NL1034216C - IMPROVED STRUCTURE OF INLINE SKATES. - Google Patents
IMPROVED STRUCTURE OF INLINE SKATES. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1034216C NL1034216C NL1034216A NL1034216A NL1034216C NL 1034216 C NL1034216 C NL 1034216C NL 1034216 A NL1034216 A NL 1034216A NL 1034216 A NL1034216 A NL 1034216A NL 1034216 C NL1034216 C NL 1034216C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- front wheel
- gear
- wheel
- anchor
- shoe
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63C—SKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
- A63C17/00—Roller skates; Skate-boards
- A63C17/14—Roller skates; Skate-boards with brakes, e.g. toe stoppers, freewheel roller clutches
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63C—SKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
- A63C17/00—Roller skates; Skate-boards
- A63C17/14—Roller skates; Skate-boards with brakes, e.g. toe stoppers, freewheel roller clutches
- A63C17/1454—Freewheel roller clutches
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A63—SPORTS; GAMES; AMUSEMENTS
- A63C—SKATES; SKIS; ROLLER SKATES; DESIGN OR LAYOUT OF COURTS, RINKS OR THE LIKE
- A63C17/00—Roller skates; Skate-boards
- A63C17/04—Roller skates; Skate-boards with wheels arranged otherwise than in two pairs
- A63C17/06—Roller skates; Skate-boards with wheels arranged otherwise than in two pairs single-track type
Landscapes
- Footwear And Its Accessory, Manufacturing Method And Apparatuses (AREA)
- Treatments For Attaching Organic Compounds To Fibrous Goods (AREA)
- Yarns And Mechanical Finishing Of Yarns Or Ropes (AREA)
- Motorcycle And Bicycle Frame (AREA)
Description
1 I1 I
Verbeterde structuur van Inline SkatesImproved structure of Inline Skates
GEBIED WAAR DE UITVINDING BETREKKING OP HEEFTFIELD TO WHICH THE INVENTION RELATES
De onderhavige uitvinding heeft vooral betrekking op inline skates en in het 5 bijzonder op inline skates met de combinatie van een 'one-way roll’ stopper en een buffer, waarmee de inline skates een superieur remeffect hebben bij het glijden, en waarmee ze ook beter een krachtige versnelling kunnen vasthouden. Door de verbeterde structuur van de inline skates zjjn ze ergonomischer, is er minder kans op sportletsel en bieden ze meer comfort.The present invention relates in particular to inline skates and in particular to inline skates with the combination of a 'one-way roll' stopper and a buffer, with which the inline skates have a superior braking effect when sliding, and with which they also have better be able to maintain a strong acceleration. Due to the improved structure of the inline skates, they are more ergonomic, there is less chance of sport injury and they offer more comfort.
1010
ACHTERGROND VAN DE UITVINDINGBACKGROUND OF THE INVENTION
Het inline skating groeit als sport. Tot op heden zijn er verschillende soorten skates ontwikkeld, voornamelijk voor recreatie, cross-country, acrobatiek en kunst- en hardrijden. De skates voor cross-country en hardrijden hebben speciale frames die 15 voldoen aan de specifieke eisen voor snelheid of voor de speciale omgeving waarin ze gebruikt worden. Ook is het belangrijk dat ze gebruikt kunnen worden bij speciale en langdurige trainingen. De basisstructuur en werking is gelijk aan de recreatie inline skates, de speciale kenmerken van de inline skates van deze typen worden hier niet beschreven. In het volgende gedeelte worden wel de inline skates beschreven voor 2 0 recreatie, acrobatiek en kunstrijden.Inline skating is growing as a sport. To date, different types of skates have been developed, mainly for recreation, cross-country, acrobatics and art and speed riding. The skates for cross-country and speed riding have special frames that meet the specific requirements for speed or for the special environment in which they are used. It is also important that they can be used for special and long-term training. The basic structure and operation is the same as the recreation inline skates, the special characteristics of the inline skates of these types are not described here. In the next section the inline skates are described for recreation, acrobatics and figure skating.
Ten eerste de inline skate voor recreatie. Deze bestaat uit een schoen, geplaatst op de basis, waaronder een aantal wielen zitten. Er is geen remblokje aan de voorzijde. Bij het glijden van het linkerbeen, wordt met het rechterbeen kracht gezet door het naar achteren te drukken, lichtelijk afwijkend van de richting waarin het 25 linkerbeen glijdt. Vanwege de grotere wieldiameter is het vermoeiender om met de benen om beurten schuin af te zetten om zodoende lang uit te kunnen rijden. Het is ook geen natuurlijke beweging voor het lichaam. Daar komt bij dat inline skates voor recreatie niet voldoende remkracht bieden. Sommige merken bevestigen remblokjes achter de skates. Tijdens het remmen moet de sporter zijn voorvoet optillen, terwijl hij 30 zijn hiel naar beneden duwt. Dit veroorzaakt dat de remblokjes onder de enkels over de grond schuiven. Dit veroorzaakt een licht remeffect. Het geeft echter geen goed 1 03 42 16' 2 , ’ r « resultaat en de remmende handeling is onnatuuriijk voor het lichaam. Een ander bijverschijnsel van de remblokjes achter is dat de benen dicht bij elkaar blijven en elkaar soms raken, waardoor de sporter kan struikelen als hij afwisselend met zijn benen wil uitrijden of wanneer hij bochten maakt (voorwaartse of achterwaartse 5 kruisslagen). In praktijk verwijderen de meeste sporters de remblokjes achter, waardoor deze eigenlijk alleen maar in naam bestaan.Firstly the inline skate for recreation. This consists of a shoe placed on the base, including a number of wheels. There is no brake pad on the front. Upon sliding the left leg, force is applied with the right leg by pushing it backwards, slightly different from the direction in which the left leg slides. Because of the larger wheel diameter, it is more tiring to tilt the legs in turn in order to be able to drive for a long time. It is also not a natural movement for the body. In addition, inline skates do not offer sufficient braking power for recreation. Some brands attach brake pads behind the skates. During braking, the athlete must lift his forefoot while pushing down his heel. This causes the brake pads to slide over the floor under the ankles. This causes a slight braking effect. However, it does not give a good result, and the inhibitory action is unnatural to the body. Another side effect of the rear brake pads is that the legs stay close to each other and sometimes touch each other, so that the athlete can stumble if he wants to alternate with his legs or when making turns (forward or backward 5-stroke strokes). In practice, most athletes remove the rear brake pads, which means that they actually only exist in name.
Voor kunstrijden is een remblokje geplaatst bij het voorste wiel van een recreatie inline skate en alle wielen zijn kleiner en bevinden zich precies achter het voorste remblokje. Daarom is het uitrijden met een kunst-skate langzamer en instabiel. 10 Bij het uitrijden leunt het centrum van de zwaartekracht naar voren. Bij onoplettendheid kan het remblokje aan de uitrijdende voet heel gemakkelijk de grond raken, hetgeen erg gevaarlijk is, omdat de sporter daardoor voorover kan vallen.For figure skating, a brake pad is placed at the front wheel of a recreational inline skate and all wheels are smaller and are located exactly behind the front brake pad. That is why riding with an artificial skate is slower and unstable. 10 At the end, the center of gravity leans forward. In case of inattention, the brake pad on the spreading foot can hit the ground very easily, which is very dangerous, as it can cause the athlete to fall over.
