NL1029606C2 - Verpakking voor vochtige doekjes. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Verpakking voor vochtige doekjes.

BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een 5 verpakking voor vochtige doekjes, omvattende een rondom gesloten vloeistofdichte zak voorzien van een uitneemopening en afsluitmiddel en voor het repeteerbaar kunnen afsluiten van de uitneemopening.

Dergelijke verpakkingen zijn algemeen bekend in de vorm van een verpakking in de vorm van een dichte zak van een flexibele kunststof 10 voor babydoekjes . Daarbij omgeeft de verpakking een stapel babydoekjes en is aan de bovenkant van de verpakking, dat wil zeggen bij de bovenkant van de stapel babydoekjes, een gat uitgespaard waardoor achtereenvolgens babydoekjes uit de verpakking kunnen worden genomen. Over de uitsparing is een sticker aangebracht die hecht op het materiaal van de 15 vloeistofdichte zak, door middel van een hechtmiddel dat geschikt is voor het repeteerbaar wegnemen van en terug aanbrengen op de verpakking van de sticker. De sticker zorgt er, mits juist terug aangebracht, voor dat de verpakking weer vloeistofdicht kan worden afgesloten nadat een doekje is uitgenomen. De kunststof zak is voorzien van een bedrukking met 20 productinformatie en merktekens die de verkoop van het product moeten ondersteunen. Een nadeel van een dergelijke verpakking is, dat de bedrukte kunststof voor het vervaardigen van de verpakking in relatief grote hoeveelheden moet worden afgenomen om tegen acceptabele kosten een dergelijke verpakking te kunnen maken. Dit leidt tot grote voorraden, en 25 houdt het risico in dat bij wijziging van de verpakking tot grote hoeveelheden verpakkingsmateriaal die moeten worden vernietigd.

Het is daarom een doel van de onderhavige uitvinding om een verpakking te verschaffen, waarbij dit probleem wordt overwonnen, en waarbij het mogelijk is het uitgangsmateriaal van de verpakking op 30 kostenefficiënte wijze in kleinere hoeveelheden te vervaardigen of te bestellen. Dit wordt in de onderhavige uitvinding bereikt, doordat de zak 102960 6 2 is opgebouwd uit tenminste één vloeistofdichte eerste laag en een tweede laag van materiaal dat geschikt is voor het dragen van informatie. Wanneer de tweede laag tot de verpakking wordt verwerkt is die tweede laag reeds voorzien van informatie en is het in feite een laag 5 informatiedragend materiaal. Door de twee gewenste eigenschappen van j vloeistofdichtheid en het kunnen dragen van informatie te verschaffen door middel van twee afzonderlijke lagen van verschillende materialen, is het mogelijk dat het informatiedragend materiaal verhoudingsgewijs ! goedkoop en in verhoudingsgewijs kleine hoeveelheden te vervaardigen 10 en/of te bestellen. Hierdoor wordt het bovendien mogelijk om relatief kleine hoeveelheden verpakking voor bijvoorbeeld private labels of voor éénmalige acties te laten vervaardigen door slechts de informatie dragende laag te wijzigen. Wijzigingen in de verpakking komen bij vochtige doekjes regelmatig voor, bijvoorbeeld wanneer een wijziging is 15 aangebracht aan de samenstelling van de vochtige doekjes en de opgave van (schadelijke) stoffen op de verpakking moet worden aangepast. Als het vloeistofdicht materiaal in grote hoeveelheden moet worden besteld, hoeft dat geen probleem te zijn, aangezien het vloeistofdicht materiaal neutraal is vervaardigd en aldus voor andere verpakkingen kan worden 20 toegepast.

Bij voorkeur bevindt de eerste laag zich ten opzichte van de tweede laag aan de binnenkant van de verpakking. Zodoende wordt de tweede laag door de eerste laag beschermd tegen inwerking van vocht uit de vochtige doekjes.

25 Het heeft de voorkeur dat de laag van informatiedragend materiaal bedrukbaar is. Drukken is een algemeen toegepaste methode en relatief goedkoop, althans, wanneer het juiste dragermateriaal wordt toegepast. Zoals hierboven gesteld is de bedrukbare laag reeds bedrukt op het moment dat de verpakking wordt samengesteld.

