens aanzienlijke verbeteringen in het kiemgedrag worden waargenomen. Het primen, 10 wassen en wederom primen is tevens gunstig voor zowel het aantal kiemende zaden alsook de zaadkwaliteit (zie monsters E-H).
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en 5 beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.
Claims (21)
1. Werkwijze voor het behandelen van plantaardige zaden, omvattende de stappen: A) het gedurende een tijdsduur bevochtigen van plantaardige zaden met een zout 5 omvattende waterige vloeistof, welke vloeistof een pH heeft die is gelegen tussen 8 en 13, en B) het gedurende een tijdsduur drogen van de tijdens stap A) bevochtigde zaden.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de temperatuur van de 10 vloeistof is gelegen tussen 3 en 10° Celsius.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zaden tijdens stap A) worden bevochtigd tot een vochtgehalte dat is gelegen tussen 30 en 60 massaprocent van de zaden. 15
4. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zaden tijdens stap A) in beweging worden gehouden.
5. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 20 verhouding tussen het gewicht van de zaden en het gewicht van de tijdens stap A) met de zaden in contact gebrachte vloeistof is gelegen tussen 1:3 en 1:50.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tijdsduur waarin de zaden tijdens stap A) in contact worden gebracht met de vloeistof is 25 gelegen tussen 1 en 24 uur.
7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zoutgehalte in de waterige vloeistof is gelegen tussen 0,05 en 0,5 massaprocent.
8. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de vloeistof ten minste één kaliumzout omvat.
9. Werkwijze volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vloeistof K3PO4 omvat.
10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de met de vloeistof in contact gebrachte zaden tijdens stap A) ten minste tijdelijk worden onderworpen aan ultrasone trillingen.
11. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zaden tijdens stap B) worden gedroogd tot een vochtgehalte dat is gelegen tussen 20 en 45 massaprocent van de zaden.
12. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 10 zaden tijdens stap B) worden gedroogd in een klimaat met een temperatuur van tussen 20 en 40° Celsius.
13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zaden tijdens stap B) worden gedroogd in een klimaat met een relatieve 15 luchtvochtigheid van tussen 15 en 45%.
14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zaden tijdens stap B) in beweging worden gehouden.
15. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat, na uitvoering van stap A) en stap B), stap A) en stap B) ten minste één maal nogmaals worden uitgevoerd.
16. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 25 werkwijze tevens omvat stap C), omvattende het, opvolgend op het drogen van de zaden overeenkomstig stap B), primen van de zaden.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het primen van de zaden tijdens stap C) geschiedt middels ten minste één van de volgende technieken: osmotisch 30 primen, hydroprimen, en/of matrixprimen.
18. Inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden door toepassing van de werkwijze volgens een der conclusies 1-17, omvattende: een bevochtigingskamer voor het bevochtigen van de zaden met een zout omvattende waterige vloeistof, welke vloeistof een pH heeft die is gelegen tussen 8 en 13, en - een droogkamer voor het na bevochtiging van de zaden drogen van de zaden. 5
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de bevochtigingskamer en de droogkamer onderling geïntegreerd zijn.
20. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de 10 bevochtigingskamer en/of de droogkamer worden gevormd door een geperforeerde trommel.
21. Inrichting volgens een der conclusies 18-20, met het kenmerk, dat de inrichting tevens een activeringskamer omvat voor het primen van de zaden. 15
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2000719A NL2000719C2 (nl) | 2007-06-22 | 2007-06-22 | Werkwijze en inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden. |
EP08782789A EP2160088A1 (en) | 2007-06-22 | 2008-06-20 | Method and device for treating plant seeds |
PCT/NL2008/050403 WO2009002162A1 (en) | 2007-06-22 | 2008-06-20 | Method and device for treating plant seeds |
JP2010513138A JP2010530752A (ja) | 2007-06-22 | 2008-06-20 | 植物種子を処理する方法および装置 |