Aan een inline skate voor acrobatiek is geen rem bevestigd, omdat een rem als die op een recreatie of een kunst-skate in de weg zit bij acrobatiek bewegingen en dus 15 gevaarlijk is voor de sporter. Dat betekent echter niet dat een acrobatiek inline skate geen rem nodig heeft, want het gebeurt regelmatig dat sporters vallen als ze acrobatiek doen. Er is zelfs al sprake geweest van ernstig letsel.No brake is attached to an inline skate for acrobatics, because a brake like that on a recreation or an artificial skate gets in the way of acrobatics movements and is therefore dangerous for the athlete. However, that does not mean that inline skate acrobatics does not need a brake, because it often happens that athletes fall when they do acrobatics. There has even been serious injury.
Kortom, de verschillende inline skates hebben geen doeltreffend en veilig remsysteem. Een speciale manier van remmen is de T-stop. Hierbij wordt snel een 20 kwartslag gedraaid zodat de skates dwars op de rijrichting staan, waardoor geremd wordt. Deze beweging heeft echter veel oefening nodig. De minste afleiding veroorzaakt doorgaans een val, met letsel als schaafwonden, letsel als gevolg van een botsing en verstuikingen. Daarnaast is het geen natuurlijke beweging voor het lichaam. Verder veroorzaakt het grote slijtage aan de skates en kan de T-stop niet op elk terrein 25 toegepast worden. Als de ondergrond glad is, ongelijk, of juist te veel grip geeft, eindigt de T-stop meestal in een val. Daarom is een betere rem nodig voor inline skates, zodat deze problemen en daarmee het oplopen van regelmatig letsel, opgelost kunnen wordenIn short, the various inline skates do not have an effective and safe braking system. A special way of braking is the T-stop. Hereby a quick turn of a quarter of a turn is made so that the skates are perpendicular to the direction of travel, which means braking. However, this movement requires a lot of practice. The least distraction usually causes a fall, with injuries such as grazes, injuries due to a collision and sprains. In addition, it is not a natural movement for the body. Furthermore, it causes great wear to the skates and the T-stop cannot be applied to every terrain. If the surface is smooth, uneven, or gives too much grip, the T-stop usually ends in a fall. That is why a better brake is needed for inline skates, so that these problems and thus the incurrence of regular injury can be solved
Vanwege de nadelen en tekortkomingen van inline skates, zoals hierboven 30 beschreven, biedt de onderhavige uitvinding inline skates die ergonomisch zijn, letsel voorkomen, schokken absorberen en die bovendien comfortabel zijn. Verder hebben 3 de inline skates van de onderhavige uitvinding meerdere remmen en is het mogelijk krachtiger te versnellen. Omdat ze ook meer ondersteuning bieden als het lichaam rechtop staat, zijn deze inline skates veiliger voor sporters.Because of the disadvantages and shortcomings of in-line skates, as described above, the present invention provides in-line skates that are ergonomic, prevent injury, absorb shocks and, moreover, are comfortable. Furthermore, the inline skates of the present invention have multiple brakes and it is possible to accelerate more powerfully. Because they also offer more support when the body is upright, these inline skates are safer for athletes.
5 SAMENVATTING5 SUMMARY
Eén van de doelen van de onderhavige uitvinding is het bieden van een verbeterde structuur van inline skates, waardoor een beter remsysteem ontstaat terwijl de skate ook ergonomisch beter is. Verder bieden de inline skates volgens de onderhavige uitvinding meer ondersteuning als het lichaam rechtop staat, waardoor 10 buitelingen voorkomen worden. Derhalve is de kans op letsel beduidend minder en wordt het skaten dus veel veiliger.One of the objectives of the present invention is to provide an improved structure of inline skates, whereby a better braking system is created while the skate is also ergonomically better. Furthermore, the inline skates according to the present invention offer more support when the body is upright, thereby preventing tumbling. Therefore, the risk of injury is significantly less and the skating becomes much safer.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is om de inline skates te voorzien van een verbeterde structuur, waarmee krachtiger versneld kan worden en die comfortabeler is omdat schokken beter worden opgevangen. Hiermee wordt dus 15 de kwaliteit van de inline skates verbeterd.Another object of the present invention is to provide the inline skates with an improved structure with which more speed can be accelerated and which is more comfortable because shocks are better absorbed. This thus improves the quality of the inline skates.
Om aan de doelstellingen en effecten die hierboven beschreven zijn te kunnen voldoen, biedt de onderhavige uitvinding een verbeterde structuur van inline skates, waaronder een schoen, een basis, een wielset, een of meer 'one-way roll' stoppers en een of meer stootkussens. Als er druk op de basis komt te staan, komt er evenredig 20 druk op de wielen. Het stootkussen verlicht de druk doordat het samengeperst wordt. Door het samenpersen van het stootkussen stoppen een of meer 'one-way roll’ stoppers met rollen. Hierdoor wordt geremd en de versnelling gestopt. Bijkomend voordeel is dat het stootkussen ook schokken absorbeert.In order to meet the objectives and effects described above, the present invention provides an improved structure of inline skates, including a shoe, a base, a wheel set, one or more one-way roll stoppers and one or more pads . If there is pressure on the base, there will be a pressure of 20 on the wheels. The pad relieves pressure by being compressed. One or more 'one-way roll' stoppers stop rolling by compressing the pad. This slows down and stops the acceleration. An additional advantage is that the pad also absorbs shocks.
Om de structuur en eigenschappen, zowel als de werkzaamheid van de 25 onderhavige uitvinding te verduidelijken, volgen gedetailleerde beschrijving van de onderhavige uitvinding, met voorkeursuitvoering en bijbehorende nummers.To clarify the structure and properties as well as the efficacy of the present invention, detailed description of the present invention follows, with preferred embodiment and associated numbers.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE AFBEELDINGENSHORT DESCRIPTION OF THE IMAGES
Afbeelding 1 toont een driedimensionaal schematisch diagram volgens een eerste 30 voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding;Figure 1 shows a three-dimensional schematic diagram according to a first preferred embodiment of the present invention;
t It I
44
Afbeelding 2 geeft een duidelijk overzicht van alle onderdelen volgens de eerste voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding;Figure 2 gives a clear overview of all components according to the first preferred embodiment of the present invention;
Afbeelding 3 geeft een zijaanzicht volgens de eerste voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding; 5 Afbeelding 4 toont een schematisch diagram van een voorwiel volgens de eerste voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding;Figure 3 shows a side view according to the first preferred embodiment of the present invention; Figure 4 shows a schematic diagram of a front wheel according to the first preferred embodiment of the present invention;
Afbeelding 5 toont de weerstandswerking in een schematisch diagram van een voorwiel volgens de eerste voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding; Afbeelding 6 toont een schematisch diagram volgens een tweede voorkeursuitvoering 10 van de onderhavige uitvinding;Figure 5 shows the resistance effect in a schematic diagram of a front wheel according to the first preferred embodiment of the present invention; Figure 6 shows a schematic diagram according to a second preferred embodiment 10 of the present invention;
Afbeelding 7 toont een schematisch diagram volgens een derde voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding; enFigure 7 shows a schematic diagram according to a third preferred embodiment of the present invention; and
Afbeelding 8 toont een schematisch diagram volgens een vierde voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding.Figure 8 shows a schematic diagram according to a fourth preferred embodiment of the present invention.