30 Het heeft verder de voorkeur dat de bedrukbare laag leesbare informatie bevat. Op deze wijze kan een consument juist worden 1029606 3 geïnformeerd over dat product in de verpakking. Bedrukken is een effectieve en relatief goedkope wijze voor het aanbrengen van informatie op bijvoorbeeld verpakkingsmateriaal.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding | 5 omvat de verpakking een derde laag van doorzichtig materiaal, waarbij de j tweede laag zich tussen de eerste en de derde laag bevindt. De derde laag j kan bij voorkeur vloeistofdicht zijn uitgevoerd. Hierdoor wordt de tweede j laag omsloten door vloeistofdichte lagen en is de tweede laag aldus beschermd tegen inwerking van vloeistof van binnenuit en buitenaf.

10 Het heeft verder de voorkeur dat de eerste laag is vervaardigd van kunststof. Kunststof is een materiaal dat uitermate geschikt is voor het vervaardigen van vloeistofdichte lagen en is bovendien tegen commercieel aantrekkelijke prijs te verkrijgen.

Het heeft de voorkeur dat de eerste laag polypropyleen (PP) 15 omvat. PP beschikt over de gewenste vloeistofdichte eigenschappen en is relatief goedkoop.

Bij voorkeur omvat ten minste één van de lagen een laminaat. Hierdoor kunnen verschillende specifieke eigenschappen van verschillende materialen in de laminaatlaag worden gecombineerd.

20 Verder is bij voorkeur ten minste een deel van de lagen in hoofdzaak los over elkaar zijn gelegen. Hiermee wordt bedoeld, dat de lagen welliswaar met elkaar kunnen zijn verbonden, bijvoorbeeld aan de randen, maar dat zich tussen twee lagen een medium, zoals lucht, kan bevinden.

25 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm zijn de eerste laag en de derde laag vervaardigd van hetzelfde materiaal. Hierdoor wordt het aantal verschillende materialen geminimaliseerd.

De tweede laag omvat bij voorkeur papier. Papier is een goedkope grondstof en is zeer eenvoudig en relatief goedkoop te 30 bedrukken.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding ' 1029606 4 omvat de tweede laag een enigszins stijf materiaal. De laag van het enigszins stijf materiaal verschaft de verpakking extra stevigheid en vormvastheid, bijvoorbeeld wanneer het is gewenst dat de verpakking op een relatief smalle zijde in een verkoopschap moet kunnen worden 5 geplaatst. Karton, als een zware vorm van papier, is hiervoor bijvoorbeeld uitermate geschikt.

Het heeft verder de voorkeur dat het enigszins stijf materiaal is voorzien van vouwlijnen. Door middel van de vouwlijnen kan een gewenste vorm voor de verpakking worden ondersteund of kan aan de 10 verpakking extra draagvermogen worden verschaft.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvatten de afsluitmiddel en een flap die zich, althans in de afsluitende toestand, aan de buitenzijde van de verpakking tenminste tot voorbij de uitneemopening uitstrekt voor het repeteerbaar afsluiten van de 15 uitneemopening, waarbij de flap onlosneembaar aan buitenzijde van de zak is vastgemaakt. Met onlosneembaar wordt in deze context bedoeld, dat de flap bij normaal gebruik, bijvoorbeeld bij het vrijmaken van de uitneemopening door het wegtrekken van de flap, niet kan worden losgenomen van de rest van de verpakking. Wanneer echter buitengewone 20 krachten op de flap en/of de rest van de verpakking worden uitgeoefend zou dat uiteraard wel kunnen leiden tot het losraken van de flap. Deze maatregel kan ook afzonderlijk, dus los van de hoofdgedachte van de onderhavige uitvinding, worden toegepast en biedt een oplossing voor het probleem van bekende verpakkingen dat de losse sticker tijdens het 25 uitnemen van een vochtig doekje geheel loskomt van de verpakking en aldus dient te worden vastgehouden of tijdelijk elders op de verpakking of op een ander voorwerp moet worden geplakt. De eerste situatie belemmert de gebruiker in de mogelijkheden om de handen voor andere werkzaamheden te benutten, bijvoorbeeld het afvegen van de billen van een baby. In het 30 tweede geval bestaat het risico dat de sticker op een stoffige ondergrond wordt geplakt, waardoor stof aan de sticker hecht en de 1029606 5 hechteigenschappen van de sticker worden verminderd. Hierdoor zal de sticker de uitneemopening steeds minder goed afsluiten. Verder tast bij de bekende verpakking het vocht en/of stof van de vochtige doekjes de binnenkant van de sticker door de uitneemopening aan, althans in 5 afgesloten toestand van de verpakking. Dit effect wordt versterkt doordat de sticker in praktijk steeds anders over de uitneemopening wordt geplaatst, waardoor een relatief groot deel van het hechtoppervlak van de sticker door het vocht en/of stof van de doekjes wordt aangetast. Door de flap onlosneembaar aan de verpakking te hechten kan de flap eenvoudig 10 worden losgelaten bij het uitnemen van doekjes en dient de bevestiging bij het met de flap afsluiten van de uitneemopening als oriëntatiemiddel voor de flap, waardoor de flap steeds op min of meer dezelfde positie over de uitneemopening zal worden aangebracht. De kans op aantasting of vervuiling van de hechtlaag wordt hierdoor gereduceerd.

