NL1026161C2

NL1026161C2 - Pump for a gas-liquid mixture dispenser.

Info

Publication number: NL1026161C2
Application number: NL1026161A
Authority: NL
Inventors: Mathias Theodorus Maria Moons
Original assignee: Moons & Van Hoof B V
Priority date: 2004-05-11
Filing date: 2004-05-11
Publication date: 2005-11-14

Description

.te-.to-

OO

vovo

Titel: Pomp voor een dispenser voor gas-vloeistofmengsels.Title: Pump for a gas-liquid mixture dispenser.

De uitvinding heeft betrekking op een pomp voor het verpompen van gas-vloeistof mengsels, in het bijzonder een schuimpomp voor een dispenser. Een dergelijke pomp is bekend uit de praktijk en wordt geleverd door onder meer de firma Airspray, Nederland en is bijvoorbeeld beschreven 5 in NL 1001366.The invention relates to a pump for pumping gas-liquid mixtures, in particular a foam pump for a dispenser. Such a pump is known from practice and is supplied, inter alia, by the company Airspray, the Netherlands and is described, for example, in NL 1001366.

Bij de bekende schuimpompen wordt bij bediening van de pomp een zuiger in een kamer bewogen, zodanig dat lucht in een kamer wordt samengeperst, welke via relatief kleine openingen uit de kamer wordt gedrukt in de richting van een afgiftemond. Terugslagkleppen zijn voorzien 10 voor het bij een terug in een uitgangspositie bewegen van de zuiger in de kamer toelaten van lucht. Bovendien wordt bij het bedienen van de pomp vloeistof uit een reservoir via een vloeistofkamer in een schuimkamer gebracht, waarin de lucht vanuit de genoemde kamer onder druk wordt toegevoerd, zódanig dat in de schuimkamer schuimvorming in de vloeistof 15 ontstaat, welk schuim vervolgens uit de afgiftemond wordt afgegeven. In de vloeistofkamer is een spiraalveer voorzien waarmee de zuiger dient te worden teruggedrukt naar de genoemde uitgangspositie, onder afsluiting van een klep tussen de vloeistofkamer en de schuimkamer, waardoor lekkage van vloeistof uit de vloeistofkamer dient te worden verhinderd.In the known foam pumps, a piston is moved into a chamber when the pump is operated, such that air is compressed in a chamber, which is pressed out of the chamber through relatively small openings in the direction of a dispensing nozzle. Non-return valves are provided for allowing air into the chamber when the piston is moved back into a starting position. Moreover, when operating the pump, liquid from a reservoir is introduced via a liquid chamber into a foam chamber, in which the air is supplied under pressure from the said chamber, such that foam forms in the liquid chamber in the foam chamber, which foam is subsequently discharged from the dispensing mouth. is issued. A spiral spring is provided in the fluid chamber with which the piston must be pushed back to the said starting position, closing a valve between the fluid chamber and the foam chamber, whereby leakage of fluid from the fluid chamber must be prevented.

20 Gebleken ie dat deze spiraalveer onvoldoende kracht levert om voor betrouwbare afdichting van de genoemde klep te zorgen. Met name bij pompjes die worden gebruikt in een stand waarbij de afgifteopening zich niet boven genoemde klep bevindt, bijvoorbeeld bij pompjes die nabij een onderzijde van een vloeistofreservoir zijn aangebracht leidt dit tot 25 ongewenste lekkage en verspilling van vloeistof uit het reservoir.It has been found that this coil spring does not provide sufficient force to ensure reliable sealing of the said valve. In particular with pumps that are used in a position in which the dispensing opening is not situated above the above-mentioned valve, for instance with pumps which are arranged near a bottom side of a liquid reservoir, this leads to undesired leakage and waste of liquid from the reservoir.

Een van de oorzaken die tot dergelijke lekkage kan leiden is uitdroging van de vloeistof zoals zeep in de pomp, waardoor de 102 61 61 -_ _ 2 binnenoppervlakken van de pomp stroever worden en de zuiger niet meer eenvoudig in zijn uitgangspositie kan worden teruggedrukt.One of the causes that can lead to such leakage is dehydration of the liquid such as soap in the pump, so that the inner surfaces of the pump become stiffer and the piston can no longer simply be pushed back to its starting position.

Voorgesteld is reeds een zwaardere veer toe te passen in de vloeistofkamer. Dit heeft evenwel als nadeel dat verschillende 5 pomponderdelen dan te zwaar zullen worden belast, waardoor bijvoorbeeld breuk of vermoeiing kan optreden in daarvoor gebruikte materialen zoals kunststof Een verder nadeel van een zwaardere veer is dat daarvoor dikker draad dient te worden gebruikt, hetgeen de slag van de zuiger en/of de inbouwgrootte nadelig zal beïnvloeden. Daardoor zal de schuimopbrengst 10 worden verminderd.It has already been proposed to use a heavier spring in the fluid chamber. However, this has the drawback that different pump parts will then be overloaded, as a result of which, for example, breakage or fatigue may occur in materials used for this purpose, such as plastic. A further drawback of a heavier spring is that thicker wire must be used for this, adversely affect the piston and / or the installation size. As a result, the foam yield 10 will be reduced.

De uitvinding beoogt een pomp van de in de aanhef beschreven soort, waarbij ten minste een aantal van de genoemde nadelen is vermeden, met behoud van de voordelen daarvan.The object of the invention is to provide a pump of the type described in the preamble, wherein at least a number of the disadvantages mentioned are avoided, while maintaining the advantages thereof.

Bij een pomp volgens de uitvinding is op eenvoudige en inventieve 15 wijze gebruik gemaakt van een veer die zich uitstrekt in een kamer van de pomp tussen de zuiger en een wand van de kamer. Bij het vanuit de uitgangspositie bewegen van de zuiger, bijvoorbeeld door indrukken van een bedieningsknop, zal de veer worden samengedrukt, zodanig dat de veer in tegenovergestelde richting wordt voorgespannen. Bij loslaten van de zuiger, 20 althans van het bedieningsmiddel van de pomp zal de zuiger door de veer worden teruggedrukt in de richting van de uitgangspositie, evenals bij voorkeur het bedieningsmiddel, zodanig dat er steeds voor wordt gezorgd dat toegang van vloeistof naar de schuimkamer eenduidig wordt verhinderd.In a pump according to the invention use is made in a simple and inventive manner of a spring which extends in a chamber of the pump between the piston and a wall of the chamber. When the piston is moved from the starting position, for example by pressing an operating button, the spring will be compressed such that the spring is biased in the opposite direction. Upon release of the piston, or at least of the operating means of the pump, the piston will be pushed back by the spring in the direction of the starting position, as well as preferably the operating means, such that it is always ensured that access of liquid to the foam chamber is unambiguous is prevented.

