NL1026308C2 - Plant spraying machine for pesticide, used in greenhouses, includes nozzles for spraying plants from one side - Google Patents
Plant spraying machine for pesticide, used in greenhouses, includes nozzles for spraying plants from one side Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026308C2 NL1026308C2 NL1026308A NL1026308A NL1026308C2 NL 1026308 C2 NL1026308 C2 NL 1026308C2 NL 1026308 A NL1026308 A NL 1026308A NL 1026308 A NL1026308 A NL 1026308A NL 1026308 C2 NL1026308 C2 NL 1026308C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plants
- spraying
- sprayers
- conveyor track
- liquid
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/24—Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
- A01G9/247—Watering arrangements
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01M—CATCHING, TRAPPING OR SCARING OF ANIMALS; APPARATUS FOR THE DESTRUCTION OF NOXIOUS ANIMALS OR NOXIOUS PLANTS
- A01M7/00—Special adaptations or arrangements of liquid-spraying apparatus for purposes covered by this subclass
- A01M7/005—Special arrangements or adaptations of the spraying or distributing parts, e.g. adaptations or mounting of the spray booms, mounting of the nozzles, protection shields
- A01M7/0064—Protection shields
- A01M7/0067—Protection shields with recovering of liquids
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Insects & Arthropods (AREA)
- Pest Control & Pesticides (AREA)
- Wood Science & Technology (AREA)
- Zoology (AREA)
- Catching Or Destruction (AREA)
Abstract
Description
< *<*
Inrichting voor het met gewasbeschermingsmiddelen bespuiten van plantenDevice for spraying plants with plant protection products
De uitvinding betreft een inrichting in overeenstemming met de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is be-5 kend uit EP A 1183942, Mostert. Het nadeel van de bekende inrichting is dat de planten uitsluitend van boven af bespoten worden waardoor de onderkant van de bladeren onvoldoende met spuitvloeistof bespoten worden en de daar aanwezige insecten onvoldoende bestreden worden.The invention relates to a device in accordance with the preamble of claim 1. Such a device is known from EP A 1183942, Mostert. The drawback of the known device is that the plants are only sprayed from above, as a result of which the underside of the leaves is insufficiently sprayed with spray liquid and the insects present there are insufficiently controlled.
10 Ten einde dit nadeel te vermijden is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met het kenmerk van conclusie 1. Hierdoor kunnen de planten ook vanuit de zijkant bespoten worden met gewasbeschermingsmiddel waardoor de insecten die aan de onderzijde van de bladeren zitten voldoende bestre-15 den worden. Doordat de sproeiers stil staan blijven steeds op dezelfde plaats resten gewasbeschermingsmiddel achter en door deze op te vangen in de opvangmiddelen treedt geen vervuiling van de omgeving van de sproeiers op.In order to avoid this drawback, the device is designed in accordance with the feature of claim 1. As a result, the plants can also be sprayed from the side with crop protection agent, so that the insects sitting on the underside of the leaves are sufficiently controlled. Because the nozzles are stationary, residues of crop protection agent always remain at the same place and by collecting them in the collecting means, no pollution of the environment of the nozzles occurs.
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit-20 gevoerd in overeenstemming met conclusie 2. Hierdoor worden de gewasbeschermingsmiddelen hergebruikt waardoor verspilling vermeden wordt.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 2. Hereby, the crop protection means are reused, so that waste is avoided.
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 3. Hierdoor wordt 25 wegstuiven van de gewasbeschermingsmiddelen door de lucht beperkt doordat de druppels zich afzetten op het rooster en als vloeistof worden afgevoerd.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 3. Hereby, spraying away of the crop protection means through the air is limited in that the drops deposit on the grid and are discharged as liquid.
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 4. Hierdoor zijn 30 de samengevloeide druppels gewasbeschermingsmiddel eenvoudig als vloeistof op te vangen.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 4. This makes it possible for the collapsed drops of crop protection agent to be easily collected as liquid.
1026308 * » 21026308 * 2
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 5. Hierdoor kan op ' i·' eenvoudige wijze een de luchtstroom met druppels gewasbe- t i | , I schermingsmiddel, door het rooster ontstaan.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 5. This allows a simple flow of crop to flow through drops of drops. I screening agent, caused by the grid.
