NL1025708C2 - Inrichting voor het verbinden van twee offshore units. - Google Patents
Inrichting voor het verbinden van twee offshore units. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1025708C2 NL1025708C2 NL1025708A NL1025708A NL1025708C2 NL 1025708 C2 NL1025708 C2 NL 1025708C2 NL 1025708 A NL1025708 A NL 1025708A NL 1025708 A NL1025708 A NL 1025708A NL 1025708 C2 NL1025708 C2 NL 1025708C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- frame
- offshore
- unit
- coupling
- steel cable
- Prior art date
Links
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 claims description 45
- 239000010959 steel Substances 0.000 claims description 45
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 37
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 37
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 37
- 238000007667 floating Methods 0.000 claims description 15
- 238000010276 construction Methods 0.000 claims description 9
- 239000004020 conductor Substances 0.000 claims description 3
- 230000007935 neutral effect Effects 0.000 description 14
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 7
- 230000007613 environmental effect Effects 0.000 description 4
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 3
- 238000009434 installation Methods 0.000 description 3
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 3
- 238000006243 chemical reaction Methods 0.000 description 2
- 238000004023 plastic welding Methods 0.000 description 2
- 230000004308 accommodation Effects 0.000 description 1
- 238000005452 bending Methods 0.000 description 1
- 238000013016 damping Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 1
- 238000004904 shortening Methods 0.000 description 1
- 238000003860 storage Methods 0.000 description 1
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63B—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING
- B63B21/00—Tying-up; Shifting, towing, or pushing equipment; Anchoring
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63B—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING
- B63B22/00—Buoys
- B63B22/02—Buoys specially adapted for mooring a vessel
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B63—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
- B63B—SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING
- B63B22/00—Buoys
- B63B22/02—Buoys specially adapted for mooring a vessel
- B63B22/021—Buoys specially adapted for mooring a vessel and for transferring fluids, e.g. liquids
- B63B22/025—Buoys specially adapted for mooring a vessel and for transferring fluids, e.g. liquids and comprising a restoring force in the mooring connection provided by means of weight, float or spring devices
Landscapes
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Ocean & Marine Engineering (AREA)
- Excavating Of Shafts Or Tunnels (AREA)
- Bridges Or Land Bridges (AREA)
- Joints Allowing Movement (AREA)
- Details Of Connecting Devices For Male And Female Coupling (AREA)
- Earth Drilling (AREA)
Description
Titel: Inrichting voor het verbinden van twee offshore units
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verbinden van twee offshore units en voorzien van een koppelelement dat via een eerste stel koppelmiddelen verbindbaar is met de ene offshore unit en via een tweede stel koppelmiddelen met de andere offshore unit, waarbij 5 verder terugstellende voorzieningen aanwezig zijn voor het opvangen van bewegingen tussen beide offshore units.
Een dergelijke verbindingsinrichting wordt bijvoorbeeld toegepast bij het verbinden van een tenderboorunit en een wellhead platform of een productieplatform. Dergelijke verbindingsinrichtingen worden in het 10 algemeen relatief stijf en star uitgevoerd, waardoor ze alleen te gebruiken zijn onder relatief milde omgevingscondities.
Voor het verkrijgen van een meer flexibele verbinding is het bekend stretchers te gebruiken, dat wil zeggen lijnen met veel rek die onder voorspanning tussen de beide offshore units worden aangebracht. Een 15 gevolg hiervan is dat de beide offshore units naar elkaar toe worden getrokken. Om dit te voorkomen moet de voorspanning in de stretchers worden gecompenseerd door de positioneringssystemen van de offshore units, bijvoorbeeld anker- of thrustersystemen. Dit leidt er veelal toe dat aanvullende ankerlijnen moeten worden aangebracht, hetgeen extra 20 investeringen en installatietijd vergt.
Een andere mogelijkheid om een flexibele verbinding tussen twee offshore units tot stand te brengen is het toepassen van een jukconstructie met een ballastgewicht. Hierbij is een relatief zwaar ballastgewicht nodig. Een dergelijke verbindingsinrichting wordt onder andere toegepast om 25 tankers aan offloadingstations te koppelen. Het ballastgewicht hangt aan scharnierbaar met een offshore unit verbonden stangen. Bij deze oplossing wordt het draagvermogen van de offshore unit aanzienlijk verlaagd.
1025708 2
Bovendien is de grootte van het ballastgewicht zodanig, dat de installatie daarvan niet op zee kan geschieden, maar vooraf reeds in de haven dient plaats te vinden.
Doel van de uitvinding is een verbindingsinrichting van de in de 5 aanhef omschreven soort zodanig te verbeteren, dat deze ook onder relatief ruwe omgevingscondities kan worden gebruikt en niet onderhevig is aan de bovenomschreven nadelen en problemen.
Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat het koppelelement een frame omvat, 10 beide stellen koppelmiddelen het frame op een, een zwenking en rotatie toelatende wijze verbinden met de ene respectievelijk de andere offshore unit ten minste een stel koppelmiddelen voorzien is van een eerste en een tweede langgerekt élement, waarbij elk langgerekt element via een 15 eerste, zwenking en rotatie toelatende constructie verbonden is met een der offshore units en op afstand van die eerste, via een tweede, zwenking en rotatie toelatende constructie met het frame, waarbij het eerste langgerekte element zich op afstand van het tweede langgerekte element uitstrekt tussen het frame en bedoelde ene offshore unit, en 20 de terugstellende voorzieningen een eerste en een tweede veerkrachtig element omvatten, welke veerkrachtige elementen elk stationair verbonden zijn met bedoelde ene offshore unit en of het eerste of het tweede langgerekte element naar een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende stand dringen.
25 Door deze maatregelen kunnen een zwaar ballastgewicht en extra ankerlijnen voor de offshore units achterwege blijven, omdat een verplaatsing van de beide offshore units ten opzichte van elkaar via het frame zal resulteren in een zwenking en/of rotatie van de langgerekte elementen uit hun zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende stand. Dit leidt 30 tot het in de veerkrachtige elementen opwekken van terugstelkrachten, die 1025708 3 de langgerekte elementen weer naar hun in hoofdzaak verticale stand terug willen dringen, waardoor horizontale reactiekrachten op het frame worden uitgeoefend, die tegengesteld zijn aan de richting van de relatieve verplaatsing die de beide offshore units ondergingen. Deze reactiekrachten 5 dringen derhalve de offshore units via het frame terug naar de neutrale uitgangspositie.
Een bijzonder voordeel van deze constructie is dat, in tegenstelling tot bij de bekende verbindingsinrichtingen met stretchers, extra ankerlijnen en baUastgewichten achterwege kunnen blijven, zodat in de neutrale 10 uitgangspositie geen krachten op de verbindingsinrichting en daarmee ook niet tussen of op de twee offshore units werkzaam zijn. Als extra voordeel komt daar nog bij, dat de verbindingsinrichting relatief simpel, volledig controleerbaar en ter plaatse is te installeren.
De inrichting kan daarbij verder zodanig zijn uitgevoerd, dat het 15 frame is voorzien van een eerste paar aangrijppunten voor de langgerekte elementen van het eerste stel koppelmiddelen en van een tweede paar aangrijppunten voor de langgerekte elementen van het tweede stel koppelmiddelen, waarbij dan het frame bij voorkeur rechthoekig is uitgevoerd, waarbij op elk hoekpunt telkens een langgerekt element 20 aangrijpt. Op deze wijze zijn beide offshore units uit te rusten met opvangende en terugstellende voorzieningen. Evenwel wordt er volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorkeur voor uitgesproken, dat het frame een driehoeksframe is en een der stellen koppelmiddelen een koppelorgaan is dat een bolscharnier omvat, dat zich ter plaatse van een 25 eerste hoekpunt van het driehoeksframe bevindt, terwijl het eerste langgerekte element van het andere stel koppelmiddelen aangrijpt op een tweede hoekpunt en het tweede langgerekte element op een derde hoekpunt van het driehoeksframe. Een dergelijke uitvoering van de inrichting heeft het voordeel, dat bij een der offshore units de aan te brengen voorzieningen 30 tot een minimum kunnen worden beperkt, bijvoorbeeld alleen maar een 1025708 4 bolscharnier of zelfs slechts de mogelijkheid om een bolscharnier met de offshore unit te verbinden. Dit is in het bijzonder voordeelbiedend bij offshore units die tijdens gebruik slechts een enkele keer met een andere offshore unit hoeven te worden verbonden. Tijdens het andere, normale 5 gebruik hoeven dan geen voorzieningen aanwezig te zijn voor het verbinden, welke voorzieningen dat andere, normale gebruik zouden kunnen storen.
Om op zo efficiënt en effectief mogelijke wijze de diverse relatieve verplaatsingen van de offshore units te kunnen opvangen, is er volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding in voorzien, dat de zwenking en 10 rotatie toelatende constructies een zwenking om drie, onderling loodrechte hartlijnen toestaan.
Een relatief eenvoudige, doch uiterst efficiënte uitvoering is te verkrijgen als althans de langgerekte elementen bestaan uit een staalkabel, waarbij het dan verder de voorkeur verdient, dat elke staalkabel via een lier 15 met de betreffende offshore unit is verbonden. Dit biedt in combinatie met het veerkrachtige element de mogelijkheid de inrichting door inkorten of verlengen van de staalkabel op eenvoudige wijze af te stemmen op het betreffende toepassingsgeval, zowel wat betreft positionering, dat wil zeggen dimensioneringen van de beide offshore units als de wijze van opvanging 20 van onderlinge verplaatsingen tussen de units, dat wil zeggen de instelling van de voorspankracht in de veerkrachtige elementen, met andere woorden de veerkarakteristiek van de verbindingsinrichting. Teneinde daarbij inkorten en verlengen van de staalkabel alsmede de beoogde zwenking daarvan rond zijn verticale stand om bij voorkeur drie onderling loodrechte 25 horizontale hartlijnen zo optimaal mogelijk te kunnen uitvoeren, verdient het volgens een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding de voorkeur, dat de staalkabel vanaf zijn verbinding met de andere offshore unit, via bijvoorbeeld een lier, eerst over een, bij voorkeur scharnierende, draadgeleider loopt alvorens zich in hoofdzaak verticaal te gaan 30 uitstrekken.
