NL1022592C2 - Reisverpakking, zoals een koffer. - Google Patents

Description

Reisverpakking, zoals een koffer

De uitvinding heeft betrekking op een reisverpakking, 5 zoals een koffer of dergelijke, omvattende tenminste twee, ten opzichte van elkaar tussen een open en een gesloten stand scharnierende delen. De delen kunnen in de gesloten stand worden vergrendeld met aan tegenoverliggende randen van de delen aangebrachte sluitingen.

10 Dergelijke reisverpakkingen zijn algemeen bekend. Een bekend voorbeeld wordt gevormd door een koffer van het type met twee scharnierende, relatief harde kunststof schalen.

Over het algemeen bevat één van de schalen aan zijn rand een aantal, bijvoorbeeld twee of drie knevelsluitingen, die aan 15 kunnen grijpen op de in de gesloten stand aanliggende rand van het andere verpakkingdeel teneinde de delen tegen elkaar aan te klemmen.

Het is bekend om tenminste één van de sluitingen te voorzien van een slot, bijvoorbeeld een cijferslot. In de 20 actieve toestand van het slot, kan de knevelsluiting niet worden geopend, zodat de verpakking niet door onbevoegden kan worden geopend.

Gebleken is dat een dergelijk slot niet in alle gevallen afdoende is om te voorkomen dat onbevoegden de 25 verpakking openen. Niet alleen ontstaat hierdoor het risico dat onbevoegden objecten uit de verpakking kunnen verwijderen, maar ook dat onbevoegden contrabanden, zoals drugs, in de verpakking stoppen.

Een andere ontwikkeling op het gebied van 30 reisverpakkingen is dat overwogen wordt, om in verband met de mogelijkheid van controle van de inhoud van verpakkingen, het gebruik van sloten op dergelijke verpakkingen, in het bijzonder wanneer deze per vliegtuig getransporteerd zouden 10225921 moeten worden, te verbieden. De gebruiker heeft dan geen II enkele controle meer of de verpakking door derden geopend is geweest.

De uitvinding beoogt een oplossing voor deze H 5 problemen te verschaffen door ter plaatse van de randen aangebrachte verzegelingsmiddelen omvattende een houder voor H het opnemen van een verzegelingselement en zich nabij de H houder uitstrekkende aangrijpingsdelen van de verpakkingdelen H welke onlosneembaar aangrijpbaar zijn door het H 10 verzegelingselement.

H Wanneer de verpakking wordt geopend, zal het verzegelingselement worden verbroken, zodat dit niet meer aan kan grijpen op de verpakking en daarvan los komt. Door het ontbreken van het verzegelingselement is dus zichtbaar dat de 15 verpakking na het aanbrengen van het verzegelingselement H geopend is geweest ofwel, de aanwezigheid van het verzegelingselement maakt zichtbaar dat de verpakking niet geopend is geweest.

De aangrijpingsmiddelen voor het verzegelingselement 20 kunnen aangebracht zijn aan de tegenover elkaar liggende randen van de delen van de verpakking. Wanneer de verpakking wordt geopend bewegen deze delen van elkaar af, waardoor de aangrijpingsmiddelen van het verzegelingselement van elkaar af bewogen worden en dit verzegelingselement wordt verbroken.

25 Bij een andere, voorkeursuitvoeringsvorm, is de I houder aangebracht ter plaats van ten minste één I grendelelement of sluiting. Het verzegelingselement kan daarbij aangrijpen op een beweegbaar deel van de sluiting en I één van de delen van de verpakking. Voor het openen van de 30 verpakking moet de uit zijn vergrendelingsstand worden bewogen, waarbij dan het verzegelingselement wordt verbroken.

I In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is ten minste I één van de grendels voorzien van een blokkeringselement, dat I 1022592É 3 het per ongeluk openen van de grendel voorkomt en is de houder zodanig aangebracht dat een daarin opgenomen verzegelingselement met het blokkeringselement samenwerkt. Wanneer het blokkeringselement in een vrijgeef stand wordt 5 bewogen, waarbij de grendel kan worden geopend, wordt het verzegelingselement verbroken.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren.

Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een 10 reisverpakking volgens de uitvinding in de vorm van een koffer.

Figuur 2 toont een detailaanzicht volgens pijl II van de koffer van figuur 1.

Figuur 3 toont een gedeelte van een koffer met een 15 andere uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Figuur 4 toont de koffer van figuur 3 in geopende toestand.

Figuur 5 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een grendel, zoals getoond in 20 figuur 2.

