NL1031590C2 - Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. - Google Patents
Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1031590C2 NL1031590C2 NL1031590A NL1031590A NL1031590C2 NL 1031590 C2 NL1031590 C2 NL 1031590C2 NL 1031590 A NL1031590 A NL 1031590A NL 1031590 A NL1031590 A NL 1031590A NL 1031590 C2 NL1031590 C2 NL 1031590C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- sorting device
- water
- screening
- screening means
- passage openings
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A23—FOODS OR FOODSTUFFS; TREATMENT THEREOF, NOT COVERED BY OTHER CLASSES
- A23N—MACHINES OR APPARATUS FOR TREATING HARVESTED FRUIT, VEGETABLES OR FLOWER BULBS IN BULK, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; PEELING VEGETABLES OR FRUIT IN BULK; APPARATUS FOR PREPARING ANIMAL FEEDING- STUFFS
- A23N12/00—Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts
- A23N12/02—Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts for washing or blanching
- A23N12/023—Machines for cleaning, blanching, drying or roasting fruits or vegetables, e.g. coffee, cocoa, nuts for washing or blanching for washing potatoes, apples or similarly shaped vegetables or fruit
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07B—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
- B07B1/00—Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
- B07B1/12—Apparatus having only parallel elements
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07B—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
- B07B1/00—Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
- B07B1/12—Apparatus having only parallel elements
- B07B1/14—Roller screens
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07B—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
- B07B1/00—Sieving, screening, sifting, or sorting solid materials using networks, gratings, grids, or the like
- B07B1/12—Apparatus having only parallel elements
- B07B1/14—Roller screens
- B07B1/15—Roller screens using corrugated, grooved or ribbed rollers
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B07—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
- B07B—SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
- B07B13/00—Grading or sorting solid materials by dry methods, not otherwise provided for; Sorting articles otherwise than by indirectly controlled devices
- B07B13/04—Grading or sorting solid materials by dry methods, not otherwise provided for; Sorting articles otherwise than by indirectly controlled devices according to size
- B07B13/07—Apparatus in which aggregates or articles are moved along or past openings which increase in size in the direction of movement
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Food Science & Technology (AREA)
- Polymers & Plastics (AREA)
- Apparatuses For Bulk Treatment Of Fruits And Vegetables And Apparatuses For Preparing Feeds (AREA)
Description
Titel: Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen
De uitvinding betreft een sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen.
De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen.
5 Een bekende sorteerinrichting voor het sorteren van bol en/of knolgewassen, in het bijzonder bloembollen, zoals bijvoorbeeld leliebollen of tulpenbollen, maakt gebruik van cilindrische zeefrollen waarbij een afstand tussen deze rollen de diameter van de te sorteren bollen bepaalt. In het bijzonder bij bloembollen met wortels zoals leliebollen raken de wortels van 10 de bollen veelal verstrengeld. Bijvoorbeeld raken wortels van meerdere leliebollen met elkaar of met ander materiaal verstrengeld. Derhalve worden de wortels van elkaar en/of ander materiaal gescheiden door personeel door de bollen handmatig uit elkaar te trekken. Daarna worden de leliebollen op de zeefrollen gebracht, waar de bollen veelal met de hand 15 tussen de rollen worden doorgeduwd. Dit handarbeid is over het algemeen relatief duur en arbeidsintensief.
Ter stimulatie van het tussen de rollen door verplaatsen van de bollen is een blaasinrichting bekend die boven de zeefrollen wordt geplaatst, waarbij de aangeblazen lucht de bollen tussen de rollen door dient te duwen. 20 Echter wordt hier het probleem geleverd dat de bollen en rollen droog worden geblazen waarbij in praktijk zowel met name de bollen beschadigd raken. Weliswaar is getracht dit te ondervangen door de bollen en rollen te bevochtigen doch dit levert geen bevredigende oplossing. De bollen beschadigen nog altijd, terwijl het vocht tot grote vervuiling leidt.
25 Een doel van de uitvinding is te voorzien in een efficiënte inrichting en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen.
1031590 2
Een ander doel van de uitvinding is te voorzien in een inrichting en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen, waarbij de variabele kosten laag zijn.
Tenminste één van deze of andere doelen wordt bereikt met een 5 sorteerinrichting volgens de uitvinding voor bol en/of knolgewassen, voorzien van eerste zeefmiddelen die zijn voorzien van eerste doorlaatopeningen, waarbij de eerste zeefmiddelen zijn voorzien van onderafvoermiddelen aan de onderzijde van de eerste zeefmiddelen, waarbij watertransportmiddelen zijn voorzien voor het tijdens gebruik over en/of 10 door de eerste zeefmiddelen voeren van bol- en/of knolgewassen, in de richting van tenminste de onderafvoermiddelen.
Tenminste één van deze of andere doelen wordt tevens bereikt met een werkwijze voor het sorteren van bol- en/of knolgewassen volgens de uitvinding, waarbij de gewassen met behulp van stromend water worden 15 getransporteerd en gezeefd en waarbij de gesorteerde gewassen worden afgevoerd.
Ter verduidehjking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden van een inrichting en werkwijze volgens de uitvinding nader worden toegelicht aan de band van de tekening. Daarin 20 toont: figuur 1 in perspectivisch aanzicht een sorteerinrichting; figuur 2 in schematisch zijaanzicht een aanvoertrechter van een sorteerinrichting; figuur 3 in schematisch bovenaanzicht zeefmiddelen met rollen van 25 een sorteerinrichting; figuur 4 in schematisch vooraanzicht rollen van een sorteerinrichting; figuur 5 schematische doorsneden van bloembollen die door eerste zeefmiddelen kunnen worden doorgelaten; 3 figuur 6 in schematisch zijaanzicht zeefmiddelen van een ' sorteerinrichting; figuur 7 in schematisch vooraanzicht zeefmiddelen van een sorteerinrichting; 5 figuur 8 in zijaanzicht meerdere zeefmiddelen van een sorteerinrichting; figuur 9 in perspectief een sorteerinrichting met slechts eerste zeefmiddelen; figuur 10A schematisch in bovenaanzicht zeefmiddelen; 10 figuur 10B schematisch in zijaanzicht zeefmiddelen; figuur 11 in zijaanzicht een sorteerinrichting met enkele maatgevingen; figuur 12 in bovenaanzicht schematisch een sorteerinrichting met spijlenbanden; 15 figuur 13 schematisch een doorsnede van een sorteerinrichting met spijlenbanden; figuur 14A in bovenaanzicht schematisch zeefmiddelen met spiraalvormige rollen; figuur 14B in bovenaanzicht schematisch zeefmiddelen met rollen 20 met spiraalvormige wikkelingen; figuur 15A schematisch een doorsnede van rollen met een leliebol; figuur 15B schematisch in zijaanzicht zeefmiddelen met leliebollen; figuur 16 in perspectief een uitvoeringsvorm van een bollensorteerder; 25 figuur 17 een modulair uit te breiden watercirculatieinrichting; figuur 18 in bovenaanzicht eerste en tweede zeefmiddelen; figuur 19 in perspectief rollen met lagers.
