NL1024938C2 - Inrichting voor het houden van pluimvee, gebouw voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijze. - Google Patents
Inrichting voor het houden van pluimvee, gebouw voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijze. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1024938C2 NL1024938C2 NL1024938A NL1024938A NL1024938C2 NL 1024938 C2 NL1024938 C2 NL 1024938C2 NL 1024938 A NL1024938 A NL 1024938A NL 1024938 A NL1024938 A NL 1024938A NL 1024938 C2 NL1024938 C2 NL 1024938C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- floor
- poultry
- floors
- building
- neighboring
- Prior art date
Links
- 244000144977 poultry Species 0.000 title claims abstract description 104
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 8
- 230000001105 regulatory effect Effects 0.000 claims description 6
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 claims description 2
- 235000013601 eggs Nutrition 0.000 abstract description 5
- 241000269800 Percidae Species 0.000 abstract description 3
- 235000013305 food Nutrition 0.000 abstract description 3
- 244000144619 Abrus precatorius Species 0.000 abstract 1
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 description 9
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 3
- 235000013361 beverage Nutrition 0.000 description 2
- 230000000903 blocking effect Effects 0.000 description 1
- 238000007599 discharging Methods 0.000 description 1
- 201000010099 disease Diseases 0.000 description 1
- 208000037265 diseases, disorders, signs and symptoms Diseases 0.000 description 1
- 238000006073 displacement reaction Methods 0.000 description 1
- 230000009191 jumping Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K31/00—Housing birds
- A01K31/22—Poultry runs ; Poultry houses, including auxiliary features, e.g. feeding, watering, demanuring
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Birds (AREA)
- Zoology (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Housing For Livestock And Birds (AREA)
Description
(
Inrichting voor het houden van pluimvee, gebouw voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijze
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het houden van pluimvee, 5 omvattende: meerdere boven elkaar gelegen etages ingericht voor het houden van pluimvee, en middelen voor het verschaffen van toegang voor ten minste een deel van het pluimvee tot de etages. De uitvinding heeft tevens betrekking op een gebouw voorzien van een dergelijke inrichting. De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het toepassen van een bijzondere voorkeursuitvoering van een 10 dergelijke inrichting.
De in aanhef genoemde inrichting is reeds bekend in de stand van techniek. De bekende inrichting, ook wel aangeduid als ‘volièrestal’, omvat één of meerdere in een stal geplaatste stellingen elk voorzien van meerdere etages, waartussen het pluimvee zich 15 vrijelijk, veelal door middel van fladderen en springen, kan verplaatsen. Elke etage kan daarbij zijn voorzien van middelen voor het veraangenamen van het welzijn van het pluimvee, zoals bijvoorbeeld legnesten, zitfaciliteiten, scharrelruimtes, et cetera. Veelal is de basisvloer met strooisel bedekt. De bekende inrichting heeft echter meerdere nadelen. Pluimvee heeft in het algemeen de neiging om zich naar een zo hoog mogelijke 20 positie (etage) te verplaatsen'Dit resulteert er doorgaans in dat de bovenste etages van de stellingen, en aldus de aldaar aangebrachte leeffaciliteiten, zoals legnesten, veelal overbezet zijn, terwijl de onderste etages veelal nauwelijks bezet zijn. Een dergélijke plaatselijke overbezetting resulteert doorgaans in relatief veel buitennesteièren. Een te hoge locale pluimveedichtheid en een daarmee gepaard gaande gereduceerde leefruimte 25 per dier gaat doorgaans tevens ten koste van het dierenwelzijn van het zich op deze overvolle etages bevindend pluimvee.
De uitvinding heeft tot doel het verschaffen van een verbeterde inrichting volgens het in aanhef genoemde type, waarmee een meer diervriendelijk leefklimaat over de 30 verschillende etages kan worden bereikt.
