NL1021080C2 - Thermisch geïsoleerde kunststoffen draagtas. - Google Patents

Description

THERMISCH GEÏSOLEERDE KUNSTSTOFFEN DRAAGTAS

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een thermisch geïsoleerde kunststoffen draagtas, omvattende twee van kunststof vervaardigde flexibele wanden, waarbij aan de binnenzijde van elk van de wanden een thermische isolatielaag 5 is bevestigd.

Dergelijke draagtassen zijn algemeen bekend in de vorm van bijvoorbeeld in supermarkten verkrijgbare draagtassen voor transport van diepgevroren levensmiddelen. Hierbij wordt de thermische isolatielaag gevormd door een dunne laag 10 kunststof schuim, al dan niet vergezeld van een metalen folie, of een op een kunststoflaag op gedampte metallische laag.

Dergelijke thermische draagtassen zijn kostbaar als gevolg van de tamelijk hoge kosten van de kunststof 15 schuimlaag. Bovendien is de kunststof schuimlaag volumineus; deze neemt bij transport, opslag en verwerking veel ruimte in.

Uit EP-A-0 085 534 is een draagtas bekend, waarbij de isolatielaag goedkoper is, en waarbij de opslag van de 20 isolatielaag minder ruimte vergt.

Dit document beschrijft een thermisch geïsoleerde kunststoffen draagtas, omvattende: twee van kunststof vervaardigde flexibele wanden, waarbij aan de binnenzijde van elk van de wanden een van kunststof vervaardigde thermische 25 isolatielaag bevestigd is, die een vlak vel en een daarop gegolfd aangebracht vel omvat.

De combinatie van een vlak vel en een daarop gegolfd aangebracht vel blijkt eveneens tot een goede thermische isolatie te leiden.

J 021080* 2

Het is mogelijk beide vellen op rollen, stapels of anderszins zonder tussenvoeging van lucht toe te voegen. De toevoeging van de isolerende luchtlaag welk volumevergrotend werkt, vindt pas plaats bij het vervaardigen van de 5 isolerende laag.

Hiervoor worden technieken gebruikt die grote overeenkomst vertonen met de technieken die worden gebruikt voor het vervaardigen van draagtassen. Het behoeft dan ook weinig extra investeringen wanneer eenmaal 10 productiefaciliteiten voor draagtassen beschikbaar zijn, deze uit te breiden tot productiefaciliteiten voor de isolerende laag. Transport en opslag van volumineus isolatiemateriaal wordt hierbij voorkomen.

Toch is de produktie van dergelijke draagtassen 15 gecompliceerd.

De onderhavige uitvinding poogt de produktie te vereenvoudigen.

Dit doel wordt bereikt doordat de vellen slechts op zich dwars op de lengterichting van de golven uitstrekkende lijnen 20 aan elkaar zijn gehecht.

Aldus behoeft slechts op een beperkt aantal punten een lasverbinding te worden gemaakt, waardoor de produktie vereenvoudigd en versneld kan worden.

Om de isolerende werking te versterken, is de draagtas 25 bij voorkeur van een met een van de zijwanden verbonden afdekflap voorzien.

De afdekflap kan los hangen, maar kan ook met de zijwanden zijn verbonden

Hiermee wordt het gebruik van een tot nu toe bij 30 thermisch geïsoleerde kunststoffen draagtassen toegepaste starre beugel vermeden. De kostprijs wordt hierdoor verlaagd.

Een andere voorkeursuitvoeringsvorm leert dat de draagtas voorzien is van aan de binnenzijde van de wanden bevestigde, 1021080- 3 zich door de flap heen uitstrekkende draaglussen. Tevens is het mogelijk gebruik te maken van een in de buitenwanden uitgestansd handvat. Ook deze maatregel leidt tot een verlaging van de kostprijs.

5 Alhoewel de uitvinding in de eerste instantie bedoeld is voor kunststoffen draagtassen, is het eveneens mogelijk de isolatielaag volgens de uitvinding voor andere doeleinden toe te passen. De uitvinding betreft dan ook tevens een isolatielaag, omvattende een vlak kunststoffen vel en een 10 daarop aangebracht gegolfd vel welke laag wordt gekenmerkt doordat de vellen slechts langs zich dwars op lengterichting van de golven uitstrekkende lijnen aan elkaar zijn gehecht.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het vervaardigen van een isolatielaag, welke wordt 15 gevormd door een vlak vel en een daarop aangebracht gegolfd vel, omvattende de volgende stappen: het op een gegolfde drager aansluitend op de contour van de gegolfde drager plaatsen van een eerste vel, het hechten van een tweede vel op het op de gegolfde drager geplaatste eerste vel en het van 20 de drager verwijderen van de aldus verkregen combinatie van het tweede vel en het eerste vel.