1515
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVINGDETAILED DESCRIPTION
Afbeeldingen 1 tot 3 tonen een verbeterde structuur van inline skates volgens een eerste voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding. De inline skate 100 komt met een schoen 10, een basis 20, een wielset 30, een 'one-way roll' stopper 40 en 20 een stootkussen 50.Figures 1 to 3 show an improved structure of inline skates according to a first preferred embodiment of the present invention. The inline skate 100 comes with a shoe 10, a base 20, a wheel set 30, a 'one-way roll' stopper 40 and 20 a cushion 50.
De basis 20 is aangepast aan de onderkant van schoen 10 en bestaat uit een of meer verbindingsplaatjes 21 en twee zijplaatjes 22 die onder beide zijkanten van verbindingsplaatje 21 passen. Aan de voorzijde van zijplaatjes 22, is een langwerpig draaigat 221 aangebracht. Achter en boven het langwerpige draaigat 221, zitten gaten 25 222 voor bevestiging. Verder zitten achter het langwerpige draaigat 221, drie andere draaigaten (niet getoond in de afbeeldingen) die het mogelijk maken dat de wielen 30 kunnen draaien. De wielset 30 bestaat uit een voorwiel 31, twee centrale wielen 32 en een achterwiel 33. Het voorwiel 31 is geplaatst tussen de twee voornoemde langwerpige draaigaten 221, middels een moerboutbevestiging 34. De centrale wielen 30 32 en het achterwiel 33 worden tussen de overeenkomende draaigaten in zijplaatjes 22 geplaatst achter de langwerpige draaigaten 221, middels een moerboutbevestiging 35.The base 20 is adapted to the bottom of shoe 10 and consists of one or more connecting plates 21 and two side plates 22 which fit under both sides of connecting plate 21. At the front of side plates 22, an elongated pivot hole 221 is provided. Behind and above the elongated turning hole 221, there are holes 25 222 for mounting. Furthermore, behind the elongated turning hole 221, there are three other turning holes (not shown in the figures) that allow the wheels 30 to turn. The wheel set 30 consists of a front wheel 31, two central wheels 32 and a rear wheel 33. The front wheel 31 is placed between the two aforementioned elongated pivot holes 221, by means of a nut bolt mounting 34. The central wheels 30 and the rear wheel 33 are inserted between the corresponding pivot holes placed in side plates 22 behind the elongated pivot holes 221, by means of a nut bolt mounting 35.
55
Het ’one-way roll’ stopmechanisme 40 bevat een tandwiel 41 en een verankering 42. Het tandwiel 41 is cirkelvormig en heeft een iets kleinere diameter dan het voorwiel 31. Het is integraal vervaardigd en is centraal bevestigd op beide zijkanten van het voorwiel 31. De ringvormige plaatjes kunnen in het midden van 5 beide voorwielen 31 worden vastgemaakt. Eerst worden de tandjes 411, haakvormig naar één richting, bevestigd aan de periferie van het tandwiel 41. De verankering 42 heeft een flexibel plaatje 421 en verankeringen 422 bevestigd aan beide kanten onder het flexibele plaatje 421. Het flexibele plaatje 421 is enigszins U-vormig. De vorm wordt hier volgens een voorkeursuitvoering gebruikt als beschrijving, maar beperkt 10 geenszins de werking. Aan beide uiteinden van het flexibele plaatje 421, zitten twee vleugelplaatjes 423, die naar boven en naar buiten gebogen zijn. Eén of meer setjes van meerdere tweede tandjes 425, zijn aangebracht op verankering 422, die twee langwerpige gaten 424 heeft. De verankering 42 wordt vastgemaakt in montagegaten 222, middels moerboutbevestigingen 426 door de langwerpige gaten 424 en de 15 montagegaten 222, en de vleugelplaatjes 423 van het flexibele plaatje 421 worden vastgemaakt aan de onderzijde van het gelijkliggende verbindingsplaatje 21, terwijl de tweede tandjes 425 van de verankeringen 422 gelijkliggen met de eerste tandjes 411 van de tandwielen 41. Daardoor kan de verankering 42 op en neer schuiven in de langwerpige gaten 424, middels de moerbout bevestiging 426. Bovendien, omdat het 20 flexibele plaatje 421 buigzaam is en kan uitzetten en inkrimpen, kan de verankering 42 enigszins het effect van een stootkussen hebben, hetgeen gebeurt als het tandwiel 41 vast zit maar vrij kan schuiven.The 'one-way roll' stop mechanism 40 comprises a gear 41 and an anchor 42. The gear 41 is circular and has a slightly smaller diameter than the front wheel 31. It is integrally manufactured and is centrally mounted on both sides of the front wheel 31. The annular plates can be fixed in the middle of both front wheels 31. First, the teeth 411, hook-shaped in one direction, are attached to the periphery of the gear 41. The anchoring 42 has a flexible plate 421 and anchors 422 mounted on both sides below the flexible plate 421. The flexible plate 421 is somewhat U-shaped . According to a preferred embodiment, the form is used here as a description, but in no way limits the operation. At both ends of the flexible plate 421, there are two wing plates 423, which are bent upwards and outwards. One or more sets of a plurality of second teeth 425 are mounted on anchor 422, which has two elongated holes 424. The anchoring 42 is secured in mounting holes 222, by means of nut bolt mounts 426 through the elongated holes 424 and mounting holes 222, and the wing plates 423 of the flexible plate 421 are fixed to the underside of the parallel connecting plate 21, while the second teeth 425 of the anchors 422 are flush with the first teeth 411 of the gear wheels 41. As a result, the anchoring 42 can slide up and down in the elongated holes 424, by means of the nut bolt mounting 426. Moreover, because the flexible plate 421 is flexible and can expand and contract, For example, the anchoring 42 may have the effect of a cushion, which happens when the gear 41 is stuck but can slide freely.