Een belangrijk voordeel van gebruik van de veer binnen genoemde 25 kamer in de pomp is dat een veer kan worden toegepast met een relatief grote diameter, welke veer niet onbedoeld los zal kunnen komen van de . delen waartussen deze is voorzien. De veer is vanaf de buitenzijde van de pomp niet bereikbaar en kan derhalve niet worden gemanipuleerd of onbedoeld worden verwijderd. Een veer volgens de uitvinding kan naar 30 wens al dan niet in een pomp van het bekende type worden geplaatst, 1026161- 3 waardoor deze zowel met als zonder deze veer kan worden toegepast. Een dergelijke veer is relatief eenvoudig en goedkoop en kan in bestaande productieprocessen worden toegepast, zonder dat bijzondere aanpassingen noodzakelijk zijn.An important advantage of using the spring within said chamber in the pump is that a spring with a relatively large diameter can be used, which spring will not be able to come loose from the unintentionally. parts between which it is provided. The spring is not accessible from the outside of the pump and can therefore not be manipulated or unintentionally removed. A spring according to the invention can, if desired, be placed in a pump of the known type or not, so that it can be used both with and without this spring. Such a spring is relatively simple and inexpensive and can be used in existing production processes, without special adjustments being necessary.

5 Door een conische veer toe te passen wordt het voordeel bereikt dat de veer kan worden samengedrukt tot een dikte die kleiner is het product van de dikte van de draad waaruit de veer is gevormd en het aantal wikkelingen van de veer, althans tot een bijzonder platte toestand.By using a conical spring, the advantage is achieved that the spring can be compressed to a thickness that is smaller than the product of the thickness of the wire from which the spring is formed and the number of windings of the spring, at least to a particularly flat status.

Bovendien kan de veer eenvoudig in een relatief kleine kamer worden 10 aangebracht, waarbij de veer eenvoudig kan afsteunen op een rand van een wand van de kamer, waarbij de veer een einde heeft met een relatief grote doorsnede die bijvoorbeeld tegen een onderzijde van de zuiger kan liggen buiten een gebied waar zich kleponderdelen bevinden voor het in de kamer toelaten van lucht en/of vloeistof en/of het daaruit verwijderen daarvan, al 15 dan niet in de vorm van schuim.Moreover, the spring can easily be arranged in a relatively small chamber, wherein the spring can be simply supported on an edge of a wall of the chamber, the spring having an end with a relatively large cross-section that can for instance abut against an underside of the piston lie outside an area where there are valve parts for admitting air and / or liquid into the chamber and / or removing it therefrom, whether or not in the form of foam.

Een veer volgens de uitvinding wordt bij voorkeur toegepast als hulpveer, naast de eerder beschreven veer die zich in de vloeistofkamer uitstrekt.A spring according to the invention is preferably used as an auxiliary spring, in addition to the previously described spring which extends in the fluid chamber.

In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm strekt de veer zich uit 20 rond een holle zuigeras die zich door de wand waartegen de veer afsteunt in de vloeistofkamer uitsterkt. Hiermee wordt een compacte bouw verkregen met een goede positionering van de veer. Samendrukken van de veer kan alsdan bovendien niet onbedoeld leiden tot blokkering van de bewegingsmogelijkheden van de zuiger.In a particularly advantageous embodiment, the spring extends around a hollow piston shaft which extends through the wall against which the spring rests in the fluid chamber. This results in a compact construction with a good positioning of the spring. Moreover, the compression of the spring cannot then unintentionally lead to blocking of the movement possibilities of the piston.

25 In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm is een veer in genoemde kamer volgens de uitvinding uitgevoerd als een ten minst® gedeeltelijk conisch gewikkelde spiraalveer, waarbij de draad waaruit d® veer is gevormd zodanig is gewikkeld dat bij samendrukken van de veer verschillende windingen daarvan spiraalsgewijs binnen elkaar worden 30 opgenomen. De veer kan dan nagenoeg tot de dikte van het gebruikte draad 1 0261 61 - __________ 4 worden samengedrukt, waardoor geen, althans minimaal slagverlies van de zuiger optreedt en dus een maximale schuimopbrengst wordt behouden. Uiteraard kan een deel van de veer anders zijn gevormd, bijvoorbeeld gedeeltelijk cilindrisch of tegengesteld conisch, zolang de slag daardoor niet 5 nadelig wordt beïnvloed.In a particularly advantageous embodiment, a spring in said chamber according to the invention is designed as a coil spring that is at least partially conically wound, wherein the wire from which the spring is formed is wound such that when the spring is compressed, different turns thereof are spiraled inside each other are included. The spring can then be compressed substantially to the thickness of the thread used, so that no, at least minimal stroke loss of the piston occurs and thus a maximum foam yield is maintained. Of course, a part of the spring can be shaped differently, for example partially cylindrical or oppositely conical, as long as the stroke is not thereby adversely affected.

Bij een pomp volgens de uitvinding wordt gebruikelijk een zuiger toegepast die binnen de kamer een schort omvat dat afdicht tegen de wand van de kamer. Het verdient in dat geval de voorkeur dat de veer binnen genoemd schort tegen de zuiger aanligt, waardoor de bewegingsvrijheid van 10 de zuiger niet wordt beperkt.In a pump according to the invention, a piston is usually used which comprises an apron inside the chamber which seals against the wall of the chamber. In that case it is preferable that the spring bears against the piston within said apron, so that the freedom of movement of the piston is not limited.

De kamer waarin de veer is aangebracht kan een onderdeel vormen van of in verbinding staan met de schuimkamer. Ook kan de betreffende kamer deel uitmaken van een luchtkamer in de pomp, de kamer waarin de zuiger de lucht samenperst om naar de schuimkamer te worden gevoerd.The chamber in which the spring is mounted can form part of or be in communication with the foam chamber. The relevant chamber can also form part of an air chamber in the pump, the chamber in which the piston compresses the air to be supplied to the foam chamber.

15 Het verdient de voorkeur dat de veer direct op de zuiger aangrijpt doch het is ook mogelijk dat de zuiger twee of meer delen omvat, waarbij éen zuigerstang ie voorzien met een flens waarmee de eigenlijke zuiger, welke in hoofdzaak ringvormig is, samenwerkt. In dat geval kan de veer ook aanliggen tegen genoemde flens die daardoor tegen de zuiger wordt gedrukt. 20 De uitvinding heeft voorts betrekking op een dispenser, voorzien van een pomp volgens de uitvinding.It is preferred that the spring engages directly on the piston, but it is also possible for the piston to comprise two or more parts, one piston rod being provided with a flange with which the actual piston, which is substantially annular, cooperates. In that case the spring can also abut against said flange which is thereby pressed against the piston. The invention furthermore relates to a dispenser provided with a pump according to the invention.

De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor de vorming van een pomp, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 9.The invention further relates to a method for forming a pump, characterized by the features of claim 9.

