[go: up one dir, main page]
More Web Proxy on the site http://driver.im/

NL1025529C2 - Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement. - Google Patents

Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement. Download PDF

Info

Publication number
NL1025529C2
NL1025529C2 NL1025529A NL1025529A NL1025529C2 NL 1025529 C2 NL1025529 C2 NL 1025529C2 NL 1025529 A NL1025529 A NL 1025529A NL 1025529 A NL1025529 A NL 1025529A NL 1025529 C2 NL1025529 C2 NL 1025529C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ear tag
transponder
tag element
enclosure
recess
Prior art date
Application number
NL1025529A
Other languages
English (en)
Inventor
Roy Caisley
Original Assignee
Reinhard Nehls
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Reinhard Nehls filed Critical Reinhard Nehls
Priority to NL1025529A priority Critical patent/NL1025529C2/nl
Priority to NL1026918A priority patent/NL1026918C1/nl
Priority to PCT/IB2005/000402 priority patent/WO2005082132A2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1025529C2 publication Critical patent/NL1025529C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/001Ear-tags
    • A01K11/004Ear-tags with electronic identification means, e.g. transponders
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K11/00Marking of animals
    • A01K11/006Automatic identification systems for animals, e.g. electronic devices, transponders for animals

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Birds (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Details Of Aerials (AREA)