1025708 5
Om de verbindingsinrichting eenvoudig en snel te kunnen installeren, wordt verder voorgesteld, dat de staalkabel is voorzien van zwenking en rotatie toelatende verbindingsmiddelen voor koppeling met het frame en van verbindingsmiddelen voor koppeling met een veerkrachtig 5 element. Als daarbij verder de verbindingsmiddelen voor het koppelen van de staalkabel met het frame op afstand liggen van die met het veerkrachtige element, waarbij het deel van de staalkabel, dat zich tussen beide verbindingsmiddelen bevindt, over een met de offshore unit, bij voorkeur scharnierend, verbonden draadgeleider loopt, is op eenvoudige wijze het zich 10 verticaal uitstrekken van de staalkabel in de neutrale stand te bewerkstelligen, terwijl tevens de zwenking van de staalkabel bij het ten opzichte van elkaar bewegen van de offshore units nauwkeurig gecontroleerd wordt uitgevoerd en begeleid.
Als bijvoorbeeld het frame bij aanvang van de installatie van de 15 verbindingsinrichting met de ene offshore unit is verbonden, kan de koppeling daarvan met een staalkabel snel en doeltreffend worden uitgevoerd, als de staalkabel ter plaatse van de verbindingsmiddelen met het frame is onderbroken.
Een andere mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding is te 20 verkrijgen, als een langgerekt element wordt gevormd door een via een om althans drie onderling loodrechte assen zwenkbaar scharnier met de betreffende offshore unit verbonden stang, die verder via een om althans drie onderling loodrechte assen zwenkbaar scharnier met het frame en al dan niet via een tussenelement, bij voorkeur een staalkabel, met het 25 veerkrachtige element is verbonden.
Voor het opwekken van een demping en een terugstelkracht wordt er overeenkomstig een verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding een voorkeur voor uitgesproken, dat een veerkrachtig element wordt gevormd door een veerkrachtige kunststofkabel. Is daarbij de veerkrachtige 30 kunststofkabel via een lier verbonden met de betreffende offshore unit, dan 1025708 6 is een verdere voordeelbiedende instelmogelijkheid voor de voorspanning en daarmee de opvangende en terugstellende werking van de inrichting volgens de uitvinding verkregen. Deze instelmogelijkheid is desgewenst te combineren met de bovenbesproken instelmogelijkheid bij een staalkabel 5 afkomstig van een her.
Een andere mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding is te verkrijgen, als ten minste een veerkrachtig element wordt gevormd door een hydropneumatische spanunit. Ook deze kan zowel bij de uitvoering met staalkabels als bij die met scharnierende stangen worden toegepast.
10 De te verbinden offshore units, waarbij gedacht kan worden aan platforms, barges en schepen, kunnen beide drijvende units zijn. Ook kan er sprake zijn van een drijvende unit en een op een bodem staande unit. Zo kan de verbindingsinrichting bijvoorbeeld worden gebruikt om een drijvende tenderboorunit te koppelen aan een wellhead platform. Daarbij kan het 15 wellhead platform dan zowel een drijvende unit zijn, die met behulp van een ankersysteem of tension leg systeem op zijn plaats wordt gehouden, als een op een bodem onder water staande constructie. De drijvende tenderboorunit kan zowel met behulp van een ankersysteem als een dynamic positioning system met propellers dan wel door een combinatie van beide op zijn plaats 20 worden gehouden. Andere mogelijkheden waarbij de verbindingsinrichting volgens de uitvinding kan worden toegepast, zijn bijvoorbeeld de verbinding tussen een drijvende tanker en een drijvend dan wel een op een bodem onder water staand offloading station of productie platform, of meer in het algemeen daar waar offshore units, zoals een offshore platform, een barge of 25 een schip, voor het uitvoeren van werkzaamheden, veelal tijdelijk, relatief dicht bij elkaar moeten worden geplaatst. Daarbij kan gedacht worden aan units uitgevoerd als werk-, kraan-, boor-, tender-, accommodatie-, opslag-, productie- of transportunit en dergelijke.
Indien de ene offshore unit een op een bodem staande unit is en de 30 andere offshore unit een drijvende unit, verdient het overeenkomstig een 1025708 7 voorkeursuitvoeringsvorcn van de uitvinding de voorkeur, dat het frame is ingericht om door het bolscharnier met de op de bodem staande offshore unit en door de terugstellende voorzieningen met de drijvende offshore unit te worden verbonden. Door het nemen van deze maatregelen hoeven de 5 voorzieningen op de op de bodem staande offshore unit slechts minimaal te zijn, bijvoorbeeld alleen maar het aanbrengen van het bolscharnier met driehoeksframe, of zelfs alleen maar voorzieningen voor het vastzetten van het bolscharnier.