Dit blijkt een bijzonder aantrekkelijke wijze te zijn voor het vervaardigen een dergelijk materiaal.

Bij voorkeur wordt hiertoe gebruik gemaakt van een 25 inrichting voor het vervaardigen van een isolatielaag, welke laag wordt gevormd door een vlak en een daarop aangebracht gegolfd vel, welke inrichting wordt gekenmerkt door een drager met een gegolfd oppervlak, een vacuümpomp die met in de verdiepingen van het gegolfde oppervlak van de drager 30 aangebrachte openingen is verbonden, toevoermiddelen voor het aan de drager toevoeren van een eerste vel, toevoermiddelen voor het aan de drager toevoeren van een tweede vel en hechtmiddelen voor het aan elkaar hechten van het eerste en 1021080- 4 het tweede vel, waarbij de hechtinrichting is ingericht voor het aanbrengen van hechtnaden die zich dwars op de lengterichting van de golven uitstrekken.

De onderhavige uitvinding verschaft dan ook een 5 inrichting welke wordt gekenmerkt doordat de drager hoofdzakelijk cilindrisch is en dat de hechtinrichting een aantal verdeelde schijven omvat voor het op het eerste vel drukken van het tweede vel.

Andere aantrekkelijke voorkeurs uitvoeringsvormen blijken 10 uit de overige onderconclusies.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen, waarin voorstellen:

Figuur 1: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch 15 aanzicht van een thermisch geïsoleerde draagtas volgens de uitvinding;

Figuur 2: een schematisch perspectivisch aanzicht van een inrichting voor het vervaardigen van een isolatielaag zoals deze wordt toegepast in de in figuur 1 afgebeelde draagtas; 20 Figuur 3: een perspectivisch aanzicht van een stuk van het isolatiemateriaal volgens de uitvinding; en

Figuur 4: een schematisch detailaanzicht van de in figuur 3 afgebeelde inrichting.

In figuur 1 is een in zijn geheel met 1 aangeduide 25 thermisch isolerende draagtas afgebeeld. Deze thermisch isolerende draagtas is vervaardigd uit een voorwand 2 en een achterwand 3 die uit en zelfde materiaalbaan zijn gevormd. Deze matriaalbaan is aan de onderzijde omgevouwen, waarbij de randen 4, 5 met elkaar zijn verbonden.

30 De achterwand 3 sluit aan op een flap 6, welke over de voorwand 2 is gevouwen. Alhoewel dit in de tekening niet is weergegeven is het mogelijk de zijwand van de flap 6 eveneens 1021080- 5 aan de randen 4, 5 te hechten zodat een betere afsluiting wordt verkregen.

Aan de bovenzijde zijn twee draaglussen 7 aangebracht welke zich door en in de flap 6 aangebrachte opening 8’ heen 5 uitstrekken. Met uitzondering van de flap 6 komt de tot nu toe beschreven draagtas overeen met algemeen in de stand van techriiek bekende draagtassen.

De onderhavige draagtas onderscheidt zich hoofdzakelijk ten opzichte van tot de stand van de techniek behorende 10 draagtassen door het feit dat aan de binnenzijde van de wanden 2, 3 een isolatielaag is aangebracht welke gevormd wordt door een geribbeld materiaal.

De hoedanigheid van het geribbelde materiaal is in figuur 2 afgeheeld. Het geribbelde materiaal waarvan een vel 9 in 15 figuur 2 getoond is, wordt gevormd door een vlak vel 10 een daarop volgens een golfpatroon aangebracht gegolfd vel 11.

De vellen zijn met elkaar verbonden langs een zich dwars op de lengterichting van de golven 11 uitstrekkende verbindingsnaad 12 welke in figuur 2 zichtbaar is als een 20 groef.

Het aldus verkregen isolatiemateriaal wordt vervaardigd uit twee vlakke vellen waarbij de lucht tussen het gegolfde vel en het vlakke vel pas wordt toegevoegd op het moment van het aan elkaar hechten van beide vellen. Dit betekent dat pas 25 dan het grote volume wordt verkregen.