Description

Korte aanduiding: Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement
De uitvinding heeft betrekking op een oormerkelement ten behoeve 5 van een oormerk voor het merken van dieren, welk oormerkelement een transponder heeft, waarbij de transponder een chip en een antenne omvat en de transponder omgeven is door een omhulling, en waarbij het lichaam van het oormerkelement van een flexibel materiaal gemaakt is en een uitsparing heeft waarin de 10 transponder en de omhulling ten minste gedeeltelijk zijn opgenomen.
EP 0 639 942 beschrijft een oormerkelement met een transponder zoals toegepast bij een oormerk voor het merken van dieren. Bij 15 dit bekende oormerkelement is de transponder aangebracht in een starre behuizing, bijvoorbeeld van polycarbonaat, die de chip en de antenne af schermt. De behuizing is verbonden met het lichaam van het oormerkelement, die van een flexibel materiaal, zoals polyurethaan, is.
20
Zn de praktijk is gebleken dat het bekende oormerk nadelige effecten kan hebben op het dier dat de oormerken draagt.
Het doel van de uitvinding is een verbeterd oormerkelement te 25 verschaffen.
De uitvinding bereikt het doel met een oormerkelement volgens conclusie 1.
30 Door de omhulling van de transponder zo uit te voeren dat de transponder, met name de antenne daarvan, en de omhulling elastisch te vervormen zijn en doordat de omhulling en de transponder zijn aangebracht aan een oormerkelementlichaam dat eveneens flexibel is, is het oormerkelement in zijn geheel, met 35 name ter plaatse van de transponder, gemakkelijker te vervormen 1025529
I 2 I
I dan de bekende oormerken. Dit is bijvoorbeeld voordelig als een I
I dier dat verstrikt raakt in bijvoorbeeld een afrastering zich I
I probeert te bevrijden. Het oormerkelement volgens de uitvinding I
I kan dan ook ter plaatse van de transponder vervormen omdat het I
I 5 aan een mechanische belasting onderworpen wordt. Hierdoor zal I
het dier gemakkelijker uit zijn verstrikking kunnen loskomen, en I
I is de kans dat het oor waaraan het oormerkelement is aangebracht I
I uitscheurt aanzienlijk kleiner dan bij bekende oormerken. I
I 10 Transponders die gebruikt worden in oormerken omvatten I
I gebruikelijkerwijze een antenne van dunne metaaldraad I
I (gebruikelijk uitgevoerd als een vlakke ringvormige spoel) en I
I een chip van een in vergelijking met de antenne beperkte omvang. I
I De antenne is elastisch te vervormen, en door zijn beperkte I
I 15 omvang staat de chip de flexibiliteit van de transponder als I
I geheel niet in de weg. Door de omhulling zo uit te voeren dat I
deze elastisch vervormbaar is en tevens elastische vervorming I
I van de transponder toestaat, wordt elastische vervorming van het I
I oormerkelement niet verhinderd door het samenstel van I
20 transponder en omhulling. In de praktijk is de chip meestal I
I kleiner dan 5x5 mm. I
I In een eerste uitvoeringsvorm is de elastische vervormbaarheid I
van de omhulling en de transponder gerealiseerd door de I
I 25 omhulling in een dun kunststofmateriaal te uit te voeren. Bij I
I voorkeur is de transponder tussen twee lagen kunststoffolie I
I opgesloten, waarbij de twee lagen folie zodanig met elkaar I
I verbonden zijn dat de transponder bij de beoogde toepassing I
I voldoende tegen ongunstige invloeden uit de omgeving afgeschermd I
I 30 is, zonder dat de signaaloverdracht tussen transponder en I
I ontvanger belemmerd wordt. I
I Polyesterfolie is een geschikt materiaal voor de omhulling, met I
I name wanneer het wordt toegepast in combinatie met een I
I 35 oormerkelementlichaam van polyurethaan. Bij de vervaardiging van I
I oormerkelementen volgens de eerste uitvoeringsvorm zal het I
I lichaam van het oormerkelement veelal om het samenstel van I
I 1025529 3 transponder en omhulling worden gespoten. Bij gebruik van polyurethaan voor het lichaam van het oormerkelement ligt de procestemperatuur van het polyurethaan tijdens het spuitgieten omstreeks 230°C. Polyesterfolie is bestand tegen een dergelijke 5 kortstondige temperatuurbelasting van meer dan 200°C, zodat de omhulling geen nadeel ondervindt van de hoge temperatuur tijdens het spuitgieten van het lichaam van het oormerkelement.
!
Als alternatief kan de transponder ingegoten zijn in een 10 vervormbare kunststof.
Bij voorkeur is de dikte van het samenstel van de omhulling en de transponder tussen 0.3 en 0.9 mm.
15 Bij voorkeur is bij de eerste uitvoeringsvorm het samenstel van omhulling en transponder niet of slechts op enkele plaatsen lokaal verbonden met het lichaam van het oormerkelement.
Hierdoor kan het oppervlak van het samenstel van omhulling en transponder ten minste op microniveau bewegen ten opzichte van 20 de wand van de uitsparing in het lichaam van het oormerkelement, waardoor de weerstand tegen vervorming van het oormerkelement lager is dan wanneer het samenstel van omhulling en transponder ten minste over een aanzienlijk deel van zijn buitenoppervlak zou hechten aan het oppervlak van het lichaam van het 25 oormerkelement.
