NL1038121C2 - CLAMP DEVICE FOR PIPES AND / OR TUBES. - Google Patents
CLAMP DEVICE FOR PIPES AND / OR TUBES. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1038121C2 NL1038121C2 NL1038121A NL1038121A NL1038121C2 NL 1038121 C2 NL1038121 C2 NL 1038121C2 NL 1038121 A NL1038121 A NL 1038121A NL 1038121 A NL1038121 A NL 1038121A NL 1038121 C2 NL1038121 C2 NL 1038121C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- clamping
- wedges
- clamping device
- space
- wedge
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23B—TURNING; BORING
- B23B31/00—Chucks; Expansion mandrels; Adaptations thereof for remote control
- B23B31/02—Chucks
- B23B31/10—Chucks characterised by the retaining or gripping devices or their immediate operating means
- B23B31/12—Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable
- B23B31/16—Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable moving radially
- B23B31/16233—Jaws movement actuated by oblique surfaces of a coaxial control rod
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23B—TURNING; BORING
- B23B31/00—Chucks; Expansion mandrels; Adaptations thereof for remote control
- B23B31/02—Chucks
- B23B31/10—Chucks characterised by the retaining or gripping devices or their immediate operating means
- B23B31/12—Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable
- B23B31/16—Chucks with simultaneously-acting jaws, whether or not also individually adjustable moving radially
- B23B31/16233—Jaws movement actuated by oblique surfaces of a coaxial control rod
- B23B31/16237—Details of the jaws
- B23B31/16241—Form of the jaws
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B25—HAND TOOLS; PORTABLE POWER-DRIVEN TOOLS; MANIPULATORS
- B25B—TOOLS OR BENCH DEVICES NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, FOR FASTENING, CONNECTING, DISENGAGING OR HOLDING
- B25B5/00—Clamps
- B25B5/14—Clamps for work of special profile
- B25B5/147—Clamps for work of special profile for pipes
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
Description
Kleminrichting voor pijpen en/of buizenClamping device for pipes and / or tubes
De uitvinding heeft betrekking op een kleminrichting voor pijpen en/of buizen, bevattende een klemruimte voor het insteken van een pijp of buis en een aantal naar binnen in 5 de klemruimte beweegbare klemonderdelen voor het klemmen van een buis.The invention relates to a clamping device for pipes and / or tubes, comprising a clamping space for inserting a pipe or tube and a number of clamping parts movable inwardly in the clamping space for clamping a tube.
Een dergelijke kleminrichting is bekend uit het Nederlandse octrooischrift NL7506027. Hierin is een kleminrichting beschreven die een klemmoer bevat. De klemmoer is voorzien van klauwen. Een rondsel grijpt in de vertandingen van de klemmoer. Door het 10 draaien van het rondsel wordt de klemmoer verdraaid en worden de klauwen naar een pijp of van een pijp af bewogen.Such a clamping device is known from Dutch patent NL7506027. A clamping device is described herein which comprises a clamping nut. The clamping nut has claws. A pinion engages the teeth of the clamping nut. By turning the pinion the clamping nut is turned and the claws are moved to a pipe or away from a pipe.
Hoewel een dergelijke kleminrichting over het algemeen goed werkt is de constructie gecompliceerd en voor grote diameters buizen niet altijd geschikt.Although such a clamping device generally works well, the construction is complicated and is not always suitable for large diameter tubes.
1515
Het is een doel van de uitvinding een verbeterde kleminrichting te verschaffen.It is an object of the invention to provide an improved clamping device.
Hiertoe is de kleminrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de kleminrichting een eerste en een tweede eindstuk bevat die onderling verbonden zijn, 20 waartussen zich een beweegbaar middenstuk bevindt, waarbij een eindstuk en het tussenstuk voorzien zijn van enerzijds een aantal in de klemruimte beweegbare klemwiggen, en anderzijds daarmee samenwerkende duwwiggen, waarbij de klemwiggen en de duwwiggen aanliggende schuine oppervlakken vertonen, onder een hoek van tussen de 20 en 40 graden met een hartlijn van de klemruimte voor het doen bewegen van de klemwiggen in de 25 klemruimte, en de klemwiggen en duwwiggen voorzien zijn van middelen voor het terugleiden uit de klemruimte van de klemwiggen en de kleminrichting voorzien is van middelen voor het bewegen van het middenstuk tussen de eindstukken.For this purpose the clamping device according to the invention is characterized in that the clamping device comprises a first and a second end piece which are mutually connected, between which there is a movable middle piece, wherein an end piece and the intermediate piece are provided on the one hand with a number of clamping wedges movable in the clamping space, and on the other hand push wedges cooperating therewith, wherein the clamping wedges and the pushing wedges have adjacent inclined surfaces, at an angle of between 20 and 40 degrees with a center line of the clamping space for causing the clamping wedges to move in the clamping space, and the clamping wedges and pushing wedges provided are provided with means for returning from the clamping space of the clamping wedges and the clamping device is provided with means for moving the center piece between the end pieces.