Het stootkussen 50 is aan één kant van de zijplaatjes 22 bevestigd en heeft twee schuifblok en kokerbevestigingen 51, twee veren 52, twee afstellingsassen 53 en 25 twee moeren. De schuifblok en kokerbevestiging 51, bestaat uit een bevestiging met een koker 511 en een schuifblok 512, een langwerpige blok die aansluit bij het langwerpige draaigat 221 dat korter is. Er is een draaigat 514 onderaan de bevestiging van schuifblok en koker. Het draaigat 514 wordt gebruikt voor de bevestiging van moerbout 34 en om de schuifblok en koker 51 vast te zetten tegen het voorwiel 31 met 30 de inzet van schuifblok 512 in het langwerpige gat 221. Een groef 513 is aangepast aan de top van de koker 511 (zoals getoond in afbeelding 3) voor veer 52 en 6 afstellingsas 53. Veer 52 zit om afstellingsas 53, waarvan de top is vastgemaakt aan verbindingsplaatje 21. Verder is er schroefdraad aangebracht op afstellingsas 53 waarop twee moeren 54 gedraaid zijn die veer 52 tussen groef 513 en moeren 54 houdt. Door het afstellen van de schroefdraadlocaties van moeren 54, kan de 5 bufferende werking van veer 52 worden aangepast. Op die manier kan op elk moment aan de eisen van sporters worden voldaan, zoals bijvoorbeeld bij verschillend gewicht en verschillende wensen voor buffers.The fender 50 is mounted on one side of the side plates 22 and has two sliding block and box mounts 51, two springs 52, two adjustment shafts 53 and two nuts. The sliding block and sleeve mounting 51 consists of a mounting with a sleeve 511 and a sliding block 512, an elongated block that connects to the elongated turning hole 221 which is shorter. There is a 514 pivot hole at the bottom of the sliding block and sleeve mounting. The pivot hole 514 is used to attach nut bolt 34 and to secure the sliding block and sleeve 51 against the front wheel 31 with the insert of sliding block 512 in the elongated hole 221. A groove 513 is adapted to the top of the sleeve 511 (as shown in Figure 3) for spring 52 and 6 adjustment shaft 53. Spring 52 surrounds adjustment shaft 53, the top of which is attached to connecting plate 21. Furthermore, thread is provided on adjustment shaft 53 on which two nuts 54 are screwed that spring 52 between groove 513 and nuts 54. By adjusting the thread locations of nuts 54, the buffering action of spring 52 can be adjusted. In this way, the requirements of athletes can be met at any time, such as with different weights and different requirements for buffers.
Zie afbeelding 3. De eerste tandjes 411 op tandwiel 41 van de 'one-way roll' stopper 40 wijzen in tegenovergestelde richting van de tweede tandjes 425 op de 10 verankering 422 van de verankering 42. Wanneer het tandwiel 41 contact maakt met de verankering 42, in de draairichting van het tandwiel 41, kunnen er twee gevolgen zijn: blokkeren en stoppen, en een vrije schuiving en doorrollen. Indien de 'one-way roll' stopper 40 is aangebracht op het voorwiel 31, is hij geïnstalleerd om het tandwiel 41 en de verankering 42 in de vrije schuiving en doorrolstatus voorwaarts te laten 15 rollen en in de blokkeer en stop status om het tandwiel 41 terug te laten rollen. Daardoor, indien de 'one-way roll' stopper 40 is aangebracht in het voorwiel 31, kan die het voorwiel 31 stoppen als het voorwiel 31 terugrolt.See figure 3. The first teeth 411 on gear 41 of the 'one-way roll' stopper 40 point in the opposite direction of the second teeth 425 to the anchor 422 of the anchor 42. When the gear 41 makes contact with the anchor 42 , in the direction of rotation of the gear 41, there can be two consequences: blocking and stopping, and a free sliding and rolling. If the one-way roll stopper 40 is mounted on the front wheel 31, it is installed to allow the gear 41 and the anchor 42 to roll forward in the free-shift and roll-through status and in the block and stop status about the gear 41 roll back. Therefore, if the 'one-way roll' stopper 40 is arranged in the front wheel 31, it can stop the front wheel 31 when the front wheel 31 rolls back.
Zie afbeelding 4. Over het algemeen, wanneer de inline skates voorwaarts uitrollen, is het gewicht van de sporter evenredig verspreid over de voorwielen 31, de 20 twee centrale wielen 32 en het achterwiel 33. In dit scenario, werkt het voorwiel 31 normaal en het tandwiel 41 komt niet in contact met verankering 42. Zelfs als de sporter druk uitoefent op het voorwiel 31, zal het voorwiel 31 niet stoppen met rollen. Dit komt omdat wanneer de inline skate voorwaarts beweegt, het voorwiel 31 en daarom het tandwiel 41, ook voorwaarts rollen. Daardoor zijn het tandwiel 41 en de 25 verankering 42 niet geblokkeerd. Vanwege de flexibele bufferwerking van de verankering 42, bevinden het tandwiel 41 en de verankering 42 zich in de vrije schuiving en doorrol status.See Figure 4. Generally, when the inline skates roll forward, the weight of the athlete is evenly distributed across the front wheels 31, the two central wheels 32 and the rear wheel 33. In this scenario, the front wheel 31 operates normally and the gear 41 does not come into contact with anchoring 42. Even if the athlete exerts pressure on the front wheel 31, the front wheel 31 will not stop rolling. This is because when the inline skate moves forward, the front wheel 31 and therefore the gear 41 also roll forward. As a result, the gear 41 and the anchoring 42 are not blocked. Due to the flexible buffering action of the anchor 42, the gear 41 and anchor 42 are in the free-shift and roll-over state.
Zie afbeelding 5. De remwerking van de 'one-way roll' stopper 40 toegepast in het voorwiel 31, is gelijk aan de tandjes bij een gewone kunstschaats of aan het 30 remblokje bij een conventionele rolschaats en wordt toegepast door de tenen naar beneden te duwen bij het achteruitrijden. Als versnelling gewenst is, gebruikt het 7 achteruitstuwende been het voorwiel 31 om achteruit te stuwen. Op dat moment rolt het voorwiel 31 achteruit. Wanneer de sporter moet remmen of versnellen, wordt het voorwiel 31 naar beneden geduwd. Dan rolt het voorwiel 31 achteruit. Vanwege de neerwaartse druk op het stootkussen 50 door gewicht, blokkeren de tandwielen 41 aan 5 de zijkanten van het voorwiel 31 door de verankering 42 en wordt er gestopt. Op die manier wordt het rollen van het voorwiel 31 in één richting gestopt. Ook wordt zo voorzien in een remeffect of het tegenhouden van voorwaartse versnelling. Het gevolg is dat wanneer het voorwiel 31 voorwaarts rolt, bij neerwaartse druk het tandwiel 41 en de verankering 42 zich in de vrije schuiving en doorrolstatus bevinden. Aan de 10 andere kant, wanneer het voorwiel 31 achterwaarts rolt, zullen bij neerwaartse druk het tandwiel 41 en de verankering 42 zich in de afsluit- en stopstatus.See figure 5. The braking effect of the 'one-way roll' stopper 40 applied in the front wheel 31 is equal to the teeth on a normal figure skate or to the brake pad on a conventional roller skate and is applied by pushing the toes downwards. when reversing. If acceleration is desired, the 7 reverse propulsion leg uses the front wheel 31 to propel in reverse. At that time, the front wheel 31 rolls backwards. When the athlete has to brake or accelerate, the front wheel 31 is pushed down. Then the front wheel 31 rolls backwards. Due to the downward pressure on the fender 50 due to weight, the gear wheels 41 on the sides of the front wheel 31 block by the anchoring 42 and are stopped. In this way the rolling of the front wheel 31 is stopped in one direction. This also provides for a braking effect or the retention of forward acceleration. The result is that when the front wheel 31 is rolling forward, the gear 41 and the anchoring 42 are in the free-shift and roll-over status under downward pressure. On the other hand, when the front wheel 31 rolls backwards, with downward pressure the gear 41 and the anchoring 42 will be in the closing and stopping status.
