NL1033913C2 - Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting. - Google Patents
Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1033913C2 NL1033913C2 NL1033913A NL1033913A NL1033913C2 NL 1033913 C2 NL1033913 C2 NL 1033913C2 NL 1033913 A NL1033913 A NL 1033913A NL 1033913 A NL1033913 A NL 1033913A NL 1033913 C2 NL1033913 C2 NL 1033913C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- line
- control system
- tapping
- beverage
- beverage dispensing
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D1/00—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
- B67D1/07—Cleaning beverage-dispensing apparatus
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D1/00—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
- B67D1/08—Details
- B67D1/0878—Safety, warning or controlling devices
- B67D1/0882—Devices for controlling the dispensing conditions
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D1/00—Apparatus or devices for dispensing beverages on draught
- B67D1/08—Details
- B67D1/0888—Means comprising electronic circuitry (e.g. control panels, switching or controlling means)
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B67—OPENING, CLOSING OR CLEANING BOTTLES, JARS OR SIMILAR CONTAINERS; LIQUID HANDLING
- B67D—DISPENSING, DELIVERING OR TRANSFERRING LIQUIDS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B67D2210/00—Indexing scheme relating to aspects and details of apparatus or devices for dispensing beverages on draught or for controlling flow of liquids under gravity from storage containers for dispensing purposes
- B67D2210/00028—Constructional details
- B67D2210/00081—Constructional details related to bartenders
- B67D2210/00089—Remote control means, e.g. by electromagnetic signals
Landscapes
- Devices For Dispensing Beverages (AREA)
Description
Titel: Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting.
Drankafgifteinrichtingen zijn bekend die een leidingstelsel met ten minste een spoelleiding en een tapleiding en ten minst één houder voor 5 drank omvatten. Indien tappen vanuit genoemde ten minst ene houder wordt gestopt wordt de aansluitinrichting waarmee de container is aangesloten op het leidingstelsel gesloten of afgekoppeld, waarna in een reinigingsfase via de spoelleiding spoelvloeistof door de spoelleiding en de tapleiding geleid, voor reiniging van het leidingstelsel. Een of meer 10 tappunten kunnen zijn voorzien, aangesloten op het leidingstelsel. Indien gespoeld wordt dient de of elke tap open te staan teneinde de spoelvloeistof te kunnen afvoeren.
Het is van groot belang dat voorafgaand aan het na een reinigingsfase hernieuwd in gebruik nemen van de tapinrichting voor een 15 tap fase, waarbij drank kan worden afgegeven uit ten miste een container, alle spoelvloeistof wordt verwijderd uit het leidingstelsel, ten minste uit elke tapleiding. In de bekende tapinrichtingen dient daartoe de of elke tap handmatig open gezet te worden en te worden gecontroleerd dat deze open blijft of blijven staan gedurende de gehele reinigingsfase, hetgeen tijdrovend 20 is en bovendien gemakkelijk tot fouten kan leiden.
Bekend is in een dergelijke inrichting spoelvloeistof te gebruiken die een bepaalde kleur heeft, welke duidelijk afwijkt van water en van de af te geven drank. Daarvan kan visueel worden gecontroleerd of alle reinigingsvloeistof uit een bepaalde leiding is gestroomd. Daartoe kan 25 bijvoorbeeld een optische sensor ingebouwd zijn. Immers, zodra de verkleuring is weggevallen is de reinigingsvloeistof afgevoerd. Evenwel is 033913 2 daarmee nog niet verzekerd dat de reinigingsvloeistof door alle leidingen is gevoerd of dat alle taps steeds open hebben gestaan.
In een verdere bekende inrichting wordt gebruik gemaakt van een reinigingsvloeistof met een geleidingscoëfficiënt die afwijkt van ie van 5 schoon water en van die van de af te geven drank. £en sensor is ingebouwd waarmee de elektrische geleiding van langs de sensor stromende vloeistof wordt gemeten. Zolang die de geleidbaarheid van de reinigingsvloeistof meet zal nog reinigingsvloeistof moeten worden afgevoerd. Een dergelijke inrichting heeft als nadeel dat een bijzondere reinigingsvloeistof gebruikt 10 moet worden, terwijl bovendien slechts duidelijk is of in een stroomopwaarts van de sensor gelegen deel van het leidingstelsel de reinigingsvloeistof is verdwenen, niet van het of elk deel tussen de sensor en de tap.
De uitvinding beoogt een systeem te bieden waarmee ten minste één van de nadelen van ten minste één van de bekende inrichtingen wordt 15 vermeden.
In een eerste aspect wordt een besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting gekenmerkt doordat een flowsensor is voorzien voor opname in het leidingstelsel, waarbij het besturingssysteem bedieningsmiddelen omvat voor het schakelen tussen een eerste toestand 20 waarin drank vanuit de houder kan worden afgegeven via de tapleiding en de spoelleiding van de tapleiding is gescheiden en een tweede toestand waarbij spoelvloeistof en/of water via de spoelleiding in de tapleiding kan worden gebracht en de houder is gescheiden van de tapleiding en de spoelleiding.
25 Met behulp van de flowsensor kan tijdens een spoelfase steeds worden gecontroleerd of in het leidingstelsel flow van de reinigingsvloeistof optreedt. Indien een tapinrichting wordt toegepast met slechts één tap zal door de flowsensor worden geconstateerd of er flow in het leidingstelsel optreedt. Indien dat niet het geval is gedurende een periode kan een signaal 30 worden gegeven aan het besturingssysteem, bijvoorbeeld aan een 3 regeleenheid, zodat de reinigingsfaee kan worden onderbroken, een alarm kan worden afgegeven of anderszins naar een gebruiker of beheerder kan worden aangegeven dat de spoelfase niet een gewenst verloop heeft gehad of dat deze op een gewenst tijdstip is gestopt, de spoelfase nogmaals kan 5 worden doorlopen en/of de drank afgifte kan worden gestopt.
In een tweede aspect omvat een besturingssysteem een comperator voor het in de tweede toestand vergelijken van de flow in het leidingstelsel met een ingestelde minimum flow drempelwaarde (MFD), en middelen voor het genereren van een alarmsignaal wanneer genoemde flow daalt onder 10 genoemde minimum flow drempelwaarde (MFD).
In een verder aspect is de flowsensor opgenomen in de spoelleiding, bij voorkeur stroomopwaarts van een eerste houder en in het bijzonder in een deel van het leidingstelsel waar zich geen drankafgifte leidingen bevinden. Meer in het bijzonder bestaat de mogelijkheid vooraf de MFD te 15 bepalen op basis van het totale volume van het leidingstelsel, zodat bij sluiten van ten minste één tappunt de MFD reeds wordt onderschreden en een alarmsignaal wordt afgegeven.
In deze beschrijving dient onder alarm signaal ten minste doch niet uitsluitend te worden begrepen een signaal dat wordt gegenereerd op basis 20 waarvan de gebruiker of beheerder van de drankafgifteinrichting kan constateren dat de spoelfase niet op de juiste wijze is afgewikkeld of bijvoorbeeld een signaal dat de spoelfase onderbreekt.
Alternatief kan bijvoorbeeld in of nabij elke tap een flowsensor zijn voorzien, waarbij voor elke flowsensor een MFD kan zijn ingesteld ofwel 25 voor een combinatie van twee of meer of bijvoorbeeld alle flowsensors een MDF kan worden ingesteld.