Het middenstuk wordt in gebruik heen en weer bewogen over een gebied tussen de 30 eindstukken. De aanliggende schuine oppervlakken zorgen ervoor dat de klemwiggen in de klemruimte beweegbaar zijn. Voor het aangegeven hoekbereik is een groot bereik van beweging mogelijk zodat met een en dezelfde opstelling en een en dezelfde beweging een groot aantal maten pijpen of buizen geklemd kan worden. Ook kan de kracht goed verdeeld worden.In use, the center piece is moved back and forth over an area between the end pieces. The adjacent inclined surfaces ensure that the clamping wedges are movable in the clamping space. For the indicated angle range, a large range of movement is possible so that with one and the same arrangement and one and the same movement a large number of sizes of pipes or tubes can be clamped. The power can also be distributed well.
1 0 38 121 - 21 0 38 121 - 2
De middelen voor het terugleiden zorgen ervoor dat klemwiggen niet losraken en dat de klemwiggen op de beginpositie terugzetbaar zijn.The means for returning ensure that the clamping wedges do not come loose and that the clamping wedges can be reset to the starting position.
Bij voorkeur zijn de duwwiggen bevestigd aan het beweegbare tussenstuk.The push wedges are preferably attached to the movable intermediate piece.
Het is mogelijk de duwwiggen aan het beweegbare tussenstuk te bevestigen en de 5 klemwiggen aan het eindstuk, zowel als andersom. Bij voorkeur worden de duwwiggen echter bevestigd aan het beweegbare tussenstuk. In deze opstelling bewegen de klemwiggen niet parallel aan de hartlijn van de klemruimte. Beweging van de klemwiggen doet een ingeklemde pijp of buis bewegen. Dat kan nadelige gevolgen hebben omdat daardoor de positie van de pijp of buis niet vaststaat.It is possible to attach the push wedges to the movable intermediate piece and the clamping wedges to the end piece, as well as vice versa. However, the push wedges are preferably attached to the movable intermediate piece. In this arrangement, the clamping wedges do not move parallel to the center line of the clamping space. Movement of the clamping wedges causes a clamped pipe or tube to move. This can have adverse consequences because the position of the pipe or tube is therefore not fixed.
10 Bij voorkeur bevatten de middelen voor het terugleiden een geleidingssleuf onder dezelfde hoek en een geleidingspen voor samenwerking met de geleidingsgleuf.Preferably, the means for returning comprise a guide slot at the same angle and a guide pin for cooperating with the guide slot.
Een dergelijke constructie is simpel en doeltreffend en geeft weinig onderhoud of slijtage.Such a construction is simple and effective and gives little maintenance or wear.
De hoek is tussen de 20 en 40 graden. Bij een dergelijke hoek kan een groot bereik 15 worden gekoppeld aan een grote klemkracht zonder dat krachten dwars op de klemkracht te groot worden. Bij voorkeur is de hoek tussen de 25 en 35 graden.The angle is between 20 and 40 degrees. At such an angle, a large range can be coupled to a large clamping force without forces transverse to the clamping force becoming too large. The angle is preferably between 25 and 35 degrees.
De middelen voor het heen en weer bewegen van het middenstuk bevatten bij voorkeur zuigers (pistons).The means for moving the center piece back and forth preferably comprise pistons.
2020
Bij voorkeur zijn de eindstukken onderling verbonden door geleidingsstangen, waarbij het tussenstuk voorzien is van openingen voor de geleidingsstangen.The end pieces are preferably mutually connected by guide rods, the intermediate piece being provided with openings for the guide rods.
De klemwiggen zijn bij voorkeur voorzien van een middel om opzetstukken op te 25 zetten. Dit maakt het mogelijk om, afhankelijk van het te klemmen onderdeel, een ander opzetstuk te gebruiken. Bij verschillende diameters buis kan men dan bijvoorbeeld opzetstukken met verschillende kromtestraal, corresponderend met de straal van de te klemmen buis, gebruiken voor een verbeterd contact tussen de te klemmen buis en de klemwiggen.The clamping wedges are preferably provided with a means for mounting attachments. This makes it possible to use a different attachment depending on the part to be clamped. With different pipe diameters, it is then possible, for example, to use attachments with different radius of curvature, corresponding to the radius of the pipe to be clamped, for improved contact between the pipe to be clamped and the clamping wedges.