Figuur 6 toont een schematisch diagram van een verbeterde structuur van inline skates volgens een tweede voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding en is gebruikt voor het beschrijven van het feit dat een ’one-way roll’ stopper 40' en 15 een stootkussen 50' zijn aangebracht op het achterwiel 33. Het verschil tussen de huidige uitvoering en de voorgaande uitvoering is dat de 'one-way roll' stopper 40' is aangebracht om te stoppen met rollen bij het naar voren rollen. Dat wil zeggen dat de richting van de eerste tandjes 41Γ van een tandwiel 41' en van de tweede tandjes 425' van een verankering 42' tegenovergesteld zijn aan de richtingen van die die 20 aangebracht zijn aan het voorwiel 31. Dat betekent dat wanneer een sporter moet remmen of wanneer hij bijna achterover valt, hij door druk uit te oefenen op het achterwiel 33, door zijn gewicht, kan zorgen dat het tandwiel 41’ aan de zijkant van het achterwiel 33 de verankering 42' vastzet en op die manier belemmert dat het achterwiel 33 in één richting doorrolt. Op dezelfde manier wordt remkracht verkregen 25 en wordt voorkoming dat de sporter achterover valt. Daarbij komt, dat het remeffect volgens de onderhavige voorkeursuitvoering superieur is aan het remeffect van het achterste remblokje in een recreatie inline skate met de voorgaande actie, zonder de nadelen en het gevaar dat de laatstgenoemde met zich meebrengt.Figure 6 shows a schematic diagram of an improved structure of inline skates according to a second preferred embodiment of the present invention and is used to describe the fact that a "one-way roll" stopper 40 "and a fender 50" are mounted on the rear wheel 33. The difference between the current embodiment and the previous embodiment is that the 'one-way roll' stopper 40 'is provided to stop rolling when rolling forward. That is, the direction of the first teeth 41Γ of a gear 41 'and of the second teeth 425' of an anchor 42 'are opposite to the directions of those mounted on the front wheel 31. That means that when an athlete has to brake or when he almost falls backwards, he can exert pressure on the rear wheel 33, due to his weight, that the gearwheel 41 'on the side of the rear wheel 33 fixes the anchoring 42' and in this way hinders that it rear wheel 33 rolls in one direction. Braking power is obtained in the same way and the athlete is prevented from falling back. In addition, the braking effect according to the present preferred embodiment is superior to the braking effect of the rear brake pad in a recreational inline skate with the previous action, without the disadvantages and the danger that the latter entails.
Figuur 7 toont een schematisch diagram van een verbeterde structuur van 30 inline skates volgens een derde voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding. De derde voorkeursuitvoering is gebaseerd op de eerste voorkeursuitvoering, 8 hierboven beschreven. Het tandwiel 41 en de verankering 42 zijn identiek aangebracht. Het verschil zit 'm in de uitvoering van het stootkussen 50. De zijplaatjes 22 van de basis 20 hebben verder nog voorzijplaatjes 23 aan beide zijden. Het einde van de voorplaatjes 23 is verbonden met de zijplaatjes 22, en de voorzijde daarvan wordt 5 gebruikt voor het draaien van het wiel 31. Verder is er een groef 515 aangebracht in de koker 511 van het stootkussen 50. In die groef 515, is een ring-stop-vlak 516, die gebruikt wordt voor het stoppen van veer 52. Als de afstellingsas 53 door groef 515 gaat, wordt een moer 517 gebruikt om die vast te zetten. Daardoor kan de positie van het voorwiel 31 worden vastgezet middels voorzijplaatje 23, koker 511, en de 10 afstellingsas 53. Verder kan de kracht van het samendrukking van de veer 52 worden aangepast door de moeren 54 af te stellen. Ook wordt het stootkussen 50 verbonden met verbindingsplaat 21 als een draaimechanisme 55. Daarbij kan het voorwiel 31 nog beter schokken breken.Figure 7 shows a schematic diagram of an improved structure of 30 inline skates according to a third preferred embodiment of the present invention. The third preferred embodiment is based on the first preferred embodiment, described above 8. The gear 41 and the anchoring 42 are arranged identically. The difference is in the design of the fender 50. The side plates 22 of the base 20 further have front side plates 23 on both sides. The end of the face plates 23 is connected to the side plates 22, and the front side thereof is used for turning the wheel 31. Furthermore, a groove 515 is provided in the sleeve 511 of the cushion 50. In that groove 515, a ring-stop face 516, which is used to stop spring 52. As the adjustment shaft 53 passes through groove 515, a nut 517 is used to secure it. As a result, the position of the front wheel 31 can be fixed by means of front side plate 23, sleeve 511, and the adjustment shaft 53. Furthermore, the force of compression of the spring 52 can be adjusted by adjusting the nuts 54. The fender 50 is also connected to the connecting plate 21 as a turning mechanism 55. The front wheel 31 can thereby break shocks even better.