In een tweede aspect omvat een besturingssysteem een bedieningsmiddel voor bijvoorbeeld een afsluiter voor toevoer van spoelmiddel, voor een drie- of andere meerwegwegklep tussen een eerste 30 stand waarbij de spoelleiding in fluïdumverbinding wordt gebracht met de 4 tapleiding en een tweede stand waarbij genoemde houder in fluïdumverbinding wordt gebracht met de tapleiding en/of timermiddelen zijn voorzien voor timen van de duur van de tweede toestand en andere middelen in de tapinrichting en daarbuiten. De bedieningsinrichting omvat 5 bij voorkeur een touchscreen waarom genoemd alarm signaal kan worden weergegeven en bijvoorbeeld de voortgang van een spoelcyclus, de tweede toestand, kan worden weergegeven. Het bedieningsmiddel, in het bijzonder het touchscreen kan bijvoorbeeld ook zijn ingericht voor het starten van een automatische spoelcyclus, voor het weergegeven van status informatie van 10 de drankafgifteinrichting, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid drank in de of elke container, de afgegeven hoeveelheid drank, de tijd die is verstreken sinds een voorgaande spoelcyclus, de voorraad spoelmiddel en andere informatie.
Bij voorkeur is een dergelijk bedieningsmiddel of ten minste de 15 interface daarvan
Zoals genoemd touchscreen opgesteld nabij een tappunt, zodat de inrichting op afstand van de houders kan worden gecontroleerd en bediend. Bij voorkeur is bovendien het besturingssysteem voorzien van communicatiemiddelen, in het bijzonder draadloos en/of via een intern of 20 extern netwerk zoals bijvoorbeeld doch niet beperkt tot intranet, extranet of Internet, waardoor beheer van de drankafgifteinrichting en informatie uitwisseling tussen verschillende bij de inrichting en exploitatie daarvan betrokken partijen zoals de beheerder van de drankafgifteinrichting, de toeleveranciers, de brouwerij en dergelijke partijen wordt vereenvoudigd.
25 De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor beheer van een drankafgifteinrichting.
In een eerste aspect omvat een dergelijke werkwijze een centraal bedieningssysteem waarin informatie wordt verzameld en opgeslagen over ten minste een van aangesloten houders, in de houders aanwezige 30 hoeveelheden drank, houdbaarheidsdata met betrekking tot genoemde 5 drank in genoemde houders en reinigingsgegevens van de drankafgifteinrichting, waarbij in het bedieningssysteem een algoritme is opgenomen voor het op basis van genoemde informatie bepalen van een reinigingsinterval of reinigingsmoment en/of voor het doorvoeren van een 5 reinigingsprogramma, welk programma bij activering door een gebruiker: de of elke houder afsluit van de of elke tapleiding van de drankafgifteinrichting; een spoelleiding van de drankafgifteleiding aansluit op de of elke tapleiding; 10 - gedurende een eerste periode drank uit de of elke tapleiding verdringt door via de spoelleiding water en/of spoelvloeistof in een of elke genoemde tapleiding te voeren, onder verdringing van genoemde daarin aanwezige drank; gedurende een eerste periode spoelvloeistof door de spoelleiding en 15 tapleiding of tapleidingen voeren; gedurende een tweede periode water door genoemde spoelleiding en tapleiding of tapleidingen voeren, voor het verdringen van spoelvloeistof uit ten minste de tapleiding of tapleidingen; na de tweede periode ten minste één houder op de tapleiding of 20 tapleidingen aansluiten, onder verbreking van de fluïdumverbinding tussen de genoemde spoelleiding en de of elke tapleiding.
Hiermee kan ten minste nagenoeg automatisch een spoelcyclus worden doorgevoerd.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een regelinrichting voor 25 gebruik in een besturingssysteem of bij een werkwijze volgens de uitvinding.
De uitvinding heeft verder betrekking op een computersoftware product voor een besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont: 30 Fig. 1 schematisch de lay-out van een drankafgifteinrichting; 6
Fig. 2 schematisch een besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. De getoonde 5 uitvoeringsvormen zijn slechts ter illustratie getoond en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. In deze beschrijving zullen inrichtingen en onderdelen daarvoor worden beschreven aan de hand van een inrichting voor afgeven van bier. Evenwel kan een inrichting of onderdelen daarvoor ook worden gebruikt voor afgeven van andere typen dranken, zoals 10 frisdrank of wijn.
In fig. 1 is schematisch een inrichting 1 volgens de uitvinding getoond, omvattende een leidingstelsel 2 en een reeks tapkranen 3. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld zijn vier tapkranen weergegeven, doch in beginsel elk aantal tapkranen 3 is mogelijk. Voorts is een viertal andere 15 houders 4, in het bijzonder van het bag-in-container (BIC) type getoond, bijvoorbeeld zoals bekend uit bekende kelderbierinrichtingen of een BIC als nader zal worden beschreven aan de hand van fig. 2, alsmede twee kleinere houders in de vorm van fusten 5. De verschillende delen zijn niet op schaal weergegeven. Ook andere combinaties van typen houders zijn mogelijk.
20 Elke houder 4 is met behulp van een eerste type aansluitkop 6 koppelbaar met het leidingstelsel 2, terwijl de houder 5 via een tweede type aansluitkop 7 eveneens koppelbaar is met het leidingstelsel 2. In het getoonde uitvoeringsvorm zijn in stromingsrichting F van het leidingstelsel 2 gezien de fusten 5 parallel aan de houders 4 opgesteld en met het 25 leidingstelsel 2 gekoppeld. Dat kan evenwel in elke willekeurige volgorde geschieden, zowel parallel als serieel of combinaties daarvan. Het leidingstelsel 2 omvat een spoelleiding 8, een tapleiding 9 die in het getoonde voorbeeld gedeeltelijk is verdeeld, op nog nader te beschrijven wijze, in een viertal subtapleidingen 9A — D en een vijftal tussenleidingen 30 10A - E, welke nog nader zullen worden beschreven.
7
Elke aansluitkop 6 van het eerste type omvat een afsluiter 13, een driewegklep 11 en bedieningsmiddelen 12 voor de driewegklep 11, welke tezamen daarmee kunnen worden aangeduid als driewegklepinrichting. De bedieningsmiddelen 12 zijn in het getoonde uitvoeringsvoorbeeld 5 pneumatische middelen maar kunnen ook anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld elektrisch of hydraulisch. Met behulp van de bedieningsmiddelen 12 is de driewegklep 11 bedienbaar tussen een eerste en een tweede stand, zoals nog nader zal worden besproken. De of elke tweede type aansluitkop 7. Deze aansluitkop 7 kan ook tussen een eerste 10 stand en een tweede stand worden geschakeld met behulp van bedieningsmiddelen 14, zoals nog nader zal worden toegelicht. Deze aansluitkop 7 kan bijvoorbeeld worden uitgevoerd als een bekende doorschakel fustkop.
De afsluiter 13 en de driewegklep 11 kunnen zijn gecombineerd in 15 een vierwegklep zodat vullen, reinigen en afgeven van drank door dezelfde meerwegklep mogelijk is. Eventueel kan een meerwegklep worden toegepast met meer in- en uitgangen, bijvoorbeeld voor het parallel aansluiten van bijvoorbeeld een aantal fusten en/of andere containers, voor de vormingen van een bypass of der gelijke.
20 De spoelleiding 8 strekt zich uit tussen een op een wateraansluiting 15 aangesloten inlaatcombinatie 132 en de in stromingsrichting F eerste aansluitkop, in het getoonde uitvoeringsvorm aansluitkop 7A uit en via een aftakking de eerste kop 6A. Een tapleiding 9 strekt zich uit vanaf de in stromingsrichting F gezien laatste aansluitkop 7A 25 en laatste aansluitkop 6D uit en verbindt deze, via de subtapleidingen of tussenleidingen 9A — D, met de verschillende tapkranen 4A — D. De subtapleidingen 9A - D en/of de tapleiding(en) 9 strekken zich bij voorkeur gedeeltelijk uit door een doorstroomkoeler 50 en kunnen bovendien gekoeld zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als een python. De tussenleidingen 10A 30 1 03391 3 8 verbindt de in etromingerichting F gezien eerste tapkop 7 A met de tweede 7B terwijl de tweede tapkop 7B met de ene tapleiding 9 is verbonden, terwijl de tussenleidingen 10B — IOC respectievelijk de derde tapkop 6A met de vierde tapkop 6B, de vierde tapkop 6B met de vijfde tapkop 6C, en de vijfde 5 tapkop 6C met de zesde tapkop 6D verbinden. Het zal duidelijk zijn dat ook andere aantallen fusten en/of tanks kunnen worden toegepast, in een leidingcircuit met één of meer stromingsbanen. Bijvoorbeeld kan worden volstaan met slechts de tapleiding, tussenleidingen 10B — D en de spoelleiding, dat wil zeggen zonder de fusten, of juist enkel met fusten en 10 zonder tanks, met geen aftakking of juist meerdere aftakkingen voor gescheiden circuitdelen. Ook kunnen voor de tanks en de fusten of andere containers afzonderlijke taps zijn voorzien, aangesloten op verschillende tapleidingen.