3030
Bij voorkeur is het eindstuk met de klemwiggen voorzien van een afstandstuk voor het stoppen van een duwwig.The end piece with the clamping wedges is preferably provided with a spacer for stopping a push wedge.
Bij voorkeur zijn de klemwiggen aan een naar de klemruimte gericht eind voorzien van middelen voor het houden van verwisselbare opzetstukken.The clamping wedges are preferably provided at a end facing the clamping space with means for holding exchangeable attachments.
33
Deze en verdere aspecten van de uitvinding worden hier volgend beschreven en geïllustreerd aan de hand van de tekening: 5 In de tekening toont:These and further aspects of the invention are described below and illustrated with reference to the drawing: In the drawing:
Figuur 1 een gedeeltelijk zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvindingFigure 1 is a partial side view of a clamping device according to the invention
Figuur 2 een gedeeltelijk vooraanzicht van een kleminrichting volgens de 10 uitvindingFigure 2 is a partial front view of a clamping device according to the invention
Figuur 3 een zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding Figuur 4 een aanzicht van een achterplaat Figuur 5 een aanzicht van de voorplaat V Figuur 6 een aanzicht van de achterplaat AFigure 3 a side view of a clamping device according to the invention Figure 4 a view of a rear plate Figure 5 a view of the front plate V Figure 6 a view of the rear plate A
15 Figuur 7 een aanzicht van een middenplaat MFigure 7 shows a view of a middle plate M
Figuur 8 een aanzicht van de klemwig Figuur 9 een doorsnede van een klemwig Figuur 10 een aanzicht van een duwwig 20Figure 8 is a view of the clamping wedge Figure 9 is a sectional view of a clamping wedge Figure 10 is a view of a pushing wedge 20
De figuren zijn voorbeeldfiguren, gelijke onderdelen worden in de regel met gelijke verwijzingscijfers aangeduid.The figures are exemplary figures, the same parts are generally designated by the same reference numerals.
25 Figuur 1 toont een gedeeltelijk zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding.Figure 1 shows a partial side view of a clamping device according to the invention.
De kleminrichting bevat twee eindstukken, in dit voorbeeld aangegeven door de voorplaat V en de achterplaat A, waartussen zich een tussenstuk, in dit voorbeeld aangegeven door de middenplaat M bevindt. De eindstukken zijn onderling verbonden door een 30 onderplaat O, zijstukken Z, en geleidingsstangen G. Het middenstuk wordt bewogen door bewegingsmiddelen, in dit voorbeeld pistons P die het middenstuk doen bewegen van de achterplaat A naar de voorplaat V en terug. Duwwiggen W1 en klemwiggen W2 zijn ook getoond. Ook is getoond een afstandstuk ST. Dit afstandstuk verhindert dat de duwwig W1 te 4 ver wordt geduwd. Aan de bovenzijde van het afstandstuk is een gleuf te zien. Deze gleuf werkt samen met een uitsteeksel op de klemwig voor het geleiden van de klemwig W2.The clamping device comprises two end pieces, in this example indicated by the front plate V and the rear plate A, between which an intermediate piece, in this example indicated by the middle plate M, is located. The end pieces are interconnected by a bottom plate O, side pieces Z, and guide rods G. The middle piece is moved by moving means, in this example pistons P which cause the middle piece to move from the rear plate A to the front plate V and back. Push wedges W1 and clamp wedges W2 are also shown. Also shown is a spacer ST. This spacer prevents the push wedge W1 from being pushed too far. A slot can be seen at the top of the spacer. This slot cooperates with a protrusion on the clamping wedge for guiding the clamping wedge W2.
Figuur 2 toont een gedeeltelijk vooraanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding. Hierin zijn gedeeltelijk de klemwiggen W2, die verbonden zijn met de voorplaat 5 en duwwiggen Wl, die verbonden zijn met de tussenplaat M, te zien. De klemruimte wordt gevormd door de ruimte tussen de wiggen W2. De hartlijn H van de klemruimte is schematisch in figuur 1 aangegeven.Figure 2 shows a partial front view of a clamping device according to the invention. Partly shown herein are the clamping wedges W2 which are connected to the front plate 5 and pushing wedges W1 which are connected to the intermediate plate M. The clamping space is formed by the space between the wedges W2. The center line H of the clamping space is shown schematically in Figure 1.