Onder verwijzing naar een in de tekening uitsluitend bij wijze van 10 niet beperkend voorbeeld weergegeven uitvoeringsvorm zal de verbindingsinrichting volgens de uitvinding thans nader worden toegelicht. Daarbij toont:
Fig. 1 in zijaanzicht een wellhead platform en een tenderunit 15 gekoppeld door een verbindingsinrichting volgens de uitvinding;
Fig. 2 een bovenaanzicht van Fig. 1;
Fig. 3 in perspectief het wellhead platform volgens Fig. 1 en 2;
Fig. 4 in zijaanzicht de verbindingsinrichting in een neutrale stand 20 waarbij het wellhead platform en de tenderunit zich in een gewenste, vooraf bepaalde onderlinge stand bevinden;
Fig. 5 in zijaanzicht de verbindingsinrichting in een stand waarbij het wellhead platform en de tenderunit ten opzichte van de neutrale stand naar elkaar toe zijn verplaatst; 25 Fig. 6 in zijaanzicht de verbindingsinrichting in een stand waarbij het wellhead platform en de tenderunit ten opzichte van de neutrale stand uit elkaar zijn verplaatst;
Fig. 7 in bovenaanzicht de verbindingsinrichting in een neutrale stand waarbij het wellhead platform en de tenderunit zich in 30 een gewenste, vooraf bepaalde onderlinge stand bevinden; 1025708 8
Fig. 8 in bovenaanzicht de verbindingsinrichting in een stand waarbij het wellhead platform en de tenderunit vanuit de neutrale stand ten opzichte van elkaar zijn verdraaid; en Fig. 9 in bovenaanzicht de verbindingsinrichting in een stand waarbij 5 het wellhead platform en de tenderunit vanuit de neutrale stand ten opzichte van elkaar zijn verplaatst, waardoor een verschoven positie wordt ingenomen.
In Fig. 1 - 3 is een drijvende, verankerde offshore unit in de vorm 10 van een wellhead platform 1 weergegeven, dat voorzien is van een dek 2 en op niet getoonde wijze is verankerd aan een bodem onder water. Verder tonen Fig. 1 3 een nabij het wellhead platform 1 op niet nader weergegeven wijze afgemeerde, drijvende offshore unit in de vorm van een tenderunit 3.
Het wellhead platform 1 en de tenderunit 3 zijn onderling 15 gekoppeld door een verbindingsinrichting 4, die voorzien is van een relatief star, bijvoorbeeld door een stangenconstructie gevormd driehoeksframe 5, waarvan een eerste hoekpunt een bolscharnier 6 draagt, dat tevens is vastgezet op het dek 2 van het wellhead platform 1, waarmee de koppeling tussen de verbindingsinrichting 4 en het wellhead platform 1 tot stand is 20 gebracht. De twee andere hoekpunten van het driehoeksframe 5 zijn via zwenking en rotatie toelatende verbindingsmiddelen 7 verbonden met telkens een staalkabel 8, die vanaf een op de tenderunit 3 vastgezette lier 9 aanvankelijk in hoofdzaak horizontaal loopt naar een draadgeleider in de vorm van een eveneens op de tenderunit 3 vastgezette scharnierende 25 draadschijf 10 en van daar af zich in hoofdzaak verticaal neerwaarts uitstrekt tot de verbindingsmiddelen 7. Een verdere staalkabel 12 loopt in hoofdzaak verticaal vanaf de verbindingsmiddelen 7 naar een draadgeleider in de vorm van een scharnierende draadschijf 11, waar een ombuiging van de verdere staalkabel 12 tot in hoofdzaak horizontale richting plaatsheeft.
30 Op enige afstand voorbij de draadschijf 11 is de verdere staalkabel 12 door 1025708 9 verbindingsmiddelen 13 gekoppeld met een veerkrachtige kunststoikabel 14, die afkomstig is van een lier 15, die wederom is vastgezet op de tenderunit 3. Met behulp van de lieren 9 is daarbij de positionering in hoogte van het driehoeksframe 5 en met behulp van de lieren 15 de 5 voorspanning in de staalkabels 8 en 12 alsmede de veerkrachtige kunststofkabels 14 nauwkeurig in te stellen en af te stellen op de betreffende gebruikssituatie.
