NL2000124C2

NL2000124C2 - Bustenhouder.

Info

Publication number: NL2000124C2
Application number: NL2000124A
Authority: NL
Inventors: Augustinus Henricus Schlatmann
Original assignee: Hunkemoeller B V
Priority date: 2006-07-03
Filing date: 2006-07-03
Publication date: 2008-01-07
Also published as: EP2043467A1; CA2656758A1; WO2008004867A1; US20090233522A1; CN101484028A

Description

Busten houder

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bustenhouder omvattende: twee onderling gekoppelde cups, twee rugsluitingbanden die elk aansluiten op een andere 5 langszijde van één van de twee verschillende cups en die aan de van de cups afgekeerde zijden losneembaar met elkaar koppelbaar zijn, en twee schouderbanden die elk aangrijpen een andere bovenzijde van één van de twee verschillende cups.

Een dergelijke bustenhouder (ook wel aangebuid als bh en bikinitop) zijn reeds 10 gedurende lange tijd bekend. Bij het verrichten van zware lichamelijke inspanningen, in het bijzonder inspanningen waarbij het vrouwelijk lichaam abrupte snelheidswisselingen ondergaat, biedt een conventionele bestenhouder veelal onvoldoende ondersteuning, of althans een zodanige beperkte ondersteuning, zodanig dat de borsten hinderlijk kunnen gaan bewegen vanwege hun massatraagheid. In het 15 bijzonder is dit het geval tijdens bijvoorbeeld sportbeoefening en dansen. Er bestaan daarom uiteenlopende bustenhouders die een verhoogde mate van ondersteuning bieden. Dergelijke “sport bh’s” worden over het algemeen gekenmerkt doordat zij ten opzichte van de conventionele bustenhouders een extra strakke pasvorm bezitten, als dan niet in combinatie met een niet losneembare koppeling van de rugsluitingbanden.

20 Aldus behoeft een populair type van de reeds bestaande “sport bh” over het hoofd te worden aan- en uitgetrokken. Nadeel van de bestaande bustenhouders die een verhoogde mate van ondersteuning aan de borsten verschaffen is dat zij doorgaans minder makkelijk zijn aan en uit te doen en daarenboven slagen zij er vaak ook niet in het gevraagde niveau van ondersteuning te verschaffen. Dit probleem speelt uiteraard 25 het meest bij grotere cupmaten.

Doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een verbeterde bustenhouder van het in aanhef genoemde type dat een hoge mate van ondersteuning aan de borsten paart aan draagcomfort.

30

De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een bustenhouder van het in aanhef genoemde type, waarbij de beide schouderbanden aan de van de cups afgekeerde zijden zijn verbonden met een rugwikkel, op welke rugwikkel aan twee overliggende langszijden steeds één van twee rugwikkelbanden aansluit en waarbij de 2 rugwikkelbanden aan de van de rugwikkel afgekeerde zijde losneembaar koppelbaar zijn. Voor een verdere verduidelijking van het begrip van de onderhavige uitvinding zullen de afzonderlijke onderdelen van de bustenhouder met hun bijbehorende functionaliteit worden besproken. De cups zijn zodanig vormgegeven dat zij ieder een 5 borst ten minste gedeeltelijk kunnen omgrijpen. Afhankelijk van de omvang van specifieke borsten zal voor een meest passende cupmaat worden gekozen. Met de rugsluitingbanden worden de cups tegen de borsten gedrongen; de rugsluitingbanden worden aan de rugzijde met elkaar verbonden middels een geschikt sluitmechanisme.

De schouderbanden houden de cups op de gewenste hoogte en leveren een belangrijk 10 deel van de bij het ondersteunen van de borsten benodigde krachten. De rugwikkel is een in de stand der techniek niet bekend onderdeel; gebruikelijk sluiten de schouderbanden aan op de rugsluitingbanden echter in de onderhavige vinding is de rugwikkel een afzonderlijk onderdeel van de bustenhouder dat juist niet samengaat met de rugsluitingbanden. De rugwikkel is tegen de rug van een draagster van de 15 onderhavige bustenhouder gelegen en wordt op zijn plaats gehouden door de twee rugwikkelbanden. De rugwikkelbanden komen van de rug naar de voorzijde van de draagster zodanig dat zij (meest voordelig onder de cups) met elkaar koppelbaar zijn.