5 In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit gevoerd in overeenstemming met conclusie 6. Hierdoor wordt de zijdelingse verspreiding van de druppels gewasbeschermingsmiddel verder beperkt.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 6. This further restricts the lateral spread of the drops of crop protection agent.
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit-10 gevoerd in overeenstemming met conclusie 7. Hierdoor wordt de luchtstroom langs de planten versterkt waardoor de verspreiding van het gewasbestrijdingsmiddel over alle bladeren van de planten verbetert.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 7. Hereby, the air flow along the plants is strengthened, whereby the spread of the pesticide over all leaves of the plants is improved.
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit-15 gevoerd in overeenstemming met conclusie 8. Dit maakt het mogelijk om de planten selectief te bespuiten en hierdoor wordt gebruik van de gewasbeschermingsmiddelen verder beperkt.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 8. This makes it possible to spray the plants selectively and this further limits the use of the crop protection means.
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uit-20 gevoerd in overeenstemming met conclusie 9. Hierdoor kan eenvoudig vastgelegd worden welke planten geïnfecteerd zijn en/of bespoten moeten worden.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 9. This makes it easy to determine which plants are infected and / or need to be sprayed.
In overeenstemming met een uitvoering is de inrichting uitgevoerd in overeenstemming met conclusie 10. Hierdoor kan 25 in de besturingsmiddelen nauwkeurig vastgelegd worden in welke container de geïnfecteerde planten staan.In accordance with an embodiment, the device is designed in accordance with claim 10. This makes it possible to accurately record in the control means in which container the infected plants are located.
De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden met behulp van een tekening. In de tekening toont 30 Figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een inrichting voor het kweken van planten en/of bloemen,The invention is explained below with reference to a few exemplary embodiments with the aid of a drawing. Figure 1 shows a schematic top view of a device for growing plants and / or flowers,
Figuur 2 een schematisch zijaanzicht van een eerste uitvoering van een sproei-inrichting geplaatst in de inrichting 1026308 " I * 3 van figuur 1, ^ Figuur 3 een schematisch bovenaanzicht van de sproei- i , inrichting van figuur 2, I ' Figuur 4 een schematisch zijaanzicht van een tweede uitvoe-Figure 2 is a schematic side view of a first embodiment of a spraying device placed in the device 1026308 "of Figure 1, Figure 3 is a schematic plan view of the spraying device, of Figure 2, Figure 4 is a schematic side view of a second embodiment
I II I
5 ring van de sproei-inrichting geplaatst in de inrichting van figuur 1,5 ring of the spraying device placed in the device of figure 1,
Figuur 5 een vooraanzicht van een opvangbak voor gebruik in de inrichting van figuur 4,Figure 5 is a front view of a collection tray for use in the device of Figure 4,
Figuur 6 een detail van een eerste uitvoering van de op-10 vangbak van figuur 5, enFigure 6 shows a detail of a first embodiment of the receiving tray of Figure 5, and
Figuur 7 eèn detail van een tweede uitvoering van de opvangbak van figuur 5.Figure 7 and detail of a second embodiment of the collection tray of Figure 5.
In de verschillende uitvoeringsvoorbeelden zijn overeenkomstige onderdelen zoveel mogelijk met dezelfde verwijzings-15 cijfers aangegeven.In the various exemplary embodiments, corresponding parts are indicated as far as possible with the same reference numerals.
In figuur 1 is een kweekruimte 11 voor het kweken van planten en/of bloemen getoond, waarbij planten 7 gepoot zijn in pallets 6. De pallets 6 zijn geplaatst op dragers 5 die door transportkettingen 4 langs een eerste baan 2 in een 20 transportrichting 3 of langs een tweede baan 13 in een transportrichting 12 bewogen worden. Aan het einde van de eerste baan 2 worden de pallets 6 door een niet getoonde hefinrichting op een achterste rollenbaan 1 geplaatst en in een transportrichting 15 naar het begin van de tweede baan 25 13 bewogen en door een tweede niet getoonde hefinrichting op de dragers van de tweede baan 13 geplaatst. Langs de achterste rollenbaan 1 is een sproei-inrichting 14 geplaatst voor het besproeien van de planten 7 met gewasbeschermingsmiddelen. De sproei-inrichting 14 is bij voorkeur 30 tussen de eerste baan 2 en de tweede baan 13 geplaatst zodat deze zo min mogelijk ruimte in neemt.Figure 1 shows a growing space 11 for growing plants and / or flowers, plants 7 being planted in pallets 6. The pallets 6 are placed on carriers 5 which are transported through conveyor chains 4 along a first path 2 in a transport direction 3 or along a second path 13 in a conveying direction 12. At the end of the first track 2 the pallets 6 are placed on a rear roller track 1 by a lifting device (not shown) and are moved in a conveying direction 15 to the beginning of the second track 13 and by a second lifting device (not shown) on the carriers of the second lane 13. A spraying device 14 is placed along the rear roller track 1 for spraying the plants 7 with crop protection means. The spraying device 14 is preferably placed between the first web 2 and the second web 13 so that it takes up as little space as possible.