In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In de tekening zijn slechts als 30 voorbeeld uitvoeringsvormen volgens de uitvinding getoond. De daarbij 4 gebruikte elementen van de sorteerinrichting zijn slechts als voorbeeld genoemd en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. Ook andere onderdelen en uitvoeringsvormen kunnen worden toegepast binnen het raam van de onderhavige uitvinding. Voor deze beschrijving zullen ter 5 vereenvoudiging en illustratie leliebollen worden gebruikt, waar de inrichting en werkwijze in principe geschikt is voor bol en/of knolgewassen in het algemeen.
In figuur 1 is een uitvoeringsvorm getoond van een sorteerinrichting volgens de uitvinding in de vorm van bloembollensorteerinrichting 1. Door 10 deze inrichting 1 circuleert in grote hoeveelheden water, onder andere voor het transporteren en sorteren van bloembollen, bijvoorbeeld leliebollen. Deze bloembollensorteerinrichting 1 is voorzien van een wateraanvoertrechter 2, zeefmiddelen 4, achterafvoermiddelen 6, opvangbak 18, restafvalafvoerband 19 en terugvoer 20. De 15 restafvalafvoerband 19 verwijderd overgebleven restmateriaal uit de inrichting 1. Het restmateriaal bestaat bijvoorbeeld uit zand, delen van de 5 leliebollen 24, te kleine leliebollen 24, etc. Het restmateriaal is in principe afval, echter behoort het ook tot de mogelijkheden dat nog later te sorteren leliebollen tussen het restmateriaal zitten.
20 In figuur 11 is een uitvoeringsvorm van een sorteerinrichting 1 getoond, waarbij ter illustratie enkele afmetingen 30, 31, 32 zijn aangegeven. Hierbij is de hoogte 30 van de invoertrechter 2 ongeveer 3300 mm, de lengte 31 van het begin van de aanvoertrechter 2 tot het einde van de afvoerband 19 ongeveer 10500 mm en de hoogte van de opvangbak 18 25 ongeveer 2400 mm. Deze inrichting 1 omvat bijvoorbeeld ongeveer 6 m3 water dat tijdens gebruik door de inrichting 1 circuleert met hoeveelheden van ongeveer 1000 - 1200 m3 per uur. Uiteraard is de uitvinding niet tot deze hoeveelheden beperkt.
De wateraanvoertrechter 2 is in principe het beginpunt van de 30 sorteerinrichting 1. Hierin worden tijdens gebruik bollen of knollen gestort.
5
Als voorbeeld zullen leliebollen worden beschreven, doch de uitvinding is daartoe niet beperkt. Leliebollen worden in de aanvoertrechter gestort, bijvoorbeeld met behulp van een transportband (figuur 2), ten einde door de inrichting 1 te worden gesorteerd. De trechter 2 omvat een eerste overloop 5 3A voor het aanvoeren van water met leliebollen naar de eerste zeefmiddelen 4A. De zeefmiddelen 4 omvatten eerste zeefmiddelen 4A met eerste doorlaatopeningen 10A en tweede zeefmiddelen 4B met tweede doorlaatopeningen 10B. De doorlaatopeningen 10A, 10B zijn zodanig gekozen dat leliebollen met een vooraf gekozen minimale grootte deze 10 openingen niet kunnen passeren en kleinere leliebollen wel, al dan niet doordat deze daardoorheen worden gedrukt door het water, zoals nog nader zal worden toe gelicht. De eerste zeefmiddelen 4A zijn voorzien van eerste achterafvoermiddelen 6A en eerste onderafvoermiddelen 7A voor het afvoeren van leliebollen en/of restmateriaal. Leliebollen die niet door de 15 eerste doorlaatopeningen 10A worden gelaten, worden over de eerste zeefmiddelen 4A naar de eerste achterafvoermiddelen 6A gevoerd, aan de achterzijde 11A van de eerste zeefmiddelen 4A. Kleinere leliebollen die en/of restmateriaal dat wel door de eerste doorlaatopeningen 10A worden gelaten worden opgevangen door de eerste onderafvoermiddelen 7A aan de 20 onderzijde 12A van de eerste zeefmiddelen 4A. De eerste onderafvoermiddelen 7A zijn aan het eind voorzien van een tweede overloop 3B voor het aanvoeren van het water met de kleinere leliebollen en/of restmateriaal naar de tweede zeefmiddelen 4B. Tevens zijn de eerste zeefmiddelen 4A voorzien van trilinrichtingen 13, voor het laten trillen van 25 de eerste zeefmiddelen 4A en daarmee bevorderen van het doorlaten van de kleinere leliebollen en/of het restmateriaal en eventueel transporteren van de grotere, niet doorgelaten bollen. De eerste zeefmiddelen 4A zijn voorzien van een watertoevoer 8, bijvoorbeeld voor het aanvullen van water dat mogelijk verloren gaat tijdens het sorteerproces. Dit aangevulde extra water 6 kan tevens bijdragen aan het duwen van de kleinere leliebollen door de doorlaatopeningen 10A en/of voor extra zuivering van de bollen.
De tweede zeefmiddelen 4B omvatten tweede achterafvoermiddelen 6B aan de achterzijde 11B en aan de onderzijde 12B tweede 5 onderafvoermiddelen 7B met een derde overloop 3C. De tweede zeefmiddelen 4B zijn voorzien van tweede doorlaatopeningen 10B, welke kleiner zijn dan de doorlaatopeningen 10A, in principe met het doel slechts restmateriaal door te laten. De niet-doorgelaten, gesorteerde leliebollen worden afgevoerd via de tweede achterafvoermiddelen 6B en het 10 doorgelaten restmateriaal wordt tezamen met het water afgevoerd via de tweede onderafvoermiddelen 7B en derde overloop 3C naar een opvangbak ! 18, alwaar een derde afvoermiddel of afvoerband 19 is voorzien. Deze afvoerband 19 zal het circulerende water laten passeren en het restmateriaal, dat tevens nog enkele te kleine leliebollen kan bevatten, 15 afvoeren naar een opvangeenheid voor restmateriaal. Voorts is de bloembollensorteerinrichting 1 voorzien van een waterterugvoer 20 tussen * de opvangbak 18 en de wateraanvoertrechter 2 zodat het water kan worden gecirculeerd. In de waterterugvoer 20 is een schroefpomp 22 voorzien voor het aandrijven van het water en tevens een terugslagklep 21 ter voorkoming 20 van het terugstromen van water 25, bijvoorbeeld bij stilstand van de pomp 22. Voorts zijn afvoeren 23 voorzien bij de trechter 2 en de opvangbak 18 voor bijvoorbeeld het reinigen van de inrichting 1 en/of afvoeren van bezonken materiaal. In een uitvoeringsvorm is een dergelijke afvoer 23 voorzien van een zandscheider, bijvoorbeeld zoals bekend uit Europese 25 octrooiaanvrage EP 0 715 815 Al. Hiermee wordt op voordelige wijze tegengegaan dat de trechter 2, opvangbak 18 of de terugvoer verstopt zou raken. Een dergelijke zandscheider kan zowel handmatig als mechanisch, bijvoorbeeld middels hydraulica, worden aangestuurd.