De rugwikkelbanden maken het nu mogelijk op eenvoudige wijze de schouderbanden te 20 ondersteunen. Het is zelfs eenvoudig mogelijk de steunende werking van de schouderbanden en de positie waarin zij de cups ondersteunen de variëren door de rugwikkelbanden strakker of minder strak aan te spannen (dat wil zeggen dat de werklengte van de samenwerkende rugwikkelbanden variabel is). Een belangrijk voordeel daarbij is dat door de schouderbanden doorgeleide krachten nu zeer goed 25 kunnen worden opgevangen en dat de ondersteunende werking nu zeer eenvoudig is te verstellen door het langer of koter maken van de samenwerkende rugwikkelbanden (aan de voorzijde van de draagster dus makkelijk toegankelijk). Nog een zeer belangrijk voordeel van de onderhavige bestenhouder is dat deze eenvoudig is aan en uit te trekken. In het bijzonder nadat een grote inspanning is verricht kan de bustenhouder 30 tweezijdig worden losgemaakt, dat wil zeggen de rugsluitingbanden en de rugwikkelbanden kunnen van elkaar worden losgemaakt, zodanig dat het niet meer nodig is nauwsluitende delen van de bustenhouder over het (transpirerende) lichaam te verplaatsen. Juist deze laatste handeling het uittrekken (maar ook het aantrekken) van de bestaande bustenhouders die worden toegepast tijdens het sporten, dansen of anderszins 3 lichamelijk actief bezig zijn. De bustenhouder volgens de uitvinding is dan ook bijzonder voordelig toepasbaar tijdens het verrichten van zware lichamelijke inspanningen. Verder mag niet onvermeld blijven dat de bustenhouder zoals beschreven uitermate comfortabel kan worden uitgevoerd; het dragen hoeft hoegenaamd geen 5 enkele belemmering op te leveren voor de draagster. Daarnaast biedt de bustenhouder een zeer stevige ondersteuning van de borsten die nadrukkelijk beter is dan de bestaande systemen.

In een voorkeursvariant van de bustenhouder is de rugwikkel ten minste gedeeltelijk 10 vervaardigd uit een elastisch materiaal. De richting waarin de rugwikkel in het bijzonder voordelig elastisch dient te zijn is de verbindingslijn tussen de positie waarop een schouderband aangrijp op de rugwikkel en de positie waarop de aan de zelfde zijde gelegen rugwikkelband aansluit op de rugwikkel. Een dergelijke elasticiteit van schokken bij het ondersteunen van de borsten door de schouderbanden op en kan aldus 15 worden vergeleken met een in de bustenhouder ingebouwde “vering”. De elasticiteit dient niet te groot te zijn om zo de ondersteunende werking van de borsten niet al te zeer te verminderen. Ook andere onderdelen van de bustenhouder kunnen voordelig uit een elastisch materiaal worden vervaardigd zoals meer in het bijzonder de rugsluitingbanden en de schouderbanden. Overige onderdelen worden bij voorkeur juist 20 met een minder of niet elastisch materiaal vervaardigd; hierbij wordt voornamelijk gedacht aan de cups en de rugwikkelbanden. Nog een voordeel van het toepassen van veerkrachtig (elastisch) materiaal is dat dit leidt tot een goede aansluiting van de bustenhouder op het lichaam. Ten aanzien van alle gebruikte materialen zij vermeld dat deze voordelig kunnen zijn vervaardigd uit ademende en/of vocht absorberende 25 weefsels. Ook kan er uiteraard gebruik worden gemaakt van gelaagde materialen; om zo de functie van de afzonderlijke materiaallagen naar hun specifieke aanwending te kunnen optimaliseren.

In weer een andere uitvoeringsvariant sluit een schouderband onder tussenkomst van 30 een armgatdeel aan op een cup. Het armgatdeel voorkomt zo een lokaal te zware belasting van de cups en kan aan een groot deel van een langszijde op een cup aangrijpen om zo verder bij te dragen aan een verhoogde mate van ondersteuning van de borsten. Ook het armgatdeel wordt, onder verwijzing naar de reeds bovengaand 4 opgesomde voordelen van het toepassen van elastisch materiaal, bijzonder gunstig vervaardigd uit een elastisch materiaal.

