[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL1037456C2 - Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding. - Google Patents

Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding. Download PDF

Info

Publication number
NL1037456C2
NL1037456C2 NL1037456A NL1037456A NL1037456C2 NL 1037456 C2 NL1037456 C2 NL 1037456C2 NL 1037456 A NL1037456 A NL 1037456A NL 1037456 A NL1037456 A NL 1037456A NL 1037456 C2 NL1037456 C2 NL 1037456C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milk
channel
line
conduit
emptying
Prior art date
Application number
NL1037456A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerard Mostert
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL1037456A priority Critical patent/NL1037456C2/nl
Priority to DK10773166.3T priority patent/DK2498594T3/en
Priority to US13/497,435 priority patent/US8997778B2/en
Priority to PCT/NL2010/000154 priority patent/WO2011056064A1/en
Priority to EP10773166.3A priority patent/EP2498594B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1037456C2 publication Critical patent/NL1037456C2/nl
Priority to US14/642,126 priority patent/US9560831B2/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J11/00Apparatus for treating milk
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/04Milking machines or devices with pneumatic manipulation of teats
    • A01J5/044Milk lines or coupling devices for milk conduits
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J7/00Accessories for milking machines or devices
    • A01J7/02Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
    • A01J7/022Clean-in-Place Systems, i.e. CIP, for cleaning the complete milking installation in place
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L11/00Hoses, i.e. flexible pipes
    • F16L11/04Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics
    • F16L11/12Hoses, i.e. flexible pipes made of rubber or flexible plastics with arrangements for particular purposes, e.g. specially profiled, with protecting layer, heated, electrically conducting
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L11/00Hoses, i.e. flexible pipes
    • F16L11/22Multi-channel hoses
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L9/00Rigid pipes
    • F16L9/18Double-walled pipes; Multi-channel pipes or pipe assemblies
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/0318Processes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/0318Processes
    • Y10T137/0402Cleaning, repairing, or assembling
    • Y10T137/0419Fluid cleaning or flushing
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/4238With cleaner, lubrication added to fluid or liquid sealing at valve interface
    • Y10T137/4245Cleaning or steam sterilizing
    • Y10T137/4259With separate material addition
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/6416With heating or cooling of the system
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T137/00Fluid handling
    • Y10T137/6416With heating or cooling of the system
    • Y10T137/6579Circulating fluid in heat exchange relationship

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Dairy Products (AREA)