Een inrichting en tevens werkwijze voor het in circulatie houden van 30 water is op zichzelf reeds bekend uit de octrooiaanvrage NL 9301204, 7 waarin een wasinrichting en werkwijze voor het milieubewust wassen van aardappelen en dergelijke knolgewasssen wordt besproken, doch daarbij is van sorteren geen sprake. Het gebruik van water bij het sorteren bollen en knollen zoals lelies volgens de uitvoeringsvorm levert op verassende wijze 5 bijzondere voordelen op, mede door het laten rondpompen van het water.
In figuur 2 is een uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding schematisch getoond, waarbij leliebollen 24 in aanvoermiddel 2 ofwel aanvoertrechter 2 worden aangevoerd, bijvoorbeeld met behulp van lopende band 27. Voor het sorteren en uiteindelijk voor de verkoop is het voordelig 10 als de wortels 28 per lelie 24 zijn ontstrengeld van andere wortels 28, andere leliebollen 24 en/of restmateriaal. Het uit elkaar halen van de wortels 28 en de leliebollen 24, of het verwijderen van ander materiaal uit de wortels 28 zal spoedig leiden tot nadelige beschadiging van de wortels 28 en/of de leliebollen 24. Verrassenderwijs is gebleken dat de stroming en/of 15 turbulentie van het water 25 in de aanvoertrechter 2, geïllustreerd door pijlen 26, een groot deel van de wortels 28 op zeer voordelige wijze wordt * ontstrengeld. Hiermee kunnen de bollen 24 separaat aan de eerste zeefmiddelen 9A worden aangeboden. Het water zal in de meeste gevallen de leliebollen 24 en/of wortels 28 nauwelijks beschadigen. Tegelijkertijd 20 ondergaan de leliebollen 24 en/of wortels 28 een spoeling, waarmee ze op gunstige wijze tevens schoner worden gemaakt. De aanvoertrechter 2 vervult naast het ontstrengelen en schoonmaken tevens de functie van het gespreid aanvoeren van de leliebollen 24 aan de eerste zeefmiddelen 4A, waarmee ter plaatse op gunstige wijze meerdere functies zijn verenigd.
25 De te sorteren leliebollen 24 worden in de wateraanvoertrechter 2 gevoerd zodat ze met het water 25 via de eerste overloop 3A aan de eerste zeefmiddelen 4A worden gevoerd. Een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de eerste en tweede zeefmiddelen 4A, 4B is i schematisch getoond in figuur 3. In de figuur is tevens een 30 waterstroomrichting 26 illustratief weergegeven met pijlen 26. De eerste ' i 8 zeefmiddelen 4A zijn voorzien van in hoofdzaak evenwijdige eerste rollen 9A en tevens niet-getoonde aandrijfmiddelen voor het draaien van deze rollen 9A. Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend en wordt bijvoorbeeld geleverd door Bercomex B.V.
5 De afstand tussen de rollen 9 volgens een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt zodanig gekozen dat doorlaatopeningen worden gevormd waarmee bol en/of knolgewassen van bepaalde diameters kunnen worden gesorteerd. Het is zeer gunstig indien naast elkaar gelegen rollen 9 gelijke draairichtingen 29 hebben, zoals schematisch is weergegeven in figuur 4. In 10 een voorbeeldsuitvoeringsvorm die niet beperkend moet worden uitgelegd roteren de rollen 9 bijvoorbeeld sequentieel twee keer ongeveer 2.5 seconden linksom en twee keer ongeveer 2.5 seconden rechtsom, enz. Hiermee wordt op voordelige wijze voorkomen dat leliebollen 24 tussen de rollen zouden blijven zitten en/of dat de rollen langs de leliebollen 24 schuren. Onder 15 invloed van de zwaartekracht, de beweging van de rollen 9 en mede geholpen door het stromende water 25 en/of trilinrichtingen 13, zullen de 8 leliebollen 24 ongeveer onder een vooraf gekozen diameter worden doorgelaten.
In figuur 3 is een illustratief aantal eerste en tweede rollen 9A, 9B 20 weergegeven. Tussen de eerste rollen 9A zijn eerste doorlaatopeningen 10A voorzien met een breedte dA tussen de eerste rollen 9A, haaks op de lengteassen X-X daarvan. Daarmee laten de eerste zeefmiddelen 4A leliebollen 24 door die in hoofdzaak ongeveer een even grote of kleinere diameter hebben dan ongeveer dA, zoals illustratief is getoond in figuur 5. 25 De eerste zeefmiddelen 4A sorteren daarmee leliebollen 24 met ongeveer een diameter die groter is dan of ongeveer gelijk is aan dA. De eerste zeefmiddelen 4A worden opgevolgd door de tweede zeefmiddelen 4B voor het op ongeveer dezelfde wijze sorteren van leliebollen 24 die een diameter hebben die kleiner is dan dA en groter is dan, of ongeveer gelijk is aan, dB. 30 Hierbij is het voordelig, als het totale oppervlak van de tweede 9 doorlaatopeningen 10B ongeveer gelijk of groter is dan het totale van de eerste doorlaatopeningen 10A, zodat het water 25 niet geremd wordt door te kleine doorlaatopeningen. Het gezamenlijke oppervlak van de | doorlaatopeningen voor de zeefmiddelen 4 is hierbij (Σ dl, d2, ... dn) * L, 5 waarbij n = het aantal doorlaatopeningen, L = LA en d=dA voor de eerste doorlaatopeningen 10A, en L = LB en d=dB voor de tweede doorlaatopeningen 10B.