Het in figuur 2 afgebeelde geribbelde materiaal wordt als isolatiemateriaal toegepast in de in figuur 1 afgebeelde tas. Alhoewel het in principe mogelijk is het isolerende materiaal aan de buitenkant aan te brengen, heeft het de voorkeur uit 30 productietechnische overwegingen het isolatiemateriaal aan de binnenzijde aan te brengen. De buitenzijde is dan immers geheel vlak zonder door het hechtproces veroorzaakte 1021030- 6 vervormingen. De buitenzijde heeft, hetgeen bijvoorbeeld bij bedrukking blijkt, een strak uiterlijk.

Het heeft eveneens de voorkeur dat het geribbelde materiaal slechts bij de randen van de draagtas verbonden is 5 met de voorwand of de achterwand. Het is uiteraard mogelijk het geribbelde materiaal over het gehele oppervlak te hechten aan voor- of achterwand, doch dit leidt tot een gecompliceerder productieproces.

Voor het vervaardigen van het ribbelmateriaal wordt een 10 inrichting toegepast welke in figuur 3 is afgebeeld.

Figuur 3 toont een van cilindrische, roteerbare rol 15 die, zoals in detail in figuur 4 is weergegeven, van zich in axiale_richting langs de omtrek uitstrekkende inkepingen 16 is voorzien. In de bodem van de inkepingen 16 zijn 15 luchtgaatjes 17 aangebracht die verbonden zijn met. een in de tekening niet weergegeven vacuümpomp.

Een aandrukrol 18 is met zijn as parallel aan de as van de cilindrische rol 15 aangebracht, waarbij het oppervlak van de aandrukrol 18 in contact is met het oppervlak van de 20 cilindrische rol 15. Tevens is een as 19 parallel aan de as van de cilindrische rol 15 aangebracht, waarbij op de as 19 onder regelmatige onderlinge afstanden schijven 20 zijn geplaatst. De schijven 20 zijn van een verwarmingsinrichting voorzien,.

25 Verder is de inrichting voorzien van een aantal geleiderollen 21-28.

Vervolgens zal de werking van deze inrichting worden beschreven.

Vanaf een niet in de tekening weergegeven voorraadrol 30 wordt een eerste vel 29 langs de geleiderol 23 en het stel geleiderollen 24, 25 en 26 geleid tot op het oppervlak van de cilindrische rol 15. Als gevolg van aanzuigende werking van 1021080- 7 de met een vacuümpomp verbonden luchtgaatjes 17, zal het vel 29 tot in de groeven 16 van de rol 15 worden getrokken.

Een tweede vel 30 wordt geleid via geleiderollen 21 en 22 tot op het oppervlak van de rol 15 en op het daarop aanwezige 5 eerste vel 29. Hierbij zorgt de aandrukrol 18 voor het op het eerste vel 29 drukken van het tweede vel.

Bij het verder roteren van de rol 15 passeert de combinatie van het eerste vel 29 en het tweede vel 30 de reeks verwarmde schijven 20 welke zorg dragen voor een 10 hechting van béide vellen 29, 30 op elkaar, waarbij door de hechting de ribbelvorm wordt gefixeerd.

Hierbij wordt uitgegaan van de situatie dat tenminste één van de vellen, bij voorkeur het tweede vel van thermoplastisch materiaal is vervaardigd. Het is in principe 15 tevens mogelijk gebruik te maken van andersoortige hechtmiddelen, bijvoorbeeld door toevoeging van een lijm of een oplosmiddel tussen de twee vellen. De hierboven besproken inrichting leidt slechts tot een hechting op die plaatsen van het oppervlak van de vellen welke door de schijven 20 worden 20 verwarmd. Hierdoor ontstaan in het geribbelde materiaal de verbindingsnaden 12.

Het is in principe mogelijk uit te gaan van andere configuraties, bijvoorbeeld een zich over het hele oppervlak van de cilindrische rol 15 uitstrekkende verwarmings- of 25 hechtrol. Hiermee wordt een sterkere hechting verkregen, maar het energie gebruik hiervan is aanzienlijk groter.

Men zou dan gebruik kunnen maken van de aandrukrol 18 voor het uitvoeren van de verwarmings- of hechtfunctie.