De koppeling van de tenderunit 3 met het wellhead platform 1 door middel van de verbindingsinrichting 4 kan op verschillende manieren tot 10 stand worden gebracht. Een mogelijkheid is de verbindingsinrichting 4 te bevestigen aan de tenderunit 3, waarbij de koppeling met het wellhead platform 1 tot stand wordt gebracht door het, het bolscharnier 6 dragende hoekpunt van het driehoeksframe 5 met behulp van een draad naar het bevestigingspunt van het bolscharnier 6 op het wellhead platform 1 te 15 trekken. Hierbij hoeft op het dek 2 van het wellhead platform 1 slechts een mogelijkheid voor het vastzetten van het bolscharnier 6 aanwézig te zijn. Een andere mogelijkheid is het driehoeksframe 5 en het bolscharnier 6 aan het wellhead platform te bevestigen, waarbij het koppelen van het wellhead platform 1 met de tenderunit 3 via de verbindingsinrichting 4 plaatsvindt 20 door de uitgevierde staalkabels 8 en 12 van de tenderunit 3 te bevestigen aan de verbindingsmiddelen 7 op het driehoeksframe 5. Hierna worden de staalkabels 8 en 12 alsmede de veerkrachtige kunststofkabels 14 door middel van de lieren 9 en 15 op de tenderunit 3 ingehaald tot de juiste lengte. Deze laatste wijze van werken heeft de voorkeur omdat de 25 staalkabels 8 en 12 met de veerkrachtige kunststofkabels 14 via de lieren 9 en 15 meer spelingsruimte kunnen bieden bij het koppelen van de mogelijk ten opzichte van elkaar bewegende tenderunit en wellhead platform.
Desgewenst is het mogelijk om tussen het driehoeksframe 5 en de offshore unit waarop het bolscharnier 6 is bevestigd extra veerelementen 30 aan te brengen, zoals met een streeplijn in Fig. 2 aangeduide veerelementen 1025708 10 16, die gevormd kunnen worden door rekbare kunststofdraden of een draad of stang met hydropneumatische spanunit.
In Fig. 4 is de neutrale stand van de verbindingsinrichting 4 weergegeven, waarin de staalkabels 8 en 12 zich in hoofdzaak recht 5 verticaal neerwaarts uitstrekken. De tenderunit 3 bevindt zich dan op de gewenste plaats ten opzichte van het wellhead platform 1.
In Fig. 5 is de situatie weergegeven die ontstaat wanneer bijvoorbeeld door omgevingsinvloeden (golven, wind, stroming, e.d.) het wellhead platform 1 en de tenderunit 3 naar elkaar toe zijn verplaatst. Het 10 driehoeksframe 5 heeft hierbij de aanvankelijk recht lopende staalkabels 8 en 12 naar een V-vorm gedrukt. Omdat de heren 9 en 15 (zie Fig. 1) in hun in de neutrale stand (zie Fig. 4) ingenomen stand zijn geblokkeerd, is de V-vormige vervorming van de staalkabels 8 en 12 tot stand gekomen door uitrekking van de kunststofkabels 14. Aldus wordt het naar elkaar toe 15 bewegen van het wellhead platform 1 en de tenderunit 3 opgevangen en tegengewerkt door het uitoefenen van een terugstellende kracht in de richting van de neutrale stand.
Fig. 6 toont de situatie waarbij het wellhead platform 1 en de tenderunit 3 uit elkaar zijn bewogen. Ook hierbij zijn de staalkabels 8 en 12 20 wederom vanuit hun aanvankelijk rechte stand vervormt tot een V-vorm, zij het tegengesteld aan die volgens Fig. 5. Om soortgelijke redenen als dat het geval was bij de situatie volgens Fig. 5, wordt het van elkaar af bewegen van het wellhead platform 1 en de tenderunit 3 opgevangen en tegengewerkt door de terugstellende werking van de verbindingsinrichting 4.
25 In Fig. 7 is de verbindingsinrichting 4 in bovenaanzicht weergegeven in de neutrale stand. Vanuit deze stand kan bijvoorbeeld als gevolg van omgevingsinvloeden een onderlinge rotatie tussen het wellhead platform 1 en de tenderunit 3 optreden, bijvoorbeeld tot in de Fig. 8 weergegeven stand. Daarbij zullen de staalkabels 8 en 12 V-vormig worden 30 vervormd onder het spannen van de kunststofkabels 14. Op soortgelijke 1025708 11 wijze als in het voorgaande is beschreven, zullen de staalkabels 8 en 12 met aansluitende kunststoikabels 14 een terugstellende kracht in de richting van de neutrale stand genereren.
Naast rotatie kan er zich ook verschuiving voordoen, waardoor een 5 gecombineerde verplaatsing ontstaat, die bijvoorbeeld kan resulteren in de in Fig. 9 getoonde, onderling in dwarsrichting verschoven positie van het wellhead platform 1 en de tenderunit 3. Ook in deze stand zal zich door samenwerking van de staalkabels 8 en 12 met de kunststoikabels 14 een opvangende, tegenwerkende en terugstellende werking voordoen, zoals in 10 het voorgaande besproken en toegelicht.