Figuur 6 toont een met figuur 5 overeenkomend aanzicht met een op zijn plaats gebracht verzegelingselement.

Figuur 7 toont een aanzicht volgens pijl VII in figuur 6.

25 Figuur 1 toont een reisverpakking in de vorm van een koffer 1. Deze koffer is van een op zichzelf bekend type, bestaande uit twee harde kunststof schalen 2, 3, die langs een rand 4 scharnierend met elkaar zijn verbonden.

De koffer 1 is bij deze uitvoeringsvorm voorzien van 30 twee knevelsluitingen 5, 6. De knevelsluiting 5 is op gebruikelijke wijze voorzien van een cijferslot met behulp waarvan de knevelsluiting in de gesloten stand kan worden 10225921 H geblokkeerd. De knevelsluiting 6 wordt hierna meer in detail aan de hand van figuur 5-7 beschreven.

H Zelfs wanneer de knevelsluiting 5 gesloten en door het H cijferslot geblokkeerd is, kan de sluiting 6 worden geopend.

5 Hierdoor kan weliswaar de koffer 1 niet worden geopend, doch H met enige krachtsuitoefening is het mogelijk de twee schalen van de koffer 2, 3 ter plaatse van hun randen enigszins van H elkaar af te forceren. Aldus kan toegang tot het binnenste H van de koffer worden verkregen voor het daaruit nemen of 10 daarin stoppen van voorwerpen.

Om dit te voorkomen, wordt volgens de uitvinding een verzegelingselement toegepast. Figuur 3 en 4 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een dergelijk verzegelingselement.

De koffer 10, waarvan in figuur 3 en 4 een hoek is H 15 weergegeven, omvat eveneens twee schalen 11, 12, die scharnierend met elkaar zijn verbonden. Nabij een hoek van één van de schalen 12 is een uitsparing 14 in de contour aangebracht. Ter plaatse van deze uitsparing 14 bevindt zich in de betreffende schaal 12 een opening 16. Deze opening 16 20 ligt op één lijn met een opening 17, die aangebracht is in een lip 18, die zich aan de binnenzijde van de schaal 11 bevindt. In de gesloten toestand liggen de openingen 16 en 17 tenminste nagenoeg tegen elkaar aan.

I Het verzegelingselement 13 is voorzien van een I 25 penvormig uitsteeksel met weerhaken 15. Deze kunnen door de in gesloten stand van de koffer achter elkaar liggende openingen 16 en 17 worden gestoken, waarbij de weerhaken 15 I achter de randen van de opening 17 blijven haken. De I weerhaken 15 zijn zodanig aan het verzegelingselement 13 I 30 aangebracht, dat wanneer de koffer wordt geopend, de I weerhaken 15 of een deze weerhaken 15 dragend deel van het verzegelingselement 13 afbreekt. Het is dus direct duidelijk I wanneer de koffer 10 na het aanbrengen van het I 102259ft 5 verzegelingselement 13 geopend en weer gesloten is, omdat het verzegelingselement 13 dan niet meer in de openingen 16, 17 gestoken is, maar daarvan losgekomen is.

Volledigheidshalve is het verzegelingselement 13 5 voorzien van een uniek nummer, zodat het verzegelingselement 13 niet, na onbevoegd verbreken, vervangen kan worden door een identiek verzegelingselement.

Zoals eerder opgemerkt tonen de figuren 5-7 een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij het 10 verzegelingselement samenwerkt met de knevelsluiting 6.

Deze knevelsluiting 6 omvat een knevel 20, die bij 21 scharniert aan een beugel 23, die zelf weer bij 22 scharniert aan een vast met het kofferdeel 2 verbonden steun 26. De knevel 20 is aan zijn vrije einde voorzien van een haakvormig 15 uiteinde 24 dat in een uitsparing 25 van de rand van het kofferdeel 3 kan vallen. Het zal duidelijk zijn dat in de figuur 7 getekende toestand de knevel 20 het kofferdeel 3 tegen het kofferdeel 2 geklemd houdt.

De vergrendeling kan worden opgeheven door het omhoog 20 bewegen van de beugel 23, waardoor de haak 24 uit de uitsparing 25 genomen kan worden.