De uitvinding verschaft daartoe een inrichting van het in aanhef genoemde type, met het kenmerk, dat elke etage separaat afsluitbaar is, en dat ten minste één etage is verbonden met een de inrichting omgevend gebouw. Door de etages separaat afsluitbaar uit te 1024938 2 I · » voeren is het mogelijk om elke etage te isoleren, indien een voldoende mate van i pluimveevulling bereikt is. Hierdoor kan overbezetting van pluimvee op een bepaalde etage worden'voorkomèn, waardoor een meer gelijkmatige verdeling van het pluimvee over de verschillende etages zal worden bereikt. Het aantal pluimveedierten op de 5 bovenste etages zal aldus kunnen worden gereduceerd, waardoor het pluimvee per dier meer leefruimte overhoudt, hetgeen doorgaans positief bijdraagt aan het welzijn en leefklimaat van het pluimvee. Dit resulteert doorgaans in een verhoogde productie vah nesteieren. Tevens zullen eventueel per etage aangebrachte leeffaciliteiten, en in het bijzonder daarvan deel uitmakende legnesten, op een meer efficiënte en gelijkmatige 10 wijze benut kunnen worden. Deze relatief gelijkmatige nestbezetting resulteert doorgaans eveneens in een verhoogde productie van nesteieren. Naast de in hoofdzaak uniforme pluimveeverdeling over de verschillende etages heeft de inrichting overeenkomstig de uitvinding tevens als voordeel dat de klimaatbeheersing, en in het bijzonder de temperatuurbeheersing, per etage tevens verbetert zal worden. In 15 tegenstelling tot de conventionele inrichting zijn de etages van de inrichting overeenkomstig de uitvinding, of althans een deel daarvan, verbonden met een de . inrichting omgevend gebouw, waardoor opwaartse convectiestromen zich doorgaans in hoofdzaak zullen beperken tot één enkele etage. Vrije convectie van de onderste etage naar de bovenste etage kan aldus worden voorkomen* of althans worden tegengegaan, 20 waardoor (significante) temperatuurfluctuaties tussen de verschillend etages tevens kunnen worden voorkomen, of worden tegengegaan. Hierdoor is het mogelijk om op elke etage een in hoofdzaak gelijke klimaatconditie te realiseren. Vooral bij warm weer is een dergelijke verbeterde klimaatbeheersing een significant voordeel. De boven elkaar gelegen etages kunnen tevens schuin boven elkaar zijn gelegen, zolang een 25 niveauverschil aanwezig is tussen een etage en een opvolgende (naastgelegen) etage. Het aantal toe te passen etages kan daarbij variëren. Bij voorkeur worden twee boven elkaar gelegen etages toegepast. Het is echter tevens mogelijk om meerdere etages in het gebouw toe te passen als leefhiimte voor het pluimvee.
30 In een voorkeursuitvoering is de inrichting voorzien van ten minste één op ten minste één etage aansluitende uitgang en/of ingang voor het pluimvee; Alzo wordt een uitloop voor zich in de inrichting bevindend pluimvee verschaft, waardoor de dieren zich tevens buiten de inrichting kunnen begeven. De uitgang of uitloop zal doorgaans afsluitbaar worden uitgevoerd, teneinde het pluimvee in de inrichting te kunnen houden.
1024938 I 1 3
Bij voorkeur maakt ten minste een deel van de etages integraal deel uit van het gebouw.
Het gebouw lcan daarbij zijn voorzien van verschillende verdiepingsvloeren die elk fungeren als etage voor het pluimvee. Daar de verdiepingsvloeren doorgaans rondom 5 aansluiten op de de verdiepingsvloeren omgevende zijwanden van het gebouw, zal nauwelijks luchtverplaatsing kunnen optreden van een etage naar een andere etage, hetgeen de klimaatbeheersing per etage aanzienlijk kan faciliëren en kan verbeteren.
Ten minste een deel van het aantal etages is bij voorkeur voorzien van legnesten, 10 zitfaciliteiten en/ofleefrekken, en meer in het bijzonder van toevoermiddelen voor water en voer. Het aantal leg-, zit- en scharrelfaciliteiten kan daarbij worden aangepast aan een gewenst aantal pluimveedieren op die betreffende etages.
In een voorkeursuitvoering is de inrichting voorzien van klimaat regulerende middelen 15 voor regulatie van onder andere de temperatuur* de luchtsamenstelling en/of de . luchtvochtigheid óp ten minste een deel van het aantal etages. De klimaatbeheersing per etage kan alzo actief worden gereguleerd, waardoor de op een etage heersend klimaat kan worden geoptimaliseerd voor het zich daar begevend pluimvee. Zoals reeds : vermeld, kunnen op elke etage in hoofdzaak gelijke klimaatcondities worden 20 gehandhaafd, waardoor (grote) verschillen in temperatuur, luchtsamenstelling, en/of vochtigheid tussen verschillende etages voorkomen kunnen worden, of althans geminimaliseerd kunnen worden.
