NL1019821C2 - Inrichting voor het kantelbaar bevestigen van een beeldscherm aan een wand. - Google Patents

Description

Inrichting voor het kantelbaar bevestigen van een beeldscherm aan een wand

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het 5 kantelbaar bevestigen van een component zoals een beeldscherm aan een wand, welke inrichting is voorzien van een eerste aan een wand bevestigbaar deel, alsmede van een tweede deel waaraan de component bevestigbaar is, welke delen om een eerste scharnieras scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, welke inrichting verder is voorzien van een veer 10 die met een eerste uiteinde scharnierbaar om een tweede scharnieras met het tweede deel is verbonden en met een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde om een derde scharnieras scharnierbaar met het eerste deel is verbonden, waarbij de afstand tussen de eerste en derde scharnieras instelbaar is.

15 Een dergelijke, uit het Amerikaanse octrooi US-A-6.015.120 bekende inrichting is geschikt voor het kantelbaar bevestigen van bijvoorbeeld een beeldscherm zoals een vlakke beeldbuis aan een zich horizontaal of verticaal uitstrekkende wand.

Bij de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi schrift, 20 omvat het tweede deel een arm die om de eerste scharnieras scharnierbaar met het aan de wand bevestigde eerste deel is verbonden. Tussen de arm en het eerste deel is de veer gelegen. Aan een van de eerste scharnieras afgekeerde uiteinde van de arm is de arm voorzien van een koppelstuk voor scharnierbare koppeling met het vlakke beeldscherm. De veer vormt een 25 tegenkracht ofwel contragewicht voor het beeldscherm, zodat de arm vrij in elke gewenste stand blijft staan terwijl de positie van het beeldscherm eenvoudig kan worden aangepast. De afstand tussen de eerste scharnieras en de derde scharnieras waaraan de veer is verbonden is instelbaar afhankelijk van het gewicht van het aan de arm te bevestigen 30 beeldscherm. Hierdoor kan voor elk gewicht van het beeldscherm een gewenst contragewicht worden gerealiseerd.

ΐ n ’ · ··’ ? ; ··- :.....

2

Door een correcte instelling van de afstand tussen de eerste en derde scharnieras, zal na het kantelen van het beeldscherm naar een gewenste positie, het beeldscherm door de door de veer uitgeoefende kracht in deze gewenste gekantelde positie blijven staan.

5 Bij het gebruik van een vlak beeldscherm voor televisie of videotoepassingen, is het wenselijk om het vlakke beeldscherm te kunnen verplaatsen vanuit een positie waarin het beeldscherm vanuit een gewenste hoek zichtbaar is naar een opbergpositie waarin het beeldscherm nagenoeg tegen de wand aan is gelegen.

10 Bij de inrichting volgens het Amerikaanse octrooi schrift is de arm relatief lang, onder meer om de gewenste afstand te verschaffen voor de zich tussen de tweede en derde scharnieras uitstrekkende veer. Door de relatief lange arm zal bij het tegen de wand aanbrengen van het beeldscherm, de arm door het beeldscherm niet aan het zicht worden 15 onttrokken. Hierdoor wordt bij een tegen de wand opgeborgen beeldscherm een door de arm verstoord zicht verkregen.

De uitvinding beoogt een inrichting te verschaffen die relatief compact is, waardoor de nadelen van de bekende inrichtingen worden vermeden.

20 Dit doel wordt bij de inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat het tweede deel een bevestigingsvlak omvat dat nagenoeg evenwijdig is gelegen aan een ondersteuningsvlak dat zich door de eerste en tweede scharnierassen heen uitstrekt.

Het beeldscherm is bevestigbaar aan het bevestigingsvlak, 25 waarbij na bevestiging het beeldscherm zich nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een het door de eerste en tweede scharnierassen heen uitstrekkend ondersteuningsvlak. Hierdoor ligt de inrichting relatief dicht tegen het beeldscherm aan, waardoor een relatief compacte constructie wordt verkregen terwijl door de veer en de instelbare afstand tussen de eerste 30 en derde scharnieras, bij het kantelen van het beeldscherm toch elk gewenst contragewicht kan worden gerealiseerd.

3

Een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de veer een gasveer omvat.

Met behulp van een gasveer kunnen relatief grote krachten worden gerealiseerd, waardoor op eenvoudige wijze een relatief groot 5 contragewicht kan worden verschaft.