Figuur 3 toont een zijaanzicht van een kleminrichting volgens de uitvinding. In deze figuur is de geleidingssleuf in de wig W2 te zien. Ook is te zien dat de wiggen Wl en W2 10 complementaire schuine vlakken vertonen. Het naar de voorplaat V bewegen van de middenplaat M doet de duwwig Wl de klemwig W2 binnenwaarts drukken. De hoek die de complementaire schuine vlakken van de wiggen Wl met de hartlijn H van de klemruimte maken is bij voorkeur gelegen in het gebied van 20 tot 40 graden. Bij een dergelijke hoek kan een groot bereik worden gekoppeld aan een grote klemkracht zonder dat krachten dwars op de 15 klemkracht te groot worden.Figure 3 shows a side view of a clamping device according to the invention. The guide slot in the wedge W2 can be seen in this figure. It can also be seen that the wedges W1 and W2 have complementary oblique surfaces. Moving the center plate M towards the front plate V causes the push wedge W1 to press the clamping wedge W2 inwards. The angle that the complementary inclined planes of the wedges W1 make with the center line H of the clamping space is preferably in the range of 20 to 40 degrees. At such an angle, a large range can be coupled to a large clamping force without forces transverse to the clamping force becoming too large.
Figuur 4 toont een aanzicht van een achterplaat A. In deze figuur is te zien dat de wiggen W2 aan hun naar de klemruimte gerichte zijde van opzetstukken O voorzien zijn.Figure 4 shows a view of a rear plate A. This figure shows that the wedges W2 are provided with attachments O on their side facing the clamping space.
Figuur 5 toont een aanzicht van de voorplaat V en wel die kant die naar de middenplaat gericht is. In deze figuur zijn de plaatsen waar de geleidingstangen G bevestigd 20 worden door nummer 51 aangeduid. Sleuven 52 zijn gemaakt voor de klemwiggen W2. De zijstukken Z worden op posities 53 vastgemaakt.Figure 5 shows a view of the front plate V and that side facing the middle plate. In this figure the places where the guide rods G are attached are indicated by number 51. Slots 52 are made for the clamping wedges W2. The side pieces Z are fixed at positions 53.
Figuur 6 toont aan aanzicht van een achterplaat A van de kant die naar de middenplaat M gericht is. In deze figuur zijn de plaatsen waar de geleidingstangen G bevestigd worden door nummer 61 aangeduid. De zijstukken Z worden op posities 63 vastgemaakt, de zuigers 25 op posities 64.Figure 6 shows a view of a rear plate A from the side facing the center plate M. In this figure the places where the guide rods G are attached are indicated by number 61. The side pieces Z are fixed at positions 63, the pistons 25 at positions 64.
Figuur 7 toont een aanzicht van een middenplaat M van de kant die naar de voorplaat gericht is. In deze figuur zijn de plaatsen waar de geleidingstangen G bevestigd worden door nummer 71 aangeduid. De zijstukken Z worden op posities 73 vastgemaakt, de zuigers op posities 74. Op positie 75 worden de duwwiggen Wl vastgemaakt.Figure 7 shows a view of a center plate M from the side facing the front plate. In this figure the places where the guide rods G are attached are indicated by number 71. The side pieces Z are fixed at positions 73, the pistons at positions 74. At position 75 the push wedges W1 are fixed.
30 Figuur 8 toont een zijaanzicht van een klemwig W2. Deze klemwig heeft een zijde 81 die past in sleuf 52 van figuur 5. De zijde 83 loopt parallel met een hartlijn H van de klemruimte. De schuine zijde 82 heeft een hoek van tussen de 20 en 40 graden met deze hartlijn. In dit voorbeeld is een hoek van 30 graden getoond. Parallel aan de schuine zijde loopt een sleuf 84. Wanneer ingezet in de kleminrichting kan de klemwig W2 zich bewegen 5 in een richting dwars op de hartlijn H. Deze beweging is in figuur 8 aangegeven door de dubbele pijl D. De klemwig is ook voorzien van een uitsteeksel U. Dit uitsteeksel U past in een sleuf in deel ST, als getoond in figuur 1. Hierdoor wordt de klemwig geleid langs een rechte baan. De samenwerking tussen uitsteeksel U en een sleuf in deel ST zorgt voor een 5 soepele beweging en voorkomt, of althans verkleint de kans op, het scheefgaan van de klemwig tijdens de klembeweging. In figuur 8 zijn ook enige maten aangegeven in mm. Deze maten dienen niet als beperkend voor de uitvinding te worden beschouwd. Wel is het zo dat de uitvinding bij uitstek geschikt is voor buis of pijpdiameters tussen de 1,5 duim en 16 duim. De aangegeven maten zijn geschikt voor dit gebied. De buismaten die geklemd kunnen 10 worden grotendeels bepaald door de in figuur 8 horizontaal aangegeven maat van de klemwig, in dit