Figuur 8 toont een schematisch diagram van een verbeterde structuur van 15 inline skates volgens een vierde voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding. De vierde voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding is gebaseerd op de derde voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding die hierboven is beschreven. De vierde voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding maakt gebruik van verschillende middelen voor het uitvoeren van één of meer 'one-way roll' stoppers 20 40A. De afstellingsas 53 van het stootkussen 50 is aangebracht op een draaigat 24 voor zijplaatje 22. Het andere eind van het stootkussen 50 zit met een moerbout 34 vast aan het voorwiel 31 en de voorzijplaatjes 23. Echter, voor het uitvoeren van voomoemde 'one-way roll' stopper 40A, is een ander middel aangebracht. Ten eerste worden meerdere boogvormige gaten 230 aangebracht in de plaat aan de voorzijde 23, 25 en een draaigat 231 in het centrum van deze boogvormige gaten 230. Daarnaast bevat de 'one-way roll' stopper 40A een tandwiel 401 aan de zijkant, zowel als een verankering 402. Het zijtandwiel 401 is aangebracht in het voorwiel 31. De zij-verankering 402 heeft een ringvormig lichaam 402A, een kant ervan heeft een of meer tandjes 402B. Deze tandjes 402B corresponderen met het zijtandwiel 401 en kunnen 30 elkaar blokkeren of vrij schuiven. Als het voorwiel 31 voorwaarts rolt, schuiven de genoemde tandjes 402B vrij ten opzicht van tandwiel 401. Daarentegen, als de ( 9 voorwielen 31 achteruit rollen, zullen genoemde tandjes 402B blokkeren met het zijtandwiel 401. Aan de andere kant van het ringvormig lichaam 402A, zijn meerdere, eerste pin-onderdelen 402D en meerdere, tweede pin-onderdelen 402E, beide ringvormig verspreid, aangebracht. De eerste pin-onderdelen 402D zijn dikker dan de 5 tweede pin-onderdelen 402E en een groef 402C is aangebracht aan het eind van elk tweede pin-onderdelen 402E. De meerdere omliggende boogvormige gaten 230 zijn groter dan de meerdere eerste onderdelen 402D en tweede pin-onderdelen die zijn aangebracht op één kant van het ringvormig lichaam 402A van de zijverankering 402. Verder gaat de zijverankering 402 door de meerdere omliggende boogvormige gaten 10 230 aangebracht in het voorzijplaatje 23, waarna een tweede drukveer 407, een tussenstukje 406, de eerste drukveer 405, een speciaal-gevormd tussenstukje 404, en een haakring 403 zijn aangebracht De haakring 403 kan op een groef 402C geklemd worden. De binnenradius van het tussenstukje 406 is kleiner dan de buitenradius van de cirkel die omgeven is door de eerste pin-onderdelen 402D en de flexibele kracht 15 van de tweede drukveer 407 is kleiner dan die van eerste drukveer 405. Daarom is een aandrijver 408 aangebracht de tweede drukveer 407, het tussenstukje 406, de eerste drukveer 405, het speciaal-gevormde tussenstukje 404 en de haakring 403. Vanwege de functie van de eerste drukveer 405 en de tweede drukveer 407, ligt het ringvormig lichaam 402A van de zijverankering 402, dicht tegen het voorzijplaatje 23 aan, onder 20 normale omstandigheden. Verder is de aandrijving 408 is aangebracht op zijplaatje 22 en boven het speciaal-gevormde tussenstukje 404. Wanneer er gewicht drukt op verbindingsplaatje 21, wordt het stootkussen 50 samengeperst, hetgeen de aandrijving 408 afsluit en er ontstaat contact met het speciaal-gevormde tussenstukje 404. Omdat het contact oppervlak van de aandrijving 408 op het speciaal-gevormde tussenstukje 25 404 een hellend oppervlak 408A is, zal, wanneer aandrijving 408 wordt ingedrukt, dit een druk creëren op het speciaal-gevormde tussenstukje 404 vlakbij de plaat aan de voorzijde 23. Desalniettemin, omdat de binnenradius van het tussenstukje 406 kleiner is dan de buitenste radius van de cirkel die omgeven is met eerste pin-onderdelen 402D, en de flexibele kracht van de tweede drukveer 407 kleiner is dan die van de 30 eerste drukveer 405, zal de drukkracht op de voorkant van het voorzijplaatje 23 niet de eerste drukveer 405 samendrukken, maar zal die ervoor zorgen dat het tussenstukje 10 406 de tweede drukveer 407 samenperst, waardoor de zijverankering 402 zich verplaatst naar het zijtandwiel 401. Op dit moment, als het voorwiel 31 achteruit rolt, blokkeert het zijtandwiel 401 de zijverankering 402 en het rollen stopt in één richting. Anderzijds, als het voorwiel 31 voorwaarts rolt op dat moment, vanwege het 5 indrukken van de eerste drukveer 405, zullen het zijtandwiel 401 en de zijverankering 402 vrij verschuiven.Figure 8 shows a schematic diagram of an improved structure of inline skates according to a fourth preferred embodiment of the present invention. The fourth preferred embodiment of the present invention is based on the third preferred embodiment of the present invention described above. The fourth preferred embodiment of the present invention uses various means for performing one or more one-way roll stoppers 40A. The adjusting shaft 53 of the fender 50 is mounted on a pivot hole 24 for side plate 22. The other end of the fender 50 is fixed to the front wheel 31 and the front side plates 23 with a nut bolt 34. However, for carrying out the aforementioned one-way roll 'stopper 40A, another means is applied. First, a plurality of arcuate holes 230 are provided in the front face plate 23, 25 and a pivot hole 231 in the center of these arcuate holes 230. In addition, the "one-way roll" stopper 40A includes a side gear 401, as well as an anchor 402. The side gear 401 is mounted in the front wheel 31. The side anchor 402 has an annular body 402A, one side thereof has one or more teeth 402B. These teeth 402B correspond to the side gear 401 and can block each other or slide freely. As the front wheel 31 rolls forward, said teeth 402B slide freely relative to gear 401. On the other hand, if the (9 front wheels 31 roll backwards, said teeth 402B will lock with the side gear 401. On the other side of the annular body 402A, a plurality of first pin members 402D and a plurality of second pin members 402E, both annularly distributed, the first pin members 402D are thicker than the second pin members 402E and a groove 402C is provided at the end of each second pin members 402E The plurality of surrounding arcuate holes 230 are larger than the plurality of first members 402D and second pin members mounted on one side of the annular body 402A of the side anchor 402. Further, the side anchor 402 passes through the plurality of surrounding arcuate holes 10 230 arranged in the front side plate 23, whereafter a second compression spring 407, an intermediate piece 406, the first compression spring 405, a specially shaped spacer 404 and a hook ring 403 are provided The hook ring 403 can be clamped onto a groove 402C. The inner radius of the spacer 406 is smaller than the outer radius of the circle surrounded by the first pin members 402D and the flexible force 15 of the second compression spring 407 is smaller than that of the first compression spring 405. Therefore, an actuator 408 is provided second compression spring 407, spacer 406, first compression spring 405, specially shaped spacer 404 and hook ring 403. Due to the function of the first compression spring 405 and the second compression spring 407, the annular body 402A of the side anchor 402 is close to the front side plate 23, under 20 normal conditions. Furthermore, the drive 408 is mounted on side plate 22 and above specially shaped intermediate piece 404. When weight presses on connecting plate 21, the fender 50 is compressed, which closes the drive 408 and contact with specially shaped intermediate piece 404 occurs. Because the contact surface of the drive 408 on the specially-shaped intermediate piece 404 is an inclined surface 408A, when drive 408 is depressed, this will create a pressure on the specially-shaped intermediate piece 404 near the front face plate 23. Nevertheless because the inner radius of the spacer 406 is smaller than the outer radius of the circle surrounded by first pin members 402D, and the flexible force of the second compression spring 407 is smaller than that of the first compression spring 405, the compression force will do not compress the first compression spring 405 on the front of the front side plate 23, but will cause the intermediate piece 406 to be the second The compression spring 407 compresses, causing the side anchor 402 to move to the side gear 401. At this time, as the front wheel 31 rolls backwards, the side gear 401 blocks the side anchor 402 and stops rolling in one direction. On the other hand, if the front wheel 31 is rolling forward at that time, due to the depression of the first compression spring 405, the side gear 401 and the side anchor 402 will move freely.
Uit het voorgaande blijkt dat het onderhavige ten minste de volgende effecten en voorzieningen heeft: 1. Als het stootkussen en de 'one-way roll' stopper volgens de onderhavige 10 uitvinding zijn aangebracht aan het voorwiel, kan het voorwiel wanneer het enigszins wordt neergedrukt bij het achterwaarts rollen, het achterwaartse rollen stoppen in één richting. Als het stootkussen en de 'one-way roll' stopper volgens de onderhavige uitvinding zijn aangebracht aan het achterwiel, kan het achterwiel wanneer het enigszins wordt neeigedrukt bij het voorwaarts rollen, 15 het voorwaartse rollen stoppen in één richting.From the foregoing it appears that the present has at least the following effects and provisions: 1. If the fender and the one-way roll stopper according to the present invention are arranged on the front wheel, the front wheel, when pressed down slightly at the backward rolling, the backward rolling stop in one direction. When the fender and the one-way roll stopper of the present invention are mounted on the rear wheel, the rear wheel, when slightly depressed during forward rolling, can stop forward rolling in one direction.