Het blijkt in de praktijk voordelig te zijn als de oriëntatie van het samenstel van omhulling en transponder ten opzichte van het lichaam van het oormerkelement geborgd is. Bij voorkeur 30 wordt dit gerealiseerd door een vormgesloten mechanische borging.
Bij voorkeur is het samenstel van omhulling en transponder in deze eerste uitvoeringsvorm geheel omsloten door het lichaam van 35 het oormerkelement.
1025529
I 4 I
In een tweede uitvoeringsvorm sluit de omhulling aan op ten I
I minste een deel van de wand van de uitsparing in het lichaam van I
I het oormerkelement. Bij ten minste een deel van het gebied I
waarin sprake is van contact tussen de omhulling en het lichaam I
I 5 van het oormerkelement, treedt hechting op tussen de omhulling I
en het lichaam van het oormerkelement. I
I Bij voorkeur is er sprake van een zodanige hechting tussen de I
I omhulling en het lichaam van het oormerkelement dat er geen vuil I
I 10 tussen de omhulling en het lichaam van het oormerkelement kan I
komen. Dit kan gerealiseerd worden door ervoor te zorgen dat I
I langs de gehele omtrek van het gebied waarin contact is tussen I
de omhulling en de wand van de uitsparing een goede hechting
I optreedt. I
I 15
I Bij voorkeur vult de omhulling de gehele uitsparing. I
I In deze tweede uitvoeringsvorm is de omhulling bij voorkeur van I
I een materiaal dat ten minste tot op zekere hoogte overeenkomt I
20 met het materiaal van de wand van de uitsparing. Bij voorkeur I
I zijn zowel de omhulling als de gehele drager van polyurethaan. I
I In de tweede uitvoeringsvorm is het goed mogelijk dat de I
omhulling een vrij oppervlak heeft, welk vrij oppervlak een deel I
I 25 van het buitenoppervlak van het oormerkelement vormt. I
In een voordelige variant van de tweede uitvoeringsvorm omvat I
I het lichaam een of meer uitsteeksels die zich uitstrekken in de I
I uitsparing. Deze uitsteeksels dragen de transponder zodat de I
I 30 transponder niet direct tegen de bodem van de uitsparing aan I
I ligt. I
I Het oormerkelement volgens de uitvinding is te vervaardigen met I
I de werkwijze volgens conclusie 13. Deze werkwijze is met name
I 35 geschikt voor het vervaardigen van een oormerkelement van de I
I hiervoor beschreven eerste uitvoeringsvorm.
I 1025529 5
Bij de werkwijze volgens conclusie 13 wordt een samenstel van een transponder en een omhulling gemaakt, welk samenstel in een later stadium samengebracht wordt met het lichaam van het oormerkelement.
5
Als alternatief kern het oormerkelement volgens de uitvinding vervaardigd worden met de werkwijze volgens conclusie 16. Deze werkwijze is met name geschikt voor het vervaardigen van een oormerkelement van de hiervoor beschreven tweede 10 uitvoeringsvorm.
Bij de werkwijze volgens conclusie 16 wordt de transponder samengebracht met het lichaam van het oormerkelement, en wordt de omhulling in een later stadium aangebracht.
15
Gangbare oormerken voor het merken van dieren omvatten een mannelijk element, dat een pen heeft die door een oor van het te merken dier wordt gestoken. Daarnaast omvatten dergelijke oormerken een vrouwelijk element, dat een opening heeft die op 20 de pen van het mannelijke element wordt gestoken, zodanig dat het oor van het dier zich tussen het mannelijke element en het vrouwelijke element van het oormerk bevindt. De vormgeving van de beide delen is zo dat het oormerk geborgd is na het aanbrengen van het vrouwelijke element.
25
Het oormerkelement volgens de uitvinding kan deel uitmaken van het mannelijke element of van het vrouwelijke element.
Om de voordelen van de uitvinding optimaal te benutten is bij 30 voorkeur zowel het mannelijke als het vrouwelijke element elastisch vervormbaar.
Oormerkelementen en werkwijzen volgens de uitvinding zullen hierna nader worden toegelicht aan de hand van de bijgevoegde 35 tekening, waarin op niet beperkende wijze uitvoeringsvoorbeelden zijn getoond.
1025529
I 6 I
I De tekening toont in: I
I fig. 1: een doorsnede van een oormerkelement in een eerste I
I uitvoeringsvorm, I
I fig. 2: stappen in een voordelige werkwijze voor het I
I 5 vervaardigen oormerkelement volgens de eerste uitvoeringsvorm, I
I fig. 3: een doorsnede van een oormerkelement in een tweede I
I uitvoeringsvorm, I
fig. 4: een oormerk met een oormerkelement volgens de I
I uitvinding, gedeeltelijk in doorsnede, I
I 10 fig. 5: een mannelijk en een vrouwelijk element van een oormerk I
I geschikt voor een oormerkelement volgens de uitvinding. I
I Fig. 1 toont, vergroot, een doorsnede van een eerste I
I uitvoeringsvorm van het oormerkelement volgens de uitvinding. In I
I 15 dit oormerkelement is een transponder, die een antenne 11 en een I
I chip 12 omvat, aangebracht in het lichaam 1 van het I
I oormerkelement. De transponder is door een omhulling 10 I
I afgeschermd van ongewenste invloeden uit de omgeving. I
I 20 In dit uitvoeringsvoorbeeld is de omhulling 10 gerealiseerd door I
I een eerste en een tweede schijf 10a,b van polyesterfolie, die de I
I transponder omsluiten. Zoals fig. 1 toont strekken de schijven I