voorbeeld dus 230 mm. De lengtemaat, d.w.z. de lengte langs de hartlijn is dan ongeveer tan (30graden) maal zo groot. De dimensies van de klemwig zijn in voorkeursuitvoeringsvormen tussen de 150 en 300 mm dwars op de hartlijn, waarbij in dit geval de maat 230 mm is, en parallel aan de hartlijn H tussen de 250 en 500 mm. De 15 verhouding tussen de maten wordt grotendeels bepaald door de hoek die de schuine kant maakt met de hartlijn.Figure 8 shows a side view of a clamping wedge W2. This clamping wedge has a side 81 that fits into slot 52 of Figure 5. The side 83 runs parallel to a center line H of the clamping space. The oblique side 82 has an angle of between 20 and 40 degrees with this center line. In this example, an angle of 30 degrees is shown. A slot 84 runs parallel to the oblique side. When inserted in the clamping device, the clamping wedge W2 can move in a direction transverse to the center line H. This movement is indicated in Figure 8 by the double arrow D. The clamping wedge is also provided with a protrusion U. This protrusion U fits into a slot in part ST, as shown in figure 1. As a result, the clamping wedge is guided along a straight path. The cooperation between protrusion U and a slot in part ST ensures a smooth movement and prevents, or at least reduces, the risk of skewing of the clamping wedge during the clamping movement. Figure 8 also shows some dimensions in mm. These dimensions are not to be construed as limiting the invention. It is true that the invention is eminently suitable for tube or pipe diameters between 1.5 inches and 16 inches. The indicated sizes are suitable for this area. The pipe sizes that can be clamped are largely determined by the dimension of the clamping wedge indicated horizontally in Figure 8, ie in this example 230 mm. The length dimension, i.e. the length along the center line, is then approximately tan (30 degrees) times as large. In preferred embodiments, the dimensions of the clamping wedge are between 150 and 300 mm transverse to the center line, the dimension in this case being 230 mm, and parallel to the center line H between 250 and 500 mm. The ratio between the dimensions is largely determined by the angle that the oblique side makes with the center line.
Figuur 9 toont een doorsnede van een klemwig W2. Aan de zijde 83 is in dit voorbeeld een gleuf 85 gemaakt voor het opnemen van een opzetstuk O. Deze gleuf 85 is een middel om een opzetstuk O op de naar de klemruimte gerichte zijde 83 van klemwig W2 losneembaar 20 vast te maken. Hier niet getoond zijn klemschroeven, dwars op de gleuf 85 om de opzetstukken vast te zetten. Bij voorkeur bevat de kleminrichting een set van verwisselbare opzetstukken. Dit maakt het mogelijk om voor verschillende te klemmen buizen opzetstukken met verschillende vormen en/of fysische eigenschappen te gebruiken. De opzetstukken zijn eenvoudig te verwisselen door de klemwiggen inwaarts te bewegen. Zoals figuur 4 toont kan 25 men dan eenvoudig bij de opzetstukken komen, de klemschroeven losdraaien, de opzetstukken uit de gleuven 85 halen en nieuwe opzetstukken inzetten. Voor verschillende buisdiameters kan men opzetstukken met een profiel 86 gebruiken waarbij de kromtestraal van het profiel bij benadering gelijk is aan de radius van de te klemmen buis. Ook kan men opzetstukken van verschillend materiaal gebruiken, bijvoorbeeld heel harde opzetstukken 30 voordikwandige buizen van hard materiaal en zachtere opzetstukken voor buizen van een zachter materiaal.Figure 9 shows a section of a clamping wedge W2. In this example, a slot 85 is made on the side 83 for receiving an attachment O. This slot 85 is a means for detachably attaching an attachment O to the side 83 of the clamping wedge W2 facing the clamping space. Not shown here are clamp screws, transverse to the slot 85 for securing the attachments. The clamping device preferably comprises a set of interchangeable attachments. This makes it possible to use attachments with different shapes and / or physical properties for different tubular pipes. The attachments can easily be changed by moving the clamping wedges inwards. As Figure 4 shows, it is then easy to access the attachments, loosen the clamping screws, remove the attachments from the slots 85 and insert new attachments. For different pipe diameters, one can use attachments with a profile 86, the radius of curvature of the profile being approximately equal to the radius of the pipe to be clamped. It is also possible to use attachments of different materials, for example very hard attachments 30 for thick-walled pipes of hard material and softer attachments for pipes of a softer material.