Description

’ »
Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding TECHNISCH GEBIED
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een leiding voor het 5 verplaatsen van melk volgens de aanhef van conclusie 1. De uitvinding heeft verder betrekking op een melkinrichting omvattende een dergelijke leiding, een werkwijze voor het reinigen van een dergelijke leiding en een werkwijze voor verplaatsen van melk door een dergelijke leiding.
10 STAND VAN DE TECHNIEK
Melkinrichtingen worden gebruikt voor het melken van melkdieren.
Fig. 1 toont schematisch een deel van een melkinrichting 1 volgens de stand van de techniek. De melkinrichting 1 omvat een melkglas 10 waarin van een melkdier verkregen melk wordt verzameld. Fig. 1 toont niet het deel van de 15 melkinrichting 1 dat is ingericht voor het uit het melkdier halen van de melk en het transporteren van de verkregen melk naar het melkglas 10.
Vervolgens toont Fig. 1 dat het melkglas 10 door middel van een leiding 20 in verbinding staat met een verdere melkopslag 30, bijvoorbeeld een melktank 30. De melktank 30 kan gebruikt worden om melk afkomstig van 20 verschillende melkbeurten, melkdieren en/of melkglazen te verzamelen en op te slaan. Het verplaatsen van de melk via de leiding 20 kan bijvoorbeeld met behulp van een pomp 40 gebeuren die ergens in de leiding 20 geplaatst kan zijn, bijvoorbeeld in de nabijheid van het melkglas 10.
Een dergelijke melkinrichting 1 kan verder een koelinrichting 50 25 omvatten om de melk in de leiding 20 af te koelen teneinde bederf tegen te gaan. De koelinrichting 50 omvat een koelleiding 51 die als een spiraal rond de leiding 20 is aangebracht, waardoor een koelmedium, bijvoorbeeld water, gepompt kan worden om de door de leiding 20 stromende melk te koelen. De koelinrichting 50 omvat verder middelen voor het koelen en verpompen van het door de koelleiding 30 51 gepompte koelmedium.
Een dergelijke leiding 20 moet regelmatig worden gereinigd.
Hiervoor zijn in de stand van de techniek een fluïdumbron 60 en een reinigingsbron 64 verschaft die door middel van een eerste verdeelklep 61 afwisselend in verbinding kunnen worden gebracht met de leiding 20. De 1 03 74 56 t 2 fluïdumbron 60 kan een bron zijn van gas of vloeistof en bijvoorbeeld een pomp omvatten of kan gefilterde perslucht zijn. De reinigingsbron 64 kan reinigingsvloeistof omvatten, zoals water. De reinigingsbron 64 kan ook een pomp omvatten voor het verplaatsen van de reinigingsvloeistof.
5 De eerste verdeelklep 61 is stroomafwaarts van en in de nabijheid van pomp 40 verschaft. De eerste verdeelklep 61 kan gebracht worden in een eerste positie, waarbij de leiding 20 aangesloten is op het melkglas 10, tweede positie, waarbij de leiding 20 aangesloten is op de fluïdumbron 60, en 10 - derde positie, waarbij de leiding 20 aangesloten is op de reinigingsbron 64.
Stroomafwaarts van de leiding 20, nabij de melkopslag 30 is een tweede verdeelklep 62 verschaft. De tweede verdeelklep 62 kan gebracht worden in een eerste positie, waarbij de leiding 20 aangesloten is op de melkopslag 30, en 15 een tweede positie, waarbij de leiding 20 aangesloten is op een afvoer 63.
Tijdens het verplaatsen van melk van het melkglas 10 naar de melkopslag 30 via de leiding 20 bevinden de eerste verdeelklep 61 en de tweede verdeelklep 62 zich beide in de eerste positie.
20 Het reinigen van de leiding 20 kan nu gebeuren door het achtereenvolgens uitvoeren van een eerste leegstap, een reinigingsstap, en een tweede leegstap.
25 Bij de eerste leegstap, wordt de eerste verdeelklep 61 in de tweede positie gebracht en blijft de tweede verdeelklep 62 in de eerste positie. Vervolgens wordt de perslucht vanuit de fluïdumbron 60 door de leiding 20 geblazen om alle nog in de leiding 20 aanwezige melk naar de melkopslag 30 te blazen.
Bij de reinigingsstap wordt de eerste verdeelklep 61 in de derde 30 positie worden gebracht en wordt de tweede verdeelklep 62 in de tweede positie gebracht om reinigingsvloeistof vanuit de reinigingsbron 64 door de leiding 20 te spoelen ten einde de leiding te reinigen. De reinigingsvloeistof kan via afvoer 63 worden afgevoerd.
i » 3
Vervolgens kan bij de tweede leegstap de eerste verdeelklep 61 weer in de tweede positie worden gebracht, terwijl de tweede verdeelklep 62 in de tweede positie blijft en kan met behulp van de fluïdumbron 60 de leiding 20 worden leeggeblazen om de nog in de leiding 20 aanwezige reinigingsvloeistof uit 5 de leiding 20 te verwijderen.
Hierna kunnen de eerste verdeelklep 61 en de tweede verdeelklep 62 weer in de eerste positie worden gebracht en kan er weer melk door de leiding 20 worden verplaatst.
Een dergelijke melkinrichting heeft als nadeel dat deze relatief 10 gecompliceerd is en veel verschillende onderdelen omvat. De melkinrichting maakt verder gebruik van relatief dure perslucht of iets dergelijks voor het leegblazen van de leiding. Deze perslucht moet schoon zijn om de leiding niet onnodig te vervuilen. Bovendien moet er altijd ruim voldoende perslucht door de leiding worden geblazen om er zeker van te zijn dat de leiding daadwerkelijk leeg 15 is.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Doel van de onderhavige uitvinding is om een leiding te verschaffen die een eenvoudiger en goedkopere melkinrichting mogelijk maakt en bijvoorbeeld 20 een eenvoudiger en efficiënter reinigen van de leiding mogelijk maakt. Een verder doel is het verschaffen van een leiding waarmee eenvoudig en efficiënt koelen van de melk tijdens transport mogelijk wordt gemaakt.
Dit doel is bereikt met een leiding zoals gedefinieerd in conclusie 1.
Het melkkanaal en het secundaire kanaal kunnen zich in hoofdzaak 25 langs de gehele lengteas van de leiding uitstrekken. De flexibele wand kan zo gemaakt zijn dat deze het melkkanaal kan dichtdrukken over de gehele lengte, of ten minste over een groot deel van de lengte van de leiding door het vullen van het secundaire kanaal zodat het melkkanaal leeg gedrukt kan worden. De flexibele wand heeft dus een zodanige flexibiliteit, dat deze het melkkanaal kan 30 dichtdrukken of kan leegdrukken. De flexibele wand kan bijvoorbeeld in staat zijn uit te rekken, zodat deze het melkkanaal kan afsluiten.
Het dichtdrukken of leegdrukken van het melkkanaal kan gebeuren door het secundaire kanaal met een vloeistof of gas te vullen dat genoeg druk heeft om de flexibele wand zodanig te verplaatsen en/of te vervormen dat deze ( 4 het melkkanaal leeg drukt. Bij voorkeur wordt het melkkanaal over in hoofdzaak de gehele lengte van de leiding leeg gedrukt.
Afhankelijk van de uitvoeringsvorm kan de flexibele wand geheel tegen een binnenzijde van een buitenwand van de leiding gedrukt worden of kan 5 de flexibele wand tegen zichzelf aan dichtgedrukt worden. Dit zal hieronder aan de hand van een aantal uitvoeringsvormen nader beschreven worden.