Zoals aanvankelijk er reeds genoemd is, wordt het aldus 30 verkregen ribbelmateriaal gebruikt als inwendige thermische isolatie van draagtassen. Het is echter mogelijk het aldus verkregen materiaal ook voor ander doeleinden te gebruiken, bijvoorbeeld als vellen verpakkingsmateriaal, waarbij de 1021080- 8 vellen tevens een isolerende werking uitoefenen. Men kan hierbij denken ter vervanging van het materiaal dat ook wel bekend is als bolletjesplastic.

Een groot voordeel van de onderhavige uitvinding ligt in 5 het logistieke gemak; als grondstoffen gebruikt men dezelfde, weinig ruimte innemende vlakke kunststoffen vellen, terwijl men door gebruikmaking van de werkingsmachines van dezelfde soort als welke worden gebruikt voor het vervaardigen van draagtassen, isolerend materiaal kan verkrijgen. Door het 10 isolerende materiaal op dezelfde plaats te vervaardigen als waar het isolerende materiaal wordt gebruikt ter vervaardiging van draagtassen, wordt het probleem van het transporteren en opslaan van volumineus isolatiemateriaal vermeden.

15' 10zi080*

Claims (13)

1. Thermisch geïsoleerde kunststoffen draagtas, omvattende twee van kunststof vervaardigde flexibele wanden, waarbij aan de binnenzijde van elk van de wanden een van kunststof vervaardigde thermische isolatielaag bevestigd is, 5 die een vlak vel en een daarop gegolfd aangebracht vel omvat, met het kenmerk, dat de vellen slechts op zich dwars op de lengterichting van de golven uitstrekkende lijnen aan elkaar zijn gehecht,

2. Draagtas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 thermische isolatielaag met zijn vlakke vel naar de binnenkant van de draagtas is geplaatst.

3. Draagtas volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de thermische isolatielaag slechts aan de bovenrand.en de zijranden van de draagtas met de wanden van de draagtas is 15 verbonden.

4. Draagtas volgens een van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagtas van een met een van de zijwanden verbonden afdekflap is voorzien.

5. Draagtas volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de 20 draagtas van aan de binnenzijde van de wanden bevestigde, zich door de flap heen uitstrekkende draaglussen is voorzien

6. Werkwijze voor het vervaardigen van een isolatielaag, die gevormd wordt door een vlak vel en een daarop aangebracht gegolfd vel, omvattende de volgende stappen: 25. het op een gegolfde drager aansluitend op de contour van de gegolfde drager plaatsen van een eerste vel; - het hechten van een tweede vel op het op de gegolfde drager geplaatste eerste vel; en - het van de drager verwijderen van de aldus verkregen 30 combinatie van het tweede vel en het eerste vel, met het kenmerk, dat de gegolfde laag slechts op zich dwars op de 1021080- golfrichting uitstrekkende plaatsen aan het vlakke vel wordt gehecht.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het eerste vel op de aansluitend op de contour van de drager 5 wordt geplaatst door in de drager aangebrachte openingen die met een vacuümpomp zijn verbonden.

8. Werkwijze volgens conclusie 70, met het kenmerk, dat het eerste vel in een continue handeling op een ronde drager wordt geplaatst.

9. Inrichting voor het vervaardigen van een isolatielaag, die gevormd wordt door een vlak vel en een daarop aangebracht gegolfd vel, gekenmerkt door: een drager met een gegolfd oppervlak; een vacuümpomp die met in de verdiepingen van het 15 gegolfde oppervlak van de drager aangebrachte openingen is verbonden; toevoermiddelen voor het aan de drager toevoeren van een eerste vel; toevoermiddelen voor het aan de drager toevoeren van een 20 tweede vel; en hechtmiddelen voor het aan elkaar hechten van het eerste en het tweede vel.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de hechtinrichting is ingericht voor het aanbrengen van 25 hechtnaden die zich dwars op de lengterichting van de golven uitstrekken.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk dat de drager hoofdzakelijk cilindrisch is, en dat de hechtinrichting een aantal zich over de breedte van de drager 30 uitstrekkende schijven voor het op het eerste vel drukken van het tweede vel omvat. 1021080* .

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat tenminste een van de vellen thermoplastisch is en dat de schijven zijn verwarmd.

13. Werkwijze voor het vervaardigen van een draagtas 5 volgens een van de conclusies 1-5, gekenmerkt door een werkwijze volgens een van de conclusies 6-9 en het vervolgens, zonder transport over enige substantiële afstand van het aldus verkregen product vervaardigen van de draagtassen. t021080“