In weer een andere voorkeursuitvoering is de inrichting voorzien van sensormiddelen 25 voor het meten van de pluimveedichtheid op ten minste een deel van het aantal etages.
Alzo kan al dan niet automatisch worden bepaald wanneer een toegang tot een bepaalde etage dient te worden verschaft dan wel dient te worden geblokkeerd. Op deze wijze kan het gelijkmatig verdelen van het pluimvee over de verschillende etages worden gefacilieerd.
30
De inrichting is bij voorkeur voorzien van ten minste één ten minste in hoofdzaak in het gebouw gelegen voorportaal voor het verschaffen van toegang voor ten minste een deel van het pluimvee tot ten minste één etage. In het voorportaal zal doorgaans een opgang, zoals bijvoorbeeld een loopplank, lift, trap, et cetera, zijn aangebracht die aansluit op de 1024938 4 • ι betreffende etage(s). In een bijzondere voorkeursuitvoering is elke etage gekoppeld aan een eigen voorportaal. Alzo kan een bepaalde etage slechts worden bereikt via een corresponderend voorportaal. De regulatie van de pluimveedichtheid op elke etage kan alzo doorgaans eenvoudiger worden gereguleerd. Bij voorkeur zijn de etages onderling 5 permanent gescheiden voor het pluimvee. Het is alsdan voor het pluimvee niet mogelijk om zich (op eenvoudige wijze) van een etage naar een naburige etage te verplaatsen. Door meerdere, onderling geïsoleerde etages toe te passen, waarbij elke etage is aangesloten op een eigen voorportaal kan het pluimvee permanent in bij specifieke etages behorende groepen worden verdeeld. De verschillende groepen worden daarbij 10 bij voorkeur tevens gescheiden gehouden buiten de inrichting en buiten het gebouw. Door een dergelijke compartimentering toe te passen zal een massale ziekte-uitbraak onder het zich in de inrichting bevindend pluimvee kunnen worden voorkomen, of althans kunnen worden tegengegaan.
15 De uitvinding heeft tevens betrekking op een inrichting voor het houden van pluimvee, omvattende: meerdere boven elkaar gelegen etages ingericht voor het houden van pluimvee, en middelen voor het verschaffen van toegang van een etage naar een naburige etage voor verplaatsing van het pluimvee van de etage naar de naburige etage en vice versa, waarbij de toegang afsluitbaar is, en waarbij ten minste één etage is 20 verbonden met een de inrichting omgevend gebouw. Een dergelijke uitvoeringsvorm van de inrichting kan worden beschouwd als een bijzondere voorkeursuitvoering van de inrichting overeenkomstig de uitvinding. Het afsluiten van de toegang van een etage naar een naastgelegen etage kan op diverse wijzen worden bereikt. Alzo kan bijvoorbeeld een verplaatsbaar luik worden toegepast, doch het is eveneens denkbaar 25 om de middelen voor het verschaffen van toegang van de ene etage naar de andere etage verplaatsbaar uit te voeren. Op deze wijze kan tevens de pluimveedichtheid per etage : worden gereguleerd door het verschaffen respectievelijk blokkeren van de toegang tot één of meerdere etages, waardoor een diervriendelijk leefklimaat voor het pluimvee kan worden geschapen en daardoor doorgaans een hogere productie van nesteieren kan 30 worden bereikt.