Het leegdrukken van het melkkanaal kan gebeuren om er zeker van te zijn dat alle melk uit het melkkanaal verwijderd is. De melk kan naar de melkopslag gedrukt worden. Bij het uitvoeren van een reinigingsproces waarbij het 10 melkkanaal met een daarvoor geschikte reinigingsvloeistof wordt gereinigd kan op deze manier ook op eenvoudige wijze het melkkanaal leeg gedrukt worden, waardoor alle nog in het melkkanaal aanwezige reinigingsvloeistof uit het melkkanaal gedrukt kan worden, bij voorbeeld naar een afvoer.
Bij een dergelijke leiding is het dus niet langer noodzakelijk om met 15 perslucht of iets dergelijks het melkkanaal leeg te blazen om zo de melk of reinigingsvloeistof uit het melkkanaal te verwijderen.
Het secundaire kanaal kan verder gebruikt worden als koelkanaal, waarbij er een geschikt koelmedium in het secundaire kanaal gebracht kan worden. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een koelmedium door het secundaire 20 kanaal te pompen, bij voorkeur in een richting tegengesteld aan de stroomrichting van de verplaatste melk, om een zo optimaal mogelijk koeling te bewerkstelligen.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een leiding verschaft, waarbij het melkkanaal in hoofdzaak omgeven wordt door het ten minste ene secundaire kanaal, of het secundaire kanaal in hoofdzaak omgeven wordt door het ten minste 25 ene melkkanaal. Met andere woorden, het melkkanaal en het secundaire kanaal zijn in hoofdzaak concentrisch ten opzichte van elkaar geplaatst. Het melkkanaal kan bijvoorbeeld omgeven worden door het ten minste ene secundaire kanaal, waarbij het ten minste ene secundaire kanaal een ringvormige dwarsdoorsnede kan hebben, waarbij het secundaire kanaal het melkkanaal omgeeft en gevormd 30 worden door een buitenzijde van de flexibele wand en een binnenzijde van een buitenwand van de leiding. Het melkkanaal kan op een paar plekken langs zijn omtrek bevestigd zijn aan de buitenwand van de leiding, waardoor het secundaire kanaal verdeeld kan zijn in een aantal subkanalen. Bevestiging van het melkkanaal aan de buitenwand van de leiding kan worden bewerkstelligd met t 5 verbindingen die zich in hoofdzaak langs de lengteas van de leiding uitstrekken. Zodoende kunnen meerdere secundaire kanalen ontstaan.
Voorbeelden hiervan zullen hieronder besproken worden. Het secundaire kanaal omgeeft het melkkanaal in hoofdzaak, zodanig dat het 5 secundaire kanaal het melkkanaal kan leegdrukken en er een efficiënte warmte-uitwisseling kan plaatsvinden tussen melk in het melkkanaal en een koelmedium in het secundaire kanaal.
Het melkkanaal en het secundaire kanaal kunnen ook verwisseld zijn ten opzichte van het hier beschreven voorbeeld.
10 Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een leiding verschaft waarbij de flexibele wand zelf een doorgangskanaal vormt, waarbij het doorgangskanaal het melkkanaal of het secundaire kanaal vormt.
Dit kan bereikt worden door de flexibele wand vorm te geven als een slang, bijvoorbeeld door twee flexibele lagen die langs zich in de lengteas 15 uitstrekkende randen aan elkaar bevestigd zijn en zodoende tussen de aan elkaar bevestigde randen een doorgangskanaal creëren. Op deze manier kan de flexibele wand gebruikt worden voor het vormen van een melkkanaal. Het secundaire kanaal kan gevormd worden door het in de leiding plaatsen van de flexibele wand. Een dergelijke flexibele wand heeft verder als voordeel dat er een 20 efficiënte warmte-uitwisseling kan plaatsvinden tussen het melkkanaal en het secundaire kanaal. De flexibele wand een doorgangskanaal vormt, kan los in de leiding zijn aangebracht of kan op bepaalde plaatsen met een buitenwand van de leiding zijn verbonden.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een leiding verschaft, waarbij 25 de flexibele wand door middel van afstandhouders bevestigd is aan wand van de leiding.
Dergelijke afstandhouders zorgen er voor dat de flexibele wand in hoofdzaak in het midden van de leiding gepositioneerd wordt. Op deze wijze wordt een buitenste kanaal (bijvoorbeeld het secundaire kanaal) gevormd welke in 30 hoofdzaak ringvormig is, of worden meerdere buitenste kanalen gevormd die een binnenste kanaal rondom omgeven. Dit draagt bij aan een efficiënte warmte-uitwisseling tussen melkkanaal en secundair kanaal. Dergelijke afstandhouders zorgen er ook voor dat bij het verplaatsen van melk door de leiding ook het 6 secundaire kanaal open blijft en gebruikt kan worden om een koelmedium door te laten stromen.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een leiding verschaft, waarbij een enkele flexibele wand bevestigd is aan een binnenzijde van de leiding door 5 middel van een eerste aanhechting en een tweede aanhechting, waarbij de eerste en de tweede aanhechtingen zich uitstrekken over de lengteas van de leiding.
Op deze wijze worden het melkkanaal en het secundaire kanaal over de lengteas van de leiding gevormd en kan een relatief eenvoudige flexibele wand gebruikt worden.
10 De aanhechting kan op allerlei manieren worden uitgevoerd. De aanhechting dient er verder toe om de flexibele wand op zijn plaats te houden.
De eerste en tweede aanhechtingen kunnen zich op diametraal tegenover elkaar gelegen posities bevinden. Op deze wijze wordt bewerkstelligd dat het melkkanaal en het secundaire kanaal ongeveer even groot zijn en 15 symmetrisch ten opzichte van elkaar gepositioneerd zijn en er een relatief groot oppervlak wordt gecreëerd tussen het melkkanaal en het secundaire kanaal waarover warmte-uitwisseling kan plaatsvinden. Dit draagt bij aan een efficiënte koeling van de melk in het melkkanaal.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een leiding verschaft, waarbij 20 de flexibele wand ten minste een van de materialen omvat uit de groep: polyetheen, Teflon, Siliconen.
De wand is bij voorkeur gemaakt van een flexibel materiaal, zoals de genoemde materialen.
De term flexibel wordt hier gebruikt om aan te duiden dat de wand 25 van vorm en positie kan veranderen afhankelijk van de aan weerszijden van de flexibele wand aanwezige druk. Ook kan de wand uitrekken, om zodoende het melkkanaal dicht te kunnen drukken.
Volgens een aspect wordt er voorzien in een melkinrichting, omvattende een leiding zoals hierboven beschreven.
30 Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een melkinrichting verschaft, waarbij een ingangszijde van het ten minste ene melkkanaal van de leiding via een verdeelklep in verbinding staat met een melktoevoer en een reinigingsbron.