2. Volgens de onderhavige uitvinding, wordt het achterwaartse rollen in één richting gestopt, indien de voorwaartse stuwing verkregen wordt door achteruit te drukken, omdat het voorwaartse been naar beneden wordt gedrukt door het gewicht en het voorwiel achteruit wordt geduwd, waarbij het in een 20 achterrollende positie komt. Dit resulteert in een krachtiger, ergonomischer voortstuwing.2. According to the present invention, the backward rolling is stopped in one direction if the forward propulsion is obtained by pressing backwards, because the forward leg is pressed down by the weight and the front wheel is pushed backwards, whereby it is pushed backwards. following rolling position. This results in a more powerful, ergonomic propulsion.
3. De werking van de rem op het voorwiel volgens de onderhavige uitvinding is gelijk aan de tandjes aan de voorzijde van een gewone kunstschaats of het remblokje aan de voorzijde van een rolschaats en werkt door de tenen naar 25 beneden te duwen bij het naar achteren glijden. Op dat moment komt er druk op het voorwiel bij het naar achteren rollen, waarmee een remwerking gecreëerd wordt, die ergonomischer en veiliger is. Het remmend effect van het achterwiel is gelijk aan dat van het achter remblokje in een recreatie inline skate. Wanneer de sporter vooruit glijdt en hij gebruikt kracht om zijn voeten op te tillen terwijl 30 zijn gewicht op het achterwiel drukt, komt op dat moment enigszins druk te staan op het achterwiel en volgt een remmend effect dat de voorwaartse 11 beweging stopt. Het remeffect is superieur aan het remeffect van het remblokje achter in een recreatie inline skate zonder de nadelen en het gevaar van de laatstgenoemde.3. The action of the brake on the front wheel according to the present invention is equal to the teeth on the front of a normal figure skate or the brake pad on the front of a roller skate and works by pushing the toes downwards when sliding backwards . At that moment there is pressure on the front wheel when rolling backwards, creating a braking effect that is more ergonomic and safer. The braking effect of the rear wheel is the same as that of the rear brake pad in a recreational inline skate. When the athlete slides forward and uses force to lift his feet while his weight is pressing on the rear wheel, the rear wheel will be slightly pressed at that moment and an inhibiting effect will follow that stops the forward movement. The braking effect is superior to the braking effect of the brake pad at the back of a recreational inline skate without the disadvantages and danger of the latter.
4. Vanwege de voorzieningen in de voor- en achterwielen volgens de onderhavige 5 uitvinding, worden de schokken geabsorbeerd als de sporter vooruit gaat, door de stootkussens die erin zijn aangebracht, daarom is er minder stress voor de enkels en tenen. Dit maakt de skates ergonomisch.4. Because of the provisions in the front and rear wheels of the present invention, the shocks are absorbed as the athlete advances, by the pads provided therein, therefore there is less stress for the ankles and toes. This makes the skates ergonomic.
5. Wanneer de sporter bijna voorover valt, omdat er druk op het voorwiel komt bij het achteruit rollen, wordt een remkracht gecreëerd die het achteruitrollen stopt 10 en in één richting. Daardoor ondervindt de sporter automatisch ondersteuning als het lichaam rechtop staat. Wanneer de sporter bijna achterover valt, omdat er druk op het achterwiel komt door het gewicht bij het voorwaarts rollen, wordt een remkracht gecreëerd om de voorwaartse bewegen te stoppen. Daarbij ondervindt de sporter automatische ondersteuning als het lichaam rechtop staat. 15 De genoemde beschrijving is slechts een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding, en niet bedoeld om de inhoud en omvang van de onderhavige uitvinding te beperken.5. When the athlete almost falls over, because there is pressure on the front wheel when reversing, a braking force is created that stops reversing and in one direction. As a result, the athlete automatically receives support when the body is upright. When the athlete almost falls backwards, because there is pressure on the rear wheel due to the weight when rolling forward, a braking force is created to stop the forward movement. In addition, the athlete receives automatic support when the body is upright. The said description is only a preferred embodiment of the present invention, and is not intended to limit the content and scope of the present invention.
1 03 42 1 61 03 42 1 6
Claims (8)
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
TW95128548 | 2006-08-03 | ||
TW095128548A TW200808409A (en) | 2006-08-03 | 2006-08-03 | Improved structure of in-line roller skater |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1034216A1 NL1034216A1 (en) | 2008-02-05 |
NL1034216C true NL1034216C (en) | 2010-03-30 |
Family
ID=38885135
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1034216A NL1034216C (en) | 2006-08-03 | 2007-07-31 | IMPROVED STRUCTURE OF INLINE SKATES. |
Country Status (10)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20080029979A1 (en) |
JP (1) | JP2008036414A (en) |
KR (1) | KR100841155B1 (en) |
AU (1) | AU2007203617A1 (en) |
CA (1) | CA2596009C (en) |
DE (1) | DE102007032168A1 (en) |
FR (1) | FR2904571B1 (en) |
IT (1) | ITUD20070137A1 (en) |
NL (1) | NL1034216C (en) |
TW (1) | TW200808409A (en) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
KR200455804Y1 (en) * | 2009-03-18 | 2011-09-27 | 박정미 | Multi-functional roller skate |
CN102210929A (en) * | 2010-04-09 | 2011-10-12 | 张小平 | One-way roller blades |
CA2903799C (en) | 2013-03-13 | 2018-04-17 | Batmann Consulting, Inc. | In-line skate braking device |
CN105920832A (en) * | 2016-06-08 | 2016-09-07 | 陈萌辉 | Mechanical wheel shoe pad |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2145751B1 (en) * | 1971-09-13 | 1973-01-25 | Intreprinderea De Produse Ortopedice Si Protezare, Bukarest | Orthopedic roller skate to be strapped to the footwear |
EP0328344A2 (en) * | 1988-02-08 | 1989-08-16 | Fisher-Price, Inc. | Roller skate having three control modes |
US5620190A (en) * | 1994-08-18 | 1997-04-15 | Fisher-Price, Inc. | In-line skate |
JP2004275525A (en) * | 2003-03-17 | 2004-10-07 | Yukio Watanabe | Walking aid |