In de boven besproken en in de tekeningen weergegeven uitvoeringsvorm is de verbindingsinrichting voorzien van een driehoekig frame dat via een bolscharnier met een van de offshore units is verbonden. Het frame kan desgewenst ook een andere vorm dan driehoekig hebben, 15 zoals bijvoorbeeld rechthoekig, vierkant, veelhoekig al dan niet voorzien van gebogen, uitspringende of terugwijkende omtreksdelen. Bij een dergelijk anders geconfigureerd frame kan het de voorkeur verdienen het bolscharnier te vervangen door lijnscharnieren, kruiskoppelingen en dergelijke. Evenzo is het mogelijk het bolscharnier te vervangen door een 2Ö soortgelijke koppelmiddelen als aan de andere zijde van het frame, dat dan bij voorkeur rechthoekig is uitgevoerd. Een dergelijke constructie vergt meer materialen en investeringen, maar biedt extra opvang- en terugstelmogelijkheden, zoals bijvoorbeeld een verdubbeling daarvan of een systeem met twee verschillende veerconstanten.
25 Het spreekt voor zich, dat er binnen het kader van de uitvinding, zoals neergelegd in de bijgaande conclusies, nog vele verdere wijzigingen en varianten mogelijk zijn. Zo kunnen een lier 9, een scharnierende draadschijf 10 en het deel van een staalkabel 8 tot de verbindingsmiddelen 7 vervangen worden door een stang die bijvoorbeeld door een bolscharnier met de 30 tenderunit 3 is verbonden op de plaats waar zich thans de scharnierende 1025708 12 draadschijf 10 bevindt. Verder kan een veerkrachtige kunststofkabel 14 worden vervangen door een hydropneumatische spanunit of kunnen staalkabels worden vervangen door kunststofkabels. Ook kan gekozen worden voor een ander aantal dan twee staalkabels en twee kunststofkabels 5 of kunnen de staalkabels zonder tussenkomst van lieren en draadgeleiders verbonden worden met de tenderunit. Hoewel gesproken is over twee staalkabels 8 en 12, zal het duidelijk zijn, dat dit ook een doorlopende staalkabel zou kunnen zijn. Tot slot wordt opgemerkt, dat het uiteraard ook mogelijk is de verbindingsinrichting om te keren, dat wil zeggen het 10 bolscharnier vast te zetten op de tenderunit en de staalkabels met bijbehorende elementen op het wellhead platform. Verder zal het voor zich spreken dat het koppelen van bijvoorbeeld een drijvende offshore unit en een op een bodem staande offshore unit op soortgelijke wijze kan worden uitgevoerd als bovenstaand besproken voor twee drijvende offshore units.
15 «I c*. <·..> ,·,· 7' Π O ! £ V (L U I U L)
Claims (17)
1. Inrichting voor het verbinden van twee offshore units en voorzien van een koppelelement dat via een eerste stel koppelmiddelen verbindbaar is met de ene offshore unit en via een tweede stel koppelmiddelen met de andere offshore unit, waarbij verder terugstellende voorzieningen aanwezig 5 zijn voor het opvangen van bewegingen tussen beide offshore units, met het kenmerk, dat het koppelelement een frame omvat, beide stellen koppelmiddelen het frame op een, een zwenking en rotatie toelatende wijze verbinden met de ene respectievelijk de 10 andere offshore unit ten minste een stel koppelmiddelen voorzien is van een eerste en een tweede langgerekt element, waarbij elk langgerekt element via een eerste, zwenking en rotatie toelatende constructie verbonden is met een der offshore units en op afstand van die eerste, via een 15 tweede, zwenking en rotatie toelatende constructie met het frame, waarbij het eerste langgerekte element zich op afstand van het tweede langgerekte element uitstrekt tussen het frame en bedoelde ene offshore unit, en de terugstellende voorzieningen een eerste en een tweede 20 veerkrachtig element omvatten, welke veerkrachtige elementen elk stationair verbonden zijn met bedoelde ene offshore unit en of het eerste of het tweede langgerekte element naar een zich in hoofdzaak verticaal uitstrekkende stand dringen. 1025708
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het frame een driehoeksframe is en een der stellen koppelmiddelen een koppelorgaan is dat een bolscharnier omvat, dat zich ter plaatse van een eerste hoekpunt van het driehoeksframe bevindt, terwijl het eerste langgerekte element van 5 het andere stel koppelmiddelen aangrijpt op een tweede hoekpunt en het tweede langgerekte element op een derde hoekpunt van het driehoeksframe.
3. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het frame is voorzien van een eerste paar aangrijppunten voor de langgerekte elementen 10 van het eerste stel koppelmiddelen en van een tweede paar aangrijppunten voor de langgerekte elementen van het tweede stel koppelmiddelen.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het frame rechthoekig is uitgevoerd, waarbij op elk hoekpunt telkens een langgerekt 15 element aangrijpt. |
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het | kenmerk, dat de, een zwenking en rotatie toelatende constructie beweging toelaat om drie, onderling loodrechte hartlijnen. 20
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat althans de langgerekte elementen bestaan uit een staalkabel.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elke 25 staalkabel via een lier met de betreffende offshore unit is verbonden.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de staalkabel vanaf zijn verbinding met een offshore unit eerst over een draadgeleider loopt alvorens zich in hoofdzaak verticaal te gaan 30 uitstrekken. 1025708
9. Inrichting volgens een der conclusies 6 - 8, met het kenmerk, dat de staalkabel is voorzien van zwenking en rotatie toelatende verbindingsmiddelen voor koppeling met het frame en van 5 verbindingsmiddelen voor koppeling met een veerkrachtig element.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de verbindingsmiddelen voor koppeling van de staalkabel met het frame op afstand liggen van die met het veerkrachtige element, waarbij het deel van 10 de staalkabel, dat zich tussen beide verbindingsmiddelen bevindt, over een met de offshore unit verbonden draadgeleider loopt.
11. Inrichting volgens een der conclusies 8 - 10, met het kenmerk, dat de draadgeleider scharnierbaar is verbonden met de offshore unit.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de staalkabel ter plaatse van de verbindingsmiddelen met het frame is onderbroken.
13. Inrichting volgens een der conclusies 1 - 5, met het kenmerk, dat een langgerekt element wordt gevormd door een via een om althans drie onderling loodrechte assen zwenkbaar scharnier met de betreffende offshore unit verbonden stang, die verder via een om althans drie onderling loodrechte assen zwenkbaar scharnier met het frame en al dan niet via een 25 tussenelement, bij voorkeur een staalkabel, met het veerkrachtige element is verbonden.
14. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een veerkrachtig element wordt gevormd door een 30 veerkrachtige kunststofkabel. 10257 G.?
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de veerkrachtige kunststofkabel via een lier is verbonden met de betreffende offshore unit. 5
16. Inrichting volgens een der conclusies 1 -13, met het kenmerk, dat ten minste een veerkrachtig element wordt gevormd door een hydropneumatische spanunit.
17. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ene offshore unit een op een bodem staande unit is en de andere offshore unit een drijvende unit, waarbij het frame is ingericht om door een bolscharnier met de op de bodem staande offshore unit en door de terugstellende voorzieningen met de drijvende offshore unit te worden 15 verbonden. 1025708
Priority Applications (6)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025708A NL1025708C2 (nl) | 2004-03-12 | 2004-03-12 | Inrichting voor het verbinden van twee offshore units. |
PCT/NL2005/000156 WO2005087579A1 (en) | 2004-03-12 | 2005-03-03 | Apparatus for connecting two offshore units |
US10/592,383 US20070234944A1 (en) | 2004-03-12 | 2005-03-03 | Apparatus for Connecting Two Offshore Units |
GB0618754A GB2428225B (en) | 2004-03-12 | 2005-03-03 | Apparatus for connecting two offshore units |
AU2005222022A AU2005222022B2 (en) | 2004-03-12 | 2005-03-03 | Apparatus for connecting two offshore units |
NO20064207A NO338121B1 (no) | 2004-03-12 | 2006-09-18 | Apparat for sammenkopling av to offshore-enheter |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1025708A NL1025708C2 (nl) | 2004-03-12 | 2004-03-12 | Inrichting voor het verbinden van twee offshore units. |
NL1025708 | 2004-03-12 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1025708C2 true NL1025708C2 (nl) | 2005-09-13 |
Family
ID=34961139
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1025708A NL1025708C2 (nl) | 2004-03-12 | 2004-03-12 | Inrichting voor het verbinden van twee offshore units. |
Country Status (6)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20070234944A1 (nl) |
AU (1) | AU2005222022B2 (nl) |
GB (1) | GB2428225B (nl) |
NL (1) | NL1025708C2 (nl) |
NO (1) | NO338121B1 (nl) |
WO (1) | WO2005087579A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US9180935B2 (en) * | 2012-02-28 | 2015-11-10 | Seahorse Equipment Corp | Method and apparatus for hawser connection in a TLP—TAD system |
Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2004014722A2 (en) * | 2002-08-06 | 2004-02-19 | Fmc Technologies, Inc. | Duplex yoke mooring-system |