Een andere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat zich tussen de eerste en derde scharnieras een van schroefdraad voorzien element uitstrekt, waarbij het tweede uiteinde van de veer is verbonden met van een van schroefdraad 10 voorziene bus die schroefbaar over het element heen is gelegen.

Met behulp van de over het element schroefbare bus is op eenvoudige wijze de afstand tussen de eerste en derde scharnieras instelbaar.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens 15 de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de bus verschuifbaar is gelagerd in een sleuf.

Door de sleuf zal bij het veranderen van de afstand tussen de eerste en derde scharnieras, de afstand tussen de tweede en derde scharnieras op een door de ligging en van de sleuf bepaalde wijze 20 veranderen.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat een eerste, nabij de eerste scharnieras gelegen uiteinde van de sleuf verder van de tweede scharnieras af is gelegen dan een van het eerste uiteinde afgekeerde 25 tweede uiteinde van de sleuf.

Op deze wijze zal bij een relatief geringe afstand tussen de eerste en derde scharnieras de veer relatief lang zijn waardoor de inrichting een relatief gering contragewicht zal verschaffen. Bij het vergroten van de afstand tussen de eerste en derde scharnieras zal de 30 afstand tussen de tweede en de derde scharnieras worden verkleind. Hierdoor zal de veer worden samengedrukt. Door de grotere afstand tussen 4 de eerste en derde scharnieras alsmede door de samengedrukte veer wordt de inrichting geschikt voor het verschaffen van een relatief groot contragewicht.

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens 5 de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het eerste deel zwenkbaar is bevestigd aan een eerste uiteinde van een arm, welke arm met een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde zwenkbaar bevestigbaar is aan een wand.

Met behulp van de zwenkbare arm wordt een grotere 10 bewegingsvrijheid van het eerste deel en het daarmee verbonden tweede deel ten opzichte van de wand verkregen.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin: fig. 1 een zijaanzicht van een inrichting volgens de 15 uitvinding toont, die is voorzien van een vlak beeldscherm, fig. 2 een perspectivisch achteraanzicht toont van de in fig. 1 weergegeven inrichting, fig. 3 de in fig. 2 weergegeven inrichting in dwarsdoorsnede toont, 20 fig. 4A-4C verschillende standen van de in fig. 1 weergegeven inrichting tonen bij verschillende gewichten van het beeldscherm, fig. 5A-5C verschillende standen tonen van de in fig. 1 weergegeven inrichting bij verschillende kantel hoeken van het 25 beeldscherm.

In de figuren zijn overeenkomende onderdelen voorzien van eenzelfde verwijzingscijfer.

Fig. 1 toont een inrichting 1 volgens de uitvinding die is voorzien van een aan een wand 2 bevestigbare houder 3, een om een zich 30 verticaal uitstrekkende zwenkas 4, zwenkbaar in en tegengesteld aan de door pijl PI aangegeven richting met de houder 3 verbonden arm 5 en een 5 om een zich verticaal uitstrekkende zwenkas 6 zwenkbaar, in en tegengesteld aan de door pijl P2 aangegeven richting met de arm 5 verbonden kantelmechanisme 7. Door het kantelmechanisme 7 wordt aan een van de arm 5 afgekeerde zijde een vlak beeldscherm 8 ondersteund.

5 Het kantelmechanisme 7 omvat een eerste deel 9 dat zwenkbaar om de zwenkas 6 met de arm 5 is verbonden. Het kantelmechanisme 7 omvat verder een tweede deel 10 dat scharnierbaar om een eerste scharnieras 11, in en tegengesteld aan de door pijl P3 aangegeven richting met het eerste deel 9 is verbonden.

10 De scharnieras 11 strekt zich horizontaal uit.

Het kantelmechanisme 7 zal aan de hand van fig. 2 en 3 nader worden toegelicht.