15 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de flap aan of nabij een zijrand van de zak bevestigd en strekt zich tot nabij een tegenovergelegen rand uit. Hierdoor kunnen hechtmiddelen, meestal lijm, bijvoorbeeld in de vorm van een hot melt, zich op relatief grote afstand van de uitneemopening bevinden, waardoor het risico dat de 20 afsluitmiddel en door het vocht worden aangetast wordt geminimaliseerd.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is de flap aan of nabij een omtreksrand daarvan voorzien van een hechtlaag van een hechtmiddel dat geschikt is voor het repeteerbaar losnemen en weer afsluiten van de uitneemopening. De hechtlaag kan natuurlijk 25 evengoed aan het bovenoppervlak van de verpakking zijn aangebracht, op de plaats waar de flap bij het dichtklappen in contact zal komen met dat bovenoppervlak. De verbinding tussen flap en de rest van de verpakking zal de flap daarbij steeds in hoofdzaak op dezelfde positie tot stand komen. Een hechtlaag voor repeterend losnemen en afsluiten is zeer 30 geschikt voor een dergelijke verpakking, omdat het repeteerbaar losnemen en weer afsluiten van de uitneemopening in de ruimte is aan een 1029606 6 verpakking voor vochtige doekjes.

Bij voorkeur omvat de verpakking een beveiligingselement dat de uitneemopening afsluit en na het ontsluiten niet meer afsluitend kan worden teruggeplaatst. Een dergelijk element wordt ook wel "tamper 5 evidence" sluiting genoemd. Hierdoor wordt het voor een koper zichtbaar gemaakt dat een verpakking nog niet, of juist wel, is geopend voorafgaand aan de aanschaf van het product. Laatstgenoemde situatie is een indicatie voor een potentiële koper om een andere verpakking te kopen die nog niet is geopend.

10 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het beveiligingselement aan de flap bevestigd, zodat de flap het beveiligingselement automatisch van de uitneemopening verwijdert zodra de flap voor de eerste maal wordt geopend. Op deze wijze wordt het beveiligingselement vanzelf verwijderd wanneer de flap voor het eerste 15 gebruik wordt geopend.

Het heeft verder de voorkeur dat in de verpakking vochtige doekjes gevouwen zijn gestapeld. Hierdoor wordt een in hoofdzaak plat vlak gegenereerd, waardoor de verpakkingen goed kunnen worden gestapeld.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding 20 zijn de doekjes zodanig in elkaar gevouwen, dat bij het uitnemen van één doekje een volgend doekje deels uit de uitneemopening wordt getrokken. Met name bij niet vochtige doekjes zijn veel variaties van vouwpatronen bekend om dit te bereiken. Zeker wanneer de flap zich tot voorbij de uitneemopening uitstrekt bestaat er geen gevaar dat het vochtige doekje 25 de hechtlaag van de flap aantast. Op deze wijze wordt de gebruiker bij het openen van de flap al direct een eerste deel van een doekje aangeboden, hetgeen het uitnemen uit de verpakking vereenvoudigt.