Family Cites Families (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3426542A (en) * | 1967-09-29 | 1969-02-11 | Exxon Production Research Co | Apparatus for use with offshore marine structures |
US3842779A (en) * | 1971-10-13 | 1974-10-22 | H Jaynes | Boat mooring and guard device |
US4359011A (en) * | 1979-02-22 | 1982-11-16 | Amtel, Inc. | Boat mooring system for a platform structure |
NL8202334A (nl) * | 1982-06-09 | 1982-08-02 | Single Buoy Moorings | Inrichting voor het op de plaats houden van een lichaam met drijfvermogen ten opzichte van een ander lichaam. |
IT1195638B (it) * | 1983-08-12 | 1988-10-19 | Tecnomare Spa | Sistema perfezionato di attracco di navi ad una struttura fissa |
NL8602526A (nl) * | 1986-10-08 | 1988-05-02 | Single Buoy Moorings | Werkeiland, dat door middel van op trek belaste spanorganen is verankerd en is voorzien van middelen voor het afmeren van een schip. |
NL193530C (nl) * | 1986-12-19 | 2000-01-04 | Bluewater Terminal Systems Nv | Inrichting voor het afmeren van een drijvend lichaam, bijvoorbeeld een schip, aan een aan de zeebodem verankerd lichaam. |
NL8700920A (nl) * | 1987-04-16 | 1988-11-16 | Single Buoy Moorings | Afmeerinrichting. |
NO176454C (no) * | 1993-01-29 | 1995-04-05 | Kvaerner Moss Tech As | Fremgangsmåte og anlegg for utnyttelse henholdsvis tilveiebringelse av brenngass |
GB0120661D0 (en) * | 2001-08-24 | 2001-10-17 | Cryostar France Sa | Natural gas supply apparatus |
FR2837783B1 (fr) * | 2002-03-26 | 2004-05-28 | Alstom | Installation pour la fourniture de combustible gazeux a un ensemble de production energetique d'un navire de transport de gaz liquefie |
-
2004
- 2004-03-12 NL NL1025708A patent/NL1025708C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-03-03 WO PCT/NL2005/000156 patent/WO2005087579A1/en active Application Filing
- 2005-03-03 AU AU2005222022A patent/AU2005222022B2/en not_active Ceased
- 2005-03-03 US US10/592,383 patent/US20070234944A1/en not_active Abandoned
- 2005-03-03 GB GB0618754A patent/GB2428225B/en not_active Expired - Fee Related
-
2006
- 2006-09-18 NO NO20064207A patent/NO338121B1/no not_active IP Right Cessation
Patent Citations (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
WO2004014722A2 (en) * | 2002-08-06 | 2004-02-19 | Fmc Technologies, Inc. | Duplex yoke mooring-system |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
AU2005222022A1 (en) | 2005-09-22 |
GB2428225A (en) | 2007-01-24 |
WO2005087579A1 (en) | 2005-09-22 |
NO20064207L (no) | 2006-12-07 |
AU2005222022B2 (en) | 2011-06-02 |
NO338121B1 (no) | 2016-08-01 |
US20070234944A1 (en) | 2007-10-11 |
GB2428225B (en) | 2007-09-19 |
GB0618754D0 (en) | 2006-11-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4534740A (en) | System for maintaining a buoyant body in position in relation to another body | |
JP5182976B1 (ja) | 支柱構造 | |
RU2299848C2 (ru) | Система для перекачки текучего продукта, в частности природного сжиженного газа, между транспортным средством, таким как судно, и установкой приема или подачи этого продукта | |
CA2463867A1 (en) | Riser for connection between a vessel and a point at the seabed | |
NL1025708C2 (nl) | Inrichting voor het verbinden van twee offshore units. | |
NL8602526A (nl) | Werkeiland, dat door middel van op trek belaste spanorganen is verankerd en is voorzien van middelen voor het afmeren van een schip. | |
US9567040B2 (en) | Tension-leg platform anchoring system | |
EP0079404A1 (en) | A single point mooring buoy with rigid arm | |
US4686924A (en) | Fender or similar device for absorbing forces of impact | |
EP0252544B1 (en) | Mooring device | |
NL1026131C2 (nl) | Ankersysteem voor een drijvende constructie. | |
NL8603241A (nl) | Inrichting voor het afmeren van een drijvend lichaam, bijvoorbeeld een schip, aan een aan de zeebodem verankerd lichaam, bijvoorbeeld een meertoren. | |
US4087983A (en) | Offshore platforms | |
FR2685723A1 (fr) | Dispositif de stabilisation pour des panneaux de coffrage. | |
EP1433699A1 (en) | Turret mooring apparatus for power plant | |
CN106379491B (zh) | 可缩回链连接器 | |
AU727461B2 (en) | Support for upright member | |
EP3929070B1 (en) | A monopile fastening device | |
NL8802980A (nl) | Inrichting voor het winnen, opslaan en afvoeren van olie uit de zeebodem. | |
KR102026801B1 (ko) | 케이블에 의해 지지되는 케이블 보도교 | |
NL192797C (nl) | Afmeerinrichting. | |
NL193167C (nl) | Afmeerinrichting aan een boei. | |
NL8400367A (nl) | Meerinrichting. | |
KR20150129537A (ko) | 재해예방을 위한 도교 인양 장치 | |
WO2021144442A1 (fr) | Système d'amarrage d'une structure flottante sur un quai |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
TD | Modifications of names of proprietors of patents |
Effective date: 20111213 |
|
SD | Assignments of patents |
Effective date: 20121211 |
|
PD | Change of ownership |
Owner name: GUSTOMSC RESOURCES B.V.; NL Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: VERANDERING VAN EIGENAAR(S), OVERDRACHT; FORMER OWNER NAME: SBM SCHIEDAM B.V. Effective date: 20160219 |
|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20170401 |