In een voorkeursuitvoering zijn de middelen voor het verschaffen van toegang van de etage naar de naburige etage voorzien van een op beide etages aansluitende trap. De trap kan zeer divers zijn uitgevoerd en kan bijvoorbeeld worden gevormd door een al dan 1024938 5 ι ' niet geprofileerde loopplank. Het is echter eveneens mogelijk om de trap te voorzien van treden die in legio configuraties kunnen zijn georiënteerd. Alzo ontstaat een trap met behulp waarvan het pluimvee zich middels opspringen van trede naar trede tussen de verschillende etages kan verplaatsen. In weer een andere voorkeursuitvoering zijn de 5 middelen voor het verschaffen van toegang van de etage naar de naburige etage voorzien van een op beide etages aansluitende lift. De lift kan tevens zeer divers zijn uitgevoerd, en wordt bij voorkeur uitgevoerd als een patemósterlift. De lift kan automatisch en/of manueel worden bediend. Zoals reeds opgemerkt is het denkbaar om de trap en/of de lift verplaatsbaar uit te voeren, waardoor toegang tot een opvolgende 10 etage kan worden gerealiseerd dan wel worden geblokkeerd. Opgemerkt zij dat de trap en de lift niet fysiek contact dienen te maken in deze context. Het pluimvee dient zich echter evenwel met behulp van deze middelen te kunnen verplaatsen tussen de etages.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een gebouw voorzien van een dergelijke 15 inrichting. Bij voorkeur worden de etages gevormd door verdiepingsvloeren van het gebouw. Voordelen zijn reeds in het voorgaande besproken.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een werkwijze voor het toepassen van een specifieke uitvoeringsvorm - zoals hiervoor beschreven - van een dergelijke inrichting, 20 omvattende de stappen: a) het met pluimvee vullen van een etage, b) het verschaffen van toegang voor het pluimvee tot een naburige etage, c) het met pluimvee vullen van de naburige etage, en d) het afsluiten van de toegang tot de naburige etage. De stappen a)-d) behoeven niet noodzakelijkerwijs opvolgend te worden uitgevoerd. Een derde bijvoorbeeld kan ab initio toegang verschaffen tot elke etage. Het in de inrichting 25 lopend pluimvee zal zich voornamelijk vooreerst naar een bovenste etage begeven.
Indien aldaar een voldoende pluimveedichtheid is bereikt dan kan de toegang tot deze bovenste etage worden geblokkeerd, waarna de op één na bovenste etage voor het zich naar boven begevend pluimvee alsdan de hoogst bereikbare etage wordt. Indien op deze etage een soortgelijke pluimveedichtheid is bereikt, dan kan voorts deze toegang 30 worden gesloten, et cetera.
Bij voorkeur is.de etage volgens stap a) een onderste etage is, Doordat pluimvee de neiging heeft om zich zo hoog mogelijk te verplaatsen, is het doorgaans bijzonder 1 02 4938"“ . » · 6 voordelig om het pluimvee in de inrichting te brengen via de onderste etage. Alsdan kan l worden gegarandeerd dat de onderste etage voldoende zal worden gevuld met pluimvee.
»
In een voorkeursuitvoering worden dat stappen a)-d) herhaald totdat alle, althans in 5 hóofdzaak alle, etages van de inrichting zijn voorzien van pluimvee. Op deze wijze zal etage na etage worden gevuld met pluimvee, waardoor vrije doorloop van het pluimvee naar de bovenste etage - ingeval meer dan twee etiages worden toegepast - niet ineens mogelijk is. De inrichting kan alzo etagegewijs gecontroleerd Worden gevuld met pluimvee. Vooreerst wordt in deze voorkeursuitvoering de onderste etage afgesloten, 10 daarna de opvolgende etage, et cetera. Het is echter eveneens denkbaar dat stappen a)-c) worden herhaald tótdat alle etages van de inrichting zijn voorzien van pluimvee alvorens stap d) wordt uitgevoerd. Alzo wordt een vrije doorloop van pluimvee richting de bovenste etages evenwel mogelijk gemaakt, waardoor vooreerst de bovenste etage zal worden afgésloten, daarna de een na bovenste etage, et cetera.
15
In een laatste voorkeursuitvoering geschiedt het afsluiten van de toegang tot de naburige etage volgens stap d) na het bereiken van voldoende pluimveevulling van de etage volgens stap a). Alsdan kan worden gegarandeerd dat de pluimveedichtheid op de . betreffende etage niet een bepaalde waarde overschrijdt, waardoor het welzijn van het 20 zich op die etage begevend pluimvee kan worden gewaarborgd.
'.··,· De uitvinding zal worden verduidelijkt aan de hand van in navolgende figuren weergegeven niet-limitatieve uitvoeringsvoorbeelden. Hierin toont: figuur 1 een dwarsdoorsnede van een gebouw voorzien van een inrichting voor het 25 houden van pluimvee overeenkomstig de uitvinding, en figuur 2 een dwarsdoorsnede van een ander gebouw voorzien van een andersoortige inrichting voor het houden van pluimvee overeenkomstig de uitvinding.
Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede van een gebouw 1 voorzien van een inrichting 2 30 voor het houden van pluimvee overeenkomstig de uitvinding. De inrichting omvat vier etages 3a-3d ingericht voor het houden van pluimvee, welke etages 3a-3d worden gevormd door verdiepingsvloeren van het gebouw 1. Op elke etage 3a-3d zijn meerdere legnesten 4 en zitstokken 5 aangebracht. De legnesten 4 sluiten daarbij aan op een centrale afvoerband 25 voor eieren 26. Tevens is elke etage 3a-3d voorzien van een 1024938 7 voedsel- en dranktoevoer (niet-weergegeven). Het gebouw 1 is voorzien van een uitgang 6 voor het zich in de inrichting 2 bevindend pluimvee. De uitgang 6 kan daarbij tevens fungeren als ingang. De uitgang 6 sluit daarbij aan op de onderste etage 3a. De verschillende etages 3a-3d zijn onderling verbonden middels diverse voorzieningen.
5 Alzo wordt de verbinding nissen de onderste etage 3a en de tweede etage (eerste verdieping) 3b gevormd door twee patemosterliften 7. De liften 7 zijn daarbij voorzien van meerdere, met een eindloze transportband 8 verbonden plateaus 9. De transportband 8 werkt daarbij samen met twee roteerbare transportwielen 10. Tijdens rotatie van de transportwielen 10, en aldus tijdens opwaartse respectievelijk neerwaartse verplaatsing 10 van de plateaus 9 kan pluimvee zich verplaatsen van de onderste etage 3a naar de tweede etage 3b en vice versa. Na beëindiging van de rotatie van de patemosterliften 7 wordt toegang van de eerste etage 3a naar de tweede etage 3b en vice versa afgesloten. De verbinding tussen de tweede etage 3b en de opvolgende derde etage 3c wordt gevormd door twee opspringtrappen 11. De opspringtrappen 11 zijn daarbij elk 15 voorzien van meerdere treden 12 via welke het pluimvee zich kan verplaatsen van de tweede etage 3b naarde derde etage 3c en vice'versa. De derde etage 3c is daarbij aan weerszijden voorzien van twee verplaatsbare afsluitluiken 13. De afslüitluiken 13 kunnen al dan niet manueel naar een zich boven de opspringtrappen 11 bevindende positie worden geschoven (zie pijl A), waardoor de toegang van de tweede etage 3b 20 naar de derde etage 3 c en vice versa wordt geblokkeerd. De verbinding tussen de derde etage 3c en de bovenste vierde etage 3d wordt gevormd door twee zwenkbare loopplanken 14: Door de loopplanken 14 te zwenken in een naar de vierde etage 3d toegekeerde richting (zie pijl B) kunnen de derde etage 3c en de vierde etage 3d onderling worden geïsoleerd. Doordat elke etage 3a-3d isoleerbaar is ten opzichte van 25 één of meerdere naburige etages 3a-3d kan de pluimveedichtheid op elke etage 3a-3d (naar wens) worden bepaald. Alzo is het bijvoorbeeld mogelijk om pluimvee de inrichting 2 binnen te laten via de uitgang 6. Vanwege natuurlijke drang zal het pluimvee de neiging hebben om zich via de patemosterliften 7 naar een hogere etage 3b te verplaatsen. Derhalve kunnen de patemosterliften 7 zodanig lang worden geactiveerd, 30 dat op de onderste eerste etage 3a een gewenste pluimveedichtheid is bereikt. Hetzelfde geldt voor de opvolgende etages 3 b-3d. Deze kunnen elk worden afgesloten indien, bij voorkeur in hoofdzaak dezelfde, pluimveedichtheid is bereikt als op de eerste etage 3sl. Alzo kan een uniforme pluimveeverdeling worden verkregen over alle etages 3a-3d, waardoor een op deze pluimveeverdeling afgestemde hoeveelheid legnesten 4 en 102 4938' ♦ 8 zitstokken 5 efficiënt zal kunnen worden gebruik zonder dat daarbij een (significante) over- of ondercapaciteit optreedt. Bovendien wordt een minimale scharrelruimte per dier gegarandeerd, hetgeen doorgaans het dierenwelzijn vergroot. Teneinde het dierenwelzijn verder te vergroten is elke etage 3a-3d voorzien van een 5 klimaatbeheersingsunit 15 voor het (onder meer) reguleren van de temperatuur per etage 3a-3d. Dergelijke klimaatbeheersingsunit 15 zijn echter niet in elke situatie noodzakelijk.
Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een ander gebouw 16 voorzien van een 10 andersoortige inrichting 17 voor het houden van pluimvee overeenkomstig de uitvinding. De inrichting 17 omvat vier boven elkaar gelegen etages 18a-18d, en vier andere boven elkaar gelegen etages 18e-18h, welke etages 18a-18h met het gebouw 16 zijn verbonden. Elke etage 18a-18h is daarbij voorzien van faciliteiten voor het vergroten van het welzijn van zich op de etages 18a-18h bevindend pluimvee. Alzo is in 15 het getoonde uitvoeringsvoorbeeld elke etage 18a-18h voorzien van meerdere legnesten 19 en zitstokken 20. Tevens is elke etage 18a-18h voorzien van voedsel-en dranktoevoerende middelen (niet-weergegeven). De inrichting 17 is tevens voorzien van een op de etages 18a- 18h aansluitend kolomvormig trappenhuis 21. Het trappenhuis 21 is daarbij voorzien van meerdere trappen 22 voor het kunnen laten verplaatsen van 20 pluimvee van een etage 18a-18d naar een andere etage 18a-18d. Het trappenhuis 21 is voorzien van meerdere afsluitbare luiken 23 voor het kunnen afsluiten van bepaalde trappen 22 uit het trappenhuis, teneinde één of meerdere etages 18a-18h te kunnen isoleren, indien bijvoorbeeld aldaar een gewenste pluimveedichtheid is bereikt. Alzo kan, zoals tevens beschreven in dé bij figuur 1 behorende beschrijving, dé 25 pluimveedichtheid per etage 18a-l 8d worden bepaald. De inrichting 17 is tevens voorzien van meerdere ingangen respectievelijk uitgangen 24 voor toevoer respectievelijk afvoer van pluimvee aan of van de inrichting 17. In de inrichting 17 gebracht pluimvee zal veelal de neiging hebben om zich via de trappen 22 van het trappenhuis 21 naar een hoger gelegen etage 18b-18h te begeven. Indien de bovenste 30 etages 18d, 18c en dan 18b respectievelijk 18h, 18g en dan 18f successievelijk worden afgesloten, dan zal het resterende pluimvee worden gedwongen om zich richting de onderste etage 18a respectievelijk 18e te begeven.
1024938 9
Figuur 3 toont ?en schematische dwarsdoorsnede van een andere vóorkeursuitvoering van een inrichting 27 voor het houden van pluimvee overeenkomstig de uitvinding. De inrichting 27 omvat meerdere boven elkaar gelegen etages 28,29, welke etages 28,29 t zijn verbonden met een de inrichting 27 omgevend gebouw 30. De bovenste etage 29 5 sluit daarbij aan op een voorportaal 31, waarin een loopplank 32 is opgenomen. Het voorportaal 31 sluit aan op een afsluitbare uitloop 33 voor pluimvee van de bovenste etage 29. Dé onderste etage 28 sluit aan op een separate uitloop 34. Alzo kan elke etage 28,29 worden voorzien van een specifiéke, eigen groep pluimvee A, B, waarbij geen onderlinge vermenging van de groepen A en B op hoeft te treden, en waardoor de 10 pluimveedichtheid per etage aldus reeds op voorhand wordt bepaald.
Figuur 4 toont een schematisch bovenaanzicht op weer een andere voorkeursuitvoering van een inrichting 35 voor het huisvesten van pluimvee. De inrichting omvat daarbij vier met een stal 36 verbonden, boven elkaar gelegen etages 37,38,39,40, waarbij elke 15 etage 37,38,39,40 aansluit op een eigen voorportaal 41,42,43,44. Elk voorportaal 41, 42,43,44 sluit daarbij aan op een eigen afgeschermde weide 45,46,47,48. Alzo kan op elke etage 37,38,39,40 - overeenkomstig de in figuur 3 getoonde' inrichting 27- een eigen pluimveepopulatie A, B, C, D worden gehuisvest, waarvan de (maximale) dichtheid reeds op voorhand is bepaald. Voordelen van het begrenzen van de maximale 20 pluimveedichtheid op een bepaalde etage zijn reeds in het voorgaande uitvoerig beschreven.
Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier weergegeven en beschreven uitvoeringsvoorbeelden, maar dat binnen het kader van de bijgaande 25 conclusies legio varianten mogelijk zijn, die voor de vakman op dit gebied voor de hand zullen liggen.