25 Bij een dergelijke werkwijze wordt een veer binnen de pomp aangebracht, bij voorkeur als hulpveer in een kamer tussen een zuiger en een wand van de kamer, zodanig dat de veer bij gebruik van de pomp voor terugdrukken van de zuiger naar een uitgangspositie zorgt, althans dit terugdrukken ondersteunt. De veer kan reeds bij assemblage van de pomp 30 worden aangebracht doch het is ook mogelijk bestaande pompen, 1026161- 5 bijvoorbeeld zoals door de firma's Air spray International BV, Beverwijk, Nederland of Bentfield Europe BV, Hillegom, Nederland op de markt worden gebracht, van een dergelijke veer te voorzien, zelfs nadat deze zijn geassembleerd. Een gebruiker/afnemer kan alsdan kiezen de pompjes als 5 geleverd te gebruiken ofwel deze pompjes te openen, de betreffende veer in de betreffende kamer te plaatsen en vervolgens de pompjes te herassembleren, in de oude toestand, met verbeterde werking, met name ook bij pompjes die met een reservoir althans gedeeltelijk boven het pompje worden toegepast.In such a method, a spring is arranged inside the pump, preferably as an auxiliary spring in a chamber between a piston and a wall of the chamber, such that when the pump is used the spring causes the piston to be pushed back to a starting position, at least supports this pushback. The spring can already be applied when the pump 30 is assembled, but it is also possible to use existing pumps, for example as marketed by Air spray International BV, Beverwijk, the Netherlands or Bentfield Europe BV, Hillegom, the Netherlands, to provide such a spring even after they have been assembled. A user / buyer can then choose to use the pumps as delivered or to open these pumps, to place the relevant spring in the relevant chamber and then to reassemble the pumps, in the old condition, with improved operation, in particular also with pumps which are applied with a reservoir at least partially above the pump.

10 In de verdere conclusies zijn nadere voordelige uitvoeringsvormen van een pomp volgens de uitvinding gegeven. Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoeringsvoorbeelden daarvan nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:In the further claims, further advantageous embodiments of a pump according to the invention are given. To clarify the invention, exemplary embodiments thereof will be further elucidated with reference to the drawing. It shows:

Fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van een bedieningseenheid volgens 15 de uitvinding tijdens het afgeven van schuim; fig. 2 een bedieningseenheid volgens fig. 1, doch na afgifte tijdens de terugstelbeweging; fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm van de bedieningseenheid volgens de uitvinding tijdens afgifte; 20 fig. 4 de bedieningseenheid volgens fig. 3 na afgifte tijdens de teragstelbeweging; en fig. 5 een uitvergroting van de afsluiter van de afvoer van de vloeistofjpomp in de bedieningseenheid volgens de uitvinding in twee werkingsstanden.FIG. 1 a first embodiment of a control unit according to the invention during the dispensing of foam; Fig. 2 shows an operating unit according to Fig. 1, but after delivery during the reset movement; Fig. 3 shows a second embodiment of the operating unit according to the invention during delivery; Fig. 4 shows the operating unit according to Fig. 3 after delivery during the setting movement; and Fig. 5 shows an enlargement of the shut-off valve of the discharge of the liquid pump in the operating unit according to the invention in two operating positions.

25 fig. 6 een algemene, schematische weergave van een veer volgens de uitvinding in een kamer van een pomp volgens de uitvinding; fig. 7A en B een veer volgens de uitvinding, in samengedrukte toestand, respectievelijk in bovenaanzicht en in zijaanzicht; fig· 8 en 9 twee alternatieve uitvoeringsvormen van een kamer met 30 hulpveer.Fig. 6 shows a general, schematic representation of a spring according to the invention in a chamber of a pump according to the invention; 7A and B show a spring according to the invention, in compressed state, in top view and in side view, respectively; 8 and 9 show two alternative embodiments of a chamber with an auxiliary spring.

1 0261 61 “ 61 0261 61 6

De in de tekening en de beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringsvormen zijn slechts ter illustratie getoond en dienen geenszins beperkend te worden uitgelegd. In deze beschrijving hebben gelijke of corresponderende delen gelijke of corresponderende verwijzingscijfers. In 5 deze beschrijving zal de pomp ook worden aangeduid als bedieningseenheid. Onder kamer dient in deze ten minste te worden begrepen een luchtkamer, welke gebruikelijk ook wordt aangeduid als zuigerkamer. In deze beschrijving dient onder hulpveer ten minste te worden begrepen een veer die het bewegen van de zuiger naar een uitgangspositie ondersteunt.The embodiments shown and described in the drawing and the description are only shown by way of illustration and should not be construed as being limitative in any way. In this description, the same or corresponding parts have the same or corresponding reference numerals. In this description, the pump will also be referred to as a control unit. A chamber in this context is understood to mean at least an air chamber, which is also commonly referred to as a piston chamber. In this description, an auxiliary spring is to be understood to mean at least a spring that supports the movement of the piston to a starting position.

10 ïn fig. 1 is met 1 schematisch een eerste uitvoeringsvorm van een bedieningseenheid volgens de uitvinding aangegeven. Deze bedieningseenheid 1 omvat een luchtpomp 2 en een vloeistofpomp 3.In Fig. 1, 1 schematically indicates a first embodiment of an operating unit according to the invention. This operating unit 1 comprises an air pump 2 and a liquid pump 3.

De luchtpomp 2 omvat een zuigerkamer 4 en een luchtringzuiger 5, welke zuiger 5 met de ring 6 in aanraking is met een binnenwand 7 van de 15 zuigerkamer 4, en voorts een ringvormig vlak gedeelte 8 bezit.The air pump 2 comprises a piston chamber 4 and an air ring piston 5, which piston 5 with the ring 6 is in contact with an inner wall 7 of the piston chamber 4, and furthermore has an annular flat portion 8.

De vloeistofpomp 3 omvat een vloeistofzuigerkamer 9 met een vloeistofzuiger 10. De vloeistofzuiger 10 is een in hoofdzaak cilindervormig tweezijdig open onderdeel en zal hierna ook kunnen worden aangeduid als zuigerstang 10.The liquid pump 3 comprises a liquid piston chamber 9 with a liquid piston 10. The liquid piston 10 is a substantially cylindrical two-sided open part and may hereinafter also be referred to as piston rod 10.