I 10a,b zich uit tot buiten de omtrek van de transponder. De I
I polyesterfolie is bij voorkeur zo dun dat de dikte van het I
I 25 samenstel van omhulling 10 en transponder tussen 0.3 mm en 0.9 I
I mm, en bijvoorkeur ongeveer 0.5 mm bedraagt. In de praktijk I
I blijkt een dikte van 0.5 mm een goed compromis te vormen tussen I
I de flexibiliteit en robuustheid. I
I 30 In plaats van polyesterfolie kan ook een andere kunststoffolie I
worden toegepast. Ook is het voorzien dat de omhulling 10 van de I
I transponder wordt gerealiseerd door de transponder in een I
flexibele kunststof in te gieten. Ook bij een dergelijke I
I uitvoering is het aan te bevelen dat de dikte van het samenstel I
I 35 van omhulling 10 en transponder gering genoeg is om voldoende I
I flexibiliteit te waarborgen. I
I 1025529 ’ « 7
Het samenstel van omhulling 10 en transponder bevindt zich in een uitsparing 5 in lichaam 1, welk lichaam 1 net als het samenstel van omhulling 10 en transponder flexibel is. Bij voorkeur is het lichaam 1 van het oormerkelement van 5 polyurethaan. Het is voordelig als het materiaal van het lichaam 1 van het oormerkelement bij de eerste uitvoeringsvorm verschillend is van het materiaal van de omhulling 10; met name is het voordelig dat de smeltpunten van de beide materialen op enige afstand van elkaar liggen. Hiermee voorkomt men dat 10 tijdens de vervaardiging hechting tussen het lichaam 1 van het oormerkelement en de omhulling 10 optreedt. Een voordelige materiaalcombinatie is polyurethaan voor het lichaam 1 en polyester voor de omhulling 10.
15 In de eerste uitvoeringsvorm van het oormerkelement omvat het lichaam 1 van het oormerkelement een eerste deel la en een tweede deel lb. Het eerste deel la en het tweede deel lb samen omsluiten het samenstel van omhulling 10 en transponder. Bij voorkeur zijn het eerste en het tweede deel la,b, zodanig met 20 elkaar verbonden dat zij de ruimte waarin het samenstel van omhulling 10 en transponder zich bevindt afsluiten van de omgeving.
In de eerste uitvoeringsvorm treedt geen hechting op tussen de 25 omhulling 10 en wand van de uitsparing 5. Hierdoor kan het buitenoppervlak van de omhulling 10 ten minste op microniveau bewegen ten opzichte van het oppervlak van de uitsparing 5. Dit leidt tot een lage weerstand tegen vervorming van het oormerkelement.
30
In de praktijk blijkt het wenselijk de oriëntatie van de transponder ten opzichte van het lichaam l van het oormerkelement te borgen. In het eerste uitvoeringsvoorbeeld zijn daartoe twee doorgaande gaten 15a,b aangebracht in het deel 35 van de omhulling 10 dat zich uitstrekt buiten de transponder. Door deze gaten worden vervolgens ankers 2 gestoken die verbonden zijn met een van de beide delen la,b.
1025529
I Het oormerkelernent volgens de eerste uitvoeringsvorm wordt bij I
I voorkeur als volgt vervaardigd. Eerst wordt een samenstel van H omhulling 10 en transponder vervaardigd door de omhulling 10 om I 5 de transponder aan te brengen. Een dergelijk samenstel is I weergegeven in £ig. 2A. De omhulling 10 strekt zich zowel buiten I de buitendiameter als binnen de binnendiameter van de transponder uit. In het deel van de omhulling 10 dat niet direct I aan onderdelen van de transponder grenst worden twee doorgaande 10 gaten 15a,b in de omhulling 10 aangebracht. Deze gaten zijn zo I gepositioneerd dat ze de bescherming van de transponder tegen I ongewenste invloeden van buitenaf niet nadelig beïnvloeden.
I Vervolgens wordt het samenstel van omhulling 10 en transponder 15 in een spuitgietmatrijs geplaatst. Door de doorgaande gaten I 15a,b worden pennen 20 gestoken, die het samenstel van omhulling 10 en transponder positioneren ten opzichte van de matrijs. Het I eerste deel la wordt nu tegen het samenstel van omhulling 10 en I transponder gegoten. De binnen- en buitenrand 3a,4a van I 20 uitsparing in het eerste deel la waarin het samenstel van I omhulling 10 en transponder komt te liggen komen om het I samenstel van omhulling 10 en transponder te liggen, zoals I getoond in fig. 2B.
I 25 De pennen 20 worden vervolgens teruggetrokken uit de doorgaande gaten 15a,b in de omhulling 10. De binnenrand 3a en de I buitenrand 4a van de uitsparing in het lichaam 1 van het I oormerkelernent houden nu het samenstel van omhulling 10 en I transponder op hun plaats ten opzichte van het eerste deel la.
I 30 I Vervolgens wordt het tweede deel lb gegoten. Het eerste en het I tweede deel lb zijn van hetzelfde materiaal, zodat de binnen- en I de buitenrand 3b, 4b van het tweede deel lb zich hechten aan I respectievelijk de binnen- en de buitenrand 3a,4a van het eerste 35 deel la. Ook zal bij het gieten van het tweede deel lb materiaal I in de doorgaande gaten 15a,b van de omhulling 10 stromen.
I Hierdoor worden ankers 2 gevormd die de oriëntatie van het I 1025529 ' 9 samenstel van omhulling 10 en transponder borgen ten opzichte van het lichaam van het oormerkelement. Bij voorkeur hechten de uiteinden van de ankers 2 zich aan het eerste deel la. Dit levert het oormerkelement zoals getoond in fig. 1.