Bij de zeefmiddelen 4 heeft het circulerende water 25 een duwende i | kracht voor zowel de gesorteerde leliebollen 24 als de door te laten i 10 leliebollen 24, zoals te zien in figuur 6. Vanaf de eerste overloop 3A stoomt het water respectievelijk langs tenminste een deel van de eerste zeefmiddelen 4A, door de eerste doorlaatopeningen 10A, langs de eerste onderafvoer 7A, langs tenminste een deel van de tweede zeefmiddelen 4B, door de tweede doorlaatopeningen 10B, langs de tweede onderafvoer 7B in 15 opvangbak 18 en zal het uiteindelijk weer worden teruggevoerd naar de invoertrechter 2. Bij de eerste en/of tweede zeefmiddelen 4A, 4B kunnen de • doorlaatopeningen 10 en de snelheid van het water 25 dusdanig ten opzichte van elkaar worden afgesteld dat de leliebollen 24 door het water 25 worden geduwd tot aan afvoermiddelen 6, waarbij het water 25 tevens met behulp 20 van zwaartekracht langs de doorlaatopeningen 10 zal stromen en op gunstige wijze de leliebollen 24 met een kleinere diameter dan ongeveer dA, dB langs de doorlaatopeningen 10 zal meenemen. Indien gewenst kan de stroming van het water 25 dusdanig zijn dat de leliebollen 24 door de doorlaatopeningen 10 kunnen worden geforceerd, waarmee nog betere 25 controle over het sorteerproces kan worden bereikt. Het water 25 zorgt tevens op voordelige wijze voor het nathouden van zowel de inrichting 1 als de bollen 24, waarmee nadelig drogen wordt voorkomen. Zowel zeefmiddelen 9 als bollen 24 worden op deze voordelige wijze glad gehouden voor het gemakkelijker doorlaten van de bollen.
10
De watertoevoer 8 vult extra water aan, waarmee bijvoorbeeld laatste door te laten leliebollen 24 eventueel nog een duw krijgen en worden doorgelaten. Het is bijvoorbeeld gunstig de toevoer 8 boven tenminste één van de zeefmiddelen 4 te plaatsen. Tevens maakt de toevoer 8 de leliebollen 5 24 additioneel schoon. Via de doorlaatopeningen 10 zal het water 25 langs de onderafvoermiddelen 7 verder stromen en de doorgelaten leliebollen 24 en/of restmateriaal meenemen naar de onderafvoermiddelen 6 en/of de afvoerband 19.
Gesorteerde leliebollen 24 met een diameter die ongeveer gelijk of 10 groter is dan dA worden langs de zeefmiddelen 4A getransporteerd richting de eerste achterafvoermiddelen 6A, tweede gesorteerde leliebollen 24 met een diameter die ongeveer gelijk of kleiner is dan dA en ongeveer gelijk of groter is dan dB worden langs de zeefmiddelen 4B getransporteerd richting de tweede achterafvoermiddelen 6B. Op dergelijke wijze kunnen eventueel 15 derde, vierde, en eventueel nog meer zeefmiddelen 4 zijn voorzien voor het sorteren van leliebollen 24 met verschillende diameters.
* De afvoerband 19 is in principe ingericht voor het afvoeren van restmateriaal en is na de laatste zeefmiddelen 4 opgesteld, onder en/of achter de laatste onderafvoermiddelen 7. Het moge duidelijk zijn dat de 20 afvoerband 19 ook geschikt is voor het afvoeren van leliebollen 24. De afvoerband 19 is op gunstige wijze waterdoorlatend voor circulerend water 25 en vangt restmateriaal op, dat op voordelige wijze wordt afgevoerd. Hiermee wordt op voordelige wijze voorkomen dat werkonderbrekingen zouden moeten plaatsvinden of dat de opvangbak 18 verstopt raakt en de 25 watercirculatie zou stoppen. Het restmateriaal bestaat bijvoorbeeld uit zand, delen van de leliebollen 24, te kleine leliebollen 24, etc. Eventueel wordt het restmateriaal weer opnieuw in de aanvoertrechter gestort, bijvoorbeeld met opnieuw ingestelde doorlaatopeningen, kleinere, 10A, 10B.
In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm neemt, ten gunste van het 30 doorvoeren van de leliebollen 24 en het water 25, de sorteerinrichting 1 in 11 hoogte af in de richting van het stromende water 25. Het water 25 stroomt daarbij in principe naar beneden vanaf de relatief hooggelegen derde overloop 3A van de trechter 2 naar de lager gelegen eerste zeefmiddelen 4A, de nog lager gelegen tweede zeefmiddelen 4B en de nóg lager gelegen 5 bovenrand van opvangbak 18. De rollen van de zeefmiddelen 4 zijn tevens onder een helling opgesteld om de doorstroom van leliebollen 24 en het water 25 te bevorderen, of tenminste niet al te zeer te remmen.
Binnen het raamwerk van de uitvinding is het uiteraard mogelijk dat meer dan twee opeenvolgende zeefmiddelen 4A, 4B, enz. worden toegepast, 10 bijvoorbeeld derde en/of vierde zeefmiddelen 4, of meer, zoals schematisch is weergegeven in figuur 8.
Het is tevens mogelijk dat slechts eerste zeefmiddelen 4A met doorlaatopeningen van één grootte worden toegepast, zoals te zien in figuur 9, voor het sorteren van slechts één bolgrootte. Tevens kunnen de 15 zeefmiddelen 4 na een eerste sorteerronde met een andere diameter worden ingesteld, bijvoorbeeld voor het in een tweede sorteerronde aanvoeren van 8 afgevoerd restmateriaal waaruit tweede bollen 24 met een tweede kleinere bolgrootte kunnen worden geselecteerd. In weer een andere uitvoeringsvorm zijn slechts eerste zeefmiddelen 9A ingericht zoals is te zien in 20 bovenaanzicht in figuur 10A, echter met een variabele doorlaatopening dCl, dC2, waarbij de doorlaatopening dC, dC2 in de richting van de waterstroom 26 toeneemt. Onderafvoermiddelen 7A1, 7A2, 7A3 voeren bijvoorbeeld respectievelijk restmateriaal, eerste bollen en tweede bollen 24 af, waarbij achterafvoermiddelen derde (grootste) bollen 24 afvoeren, zoals schematisch 25 is weergegeven in zijaanzicht in figuur 10B. Met slechts eerste zeefiniddelen 9A kunnen derhalve meerdere bollen 24 met verschillende diameters worden geselecteerd.
In figuur 8 is te zien dat de zeefiniddelen 4 bijvoorbeeld op een zo gunstig mogelijke hoek α ten opzichte van een horizontale h kunnen worden 30 opgesteld. In een gunstige uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is i 12 i het gunstig indien de inrichting 1 over het algemeen naar beneden stroomt, aangezien in dit geval de zwaartekracht kan bijdragen aan het stromen van het water 25 en aan het bewegen van de bollen of knollen 24. Het is echter niet noodzakelijk. Het kan bijvoorbeeld ook zijn dat de zeefmiddelen 4 na 5 elkaar onder een zodanige hoek α zijn opgesteld dat het oppervlak van de zeefmiddelen 4 in stromingsrichting oploopt, bijvoorbeeld zodat de zeefmiddelen 4 ongeveer dezelfde gemiddelde hoogte hebben, hetgeen voordelig kan zijn om het te overbruggen hoogteverschil te beperken. Eerste zeefiniddelen 4A zouden anders wellicht te hoog moeten worden geplaatst.