US12/666,149 US20110041400A1 (en) | 2007-06-22 | 2008-06-20 | Method and device for treating plant seeds |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2000719 | 2007-06-22 | ||
NL2000719A NL2000719C2 (nl) | 2007-06-22 | 2007-06-22 | Werkwijze en inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2000719C2 true NL2000719C2 (nl) | 2008-12-23 |
Family
ID=39015942
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2000719A NL2000719C2 (nl) | 2007-06-22 | 2007-06-22 | Werkwijze en inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20110041400A1 (nl) |
EP (1) | EP2160088A1 (nl) |
JP (1) | JP2010530752A (nl) |
NL (1) | NL2000719C2 (nl) |
WO (1) | WO2009002162A1 (nl) |
Families Citing this family (31)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US8097712B2 (en) | 2007-11-07 | 2012-01-17 | Beelogics Inc. | Compositions for conferring tolerance to viral disease in social insects, and the use thereof |
US8962584B2 (en) | 2009-10-14 | 2015-02-24 | Yissum Research Development Company Of The Hebrew University Of Jerusalem, Ltd. | Compositions for controlling Varroa mites in bees |
EP2545182B1 (en) | 2010-03-08 | 2017-05-03 | Monsanto Technology LLC | Polynucleotide molecules for gene regulation in plants |
US10760086B2 (en) | 2011-09-13 | 2020-09-01 | Monsanto Technology Llc | Methods and compositions for weed control |
WO2013040057A1 (en) | 2011-09-13 | 2013-03-21 | Monsanto Technology Llc | Methods and compositions for weed control |
US10806146B2 (en) | 2011-09-13 | 2020-10-20 | Monsanto Technology Llc | Methods and compositions for weed control |
US10829828B2 (en) | 2011-09-13 | 2020-11-10 | Monsanto Technology Llc | Methods and compositions for weed control |
AR091143A1 (es) * | 2012-05-24 | 2015-01-14 | Seeds Ltd Ab | Composiciones y metodos para silenciar la expresion genetica |
US20130318866A1 (en) * | 2012-06-03 | 2013-12-05 | Robert Dale Gunderman, Jr. | Apparatus And Method For Biological Growth Enhancement |
WO2014036128A1 (en) * | 2012-08-30 | 2014-03-06 | Pioneer Hi-Bred International, Inc. | Methods to differentiate and improve germplasm for seed emergence under stress |
AU2013371825B2 (en) | 2013-01-01 | 2019-10-24 | A.B. Seeds Ltd. | Methods of introducing dsRNA to plant seeds for modulating gene expression |
US10683505B2 (en) | 2013-01-01 | 2020-06-16 | Monsanto Technology Llc | Methods of introducing dsRNA to plant seeds for modulating gene expression |
CA2905104A1 (en) | 2013-03-13 | 2014-10-09 | Monsanto Technology Llc | Control of lolium species by topical application of herbicidal composition comprising dsrna |
AU2014249015B2 (en) | 2013-03-13 | 2020-04-16 | Monsanto Technology Llc | Methods and compositions for weed control |
US10568328B2 (en) | 2013-03-15 | 2020-02-25 | Monsanto Technology Llc | Methods and compositions for weed control |
WO2014178762A1 (en) * | 2013-04-29 | 2014-11-06 | Robust Seed Technology A&F Aktiebolag | Improved method for seed priming |
US9850496B2 (en) | 2013-07-19 | 2017-12-26 | Monsanto Technology Llc | Compositions and methods for controlling Leptinotarsa |
RU2703498C2 (ru) | 2013-07-19 | 2019-10-17 | Монсанто Текнолоджи Ллс | Композиции и способы борьбы с leptinotarsa |
AU2014341879B2 (en) | 2013-11-04 | 2020-07-23 | Beeologics, Inc. | Compositions and methods for controlling arthropod parasite and pest infestations |
UA119253C2 (uk) | 2013-12-10 | 2019-05-27 | Біолоджикс, Інк. | Спосіб боротьби із вірусом у кліща varroa та у бджіл |
JP6215688B2 (ja) * | 2013-12-25 | 2017-10-18 | 住化農業資材株式会社 | 種子の選別方法 |
UA121462C2 (uk) | 2014-01-15 | 2020-06-10 | Монсанто Текнолоджі Елелсі | Спосіб та композиція для боротьби із бур'янами з використанням полінуклеотидів epsps |
KR101753847B1 (ko) | 2014-02-12 | 2017-07-19 | 고려대학교 산학협력단 | 열과 습도의 조합처리를 이용한 새싹종자의 살균방법 |
EP3125676A4 (en) | 2014-04-01 | 2018-02-14 | Monsanto Technology LLC | Compositions and methods for controlling insect pests |
EP3158067B1 (en) | 2014-06-23 | 2020-08-12 | Monsanto Technology LLC | Compositions and methods for regulating gene expression via rna interference |
WO2015200539A1 (en) | 2014-06-25 | 2015-12-30 | Monsanto Technology Llc | Methods and compositions for delivering nucleic acids to plant cells and regulating gene expression |
US10378012B2 (en) | 2014-07-29 | 2019-08-13 | Monsanto Technology Llc | Compositions and methods for controlling insect pests |
KR102299294B1 (ko) | 2014-10-28 | 2021-09-07 | 로버스트 씨드 테크놀로지 에이 앤드 에프 악티에볼라그 | 종자 프라이밍을 위한 개선된 방법 |
WO2016118762A1 (en) | 2015-01-22 | 2016-07-28 | Monsanto Technology Llc | Compositions and methods for controlling leptinotarsa |