In weer een andere alternatieve uitvoeringsvariant zijn de rugsluitingbanden aan de van 5 de cups afgekeerde zijden permanent met elkaar verbonden; zij kunnen zelfs als een enkel materiaaldeel zijn uitgevoerd. Met een dergelijke constructie zal het aan en uit doen van de bustenhouder minder makkelijk zijn, maar is ook de uitvoering ervan eenvoudiger. Deze uitvoeringsvariant van de bustenhouder volgens de uitvinding wijkt in minder mate af van de bestaande sport bh’s dan de uitvoeringsvariant met een 10 losneembare koppeling van de rugsluitingbanden maar is evenwel nog immer zeer verschillend. De aanwezigheid van de rugwikkel met de aan twee overliggende langszijden bevestigde rugwikkelbanden maakt ook dit een geheel andere bustenhouder dan de bestaande. De voordelen van een verbeterde ondersteuning en een eenvoudig reguleerbare ondersteuning (middels het verstellen van de koppeling van de 15 rugwikkelbanden) maakt ook dat deze uitvoeringsvariant de nagestreefde voordelen volgens de uitvinding realiseert.

Bij voorkeur zijn de rugwikkelbanden aan de van de rugwikkel afgekeerde zijden in meerdere onderlinge posities koppelbaar. De koppeling van de rugwikkelbanden kan 20 bijvoorbeeld bestaan uit een klittenbandsluiting en/of een ten minste enkelvoudige haak-oog sluiting. Dergelijke sluitingen zijn, zeker aan de voorzijde van het vrouwenlichaam, eenvoudig bedienbaar. Een klittenband sluiting maakt zelfs een continue verstalbare lengte mogelijk, opdat exact de juiste ondersteuning van de schouderbanden kan worden ingeregeld. Daarentegen heeft een haak-oog sluiting het 25 voordeel dat deze eenvoudig in vaste discrete posities kan worden vastgezet en dat deze weinig slijtage gevoelig is.

In weer een ander uitvoeringsvariant zijn de cups onderling losneembaar koppelbaar. Naast het voordeel dat het zo eenvoudig wordt om één of beide borsten (tijdelijk) vrij te 30 maken, bijvoorbeeld voor het geven van borstvoeding, kan aldus de bustenhouder ook worden opgedeeld in twee volledig losse onderdelen. Dit kan voordelig zijn bij het vervaardigen, wassen en onderhouden van de bustenhouder. Bovendien kunnen er naar believen bustenhouder-delen met verschillende maten worden gecombineerd, 5 bijvoorbeeld in het geval van gebruik van de bustenhouder met een niet symmetrisch vrouwenlichaam.

De uitvinding zal verder worden verduidelijkt aan de hand van de in navolgende figuren 5 weergegeven niet limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin tonen: figuren 1A-D vier verschillende perspectivische aanzichten op een bustenhouder volgens de onderhavige uitvinding, figuur 2 de bustenhouder zoals getoond in de figuren 1A-D in een losgenomen toestand, en 10 figuren 3 A-E vijf opvolgende fasen bij het aantrekken van de bustenhouder zoals getoond in de voorgaande figuren.

Figuren 1A-1D tonen een bustenhouder 1 op een paspop 2. De bustenhouder 2 is voorzien van twee cups 3,4 aan de langszijden waarvan respectievelijk armgatdelen 5, 15 6 aansluiten. Aan de bovenzijde gaan de armgatdelen 5, 6 over in respectievelijk schouderbanden 7, 8. De cups zijn onderling verbonden onder tussenkomst van een middenvoordeel 9 terwijl onder de cups 3, 4 zich een, in deze figuren minder duidelijk waarneembare, maagband 10 bevindt. De schouderbanden 7, 8 gaan over in een rugwikkel 11, welke rugwikkel 11 op zijn beurt aan de langszijden overgaat in 20 rugwikkelbanden 12, 13. De rugwikkelbanden 12, 13 zijn aan de voorzijde met elkaar verbonden onder tussenkomst met een klittenbandsluiting 14 zodanig dat de door de schouderbanden 7, 8 op de cups 3, 4 uitgeoefende ondersteuningskracht reguleerbaar is. De maagband 10 gaat aan de twee overliggende langszijden over in mgsluitingbanden 1.5, 16. Deze rugsluitingbanden 15, 16 zijn aan de rugzijde van de paspop 2 met een 25 rugsluiting 17 (van het haak-oog type) losneembaar gekoppeld. De in deze figuur donkerder weergegeven delen van de bustenhouder 1 zijn vervaardigd uit een elastisch materiaal e de wittere delen zijn vervaardigd uit een minder of hoegenaamd niet elastisch materiaal. Opgemerkt zij dat dit slechts een enkele uitvoeringsvariant betreft; er kan gekozen woerden voor afwijkende materiaalkeuzen of alternatieve vormgeving. 30 Ten slotte zij opgemerkt dat de schouderbanden 7, 8 nog zijn voorzien van meer traditionele lengte-instellingen 18, 19.