20 Genoemde vloeistofzuiger 10 vormt een geheel met een hedieningsonderdeel 11 en is onder tussenkomst van geschikte ribben 12 en 13 in een uitsparing 14 in het hedieningsonderdeel 11 opgenomen. Het zal duidelijk zijn dat genoemde ribben 12 respectievelijk 13 zowel op de buitenzijde van het uiteinde van de zuiger 10 of ook op de binnenzijde van 25 de uitsparing 14 aanwezig kunnen zijn. Het hedieningsonderdeel 11 omvat een uitstroomkanaal 15 en een afgeefopening 16. Met 17 is de plaats aangegeven, waar het hedieningsonderdeel met behulp van een vinger kan worden bediend.Said liquid piston 10 forms a whole with a hedging part 11 and is accommodated in a recess 14 in the hedging part 11 through suitable ribs 12 and 13. It will be clear that said ribs 12 and 13, respectively, can be present on the outside of the end of the piston 10 or also on the inside of the recess 14. The hedging component 11 comprises an outflow channel 15 and a dispensing opening 16. The location 17 indicates the location where the hedging component can be operated with the aid of a finger.

Het uiteinde van de vloeistofzuiger 10, dat is voorzien van ribben 12 30 respectievelijk 13 en is aangegeven met verwij zingscijfer 18, omvat een 10261 61 - 7 opening 22, en vormt een zitting 19 voor een dichtingselement 20, dat zich in de zuigerkamer 9 uitstrekt. Genoemd dichtingselement 20 kan met behulp van een dichtingsgedeelte 21 de opening 22 in het uiteinde 18 afdichten. Het dichtingselement 20 strekt zich anderzijds uit in een stop 23, 5 die bestaat uit een eenzijdig gesloten cilindervormig onderdeel, dat is voorzien van uitsteeksels 24, die tussen een schouder 25 en een aanslag 26 kan bewegen. Het gesloten eind van de stop 23 is aangegeven met 27. De stop 23 kan de toevoeropening 45 afdichten.The end of the liquid piston 10, which is provided with ribs 12 and 13 respectively and is indicated by reference numeral 18, comprises a 10261 61-7 opening 22, and forms a seat 19 for a sealing element 20 which extends into the piston chamber 9 . Said sealing element 20 can seal the opening 22 in the end 18 by means of a sealing section 21. The sealing element 20, on the other hand, extends into a stopper 23, 5 which consists of a cylindrical part closed on one side and provided with projections 24, which can move between a shoulder 25 and a stop 26. The closed end of the stop 23 is indicated by 27. The stop 23 can seal the supply opening 45.

Het dichtingselement 20 omvat aan een uiteinde 28 een aantal over 10 de omtrek verdeelde lippen 29 teneinde de aangrijping tussen genoemd element en het onderdeel 23 te bevorderen, en de wrijvingsweerstand te verhogen.The sealing element 20 comprises at a end 28 a number of lips 29 distributed over the circumference in order to promote engagement between said element and the component 23, and to increase the frictional resistance.

Met 30 is een veer aangegeven, die rust op de aanslag 26 en dient als primair terugstelmiddel voor het bedieningsonderdeel 11.Reference numeral 30 denotes a spring which rests on the stop 26 and serves as a primary reset means for the operating element 11.

15 Met 31 is een dopgedeelte aangegeven met een dichtingsring 32 en een inwendig schroefdraad 33, waarmee de bedieningseenheid op een opening van een vloeistofhouder kan worden geschroefd.Denoted at 31 is a cap portion with a sealing ring 32 and an internal thread 33, with which the operating unit can be screwed onto an opening of a liquid container.

Met 34 is een dompelbuis aangegeven, waarvan de lengte in het algemeen zodanig is, dat deze zich tot nabij de bodem van een reservoir van 20 de vloeistofhouder uitstrekt.Denoted by 34 is a dip tube, the length of which is generally such that it extends to near the bottom of a reservoir of the liquid container.

Met 35 is een mengkamer aangegeven die aan de binnenzijde is voorzien van schotten 36, waartegen het uiteinde 21 van het dichtingselement 20 kan afsteunen, zonder af te dichten. Met 37 en 38 zijn schuimvormingsonderdelen uit zeefmateriaal aangegeven. Dit zeefmateriaal 25 kan geschikt worden gekozen uit bijvoorbeeld poreuze materialen, gesinterde materialen, gaaszeven etc.Reference numeral 35 denotes a mixing chamber which is provided on the inside with partitions 36 against which the end 21 of the sealing element 20 can support, without sealing. 37 and 38 denote foam-forming parts made of screen material. This screen material can suitably be selected from, for example, porous materials, sintered materials, mesh screens, etc.

De afsluiter met dubbele werking wordt gevormd door het samenstel van de ringzuiger 5, een dichtingsring 39 die aan het bedieningsonderdeel 11 is bevestigd, een meenemer 40 met een rondgaande verdikking 41 en 30 uitsteeksels 42, en een meenemer 43 van het bedieningsonderdeel 11.The dual action valve is formed by the ring piston assembly 5, a sealing ring 39 attached to the operating element 11, a carrier 40 with a circumferential thickening 41 and projections 42, and a carrier 43 of the operating element 11.

10281-61 = 810281-61 = 8

Genoemd afeluitersamenstel is gedetailleerder weergegeven in de vergroting A van fig. 1.The aforementioned dispenser assembly is shown in more detail in the magnification A of Fig. 1.

In %. 1 is de uitvoeringsvorm tijdens de neerwaartse slag van let bedieningsonderdeel 11 getoond, waarbij vloeistof uit de vloeistofkamer 9 5 door de zuiger 10 tussen bet gedeelte 21 van bet dicbtingsonderdeel 20 en de zitting 22 van het uiteinde 18 van de zuigerkamer wordt doorbewogen en naar de mengkamer 35 gevoerd. Door de zuiger 5 wordt tussen de dichtingsring 39 en de door de ribben 12 respectievelijk 13 en de binnenwand van de uitsparing 14 gevormde kanalen lucht naar de 10 mengkamer 35 gevoerd. De vloeistof wordt in hoofdzaak dwars op de stromingsrichting getroffen door meerdere luchtstromen. De vloeistof treedt de mengkamer 35 dus in de vorm van een cilindervormige vloeistofstroom binnen, waardoor een uitstekende menging wordt verkregen.In %. 1 shows the embodiment during the downward stroke of the operating part 11, wherein liquid from the liquid chamber 9 is moved through the piston 10 between the part 21 of the sealing part 20 and the seat 22 of the end 18 of the piston chamber and to the mixing chamber 35. Air is fed through the piston 5 between the sealing ring 39 and the channels formed by the ribs 12 and 13 and the inner wall of the recess 14 to the mixing chamber 35. The liquid is struck substantially transversely of the direction of flow by several air flows. The liquid thus enters the mixing chamber 35 in the form of a cylindrical liquid stream, whereby an excellent mixing is obtained.

Na passage van de schuimvormingsonderdelen 37 en 38 in het 15 uitstroomkanaal 15 door het lucht-vloeistofmengsel wordt bij 16 een schuim afgegeven. Tijdens de neerwaartse beweging van het bedieningsonderdeel 11 wordt de veer 30 ingedrukt. Big. 1 toont nog net niet de geheel neergedrukte positie.After passage of the foam-forming parts 37 and 38 in the outflow channel 15 through the air-liquid mixture, a foam is delivered at 16. The spring 30 is depressed during the downward movement of the operating element 11. Pig. 1 does not yet show the fully depressed position.