Om het onbedoeld openen van de knevelsluiting 6 te voorkomen is aan het buitenste deel van de beugel 23, daar waar de knevel 20 scharniert, een vasthoudelement 27 25 aangebracht, dat eveneens om de beugel 23 scharniert. Het vasthoudelement 27 is in figuur 7 gezien in de richting tegen de klok in veerbelast, waardoor een nok 28 aan het ondereinde daarvan in aangrijping blijft achter een uitsteeksel 29 die verbonden is met de steun 26. Het vasthoudelement 27 is 30 voorzien van een vingergreep 30, waarmee het vasthoudelement 27 in figuur 7 gezien in de richting van de klók gekanteld kan worden om de aangrijping tussen de uitsteeksels 28 en 29 op te heffen en de sluiting 6 te kunnen openen.

1022592« H De hier getoonde uitvoeringsvorm van het H grendelelement 6 bevat verder nog een blokkeringselement 35.

Dit element 35 is verschuifbaar in de knevel 20 opgenomen en aan zijn ondereinde voorzien van een paar uitstekende H 5 haakvormige delen 36. In de in figuur 5 en 6 getoonde stand H steken de haakvormige delen 36 uit onder een omgezette rand 37 die één geheel vormt met de steun 26. Hierdoor kan de knevel 20, zelfs na het weg zwenken van het vasthoudelement 27 niet worden los genomen, doordat de haakvormige delen 36 10 achter het uitsteeksel 37 blijven haken. Voor het openen van de sluiting kan het blokkeringselement 35, gezien in de figuren 5 en 6, naar rechts verschoven worden, waardoor de I haakvormige delen 36 vrijkomen van onder het uitsteeksel 37.

Volgens de uitvinding wordt bij deze knevelsluiting 6 15 een verzegelingselement 40 toegepast. Dit verzegelingselement H 40 is voorzien van een plaatvormig deel 41 met aan de I onderzijde twee uitstekende weerhaakvormige delen 42.

I Het blokkeringselement 35 is voorzien van een sleuf I 43, waardoor heen de weerhaakdelen 42 kunnen steken. In de in I 20 figuur 5 getoonde werkzame stand van het blokkeringselement I 35 kan het verzegelingselement 40 met zijn weerhaken 42 door de opening 43 worden gestoken. Het plaatvormige deel 41 past dan precies in de opstaande rand waarbinnen het blokkeringselement 35 verschuifbaar is. De weerhaken 42 25 vallen onder respectievelijk het omgebogen uitsteeksel 37 van I de steun 26 en een uitsteeksel 45 onderaan de knevel 20.

I Hierdoor wordt de toegang tot het blokkeringselement 35 afgesloten, zodat de grendel 6 in de gesloten stand wordt gehouden. Voor het weer openen van de grendel dient het I 30 verzegelingselement 40 uit de vatting 46 gewipt te worden, waarbij de weerhaken 42 af zullen breken. De sluiting kan dan I op de gebruikelijke wijze worden geopend. De sluiting kan dus I niet ongemerkt worden geopend en weer gesloten, omdat het I 1022592· 7 ontbrekende verzegelingselement 40 aangeeft dat de sluiting geopend is geweest. Ook hier is het verzegelingselement 40 voorzien van een uniek nummer, om de eerder beschreven reden.

Het verzegelingselement 40 kan ook anders uitgevoerd 5 worden, namelijk zodanig dat het blokkeringselement 35 nog wel bereikbaar is, zodat de sluiting 6 geopend kan worden, waarbij automatisch het verzegelingselement 40 wordt verbroken.

Volgens de uitvinding kan derhalve een goede 10 verzegeling van een reisverpakking, zoals een koffer worden bereikt, waarbij een verzegelingselement wordt toegepast dat ofwel direct op delen van de verpakking aangrijpt ofwel op delen van een sluiting die noodgedwongen geopend moet worden om überhaupt de verpakking te kunnen openen.

1022592·

Claims (3)

1. 3. Reisverpakking volgens conclusie 1, waarbij de houder zodanig is aangebracht dat een daarin opgenomen I 20 verzegelingselement een bedieningselement van de sluiting I ontoegankelijk maakt.
2. 4. Reisverpakking volgens conclusie 1, waarbij aangrijpingsdelen van de verpakkingsdelen delen van de reisverpakking zijn die in de gesloten stand zich nabij I 25 elkaar bevinden en in de geopende stand van elkaar af bewogen zijn.
3. 5. Reisverpakking volgens één van de voorgaande I conclusies, waarbij de sluiting is voorzien van een blokkeringselement, dat het per ongeluk openen van de I 30 sluiting voorkomt en de houder zodanig is aangebracht dat een I daarin opgenomen verzegelingselement met het I blokkeringselement samenwerkt. I 1022592*