CN107750125A (zh) | 2015-06-02 | 2018-03-02 | 孟山都技术有限公司 | 用于将多核苷酸递送至植物中的组合物和方法 |
EP3302030A4 (en) | 2015-06-03 | 2019-04-24 | Monsanto Technology LLC | METHODS AND COMPOSITIONS FOR THE INTRODUCTION OF NUCLEIC ACIDS IN PLANTS |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5232465A (en) * | 1989-08-30 | 1993-08-03 | Regents Of The University Of Minnesota | Method for accelerating and synchronizing seed germination |
WO1999026467A1 (en) * | 1997-11-26 | 1999-06-03 | Vigortech Inc | Solid matrix conditioning of seeds |
WO2004000024A1 (en) * | 2002-06-19 | 2003-12-31 | The Patent Exhange | A method to treat seeds |
Family Cites Families (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US6646181B1 (en) * | 1987-04-03 | 2003-11-11 | Kamterter Ii, L.L.C. | Solid matrix control of seed conditioning using selected cell cycle stages |
FR2618041B1 (fr) * | 1987-07-16 | 1991-06-21 | Ceres Ets | Dispositif pour le traitement des semences |
JPH0499403A (ja) * | 1990-08-20 | 1992-03-31 | Takii Shiyubiyou Kk | 種子プライミング処理装置 |
CA2150489C (en) * | 1994-06-10 | 2000-12-12 | Takeo Tsujimoto | Method of improving seed germination |
JPH09271211A (ja) * | 1996-04-03 | 1997-10-21 | Hokko Chem Ind Co Ltd | イネ種子消毒方法およびイネ種子消毒剤 |
EP1256276B1 (en) * | 2000-02-10 | 2008-08-20 | Sakata Seed Corporation | Method of treating seeds |
US20050272605A1 (en) * | 2002-06-19 | 2005-12-08 | Rosemary Bradley | Method to treat seeds |
JP4343790B2 (ja) * | 2004-02-25 | 2009-10-14 | タキイ種苗株式会社 | レーザー光照射による硬実種子の発芽改善方法及び発芽改善種子 |
US7748165B2 (en) * | 2005-04-20 | 2010-07-06 | Vitaseed Ag | Device for production of seedlings from seeds |
-
2007
- 2007-06-22 NL NL2000719A patent/NL2000719C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2008
- 2008-06-20 EP EP08782789A patent/EP2160088A1/en not_active Withdrawn
- 2008-06-20 WO PCT/NL2008/050403 patent/WO2009002162A1/en active Application Filing
- 2008-06-20 JP JP2010513138A patent/JP2010530752A/ja active Pending
- 2008-06-20 US US12/666,149 patent/US20110041400A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5232465A (en) * | 1989-08-30 | 1993-08-03 | Regents Of The University Of Minnesota | Method for accelerating and synchronizing seed germination |
WO1999026467A1 (en) * | 1997-11-26 | 1999-06-03 | Vigortech Inc | Solid matrix conditioning of seeds |
WO2004000024A1 (en) * | 2002-06-19 | 2003-12-31 | The Patent Exhange | A method to treat seeds |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
JP2010530752A (ja) | 2010-09-16 |
US20110041400A1 (en) | 2011-02-24 |
EP2160088A1 (en) | 2010-03-10 |
WO2009002162A1 (en) | 2008-12-31 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2000719C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het behandelen van plantaardige zaden. | |
JP4296373B2 (ja) | 種子を活性化するための方法及び装置 | |
Kowalska et al. | The effect of blanching and freezing on osmotic dehydration of pumpkin | |
US5976210A (en) | Method of manufacture for biological carrier with wicking action and controlled release plant food and microbe food source | |
JP6253766B2 (ja) | シードプライミングの改良された方法 | |
US20140100111A1 (en) | Seed Coating Hydrogels | |
CZ288602B6 (cs) | Způsob prodloužení skladovatelnosti aktivovaných semen | |
US20160007590A1 (en) | Seed Growth Enhancer Compositions | |
El Idrissi et al. | Superabsorbent hydrogels based on natural polysaccharides: Classification, synthesis, physicochemical properties, and agronomic efficacy under abiotic stress conditions: A review | |
US20200255353A1 (en) | Biochar Coated Seeds | |
CN106561103A (zh) | 等离子技术处理尖椒种子的方法 | |
JP6486467B2 (ja) | シードプライミングの改良された方法 | |
RU2015106808A (ru) | Гидрофильный содержащий фосфатную группу дегидратированный частично очищенный материал для замещения кости | |
CN108165236A (zh) | 一种可循环使用可塑形定型的人造雪及其制备方法 | |
RU2649634C1 (ru) | Состав кондиционера почв и способ его изготовления | |
RU2243639C1 (ru) | Способ предпосевной обработки семян | |
CN106561102A (zh) | 利用电场作用处理棉花种子的方法 | |
RU2304372C1 (ru) | Способ предпосевной обработки семян ячменя | |
RU2673751C1 (ru) | Способ получения фосфорнокалийных удобрений на основе древесной коры | |
US20220009848A1 (en) | Biochar Coated Seeds | |
RU2399181C2 (ru) | Применение калий-натрий виннокислого в качестве стимулятора роста растений и способ его использования | |
JP4054783B2 (ja) | 発芽改善方法及び種子 | |
JP2006006305A (ja) | 稲種子の洗種−乾燥処理法 | |
Dar et al. | Chapter-4 Concepts of Seed Priming | |
Sharma et al. | Agriculture Observer |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20140101 |