Voorts wordt tijdens genoemde neerwaartse beweging de zuiger 5 20 door wrijving tussen het zuigergedeelte 6 en de wand 7 van de luchtpomp 2 de dichtingsring 39 tegen de schouder 43 gedrukt, waardoor tussen de meenemer 40 en de dichtingsring een verbinding met het door de ribben 12 van de vloeistofzuiger 10 en de binnenwand van de uitsparing 14 in het bedieningsonder- deel gevormde kanaal wordt gemaakt, en lucht aldus naar 25 de mengkamer kan stromen.Furthermore, during said downward movement, the piston 5 is pressed by friction between the piston part 6 and the wall 7 of the air pump 2 against the shoulder 43, whereby a connection between the driver 40 and the sealing ring is connected to it through the ribs 12 of the liquid piston 10 and the inner wall of the recess 14 are made in the channel formed in the operating part, and air can thus flow to the mixing chamber.

Bovendien wordt tijdens de neerwaartse beweging het dichtingselement 20 uit de zitting 22 gelicht door samenwerking tussen de binnenwand van het onderdeel 23 en de lippen 29 aan het uiteinde van genoemd dichtingselement 20. Daarbij dicht het onderdeel 23 de verbinding 30 met de houder, via de stijgbuis, af, en het uiteinde 44 van het onderdeel 23 10261 61 - 9 ligt daarbij in de zitting van de opening 45 van de vloeistofzuigerkamertoevoer. Tijdens deze beweging ligt het uiteinde 21 van het dichtingselement 20 aan tegen de schotten 36 in de mengkamer 35.Moreover, during the downward movement, the sealing element 20 is lifted out of the seat 22 by cooperation between the inner wall of the component 23 and the lips 29 at the end of said sealing element 20. The component 23 thereby closes the connection 30 with the holder via the riser and the end 44 of the part 23 10261 61-9 lies in the seat of the opening 45 of the liquid piston chamber supply. During this movement, the end 21 of the sealing element 20 abuts the baffles 36 in the mixing chamber 35.

In fig. 2 is de bedieningseenheid volgens fig. 1 getoond, in een 5 toestand na afgeven van schuim tijdens de terugstelbeweging van het bedieningsonderdeel 11. Vanuit de in fig. 2 getoonde stand kan de zuiger 5 nog verder omhoog, bijvoorbeeld zodanig ver dat de ring 6 zich over de opening 46 heen uitstrekt. Tijdens deze beweging wordt de ringzuiger 5 door wrijving tussen het gedeelte 6 en de wand 7 van de luchtpomp 2 enigszins 10 tegengehouden, doch wordt door de meenemer 40, respectievelijk de nokjes 42 daarvan meegenomen. Tijdens deze beweging drukt de ringvormige verdikking 41 de dichtingsring 39 van de rand 8 van de ringzuiger 5, waardoor de zuigerkamer 4 in verbinding wordt gesteld met omgevingslucht; welke kan toestromen via de doorgang 47 tussen het 15 bedieningsonderdeel 11 en de bevestigingskap 31, terwijl de verbinding met het uitstroomkanaal 15 wordt verbroken. In deze toestand is de afstand tussen de dichtingsring 39 en de meenemer 40 ter plaatse van de binnenrand 8 van de ringzuiger 5 groter dan de dikte van genoemde binnenrand 8, teneinde de afdichting tussen de dichtingsring 39 en de 20 meenemer 40, alsmede de toevoer van lucht aan de luchtzuigerkamer 4 toe te staan.Fig. 2 shows the operating unit according to Fig. 1, in a state after dispensing of foam during the return movement of the operating part 11. From the position shown in Fig. 2, the piston 5 can be raised even further, for example so far that the ring 6 extends over opening 46. During this movement the ring piston 5 is somewhat retained by friction between the part 6 and the wall 7 of the air pump 2, but is carried along by the driver 40 or the lugs 42 thereof. During this movement, the annular bulge 41 presses the sealing ring 39 off the edge 8 of the ring piston 5, so that the piston chamber 4 is connected to ambient air; which can flow through the passage 47 between the operating part 11 and the fixing cap 31, while the connection with the outflow channel 15 is broken. In this condition, the distance between the sealing ring 39 and the driver 40 at the inner edge 8 of the ring piston 5 is greater than the thickness of said inner edge 8, so as to provide the seal between the sealing ring 39 and the driver 40, as well as the supply of allow air to the air piston chamber 4.

Ook wordt tijdens de terugstelbeweging van het bedieningsonderdeel 11 het onderdeel 23 uit de zitting 45 gelicht, en de nokken 24 gaan daarbij aanliggen tegen de aanslag 26, waarbij vloeistof door de zuiger 10 via de 25 stijgbuis uit de houder in de vloeistofzuigerkamer 9 kan worden gezogen. Tijdens deze beweging dicht het gedeelte 21 van het dichtingselement 20 de opening 22 af door samenwerking met de zitting 19.Also, during the resetting movement of the operating part 11, the part 23 is lifted out of the seat 45, and the cams 24 thereby engage against the stop 26, whereby liquid can be sucked through the piston 10 via the riser pipe from the holder into the liquid piston chamber 9. . During this movement, the portion 21 of the sealing element 20 seals the opening 22 by cooperation with the seat 19.

Een kanaal 46 is in de luchtpomp 2 aanwezig teneinde de drukveranderingen in de houder te kunnen vereffenen, die ontstaan door 30 het verwijderen van vloeistof daaruit.A channel 46 is present in the air pump 2 in order to be able to equalize the pressure changes in the container, which are caused by the removal of liquid therefrom.

1 0281 el “ 101,0281 μl 10

Opgemerkt wordt dat in de rusttoestand van de bedieningseenheid 1 volegens de uitvinding de afvoer van de luchtpomp 2 door samenwerking tussen de dichtingsring 39 en de meenemer 40 gesloten is. Hierdoor kunnen na gebruik eventueel terugstromende vloeistofresten niet in de 5 luchtzuigerkamer 4 geraken.It is noted that in the state of rest of the operating unit 1 according to the invention, the discharge of the air pump 2 is closed by cooperation between the sealing ring 39 and the driver 40. As a result, any residual liquid residues flowing back after use cannot get into the air piston chamber 4.