Zoals blijkt uit fig. 1 zijn de bedieningsmiddelen 12, 14 van de 15 aansluitkoppen 6, 7 aangesloten op een centrale regelinrichting 52, bijvoorkeur een elektronische regeleenheid zoals een stuureenheid met processor 53 en interface 54 zoals een touch screen 55. In de spoelleiding 8 zijn tussen de wateraansluiting 15 en de eerste aansluitkop 6A een inlaatcombinatie 132 met een veiligheidsregeling 56 in de vorm van een 20 drievoudige KIWA veiligheid voorzien, voor verhinderen van in een (openbaar) leidingnet (niet getoond) terugstromen van spoelvloeistof of vervuild water, een reduceerventiel 57, een instelbare smoring 58, een waterklep 59, bij voorkeur voorzien van stuurmiddelen 60 zoals elektrische stuurmiddelen voor openen, sluiten en regelen daarvan, en een aansluiting 25 61 voor een pomp 62, in het bijzonder een doseerpomp zoals een slangenpomp voor doseren van reinigingsmiddel zoals een loog uit een voorraadtank 63. Ten minste de stuurmiddelen 60 en de doseerpomp 62 zijn aangesloten op de regelinrichting 52. Tussen de aansluiting 61 en de pomp 62 is bij voorkeur een terugslagklep 64 voorzien. Een meetinrichting 74 kan 30 zijn voorzien waarmee een parameter van de spoelvloeistof of tenminste een 9 vloeistof in de spoelleiding of elders in het leidingcircuit kan worden gemeten, teneinde vast te stellen of deze vloeistof "schoon" water is of spoelvloeistof met bijvoorbeeld een zeep, loog of ander reinigingsmiddel. Daartoe kan de sensor 74 bijvoorbeeld een conductiviteitssensor zijn of 5 omvatten. Ook kunnen andere sensoren worden toegepast, zoals voor een PH meting, kleurmeting en dergelijke.
Aanvoermiddelen 65 voor aanvoer van drukgas zoals perslucht zijn voorzien, omvattend een compressor 66 met stuurregeling 67, een buffertank 68 en reduceerventielen 69, aangesloten op de tanks 4, zodanig 10 dat gas onder druk tussen de buitencontainer 17 en de binnencontainer 16 kan worden gebracht. Door de reduceerventielen wordt bij voorkeur de druk op de binnencontainer op een gewenste overdruk gehouden, waardoor steeds een gewenste tapdruk wordt verkregen. Voor de fusten 5 is een gasaanvoerinrichting 70 voorzien, bijvoorbeeld een bekende C02 fles 71 met 15 reduceermiddelen 72. Daarmee kan drank in de fusten 5 op druk worden gebracht.
In de in fig. 1 getoonde stand is de eerste aansluitkop 7A in een eerste stand gebracht, met behulp van de regelinrichting 52, waarbij de binnenruimte van het fust 5 is verbonden met de tussenleiding 10A. De 20 andere aansluitkop 7B is door de regelinrichting 52 in de tweede stand gebracht, zodanig dat de tussenleiding 10A is verbonden met de betreffende tapleiding 9. Drank kan aldus vanuit het fust 5 via de tussenleiding 10A en de tapleiding 9 naar de tussentapleidingen 9A - D worden gebracht en van daaruit via een of meer taps 3 worden afgegeven. De aansluitkoppen 6A - D 25 zijn zodanig ingesteld dat daardoorheen noch spoelvloeistof noch drank kan stromen naar de taps 3 en/of in tegenovergestelde richting. Daartoe kan bijvoorbeeld de eerste 6A van deze vier tapkoppen in de tapstand worden gebracht, terwijl geen druk op de betreffende binnencontainer wordt uitgeoefend. De afsluiters 13 kunnen ook in de gesloten stand worden 30 gebracht, met name wanneer ook deze op afstand bedienbaar worden 10 uitgevoerd. Wanneer het eerste fust 5 leeg is of anderszins daaruit niet meer getapt hoeft te worden kan met behulp van de regelinrichting 52 de eerste aansluitkop 7 A in een derde stand worden gebracht, waarbij de spoelleiding 8 is afgesloten, evenals het fust 5. De tweede aansluitkop 7B 5 wordt in de eerste stand gebracht, waardoor uit het tweede fust 5 drank kan worden afgegeven naar de taps. 4. Wanneer dit fust leeg is of daaruit niet meer getapt moet worden wordt deze tweede afsluiter in de derde stand gebracht, zodat geen drank meer uit het fust 5 kan stromen, terwijl de derde aansluitkop 6A in de eerste stand wordt gebracht. Dan kan drank uit de 10 eerste houder 4 in de tapleiding 9 worden gebracht, via de tussenleidingen 10B - D. Uiteindelijk zal, wanneer de eerste houder 4 leeg is of gesloten moet worden, de betreffende aansluitkop 6A in de tweede stand gebracht en wordt de vierde aansluitkop 6B in de eerste stand gebracht, zodat uit de daarop aangesloten houder 4 drank kan worden afgegeven, en zo verder 15 naar de derde tank en de vierde tank, bijvoorbeeld totdat alle tanks en/of fusten zijn geleegd.
Overigens kan de volgorde van gebruik van de fusten en houders ook anders worden gekozen. De aansluitkoppen 6, 7 kunnen in elke gewenste volgorde worden geschakeld.
20 In de regeleenheid 52 wordt data bijgehouden over de in de fusten en/of houders 4 opgenomen drank, zoals type, vulling, datum van vulling cq houdbaarheidsdatum en dergelijke. In de regeleenheid is een programma opgenomen met een algoritme dat op basis van deze data en/of instructies van bijvoorbeeld de brouwer of beheerder, bepaalt wanneer bijvoorbeeld het 25 leidingstelsel gereinigd dient te worden. Dat kan bijvoorbeeld op de interface zoals het touch screen 79 worden aangegeven. Een beheerder kan dan door op een geschikte (virtuele) knop op het touch screen 79 te drukken een reinigingscyclus op gang brengen. De regeleenheid zal dan alle tapkoppen 6, 7 in de eerste tweede stand brengen, zodanig dat de 30 spoelleiding 8, de tussenleidingen 10A - D en de tapleiding 9 met 11 tapsubleidingen 9A - 9D in fluïdumverbinding staat. Vervolgens zal eerst gedurende een eerste periode water vanuit de wateraansluiting 15 worden aangevoerd, waarmee de resterende drank uit de tussenleidingen 10A - D en/of (sub)tapleidingen 9, 9A — D kan worden verdrongen, door openen van 5 de taps 3. Wanneer alle drank is verdrongen zal gedurende een tweede periode water met een gewenste hoeveelheid reinigingsmiddel, gedoseerd met de doseerpomp 62, door het leidingstelsel 2 worden geleid, gemeten en/of gecontroleerd door de meetinrichting 74.