Aan het einde van de tweede baan 13 worden de pallets 6 op zoals hiervoor beschreven wijze op een voorste rollenbaan 1026308 » » 4 10 geplaatst en vervolgens in een transportrichting 9 bewogen naar het begin van de eerste baan 2. Langs de voorste rollenbaan 9 is een oogstlocatie 8, waar personeel verschillende bewerkingen aan de planten 7 kan uitvoeren zoals 5 controleren van de planten 7, plukken van verdorde bladeren, oogsten van bloemen en/of poten of verwijderen van planten 7. Bij het controleren van de planten kan ook worden vastgesteld welke planten 7 behandeld moeten worden met gewasbeschermingsmiddelen en eventueel wordt de betreffende 10 pallet 6 of de plant 7 gemarkeerd.At the end of the second track 13, the pallets 6 are placed on a front roller track 1026308 in the manner described above and then moved in a conveying direction 9 to the beginning of the first track 2. Along the front roller track 9 is a harvesting location 8, where staff can perform various operations on the plants 7 such as checking the plants 7, picking withered leaves, harvesting flowers and / or paws or removing plants 7. When checking the plants it can also be determined which plants 7 have to be treated with plant protection products and possibly the relevant pallet 6 or the plant 7 is marked.
Dit markeren kan op de pallet 6 plaats vinden door het aanbrengen en of omschakelen van een signaalnok 29 (zie figuur 2 en 4) die nabij de sproei-inrichting 14 wordt uitgelezen en waarmee een sproeiprogramma van de sproei-inrichting 14 15 wordt opgestart. Eventueel is per pallet 6 meer dan één signaalnok 29 aangebracht of zijn op verschillende pallets 6 verschillende signaalnokken 29 aangebracht. ER kunnen verschillende signaalnokken 29 gebruikt worden om aan te geven aan dat een bij een signaalnok 29 behorend gewasbe-20 strijdingsmiddel en/of spuitmethode toegepast moet worden. Ook kan het markeren in een besturingssysteem plaats vinden door per pallet 6 of per plant 7 aan te geven dat er gewasbeschermingsmiddelen moeten worden toegepast. Daarbij kan ook aangegeven worden welke middelen moeten worden toege-25 past en ook de manier van toepassen. In het besturingssysteem wordt bijgehouden wanneer de betreffende pallet 6 of de plant 7 bij de sproei-inrichting 14 is en de sproei-inrichting 14 wordt in overeenstemming met de in de besturing opgeslagen gegevens ingeschakeld en aangestuurd. Deze 30 laatste werkwijze is vooral geschikt als er meerdere malen per dag of verschillende gewasbeschermingsmiddelen aangebracht worden. Dan kunnen onder invloed van het besturingssysteem eerst alle gemarkeerde planten 7 met een eerste 1026308 5 middel wordt behandeld en vervolgens een eventueel andere groep planten 7 met een tweede middel wordt behandeld, ook kan de sproei-inrichting 14 zodanig ingericht zijn dat afwisselend verschillende beschermingsmiddelen kunnen worden 5 aangebracht. Het zal duidelijk zijn dat het toepassen van verschillende soorten gewasbestrijdingsmiddel van groot belang is als er verschillende soorten planten in de kweek-ruimte 11 worden gekweekt.This marking can take place on the pallet 6 by arranging and / or switching over a signal cam 29 (see Figs. 2 and 4) which is read close to the spraying device 14 and with which a spraying program of the spraying device 14 is started. Optionally, more than one signal cam 29 is provided per pallet 6 or different signal cams 29 are provided on different pallets 6. Different signal cams 29 can be used to indicate that a crop control means and / or spraying method associated with a signal cam 29 must be used. Marking in a control system can also take place by indicating per pallet 6 or per plant 7 that crop protection agents must be applied. It can also be indicated here which means must be used and also the method of application. A record is kept in the control system when the pallet 6 or the plant 7 in question is at the spraying device 14 and the spraying device 14 is switched on and controlled in accordance with the data stored in the control. This latter method is particularly suitable if several times a day or different crop protection agents are applied. Then under the influence of the control system all marked plants 7 can first be treated with a first means and then any other group of plants 7 can be treated with a second means, also the spraying device 14 can be arranged such that alternately different protective means can be used. be applied. It will be clear that the use of different types of crop protection agent is of great importance if different types of plants are grown in the growing space 11.