Figuur 10 toont een aanzicht van een duwwig W1. De duwwig W1 heeft een schuin oppervlak 102, van een vorm die complementair is met de vorm van schuine zijde 82 van klemwig W2. De hoek die deze zijde maakt met de hartlijn H is gelijk aan die van de schuine 6 zijde 82 van klemwig W2. Zijde 101 wordt vastgezet in deel 75 (zie figuur 7) van middenplaat M. Door middenplaat M naar voorplaat V te duwen met behulp van pistons P drukken de duwwiggen W1 de klemwiggen W2 inwaarts. Een buis kan zo geklemd worden. De grote beweging die gemaakt kan worden maakt het mogelijk eenvoudig een grote variatie 5 aan buizen te klemmen. In deze figuur zijn de duwwiggen W1 bevestigdFigure 10 shows a view of a push wedge W1. The push wedge W1 has an oblique surface 102 of a shape that is complementary to the shape of oblique side 82 of clamping wedge W2. The angle that this side makes with the center line H is equal to that of the oblique 6 side 82 of clamping wedge W2. Side 101 is fixed in part 75 (see Figure 7) of center plate M. By pushing center plate M to front plate V with the aid of pistons P, the push wedges W1 push the clamping wedges W2 inwards. A tube can be clamped like this. The large movement that can be made makes it possible to easily clamp a large variation of tubes. The push wedges W1 are attached in this figure
Duwwig W1 bevat ook schroefgaten 103. Deze schroefgaten dienen ervoor om zijblokken aan de duwwig vast te maken. Een van de zijblokken is getoond in figuur 11. Het zijblok is voorzien van een drietal gaten 113 die overeenkomen met de gaten 103 in duwwig 10 W1. Hiermee kan het zijblok worden vastgemaakt. Het zijblok bevat tevens een spie of pen 114. Deze pen of spie werkt samen met sleuf 84 als getoond in figuur 8. De samenwerkende 114 delen op duwwig W1 en sleuf 84 op klemwig W2 hebben als functie om, bij beweging van de middenplaat van de voorplaat naar de achterplaat, de klemwiggen W2 in een radiale richting naar buiten te doen bewegen. Hierdoor is het mogelijk met een en dezelfde opstelling 15 de klemwiggen zowel inwaarts, voor het klemmen van een pijp of buis, als uitwaarts voor het loslaten van een pijp of buis en het terugzetten van de klemwiggen naar een beginstand te doen bewegen. Bij een inwaartse beweging kan een buis geklemd worden, een uitwaartse beweging vermindert in eerste instantie de klemdruk en doet vervolgens de duwwiggen loskomen van de buis. De samenwerkende sleuf en pen vormen middelen voor het terugleiden 20 uit de klemruimte van de klemwiggen. De pennen zorgen er tevens, op eenvoudige wijze, dat bovenliggende klemwiggen niet kunnen loskomen van de kleminrichting.Push wedge W1 also contains screw holes 103. These screw holes serve to attach side blocks to the push wedge. One of the side blocks is shown in Figure 11. The side block is provided with three holes 113 corresponding to the holes 103 in push wedge 10 W1. This allows the side block to be attached. The side block also contains a key or pin 114. This pin or key cooperates with slot 84 as shown in Fig. 8. The cooperating 114 parts on push wedge W1 and slot 84 on clamping wedge W2 have the function of, upon movement of the center plate of the front plate to the rear plate, causing the clamping wedges W2 to move outward in a radial direction. It is hereby possible with one and the same arrangement to cause the clamping wedges to move inwardly, for clamping a pipe or tube, and outwardly for releasing a pipe or tube and returning the clamping wedges to a starting position. With an inward movement a tube can be clamped, an outward movement initially reduces the clamping pressure and then releases the push wedges from the tube. The cooperating slot and pin form means for returning from the clamping space of the clamping wedges. The pins also ensure, in a simple manner, that overlying clamping wedges cannot come loose from the clamping device.
Kort samengevat kan de uitvinding worden omschreven door: 25 Een kleminrichting voor pijpen en/of buizen, die een aantal beweegbare klemonderdelen voor het klemmen van een buis bevat, heeft een eerste (V) en een tweede eindstuk (A), waartussen zich een beweegbaar middenstuk (M) bevindt. Een eindstuk (V) en een tussenstuk (M) zijn voorzien van een aantal in de klemruimte beweegbare klemwiggen (W2), en daarmee samenwerkende duwwiggen (Wl), waarbij de klemwiggen en de 30 duwwiggen aanliggende schuine oppervlakken (82,101) vertonen, onder een hoek van tussen de 20 en 40 graden met een hartlijn H van de klemruimte. De klemwiggen en duwwiggen zijn voorzien van middelen voor het terugleiden uit de klemruimte van de klemwiggen. De kleminrichting is voorzien van middelen (P) voor het bewegen van het middenstuk (M) tussen de eindstukken (V, A).Briefly summarized, the invention can be described by: A clamping device for pipes and / or pipes, which comprises a number of movable clamping parts for clamping a pipe, has a first (V) and a second end piece (A), between which a movable center piece (M). An end piece (V) and an intermediate piece (M) are provided with a number of clamping wedges (W2) movable in the clamping space, and pushing wedges (W1) cooperating therewith, wherein the clamping wedges and the pushing wedges have sloping surfaces (82,101) adjacent to one another angle of between 20 and 40 degrees with a center line H of the clamping space. The clamping wedges and push wedges are provided with means for returning from the clamping space of the clamping wedges. The clamping device is provided with means (P) for moving the center piece (M) between the end pieces (V, A).