5
Bij voorkeur is het gietproces dat voor de vervaardiging van de delen la en lb wordt gebruikt een spuitgietproces.
Fig. 3 toont een tweede uitvoeringsvorm van een oormerkelement 10 volgens de uitvinding. Bij deze uitvoeringsvorm is er sprake van een lichaam 101 met slechts één deel. Het lichaam 101 van het oormerkelement is voorzien van een uitsparing 105 met een binnenrand 104 en een buitenrand 103. In deze uitsparing 105 is een transponder, die een antenne 111 en een chip 112 omvat, 15 aanwezig.
Om de transponder bevindt zich een omhulling 110 die de uitsparing 105 opvult. De omhulling 110 hecht aan de wand van de uitsparing 105. Hierdoor zal deze tweede uitvoeringsvorm in het 20 algemeen wat stugger zijn dan de eerste uitvoeringsvorm. Bij voorkeur hecht de omhulling 110 zich aan de wand van de uitsparing 105 over de gehele omtrek van het gebied waarin contact optreedt tussen de omhulling 110 en de wand van de uitsparing 105. Hierdoor wordt het binnendringen van 25 vuildeeltjes in het oormerkelement verhinderd. Een zeer robuuste variant wordt verkregen als de omhulling 110 zich aan de wand van de uitsparing 105 hecht over het gehele gebied waarin contact optreedt tussen de omhulling 110 en de wand van de uitsparing 105.
30
Een goede hechting kan worden bereikt als het materiaal van de omhulling 110 gelijk is aan het materiaal van het lichaam 101 van het oormerkelement. Bij voorkeur wordt voor beide polyurethaan toegepast.
35
Als, zoals in fig. 3 getoond, de omhulling 110 de hele uitsparing 105 vult en er een goede hechting optreedt tussen 1025529
I 10 I
I omhulling 110 en drager 101 ter plaatse van de binnenrand 104 en I
I van de buitenrand 103 kan een oormerkelement met een glad en I
I gelijkmatig oppervlak worden verkregen, dat ongevoelig is voor I
I vervuiling. I
I 5
I In het in fig. 3 getoonde voorbeeld van het oormerkelement I
I volgens de uitvinding heeft de omhulling een vrij oppervlak 107, I
I welk vrij oppervlak 107 een deel van het buitenoppervlak van het I
I oormerkelement vormt. I
I 10
I In een voordelige variant van de tweede uitvoeringsvorm omvat I
I het lichaam 101 een of meer uitsteeksels 106, die zich I
I uitstrekken in de uitsparing 105. Deze uitsteeksels 106 dragen I
I de transponder zodat de transponder niet direct tegen de wand I
I 15 van de uitsparing 105 aan ligt. De uitsteeksels 106 kunnen I
I ringvormig zijn, of als ribben of vingers zijn uitgevoerd. I
Bij voorkeur wordt het oormerkelement zo uitgevoerd en het vrije I
I oppervlak 107 van de omhulling 110 bij gebruik naar het oor zijn I
I 20 toegekeerd. Dit heeft het voordeel dat de zijde die het meest
I gevoelig is voor vervuiling en beschadiging hiertegen wordt I
I beschermd door het oor van het dier.
I Het oormerkelement volgens de tweede uitvoeringsvorm wordt bij I
I 25 voorkeur als volgt vervaardigd. Eerst wordt een lichaam 101
I vervaardigd met een uitsparing 105 voor het opnemen van een I
I transponder, die een antenne 111 en een chip 112 omvat.
I Vervolgens wordt de transponder in de uitsparing 105 I aangebracht. De transponder rust hierbij op de uitsteeksels 106.
30 I De uitsparing 105 waarin de transponder zich bevindt wordt I gevuld met een flexibel materiaal, bijvoorbeeld door de I uitsparing 105 vol te gieten met polyurethaan. Het flexibele I materiaal vormt dan de omhulling 110 van de transponder. Doordat I 35 de transponder op de uitsteeksels 106 rust is er enige afstand I tussen de transponder en de wand van de uitsparing 105. Hierdoor I kan er ook flexibel materiaal tussen de transponder en de wand I 1025529 ‘ 11 van de uitsparing 105 komen. Dit is voordelig omdat er dan ook ter plaatse van de transponder hechting optreedt tussen de omhulling 110 en de wand van de uitsparing 105.
5 Bij voorkeur is het materiaal van de omhulling 110 gelijk aan dat van het lichaam 101 van het oormerkelement, zodat een goede hechting optreedt tussen omhulling 110 en lichaam 101.
Fig. 4 toont een oormerk volgens de uitvinding, dat is 10 aangebracht in het oor 214 van een dier. Gangbare oormerken bestaan uit een mannelijk element 201 en een vrouwelijk element 202, waarbij ten minste een van de elementen 201,202 een beschrijfbaar deel 203 omvat.
15 In het voorbeeld van fig. 4 is een oormerkelement volgens de uitvinding ondergebracht in het mannelijke element 201. Het mannelijke element heeft een pen 215 met een punt 216, die door het oor 214 en door een opening 217 in het vrouwelijke element steekt. In een voordelige uitvoeringsvorm van een oormerk 20 volgens de uitvinding staan zowel het mannelijke als het vrouwelijke element 201,202 elastische vervorming toe. Op deze wijze worden de voordelen van de uitvinding optimaal benut.
In het voorbeeld van fig. 4 is het vrije oppervlak 207 naar het 25 oor 214 van het dier toegekeerd, zodat het vrije oppervlak 207 door het oor 214 beschermd wordt tegen ongewenste invloeden van buitenaf.
Fig. 5 toont het mannelijke element 201 en het vrouwelijke 30 element 202 nogmaals, maar dan nu in een vooraanzicht.
1025529