Hiernavolgend zal de onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van een 30 voorbeelduitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding, verwijzend naar de schetsmatige tekeningen, die slechts bij wijze van niet- 1029606 7 limitatief voorbeeld zijn opgenomen, en waarin: figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van een verpakking volgens de uitvinding; figuur 2 een doorsnede-aanzicht is van de verpakking 5 volgens het vlak II-II uit figuur 1; en figuur 3 de verpakking uit figuur 1 is, maar in gesloten toestand en staande op een smalle zijde.

Kijkend naar figuur 1 wordt een verpakking 1 voor vochtige doekjes 2 getoond, omvattende een rondom gesloten vloeistofdichte zak 3 10 met een bovenoppervlak 4 dat relatief groot is in verhouding tot de zijvlakken 5a, 5b, 6a, met een flap 7 die zich over nagenoeg het gehele boven oppervlak 4 kan uitstrekken. Op het bovenoppervlak 4 van de verpakking 1 is een hot melt 9 als hechtmiddel aangebracht en ongeveer in het midden van het bovenoppervlak 4 bevindt zich een uitneemopening 10 15 voor het uitnemen van vochtige doekjes 2. Aan de onderzijde van de flap 7 bevindt zich een deel 11 van de oorspronkelijke verpakking dat zich initieel in de uitneemopening 10 heeft bevonden.

Nu kijkend naar figuur 2 wordt een doorsnede uit de verpakking 1 uit figuur 1 getoond volgens het vlak II-II. De verpakking 1 20 is opgebouwd uit een binnenlaag 21 van polypropyleen (PP), een middenlaag 22 van papier/karton en een buitenlaag 23 van PP. De buitenranden van de PP lagen zijn aan elkaar geseald, zodat de middenlaag 22 van papier binnen een PP omhulling is opgenomen. In het papier is bij zijkant 6a een aantal vouwlijnen 24, 25, 26 aangebracht. Bij 12 is de flap 7 verbonden 25 met de rest van de verpakking. Binnen de verpakking 1 bevindt zich een stapel gevouwen doekjes 2a, 2b, 2c, 2d.....waarvan het bovenste doekje 2a door de uitneemopening 10 naar buiten steekt. Op het bovenoppervlak 4 is de hot melt 9 zichtbaar en onderaan de flap 7 bevindt zich het deel 11 van de oorspronkelijke verpakking 1 dat zich ter plaatse van de 30 uitneemopening 10 heeft bevonden.

Kijkend naar figuur 3 wordt de verpakking 1 uit 1 02960 6 8 figuren 1 en 2 weergegeven, waarbij de verpakking 1 op zijvlak 6a staat. De flap 7 is hierbij dichtgeslagen over het bovenoppervlak 4 van de vloeistofdichte zak 3 en kleeft daaraan vast als gevolg van de hot melt (9 in figuren 1, 2). Door de doorzichtige kunststof buitenlaag 23 5 (zie figuur 2) is de bedrukking op de papieren binnenlaag 22 (zie figuur 2) duidelijk zichtbaar.

De verpakking 1 voor vochtige doekjes 2 uit de figuren is vervaardigd uit drie lagen 21, 22, 23 materiaal. De middelste laag 22 van bedrukt papier wordt in de vorm van een voorgevormd vel omsloten door een 10 rondom afgesloten hoes van PP, die wordt gevormd door de binnenste 21 en de buitenste laag 23. In het papier 22 zijn door middel van perforaties (niet getoond), maar alternatief ook mogelijk door middel van rillen, vouwlijnen 24, 25, 26 voorzien. De vouwlijnen 24, 25, 26 geven de verpakking 1 in combinatie met de stijfheid van papier/karton een zekere 15 stevigheid en vormvastheid. Hierbij zijn met name de vouwlijnen 24, 25, 26 ook van belang voor het op het zijvlak 6a kunnen plaatsen van de verpakking zoals getoond in figuur 3. Dit biedt een producent de gelegenheid om een relatief groot oppervlak te benutten voor het presenteren van gegevens, bijvoorbeeld om verkoop in een schap waarin de 20 verpakkingen een op het zijvlak 6a zijn geplaatst te stimuleren.