In het hiervoor besproken uitvoeringsvoorbeeld is er sprake 10 van pallets 6 die tijdens transport naast elkaar op een drager 5 geplaatst zijn en door de drager 5 door de kweek-ruimte 11 bewogen worden. In een andere uitvoering hebben de pallets de afmeting van de breedte van de eerste baan 2 en zijn er geen dragers 5 maar worden de pallets bijvoor-15 beeld over rails in de kweekruimte 11 bewogen door transportmiddelen die direct op de pallets aangrijpen.In the exemplary embodiment discussed above, there are 10 pallets 6 which are placed side by side on a carrier 5 during transport and which are moved by the carrier 5 through the growing space 11. In another embodiment, the pallets have the size of the width of the first track 2 and there are no carriers 5, but for example the pallets are moved over rails in the growing space 11 by transport means which directly engage the pallets.
In figuur 2 en figuur 3 is een eerste uitvoering van de sproei-inrichting 14 meer in detail getoond. De getoonde sproei-inrichting 14 is uitgevoerd als stationaire instal-20 latie die permanent op de locatie tussen de eerste baan 2 en de tweede baan 13 is geplaatst. Er zijn ook uitvoeringen waarbij de sproei-inrichting 14 verplaatsbaar is en naar behoefte tussen twee banen geplaatst wordt·Figure 2 and Figure 3 show a first embodiment of the spraying device 14 in more detail. The spraying device 14 shown is designed as a stationary installation which is permanently placed at the location between the first lane 2 and the second lane 13. There are also versions in which the spraying device 14 is movable and is placed between two tracks as required.
De sproei-inrichting 14 heeft een door een motor 33 aange-25 dreven ventilator 25. De door de ventilator 25 opgewekte eerste luchtstroom 21 blaast door een uitblaasopening 24 in de richting van de in de pallet 6 gepote planten 7. Bij voorkeur bestaat de uitblaasopening uit een smalle min of meer verticale opening die zodanig gevormd is dat de eerste 30 luchtstroom 21 schuin omhoog gericht is zodat de eerste luchtstroom 21 tegen de onderkant van de bladeren van de planten 7 blaast.The spraying device 14 has a fan 25 driven by a motor 33. The first air stream 21 generated by the fan 25 blows through a blow-out opening 24 in the direction of the plants 7 planted in the pallet 6. Preferably, the blow-out opening exists from a narrow, more or less vertical opening that is formed such that the first air flow 21 is directed obliquely upwards so that the first air flow 21 blows against the underside of the leaves of the plants 7.
10263081026308
I II I
66
In de hoogte langs de uitblaasopening 24 is een toevoerlei-ding 23 aangebracht met daarop sproeiers 22. De toevoerlei-' ding 23 is op bekende wijze gekoppeld met een voorraadtank I 1 i , i voor gewasbeschermingsmiddelen en een pomp 49 (zie figuur ! 5 4) waarmee de gewasbeschermingsmiddelen uit de sproeiers 22 gesproeid kunnen worden. Tijdens het sproeien vernevelen de uit de sproeiers 22 stromende gewasbeschermingsmiddelen in de uit de uitblaasopening 24 blazende eerste luchtstroom 21 en worden door de eerste luchtstroom 21 naar de plant 7 ge-10 transporteerd. Er kunnen verschillende voorraadtanks zijn voor verschillende gewasbeschermingsmiddelen, waarbij het omschakelen van het ene middel naar het andere op bekende wijze kan plaats vinden.A feed line 23 with nozzles 22 is arranged in the height along the blow-out opening 24. The feed line 23 is coupled in a known manner to a storage tank I 1 i, i for plant protection products and a pump 49 (see Fig. 4). with which the plant protection products can be sprayed from the sprayers 22. During spraying, the crop protection means flowing from the sprayers 22 spray into the first air stream 21 which blows out of the outlet opening 24 and are transported to the plant 7 by the first air stream 21. There can be different storage tanks for different crop protection means, wherein switching from one means to the other can take place in a known manner.