Claims (26)

1. Oormerkelement ten behoeve van een oormerk voor het merken I I van dieren, welk oormerkelement een transponder omvat, I I 5 waarbij de transponder een chip en een antenne omvat en de I I transponder omgeven is door een omhulling, en waarbij het I I lichaam van het oormerkelement van een flexibel materiaal I gemaakt is en een uitsparing heeft waarin de transponder en I I de omhulling ten minste gedeeltelijk zijn opgenomen, I I 10 met het kenmerk, I I dat de omhulling van de transponder elastische vervorming van I de omhulling en de transponder toestaat. I
2. Oormerkelement volgens conclusie 1, I I 15 waarbij de omhulling van een flexibele kunststof is en een I I dikte heeft die kleiner is dan de overige afmetingen van de I omhulling. I
3. Oormerkelement volgens een van de voorgaande conclusies, I I 20 waarbij de omhulling een eerste en een tweede laag kunststof I I folie omvat, waarbij de transponder zich tussen de eerste en I I de tweede laag kunststof folie bevindt. I
4. Oormerkelement volgens conclusie 3, I I 25 waarbij het materiaal van de kunststof folie polyester is. I
5. Oormerkelement volgens een van de voorgaande conclusies, I I waarbij het samenstel van transponder en omhulling een dikte I I heeft die ligt tussen 0.3 mm en 0.9 mm. I I 30 I
6. Oormerkelement volgens een van de voorgaande conclusies, I I waarbij ten minste een deel van het buitenoppervlak van de I omhulling beweegbaar is ten opzichte van de wand van de I I uitsparing in het lichaam van het oormerkelement. I I 35
7. Oormerkelement volgens een van de voorgaande conclusies, I I 1025529 waarbij de oriëntatie van de transponder ten opzichte van het lichaam van het oormerkelement geborgd is door middel van een vormgesloten mechanische borging.
8. Oormerkelement volgens conclusie 1, waarbij hechting aanwezig is tussen omhulling en de wand van de uitsparing in het lichaam van het oormerkelement.
9. Oormerkelement volgens conclusie 8, 10 waarbij de omhulling van de transponder de uitsparing in het lichaam van het oormerkelement opvult.
10. Oormerkelement volgens conclusie 8 of 9, waarbij de omhulling van de transponder en het lichaam van 15 het oormerkelement van polyurethaan zijn.
11. Oormerkelement volgens een van de conclusies 8-10, waarbij de omhulling een vrij oppervlak heeft, welk vrij oppervlak een deel van het buitenoppervlak van het 20 oormerkelement vormt.
12. Oormerkelement volgens een van de conclusies 8-11, waarbij het lichaam van het oormerkelement ten minste een uitsteeksel omvat, welk uitsteeksel zich uitstrekt in de 25 uitsparing en ingericht is om een afstand te creëren tussen de transponder en ten minste een deel van de wand van de uitsparing.
13. Werkwijze voor het vervaardigen van een oormerkelement 30 volgens conclusie 1, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het aanbrengen van een omhulling om de transponder, waarbij de omhulling zich uitstrekt tot buiten de transponder, 35. het aanbrengen van ten minste een doorgaand gat in het deel van de omhulling dat zich uitstrekt buiten de transponder, 1025529 - het plaatsen van de door de omhulling omgeven transponder j I in een matrijs die bestemd is voor het gieten van een I eerste deel van het lichaam van het oormerkelement waarbij I een pen door het doorgaande gat in de omhulling wordt 5 gestoken, ^ I - het gieten van het eerste deel van het lichaam van het I oormerkelement, waarbij de omhulling waarbinnen de transponder zich bevindt in een uitsparing van het eerste I deel van het lichaam van het oormerkelement komt te 10 liggen, I - het verwijderen van de pen uit het doorgaande gat in de I omhulling, I - het gieten van een tweede deel van het lichaam van het I oormerkelement, welk tweede deel zodanig aansluit op het I 15 eerste deel van het lichaam van het oormerkelement dat de I transponder wordt opgesloten tussen het eerste deel van I het lichaam van het oormerkelement en het tweede deel van het lichaam van het oormerkelement, waarbij ter plaatse I van het doorgaande gat in de omhulling een aan het tweede 20 deel gevormd anker wordt gegoten dat het doorgaande gat in I de omhulling doorsteekt en aldus de transponder met de I omhulling verankert ten opzichte van het lichaam van het oormerkelement. I 25 14. Werkwijze volgens conclusie 13, waarbij de pen die door het doorgaande gat in de omhulling I steekt de positie de transponder fixeert ten opzichte van de I matrijs tijdens het gieten van het eerste deel van het I lichaam van het oormerkelement. I 30