Op deze wijze kan het melkkanaal afwisselend worden aangesloten op een melktoevoer, zoals een melkglas, of een reinigingsbron. De reinigingsbron 7 kan bijvoorbeeld een reinigingsvloeistof toevoeren, bijvoorbeeld water met een eventueel daarin opgenomen reinigingsmiddel, om het melkkanaal te reinigen.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een melkinrichting verschaft, waarbij een uitgangszijde van het ten minste ene melkkanaal via een tweede 5 verdeelklep in verbinding staat met een melkopslag en een afvoer. Afhankelijk van wat er door het melkkanaal vervoerd wordt, kan het melkkanaal in verbinding worden gesteld met de melkopslag of een afvoer.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een melkinrichting verschaft, waarbij het ten minste ene secundaire kanaal van de leiding in verbinding staat 10 met ten minste een fluïdumbron.
De fluïdumbron kan een vloeistofbron of een gasbron (bijvoorbeeld perslucht) zijn, die in staat is fluïdum aan te voeren met een voldoende hoge druk om een met vloeistof gevuld melkkanaal leeg te drukken.
Het fluïdum kan bij voorkeur in beide stroomrichtingen worden 15 aangevoerd, dat wil zeggen in een richting die gelijk is aan de stroomafwaartse richting van de melk en in een tegengestelde richting.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een melkinrichting verschaft, waarbij de ten minste een fluïdumbron een koelinrichting omvat voor het koelen van het fluïdum.
20 Een dergelijke melkinrichting heeft het voordeel dat geen aparte inrichtingen verschaft hoeven worden voor het koelen en het legen van de leiding, aangezien beide functies nu door een inrichting kunnen worden toegepast.
Volgens een uitvoeringsvorm wordt er een melkinrichting verschaft, verder voorzien van een koppelstuk voor het in een gekoppelde toestand brengen 25 van de leiding met een onderdeel van de melkinrichting, waarbij het koppelstuk voorzien is van een koppelvlak met ten minste een melkopening en ten minste een secundaire opening die respectievelijk bestemd zijn om in een doorgaande verbinding te worden gebracht met het ten minste ene melkkanaal en het ten minste ene secundaire kanaal.
30 De positionering van de ten minste een melkopening en de ten minste een secundaire opening in het koppelstuk is afgestemd op de onderlinge positionering van het melkkanaal en het secundaire kanaal.
In het geval het melkkanaal en het secundaire kanaal concentrisch ten opzichte van elkaar zijn gepositioneerd, waarbij bijvoorbeeld het melkkanaal 8 omgeven is door het secundaire kanaal, kan het koppelstuk voorzien van een in het midden gepositioneerde melkopening en ten minste een secundaire opening die verdeeld is of zijn rond de gehele omtrek van de melkopening. Aldus wordt een compacte, ruimtebesparende koppeling verkregen voor een leiding met een 5 melkkanaal en een secundair kanaal. Echter, ook andere koppelstukken kunnen toegepast worden, zoals bijvoorbeeld van John Guest.
Volgens een aspect wordt er een werkwijze verschaft voor het reinigen van een leiding, waarbij de leiding een door een flexibele wand gescheiden melkkanaal en secundair kanaal omvat, waarbij de werkwijze omvat: 10 - een leegstap voor het legen van het melkkanaal, waarbij de leegstap wordt uitgevoerd door middel van het leegdrukken van het melkkanaal door het vullen van het secundaire kanaal.
De werkwijze kan worden toegepast na het melken van een aantal melkdieren om alle melk die nog in het melkkanaal aanwezig is uit het melkkanaal 15 te verwijderen. Op deze manier kan worden bewerkstelligd dat er geen melk verloren gaat of bederft in de leiding. Verder kan de melk uit het melkkanaal verwijderd worden alvorens een reinigingsstap uit te voeren.
De leegstap kan ook toegepast worden na het uitvoeren van een reinigingsstap voor het uit het melkkanaal verwijderen van reinigingsvloeistof.
20 De werkwijze heeft het voordeel dat er geen perslucht of iets dergelijks benodigd is. Ook is het niet nodig om het medium waarmee het melkkanaal leeg gedrukt gaat worden te reinigen alvorens gebruik, zoals in de stand van de techniek waarbij er bijvoorbeeld gebruik gemaakt werd van gefilterde perslucht, omdat het gebruikte medium niet in het melkkanaal gebracht wordt.
25 Het secundaire kanaal kan gevuld worden met hoge drukgas of lucht of kan gevuld worden met een geschikte vloeistof, zoals bijvoorbeeld water. Volgens een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze: een eerste leegstap voor het legen van het melkkanaal, een reinigingsstap voor het reinigen van het melkkanaal, en een 30 - tweede leegstap voor het legen van het melkkanaal.
De eerste en/of de tweede leegstap kan worden uitgevoerd door middel van het leegdrukken van het melkkanaal door het vullen van het secundaire kanaal. Het leegdrukken van het melkkanaal kan gebeuren door het vullen van het secundaire kanaal met een daarvoor geschikt medium, zoals een 9 vloeistof of een gas met voldoende druk. De druk van het medium moet in ieder geval hoger zijn dan de op dat moment in het melkkanaal heersende druk. Hoe hoger de druk, hoe sneller het melkkanaal kan worden leeg gedrukt.
Bij de eerste leegstap kan de nog aanwezige melk uit het melkkanaal 5 in de melkopslag gedrukt worden. Bij de tweede leegstap kan de nog aanwezige reinigingsvloeistof richting een afvoer worden gedrukt.
Volgens een aspect wordt er een werkwijze verschaft voor het verplaatsen van melk door een leiding zoals hierboven beschreven, waarbij de werkwijze omvat het laten stromen van een koelmedium door het secundaire 10 kanaal.
Op deze wijze kan op voordelige wijze koeling van de melk worden bewerkstelligd. Het koelmedium kan bij voorkeur in een tegengestelde richting worden gevoerd ten opzichte van de stroomrichting van de melk.
15
KORTE BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN
De uitvinding zal nader worden uitgelegd aan de hand van bijgevoegde tekeningen. De tekeningen vormen een praktische uitvoering van de uitvinding, die niet mogen worden beschouwd in beperkende zin. Specifieke 20 detailkenmerken kunnen ook los van het uitvoeringsvoorbeeld in generale zin als kenmerkend voor de uitvinding worden gezien, waarin
Fig. 1 schematisch een deel van een melkinrichting toont volgens de stand van de techniek,
Fig. 2 schematisch een deel van een melkinrichting toont volgens een 25 uitvoeringsvorm,
Figuren 3a - 4e schematisch een leiding tonen volgens verschillende uitvoeringsvormen,
Fig. 5 schematisch een deel van een melkinrichting toont volgens een verdere uitvoeringsvorm, en 30 Fig. 6 schematisch een koppelstuk toont welke gebruikt kan worden in de uitvoeringsvormen.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
10