De eerste luchtstroom 21 wordt mede in stand gehouden door-15 dat aan de van de uitblaasopening 24 afgekeerde zijde van de planten 7 een aanzuigkap 20 is geplaatst met aanzuigope-ningen en waarbij de aanzuigkap 20 met een aanzuigleiding 17 gekoppeld is aan een aanzuigzijde van de ventilator 25. Voor het uit de lucht vangen van de druppels gewasbescher-20 mingsmiddel zijn eventueel in de aanzuigopeningen roosters, lamellen, of platen aangebracht waarop de druppels zich kunnen afzetten die vervolgens als vloeistof afgevoerd worden. Door de aanzuigkap 20 wordt het verspreiden van de gewasbeschermingsmiddelen door de kweekruimte 11 beperkt en 25 daarmee is de overlast die ontstaat door het sproeien verkleind. Nabij het laagste punt van de aanzuigleiding 17 is een verzamelpunt 27 waar de door de aanzuigkap 20 aangezogen gewasbeschermingsmiddelen als vloeistof verzameld wordt en door een pomp 26 naar de betreffende voorraadtank worden 30 teruggepompt.The first air flow 21 is partly maintained by the fact that on the side of the plants 7 remote from the outlet opening 24 a suction hood 20 is placed with suction openings and wherein the suction hood 20 is coupled with a suction line 17 to a suction side of the fan 25. To collect the drops of plant protection product from the air, grids, slats or plates may be provided in the suction openings on which the drops can deposit which are subsequently discharged as liquid. The suction hood 20 limits the spreading of the crop protection means through the cultivation space 11 and thus the nuisance caused by spraying is reduced. Near the lowest point of the suction line 17 is a collection point 27 where the crop protection means sucked in by the suction hood 20 is collected as liquid and pumped back to the relevant storage tank by a pump 26.
Aan een uitblaaszijde van de ventilator 25 is een luchtkanaal 16 gekoppeld waarmee lucht via het luchtkanaal 16 naar een uitblaasopening 18 wordt geleid. Deze uitblaasopening 1026308 7 18 is eveneens voorzien van sproeiers 22 voor het sproeien van gewasbeschermingsmiddelen. De uitblaasopening 18 be- t I' ( vindt zich tegenover de uitblaasopening 16 en onder de aan- i • ; ; zuigkap 20. De uitblaasopening 18 is kleiner dan de uit-5 blaasopening 16 en sproeit de gewasbeschermingsmiddelen in een tweede luchtstroom 19 overwegend tegen de onderzijde van de bladeren. De tweede luchtstroom 19 is betrekkelijk klein en gaat op enige afstand van de uitblaasopening 18/ nadat de gewasbeschermingsmiddelen op de onderzijde van de 10 bladeren van de plant 7 zijn gedeponeerd/ deel uit maken van de eerste luchtstroom naar de aanzuigkap 20.An air channel 16 is coupled to an outlet side of the fan 25, with which air is conducted via the air channel 16 to an outlet opening 18. This discharge opening 1026308 7 18 is also provided with sprayers 22 for spraying crop protection means. The blow-out opening 18 is located opposite the blow-out opening 16 and below the suction hood 20. The blow-out opening 18 is smaller than the blow-out opening 16 and sprays the crop protection means in a second air stream 19 predominantly against The second airflow 19 is relatively small and goes some distance from the outlet opening 18 / after the crop protection means have been deposited on the underside of the leaves of the plant 7 / form part of the first airflow to the suction hood 20.
Eventueel zijn aan weerszijden van de aanzuigkap 20 uit-blaasopeningen 35 aangebracht, die zorgen voor een derde luchtstroom 34 zonder gewasbestrijdingsmiddelen langs en 15 tegengesteld aan de eerste luchtstroom 21, zodat verspreiding van de gewasbeschermingsmiddelen verder beperkt worden. De derde luchtstroom 34 gaat ook deel uitmaken van de eerste luchtstroom naar de aanzuigkap 20.Optionally, blow-out openings 35 are provided on either side of the suction hood 20, which provide a third air flow 34 without crop protection means along and opposite to the first air flow 21, so that spreading of the crop protection means is further restricted. The third air stream 34 also becomes part of the first air stream to the suction hood 20.