15. Werkwijze volgens conclusie 13 of 14, waarbij het suiker dat gevormd wordt tijdens het gieten van I het tweede deel van het lichaam van het oormerkelement zich hecht aan het eerste deel van het lichaam van het 35 oormerkelement. I 1025529 «
16. Werkwijze voor het vervaardigen van een oormerkelement volgens conclusie 1, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het vervaardigen van een lichaam van het oormerkelement 5 met een uitsparing voor het opnemen van een transponder die een chip en een antenne omvat, - het aanbrengen van een chip en een antenne van de transponder in de uitsparing van het lichaam van het oormerkelement, 10. het afdekken van de chip en de antenne door een flexibel, bij voorkeur gietbaar, materiaal zodat het aangebrachte flexibele materiaal de omhulling van de chip en de antenne van de transponder vormt, waarbij het flexibele materiaal hecht aan de wanden van de uitsparing in het lichaam van 15 het oormerkelement.
17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij de uitsparing in het lichaam van het oormerkelement gevuld wordt met het flexibele materiaal. 20
18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, waarbij het lichaam van het oormerkelement vervaardigd wordt uit polyurethaan en het flexibele materiaal waarmee de uitsparing in het lichaam van het oormerkelement gevuld wordt 25 eveneens polyurethaan is.
19. Samenstel van een transponder en een omhulling, waarbij de omhulling een eerste en een tweede laag kunststof folie omvat, waarbij de transponder zich tussen de eerste en de 30 tweede laag kunststof folie bevindt
20. Werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof product met een transponder, welke werkwijze de volgende stappen omvat: 35. het vervaardigen van een samenstel van transponder en omhulling volgens conclusie 19, 1025529
16 I - het plaatsen van het samenstel van transponder en I omhulling in een matrijs die bestemd is voor het gieten I van een kunststof product, I - het gieten van het kunststof product, waarbij het I 5 samenstel van transponder en omhulling in het kunststof I product komt te liggen. I
21. Werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof I product met een transponder, waarbij het kunststof product I 10 een lichaam heeft, welk lichaam een eerste deel en een tweede I deel omvat, I welke werkwijze de volgende stappen omvat: I - het vervaardigen van een samenstel van transponder en I omhulling volgens conclusie 19, I 15. het plaatsen van het samenstel van transponder en I omhulling in een matrijs die bestemd is voor het gieten I van een eerste deel van het lichaam, I - het gieten van het eerste deel van het lichaam van het I oormerkelement, waarbij het samenstel van transponder en I 20 omhulling in het eerste deel van het lichaam van het I oormerkelement komt te liggen, I - het gieten van een tweede deel van het lichaam van het I oormerkelement, welk tweede deel zodanig aansluit op het I eerste deel van het lichaam van het oormerkelement dat het I 25 samenstel van transponder en omhulling wordt opgesloten I tussen het eerste deel van het lichaam van het I oormerkelement en het tweede deel van het lichaam van het I oormerkelement. I
22. Oormerk voor het merken van een dier dat een I oormerkelement volgens een van de conclusies 1-12 omvat, welk I oormerk een mannelijk element en een vrouwelijk element I omvat. I
23. Oormerk volgens conclusie 21, I met het kenmerk, I 102552¾ I 9 dat het mannelijke element van het oormerk het oormerkelement volgens een van de conclusies 1-12 omvat.
24. Oormerk volgens conclusie 21, 5 met het kenmerk, dat het vrouwelijke element van het oormerk het oormerkelement volgens een van de conclusies 1-12 omvat.
25. Oormerk volgens conclusie 21, 10 met het kenmerk, dat zowel het mannelijke element als het vroüwelijke element elastische vervorming toestaan.
26. Oormerk volgens conclusie 21, 15 met het kenmerk, dat het oormerk een oormerkelement volgens conclusie 11 omvat, waarbij het oormerk zo is vormgegeven dat het vrije oppervlak van de omhulling bij gebruik naar het oor van het dier is gekeerd. 20 102552a
NL1025529A 2004-02-19 2004-02-19 Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement. NL1025529C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025529A NL1025529C2 (nl) 2004-02-19 2004-02-19 Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement.
NL1026918A NL1026918C1 (nl) 2004-02-19 2004-08-27 Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement.
PCT/IB2005/000402 WO2005082132A2 (nl) 2004-02-19 2005-02-18 Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1025529A NL1025529C2 (nl) 2004-02-19 2004-02-19 Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement.
NL1025529 2004-02-19