10 De bollen of knollen 24 worden langs de zeefiniddelen 4 omhoog bewogen, zoals is te zien in de schematisch aangegeven voorbeeldsuitvoeringsvorm van figuur 8. Hierbij stroomt het water 25 bijvoorbeeld in ongeveer horizontale richting 26 door de zeefiniddelen 4. Tevens kunnen dergelijke omhooghellende zeefmiddelen 4 hierbij een gunstig remmend effect hebben 15 op het water 25. Dit kan bijvoorbeeld gunstig zijn bij een erg sterke waterstroom. Bij andere uitvoeringsvormen zullen de hellingen van de * zeefmiddelen 4 onderling verschillen, bijvoorbeeld voor het regelen van de snelheid van het water 25 en/of de bollen of knollen 24, of het controleren van de hoogte van de inrichting 1.
20 In een alternatieve uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding zijn de zeefmiddelen 4 voorzien van een spijlenband 109. Deze uitvoeringsvorm is getoond in figuur 12. Deze spijlenband 109 strekt zich bijvoorbeeld ongeveer dwars uit ten opzichte van de waterstroomrichting 26. In de getoonde uitvoeringsvorm heeft een eerste spijlenband 109 eerste 25 doorlaatopeningen 110A van bijvoorbeeld ongeveer 23 mm en een tweede spijlenband 109B tweede doorlaatopeningen 110B van bijvoorbeeld ongeveer 10mm. De spijlenbanden 109A, 109B hebben bijvoorbeeld een breedte B van ongeveer 800 tot 1600 mm. Een restafvalafvoerband 119 met spijlen heeft doorlaatopeningen HOC van bijvoorbeeld ongeveer 5mm. De afvoerrichting 30 34 van de spijlenbanden 109, 119 is aangegeven met pijlen 34. In deze 13 uitvoeringsvorm worden de bollen 24 met water 25 aangevoerd op de spijlenband 109 en door de doorlaatopeningen 110 geduwd met behulp van het water 25. Het is hierbij voordelig indien de overloop 3 een schuine afsnijding 33 omvat voor het op de spijlenband 109 aanvoeren van de bollen 5 24. Dit is om tegen te gaan dat bollen 24 die niet worden doorgelaten een opstopping veroorzaken op de spijlenband 109 bij een zijde 35 van de ! overloop 3, zodat doorlaatopeningen 10 mogelijk worden geblokkeerd.
Tevens is het bijvoorbeeld mogelijk, in plaats van de schuine afsnijding 33 de spijlenband 109 schuin te plaatsen ten opzichte van de 10 waterstroomrichting 26. Niet-doorgelaten bollen 24 worden op gunstige wijze afgevoerd middels de spijlenband 109 zodat aparte afvoermiddelen 6 in principe niet nodig zijn voor het afvoeren van de bollen 24. Zoals is te zien in figuur 13 zal het water 25 met doorgelaten restmateriaal (en doorgelaten bollen 24) in principe in de onderafvoermiddelen 7 belanden, waarmee het 15 in de waterstroom naar de tweede zeefmiddelen 109B of de opvangbak 18 wordt getransporteerd.
In nog een alternatieve uitvoeringsvorm (figuur 14A en 14B) omvatten de zeefmiddelen 4 spiraalvormige rollen 209, zodat niet-doorgelaten bollen 24 worden voortbewogen door de draaiende rollen 209.
20 Hierbij is het van belang dat de doorlaatopening 10 ongeveer gelijk is langs en tussen de rollen 209 voor het doorlaten van bollen 24 met ongeveer gelijke diameter. Daartoe zijn dit type rollen 209 tijdens gebruik bij voorkeur op ongeveer gelijke wijze georiënteerd. In nog een dergelijke uitvoeringsvorm omvatten de zeefmiddelen 4 gewikkelde rollen 309 met 25 daaromheen een afgeronde spiraalvormige wikkeling 37, die in principe dezelfde functie vervullen als de spiraalvormige rollen. Met de spiraalvormige elementen 209, 37 kan in principe op voordelige wijze zonder een trilinrichting 13 of hellend zeefvlak worden gesorteerd en getransporteerd. Hierbij is het voordelig indien de rollen 209 en/of 30 wikkelingen 37 glad zijn uitgevoerd zodat de bollen 24 eenvoudig langs de 14 draaiende rollen 209, 309 glijden. Onder glad dient in deze tenminste doch niet uitsluitend te worden verstaan dat een vloeiend oppervlak is voorzien zonder scherpe overgangen.
In plaats van rollen 9 of spijlen 109 kunnen elipsvormen of 5 afgeronde bovenvormen bijvoorbeeld tevens geschikt zijn voor de zeefmiddelen, zoals bijvoorbeeld getoond in figuur 7. Het is niet noodzakelijk voor de uitvinding dat de onderdelen van de zeefmiddelen bij gebruik draaien, hoewel daaraan wel de voorkeur wordt gegeven. De rollen 9 of afgeronde bovenvormen kunnen in principe ook stilstaan of bijvoorbeeld 10 slechts trillen.
Nog een gunstig effect van toepassing van een waterstroom volgens de uitvinding is dat de wortels 28 van de bollen 24 die niet worden doorgelaten door de betreffende openingen 10, indien aanwezig, veelal door de doorlaatopeningen 10 komen te hangen, mede doordat het water 25 15 tevens in die richting 26 door de openingen 10 stroomt (zie figuur 15A). Derhalve is een voordelige uitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding voorzien van snijmiddelen 36 aan de onderzijde van de zeefmiddelen 4. Hiermee worden te lange wortels 28 van de niet-doorgelaten bollen 24 afgesneden. Bij voorkeur zijn de snijmiddelen 36 voorzien aan de 20 achterzijde 11 van de zeefmiddelen 4, zodat vóór de snijmiddelen 36 te kleine bollen 24 en restmateriaal reeds door de doorlaatopeningen 10 zijn gelaten. Bijvoorbeeld bij de hierboven beschreven uitvoeringsvorm met spijlenbanden 109 zullen de snijmiddelen 36 meer bij de zijde 35 zijn voorzien aan de onderzijde van de spijlenband 109. Deze afsnijdfunctie is 25 vanwege de waterstroom op voordelige wijze toepasbaar in een inrichting 1 volgens de uitvinding. Aparte inrichtingen voor het snijden en transport daarheen worden met deze voordelige uitvoeringsvorm bespaard. De snijmiddelen 36 kunnen bijvoorbeeld één of meer scharen of roterende of translerende messen omvatten, bijvoorbeeld hydraulisch, pneumatisch of 30 elektrisch bediend.
15
Uiteraard kunnen onderdelen van de sorteerinrichting 1 zoals bijvoorbeeld hellingshoeken, water, diameters, zeefmiddelen, rollen, af-, toe-en/of aanvoermiddelen, waterstroomrichtingen etc. op gunstige wijze worden aangepast, bij gesteld, gevuld en/of verwisseld in aantallen, 5 instellingen, soort en/of hoeveelheden etc. Hiermee is de inrichting 1 instelbaar volgens de mogelijk verschillende eisen van verschillende gebruikers.