De planten 7 zijn geplaatst in groeibodem 32 die is aange-20 bracht in de pallets 6. De pallets 6 steunen op rollen 31 die in een frame 30 zijn aangebracht en waarvan er een aantal op bekende wijze voorzien zijn van motoren. Aan de pallets 6 kunnen een of meer signaalnokken 29 bevestigd zijn, die een sensor 28 activeren. Eventueel zijn de pallets 6 25 voorzien van elektronisch uitleesbare identificatiemiddelen, waarbij in het geheugen van een besturingssysteem de identificatie van een pallet 6 met te besproeien planten kan worden vastgelegd. De sensor 28 is gekoppeld met het besturingssysteem voor het inschakelen van de sproei-30 inrichting 14. Eventueel hebben de motoren waarmee de pallets 6 langs de sproei-inrichting 14 bewogen worden de mogelijkheid om de snelheid aan te passen zodat de snelheid waarmee de planten 7 langs de sproei-inrichting 14 bewogen 1026308 i » 8 worden instelbaar is en bijvoorbeeld afgestemd kan worden op een bepaalde besproeiing.The plants 7 are placed in growth soil 32 which is arranged in the pallets 6. The pallets 6 are supported on rollers 31 which are arranged in a frame 30 and a number of which are provided with motors in a known manner. One or more signal cams 29 can be attached to the pallets 6 which activate a sensor 28. The pallets 6 are optionally provided with electronically readable identification means, wherein the identification of a pallet 6 with plants to be sprayed can be recorded in the memory of a control system. The sensor 28 is coupled to the control system for switching on the spraying device 14. Optionally, the motors with which the pallets 6 are moved along the spraying device 14 have the possibility of adjusting the speed so that the speed at which the plants 7 1026308 can be moved along the spraying device 14 and can, for example, be adjusted to a specific spraying.
In figuur 4 is een tweede uitvoering van de sproei-inrichting 14 getoond. De sproei-inrichting 14 uit figuur 4 5 heeft zijsproeiers 37 en bovensproeiers 36 met sproeiers 22 die bevestigd zijn op een toevoerleiding 23. De bovensproeiers 36 kunnen afzonderlijk uitgeschakeld worden door een afsluiter. De toevoerleiding 23 is gekoppeld met een pomp 49. De aanzuigzijde van de pomp 49 heeft een leiding 10 met een fijnfilter 46 dat verbonden is met een voorraadvat 45. In het voorraadvat 45 is beschermingsmiddel voor het besproeien van de planten 7 opgeslagen. Eventueel zijn er zoals eerder beschreven meerdere voorraadvaten met verschillende gewasbeschermingsmiddelen.Figure 4 shows a second embodiment of the spraying device 14. The spraying device 14 of Figure 4 has side nozzles 37 and top nozzles 36 with nozzles 22 mounted on a supply line 23. The top nozzles 36 can be switched off separately by a valve. The supply line 23 is coupled to a pump 49. The suction side of the pump 49 has a line 10 with a fine filter 46 which is connected to a storage vessel 45. In the storage vessel 45, protective means for spraying the plants 7 is stored. As described earlier, there may be several storage containers with different crop protection agents.