Het tweede deel 10 is U-vormig en omvat twee zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende beendelen 12, 13 en een de beendelen 15 12, 13 verbindend brugdeel 14. De beendelen 12, 13 zijn aan weerszijden van het eerste deel 9 gelegen. Het brugdeel 14 omvat twee haakvormige elementen 15, 16 waaraan het beeldscherm 8 bevestigbaar is. Het tweede deel 10 is op afstand van de scharnieras 11 voorzien van een tweede scharnieras 17. De scharnieras 17 strekt zich evenals de scharnieras 11 20 uit tussen de beide brugdelen 12, 13. Aan de scharnieras 17 is een uiteinde 18 van een gasveer 19 scharnierbaar verbonden. De gasveer 19 is aan een van het uiteinde 18 afgekeerde zijde voorzien van een bus 20. De bus 20 is voorzien van inwendige schroefdraad. De bus 20 is verschuifbaar gelagerd in een in het eerste deel 9 gelegen sleuf 21. Om de 25 scharnieras 11 is een element 22 scharnierbaar dat is voorzien van een uitsparing 23. Tussen de bus 20 en het element 22 strekt zich een van schroefdraad voorzien draadeinde 24 uit dat roteerbaar is gelagerd in de uitsparing 23. Het eerste deel 9 omvat een opening 25 waardoorheen een gereedschap zoals bijvoorbeeld een schroevendraaier kan worden gestoken. 30 Met behulp van de schroevendraaier kan het draadeinde 24 om de lengteas worden geroteerd ten gevolge waarvan de van inwendig schroefdraad > i v> ·; . i 6 voorziene bus 20 over het draadeinde 24 wordt verplaatst. Tijdens het verplaatsen van de bus 20 in de richting van de eerste scharnieras 11, verschuift de bus 11 sleuf 21 heen. De sleuf 21 is enigszins gekromd waarbij nabij de eerste scharnieras 11 de afstand van de sleuf 21 tot de 5 tweede scharnieras 17 groter is dan aan een van de scharnieras 11 afgekeerd uiteinde van de sleuf 21.

De bus 20 vormt de derde scharnieras 26 van het kantelmechanisme 7. Door het roteren van het draadeinde 24 zal derhalve de derde scharnieras 26 naar de eerste scharnieras 11 toe worden 10 verplaatst of daar vanaf worden verplaatst.

Door de scharnierassen 11, 17 heen is een ondersteuningsvlak 27 definieerbaar. Dit ondersteuningsvlak 27 is in fig. 1 aangegeven. Het brugdeel 14 van het tweede deel 10 definieert een bevestigingsvlak 28 dat zich nagenoeg evenwijdig en op een relatief korte 15 afstand van het ondersteuningsvlak 27 uitstrekt. Het beeldscherm 8 dat met behulp van de haakvormige elementen 15, 16 aan het tweede deel 10 is bevestigd strekt zich met een van de inrichting 1 afgekeerde voorzijde 29 evenwijdig aan het bevestigingsvlak 28 uit.

Afhankelijk van de door een gebruiker gewenste stand van 20 het beeldscherm 8 wordt het beeldscherm 8 om de zich verticaal uitstrekkende zwenkassen 4, 6 gezwenkt en/of om de zich horizontaal uitstrekkende scharnieras 11 gekanteld. Hierbij zal door de gasveer 19 een gewenste tegenkracht worden geleverd waardoor het beeldscherm 8 in elke gekantelde positie zal blijven staan.

25 De gewenste door de gasveer 19 geleverde tegenkracht is afhankelijk van het gewicht van het beeldscherm 8 alsmede van de ligging van het zwaartepunt van het beeldscherm 8.

Aangezien zowel het gewicht als de ligging van het zwaartepunt kan variëren, is het mogelijk om de afstand tussen de eerste 30 en derde scharnierassen 11, 26 aan te passen.

Dit zal aan de hand van fig. 4A-4C nader worden toegelicht, 7 waarin enkel het kantelmechanisme 7 is weergegeven.

In de in fig. 4A weergegeven stand bevindt de bus 21 zich relatief dicht bij de eerste scharnieras 11. De door de bus 20 gedefinieerde derde scharnieras 26 ligt in deze stand op een afstand dl 5 van de eerste scharnieras 11.

Bij de in fig. 4A weergegeven stand bevindt de derde scharnieras 26 zich op een relatief grote afstand van de scharnieras 17, waarbij de gasveer 19 enigszins is uitgerekt. Door deze relatief grote lengte van de gasveer 19 alsmede door de relatief kleine afstand dl 10 tussen de eerste en derde scharnieras 11, 26 wordt door het kantelmechanisme 7 slechts een relatief gering contragewicht voor een aan het kantelmechanisme 7 bevestigbaar beeldscherm verschaft. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een gewicht van 30 kg en een afstand van het zwaartepunt van het beeldscherm van ongeveer 7 cm vanaf het 15 brugdeel 14.