In nog een uitvoeringsvorm is in plaats van aanvoertrechter 2 voorzien in een bovenaanvoer die van bovenaf water 25 aanvoert op de 10 zeefmiddelen 4. Hierbij zou bijvoorbeeld het water 25 tevens kunnen circuleren waarbij de terugvoer 20 water 25 vanaf de opvangbak 18 naar boven geleidt naar de bovenwateraanvoer.
Zoals getoond in figuur 16 is in nog een uitvoeringsvorm de sorteerinrichting 1 volgens de uitvinding voorzien van koppelmiddelen 39 15 voor koppeling met bepaalde vervoermiddelen, zoals een tractor, of een koppeling voor een trekhaak van een auto, etc. Voorts is de sorteerinrichting ' 1 bij voorkeur voorzien van wielen 40, zodat de inrichting ondanks de grootte, het gewicht en de permanente aard van de installatie van een dergelijke inrichting 1 relatief eenvoudig kan worden verplaatst.
20 Het is tevens voordelig indien de schroefpomp 22 nabij de opvangbak 18 is geplaatst, zoals is getoond in figuur 16. Dit is bijvoorbeeld gunstig voor de modulariteit van de sorteerinrichting 1. De pomp 22 hoeft bijvoorbeeld niet te worden losgemaakt bij het modulair verlengen van de waterterugvoer 20. Indien het aantal zeefmiddelen 4 wordt vergroot, 25 bijvoorbeeld indien naast reeds aanwezige eerste zeefmiddelen 4A tweede zeefmiddelen 4B worden tussengevoegd, wordt de waterterugvoer 20 bijvoorbeeld verlengd met een tussenstuk 41. Dit is van boven naar beneden in stappen geïllustreerd in figuur 17, waarbij voor de duidelijkheid de zeefmiddelen 4 en toebehoren zijn weggelaten, zodat slechts de 30 watercirulatieinrichting is weergegeven, omvattende bestanddelen als de 16 schroefpomp 22, de wateraanvoertrechter 2, de opvangbak 18, de terugslagklep 21, de waterterugvoer 20.
De plaatsing van de pomp 22 nabij de opvangbak 18 heeft tevens tot gevolg dat een kortere aanzuigleiding ontstaat, de pomp hoeft immers 5 over een kortere lengte water aan te zuigen dan wanneer de pomp 22 dichter bij de trechter 2 is geplaatst. Hierdoor ontstaat minder cavitatie, hetgeen gunstig is voor de levensduur en het functioneren van de pomp 22. De pomp 22 is bij voorkeur zodanig geplaatst, dat de schroef van de pomp 22 zich ongeveer ter plaatse van de overgang van de opvangbak 18 en de 10 waterterugvoerpijp 20 bevindt. Het moge voorts duidelijk zijn dat deze plaatsing van de pomp 22, vanuit stromingsrichting gezien nabij het begin van de waterterugvoer 20, gunstig kan zijn voor elke watercirculatieinrichting en dat dit niet slechts geldt voor de bollensorteerder 1.
15 Zoals reeds besproken neemt de grootte van de doorlaatopeningen 10A, 10B, IOC, etc. in principe af voor het uitsorteren van steeds kleinere 4 producten. Daarmee is het gunstig de breedte van de zeefmiddelen 4A, 4B, 4C, etc. te laten toenemen, zoals getoond in figuur 18. Immers neemt bij een gelijke lengte van de zeefmiddelen 4A, 4B, 4C, etc. het doorlaatoppervlak, 20 oftewel de optelsom van de doorlaatopeningen 10A, 10B, 10C, etc., per oppervlakte eenheid van de zeefmiddelen af. Indien het doorlaatoppervlak afneemt moet het doorstromende water door kleinere openingen stromen. Voor de doorstroom van het water is het voordelig het doorlaatoppervlak van de opeenvolgende zeefmiddelen 4 ongeveer gelijk te houden. Daartoe 25 worden in een uitvoeringvorm de zeefmiddelen 4 verbreed door méér rollen 9 toe te passen, waarmee het aantal doorlaatopeningen 10 toeneemt en het doorlaatoppervlak ongeveer gelijk blijft.
In principe kan tevens de lengte van de zeefmiddelen 4 worden aangepast voor het ongeveer gelijk maken van het doorlaatoppervlak. Het 30 heeft echter in eerste instantie de voorkeur de breedte van de zeefmiddelen 17 4 aan te passen zodat de lengte van de zeefmiddelen 4 gelijk kan blijven hetgeen voordelig is voor de modulariteit, bijvoorbeeld in verband met de lengte van de tussenstukken 41 en/of de lengte van de inrichting 1. In nog een uitvoeringsvorm kan tevens de diameter van de rollen 9 worden 5 aangepast om een gunstiger doorlaatoppervlak ten behoeve van de doorstroom van water te verkrijgen.
Verassenderwijs is een uitvoeringsvorm waarbij geen trilinrichtingen 13 bij de zeefmiddelen 4 zijn voorzien voordelig gebleken. Daartoe is deze uitvoeringsvorm voorzien van nagenoeg trillingsloze zeefmiddelen 4 met 10 rollen 9. Deze uitvoeringsvorm is relatief goedkoop, bijvoorbeeld aangezien de constructie van de sorteerinrichting 1 zonder of met relatief weinig trillingen 13 tenminste plaatselijk aan minder slijtage onderhevig is. In het bijzonder in combinatie met de watercirculatieinrichting in de bolsorteerder 1 zijn trillingsloze zeefmiddelen 4 voordelig gebleken, echter kunnen deze 15 ook op zichzelf met andere soorten sorteerinrichtingen of landbouwinrichtingen worden geïntegreerd. Uiteraard kunnen bij elk van ' de getoonde uitvoeringsvormen de trillingsinrichtingen 13 worden weggelaten.
In een uitvoeringsvorm zijn de rollen 9 slechts nabij een in 20 stromingsrichting gezien voorliggende voorzijde 43, tegenover de achterzijde 11, voorzien van tenminste één lager 42. Een dergelijke uitvoeringsvorm is weergegeven in figuur 19. Deze uitvoeringsvorm is uitermate geschikt in combinatie met de trillingsloze zeefmiddelen 4, aangezien is gebleken dat hierbij lagering aan beide uiteinden in principe niet meer nodig is. Met de 25 lagering 42 aan de voorzijde 43 wordt vermeden dat de waterstroom langs de lagers 42 stroomt. Het water stroomt over de overloop 3, waarbij de lagers 42 zich ónder de overloop 3 bevinden en zodoende vermeden wordt dat het water in contact komt met de lagers 42. Dit levert relatief goedkope en onderhoudsarme zeefinrichtingen 4 op. Met behulp van toepassing van 30 stevige rollen 9, bijvoorbeeld van staal, en een geschikte rolophanging 44, 18 kunnen de rollen 9 aan het andere uiteinde, bijvoorbeeld bij de achterzijde 11, vrij hangen. Tevens wordt indien de lagers 42 slechts aan de voorzijde 43 zijn aangebracht voorkomen dat ongewenste delen, zoals bijvoorbeeld j leliewortels, tussen achterste lagers 42 blijven hangen. De lagering 42 nabij j 5 één uiteinde van de rollen 9 kan tevens gunstig zijn voor typen zeefinrichtingen 4 zónder watercirculatieinrichting.