Wanneer een gebruiker een verpakking 1, zoals bij deze voorbeelduitvoeringsvorm, heeft aangeschaft en gaat gebruiken, komt een voordeel van de relatief lange flap 7 tot uitdrukking. Doordat de flap 7 door middel van een lasnaad 12 vast met de rest van de verpakking 1 is 25 verbonden, is de lasnaad 12 in feite tevens een oriëntatiemiddel voor de flap 7. Wanneer de verpakking 1 na het uitnemen van een vochtig doekje 2a opnieuw moet worden gesloten, oriënteert de flap 7 zich als gevolg van die verbinding 12 zodanig dat hij steeds op ongeveer dezelfde wijze over het bovenoppervlak 4 valt. Omdat bovendien de hot melt 9 zich op relatief 30 grote afstand van de uitneemopening 10 bevindt, bestaat er geen of nauwelijks risico dat vocht, afkomstig van de doekjes 2, met name doekje 1029606 9 2a dat uit de uitneemopening 10 steekt, of vocht dat op andere wijze uit de uitneemopening 10 komt, de hechtlaag 9 aantast. Hierdoor is het bovendien mogelijk voor de producent om de vochtige doekjes 2a, 2b, 2c,... zodanig te stapelen dat bij het uitnemen van één doekje (in dit 5 geval 2a) een deel van een volgend doekje (in dit geval 2b) door de uitneemopening 10 wordt meegenomen en na het volledig uitnemen van doekje 2a een klein deel van doekje 2b zich door de uitneemopening 10 presenteert voor het gemakkelijk uitnemen daarvan. Bij de bekende verpakking is dat niet mogelijk, omdat een uit de uitneemopening 10 10 stekend doekje 2a de hechtlaag van de sticker kan aantasten of, wanneer het doekje ver uitsteekt, zelfs kan voorkomen dat de sticker op de uitneemopening wordt geplakt.

De verpakking 1 kan zijn vervaardigd door het met PP lagen 21, 23 omhullen van de papier laag 22 die is voorzien van een uitsparing 15 voor uitneemopening 10. Vervolgens worden de randen van de PP lagen 21, 23 aan elkaar geseald en wordt ter plaatse van de uitsparing in het papier een perforatielijn in het PP aangebracht, met daaromheen tevens een seal rand die de lagen 21 en 23 bij de uitneemopening 10 afsluit. Vervolgens wordt het vel, bestaande uit de drie lagen 21, 22, 23 in de 20 vorm gevouwen voor het vormen van de verpakking 1, waarbij een uiteinde aan een korte zijde van het vel in de richting van de korte bij het tegenovergelegen uiteinde zijde van het vel wordt omgeklapt tot ongeveer 2/3 deel van de afstand tussen dat uiteinde en het tegenovergelegen uiteinde. De over elkaar geplaatste zijranden worden vervolgens aan 25 elkaar geseald, waarna in de opening bij de flap 7 de vochtige doekjes 2 in de verpakking 1 worden geschoven. Vervolgens wordt ook de betreffende opening dichtgesealed. Daarna wordt een U-vormige lijn hechtmiddel 9 aangebracht op het bovenvlak 4 van de verpakking, waarbij de U-vormige lijn zich uitstrekt tot nabij de flap 7. Tenslotte wordt de flap 7 op het 30 bovenoppervlak 4 van verpakking 1 aangebracht en door middel van het hechtmiddel 9 afgesloten. Verder wordt de flap 7 door middel van een 1029606 10 permanent hechtmiddel (niet getoond) verbonden met het door de perforaties gedefinieerde deel 11 van het bovenoppervlak 4 van de verpakking 1, zodat dat wordt losgetrokken wanner de flap 7 voor de eerste keer van de uitneemopening wordt weggetrokken.