Family Cites Families (26)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1801201A (en) * | 1929-07-06 | 1931-04-14 | Hrubes Vitus | Roller skate |
JP2558475Y2 (en) * | 1990-01-05 | 1997-12-24 | マランデル ジヤン―ベルナール | Roller skates |
IT1253655B (en) * | 1991-12-06 | 1995-08-22 | Nordica Spa | BRAKING DEVICE, PARTICULARLY FOR SKATES WITH IN-LINE WHEELS |
US5342071A (en) * | 1993-05-06 | 1994-08-30 | Mike Soo | In-line roller skate brake assembly |
US5375859A (en) * | 1993-08-26 | 1994-12-27 | David G. Peck | Mechanical brake for in-line roller skate |
IT1266091B1 (en) * | 1993-12-01 | 1996-12-20 | Nordica Spa | BRAKING DEVICE STRUCTURE, PARTICULARLY FOR SKATES |
US5403021A (en) * | 1994-02-28 | 1995-04-04 | Shifrin; Roy | Brake assembly for in-line roller skates |
US5486011A (en) * | 1994-06-02 | 1996-01-23 | Nelson; Randy | Spring biased braking device for in-line roller skates |
IT1282537B1 (en) | 1995-05-24 | 1998-03-26 | Narciso Sfoggia | BRAKING DEVICE STRUCTURE, ESPECIALLY FOR SKATES WITH IN-LINE WHEELS |
IL115568A0 (en) | 1995-10-11 | 1996-01-19 | Beni Eliahoo | Improved roller skates |
FR2744033B1 (en) * | 1996-01-29 | 1998-04-17 | Rossignol Sa | ONLINE SKATE SKATE |
JP3029243U (en) * | 1996-02-19 | 1996-09-27 | 正昭 石毛 | Roller skates with ratchet device |
IT1287920B1 (en) * | 1996-06-04 | 1998-08-26 | Canstar Italia Spa Ora Bauer I | IN-LINE WHEEL SHOE TROLLEY |
JP3038084U (en) * | 1996-11-21 | 1997-06-06 | 逸二 今井 | Easy walking equipment |
US6273436B1 (en) * | 1998-05-11 | 2001-08-14 | Richard M. Repucci | Skate brake system and methods for multiple braking effects |
KR100278152B1 (en) | 1998-08-10 | 2001-04-02 | 김태수 | Braking system of roller blade skate |
JP2000079190A (en) * | 1998-09-07 | 2000-03-21 | Yuji Miyake | Roller skates |
US6012727A (en) * | 1999-02-10 | 2000-01-11 | Chang; Sheng-Tai | Vibration absorber assembly for the wheel seat of a roller skate |
US6485034B1 (en) * | 1999-06-28 | 2002-11-26 | Tien-Chiu Chou | Roller assembly of in-line roller skate |
JP3065811U (en) * | 1999-07-15 | 2000-02-08 | 天球 周 | Roller skates shoes |
JP3075838U (en) * | 2000-08-24 | 2001-03-06 | 利坤 林 | Inline skate shoes with shock absorber |
JP4084056B2 (en) * | 2002-02-25 | 2008-04-30 | 幸男 渡辺 | Walking aid |
KR200316658Y1 (en) | 2003-03-20 | 2003-06-18 | 설위자 | Inline skate |
KR200333058Y1 (en) | 2003-08-20 | 2003-11-12 | 김흥구 | attached type break system of in-line skate |
JP2006223362A (en) * | 2005-02-15 | 2006-08-31 | Chang Yen-Nien | Inline skate |
KR200412194Y1 (en) | 2005-11-22 | 2006-03-23 | 한세우 | rudimentary inline sakate |
-
2006
- 2006-08-03 TW TW095128548A patent/TW200808409A/en not_active IP Right Cessation
-
2007
- 2007-06-11 US US11/761,010 patent/US20080029979A1/en not_active Abandoned
- 2007-07-05 JP JP2007177499A patent/JP2008036414A/en active Pending
- 2007-07-10 DE DE102007032168A patent/DE102007032168A1/en not_active Withdrawn
- 2007-07-31 NL NL1034216A patent/NL1034216C/en not_active IP Right Cessation
- 2007-07-31 IT IT000137A patent/ITUD20070137A1/en unknown
- 2007-08-01 FR FR0756884A patent/FR2904571B1/en not_active Expired - Fee Related
- 2007-08-02 AU AU2007203617A patent/AU2007203617A1/en not_active Abandoned
- 2007-08-02 CA CA2596009A patent/CA2596009C/en not_active Expired - Fee Related
- 2007-08-02 KR KR1020070077605A patent/KR100841155B1/en not_active IP Right Cessation
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2145751B1 (en) * | 1971-09-13 | 1973-01-25 | Intreprinderea De Produse Ortopedice Si Protezare, Bukarest | Orthopedic roller skate to be strapped to the footwear |
EP0328344A2 (en) * | 1988-02-08 | 1989-08-16 | Fisher-Price, Inc. | Roller skate having three control modes |
US5620190A (en) * | 1994-08-18 | 1997-04-15 | Fisher-Price, Inc. | In-line skate |
JP2004275525A (en) * | 2003-03-17 | 2004-10-07 | Yukio Watanabe | Walking aid |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU2007203617A2 (en) | 2008-11-27 |
US20080029979A1 (en) | 2008-02-07 |
KR20080012774A (en) | 2008-02-12 |
KR100841155B1 (en) | 2008-06-24 |
JP2008036414A (en) | 2008-02-21 |
NL1034216A1 (en) | 2008-02-05 |
TW200808409A (en) | 2008-02-16 |
CA2596009A1 (en) | 2008-02-03 |
FR2904571A1 (en) | 2008-02-08 |
FR2904571B1 (en) | 2010-10-15 |
AU2007203617A1 (en) | 2008-02-21 |
ITUD20070137A1 (en) | 2008-02-04 |
CA2596009C (en) | 2011-05-24 |
DE102007032168A1 (en) | 2008-02-07 |
TWI335832B (en) | 2011-01-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5143387A (en) | Roller skate brake assembly having toe actuator within the boot | |
US5320367A (en) | Braking method and apparatus for an in-line roller skate | |
DE69105113T2 (en) | Skate board for road driving. | |
US5397138A (en) | Braking mechanism for in-line skate | |
NL1034216C (en) | IMPROVED STRUCTURE OF INLINE SKATES. | |
US5657999A (en) | In-line roller blade braking device | |
CN102105198B (en) | Wheeled ski or skate with braking system and method for braking said sports article | |
JPH07503870A (en) | roller skate brake device | |
US6082768A (en) | Roller ski | |
US9844720B2 (en) | In-line skate braking device | |
KR20050060368A (en) | A skateboard with braking device | |
US7374209B2 (en) | Ice skate with elastic suspension | |
US8480096B2 (en) | Structure of inline skates | |
US5630596A (en) | Brake device for in-line skates | |
US8777236B2 (en) | Skate braking system | |
AU3794199A (en) | Roller assembly of in-line roller skate | |
JP2008036414A5 (en) | ||
DE19631882A1 (en) | Sports equipment with wheels | |
DE19703023A1 (en) | Brake system for roller skates and ice skates | |
RU2599701C2 (en) | Roller skate | |
WO2006090267A1 (en) | Roller skate type device equipped with a braking system | |
NL1019202C1 (en) | Universal brake for in=line roller skate, has braking block which is activated by moving skate backwards whilst pressing front of skate against ground | |
GB2440640A (en) | Inline skate including gear wheel and pawl assembly for selective one way rolling | |
KR200326912Y1 (en) | heel braking system for inline skate | |
CA2107312A1 (en) | Roller skate brake |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
AD1A | A request for search or an international type search has been filed | ||
RD2N | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (novelty report) |
Effective date: 20100127 |
|
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20150201 |