Uiteraard zijn meerdere uitvoeringsvormen en meerdere toepassingen mogelijk binnen het raamwerk van de uitvinding. Zo is een sorteerinrichting volgens de uitvinding geschikt voor meerdere soorten 10 agrarische producten, naast bloembollen, zoals leliebollen, kan men daarbij denken aan bolgewassen en/of knolgewassen en/of gelijkgevormde gewassen in het algemeen. Illustratieve voorbeelden van geschikte knolgewassen zijn bijvoorbeeld aardappels, wortels etc. Genoemde aspecten kunnen zowel afzonderlijk als in combinatie worden toegepast. Deze en vele vergelijkbare 15 variaties, evenals combinaties daarvan, worden geacht binnen het door de conclusies geschetste raam van de uitvinding te vallen.
1031590
Claims (28)
1. Sorteerinrichting voor bol- en/of knolgewassen, voorzien van eerste zeefmiddelen die zijn voorzien van eerste doorlaatopeningen, waarbij eerste zeefiniddelen zijn voorzien van onderafvoermiddelen aan de onderzijde van de eerste zeefiniddelen, waarbij watertransportmiddelen zijn voorzien voor 5 het tijdens gebruik over en/of door de eerste zeefiniddelen voeren van de bol-en/of knolgewassen, in de richting van tenminste de onderafvoermiddelen.
2. Sorteerinrichting volgens conclusie 1, waarbij tweede zeefiniddelen zijn voorzien met tweede doorlaatopeningen die in tenminste één richting smaller zijn dan de eerste doorlaatopeningen.
3. Sorteerinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij een wateropvang en wateraandrijfmiddelen zijn voorzien voor het circuleren van het water.
4. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de watertransportmiddelen een bak omvatten, voor het aanvoeren van ' water en/of de gewassen aan de eerste zeefmiddelen.
5. Sorteerinrichting volgens conclusie 4, waarbij de bak een trechter omvat.
6. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zeefiniddelen in hoofdzaak evenwijdige rollen omvatten.
7. Sorteerinrichting volgens conclusie 6, waarbij de zeefmiddelen zijn 20 voorzien van aandrijfiniddelen voor het aandrijven van de rollen in een gelijke richting.
8. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij meerdere zeefmiddelen zijn voorzien met in waterstroomrichting in tenminste één afmeting, in het bijzonder in breedte, afnemende 25 doorlaatopeningen voor het sorteren van bol- en/of knolgewassen. 1031590
9. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de sorteer inrichting is voorzien van achterafvoermiddelen aan een achterzijde van de zeefmiddelen.
10. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 5 de zeefmiddelen een ten opzichte van elkaar ongeveer gelijk oppervlak van de doorlaatopeningen hebben.
11. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij een watertoevoer is voorzien.
12. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij 10 restmateriaalafvoermiddelen zijn voorzien aan tenminste de onderzijde en/of achterzijde van achterste onderafvoermiddelen.
13. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij snijmiddelen zijn voorzien bij tenminste de onderzijde van de zeefmiddelen, bij voorkeur bij de achterzijde van de zeefmiddelen.
14. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zeefmiddelen een spijlenband omvatten.
’ 15. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de zeefmiddelen draaibare, in hoofdzaak evenwijdige, spiraalvormen omvatten.
16. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij wielen en/of koppelmiddelen zijn voorzien voor koppeling met vervoersmiddelen.
17. Sorteerinrichting volgens conclusie 3, waarbij de wateraandrijfmiddelen nabij de wateropvang zijn voorzien.
18. Sorteerinrichting volgens conclusie 17, waarbij een schroef van de wateraandrijfmiddelen vanuit stromingsrichting gezien ongeveer in of nabij het einde van de wateropvang is voorzien.
19. Sorteerinrichting volgens conclusie 6, waarbij slechts nabij één uiteinde van een rol tenminste één lager is voorzien.
20. Sorteerinrichting volgens conclusie 10, waarbij bij zeefmiddelen . met een kleinere breedte van de doorlaatopeningen dan de breedte van de doorlaatopeningen van andere zeefmiddelen, meer doorlaatopeningen zijn ! voorzien dan bij de andere zeefmiddelen.
21. Sorteerinrichting volgens een der voorgaande conclusies, waarbij nagenoeg trillingsloze zeefmiddelen zijn voorzien.
22. Werkwijze voor het sorteren van bol- en/of knolgewassen, waarbij de bol- en/of knolgewassen met behulp van stromend water worden getransporteerd en met zeefmiddelen worden gezeefd en waarbij een eerste 10 deel van de bol- en/of knolgewassen langs een bovenzijde van de zeefmiddelen wordt afgevoerd en een tweede deel van de bol- en/of knolgewassen door de zeefmiddelen wordt gevoerd.
23. Werkwijze volgens conclusie 22, waarbij een deel van genoemd tweede deel van de bol- en/of knolgewassen door tweede zeefmiddelen wordt 15 gevoerd met behulp van het stromend water.
24. Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, waarbij restmateriaal door de * eerste en/of tweede zeefmiddelen wordt gevoerd met behulp van het stromend water.
25. Werkwijze volgens een der conclusies 22 - 24, waarbij de bol- en/of 20 knolgewassen met behulp van het stromend water worden aangevoerd.