Bij de in fig. 4B weergegeven situatie is de bus 20 en de daardoor gedefinieerde scharnieras 26 op een afstand d2 van de eerste scharnieras 11 gelegen en bevindt zich op een kortere afstand van de tweede scharnieras 17 dan bij de in fig. 4A weergegeven stand. Door de 20 enigszins ingedrukte gasveer 19 alsmede door de grotere afstand d2 van de eerste scharnieras 11 is het in fig. 4B weergegeven kantelmechanisme geschikt voor het verschaffen van een contragewicht aan een beeldscherm van bijvoorbeeld 45 kg.

Bij de in fig. 4C weergegeven stand bevindt de bus 20 zich 25 nabij een van de scharnieras 11 afgekeerd uiteinde van de sleuf 21. De derde scharnieras 26 is hierbij op een afstand d3 van de eerste scharnieras 11 gelegen. De gasveer 19 is in deze stand relatief ver ingedrukt. Hierdoor is het in fig. 4C weergegeven kantelmechanisme 7 in staat tot het verschaffen van een relatief groot contragewicht van 30 bijvoorbeeld 60 kg bij een afstand van het zwaartepunt van het beeldscherm vanaf het brugdeel 14 van bijvoorbeeld 15 cm.

8

Het moge duidelijk zijn dat afhankelijk van de keuze van de gasveer 19 en de afstanden tussen de verschillende scharnierpunten 11, 17, 26 elk gewenst contragewicht kan worden gerealiseerd.

Bij de in fig. 5A-5C weergegeven standen van het 5 kantelmechanisme 7 is bij eenzelfde afstand tussen de eerste en derde scharnierassen 11, 26 het tweede deel 10 ten opzichte van het eerste deel 9 gekanteld waardoor het tweede deel 10 en derhalve het daaraan bevestigde beeldscherm ten opzichte van de verticaal respectievelijk een hoek insluit van 15°, 0° en -5°. Indien de afstand tussen de 10 scharnierassen 11, 26 correct is ingesteld, zal het kantelmechanisme 7 in elke aangebrachte stand blijven staan.

Het is ook mogelijk om in plaats van een enkele gasveer een aantal naast elkaar gelegen gasveren toe te passen of gebruik te maken van bijvoorbeeld spiraal veren.

*·- ^ - 'J .j - .; /

Claims (7)

1. Inrichting voor het kantelbaar bevestigen van een component zoals een beeldscherm aan een wand, welke inrichting is voorzien van een 5 eerste aan een wand bevestigbaar deel, alsmede van een tweede deel waaraan de component bevestigbaar is, welke delen om een eerste scharnieras scharnierbaar met elkaar zijn verbonden, welke inrichting verder is voorzien van een veer die met een eerste uiteinde scharnierbaar om een tweede scharnieras met het tweede deel is verbonden en met een van 10 het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde om een derde scharnieras scharnierbaar met het eerste deel is verbonden, waarbij de afstand tussen de eerste en derde scharnieras instelbaar is, met het kenmerk, dat het tweede deel een bevestigingsvlak omvat dat nagenoeg evenwijdig is gelegen aan een ondersteuningsvlak dat door de eerste en tweede scharnierassen 15 heen uitstrekt.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veer een gasveer omvat.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat zich tussen de eerste en derde scharnieras een van schroefdraad voorzien 20 element uitstrekt, waarbij het tweede uiteinde van de veer is verbonden met een van schroefdraad voorziene bus die schroefbaar over het element heen is gelegen.

4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de bus verschuifbaar is gelagerd in een sleuf.

5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat een eerste, nabij de eerste scharnieras gelegen uiteinde van de sleuf verder van de tweede scharnieras af is gelegen dan een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde van de sleuf.

6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat het eerste deel zwenkbaar is bevestigd aan een eerste uiteinde van een arm, welke arm met een van het eerste uiteinde afgekeerde tweede uiteinde zwenkbaar bevestigbaar is aan een wand.

7. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aan het tweede deel voorziene bevestigingselement ten minste een haak omvat. 5