1024938
Claims (19)
1. Inrichting voor het houden van pluimvee, omvattende: meerdere boven elkaar gelegen etages ingericht voor het houden van pluimvee, 5 en middelen voor het verschaffen van toegang voor ten minste een deel van het pluimvee tot de etages, met het kenmerk, dat elke etage separaat afsluitbaar is, en dat ten minste één etage is verbonden met een 10 de inrichting omgevend gebouw.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van ten minste één op ten minste één etage aansluitende uitgang voor het pluimvee.
3. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een deel van de etages integraal deel uitmaakt van het gebouw.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een deel van het aantal etages is voorzien van legnesten, zitfaciliteiten en/of 20 leefrekken voorzien van toevoermiddelen voor water en voer.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van klimaat regulerende middelen voor regulatie van het klimaat op ten minste een deel van het aantal etages. 25
6: Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van sensormiddelen voor het meten van de pluimveedichtheid op ten minste een deel van het aantal etages.
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van ten minste één ten minste in hoofdzaak in het gebouw gelegen voorportaal voor het verschaffen van toegang voor ten minste een deel van het pluimvee tot ten minste één etage. in? zicisft· »
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat elke etage is gekoppeld aan een eigen voorportaal.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de 5 etages onderling permanent gescheiden zijn vóór het pluimvee.
10. Inrichting voor hét houden van pluimvee, in het bijzonder volgens een der conclusies 1-7, omvattende: meerdere boven elkaar gelegen etages ingericht voor het houden van pluimvee, 10 en middelen voor het verschaffen van toegang van een etage naar een naburige etage voor verplaatsing van het pluimvee van de etage naar de naburige etage en vice versa, met het kenmerk, 15 dat de toegang afsluitbaar is, en dat ten minste één etage is verbonden met een de inrichting omgevend gebouw.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de middelen voor het verschaffen van toegang van de etage naar de naburige etage zijn voorzien van een op 20 beide etages aansluitende trap.
12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat de middelen voor het verschaffen van toegang van de etage naar de naburige etage zijn voorzien van een op beide etages aansluitende lift. 25
13. Gebouw voorzien van een inrichting volgens een der conclusies 1-12.
14. Gebouw volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de etages worden gevormd dóór verdiepingsvloeren van het gebouw. 30
15. Werkwij ze voor het toepassen van een inrichting volgens een der conclusies 1 ΟΙ 2, omvattende de stappen: a) het met pluimvee vullen van een etage, b) het verschaffen van toegang voor het pluimvee tot een naburige etage, 1024938 i · c) het met pluimvee vullen van de naburige etage, en d) het afsluiten van de toegang tot de naburige etage.
16. Werkwijze volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de etage volgens stap a) 5 een onderste etage is.
17. Werkwijze volgens een der conclusies 15 of 16, met het kenmerk, dat stappen a)-d) worden herhaald totdat alle etages van de inrichting zijn voorzien van pluimvee.
18. Werkwijze volgens een der conclusies 15 of 16, met het kenmerk, dat stappen a)-c) worden herhaald totdat alle etages van de inrichting zijn voorzien van pluimvee alvorens stap d) wordt uitgevoerd.