15 Bij het besproeien van de planten 7 met de zijsproeiers 37 ontstaat er met de sproeinevel uit de sproeiers 22 een luchtstroom langs en over de planten 7. Deze luchtstroom is gericht naar een rooster 39 van een opvangbak 40. In het rooster 39 is eventueel gaas of zijn lamellen aangebracht 20 of eventueel platen waarop in de lucht zwevende druppels zich kunnen afzetten en waarbij de druppels samenvloeien tot vloeistof. Bij voorkeur wordt in het rooster 39 de richting van de luchtstroom verandert door de lamellen 47. Zoals getoond in figuur 5 maken de lamellen 47 een hoek 48 25 met het horizontale vlak zodat de druppels naar een kant lopen en via een groffilter 44 in het voorraadvat 45 lopen. De hoek 48 kan bijvoorbeeld 5-15 graden zijn. Eventueel zijn de lamellen 47 V-vormig en is het laagste punt in het midden van de lengte ervan. Het rooster 39 kan verticaal 30 staan of het maakt een hoek 49 met een verticaal, zodanig dat op de lamellen 47 afgezette vloeistof druppelt op een onderliggende lamel 47 totdat de vloeistof in het voorraadvat 45 stroomt, de hoek 49 kan bijvoorbeeld 5-15 graden 1026308 ' 9 zijn. In de figuren 6 en 7 zijn verschillende vormen van de lamellen 47 getoond. De lamellen 47 hebben een onderlinge / ; I !' i afstand h, waarbij h bij voorkeur 5-25 millimeter is. De ; ! lamellen kunnen vlak zijn uitgevoerd, maar kunnen ook een 5 zodanig gebogen of gevouwen profiel hebben dat de luchtstroom tussen de lamellen 47 enkele malen van richting verandert. De lamellen 47 kunnen van metaal of kunststof zijn. In het getoonde uitvoeringsvoorbeeld is de opvangbak 40 voorzien van wanden 43. In een wand 43 is aan de bovenzijde 10 een aanzuigopening 41 aangebracht welke via de aanzuiglei-ding 17 gekoppeld is met de ventilator 25. Hierdoor ontstaat er in de opvangbak 40 een luchtstroom 42 die er toe bijdraagt dat de luchtstroom door het rooster 39 van richting verandert en in het rooster 39 en de opvangbak 40 de 15 druppels uitgescheiden worden. De ventilator 25 is aan de blaaszijde verbonden met de uitblaasopeningen 24 door middel van de luchtkanalen 16. Aan de bovenzijde van het rooster 39 is een bovenplaat 38 aangebracht, zodat de door de sproeiers opgewekte luchtstroom naar de lamellen 47 geleid 20 worden. Eventueel zijn ook aan de zijkanten van het rooster 39 naar voren gerichte geleideplaten aangebracht.When spraying the plants 7 with the side nozzles 37, an airflow is created from the nozzles 22 with the spray spray along and over the plants 7. This airflow is directed to a grid 39 of a collecting tray 40. In the grid 39 there may be mesh or lamellas are provided, or optionally plates on which droplets floating in the air can deposit and wherein the droplets merge into liquid. The direction of the air flow is preferably changed in the grille 39 by the slats 47. As shown in Fig. 5, the slats 47 make an angle 48 with the horizontal plane so that the drops run to one side and via a coarse filter 44 into the storage tank 45 walk. The angle 48 can be, for example, 5-15 degrees. Optionally, the slats 47 are V-shaped and the lowest point is in the middle of their length. The grid 39 can stand vertically or it makes an angle 49 with a vertical such that liquid deposited on the slats 47 drips onto an underlying slat 47 until the liquid flows into the storage vessel 45, the angle 49 can for instance be 5-15 degrees 1026308 "9. Various shapes of the slats 47 are shown in Figures 6 and 7. The slats 47 have a mutual /; I! " distance h, where h is preferably 5-25 millimeters. The; ! slats can be flat, but can also have a profile that is bent or folded such that the air flow between the slats 47 changes direction several times. The slats 47 can be made of metal or plastic. In the exemplary embodiment shown, the receptacle 40 is provided with walls 43. In a wall 43, a suction opening 41 is provided at the top 10 which is coupled via the suction conduit 17 to the fan 25. As a result, an air flow 42 is created in the receptacle 40 which contributes to the air flow through the grille 39 changing direction and the 15 drops being excreted in the grille 39 and the collecting tray 40. The blower 25 is connected on the blower side to the blow-out openings 24 by means of the air ducts 16. A top plate 38 is arranged on the top side of the grille 39, so that the air flow generated by the nozzles is guided to the slats 47. Optionally, forward-facing guide plates are also provided on the sides of the grid 39.