Hieronder zullen verschillende uitvoeringsvormen nader besproken worden aan de hand van de figuren. In de figuren hebben de leidingen een in hoofdzaak ronde buitenomtrek. Binnen het bereik van de uitvinding is echter een elliptisch gevormde buitenomtrek of elke andere geschikte buitenomtrek evenwel denkbaar. 5 Fig. 2 toont schematisch een uitvoeringsvorm, waarbij dezelfde verwijzingscijfers gebruikt zijn als in Fig. 1 voor overeenkomstige elementen.
Fig. 2 toont een leiding 20, welke door middel van een flexibele wand 23 onderverdeeld is in een melkkanaal 21 en een secundair kanaal 22.
Aan een ingangszijde van het melkkanaal 21 is een eerste 10 verdeelklep 61 ’ verschaft. De eerste verdeelklep 61 ’ kan gebracht worden in een eerste positie, waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op het melkglas 10, tweede positie, waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op de reinigingsbron 64.
15 Aan een uitgangszijde van het melkkanaal 21 is een tweede verdeelklep 62’ verschaft. De tweede verdeelklep 62’ kan gebracht worden in een eerste positie, waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op de melkopslag 30, en een tweede positie, waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op een afvoer 63. 20 Het secundaire kanaal 22 is aan beide zijden aangesloten op ten minste een fluïdumbron 60. Fig. 2 toont een enkele fluïdumbron 60, welke in staat is om een fluïdum, zoals water of lucht, in het secundaire kanaal 22 te brengen. De fluïdumbron 60 kan bijvoorbeeld een pomp omvatten voor het verplaatsen van het fluïdum. De fluïdumbron 60 kan bijvoorbeeld tijdens het verplaatsen van melk 25 door het melkkanaal 21 water door het secundaire kanaal 22 verplaatsen ten einde de melk in het melkkanaal 21 te koelen. De fluïdumbron 60 kan ook als onderdeel van een werkwijze voor het reinigen van het melkkanaal 21 een fluïdum in het secundaire kanaal brengen, zoals water of lucht, om zodoende het melkkanaal 21 leeg te drukken. Voor het koelen van de melk en het legen van het 30 melkkanaal 21 kunnen verschillende fluïdumbronnen 60 gebruikt worden die door middel van verdeelkleppen (niet getoond) afwisselend in verbinding met het secundaire kanaal 22 gebracht kunnen worden.
11
Dit kan gedaan worden, om voor het koelen en leegdrukken verschillende fluïda te kunnen gebruiken. Voor het koelen kan bijvoorbeeld bij water gebruikt worden, terwijl voor het leegdrukken perslucht gebruikt kan worden.
Fluïdumbron 60 kan zodoende geschikt zijn voor het verschaffen van 5 verschillende fluïda in verschillende stroomrichtingen. Fluïdumbron 60 kan zodoende ook uit meerdere fluïdumbronnen 60 bestaan en/of er kunnen verdeelkleppen verschaft worden voor het variëren van de stroomrichting en/of het fluïdum door het secundaire kanaal 22.
Ook kunnen verdeelkleppen (niet getoond) verschaft worden om de 10 stroomrichting van het fluïdum door het secundaire kanaal 22 te kunnen aanpassen. Bij het koelen van melk kan bij voorkeur een stroomrichting van het fluïdum door het secundaire kanaal gekozen worden die tegengesteld is aan de stroomrichting van de melk door het melkkanaal 21, terwijl voor het leegdrukken van het melkkanaal 21 het secundaire kanaal 22 juist in stroomopwaarste richting 15 kan worden gevuld, waarbij de stroomopwaartse richting is gedefinieerd als de richting langs de leiding 20 van het melkglas 10 naar de melktank 30.
Aan de hand van Figuren 3a - 3d zal nu een mogelijk uitvoeringsvorm van de leiding 20 worden besproken.
20 Figuren 3a en 3b tonen een dwarsdoorsnede van de leiding 20 in de richting van de lengteas van de leiding 20. De figuren tonen leiding 20, waarin een flexibele wand 23 is bevestigd aan een binnenzijde van de leiding 20. De flexibele wand 23 is door middel van twee aanhechtingen 29 aan de binnenzijde van de leiding 20 bevestigd. Op deze wijze wordt een melkkanaal 21 en een secundair 25 kanaal 22 gevormd. De aanhechtingen 29 strekken zich uit over de lengteas van de leiding 20.
Fig. 3a toont een toestand waarbij het melkkanaal 21 en het flexibele kanaal 22 ongeveer van gelijke grootte zijn. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn in een toestand waarbij er melk door het melkkanaal 21 verplaatst wordt en er 30 tegelijkertijd een koelfluïdum, bijvoorbeeld water, door het secundaire kanaal 22 verplaatst wordt om de melk te koelen.
Fig. 3b toont een toestand waarbij het secundaire kanaal 22 gevuld is met een fluïdum, bijvoorbeeld water of perslucht, op een zodanige wijze, dat de 12 flexibele wand 23 zodanig vervormt, verplaatst en/of uitgerekt wordt, dat het melkkanaal 21 geheel wordt dichtgedrukt.
Deze situatie wordt ook getoond in Fig. 3c, welke een dwarsdoorsnede van de leiding 20 toont in een richting dwars op de 5 stroomrichting. Zoals te zien is wordt het melkkanaal over vrijwel de gehele lengte van de leiding 20 leeg gedrukt.
Zoals te zien is in Fig. 3c kan het voorkomen dat de flexibele wand 23 het melkkanaal 21 niet geheel kan dichtdrukken, maar dat er in de hoeken nabij de ingang en de uitgang ruimte overblijft. Om te voorkomen dat hier melk of 10 reinigingsvloeistof achterblijft, kunnen opvuldelen 28 in de hoeken worden geplaatst, zodat de flexibele wand het gehele melkkanaal 21 vrijwel geheel kan leegdrukken. Een dergelijke uitvoeringsvorm met opvuldelen 28 is getoond in Fig. 3d.
Een alternatieve uitvoeringsvorm van de leiding 20 zal nu 15 beschreven worden aan de hand van de Figuren 4a - 4e.
Fig. 4a toont schematisch een dwarsdoorsnede in de stroomrichting van een leiding 20, waarbij de flexibele wand 23 zelf een doorgangskanaal vormt, waarbij het doorgangskanaal het melkkanaal 21 of het secundaire kanaal 22 vormt. De flexibele wand 23 is door middel van afstandhouders 24 bevestigd aan 20 de wand van de leiding 20 ten einde ruimte te creëren voor het buitenste kanaal, bijvoorbeeld het secundaire kanaal 22.
In Fig. 4a is getoond dat het door de flexibele wand 23 gevormde doorgangskanaal het melkkanaal 21 is, welke omgeven wordt door het secundaire kanaal 22. Het secundaire kanaal 22 kan gevuld worden met een fluïdum ten 25 einde het melkkanaal 21 leeg te drukken. Deze situatie is in Fig. 4b getoond door middel van een dwarsdoorsnede in de stroomrichting. Deze situatie is tevens getoond in Fig. 4c, welke een dwarsdoorsnede toont van de leiding 20 in een richting loodrecht op de stroomrichting.
In een alternatieve uitvoeringsvorm is het door de flexibele wand 23 30 gevormde doorgangskanaal het secundaire kanaal 22, welke omgeven wordt door het melkkanaal 21. Figuren 4d en 4e tonen de overeenkomstige situaties als Figuren 4b en 4c voor deze uitvoeringsvorm, dat wil zeggen de situatie waarin het melkkanaal 21 leeg gedrukt is.
13
Werkwijze