In de kamer 4 is een hulpveer 60 volgens de uitvinding getoond, welke hulpveer 60 in de getoonde uitvoeringsvorm een in hoofdzaak conisch gewikkelde, bijvoorbeeld kunststof of metalen spiraalveer is. De hulpveer 60 heeft een draaddikte d en is opgesloten tussen de onderzijde van de zuiger 5, 10 in het bijzonder het vlak 8 en een bodem 62 van de kamer 4. Bij deze uitvoeringsvorm rust een einde van de hulpveer met een relatief kleine doorsnede op een hellend deel van de bodem 62 en ligt het einde met de relatief grote doorsnede tegen vlak 8, bij de overgang tussen dat vlak 8 en de ring 6. Zoals blijkt uit fig. 1 en 2 wordt de hulpveer 60 bij neerdrukken van 15 de zuiger 5 samengedrukt, waarbij de wikkelingen van de hulpveer 60 ten minste ten dele langs elkaar heen bewegen, waardoor de hulpveer kan worden samengedrukt tot een dikte die ongeveer overeenkomt met de dikte d van de draad, zoals nader toegelicht aan de hand van fig. 6 en 7.In the chamber 4 an auxiliary spring 60 according to the invention is shown, which auxiliary spring 60 in the shown embodiment is a substantially conically wound, for example plastic or metal coil spring. The auxiliary spring 60 has a wire thickness d and is confined between the underside of the piston 5, 10, in particular the surface 8, and a bottom 62 of the chamber 4. In this embodiment, an end of the auxiliary spring with a relatively small cross section rests on a inclined part of the bottom 62 and the end with the relatively large cross-section lies against surface 8, at the transition between that surface 8 and the ring 6. As appears from Figs. 1 and 2, the auxiliary spring 60 becomes depressed of the piston 5. compressed, wherein the windings of the auxiliary spring 60 move at least partially past each other, whereby the auxiliary spring can be compressed to a thickness which roughly corresponds to the thickness d of the wire, as further elucidated with reference to Figs. 6 and 7 .

De hulpveer 60 biedt het voordeel dat deze het terugstellen van de 20 zuiger 5 zoals beschreven aan de hand van fig. 2 zal ondersteunen, omdat de veer 30 daarvoor gebruikelijk onvoldoende kracht biedt. Daardoor wordt met een pomp 1 volgens de uitvinding verhinderd dat lekkage optreedt langs bijvoorbeeld de zitting 19, met name ook indien de opening 16 enigszins naar onder is gericht en ook wanneer binnen de pomp 1 25 bijvoorbeeld zeepresten uitgedroogd achterblijven, hetgeen de oppervlakken stroever zal maken en daardoor de beweging van de zuiger 5 en de zuigerstang 10 zal bemoeilijken.The auxiliary spring 60 offers the advantage that it will support the resetting of the piston 5 as described with reference to Fig. 2, because the spring 30 usually offers insufficient force for this purpose. As a result, with a pump 1 according to the invention, leakage is prevented along for instance the seat 19, in particular also if the opening 16 is directed slightly downwards and also when, for example, soap residues remain dried out inside the pump 1, which will make the surfaces stiffer. and thereby will make the movement of the piston 5 and the piston rod 10 more difficult.

Doordat de hulpveer 60 nagenoeg vlak kan worden samengedrukt kan een relatief sterke veer worden toegepast zonder dat een significant verlies 30 aan slaglengte optreedt.Because the auxiliary spring 60 can be compressed almost flat, a relatively strong spring can be applied without a significant loss of stroke length occurring.

1026161- 111026161-11

In fig. 3 is een tweede uitvoeringsvorm van een bedieningeeenheid volgens de uitvinding getoond, die grotendeels gelijk is aan die volgens fig. 1 en 2, en waarbij voor overeenkomstige onderdelen dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt. De afsluiter met dubbele werking is in deze 5 figuur echter op een andere wijze uitgevoerd. De afsluiter wordt in dit geval niet gevormd door een afzonderlijke dichtingsring, doch vormt hier een onderdeel van de ringzuiger 5.Fig. 3 shows a second embodiment of an operating unit according to the invention, which is largely the same as that according to Figs. 1 and 2, and wherein the same reference numerals are used for corresponding parts. However, the double-action valve is designed in a different way in this figure. The valve is in this case not formed by a separate sealing ring, but forms here a part of the ring piston 5.

De ringzuiger 5 omvat een cilindervormig gedeelte 52, dat in dit geval tussen de nokken 12 en de uitsparing 14 aan het bedieningsonderdeel 11 is 10 bevestigd en flexibel over enige afstand vrij ten opzichte van het bedieningsonderdeel 11 kan bewegen.The ring piston 5 comprises a cylindrical part 52 which in this case is fixed between the projections 12 and the recess 14 on the operating part 11 and can move freely over some distance with respect to the operating part 11.

Het zal duidelijk zijn dat deze bevestiging echter niet noodzakelijk is en de ringzuiger 5 eveneens als een afzonderlijk los onderdeel kan worden toegepast bij deze uitvoering.It will be clear, however, that this attachment is not necessary and that the ring piston 5 can also be used as a separate loose part in this embodiment.

15 Een gedeelte 55 van de ringzuiger 5 is voorzien van rondgaande verdikkingen 53 en 54 waartussen zich luchttoevoeropeningen 52 bevinden. De verdikkingen 53 en 54 kunnen samenwerken met respectievelijk meenemers 50 en 51, die respectievelijk aanwezig zijn op het bedieningsonderdeel 11 en de vloeistofzuiger 10. De meenemer 50 bezit een 20 grotere radiale afmeting dan de meenemer 51.A portion 55 of the ring piston 5 is provided with circumferential thickenings 53 and 54 between which air supply openings 52 are located. The bulges 53 and 54 can cooperate with carriers 50 and 51, respectively, which are respectively present on the operating part 11 and the liquid piston 10. The carrier 50 has a larger radial dimension than the carrier 51.

Bij de neerwaartse slag, tijdens het afgeven van schuim, bevindt de bedieningeeenheid 11 zich in de toestand volgens fig. 3 waarbij lucht tussen de meenemer 51 en de verdikking 54 op het zuigergedeelte 55 door kan bewegen naar de kanalen die zijn gevormd door de ribben 12,13 en de 25 binnenwand 14 van het bedieningsonderdeel 11.During the downward stroke, during the dispensing of foam, the operating unit 11 is in the condition according to Fig. 3, whereby air can move between the carrier 51 and the bulge 54 on the piston part 55 to the channels formed by the ribs 12 13 and the inner wall 14 of the operating part 11.

Na afgeven zal het bedieningsonderdeel 11 naar de uitgangstoestand worden ierugbewogen en daarbij bijvoorbeeld de toestand volgens fig. 4 aannemen of daar voorbij, zodat de ring 6 zich voor de opening 46 uitstrekt. In deze toestand kan lucht via de tussenruimte 47, tussen de meenemer 50 1 0261 61 - 12 en de ringvormige verdikking 53 door, en door de toevoeropeningen 52 in d© luchtzuigerkamer 4 stromen.After dispensing, the operating part 11 will be moved back to the starting position and thereby assume, for example, the situation according to Fig. 4 or beyond, so that the ring 6 extends in front of the opening 46. In this condition, air can flow through the gap 47, between the carrier 50 and the annular thickening 53, and through the supply openings 52 into the air piston chamber 4.