Naast de getoonde uitvoering waarbij de opvangbak 40 naast het frame 30 met de rollen 31 staat kan er onder het frame 30 een opvangbak geplaatst zijn voor het opvangen van drup-25 pels van de door de sproeiers 22 verspoten vloeistof. Daarbij kan de vloeistof vanuit de opvangbak naar het voorraadvat 45 stromen. Eventueel zijn er andere middelen om verspoten vloeistof op te vangen en af te voeren of te recir-culeren, zodat voorkomen wordt dat ter plaatse van de sta-30 tionaire opstelling van de sproei-inrichting 14 overlast van de vloeistof met beschermingsmiddelen ontstaat. Eventueel is een pomp aanwezig om de opgevangen vloeistof voor hergebruik terug in het voorraadvat 45 te pompen.In addition to the embodiment shown, in which the collecting tray 40 stands next to the frame 30 with the rollers 31, a collecting tray can be placed under the frame 30 for collecting drips of the liquid sprayed by the nozzles 22. The liquid can thereby flow from the collection vessel to the storage vessel 45. There may be other means for collecting sprayed liquid and for discharging or recycling it, so that nuisance of the liquid with protective means is prevented at the stationary position of the spraying device 14. A pump is optionally present to pump the collected liquid back into the storage vessel 45 for reuse.
10263081026308
Claims (10)
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026308A NL1026308C2 (en) | 2004-06-02 | 2004-06-02 | Plant spraying machine for pesticide, used in greenhouses, includes nozzles for spraying plants from one side |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026308A NL1026308C2 (en) | 2004-06-02 | 2004-06-02 | Plant spraying machine for pesticide, used in greenhouses, includes nozzles for spraying plants from one side |
NL1026308 | 2004-06-02 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1026308C2 true NL1026308C2 (en) | 2005-12-05 |
Family
ID=35697070
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1026308A NL1026308C2 (en) | 2004-06-02 | 2004-06-02 | Plant spraying machine for pesticide, used in greenhouses, includes nozzles for spraying plants from one side |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1026308C2 (en) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2944187A4 (en) * | 2013-01-09 | 2016-08-31 | Tsubakimoto Chain Co | Plant cultivation apparatus |
-
2004
- 2004-06-02 NL NL1026308A patent/NL1026308C2/en not_active IP Right Cessation
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
EP2944187A4 (en) * | 2013-01-09 | 2016-08-31 | Tsubakimoto Chain Co | Plant cultivation apparatus |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US20160302369A1 (en) | Automated hydroponic growing and harvesting system for sprouts with a paddle-equipped linear seed head | |
US20150250115A1 (en) | Automated hydroponic growing and harvesting system for sprouts | |
NL2008573C2 (en) | SYSTEM FOR GROWING PLANT MATERIAL. | |
US20110197981A1 (en) | Processing System for Plant Containers | |
US4430849A (en) | Harvester for tea or the like | |
WO2020128917A1 (en) | Cross-conveyor sorter with clearing apparatus, and method for removing items misplaced on a cross-conveyor sorter | |
US3507101A (en) | Tree fruit cultivating and harvesting system | |
NL1026308C2 (en) | Plant spraying machine for pesticide, used in greenhouses, includes nozzles for spraying plants from one side | |
DE3209134C2 (en) | ||
NL1006278C2 (en) | Method and device for moving chickens or other poultry. | |
US4454829A (en) | Automatic plant setting apparatus | |
US4199913A (en) | Orchard fruit handling system | |
DE69526760T2 (en) | vending machine | |
EP3826452B1 (en) | Plant cultivation system and apparatuses therefor | |
NL2002623C2 (en) | Product i.e. pepper, harvesting apparatus, has feed chute with end cooperating with upward movable lifting part of conveyor, and other end cooperating with down-leg unit of products | |
BE1018095A3 (en) | DEVICE FOR COLLECTING FRUITS DURING HARVESTING. | |
EP0893049B1 (en) | Conveyor means for use in a fruit harvester | |
US6412216B1 (en) | Positioning technique for horticultural apparatus | |
JP2000217440A (en) | Soil-feeding device for seedling-raising container | |
DE102010018305A1 (en) | Cleaning apparatus i.e. continuous dishwashing machine, for dishes, has oscillation device moving cleaning goods into swinging motion, where goods are cleaned in cleaning chamber or in cleaning zone | |
NL1014346C2 (en) | Device for applying loose material to flower pots. | |
JP4002589B2 (en) | Gas container cleaning device | |
BE1015647A3 (en) | ||
NL1022530C2 (en) | Device for cultivating crop in cultivation troughs has guide members for guiding cultivation troughs movable in width direction | |
DE102014112840B4 (en) | Insertion machine and insertion process |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20120101 |