De leidingen 20 maken een voordelige werkwijze voor het reinigen daarvan mogelijk. In het melkkanaal 21 achter gebleven melk kan op eenvoudige en doeltreffende wijze uit het melkkanaal 21 verwijderd worden door het vullen van 5 het secundaire kanaal 22 op een zodanige wijze dat het melkkanaal 21 leeg gedrukt wordt. Ook na het toepassen van een reinigingsstap kan de gebruikte reinigingsvloeistof op soortgelijke wijze uit het melkkanaal 21 verwijderd worden.
Fig. 5 toont schematisch een melkinrichting volgens een verdere uitvoeringsvorm, welke verder een besturingsinrichting 80 omvat.
10 De besturingsinrichting 80 kan zijn uitgevoerd als een computer, en kan hardware en software onderdelen omvatten welke de besturingsinrichting 80 de benodigde functionaliteit geven in overeenstemming met de hier beschreven werkwijze. De besturingsinrichting 80 is hier weergegeven als een enkel onderdeel. Het zal echter begrepen worden dat de besturingsinrichting 80 15 gevormd kan worden door meerdere op afstand van elkaar geplaatste, samenwerkende onderdelen, of juist onderdeel kan zijn van een grotere besturingsinrichting, bijvoorbeeld een besturingsinrichting voor het besturen van een melkinrichting, welke meerdere melkpompinrichtingen omvat.
De besturingsinrichting 80 kan in verbinding staan met de eerste en tweede 20 verdeel kleppen 61’, 62 om deze aan te sturen. Verder kan de besturingsinrichting 80 in verbinding staan met de fluïdumbron 60 en met de reinigingsbron 64 om deze aan te kunnen sturen.
De besturingsinrichting 80 kan zijn ingericht om een werkwijze voor het reinigen van de leiding 20 uit te voeren, waarbij de leiding 20 een leiding is in 25 overeenstemming met een van de in deze tekst beschreven uitvoeringsvormen. De werkwijze kan omvatten: een leegstap voor het legen van het melkkanaal 21, waarbij de leegstap wordt uitgevoerd door middel van het leegdrukken van het melkkanaal 21 door het vullen van het secundaire kanaal 22.
30 Het uitvoeren van deze leegstap kan er uit bestaan om de fluïdumbron 60 aan te sturen een fluïdum in het secundaire kanaal te brengen zodat het melkkanaal 21 wordt leeg gedrukt. Het fluïdum wordt bij voorkeur in een stroomafwaartse richting in het secundaire kanaal gebracht.
14
Het uitvoeren van de leegstap kan er verder uit bestaan om de tweede verdeelklep 62’ aan te sturen om deze of in de eerste of in de tweede positie te brengen. In het geval het melkkanaal 21 gevuld is met melk, kan de tweede verdeelklep 62’ in de eerste positie worden gebracht (waarbij het 5 melkkanaal 21 aangesloten is op de melkopslag 30) en in het geval dat het melkkanaal 21 gevuld is met een reinigingsvloeistof, kan de tweede verdeelklep 62’ in de tweede positie worden gebracht (waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op een afvoer 63).
Het uitvoeren van een werkwijze voor het reinigen kan een aantal stappen 10 omvatten, zoals een eerste leegstap voor het legen van het melkkanaal 21, een reinigingsstap voor het reinigen van het melkkanaal 21, en een tweede leegstap voor het legen van het melkkanaal 21.
Bij het uitvoeren van de eerste leegstap kan de besturingsinrichting 15 80 de tweede verdeelklep 62’ in de eerste positie zetten (waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op de melkopslag 30).
Bij het uitvoeren van de reinigingsstap kan de besturingsinrichting 80 de eerste verdeelklep 61’in de tweede positie zetten, waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op de reinigingsbron 64 en kan de tweede verdeelklep 62’ in de 20 tweede positie zetten, waarbij het melkkanaal 21 aangesloten is op de afvoer 63.
Ten slotte kan de besturingsinrichting 80 na het uitvoeren van de tweede leegstap de eerste en tweede verdeelkleppen 61’, 62’ beide weer in de eerste positie zetten, om de leiding 20 weer gereed te maken voor het verplaatsten van melk.
25 De besturingsinrichting 80 kan verder geschikt zijn om een werkwijze uit te voeren voor het verplaatsen van melk door de leiding. Hiervoor kan de besturingsinrichting 80 verbonden zijn met pomp 40 en zijn ingericht om pomp 40 aan en uit te schakelen. De werkwijze voor het verplaatsen van melk kan een aantal stappen omvatten, zoals het in de eerste positie zetten van de eerste en 30 tweede verdeelkleppen 61’, 62’, indien deze nog niet in de eerste positie staan. De werkwijze kan verder omvatten het aansturen van pomp 40 voor het verplaatsen van een hoeveelheid melk door de leiding 20. Verder kan de werkwijze het aansturen van de fluïdumbron 60 omvatten ten einde het laten stromen van een koelmedium door het secundaire kanaal 22. Fluïdumbron 60 kan tevens een 15 koelinrichting (niet getoond in Fig. 5) omvatten voor het koelen van het koelmedium.
Fig. 6 toont een koppelstuk 110 welke gebruikt kan voor het in een 5 gekoppelde toestand brengen van een leiding 20 met een onderdeel van de melkinrichting, zoals aan de stroomopwaartse zijde met de eerste verdeelklep 61’ en fluïdumbron 60 en aan de stroomafwaartse zijde met de tweede verdeelklep 62’ en fluïdumbron 60. Dergelijke koppelstukken 110 zijn eerder beschreven in EP1872653.
10 Het koppelstuk 110 is voorzien van een koppelvlak met een hoofdopening 116 en ten minste een secundaire opening 118 die bestemd zijn om in doorgaande verbinding te worden gebracht met het melkkanaal 21, respectievelijk met het secundaire kanaal 22 van de flexibele leiding 20.
Als bij wijze van voorbeeld een leiding 20 genomen wordt zoals 15 besproken aan de hand van Fig. 4a dan kan de hoofdopening gebruikt worden voor het aansluiten van bijvoorbeeld het melkglas 10 op het melkkanaal 21, en kan de ten minste ene secundaire opening 118 gebruikt wórden voor het aansluiten van de fluïdumbron 60 op het secundaire kanaal.
De secundaire openingen 118 zijn verdeeld rond de gehele omtrek 20 van de hoofdopening. De secundaire openingen 118 kunnen ook als een enkele ringvormige secundaire opening gemaakt zijn 118 of als een aantal secundaire openingen 118 die elk de vorm hebben van een deel van een cirkelboog. Aldus wordt een compacte, ruimtebesparende koppeling verkregen voor een flexibele melkslang met meerdere kanalen.
25 Fig. 6 toont indicatief een deel van leiding 20 die voorzien is van een koppelstuk 110. Het koppelstuk 110 omvat een cilindrisch lichaam 112, waarvan één uiteinde verbonden is met de leiding 20 en een tweede uiteinde gezien kan worden als een koppelvlak 114. Het koppelvlak 114 is voorzien van een hoofdopening 116 en meerdere, in dit geval acht, secundaire openingen 118.
30 Vanuit het koppelvlak 114 strekken zich een hoofdbuis 120 en secundaire buizen 122 uit. De hoofdbuis 120 staat in doorgaande verbinding met de hoofdopening 116. De secundaire buizen 122 staan in doorgaande verbinding met de respectievelijke secundaire openingen 118.
1037456