Bij deze uitvoeringsvorm is een hulpveer 60 in de kamer 4 opgenomen die enigszins diabolovormig is, waarbij de taille 63 van de Imlpveer ter 5 hoogte van de schouder 64 van het bodemvlak 61 ligt. Be taille 63 heeft daarbij bij voorkeur een zodanige doorsnede, in ontspannen toestand, dat de zuigerstang 10 daardoor met ruimte wordt omgeven. Een einde ligt wederom tegen de onderzijde 8 van de zuiger 5, terwijl het andere einde van de hulpveer 60 in of nabij de oksel 65 tussen de bodem 62 en de zijwand Ί 10 van de kamer 4 ligt. Hierdoor kan een relatief lange veer 60 in de kamer 4 worden op genomen, die sterk kan worden samengedrukt, zonder dat kleponderdelen in of rond de zuiger 5 daardoor worden gehinderd en nagenoeg zonder verlies aan slaglengte van de zuiger 6. Eventueel kan ook een hulpveer 60 worden toegepast die in ontspannen toestand nagenoeg 15 cilindrisch is doch zodanig is gewikkeld dat deze bij samendrukken wordt gefailleerd.In this embodiment an auxiliary spring 60 is received in the chamber 4 which is somewhat diabolo-shaped, the waist 63 of the Implating spring being at the level of the shoulder 64 of the bottom surface 61. The waist 63 then preferably has such a cross-section, in the relaxed state, that the piston rod 10 is thereby surrounded with space. One end again lies against the underside 8 of the piston 5, while the other end of the auxiliary spring 60 lies in or near the armpit 65 between the bottom 62 and the side wall 10 of the chamber 4. A relatively long spring 60 can hereby be received in the chamber 4, which can be strongly compressed, without valve parts in or around the piston 5 being impeded thereby and substantially without loss of stroke length of the piston 6. Optionally, an auxiliary spring 60 can also can be used which is substantially cylindrical in the relaxed state but is wound in such a way that it is flanged upon compression.

In hg. 5 is een uitvergroting van een bijzondere uitvoeringsvorm van het dichtingsgedeelte 21 van het dichtingselement 20 getoond, boven tijdens afgifte van vloeistof ui t de vloeistofzuigerkamer 9 en beneden tijdens vullen 20 van de vloeistofzuigerkamer 9. Het dichtingsgedeelte 21 omvat een aantal, bij voorkeur vier over de omtrek verdeelde positioneemokken 56. Een goede positionering van het dichtingselement 20 en het dichtingsgedeelte 21 daarvan ten opzichte van de opening 22 verschaft een symmetrische cilindervormige vloeistofuitstroming, die de kwaliteit van het uiteindelijk 25 gevormde schuim zeer ten goede komt. Dit is in het bijzonder van belang bij viskeuzere vloeistoffen.In hg. 5 is an enlargement of a special embodiment of the sealing portion 21 of the sealing element 20, above during delivery of liquid from the liquid piston chamber 9 and below during filling of the liquid piston chamber 9. The sealing portion 21 comprises a number, preferably four over the circumference divided position mugs 56. Proper positioning of the sealing element 20 and the sealing portion 21 thereof with respect to the opening 22 provides a symmetrical cylindrical fluid flow, which greatly improves the quality of the foam ultimately formed. This is particularly important with viscous liquids.

Het zal duidelijk zijn dat hoewel in hg. 1 en 2 een rondgaande nok op de meenemer aanwezig is deze meenemer eveneens vlak kan worden uitgevoerd, en een rondgaande verdikking op de dichtingering worden 30 aangebracht. Hetzelfde geldt voor de uitvoeringsvorm volgens hg. 3 en 4 1 0261 61 - 13 waarbij in plaats van verdikkingen op de zuiger eveneens rondgaande verdikking op de betreffende meenemers kunnen worden aangebracht.It will be clear that although in hg. 1 and 2 a circumferential cam is present on the carrier, this carrier can also be made flat, and a circumferential thickening can be provided on the sealing ring. The same applies to the embodiment according to hg. 3 and 4 1 0261 61 - 13, wherein instead of thickenings on the piston it is also possible to arrange circumferential thickening on the relevant carriers.

Aldus wordt een gelijksoortige werking verkregen.A similar effect is thus obtained.

Fig. 6 toont schematisch een kamer 61 van een pomp 1 volgens de 5 uitvinding, welke kamer de luchtkamer 4 kan zijn als getoond in fig. 1 - 4 of een andere kamer onder een zuiger in een dergelijke pomp. Duidelijk is dat hier de hulpveer 60 een in hoofdzaak conische gewikkelde spiraalveer is met een draaddikte d. De hulpveer 60 rust met zijn kleine einde, dat wil zeggen het einde met de kleinste doorsnede Dl op de bodem 62 en met zijn einde 10 met de grote doorsnede D2 tegen de naar de kamer 61 gekeerde onderzijde van de zuiger 5. Duidelijk is ook de veer 30 in de vloeistofkamer 9. Indien de zuiger 5 omlaag wordt gedrukt, in de richting P van de bodem 62 wordt de hulpveer 60 samengedrukt. De wikkelingen 65 van de hulpveer 60 zullen dan als gevolg van de conische vorm naast elkaar worden gedrukt, zoals 15 weergegeven in fig. 7.FIG. 6 schematically shows a chamber 61 of a pump 1 according to the invention, which chamber can be the air chamber 4 as shown in FIGS. 1-4 or another chamber under a piston in such a pump. It is clear here that the auxiliary spring 60 is a substantially conically wound coil spring with a wire thickness d. The auxiliary spring 60 rests with its small end, i.e. the end with the smallest cross section D1, on the bottom 62 and with its end 10 with the large cross section D2 against the underside of the piston 5 facing the chamber 61. spring 30 in the fluid chamber 9. If the piston 5 is pressed down, in the direction P of the bottom 62, the auxiliary spring 60 is compressed. The windings 65 of the auxiliary spring 60 will then be pressed next to each other as a result of the conical shape, as shown in Fig. 7.