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1025529C2 true NL1025529C2 (nl) 2005-08-22

Family

ID=34973551

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1025529A NL1025529C2 (nl) 2004-02-19 2004-02-19 Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1025529C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0639942A1 (en) 1992-05-13 1995-03-01 Allflex New Zealand Limited A carrier for an electronic identification device
US5461807A (en) * 1994-04-13 1995-10-31 Fearing Manufacturing Company Animal eartag electronic transponder
EP1000538A1 (en) * 1998-05-29 2000-05-17 Norel, S.A. Ear tag enabling to identify cattle
US6098324A (en) * 1997-06-11 2000-08-08 Reydet Finance Animal identification device and method of manufacture
US20020148146A1 (en) * 2001-04-11 2002-10-17 Thomas Hogan Tamper-proof animal identification tag

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0639942A1 (en) 1992-05-13 1995-03-01 Allflex New Zealand Limited A carrier for an electronic identification device
US5461807A (en) * 1994-04-13 1995-10-31 Fearing Manufacturing Company Animal eartag electronic transponder
US6098324A (en) * 1997-06-11 2000-08-08 Reydet Finance Animal identification device and method of manufacture
EP1000538A1 (en) * 1998-05-29 2000-05-17 Norel, S.A. Ear tag enabling to identify cattle
US20020148146A1 (en) * 2001-04-11 2002-10-17 Thomas Hogan Tamper-proof animal identification tag

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3119192B1 (en) Metal ear tag with overmoulded cover for transponder housing
AU2005324329B2 (en) Chip with insert including an electronic microchip
US7277017B2 (en) RFID tag
EP2165293B1 (en) Token with electronic device.
US20080094225A1 (en) RFID Collar
CA2135476C (en) A carrier for an electronic identification device
WO2012019956A1 (fr) Dispositif d'identification d'un animal et dispositif de fabrication correspondant
US6501430B1 (en) Carrier provided with an eletronic transponder for identifying animals, and method for producing such carrier
NL1026918C1 (nl) Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement.
EP2534945A1 (en) Flexible electronic ear tag
US7722531B1 (en) Medical instrument with a non-contact readable data carrier
NL1025529C2 (nl) Oormerkelement en werkwijze voor de vervaardiging van een oormerkelement.
WO2001033950A1 (en) Ear tag
WO2002069250A1 (fr) Dispositif d'authentification de plaques mineralogiques
US20090052309A1 (en) Optical disc comprising rf transponder
FR2779261A1 (fr) Element d'identification electronique et dispositif d'identification, notamment pour animaux, associes a l'element
CA2796677A1 (en) Animal identification device
JP7003592B2 (ja) コイン型icタグ
NL9200027A (nl) Oormerk met klikverbinding.
KR20080048105A (ko) 이중 패키지 구조를 갖는 알에프아이디 태그 및 그 제조방법
FR2849744A1 (fr) Bracelet de chasse equipe de moyens electroniques pour attester de l'irreversibilite de sa fermeture
CA3218609A1 (en) Animal ear tag
JP5588739B2 (ja) Rfidタグ
NZ549390A (en) Chip with two part insert having projections which engage to define area in which to place microchip

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220301