Claims (15)

1. Leiding (20) voor het verplaatsen van melk, met het kenmerk dat de leiding (20) voorzien is van ten minste een flexibele wand (23), welke de leiding 5 verdeelt in ten minste een melkkanaal (21) en ten minste een secundair kanaal (22) , waarbij het ten minste ene melkkanaal (21) en het ten minste ene secundaire kanaal (22) zich uitstrekken langs een lengteas van de leiding (20), waarbij het ten minste ene melkkanaal in hoofdzaak kan worden leeg gedrukt door het vullen van het ten minste ene secundaire kanaal (22).
2. Leiding (20) volgens conclusie 1, waarbij het melkkanaal (21) in hoofdzaak omgeven wordt door het ten minste ene secundaire kanaal (22), of het secundaire kanaal (22) in hoofdzaak omgeven wordt door het ten minste ene melkkanaal (21).
3. Leiding (20) volgens een van de conclusies 1-2, waarbij de flexibele 15 wand (23) zelf een doorgangskanaal vormt, waarbij het doorgangskanaal het melkkanaal (21) of het secundaire kanaal (22) vormt.
4. Leiding (20) volgens een van conclusies 2-3, waarbij de flexibele wand (23) door middel van afstandhouders bevestigd is aan de wand van de leiding (20).
5. Leiding (20) volgens conclusie 1, waarbij een enkele flexibele wand (23) bevestigd is aan een binnenzijde van de leiding (20) door middel van een eerste aanhechting (29) en een tweede aanhechting (29), waarbij de eerste en de tweede aanhechtingen (29) zich uitstrekken over de lengteas van de leiding.
6. Leiding (20) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de 25 flexibele wand (23) ten minste een van de materialen omvat uit de groep: polyetheen, Teflon, Siliconen.
7. Melkinrichting (1), omvattende een leiding (20) volgens een van de conclusies 1-6.
8. Melkinrichting (1) volgens conclusie 7, waarbij een ingangszijde van 30 het ten minste ene melkkanaal (21) van de leiding (20) via een verdeelklep (61,62) in verbinding staat met een melktoevoer (10) en een reinigingsbron (64).
9. Melkinrichting (1) volgens een van de conclusies 7-8, waarbij een uitgangszijde van het ten minste ene melkkanaal (21) via een tweede verdeelklep (62) in verbinding staat met een melkopslag (30) en een afvoer (63). 1037456
10. Melkinrichting (1) volgens een van de conclusies 7-9, waarbij het ten minste ene secundaire kanaal (22) van de leiding (20) in verbinding staat met ten minste een fluïdumbron (60).
11. Melkinrichting (1) volgens conclusie 10, waarbij de ten minste een 5 fluïdumbron (60) een koelinrichting (50) omvat voor het koelen van het fluïdum.
12. Melkinrichting (1) volgens een van de conclusies 7-11, verder voorzien van een koppelstuk voor het in een gekoppelde toestand brengen van de leiding (20) met een onderdeel van de melkinrichting, waarbij het koppelstuk voorzien is van een koppelvlak met ten minste een melkopening en ten minste een 10 secundaire opening die respectievelijk bestemd zijn om in een doorgaande verbinding te worden gebracht met het ten minste ene melkkanaal (21) en het ten minste ene secundaire kanaal (22).
13. Werkwijze voor het reinigen van een leiding, waarbij de leiding (20) een door een flexibele wand (23) gescheiden melkkanaal (21) en secundair kanaal 15 (22) omvat, waarbij de werkwijze omvat: een leegstap voor het legen van het melkkanaal (21), waarbij de leegstap wordt uitgevoerd door middel van het leegdrukken van het melkkanaal (21) door het vullen van het secundaire kanaal (22).
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de werkwijze omvat: 20. een eerste leegstap voor het legen van het melkkanaal (21), een reinigingsstap voor het reinigen van het melkkanaal (21), en een tweede leegstap voor het legen van het melkkanaal (21).
15. Werkwijze voor verplaatsen van melk door een leiding volgens een van de conclusies 1-6, waarbij de werkwijze omvat het laten stromen van een 25 koelmedium door het secundaire kanaal. 1 03 74 56
NL1037456A 2009-11-09 2009-11-09 Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding. NL1037456C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037456A NL1037456C2 (nl) 2009-11-09 2009-11-09 Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding.
DK10773166.3T DK2498594T3 (en) 2009-11-09 2010-10-26 MILK DEVICE AND METHOD OF TRANSPORTING MILK THROUGH A TUBE
US13/497,435 US8997778B2 (en) 2009-11-09 2010-10-26 Conduit and a method of cleaning a conduit
PCT/NL2010/000154 WO2011056064A1 (en) 2009-11-09 2010-10-26 Conduit and a method of cleaning a conduit
EP10773166.3A EP2498594B1 (en) 2009-11-09 2010-10-26 Milking device and a method of transferring milk through a conduit
US14/642,126 US9560831B2 (en) 2009-11-09 2015-03-09 Conduit and a method of cleaning a conduit