5 Met een dergelijke verpakking 1 en werkwijze voor het vervaardigen er is het eenvoudig de productie om te stellen naar een verpakking met een andere uiting, door slechts het vervangen van de in te voeren vellen voor de middenlaag 22 door in te voeren vellen met een andere bedrukking. De omstel kosten van een machine tijdens het 10 vervaardigen van de verpakking zijn daardoor erg laag.

Het moge duidelijk zijn dat de hierboven genoemde voorbeelduitvoeringsvorm slechts is opgenomen om de onderhavige uitvinding toe te lichten en geen enkele bewerkende invloed heeft op de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding die wordt bepaald door 15 de hiernavolgende conclusies. Zo kan de materiaal keuze anders zijn dan papier omgeven door PP.

20 1029606

Claims (20)

1. Verpakking voor vochtige doekjes, omvattende een rondom gesloten vloeistofdichte zak voorzien van een uitneemopening en 5 afsluitmiddel en voor het repeteerbaar kunnen afsluiten van de uitneemopening, met het kenmerk, dat de zak is opgebouwd uit tenminste één vloeistofdichte. eerste laag en een tweede laag van materiaal dat geschikt is voor het dragen van informatie.

2. Verpakking volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 eerste laag zich ten opzichte van de tweede laag aan de binnenkant van de verpakking bevindt.

3. Verpakking volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de laag van informatiedragend materiaal bedrukbaar is.

4. Verpakking volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de 15 laag bedrukbaar materiaal leesbare informatie omvat.

5. Verpakking volgens één der conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de verpakking een derde laag van doorzichtig materiaal omvat, waarbij de tweede laag zich tussen de eerste vloeistofdichte laag en de derde laag bevindt.

6. Verpakking volgens een der conclusies 1 tot en met 5, met het kenmerk, dat de eerste laag is vervaardigd van kunststof.

7. Verpakking volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat eerste laag polypropyleen omvat.

8. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat ten minste één van de lagen een laminaat omvat.

9. Verpakking volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de lagen in hoofdzaak los over elkaar zijn gelegen.

10. Verpakking volgens één van de conclusies 5 tot en met 9, met het kenmerk, dat de eerste laag en de derde laag zijn vervaardigd van 1029606 hetzelfde materiaal.

11. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tweede laag papier omvat.

12. Verpakking volgens een der voorgaande conclusies, met het 5 kenmerk, dat de tweede laag een enigszins stijf materiaal omvat.

13. Verpakking volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het enigszins stijf materiaal is voorzien van vouwlijnen.

14. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de afsl uitmiddel en een flap omvatten die zich, althans 10 in afsluitende toestand, aan de buitenzijde van de verpakking tenminste tot voorbij de uitneemopening uitstrekt voor het repeteerbaar afsluiten van de uitneemopening, waarbij de flap onlosneembaar aan buitenzijde van de zak is vastgemaakt.

15. Verpakking volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de 15 flap aan of nabij een zijrand van de zak is bevestigd en zich tot nabij een tegenovergelegen rand uitstrekt.

16. Verpakking volgens een der conclusies 14 of 15, met het kenmerk, dat de flap aan of nabij een omtreksrand daarvan is voorzien van een hechtlaag van een hechtmiddel dat geschikt is voor het repeteerbaar 20 losnemen en weer afsluiten van de uitneemopening.

17. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verpakking een bevei1igingselement omvat dat de uitneemopening afsluit en na het ontsluiten niet meer afsluitend kan worden teruggeplaatst.

18. Verpakking volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het bevei1igingselement aan de flap is bevestigd, zodat de flap het bevei1igingselement automatisch van de uitneemopening verwijdert zodra de flap voor de eerste maal wordt geopend.

19. Verpakking volgens één van de voorgaande conclusies, met 30 het kenmerk, dat in de verpakking vochtige doekjes gevouwen zijn gestapeld. 1 02960 6

20. Verpakking volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de doekjes zodanig in elkaar zijn gevouwen, dat bij het uitnemen van één doekje een volgend doekje deels uit de uitneemopening wordt getrokken. 5 1029606