77
Het zal duidelijk zijn dat in het kader van de uitvinding vele variaties mogelijk zijn en de uitvinding niet beperkt is tot de hierboven gegeven voorbeelden.It will be clear that many variations are possible within the scope of the invention and that the invention is not limited to the examples given above.
5 De middelen voor het doen terugkeren van de klemwiggen naar een beginpositie kunnen ook gevormd worden door een bevestiging aan de klemwig en een veerconstructie voor het uitoefenen van een trekkracht, radiaal naar buiten gericht, op een klemwig. Een dergelijke constructie doet ook de klemwiggen teruggaan naar een beginpositie als de middenplaat van de voorplaat af wordt bewogen. Een dergelijke constructie heeft als nadeel 10 dat er constant een kracht wordt uitgeoefend op de klemwiggen; deze kracht is afhankelijk van de mate van indrukken van de veer. De totale klemkracht is dan afhankelijk van de uitrekking van de veer en dus verschillend voor verschillende maten buizen. Dit geeft een onnauwkeurigheid in de mate van klemming. Het gebruik van samenwerkende geleidingssleuf en pen is een geprefereerde uitvoeringsvorm omdat in deze uitvoeringsvorm 15 de klemkracht beter bepaald is.The means for returning the clamping wedges to a starting position can also be formed by a mounting on the clamping wedge and a spring construction for exerting a pulling force, radially outward, on a clamping wedge. Such a construction also causes the clamping wedges to return to a starting position when the center plate is moved away from the front plate. Such a construction has the drawback that a constant force is exerted on the clamping wedges; this force depends on the degree of depression of the spring. The total clamping force then depends on the elongation of the spring and is therefore different for different pipe sizes. This gives an inaccuracy in the degree of clamping. The use of cooperating guide slot and pin is a preferred embodiment because in this embodiment the clamping force is better determined.
In figuur 8 is een enkelvoudig opzetstuk 86 getoond. In geprefereerde uitvoeringsvormen bevat het opzetstuk ten minste twee delen, een deel voor samenwerking met middel 85 en een deel voor het klemmen van een pijp of buis. Bij voorkeur zijn die twee 20 delen losneembaar. Dit heeft als voordeel dat het deel dat samenwerkt met wig W2 bijvoorbeeld van een ander materiaal kan zijn gemaakt dan het deel dat tegen de buis aanligt. Op eenvoudige wijze kan dan de beste combinatie gemaakt worden. Het deel dat in deel 85 gestoken wordt kan bijvoorbeeld gemaakt zijn van een materiaal met een thermische uitzettingscoëfïïciënt en of een hardheid gelijk aan die van het materiaal van wig W2. Het 25 deel dat in gebruik tegen de buis of pijp aanligt kan van een ander materiaal gemaakt zijn, bijvoorbeeld een zachte of stroever materiaal om beschadiging van de pijp of buis of losschieten van de pijp of buis te verhinderen of althans de kans daarop te verkleinen. In figuur 8 is dat schematisch getoond door een opzetstuk dat een deel 01 en een deel 02 bevat.Figure 8 shows a single attachment 86. In preferred embodiments, the attachment comprises at least two parts, one part for cooperation with means 85 and one part for clamping a pipe or tube. Preferably, those two parts are releasable. This has the advantage that the part that cooperates with wedge W2 can for instance be made of a different material than the part that abuts against the tube. The best combination can then be made in a simple manner. The part that is inserted into part 85 may, for example, be made of a material with a coefficient of thermal expansion and or a hardness equal to that of the material of wedge W2. The part that rests against the tube or pipe in use can be made of a different material, for example a soft or stiffer material to prevent damage to the pipe or tube or the pipe or tube coming loose or at least to reduce the chance thereof. In figure 8 this is shown schematically by an attachment that contains a part 01 and a part 02.
30 Sleuf 85 is in figuur 8 getoond in de vorm van een T-sleuf. Er kan ook gebruik worden gemaakt van een zwaluwstaart-vormige sleuf.Slot 85 is shown in Figure 8 in the form of a T-slot. A dovetail-shaped slot can also be used.