In de spoelleiding 8 is bij voorkeur een flowsensor 73 opgenomen, 10 waarmee flow in de spoelleiding 8 en daarmee in het gehele leidingstelsel 2 nauwkeurig kan worden gecontroleerd. In de regeleenheid 52 is bij voorkeur een initiatie programma opgenomen, waarin bij voorkeur interactief door een beheerder de layout van de tapinrichting 1 kan worden ingevoerd, bijvoorbeeld gegevens omtrent de totale inhoud van het leidingstelsel en het 15 aantal taps. Op basis van de door de beheerder ingevoerde data wordt door de processor een minimum en maximum flow waarde bepaald. Tijdens het reinigen van het leidingstelsel dienen de taps 3 alle open te staan, teneinde te verzekeren dat alle tapleidingen, in het bijzonder subtapleidingen 9A - D en taps 3 worden gereinigd volgens een vooraf gekozen protocol. Door met de 20 flowsensor te meten of de flow in de spelleiding 8 binnen de genoemde grenzen ligt is verzekerd dat genoemd protocol wordt gevolgd. Indien de flow onder de minimum flow waarde (MFD) daalt wordt door de interface 54 een alarmsignaal gegeven, bijvoorbeeld auditief of visueel. De beheerder weet dan dat de reinigingscyclus niet goed is verlopen en kan passende 25 maatregelen nemen, bijvoorbeeld door opnieuw een reinigingscyclus te starten, nadat alle taps 3 zijn geopend. Bovendien kan een logboek worden bijgehouden van alle reinigingscycly, zodat later kan worden bekeken of de reinigingen wel op de juiste wijze zijn doorgevoerd. Ook kan het systeem automatisch een of meer van de genoemde stappen doorvoeren bijvoorbeeld 30 herhaling van de spoelfase en/of stoppen van drankafgifte.
12
Doordat de sensor 73 in de spoelleiding is op genomen komt deze niet in contact met de drank, waardoor vervuiling daarvan aanmerkelijk wordt verminderd. In deze uitvoeringsvorm komt de sensor 73 ook niet in contact met de reinigingsvloeistof, omdat de sensor 74 stroomopwaarts van 5 de terugslagklep 6 IA is voorzien. Bovendien is slechts één sensor nodig voor het hele leidingsysteem. Evenwel zou een flowsensor voor hetzelfde doel ook in een ander deel van het leidingstelsel 2 kunnen worden opgenomen, bijvoorbeeld in de tapleiding 9, of in elk van de subtapleidingen 9A - D of in elke tap 3 één. Daarmee zou dan bovendien steeds per tap kunnen worden 10 vastgesteld hoeveel drank wordt afgegeven, waardoor een nog nauwkeuriger beheer mogelijk is.
Nadat een gewenste duur reinigingsmiddel door het leidingstelsel 2 is geleid, wordt tijdens een derde periode wederom schoon water uit de wateraansluiting 15 aangevoerd. Omdat bekend is hoe groot de capaciteit is 15 van het leidingstelsel 2, welke capaciteit vooraf ingegeven kan worden in het systeem, en de flow van het water wordt gemeten, kan automatisch worden vastgesteld door de regeleenheid of alle reinigingsvloeistof uit het leidingstelsel is verdrongen. Pas dan kan de reinigingscyclus worden gestopt en kunnen wederom de aansluitkoppen 6, 7 in de gewenste stand worden 20 gebracht voor tappen van drank. Met de meetinrichting 74 kan worden bepaald of alle reinigingsmiddel uit het leidingstelsel is verdwenen. Het zal duidelijk zijn dat hiermee met minimum drankverlies en grote zekerheid veilig een reinigingscyclus kan worden doorgevoerd, zonder dat een beheerder enige houder of fust hoeft af te koppelen of anderszins 25 handelingen aan de fusten en/of houders hoeft te verrichten. De interface, in het bijzonder het touch screen 79 kan nabij een van de taps 3 op bijvoorbeeld een bar worden opgesteld, terwijl de fusten 5 en/of houders 4 bijvoorbeeld in een kelderruimte kunnen worden opgesteld. Bediening van de installatie kan dan vanaf de bar gebeuren.
13
Bij voorkeur is de regeleenheid voorzien van communicatiemiddelen, bij voorkeur draadloze communicatiemiddelen en telemetriemiddelen 80A. Zo kan bijvoorbeeld in elke houder 4 een restvolume indicator zoals een vullingsgraadsensor 131 zijn opgenomen, 5 kunnen temperatuurvoelers voor de drank en de koelmiddelen 50 zijn voorzien, aangesloten op de regeleenheid 52, en kan bijvoorbeeld een sensor in het voorraadvat 63 zijn voorzien, eveneens aangesloten op de regeleenheid 52. Verder kan de regeleenheid 54 zijn aangesloten op een intranet, extranet of internet of dergelijk netwerk. Daarmee kan de 10 regeleenheid 54 bijvoorbeeld communiceren met een computer of website van de beheerder, zodat die daardoor steeds op de hoogte kan blijven van de toestand van zijn installatie 1, bij voorkeur real time, kan de regeleenheid communiceren met een logistiek systeem van een brouwer, drankenleverancier of andere leverancier, zodat steeds eenvoudig en on-line 15 bestellingen kunnen worden opgegeven of zelfs de mogelijkheid kan worden geboden dat een leverancier een signaal kan krijgen, automatisch gegenereerd door de regeleenheid, indien de voorraad van een bepaald product zoals bier onder een gewenst, in de regeleenheid ingevoerd minimum niveau daalt, zodat deze leverancier een leveringsvoorstel kan 20 doen of een levering kan inplannen. In de regeleenheid is bij voorkeur ook een mogelijkheid voorzien waarmee de beheerder en bijvoorbeeld derden kunnen communiceren, bijvoorbeeld via e-mail, kunnen trainingsmodules voor personeel, bijvoorbeeld voor onderhoud van de installatie, nieuwe producten, handeling van consumenten en dergelijke worden weergegeven, 25 kunnen door bijvoorbeeld een brouwer of beheerder of derden aanbiedingen worden doorgegeven en kan on-line billing worden mogelijk gemaakt. Een leverancier kan op basis van data verzameld in de regeleenheid 52 vaststellen wat over een bepaalde voorafgaande periode de omzet is geweest en daarvoor een rekening sturen of een account chargen. Ook kan 30 bijvoorbeeld discount worden gegeven bij bepaalde minimum omzet, kunnen 14 incentives via de regeleenheid worden aangeboden en andere promotionele en beheersactiviteiten worden ontplooid.
Met een installatie volgens de uitvinding kan beheer volledig worden geautomatiseerd en vanaf nabij een tap of ten minste op afstand van 5 de fusten en houders worden geregeld en uitgevoerd. De installatie 1 is bij voorkeur modulair opgebouwd, waarbij de regeleenheid bij voorkeur is opgebouwd met behulp van bus technologie, zodat naar behoefte modules kunnen worden toegevoegd, afhankelijk van bijvoorbeeld de aantallen fusten en/of houders en/of andere containers, de gebruikte aansluitkoppen, 10 koelmiddelen, reinigingsmiddelen en interfaces. Dergelijke technologie is voor de vakman als zodanig genoegzaam bekend.
Verschillende installaties of ten minste regelinrichtingen en/of tapsystemen kunnen onderling worden gekoppeld en kunnen worden gekoppeld met bijvoorbeeld een centrale of decentrale server, zoals een 15 beheerserver die bijvoorbeeld door een brouwer of distributeur, een franchise gever of andere beheerder wordt beheerd. Daarmee kan informatie worden verzameld en worden uitgewisseld. De koppeling kan bijvoorbeeld via een Internet verbinding of een Intranet verbinding worden gevormd.