19. Werkwijze volgens een der conclusies 15-18, met het kenmerk, dat het afsluiten 15 van de toegang tot de naburige etage volgens stap d) geschiedt na het bereiken van voldoende pluimveevulling van de etage volgens stap a). 1 02 4938
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1024938A NL1024938C2 (nl) | 2003-12-03 | 2003-12-03 | Inrichting voor het houden van pluimvee, gebouw voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijze. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1024938A NL1024938C2 (nl) | 2003-12-03 | 2003-12-03 | Inrichting voor het houden van pluimvee, gebouw voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijze. |
NL1024938 | 2003-12-03 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1024938C2 true NL1024938C2 (nl) | 2005-06-06 |
Family
ID=34806160
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1024938A NL1024938C2 (nl) | 2003-12-03 | 2003-12-03 | Inrichting voor het houden van pluimvee, gebouw voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijze. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1024938C2 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2003463C2 (nl) * | 2009-09-10 | 2011-03-14 | Ven Beheer B V Van De | Inrichting voor het houden van kippen. |
EP3603387A4 (en) * | 2017-03-29 | 2020-04-29 | Vilella&Farias, S.L. | MULTI-LEVEL AVIARY LIFT DEVICE |
Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB191010574A (en) * | 1910-04-29 | 1910-06-09 | Gabrielle Marie Jose Rossignon | Improvements in Poultry Houses. |
FR683128A (fr) * | 1929-10-11 | 1930-06-06 | Poulailler et dispositif particulier d'utilisation | |
GB631222A (en) * | 1947-09-22 | 1949-10-28 | Seaford Sectional Buildings Lt | Improvements relating to poultry houses |
US3032010A (en) * | 1961-09-05 | 1962-05-01 | Carl F Kaegebein | Means for controlling the laying habit of hens |
NL1008719C2 (nl) * | 1998-03-26 | 1999-09-28 | Roelof Pol | Inrichting voor een pluimvee-stal en werkwijze voor het opfokken van pluimvee. |
-
2003
- 2003-12-03 NL NL1024938A patent/NL1024938C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB191010574A (en) * | 1910-04-29 | 1910-06-09 | Gabrielle Marie Jose Rossignon | Improvements in Poultry Houses. |
FR683128A (fr) * | 1929-10-11 | 1930-06-06 | Poulailler et dispositif particulier d'utilisation | |
GB631222A (en) * | 1947-09-22 | 1949-10-28 | Seaford Sectional Buildings Lt | Improvements relating to poultry houses |
US3032010A (en) * | 1961-09-05 | 1962-05-01 | Carl F Kaegebein | Means for controlling the laying habit of hens |
NL1008719C2 (nl) * | 1998-03-26 | 1999-09-28 | Roelof Pol | Inrichting voor een pluimvee-stal en werkwijze voor het opfokken van pluimvee. |
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL2003463C2 (nl) * | 2009-09-10 | 2011-03-14 | Ven Beheer B V Van De | Inrichting voor het houden van kippen. |
EP2294916A3 (en) * | 2009-09-10 | 2011-08-24 | Van de Ven Beheer B.V. | Housing device for chickens |
EP3603387A4 (en) * | 2017-03-29 | 2020-04-29 | Vilella&Farias, S.L. | MULTI-LEVEL AVIARY LIFT DEVICE |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US8424489B2 (en) | Device and method for feeding domesticated animals | |
US8015946B2 (en) | Cage free nest | |
EP2560480B1 (en) | Method for brooding poultry | |
Wall et al. | Egg quality in furnished cages for laying hens—Effects of crack reduction measures and hybrid | |
US20180213751A1 (en) | Poultry farming | |
Møller et al. | An analysis of continent‐wide patterns of sexual selection in a passerine bird | |
NL1024938C2 (nl) | Inrichting voor het houden van pluimvee, gebouw voorzien van een dergelijke inrichting en werkwijze. | |
BE898159A (nl) | Kippenhok. | |
US10537091B2 (en) | Hummingbird feeder with dual food-holding compartments | |
EP0904690A1 (en) | Poultry house, and storey unit, layout and laying nest unit therefor | |
US4850306A (en) | Auxiliary cage | |
Kühn et al. | Feasibility of artificial light regimes to increase the vitamin D content in indoor-laid eggs | |
NL1008719C2 (nl) | Inrichting voor een pluimvee-stal en werkwijze voor het opfokken van pluimvee. | |
NL1009523C2 (nl) | Inrichting voor toevoer van strooisel, pluimveehuisvestingssysteem en werkwijze voor het houden van pluimvee. | |
EP3720277B1 (en) | Barn-type poultry farming system | |
US11917984B2 (en) | Nest box system with movable nest floor | |
RU2126203C1 (ru) | Способ инкубации яиц и вылупливания цыплят, инкубаторий и лоток | |
DE202018101666U1 (de) | Voliere mit erhöhten Sitzstangen | |
US6073583A (en) | Escape mechanism for water vessel | |
US4331103A (en) | Nest installation for poultry farms | |
BE1005810A3 (nl) | Kooi voor pluimvee. | |
EP0184266A2 (en) | Device for keeping animals | |
US334914A (en) | Bee hive | |
Ash et al. | Central-place foraging by rats on the radial maze: The effects of patch size, food distribution, and travel time | |
NL1004441C1 (nl) | In een gebouw voor het houden van pluimvee te gebruiken inrichting. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090701 |