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1037456 2009-11-09
NL1037456A NL1037456C2 (nl) 2009-11-09 2009-11-09 Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1037456C2 true NL1037456C2 (nl) 2011-05-11

Family

ID=42333448

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1037456A NL1037456C2 (nl) 2009-11-09 2009-11-09 Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding.

Country Status (5)

Country Link
US (2) US8997778B2 (nl)
EP (1) EP2498594B1 (nl)
DK (1) DK2498594T3 (nl)
NL (1) NL1037456C2 (nl)
WO (1) WO2011056064A1 (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1037456C2 (nl) * 2009-11-09 2011-05-11 Lely Patent Nv Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding.
DE102015005493B4 (de) * 2015-04-30 2024-03-21 Airbus Defence and Space GmbH Fluidleitung
DE102021105641A1 (de) * 2021-03-09 2022-09-15 Gea Farm Technologies Gmbh Analyse eines Reinigungsfluids in einer Melkanlage

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR621883A (fr) * 1926-09-22 1927-05-19 Perfectionnements aux dispositifs d'ouverture et de fermeture des canalisations de machines à traire
DE2900819A1 (de) * 1979-01-11 1980-07-24 Schwarte Gmbh Alfons Saugschlauch fuer milchuebernahmevorrichtungen
US4232703A (en) * 1976-12-23 1980-11-11 Karl W. Wiegand Safety close-off valve arrangement for pipe conduit systems and installations
GB2335728A (en) * 1998-03-24 1999-09-29 Westfalia Landtechnik Gmbh Valve for a milk pipeline

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2598207A (en) * 1946-06-14 1952-05-27 Bailey Meter Co Valving apparatus
US2766765A (en) * 1952-04-30 1956-10-16 Nat Cylinder Gas Co Method and apparatus for maintaining uniform flow resistance
US3039733A (en) * 1958-12-30 1962-06-19 Montedison Spa Fluid flow control valve
SE335036B (nl) * 1966-08-15 1971-05-10 Tetra Pak Int
US4366943A (en) * 1979-10-22 1983-01-04 Dec International, Inc. Method and apparatus for introducing air into a vacuum milking system during the washing cycle
US5186431A (en) * 1989-09-22 1993-02-16 Yehuda Tamari Pressure sensitive valves for extracorporeal circuits
DE10216581B4 (de) * 2002-04-14 2006-07-20 Asis Gmbh Versorgungsleitung für Beschichtungsanlagen, insbesondere Lackieranlagen
US8002725B2 (en) * 2005-07-18 2011-08-23 Novostent Corporation Embolic protection and plaque removal system with closed circuit aspiration and filtering
NL1032063C2 (nl) 2006-06-27 2008-01-02 Maasland Nv Combinatie van een melkbeker en een flexibele melkslang, koppelstuk, alsmede werkwijze voor het bewaken van integriteit van flexibele melkslang.
NL1037456C2 (nl) * 2009-11-09 2011-05-11 Lely Patent Nv Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR621883A (fr) * 1926-09-22 1927-05-19 Perfectionnements aux dispositifs d'ouverture et de fermeture des canalisations de machines à traire
US4232703A (en) * 1976-12-23 1980-11-11 Karl W. Wiegand Safety close-off valve arrangement for pipe conduit systems and installations
DE2900819A1 (de) * 1979-01-11 1980-07-24 Schwarte Gmbh Alfons Saugschlauch fuer milchuebernahmevorrichtungen
GB2335728A (en) * 1998-03-24 1999-09-29 Westfalia Landtechnik Gmbh Valve for a milk pipeline

Also Published As

Publication number Publication date
WO2011056064A1 (en) 2011-05-12
US9560831B2 (en) 2017-02-07
US8997778B2 (en) 2015-04-07
DK2498594T3 (en) 2017-03-13
EP2498594A1 (en) 2012-09-19
EP2498594B1 (en) 2016-12-14
US20150173321A1 (en) 2015-06-25
US20120305088A1 (en) 2012-12-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
FI124090B (fi) Menetelmä pneumaattisen materiaalinkäsittelyjärjestelmän putkiston puhdistamiseksi ja puhdistuslaitteisto sekä järjestelmä
NL1037456C2 (nl) Leiding en een werkwijze voor het reinigen van een leiding.
TW200934714A (en) Method and apparatus in pneumatic material conveying system
JP2015532250A (ja) 流路変更装置及び材料収集搬送システム
US7739767B2 (en) Pigging system
TW200936474A (en) Method and apparatus in pneumatic material conveying system
TW200932648A (en) Method and apparatus in pneumatic material conveying system
RU2013125441A (ru) Способ и пневматическая система транспортирования материала
US9636721B2 (en) Method and clean-in-place system for conveying tubes
CN102388297A (zh) 用于对具有流动性的处于任意增压状态下的物质进行分份的方法、控制器、阀门装置和分份设备
WO2007125023A1 (en) Apparatus for obtaining samples of a fluid and method for cleaning such apparatus
CN101761664B (zh) 节流阀及其在用以清洁泥浆输送管的设备和方法中的应用
KR20230141790A (ko) 물 및 해산물 흐름 분배기
JP2016540645A (ja) プレスシステム及びプレスシステム用の真空システム
JP5659311B1 (ja) ピグ洗浄装置
KR101388187B1 (ko) 음식물쓰레기 자동수거시스템
JP2022514248A (ja) 流量を分配するための装置
JP2006349239A (ja) 超音波振動機能を備えた熱交換器
EA024682B1 (ru) Доильное устройство
JP7405388B2 (ja) 廃液吸引装置
TWI622349B (zh) 誘捕箱及蚊蟲誘捕設備
FI124515B (fi) Menetelmä ja laitteisto pneumaattisessa materiaalinkäsittelyssä ja jätesäiliö/erotinlaite
JP2018134609A (ja) 配管のフラッシング方法及び水供給システム
US20180281031A1 (en) Method and clean-in-place system for conveying tubes
EP1251751B1 (en) Device and method for killing microorganisms in a fluid flow of products

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20161201