In een regeleenheid of ten minste in een tapinrichting volgens de 20 uitvinding is een besturingssysteem 100 voorzien dat een aantal aansluitbussen 101 heeft waarin sensoren kunnen worden aangesloten, zoals de of elke flowsensor, temperatuursensoren, de sensor in het voorraadvat, maar ook bijvoorbeeld sensoren die in een ruimte waarin de taps zijn opgesteld of daarmee in verbinding staande ruimten kunnen zijn 25 voorzien, zoals bewegingssensoren, camera’s temperatuursensoren en dergelijke. Verder is het besturingssysteem bij voorkeur ten minste gedeeltelijk modulair opgebouwd, zodat afhankelijk van bijvoorbeeld het aantal containers dat in een tapsysteem is opgenomen en/of het aantal taps dat daarin is voorzien een aantal modules kan worden gekozen. Binnen het 30 besturingssysteem kan gebruik worden gemaakt van PLC’s voor aansturing 15 van verschillende delen. Bovendien kunnen aansluitbussen zijn voorzien voor bijvoorbeeld data invoer vanaf de compressor (en), sensoren waarmee de vullingsgraad van de houders kan worden gemeten, brandmelders en C02 en/of andere gasdetectoren, voor beveiliging van gebruiksruimten, en andere 5 sensoren, detectoren en informatiebronnen. Bijvoorbeeld kan een twaalftal bussen zijn voorzien, waarop verschillende van genoemde sensoren, detectoren en informatiebronnen kunnen zijn aangesloten. Uiteraard kan ook een ander aantal bussen zijn voorzien. Bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van bussen die tussen 0 en 24 Volt kunnen ontvangen en/of 10 afgeven. Verder kunnen bijvoorbeeld USB aansluitingen 102 zijn voorzien waarop bijvoorbeeld blue tooth applicaties kunnen worden aangesloten, bijvoorbeeld voor communicatie met mobiele telefoons, computers en andere elektronische instrumenten.
Bij een besturingssysteem 100 kan een touchscreen 79 of andere 15 interactief bedieningsmiddelen zijn voorzien, waarmee informatie kan worden afgelezen over de toestand van het systeem en waarmee data en instellingen aan het systeem kunnen worden toegevoerd. In fïg. 2 is een schematisch een blokschema getoond van een gedeelte van een besturingssysteem 100, als voorbeeld. Variaties daarop zijn mogelijk, 20 bijvoorbeeld door toevoeging of aanpassing van modules 103. Bij vorokeur hoort bij elke stap of modus één of meer “schermen”, visuele weergave van stappen, modi, keuzemogelijkheden en dergelijke. In fïg. 2 is bijvoorbeeld scherm 79 weergegeven in een basisscherm met numeriek toetsenbord voor intoetsen van een PIN-code voor toegang tot het systeem of delen daarvan. 25 Bij voorkeur kan een instelmodus 104 worden gekozen, waarin gegevens over het systeem en/of gebruikers kan worden ingevoerd. Zo kan bijvoorbeeld worden ingevoerd wat het totaal volume is van het leidingsstelsel en/of delen daarvan, waardoor nog eenvoudiger kan worden vastgesteld hoeveel vloeistof in het systeem is op welk moment en wat dat 30 voor vloeistof is. In het bijzonder door gebruik van de flowsensor en/of de 16 meetinrichting 74. In de instelmodus kan bijvoorbeeld ook data worden ingevoerd over de typen dranken die in de houders 4, 5 zijn op genomen, houdbaarheidsdata van de drank, het aantal taps dat wordt gebruikt en andere systeem gerelateerde data.
5 Nadat de gewenste gegevens zijn ingevoerd kan de instelmodus 104 worden verlaten en kan bijvoorbeeld naar een opstartmodus 105 worden overgegaan waarin de verschillende aansluitkoppen automatisch en/of handmatig in een gewenste stand worden gebracht om te kunnen gaan tappen uit ten minste één der houders 4, 5. Bijvoorbeeld kan een houder 10 worden gekozen waaruit in eerste instantie getapt dient te worden, bijvoorbeeld omdat de drank daarin het dichtst bij de houdbaarheidsdatum is, hetgeen op het screen kan worden aangegeven, waarna het besturingssysteem automatisch de overige aansluitkoppen in de geschikte stand brengt.
15 Voordelig is wanneer het regelsysteem bij overschakelen tussen houders een tussengelegen leidingsdeel 10 vult met water onder verdrijving van in het betreffende deel opgenomen drank. Daarmee kan worden verhinderd dat drank in die leidingen achterblijft.
Ook kan worden overgegaan naar een leermodule 106, waarmee 20 gebruikers van het systeem informatie kan worden gegeven over bijvoorbeeld het systeem zoals informatie betreffende onderhoud, status, taphandelingen, instellingen en dergelijke, over dranken die kunnen worden getapt, over de gelegenheid waarin de taps zijn voorzien, maar ook bijvoorbeeld trainingsprogramma’s om gebruikers interactief het gebruik 25 van het systeem te leren. Voor verschillende typen gebruikers kunnen verschillende leermodules zijn voorzien, in de vorm van software en/of hardware aangesloten op het systeem, zowel reëel als virtueel.
Verder kan worden overgegaan in een gebruiksmodus 107, waarin drank kan worden getapt met behulp van één of meer van de taps, welke 17 zowel handmatig als elektronisch kunnen worden bediend, bijvoorbeeld door het touchscreen.
Voorts kan worden overgegaan naar een informatiemodus 108. Hierin kan bijvoorbeeld door een gebruiker informatie worden afgelezen van 5 het touch screen, zoals over de toestand van het systeem, berichten wanneer onderhoud gepleegd dient te worden aan onderdelen van het systeem, zoals pompen, filters, koelmiddelen, compressoren en dergelijke, over de taphoeveelheden en voorraad, over output per tap of van het systeem als geheel, de verschillende sensoren, detectoren en andere informatie bronnen. 10 Ook kan op het scherm worden aangegeven wanneer een laatste reinigingscyclus is doorgevoerd en/of wanneer een reinigingscyclus gestart dient te worden en hoe het verloop van deze cyclus is of is geweest. Verder kan in deze modus 108 informatie worden uitgewisseld met gebruikers zoals consumenten. Bijvoorbeeld kan via een netwerk zoals Internet, Intranet of 15 via blue tooth of WiFi of dergelijke draadloze systemen informatie worden aangeboden over de bezetting van een betreffende horecagelegenheid, bezoekersaantallen, omzet in het algemeen of van specifieke producten in het bijzonder, of kunnen bijvoorbeeld aanbiedingen worden gedaan aan consumenten. Eventueel kunnen audio en/of visuele signalen worden 20 doorgegeven. Consumenten kan een service worden aangeboden waarmee bijvoorbeeld bijzondere doelgroepen bijzondere informatie wordt aangeboden, aanbiedingen worden gedaan en dergelijke. Daarmee kan bijvoorbeeld direct marketing worden bedreven, kan consumenten onderzoek worden verricht en kan specifieke branding op dergelijke 25 consumenten groepen worden gericht.
Voor beheerders van een tapsysteem kan in de informatiemodus 108 specifieke beheersinformatie worden aangeboden, zoals bijvoorbeeld over hoe de beheerder presteert in verhouding tot andere op het systeem, in het bijzonder de server aangesloten beheerders. Een centrale beheerder 30 zoals brouwer of distributeur of bijvoorbeeld een marketeer kan via het 18 systeem adviseren over verbeteringen van de performance. Ook kunnen bijvoorbeeld games worden aangeboden via het systeem, bijvoorbeeld tussen verschillende kroegen waar tap systemen zijn opgesteld. Ook kan een zoekscherm worden aangeboden waarmee bijvoorbeeld uit een database 5 informatie kan worden opgevraagd. Zo kan bijvoorbeeld in een dergelijke data base worden opgenomen een overzicht van alle horeca gelegenheden die een bepaald type dienst of product aanbieden of een combinatie van producten en/of diensten. Eventueel kunnen restricties worden ingebouwd, bijvoorbeeld naar postcode, verspreidingsgebied, stad of streek, zodat de 10 informatie beperkt wordt tot een dergelijk gebied. Overigens kam dezelfde of vergelijkbare informatie ook visueel en/of auditief worden weergegeven in de ruimte waar de taps zijn opgesteld of elders in de betreffende gelegenheid zoals een kroeg, bar of restaurant.