Alle genoemde onderdelen zijn duidelijk zichtbaar in de in figuur 2 getoonde bustenhouder 1 in een losgenomen toestand. Het moge duidelijk zijn dat het volledig 6 kunnen losmaken van de rugsluitingbanden 15,16 en de rugwikkelbanden 12, 13 het aan en uittrekken van de bustenhouder 1 eenvoudig maakt. De klittenbandsluiting 14 is nu uiteengenomen in twee klittenbandsluiting-delen 14A en 14B, terwijl de rugsluiting 17 is losmaakt in twee rugsluiting-delen 17A en 17B.

5

In figuren 3A- 3E worden de opvolgde fasen van het aantrekken van de bustenhouder 1 getoond. In figuur 3A toont een model 20 het over het hoofd 21 plaatsen van de rugwikkel 11 waardoor de schouderbanden 7, 8 aan weerszijden van het hoofd 21 op de schouders 22,23 kunnen worden geplaatst. De cups 3,4 bevinden zich nu voor de 10 bosten en de rugwikkel 11 bevindt zich aan de rugzijde van het model 20. In figuren 3B en 3C worden de rugsluitingbanden 15,16 aangetrokken zodanig dat de rugsluiting-delen 17A en 17B aan elkaar gekoppeld kunnen worden. Nadat de rugsluiting-delen 17A en 17B zijn gekoppeld kunnen, zoals is weergegeven in figuur 3D, de rugwikkelbanden 12,13 naar de buikzijde worden gehaald om aldaar met de koppeling 15 van de klittenbandsluiting-delen 14A en 14B op een gewenste onderlinge positie ten opzichte van elkaar te worden gefixeerd. Deze laatste fase van het aantrekken van de bustenhouder 1 is getoond in figuur 3E alwaar het aanspannen van de van de klittenbandsluiting-delen 14A en 14B nagenoeg is voltooid.

Claims

1. Bustenhouder omvattende: - twee onderling gekoppelde cups, 5. twee rugsluitingbanden die elk aansluiten op een andere langszijde van één van de twee verschillende cups en die aan de van de cups afgekeerde zijden losneembaar met elkaar koppelbaar zijn, en twee schouderbanden die elk aangrijpen een andere bovenzijde van één van de twee verschillende cups, 10 waarbij de beide schouderbanden aan de van de cups afgekeerde zijden zijn verbonden met een rugwikkel, op welke rugwikkel aan twee overliggende langszijden steeds één van twee rugwikkelbanden aansluit en waarbij de rugwikkelbanden aan de van de rugwikkel afgekeerde zijde losneembaar koppelbaar zijn.

2. Bustenhouder volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de rugwikkel ten minste gedeeltelijk is vervaardigd uit een elastisch materiaal.

3. Bustenhouder volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat een schouderband onder tussenkomst van een armgatdeel aansluit op een cup. 20

4. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rugsluitingbanden aan de van de cups afgekeerde zijden permanent met elkaar verbonden zijn.

5. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rugwikkelbanden aan de van de rugwikkel afgekeerde zijden in meerdere onderlinge posities koppelbaar zijn.

6. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de 30 rugwikkelbanden aan de van de rugwikkel afgekeerde zijden koppelbaar zijn met een klittenbandsluiting

7. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de rugwikkelbanden aan de van de rugwikkel afgekeerde zijden koppelbaar zijn met ten minste enkelvoudige haak-oog sluiting

8. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de cups onderling losneembaar koppelbaar zijn.

9. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de cups zijn verbonden onder tussenkomst van een middenvoordeel 10

10. Bustenhouder volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de cups aan de onderzijde aansluiten op een maagband, welke maagband aan beide overliggende langszijden overgaat in de twee rugsluitingbanden.