26. Werkwijze volgens een der conclusies 22 - 25, waarbij het stromend water wordt rondgepompt.
27. Werkwijze volgens een der conclusies 22 - 26, waarbij restmateriaal continu wordt afgevoerd.
28. Werkwijze volgens een der conclusies 22 - 27, waarbij wortels van de bol- en/of knolgewassen vlak na en/of tijdens het zeven worden afgesneden. 1031590
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1031590A NL1031590C2 (nl) | 2005-12-20 | 2006-04-13 | Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. |
Applications Claiming Priority (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1030714A NL1030714C1 (nl) | 2005-12-20 | 2005-12-20 | Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. |
NL1030714 | 2005-12-20 | ||
NL1031590A NL1031590C2 (nl) | 2005-12-20 | 2006-04-13 | Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. |
NL1031590 | 2006-04-13 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1031590C2 true NL1031590C2 (nl) | 2007-06-21 |
Family
ID=38293082
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1031590A NL1031590C2 (nl) | 2005-12-20 | 2006-04-13 | Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1031590C2 (nl) |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2012106055A1 (en) * | 2011-01-31 | 2012-08-09 | Laitram, L.L.C. | Grader |
CN107282393A (zh) * | 2017-07-19 | 2017-10-24 | 深圳诺智研机械研究设计有限公司 | 一种水果加工用分选装置 |
CN109772711A (zh) * | 2019-03-14 | 2019-05-21 | 汇美农业科技有限公司 | 一种减少破损的橘子罐头加工用分级装置 |
Citations (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2536471A (en) * | 1946-12-31 | 1951-01-02 | American Machinery Corp | Vertically reciprocating sifting chute |
DE3116699A1 (de) * | 1981-04-28 | 1982-11-11 | Niko Konserven-Maschinenfabrik Hinsbeck Gmbh & Co Kg, 4054 Nettetal | Vorrichtung zum klassieren von obst oder gemuese |
US4416334A (en) * | 1982-09-28 | 1983-11-22 | Bouillon Alain M | Potato harvesting apparatus |
US4552262A (en) * | 1982-01-19 | 1985-11-12 | Kabushiki Kaisha Ishida Koki Seisakusho | Article feeding apparatus |
FR2605190A1 (fr) * | 1986-10-17 | 1988-04-22 | Briand Joel | Machine polyvalente pour le lavage de legumes |
GB2252742A (en) * | 1991-02-14 | 1992-08-19 | Ind Tech Res Inst | A sorting device for shell fishes |
US5219078A (en) * | 1990-12-11 | 1993-06-15 | The Read Corporation | Material separating and sizing apparatus with vibrating rods and method |
EP0715815A1 (en) * | 1994-11-08 | 1996-06-12 | Konstruktie- en Machinebouw van Dijke Zeeland B.V. | Apparatus and method for washing potatoes and like tuberous plants |
WO1998049892A1 (en) * | 1997-05-05 | 1998-11-12 | Diat Development Aps | Method and apparatus for grading fish according to size |
EP1570919A1 (de) * | 2004-03-02 | 2005-09-07 | Anlagenbau Günther GmbH | Vorrichtung zum Sortieren von im Wesentlichen festen Materialien |
-
2006
- 2006-04-13 NL NL1031590A patent/NL1031590C2/nl active Search and Examination
Patent Citations (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2536471A (en) * | 1946-12-31 | 1951-01-02 | American Machinery Corp | Vertically reciprocating sifting chute |
DE3116699A1 (de) * | 1981-04-28 | 1982-11-11 | Niko Konserven-Maschinenfabrik Hinsbeck Gmbh & Co Kg, 4054 Nettetal | Vorrichtung zum klassieren von obst oder gemuese |
US4552262A (en) * | 1982-01-19 | 1985-11-12 | Kabushiki Kaisha Ishida Koki Seisakusho | Article feeding apparatus |
US4416334A (en) * | 1982-09-28 | 1983-11-22 | Bouillon Alain M | Potato harvesting apparatus |
FR2605190A1 (fr) * | 1986-10-17 | 1988-04-22 | Briand Joel | Machine polyvalente pour le lavage de legumes |
US5219078A (en) * | 1990-12-11 | 1993-06-15 | The Read Corporation | Material separating and sizing apparatus with vibrating rods and method |
GB2252742A (en) * | 1991-02-14 | 1992-08-19 | Ind Tech Res Inst | A sorting device for shell fishes |
EP0715815A1 (en) * | 1994-11-08 | 1996-06-12 | Konstruktie- en Machinebouw van Dijke Zeeland B.V. | Apparatus and method for washing potatoes and like tuberous plants |
WO1998049892A1 (en) * | 1997-05-05 | 1998-11-12 | Diat Development Aps | Method and apparatus for grading fish according to size |
EP1570919A1 (de) * | 2004-03-02 | 2005-09-07 | Anlagenbau Günther GmbH | Vorrichtung zum Sortieren von im Wesentlichen festen Materialien |
Cited By (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2012106055A1 (en) * | 2011-01-31 | 2012-08-09 | Laitram, L.L.C. | Grader |
US8720695B2 (en) | 2011-01-31 | 2014-05-13 | Laitram, L.L.C. | Grader with feed trough |
CN107282393A (zh) * | 2017-07-19 | 2017-10-24 | 深圳诺智研机械研究设计有限公司 | 一种水果加工用分选装置 |
CN107282393B (zh) * | 2017-07-19 | 2019-11-01 | 浙江赫德科技有限公司 | 一种水果加工用分选装置 |
CN109772711A (zh) * | 2019-03-14 | 2019-05-21 | 汇美农业科技有限公司 | 一种减少破损的橘子罐头加工用分级装置 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US6293407B1 (en) | System for debris elimination and item separation and method of use thereof | |
US8562832B2 (en) | Three-stage slurry processing apparatus and method | |
US5300221A (en) | Filter arrangement | |
US5205686A (en) | Apparatus and method for hydraulically fed cuttings removal and collection for cutting type machine tools | |
US8557127B2 (en) | Apparatus and method for removing solid debris from slurry processing system | |
NL1031590C2 (nl) | Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. | |
DE102013003523A1 (de) | Rüttelsieb | |
DE10307416A1 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum pneumatischen Fördern von vorzugsweise Wäsche | |
DE3539233A1 (de) | Verfahren und vorrichtung zur behandlung einer aufschlaemmung | |
NL1030714C1 (nl) | Sorteerinrichting voor bol en/of knolgewassen en werkwijze voor het sorteren van bol en/of knolgewassen. | |
US7431165B1 (en) | Liquid/solids waste separator | |
DE102008037067B4 (de) | Schwingförderer mit Ultraschallreinigung | |
US2139180A (en) | Vegetable peeler | |
DE69617523T2 (de) | Verfahren und Vorrichtung zum Schälen von Garnelen | |
US4468325A (en) | Apparatus for effecting clarification of liquid provided with filter cleaning means | |
US4597865A (en) | Rotary liquid separation unit | |
JP5489231B2 (ja) | クーラント処理装置 | |
BE1014402A3 (nl) | Aardappelrooimachine. | |
DE3227670C2 (nl) | ||
DE102006037610A1 (de) | Schrägkettenförderer | |
AT504515B1 (de) | Vorrichtung zum entwässern von klärschlamm | |
JPS6299048A (ja) | チツプコンベヤ | |
US5765694A (en) | Seed cotton module handler and trash separator | |
JP2002361539A (ja) | 切粉搬出コンベヤ装置の分別回収機構 | |
KR980007950A (ko) | 참깨 자동탈립장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
ADRQ | Patents in respect of which a request for advice has been filed |
Effective date: 20170621 |
|
ADDC | Patents in respect of which a decision has been taken or a report has been made (for advice) |
Effective date: 20171205 |
|
HC | Change of name(s) of proprietor(s) |
Owner name: MECHANISATIEBEDRIJF VAN DIJKE ZEELAND B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), CHANGE OF OWNER(S) NAME; FORMER OWNER NAME: KONSTRUKTIE- EN MACHINEBOUW VAN DIJKE ZEELAND B.V. Effective date: 20210706 |