Het zal duidelijk zijn dat verschillende modi naast elkaar 15 operationeel of ten minste functioneel kunnen zijn, zolang deze elkaar niet uitsluiten.
Indien een reinigingscyclus gestart dient te worden wordt dit bij voorkeur visueel en/of auditief aangegeven door het regelsysteem, bijvoorbeeld via het touch screen. Bovendien zal het systeem dan bij 20 voorkeur overschakelen naar een reinigingsmodus 109. De reinigingscyclus kan automatisch worden gestart doch bij voorkeur wordt de beheerder een knop geboden, bijvoorbeeld virtueel op het touch screen, waarmee de reinigingscyclus wordt gestart. Bij voorkeur wordt daarbij een menu aangeboden van te doorlopen stappen. Dat kan bijvoorbeeld één of meer van 25 de volgende stappen omvatten: 1- start verdrijven restvolume drank; 2- open alle taps; 3- start spoelen met water; 4- start spoelen met reinigingsvloeistof; 30 5- start rustfase; 19 6- start spoelen met water voor verdrijven reinigingsvloeistof; 7- sluit alle taps; 8· start gebruiksmodus
Bij bet starten van de reinigingsfase worden, bij voorkeur door de 5 regelinrichting, de verschillende aansluitkoppen in de spoelstand gebracht, zodat toevoer van drank uit de houders 4, 5 wordt verhinderd, terwijl water en/of reinigingsvloeistof niet in de houders kan stromen.
Het openen van alle taps kan worden voorafgegaan door een fase waarin het restvolume drank wordt afgegeven. Hiertoe kan bij voorkeur per 10 tap worden vastgesteld hoeveel drank daardoor nog wordt afgegeven zodat op basis van het getapte volume en het bekende totaalvolume van het systeem, in het bijzonder van het leidingstelsel en ten minste de tap- en subtapleidingen, worden vastgesteld hoeveel restvolume drank nog in de leidingen aanwezig is, zodat bepaald kan worden op welk moment elk van 15 de tap- en subtapleidingen 9, 9A nog slechts water bevat. Per tap kan dan worden aangegeven of daar nog een restvolume drank mee kan worden afgegeven.Wanneer al deze leidingen "op water zijn gezet" kunnen dan alle taps worden geopend en geopend worden gehouden, en kan de feitelijke reiniging aanvangen.
20 Elk van de fasen 1-8 kunnen handmatig worden gestart, bijvoorbeeld door een (virtuele) knop te bedienen, bijvoorkeur nabij een tap, welke bijvoorbeeld verschijnt of actief wordt nadat een vorige fase is afgerond, doch verschillende stappen kunnen ook automatisch worden genomen. Zo kan de duur van de fasen 3, 4 en 6 bijvoorbeeld worden 25 gestuurd op basis van het volume van het leidingsysteem en de gemeten stroming in het leidingsysteem, gemeten met de sensor 73. Elk van deze fasen kan bijvoorbeeld worden afgesloten indien een bepaald debiet door het leidingstelsel is gevoerd of na een bepaalde duur. Hierbij is het met name voor deze fasen en in het bijzonder voor fase 6 van belang dat alle taps open 30 blijven tussen fase 2 en fase 7, zodat alle delen van het leidingstelsel worden 20 gereinigd en gespoeld, waardoor geen reinigingsvloeietof achter blijft. Daartoe kan een minimum flow drempelwaarde (MFD) worden ingesteld in het regelsysteem. Met de flowsensor 73 kan steeds worden gemeten of een flow bestaat boven de MFD en/of worden gecontroleerd of een minimum 5 volume schoon water door het leidingstelsel is gevoerd welk minimum volume wordt bepaald door het totaal volume van het leidingstelsel, bij voorkeur tenminste één keer dat volume. Verder kan daarbij met een sensor, bijvoorbeeld een conductiviteitsmeter 74 of een pH meter worden gecontroleerd of schoon water wordt doorgevoerd of reinigingsvloeistof.
10 Indien de flow onder de MFD daalt stroomt onvoldoende vloeistof door, hetgeen een indicatie is dat ergens in het leidingstelsel een blokkade is opgetreden en/of een tap dicht staat. Dan zal door het regelsysteem een waarschuwing worden gegeven en/of de reinigingscyclus worden onderbroken en/of afgebroken. Een nieuwe cyclus kan worden opgestart 15 nadat de blokkade is verhelpen en alle taps weer open staan. Uiteraard kan ook op andere wijze worden gedetecteerd of alle taps open staan, bijvoorbeeld met een sensor op elke tap.
Bovendien kan een beheermodus 110 worden gekozen, waarmee bijvoorbeeld voorraadbeheer kan worden gestuurd. Zo kan automatisch 20 drank worden besteld indien de voorraad onder een vooraf bepaald minimum daalt, kan informatie over de voorraad worden uitgewisseld met een beheerder, brouwer of leverancier, kan automatisch worden afgerekend voor verbruikte drank of andere producten, kunnen onderdelen worden besteld, gecontroleerd en kan inventarisatie van voorraad worden gehouden. 25 Bij voorkeur kan een beheerder van bijvoorbeeld een kroeg met een tapinrichting via een verbinding in een databank van zijn systeem of op een centraal netwerk inloggen teneinde de betreffende gegevens in te zien en/of te bewerken. Via een regelsysteem en/of netwerk volgens de uitvinding kan centraal voorraadbeheer worden doorgevoerd, kunnen automatisch 30 leverroutes worden vastgesteld voor verschillende outlets met een 21 betreffend systeem en eventueel andere outlets en dergelijke. Ook kan hierdoor onderhoud en inspectie van de tapinrichtingen worden gestuurd.
Bij voorkeur wordt een regelinrichting gestuurd door software, bijvoorbeeld een software product dat computer leesbaar is en bijvoorbeeld 5 kan worden gedownload of geupload van en naar het regelsysteem, of centraal kan zijn voorzien, waarbij de verschillende regelsystemen als terminal servers dienst kunnen doen, of combinaties daarvan.
Bij voorkeur kunnen met behulp van het regelsysteem verschillende gebruiks- en beheersniveaus worden ingesteld die afzonderlijk 10 kunnen zijn beveiligd door een code of sleutel, bijvoorbeeld een PIN-code in te voeren met behulp van het touchscreen. Bijvoorbeeld toegang voor gebruikers zoals barpersoneel om te tappen of algemene informatie op te nemen of te verstrekken, toegang voor een beheerder om beheershandelingen te kunnen verrichten en toegang voor installateurs en 15 dergelijke voor instellingen, onderhoud en dergelijke.
Bij voorkeur wordt de flow in het leidingstelsel gemeten om te controleren of deze niet onder de MFD daalt, hetgeen een blokkade of een gesloten tap indiceert, en wordt een doorstroomvolume gemeten of berekend uit de flow, teneinde te verzekeren dat voldoende spoelvloeistof en in het 20 bijzonder voldoende schoon water is doorgevoerd nadat spoelvloeistof in de leidingen is gebracht en daarin bijvoorbeeld enige tijd heeft stilgestaan.
Conductiviteitsmeting of een andere meting kan worden gebruikt voor het bepalen van de samenstelling van de vloeistof in het leidingstelsel, als extra controle op het verwijderen van alle reinigingsmiddel voordat weer 25 wordt getapt.
Eventueel kan aan het reinigingsmiddel een kleuring of een andere marker worden toegevoegd, waarbij een detector voor de kleur of andere marker kan zijn voorzien, in plaats van of naast de conductiviteitssensor, waarmee eveneens kan worden gecontroleerd of het leidingstelsel schoon 30 water bevat. Immers, als genoemde kleur of marker niet meer wordt 22 gedetecteerd na soppoelen met schoon water is alle reinigingsmiddel verdreven en kan wederom worden getapt.