1 0 38 1 211 0 38 1 21
Claims (9)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1038121A NL1038121C2 (en) | 2010-07-22 | 2010-07-22 | CLAMP DEVICE FOR PIPES AND / OR TUBES. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1038121 | 2010-07-22 | ||
NL1038121A NL1038121C2 (en) | 2010-07-22 | 2010-07-22 | CLAMP DEVICE FOR PIPES AND / OR TUBES. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1038121C2 true NL1038121C2 (en) | 2012-01-24 |
Family
ID=43640609
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1038121A NL1038121C2 (en) | 2010-07-22 | 2010-07-22 | CLAMP DEVICE FOR PIPES AND / OR TUBES. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1038121C2 (en) |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2854240A (en) * | 1957-03-13 | 1958-09-30 | John J Parker | Radial jaw chuck |
US3814451A (en) * | 1971-08-07 | 1974-06-04 | Roehm Guenter H | Multiple-jaw-chuck |
GB1381146A (en) * | 1972-05-16 | 1975-01-22 | Clarke Chapman Ltd | Chuck |
US4349207A (en) * | 1980-11-14 | 1982-09-14 | Metrology Systems Corp. | Fluid actuated chuck |
US4424977A (en) * | 1982-03-26 | 1984-01-10 | Cushman Industries, Incorporated | Wedge chuck |
JPH0285514U (en) * | 1988-12-22 | 1990-07-05 |
-
2010
- 2010-07-22 NL NL1038121A patent/NL1038121C2/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2854240A (en) * | 1957-03-13 | 1958-09-30 | John J Parker | Radial jaw chuck |
US3814451A (en) * | 1971-08-07 | 1974-06-04 | Roehm Guenter H | Multiple-jaw-chuck |
GB1381146A (en) * | 1972-05-16 | 1975-01-22 | Clarke Chapman Ltd | Chuck |
US4349207A (en) * | 1980-11-14 | 1982-09-14 | Metrology Systems Corp. | Fluid actuated chuck |
US4424977A (en) * | 1982-03-26 | 1984-01-10 | Cushman Industries, Incorporated | Wedge chuck |
JPH0285514U (en) * | 1988-12-22 | 1990-07-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
EP2535177B1 (en) | Quick-connect coupling | |
AU2013214495C1 (en) | Expansion head for expansion tools and expansion tool comprising said expansion head | |
JP2011517290A5 (en) | Method of making the working part of an instrument for endoscopic applications and an instrument for endoscopic applications obtained using this method | |
NL1038121C2 (en) | CLAMP DEVICE FOR PIPES AND / OR TUBES. | |
EP2027973A3 (en) | Removable tool chuck | |
DE60102276D1 (en) | DEVICE FOR THE AXIAL HOLDING OF A CYLINDER-SHAPED ELEMENT, IN PARTICULAR A CABLE | |
BR0108549B1 (en) | device for eliminating the front and end shavings of a series of rolls and for selecting the rolls. | |
DE502005009086D1 (en) | Connecting arrangement with coaxial end portions of two fluid lines to be connected | |
WO2008054319A2 (en) | Device at collapsible core, preferably at injection moulding tool for plastic material, silicone, rubber and similar material | |
EP2583786B1 (en) | Steady rest | |
EP1681185A3 (en) | Spring support | |
TW201713915A (en) | Brake pad measuring tool of disc brake device capable of simply and quickly measuring distance between brake pad and brake disc without detaching wheels | |
US20170066026A1 (en) | Tube bending tool | |
EP1710033A3 (en) | Clamp nut | |
CN104842321A (en) | Novel nailing machine | |
FR3028018B1 (en) | HEAT EXCHANGE ELEMENT ADAPTED FOR EXCHANGE OF HEAT BETWEEN A FIRST AND A SECOND FLUID, AN EXCHANGE BEAM COMPRISING THE HEAT EXCHANGE ELEMENT AND A HEAT EXCHANGER COMPRISING THE EXCHANGE BEAM | |
US2871908A (en) | Art of bending and ejecting bent pipes | |
US188688A (en) | Improvement in vises | |
EP1909024A3 (en) | Combination and multi-purpose tool | |
KR101496768B1 (en) | Steel bar processing machine | |
JP6985027B2 (en) | Brush device for processing workpieces | |
US20240058991A1 (en) | Cutting device for manual ceramic cutters | |
JP5446366B2 (en) | Bending tool | |
Dickey et al. | Laser beam shaping VIII | |
WO2016067216A1 (en) | Structure of jaw for a self-centering chuck and method thereof |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20180801 |