Fig. 7A toont in bovenaanzicht een veer 60 als getoond in fig. 6, in samengedrukte toestand. Fig. 7B toont deze hulpveer 60 in zijaanzicht, eveneens in samengedrukte toestand. Duidelijk is dat de wikkelingen 65 naast elkaar liggen en de samengedrukte hulpveer 60 een totale hoogte 20 heeft die ongeveer gelijk is aan de dikte d van de draad waaruit deze is gewikkeld. De hulpveer 60 neemt daardoor in siagrichting van de zuiger 5 een minimale ruimte in.FIG. 7A shows in top view a spring 60 as shown in FIG. 6, in the compressed state. FIG. 7B shows this auxiliary spring 60 in side view, also in a compressed state. It is clear that the windings 65 lie side by side and the compressed auxiliary spring 60 has a total height 20 which is approximately equal to the thickness d of the wire from which it is wound. The auxiliary spring 60 therefore takes up a minimal space in the direction of movement of the piston 5.

In fig. 8 is een kamer 4 van een pomp 1 volgens de uitvinding getoond, vergelijkbaar met die volgens fig. 1 - 4, waarbij de hulpveer 60 is 25 geplaatst vergelijkbaar met de positie volgens fig. 6. Duidelijk is dat hierbij de hulpveer 60 in geheel samengedrukte toestand zich tussen de meenemer 40 en de schouder 64 zal uitstrekken. Voordeel van deze oplossing is dat de hulpveer 60 niet kan verschuiven omdat deze door de zuigerstang 10 wordt opgesloten.Fig. 8 shows a chamber 4 of a pump 1 according to the invention, similar to that according to Figs. 1-4, wherein the auxiliary spring 60 is placed similar to the position according to Fig. 6. It is clear that the auxiliary spring 60 is hereby herein in fully compressed state will extend between the driver 40 and the shoulder 64. The advantage of this solution is that the auxiliary spring 60 cannot shift because it is confined by the piston rod 10.

1 0261-61 - 141 0261-61 - 14

In fig. 9 is een kamer 4 van een pomp 1 volgens de uitvinding getoond, vergelijkbaar met die volgens fig. 1-4, waarbij de hulpveer 60 is aangebracht tussen de bodem 62 van de kamer 4, in bet bijzonder nabij de oksel 65 en de fiensvormige meenemer 40. De bulpveer 60 kan daarbij 5 wederom zodanig worden samengedrukt dat deze nagenoeg geen ruimte inneemt in slagrichting van de zuiger 5 gezien.Fig. 9 shows a chamber 4 of a pump 1 according to the invention, similar to that according to Figs. 1-4, wherein the auxiliary spring 60 is arranged between the bottom 62 of the chamber 4, in particular near the armpit 65 and the drive-shaped carrier 40. The bail spring 60 can again be compressed in such a way that it occupies virtually no space in the direction of travel of the piston 5.

Het zal duidelijk zijn dat alle combinaties van pompen en bulpveren als getoond ook kunnen worden gemaakt binnen de uitvinding.It will be appreciated that all combinations of pumps and bulp springs as shown can also be made within the invention.

De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de beschrijving en 10 tekeningen getoonde uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk binnen bet door de conclusies geschetste raam van de uitvinding.The invention is in no way limited to the embodiments shown in the description and drawings. Many variations thereof are possible within the scope of the invention outlined by the claims.

Zo kan een pomp volgens de uitvinding anders zijn opgebouwd, waarbij evenwel steeds een luchtzuiger zal zijn voorzien voor het naar een schuimkamer verplaatsen van lucht of een ander gas. Volgens de uitvinding 15 zal in een door deze zuiger begrensde kamer een hulpveer worden aangebracht. De hulpveer kan een andere dan de getoonde vorm hebben, zolang de slaglengte van de zuiger door de hulpveer niet, althans slechts minimaal wordt beïnvloed. Ook kunnen andere typen veren in de kamer worden opgenomen. De hulpveer wordt daarbij bij voorkeur zodanig 20 opgesteld en gevormd dat deze klepmiddelen en dergelijke van de pomp niet beïnvloeden. De hulpveer wordt bij voorkeur in een slechts door gas, in het bijzonder lucht doorstroomde kamer geplaatst omdat bijvoorbeeld verkleving of oxidatie door de af te geven vloeistof daardoor wordt verhinderd, althans tot een minimum wordt beperkt.A pump according to the invention can for instance be constructed differently, wherein, however, an air piston will always be provided for moving air or another gas to a foam chamber. According to the invention, an auxiliary spring will be provided in a chamber bounded by this piston. The auxiliary spring can have a shape other than the one shown, as long as the stroke length of the piston is not, at least only minimally, affected by the auxiliary spring. Other types of springs can also be included in the chamber. The auxiliary spring is thereby preferably arranged and shaped such that it does not affect valve means and the like of the pump. The auxiliary spring is preferably placed in a chamber which only flows through gas, in particular air, because, for example, adhesion or oxidation by the liquid to be dispensed is thereby prevented, or at least limited to a minimum.

25 10261 61 -25 10261 61 -

Claims

Pump for a dispenser for air-liquid mixtures, wherein the pump (1) comprises at least one chamber (4, 61) through which air is supplied and discharged, in which a piston (5) is provided for foaming means ( 35, 37, 38) supplying air, wherein an auxiliary spring (60) is arranged in the chamber (4, 61) which rests on the one hand against a wall (62) of the chamber (4, 61) and on the other hand against the piston (5), such that the piston is biased by the auxiliary spring (60) into a closed position, the auxiliary spring (60) being preferably at least partially conical.

2. Pump according to claim 1, wherein the auxiliary spring (60) is a substantially conically wound coil spring.

Pump according to claim 2, wherein the auxiliary spring (60) is arranged such that an end of a relatively small cross-section (D1) of the conical spring rests against said wall (62) of the chamber (4, 61) and an end with relatively large cross section (D2) against the piston (5).

A pump according to claim 2 or 3, wherein the auxiliary spring (60) is wound such that when it is fully compressed, windings (65) of the auxiliary spring (60) lie within each other.

5. Pump as claimed in any of the foregoing claims, wherein the auxiliary spring (60) is placed around a piston rod (10) of the piston (5), which piston rod (10) is substantially hollow and extends through the wall (62) of the chamber (4, 61) against which the auxiliary spring (61) rests.

Pump according to one of the preceding claims, wherein the chamber (4, 61) in which the auxiliary spring (60) is arranged is formed at least in part by the foaming means (35, 37, 38).

Pump according to one of the preceding claims, wherein the pump comprises a liquid chamber (9) in which a coil spring (30) is provided which, with the piston (5) pressed down, biases the piston (5) in a starting position and in 1 02 8'i - particularly engages a piston rod (10) of the piston (5), said auxiliary spring (60) being provided in said chamber (4, 61) as a second spring.

8. Dispenser provided with a pump according to any one of the preceding claims.

A method for forming a pump according to any one of the preceding claims, wherein an auxiliary spring is arranged in a chamber of the pump for pressing back a piston of the pump in a closed position.

10. Method as claimed in claim 9, wherein an existing pump is partially disassembled after which the auxiliary spring is arranged in the relevant chamber and after which the pump is again assembled in the condition for placing the auxiliary spring. 1026161-