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn 5 mogelijk. Zo kunnen delen van een tapinrichting en/of regelinrichting anders worden uitgevoerd en worden gecombineerd, waarbij delen kunnen worden weggelaten of bijvoorbeeld meerdere lussen kunnen zijn voorzien in het leidingstelsel. Het regelsysteem kan alle genoemde modules en modi omvatten doch ook slechts enkele daarvan. Bij voorkeur is in elk geval de 10 reinigingscyclus door het regelsysteem aanstuurbaar en controleerbaar.
1033913
Claims (18)
1. Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting, waarbij de drankafgifteinrichting ten minste een leidingstelsel met ten minste een spoelleiding en een tapleiding en ten minst één houder voor drank omvat, waarbij het besturingssysteem een flowsensor omvat, waarbij het 5 besturingssysteem bedieningsmiddelen omvat voor het schakelen tussen een eerste toestand waarin drank vanuit de houder kan worden afgegeven via de tapleiding en de spoelleiding van de tapleiding is gescheiden en een tweede toestand waarbij spoelvloeistof en/of water via de spoelleiding in de tapleiding kan worden gebracht en de houder is gescheiden van de 10 tapleiding en de spoelleiding.
2. Besturingssysteem volgens conclusie 1, waarbij het besturingssysteem een comperator omvat voor het in de tweede toestand vergelijken van flow in de spoelleiding, bij voorkeur gemeten met genoemde flowsensor, met een ingestelde minimum flow drempelwaarde (MFD), en 15 middelen voor het genereren van een alarmsignaal wanneer genoemde flow daalt onder genoemde minimum flow drempelwaarde (MFD).
3. Besturingssysteem volgens conclusie 2, waarbij de middelen voor genereren van een alarmsignaal een display omvatten waarop genoemd alarmsignaal als beeld wordt weergegeven.
4. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij middelen zijn voorzien voor het bedienen van een afsluiter in de spoelleiding.
5. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij middelen zijn voorzien voor bediening van een driewegklep tussen een 25 eerste stand waarbij de spoelleiding in fluidumverbinding wordt gebracht met de tapleiding en een tweede stand waarbij genoemde houder in fluidumverbinding wordt gebracht met de tapleiding. 103^913
6. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij middelen zijn voorzien voor bedienen van een afsluiter voor toevoer van spoelmiddel aan de spoelleiding.
7. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 5 ten minste een sensor is voorzien voor meten van de vullingsgraad van genoemde ten minste ene houder.
8. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij timermiddelen zijn voorzien voor timen van de duur van de tweede toestand.
9. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een bedieningspaneel is voorzien voor bediening van de genoemde bedieningsmiddelen, welk bedieningspaneel bij voorkeur een touch screen omvat.
10. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 15 communicatiemiddelen zijn voorzien voor communicatie via een computernetwerk en/of een draadloos netwerk tussen genoemde besturingssysteem en externe elektronische middelen.
11. Besturingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een dataverzamelunit is voorzien voor verzamelen van data van op het 20 besturingssysteem aangesloten sensoren, waarbij middelen zijn voorzien voor uploaden en downloaden van informatie uit en naar genoemde database.
12. Regeleenheid voor gebruik in een bedieningssysteem volgens een der voorgaande conclusies, omvattende ten minste een processor en een 25 reeks bussen.
13. Werkwijze voor beheer van een drankafgifteinrichting, bij voorkeur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij in een centraal bedieningssysteem informatie wordt verzameld en opgeslagen over ten minste een van: aangesloten houders, in de houders aanwezige 30 hoeveelheden drank, houdbaarheidsdata met betrekking tot genoemde drank in genoemde houders en reinigingsgegevens van de drankafgifteinrichting, waarbij in het bedieningssysteem een algoritme is opgenomen voor het op basis van genoemde informatie bepalen van een reinigingsinterval of reinigingsmoment en/of voor het doorvoeren van een 5 reinigingsprogramma, welke programma bij activering door een gebruiker: de of elke houder afsluit van de of elke tapleiding van de drankafgifteinrichting; een spoelleiding van de drankafgifteleiding aansimt op de of elke tapleiding; 10. gedurende een eerste periode drank uit de of elke tapleiding verdringt door via de spoelleiding water en/of spoelvloeistof in of elke genoemde tapleiding te voeren, onder verdringing van genoemde daarin aanwezige drank; gedurende een eerste periode spoelvloeistof door de spoelleiding en 15 tapleiding of tapleidingen voert; gedurende een tweede periode water door genoemde spoelleiding en tapleiding of tapleidingen voert, voor het verdringen van spoelvloeistof uit ten minste de tapleiding of tapleidingen; na de tweede periode ten minste één houder op de tapleiding of 20 tapleidingen aansluit, onder verbreking van de fluïdumverbinding tussen de genoemde spoelleiding en de of elke tapleiding.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij gedurende ten minste de eerste en/of tweede periode flow van spoelvloeistof en/of water door de spoelleiding wordt gemeten en wordt vergeleken met een in het 25 besturingssysteem opgenomen minimum flow drempelwaarde, waarbij een alarmsignaal wordt gegeven wanneer de gemeten flow onder genoemde minimum flow drempelwaarde daalt.
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, waarbij door het besturingssysteem informatie wordt uitgewisseld met een beheerder van het 30 besturingssysteem en./of van de drankafgifteinrichting, een onderhoudsservice voor de drankafgifteinrichting, een logistieke instantie voor aflevering van drank en/of een commerciële afdeling van een producent en/of leverancier van de drank.
16. Werkwijze volgens een der conclusies 13 — 15, waarbij in het 5 besturingssysteem gegevens met betrekking tot de drankafgifteinrichting worden ingevoerd, waaronder ten minste het volume en/of de lengte van de spoelleiding en de of elke tapleiding en het aantal tapkranen dat op het leidingstelsel is aangesloten, waarbij het besturingssysteem op basis van deze gegevens een minimum flow drempelwaarde bepaalt voor genoemd 10 leidingstelsel tijdens een reinigingsfase.
17. Computersoftware product voor een besturingssysteem volgens een der conclusies 1 - 12 of doorvoeren van een werkwijze volgens een der conclusies 13 - 16.
18. Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting, bij voorkeur 15 volgens een der conclusies 1 — 11, waarbij een regelsysteem is opgenomen dat ten minste een module omvat uit de reeks van: een mailboxsysteemmodule; een module voor registratie van drankafgiftehistorie; logistieke informatie module voor een beheerder van de 20 drankafgifteinrichting, bij voorkeur met een indiactiemiddel voor accceptatie of weigering van een logistieke data zoals bijvoorbeeld afleverdatum of bestellingsiformatie; communicatiemodule, in het bijzonder draadloos en bij voorkeur Blue Tooth, voor communicatie door de beheerder met cliënten, 25 afnemers, aanbieders en dergelijke. 1 0 3391 3
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1033913A NL1033913C2 (nl) | 2007-05-31 | 2007-05-31 | Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting. |
EP08766759A EP2164796A2 (en) | 2007-05-31 | 2008-06-02 | Control system for a beverage dispensing apparatus |
US12/602,352 US20100170916A1 (en) | 2007-05-31 | 2008-06-02 | Control system for a beverage dispensing apparatus |
PCT/NL2008/050336 WO2008147199A2 (en) | 2007-05-31 | 2008-06-02 | Control system for a beverage dispensing apparatus |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1033913A NL1033913C2 (nl) | 2007-05-31 | 2007-05-31 | Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting. |
NL1033913 | 2007-05-31 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1033913C2 true NL1033913C2 (nl) | 2008-12-02 |
Family
ID=39181261
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1033913A NL1033913C2 (nl) | 2007-05-31 | 2007-05-31 | Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20100170916A1 (nl) |
EP (1) | EP2164796A2 (nl) |
NL (1) | NL1033913C2 (nl) |
WO (1) | WO2008147199A2 (nl) |
Families Citing this family (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2439170A4 (en) * | 2009-06-03 | 2013-01-09 | Asahi Breweries Ltd | LIQUID SUPPLY SYSTEM, LIQUID SUPPLY AND SWITCHING DEVICE AND DEVICE FOR ADJUSTING THE LIQUID FLOW PAD |
JP5460132B2 (ja) * | 2009-06-03 | 2014-04-02 | 武蔵エンジニアリング株式会社 | 液体定量吐出方法および装置 |
US8857666B2 (en) * | 2010-04-15 | 2014-10-14 | Edward L. O'Keefe, JR. | Wine dispensing system |
US8640931B2 (en) | 2011-02-01 | 2014-02-04 | Emerald Wine Systems, LLC | Tri-function tap for beverages |
RU2589395C2 (ru) * | 2011-04-22 | 2016-07-10 | Пепсико, Инк. | Раздаточная система для напитков с возможностями социальных сервисов |
US10464799B2 (en) * | 2012-12-19 | 2019-11-05 | Beersmart, Llc | System and method for beverage line cleaning |
ES2579105B1 (es) * | 2015-02-04 | 2017-04-25 | Carlos Santaolalla Milla | Equipo automatizado para instalaciones de dispense de cerveza |
ES2579443B1 (es) * | 2015-02-10 | 2017-05-04 | Carlos Santaolalla Milla | Mecanismo de recirculación de producto para instalaciones de dispense de bebidas |
GB2542601B (en) * | 2015-09-25 | 2020-01-01 | John Molloy Anthony | Flow Detection and analysis of fluid supply lines |
CN105278560A (zh) * | 2015-11-25 | 2016-01-27 | 北京尚德联合科技文化传媒有限公司 | 流体远程传输设备及互联网智能操控系统 |
WO2019057506A1 (en) * | 2017-09-19 | 2019-03-28 | Nestec S.A. | LIQUID CONTAINER, BEVERAGE PRODUCTION SYSTEM AND METHOD FOR DETECTING ONE OR MORE LEVELS OF FILLING A CONTAINER WITH A LIQUID |
PT3700854T (pt) | 2017-10-27 | 2022-03-03 | Carlsberg Breweries As | Unidade de limpeza para fornecer um líquido de limpeza a um sistema de distribuição de bebidas |
JP6916490B2 (ja) * | 2018-01-04 | 2021-08-11 | アサヒビール株式会社 | 液体販売管理システム |
AU2019234539B2 (en) * | 2018-03-12 | 2024-06-13 | Grinon Industries | Beverage dispensing systems and methods thereof |
WO2020030829A1 (es) * | 2018-08-06 | 2020-02-13 | Tubing Food S.L | Sistema de monitorización y control de instalaciones dispensadoras de bebidas |
US20230166961A1 (en) * | 2021-11-30 | 2023-06-01 | Paul McGrane | Fluid line monitoring and control assembly |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20060273120A1 (en) * | 2005-06-07 | 2006-12-07 | The Coca-Cola Company | Adaptive sanitation system |
WO2007053665A2 (en) * | 2005-10-31 | 2007-05-10 | Ecolab Inc. | Controller-based management of a fluid dispensing system |
Family Cites Families (15)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US5636763A (en) * | 1993-11-04 | 1997-06-10 | Furness; Geoffrey M. | Gas pressurized liquid delivery system |
US7473323B2 (en) * | 1996-09-04 | 2009-01-06 | Maasland N.V. | Method and apparatus for cleaning a milk line system |
US7020680B2 (en) * | 1998-03-19 | 2006-03-28 | Isochron, Llc | System and method for monitoring and control of beverage dispensing equipment |
FI110237B (fi) * | 2000-06-06 | 2002-12-31 | Rescontrol Oy | Menetelmä ja järjestelmä juomien jakelulinjan pesemiseksi sekä järjestelmässä käytettävä tunnistinyksikkö |
US20030191558A1 (en) * | 2002-03-20 | 2003-10-09 | Martin Arellano | Beverage dispensing system |
WO2004042536A2 (en) * | 2002-11-05 | 2004-05-21 | Requent | Remote purchasing system and method |
US20080223410A1 (en) * | 2004-02-27 | 2008-09-18 | Cleverclear Ltd | Cleaning a Plurality of Supply Lines |
WO2006014891A1 (en) * | 2004-07-26 | 2006-02-09 | 3M Innovative Properties Company | Systems and methods for detecting and eliminating leaks in water delivery systems for use with appliances |
US20060169715A1 (en) * | 2004-11-09 | 2006-08-03 | Jorg Emmendorfer | Controller-based management of a fluid dispensing system |
US7311224B2 (en) * | 2004-11-09 | 2007-12-25 | Ecolab Inc. | Chemical dispense system for cleaning components of a fluid dispensing system |
US20060175352A1 (en) * | 2004-11-09 | 2006-08-10 | Jorg Emmendorfer | Cleaning processes for a fluid dispensing system |
WO2006067500A2 (en) * | 2004-12-23 | 2006-06-29 | Tom Oswald | Fluid line apparatus |
US20070095859A1 (en) * | 2005-10-31 | 2007-05-03 | Maser Bryan A | Controller-based management of a fluid dispensing system |
US7606732B2 (en) * | 2006-03-16 | 2009-10-20 | Us Beverage Net Inc. | Distributed meter networks and systems for monitoring same |
US7899713B2 (en) * | 2006-06-20 | 2011-03-01 | Reagan Inventions, Llc | System and method for creating a personalized consumer product |
-
2007
- 2007-05-31 NL NL1033913A patent/NL1033913C2/nl active
-
2008
- 2008-06-02 US US12/602,352 patent/US20100170916A1/en not_active Abandoned
- 2008-06-02 EP EP08766759A patent/EP2164796A2/en not_active Withdrawn
- 2008-06-02 WO PCT/NL2008/050336 patent/WO2008147199A2/en active Application Filing
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US20060273120A1 (en) * | 2005-06-07 | 2006-12-07 | The Coca-Cola Company | Adaptive sanitation system |
WO2007053665A2 (en) * | 2005-10-31 | 2007-05-10 | Ecolab Inc. | Controller-based management of a fluid dispensing system |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
WO2008147199A2 (en) | 2008-12-04 |
WO2008147199A3 (en) | 2009-07-23 |
US20100170916A1 (en) | 2010-07-08 |
EP2164796A2 (en) | 2010-03-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1033913C2 (nl) | Besturingssysteem voor een drankafgifteinrichting. | |
US11845643B2 (en) | Beverage dispensing | |
NL1033915C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het afgeven van drank. | |
CN107531475B (zh) | 饮料分配系统 | |
US11148927B2 (en) | Beverage dispensing | |
US9926186B2 (en) | Beverage dispensing systems and methods | |
US8453878B2 (en) | Liquid level measuring device | |
US20110253746A1 (en) | Wine dispensing system | |
US11542146B2 (en) | Sold out detection using a level sensor for a beverage dispenser | |
US10850966B2 (en) | Resistance measuring sold out sensor for a beverage dispenser | |
US10617276B2 (en) | Appliance control and monitoring systems and methods for making and using same | |
EP3715315B1 (en) | Liquid sale management device | |
US11629041B2 (en) | Tap line cleaner and beverage saving devices, systems, and solutions | |
EP3556726A1 (en) | Dispensing apparatus and method of use thereof | |
US20230069295A1 (en) | A beverage line cleaning apparatus and system | |
GB2542601A (en) | Callibrating and monitoring fluid flows for liquids and pre mix syrups with communication to remote databases, online till systems and product distribution | |
RU158621U1 (ru) | Автомат для продажи молока | |
JP2019177921A (ja) | 液体注出管理装置 | |
US20230416068A1 (en) | Intelligent concentrate mixing and delivery | |
RU148418U1 (ru) | Автомат для продажи молока | |
CN118946520A (en) | Monitoring fluid distribution system balance and distribution to improve quality and efficiency | |
KR20190082563A (ko) | 알에프아이디 태그를 이용한 음료 계량 판매 시스템 | |
GB2422366A (en) | Beverage dispensing system |